Niveau A1 Niveau A2 Niveau B1 Niveau B2. Algemene omschrijving beheersingsniveau

Transcriptie

1 . Bijlage 2. Referentieniveaus moderne vreemde talen bij artikel 17a, vierde lid, en van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB 1.. Beschrijving ERK-niveaus moderne vreemde talen A1, A2, B1 en B Vaardigheid Luisteren 17b Niveau A1 Niveau A2 Niveau B1 Niveau B2 Algemene omschrijving beheersingsniveau Kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die zichzelf, zijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over zichzelf en zijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, Kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaardtaal wordt gesproken over vertrouwde zaken die hij regelmatig tegenkomt op zijn werk, school, vrije tijd enz. Kan de hoofdpunten van veel radio- of tvprogramma s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang Kan een lan en lezingen zelfs compl redeneringe wanneer he redelijk vert Kan de mee en actualiteiten op de tv be het grootste films in stan begrijpen.

2 werk). Kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke, boodschappen en aankondigingen volgen. begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt. Toelichtende schalen 1. Gesprekken (Geen Kan gewoonlijk Kan in het algemeen Kan met en tussen descriptor op het onderwerp de hoofdpunten veel van wa moedertaalsprekers dit niveau) bepalen in volgen van een heen gezeg verstaan gesprekken om uitgebreide discussie volgen, maa hem heen, om hem heen, op moeilijk vind wanneer er voorwaarde dat er effectief me langzaam en duidelijk aan een ge duidelijk gearticuleerd wordt in meerdere «gesproken de standaardtaal. speakers» d wordt. op geen en aanpassen. 2. Luisteren als lid (Geen (Geen Kan Kan de ess van een live publiek descriptor op descriptor op dit ongecompliceerde voordrachte dit niveau) niveau) korte praatjes over en rapporta vertrouwde andere vorm onderwerpen in grote educatieve/ lijnen volgen, op professione voorwaarde dat er presentatie duidelijk inhoudelijk gearticuleerde linguïstisch standaardtaal gesproken wordt.

3 3. Luisteren naar Kan Kan de Kan Kan aankon aankondigingen en instructies hoofdzaken technische informatie boodschapp instructies begrijpen die begrijpen in begrijpen, zoals over concre zorgvuldig korte, heldere gebruiksaanwijzingen abstracte o en langzaam en voor apparaten. Kan gesproken aan hem boodschappen gedetailleerde standaardta gericht zijn en aanwijzingen normaal tem en kan korte, aankondigingen. opvolgen. Kan aanwijzingen aanwijzingen opvolgen. begrijpen. 4. Luisteren naar tv, (Geen Kan Kan de hoofdpunten Kan de mee video- en descriptor op hoofdpunten begrijpen van standaardta geluidsopnames dit niveau) van korte en radionieuwsberichten radiodocum duidelijke en eenvoudig ander uitge berichten op geluidsmateriaal over opgenomen radio en tv vertrouwde geluidsmate begrijpen als onderwerpen, indien begrijpen e onderwerp en langzaam en stemming, t context bekend duidelijk de spreker zijn en wanneer gepresenteerd. er langzaam en duidelijk wordt gesproken. Tekstkenmerken en kenmerken taakuitvoering Onderwerp Teksten Teksten hebben Teksten hebben Teksten heb hebben betrekking op betrekking op betrekking o betrekking en vertrouwde en abstract op zeer vertrouwde onderwerpen uit zijn onderwerpe onderwerpen en eigen vakgebied of tegenkomt en van direct interessegebied. en professio

4 vertrouwde onderwerpen uit het dagelijks leven. belang voor hem. en in het on Woordgebruik en Het Het taalgebruik Het taalgebruik is Het taalgeb zinsopbouw taalgebruik is eenvoudig. eenvoudig. Binnen complex. is zeer het eigen vak- en/of eenvoudig. interessegebied De zinnen wordt complexer zijn taalgebruik wel gescheiden begrepen. door pauzes. Tempo en De spreker De spreker Het spreektempo is De spreker articulatie spreekt spreekt rustig normaal. De spreker standaardta zorgvuldig, en duidelijk. spreekt duidelijk normaal tem langzaam en gearticuleerde duidelijk. standaardtaal. Tekstlengte Teksten zijn Teksten zijn Teksten zijn niet al te Teksten kun kort. kort. lang. zijn. Signalen (Geen Kan op basis Kan de betekenis Kan een va herkennen en descriptor op van een idee van onbekende strategieën interpreteren dit niveau) over de woorden over om tot tekst betekenis van onderwerpen die komen, incl het geheel van gerelateerd zijn aan op hoofdpu korte teksten zijn vakgebied en begrip chec over alledaagse interesses bepalen gebruik van en concrete aan de hand van de aanwijzinge onderwerpen, context. Kan de de betekenis van zo nu waarschijnlijke en dan voorkomende betekenis van onbekende woorden

5 onbekende woorden uit de context afleiden. afleiden uit de context en de betekenis van zinnen herleiden, op voorwaarde dat het besproken onderwerp bekend is Vaardigheid Lezen Niveau A1 Niveau A2 Niveau B1 Niveau B2 Algemene Kan vertrouwde Kan korte, Kan teksten Kan artike omschrijving namen, woorden begrijpen die verslagen beheersingsniveau en zeer teksten lezen. hoofdzakelijk die betrek Kan specifieke bestaan uit zeer hebben op zinnen begrijpen, voorspelbare frequente eigentijdse bijvoorbeeld in informatie vinden dagelijkse, of problemen mededelingen, op in, aan het werk waarbij de posters en in alledaagse gerelateerde schrijvers catalogi. teksten zoals taal. Kan de bijzondere advertenties, beschrijving van attitude of menu s en gebeurtenissen, standpunt dienstregelingen. gevoelens en innemen. Kan korte, wensen in eigentijds, persoonlijke proza beg persoonlijke brieven brieven begrijpen. begrijpen. Toelichtende schalen 1. Kan korte, Kan korte, Kan de Kan Correspondentie beschrijving van correspon lezen berichten op een brieven, faxen gebeurtenissen, die gerela ansichtkaart en s over gevoelens en is aan eige begrijpen. vertrouwde wensen in vakgebied

6 onderwerpen begrijpen. persoonlijke brieven goed genoeg begrijpen om regelmatig met iemand te corresponderen. Begrijpt de feitelijke informatie in zakelijke brieven goed genoeg om adequaat te kunnen reageren. eigen inter lezen en k snel de es vatten. Kan zakel correspon van verschillen instanties begrijpen. 2. Oriënterend Kan bekende Kan specifieke, Kan in alledaags Kan lange lezen namen, woorden voorspelbare materiaal, zoals complexe en simpele informatie vinden brieven, teksten sn standaardzinnetjes in eenvoudig brochures en scannen e herkennen in alledaags korte officiële relevante materiaal. documenten vinden. mededelingen in Kan specifieke relevante Kan snel d de meest informatie in informatie vinden inhoud en voorkomende lijsten vinden en en begrijpen. relevantie alledaagse de benodigde bepalen va situaties. informatie nieuwsber daaruit halen. artikelen e Kan alledaagse rapporten borden en een breed mededelingen aan begrijpen. profession onderwerp besluiten o nadere stu ervan de m waard is.

7 3. Lezen om Kan zich een idee Kan specifieke Kan significante Kan artike informatie op te vormen van de informatie vinden punten rapporten doen inhoud van in r herkennen in begrijpen schriftelijk gaan over informatieve materiaal dat hij krantenartikelen actuele materialen en tegenkomt zoals over bekende problemen korte brieven, onderwerpen. waarbij de beschrijvingen, brochures of schrijver e vooral als er korte bepaald visuele krantenartikelen standpunt ondersteuning bij die inneemt. is. gebeurtenissen beschrijven. 4. Instructies lezen Kan korte, Kan Kan duidelijk Kan lange eenvoudig instructies geschreven, complexe geschreven begrijpen bij ondubbelzinnige instructies aanwijzingen apparatuur die instructies bij een het eigen opvolgen. men in het apparaat begrijpen, dagelijks leven begrijpen. inclusief d tegenkomt. over cond en waarschuw als hij de gelegenhe krijgt moei stukken te herlezen. Tekstkenmerken en kenmerken taakuitvoering Onderwerp Concrete zaken Alledaags, Vertrouwde, Alledaags over vertrouwde, bekend en alledaagse of onderwerp alledaagse concreet. werkgerelateerde onderwerp

8 situaties. onderwerpen. aansluiten het eigen vakgebied Woordgebruik en Hoogfrequente Hoogfrequente Eenvoudig en Er zijn gee zinsopbouw woorden en korte, woorden en alledaags. beperking woorden bekend mits zinnen. uit de eigen taal woordenb of behorend tot e.d. voorh internationaal zijn. vocabulaire. Teksten zijn eenvoudig en helder van structuur. Tekstindeling Visuele De indeling geeft Teksten zijn Er zijn gee ondersteuning. visuele goed beperking ondersteuning bij gestructureerd. het begrijpen van de tekst. Tekstlengte Korte, Korte teksten. Teksten kunnen Speelt gee teksten. langer zijn. Signalen (Geen descriptor Kan op basis Kan de Kan een v herkennen en op dit niveau) van een idee betekenis van aan strate interpreteren over de onbekende gebruiken betekenis van woorden over tekstbegrip het geheel van onderwerpen die komen, inc korte teksten gerelateerd zijn letten op over alledaagse aan zijn hoofdpunt en concrete vakgebied en begrip che onderwerpen, de interesses met gebru

9 waarschijnlijke betekenis van onbekende woorden uit een context afleiden. bepalen aan de hand van de context. Kan de betekenis van zo nu en dan voorkomende onbekende woorden afleiden uit de context en de betekenis van zinnen herleiden, op voorwaarde dat het besproken onderwerp bekend is. contextuel aanwijzing Hulpmiddelen Incidentee gebruik va woordenb gespeciali artikelen b het eigen gebied Vaardigheid Gesprekken voeren Niveau A1 Niveau A2 Niveau B1 Niv Algemene Kan deelnemen aan Kan communiceren Kan de meeste Ka omschrijving een eenvoudig over en situaties aan die de beheersingsniveau gesprek, wanneer de alledaagse taken zich kunnen vlo gesprekspartner bereid die een voordoen tijdens da is om zaken in een en directe een reis in het uitw langzamer uitwisseling van gebied waar de mo spreektempo te informatie over betreffende taal red herhalen of opnieuw te vertrouwde wordt Ka

10 formuleren en helpt bij het formuleren van wat de spreker probeert te zeggen. Kan vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen. onderwerpen en activiteiten betreffen. Kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel hij gewoonlijk niet voldoende begrijpt om het gesprek zelfstandig gaande te houden. gesproken. Kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of zijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen). ver act aa en sta uitl on Toelichtende schalen 1. Informele Kan zich voorstellen, Kan sociale Kan gevoelens Ka gesprekken kan groeten en contacten tot stand uitdrukken en uitv afscheid nemen. brengen: groeten erop reageren. ge en afscheid nemen, Kan persoonlijke me zichzelf of anderen standpunten en on voorstellen, meningen geven du bedanken, en ernaar ma reageren op vragen in rum uitnodigingen, gesprekken over om suggesties en onderwerpen die Ka verontschuldigingen binnen het eigen em indien direct tot interessegebied en hem gericht en liggen, en be langzaam en commentaar ge duidelijk gesproken, geven op erv

11 en ze zelf doen. Is echter niet in staat zonder medewerking van de gesprekspartner het gesprek op gang te houden. standpunten van anderen. vor Kan op wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen. 2. Bijeenkomsten (Geen descriptor op dit Kan zeggen wat hij Kan een Ka en vergaderingen niveau) denkt in een standpunt pa formele vergadering duidelijk rou als hij rechtstreeks overbrengen, nie wordt maar heeft for aangesproken, op moeite mee te Ka voorwaarde dat hij, doen in een na indien nodig, om debat. ver herhaling kan Kan deelnemen ha vragen. aan alte routinematige voo formele wa discussies over hyp vertrouwde op onderwerpen, rea waarbij duidelijk gesproken wordt in de standaardtaal en waarbij sprake is van uitwisseling van feitelijke informatie, het geven van

12 instructies of het bespreken van praktische problemen. 3. Zaken regelen Kan mensen om dingen Kan aangeven dat Kan overweg Ka vragen en mensen hij de met de meeste van dingen geven. gesprekspartner transacties die he Kan omgaan met volgt en kan, als de zich an cijfers, hoeveelheden, gesprekspartner waarschijnlijk no kosten en tijd. zich daarvoor voor zullen doen do inspant, begrijpen bij het reizen, bij wa wat er gedaan moet het regelen van Ka worden. vervoer of of Kan informatie onderdak en bij sch vragen over reizen contacten met spe en kan gebruik autoriteiten oo maken van het tijdens een con openbaar vervoer. bezoek aan het voo Kan informatie buitenland. van vragen over zaken Kan bij het wij en kan bespreken van af transacties doen in hoe verder te Ka winkels, gaan met een uitl postkantoren en klus of mogelijke de banken. Kan oplossingen ins informatie geven en voor iets, pe ontvangen over zeggen wat hij on hoeveelheden, ervan vindt en ee nummers, prijzen, daarbij kort een ee etc. reden of uitleg geven. Kan minder routinematige situaties aan in winkels, postkantoren, banken, bijvoorbeeld bij

13 het terugbrengen van een aankoop of bij klachten over producten en/of diensten. 4. Informatie Kan vragen Kan Kan Ka uitwisselen stellen en aanwijzingen en feitelijke ge beantwoorden, instructies geven en informatie info uitspraken opvolgen. achterhalen en do doen op het gebied van Kan communiceren doorgeven. Ka directe behoeften of binnen Kan om ge over zeer vertrouwde en dagelijkse taken gedetailleerde be onderwerpen en op waarin gevraagd aanwijzingen van dergelijke uitspraken wordt om een vragen en ze pro reageren. en opvolgen. uitg Kan vragen stellen en directe uitwisseling Kan meer wo beantwoorden over van informatie. gedetailleerde info zichzelf en andere informatie arg mensen. verkrijgen. aa Kan in beperkte bije mate initiatieven da nemen in een rap vraaggesprek, Ka bijvoorbeeld in e over een nieuw vra onderwerp ide beginnen. en ee stim ge Tekstkenmerken en kenmerken taakuitvoering

14 Onderwerp Onderwerpen zijn De onderwerpen Het onderwerp De (receptief en eenvoudig en zeer zijn alledaags en is vertrouwd, kun productief) vertrouwd of vertrouwd. valt binnen de we gerelateerd aan directe persoonlijke be behoeften. belangstelling of aa heeft betrekking ma op het dagelijks vrij leven, eigen werk of opleiding. Woordgebruik en Woorden en Woordgebruik is Het Er zinsbouw uitdrukkingen zijn eenvoudig. woordgebruik is arg (receptief) hoogfrequent. Zinnen zijn kort. gericht op ge Woordgebruik is alledaagse Idio concreet en alledaags, zaken en uitd niet-idiomatisch. Zinnen vakgebonden voo zijn kort en eenvoudig. onderwerpen. com Zinsbouw is over het algemeen weinig complex. Tempo en Het spreektempo is Er wordt langzaam Woorden He articulatie laag. Woorden worden gesproken en worden duidelijk he (receptief) duidelijk uitgesproken. duidelijk uitgesproken in spe Er zijn lange pauzes, gearticuleerd een vertrouwd mo zodat de taalgebruiker accent. Er kan nadenken over de sta betekenis. ge Hulp (receptief) De gesprekspartner De gesprekspartner De taalgebruiker Ge moet langzaam en past zijn taalgebruik wordt direct pra duidelijk spreken en aan de aangesproken. no bereid zijn om veel te taalgebruiker aan Soms moeten sta

15 herhalen en te herformuleren en na te gaan of hij begrepen wordt. door langzaam en duidelijk te spreken, te controleren of hij begrepen wordt en waar nodig te herformuleren of te herhalen. De gesprekpartner biedt hulp bij het formuleren en verhelderen van wat de taalgebruiker wil zeggen. Vragen en uitingen zijn direct aan de taalgebruiker gericht. bepaalde woorden en uitdrukkingen herhaald worden. Ongebruikelijke idiomatische uitdrukkingen worden vermeden en er wordt duidelijk gearticuleerd. Woordenschat en Beperkt tot een klein Standaard patronen De Taa woordgebruik repertoire van woorden met uit het hoofd woordenschat is om (productief) en geleerde toereikend om be uitdrukkingen, over uitdrukkingen en over alledaagse ge persoonlijke details en kleine groepen van onderwerpen, te bepaalde concrete woorden waarmee zoals familie, de situaties. beperkte informatie hobby s werk, alg wordt overgebracht reizen en on m.b.t. actuele en alledaagse gebeurtenissen ee situaties. te spreken, ge eventueel door min middel van wo omschrijvingen. ech du be Grammaticale Beperkt tot een klein Correct gebruik Redelijk De

16 correctheid (productief) aantal grammaticale constructies en uit het hoofd geleerde uitdrukkingen. maken van constructies, bevat echter ook systematisch elementaire fouten. accuraat gebruik van frequente routines en patronen die horen bij voorspelbare situaties. red Ev afw ge be wo he com zin voo Interactie Vragen en antwoorden Antwoorden op Kan een De (productief) over persoonlijke vragen en reacties eenvoudig face- ee details. De op to-face gesprek be communicatie is totaal uitspraken. over bekende be afhankelijk van Indicaties van onderwerpen ge herhaling, begrip maar weinig waarvoor ove herformulering en initiatief om de persoonlijke op correcties. conversatie gaande interesse som te houden. bestaat ele beginnen, taa voeren en aa afsluiten. Kan be gedeeltelijk de herhalen wat die iemand gezegd ge heeft om te ho bevestigen dat men elkaar begrepen heeft. Vloeiendheid Beperkt tot korte, Zeer korte uitingen, Is goed te He (productief) geïsoleerde, uitingen, met veel volgen, alhoewel he voornamelijk voorkomende pauzes voor voo standaarduitdrukkingen, pauzes, valse starts grammaticale en ge met veel pauzes om te en het lexicale planning alh zoeken naar herformuleren van en herstel van aa

17 uitdrukkingen, de uitspraak van minder bekende woorden, en het herstellen van storingen in de communicatie. uitingen. fouten, vooral in langere stukken vrij geproduceerde tekst, veel voorkomen. voo spr pa uitd zijn op pa Coherentie Het verband tussen Groepen woorden Series van He (productief) woorden of groepen zijn verbonden met kortere, coh van woorden wordt be aangegeven met voegwoorden, afzonderlijke mid basisvoegwoorden, zoals: «en», elementen zijn be zoals: «en» of «dan». «maar» en verbonden tot ver «omdat». een ho samenhangende lan lineaire reeks alti van punten. Uitspraak De uitspraak van een De uitspraak is De uitspraak is Du (productief) beperkt aantal geleerde duidelijk genoeg om duidelijk na woorden en verstaanbaar te verstaanbaar, en uitdrukkingen kan met zijn, ondanks een alhoewel enige inspanning hoorbaar accent. gekleurd door worden verstaan door Gesprekspartners een accent en af native speakers die vragen af en toe om en toe een gewend zijn om te herhaling. verkeerd spreken met mensen uitgesproken met een andere woord. taalachtergrond Vaardigheid Spreken Niveau A1 Niveau A2 Niveau B1 Algemene Kan Kan een reeks Kan uitingen op

18 omschrijving beheersingsniveau uitdrukkingen en zinnen gebruiken om de eigen woonomgeving en de mensen in de naaste omgeving te beschrijven. uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in bewoordingen familie en andere mensen, leefomstandigheden, opleiding en huidige of meest recente baan te beschrijven. een manier aan elkaar verbinden, zodat hij ervaringen, gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Kan in het kort redenen en verklaringen geven voor meningen en plannen. Kan een verhaal vertellen of de plot van een boek of film weergeven en zijn reacties beschrijven. Toelichtende schalen 1. Monologen Kan zichzelf beschrijven, kan beschrijven wat hij doet en waar hij woont. Kan zijn familie, woonomstandigheden, onderwijservaring, huidige of meest recente baan beschrijven. Kan in bewoordingen mensen, plaatsen en eigendommen beschrijven. Kan beschrijvingen geven over allerlei vertrouwde onderwerpen binnen zijn interessegebied. Kan gedetailleerd verslag doen

19 van ervaringen, en daarbij gevoelens en reacties beschrijven. Kan echte of verzonnen gebeurtenissen beschrijven. Kan vertellen over zijn dromen, verwachtingen en ambities. Kan een verhaal vertellen. Kan plannen uitleggen en toelichten. 2. Een publiek Kan een zeer korte en Kan een eenvoudig, Kan een toespreken vooraf geoefende kort, vooraf, mededeling voorlezen, ingeoefend praatje voorbereide bijvoorbeeld een toost houden over een presentatie uitbrengen, een spreker bekend onderwerp. geven over een introduceren. Kan op onderwerp vragen reageren als binnen zijn hij om herhaling kan werkveld, die vragen en enige hulp ondanks geboden wordt bij het afwijkend accent formuleren van het en intonatie over antwoord. het algemeen duidelijk genoeg is om zonder moeilijkheden te volgen, en waarin de

20 hoofdpunten redelijk gedetailleerd geformuleerd zijn. Kan hierop volgende vragen beantwoorden, moet eventueel wel om herhaling vragen als het spreektempo hoog lag. Tekstkenmerken en kenmerken taakuitvoering Onderwerp Concrete zaken De onderwerpen zijn Het onderwerp betreffende de spreker alledaags en is vertrouwd, zelf, zijn directe vertrouwd. valt binnen de omgeving en personen persoonlijke uit die omgeving. belangstelling of heeft betrekking op het dagelijks leven, eigen werk of opleiding. Woordgebruik en Beperkte woordenschat Standaardpatronen De woordenschat en met uit het hoofd woordenschat is uitdrukkingen, over geleerde toereikend om persoonlijke details en uitdrukkingen en eventueel met

21 bepaalde concrete situaties. kleine groepen van woorden waarmee beperkte informatie wordt overgebracht in alledaagse situaties. behulp van omschrijvingen vertrouwde onderwerpen, zoals familie, hobby s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen te beschrijven. Grammaticale Eenvoudige Correct gebruik van Redelijk correctheid grammaticale accuraat gebruik constructies en uit het constructies, maar van frequente hoofd geleerde bevat nog «routines» en uitdrukkingen. systematisch patronen die elementaire fouten. horen bij over het algemeen voorspelbare situaties. Vloeiendheid Korte, geïsoleerde Overwegend zeer De spreker is uitingen, vooral korte uitingen, met goed te volgen, standaarduitdrukkingen, veel pauzes, valse alhoewel pauzes met veel pauzes om te starts en voor zoeken naar herformuleringen. grammaticale en uitdrukkingen, de lexicale planning uitspraak van minder en herstel van bekende woorden, en fouten, vooral in om stroringen in de langere stukken communicatie te vrij

22 herstellen. geproduceerde tekst, veel voorkomen. Coherentie Woorden of groepen Groepen woorden zijn Series van van woorden zijn verbonden door kortere, verbonden door middel middel van eenvoudig van basisvoegwoorden, afzonderlijke zoals «en» of «dan». voegwoorden, zoals elementen zijn «en», «maar» en verbonden tot «omdat». een samenhangende lineaire reeks van punten. Uitspraak De uitspraak van een De uitspraak is De uitspraak is beperkt aantal geleerde duidelijk genoeg om duidelijk woorden en de spreker te kunnen verstaanbaar, uitdrukkingen kan met volgen, ondanks een zelfs met een enige inspanning hoorbaar accent. accent en af en worden verstaan door Luisteraars zullen af toe een native speakers, die en toe om herhaling verkeerd gewend zijn om te moeten vragen. uitgesproken spreken met mensen woord. met een andere taalachtergrond Vaardigheid Schrijven Niveau A1 Niveau A2 Niveau B1 Nive Algemene Kan een korte, Kan korte, Kan, Kan omschrijving notities samenhangende gede

23 beheersingsniveau mededeling doen, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld naam, nationaliteit en adres op een inschrijvingsformulier noteren. en boodschappen opschrijven. Kan een zeer persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken. tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. Kan persoonlijke brieven schrijven waarin ervaringen en indrukken beschreven worden. teks een van die d inter schr Kan vers infor door rede aanv onde of té spec stan briev waa pers van indru aang Toelichtende schalen 1. Kan een korte Kan heel Kan vrij Kan Correspondentie gedetailleerde schr mededeling doen. persoonlijke brieven persoonlijke bepa schrijven om brieven schrijven emo dankbaarheid of over ervaringen, pers verontschuldigingen gevoelens en bete over te brengen. gebeurtenissen. gebe Kan een korte, erva onde zakelijke brief het n schrijven. stan de c

24 beco Kan zake schr 2. Aantekeningen, Kan nummers en Kan een korte, Kan Als o berichten, data, eigen naam, notities/berichten formulieren nationaliteit, adres, boodschap noteren schrijven waarin leeftijd, als om herhaling of geboortedatum of herformulering informatie van aankomstdatum in gevraagd kan onmiddellijke een land, etc. worden. relevantie voor schrijven zoals Kan korte vrienden, bijvoorbeeld op een mensen van inschrijvingsformulier. aantekeningen of diensten, boodschappen docenten en gerelateerd aan anderen die in zaken van zijn dagelijks onmiddellijke leven een rol noodzaak schrijven. spelen overgebracht wordt, waarbij de belangrijke punten begrijpelijk overkomen. 3. Verslagen en (Geen descriptor op (Geen descriptor op Kan heel korte Kan rapporten dit niveau) dit niveau) rapporten rapp schrijven waa volgens een argu vastgestelde uitge standaard, daar waarin aang routinematige, of te feitelijke bepa informatie en d

25 doorgegeven wordt en redenen voor het ondernemen van bepaalde acties aangegeven worden. nade vers keuz Kan mak infor argu een bron 4. Vrij schrijven Kan Kan een aantal Kan, Kan frases en zinnen frases gedetailleerde gede schrijven over en zinnen over beschrijvingen besc zichzelf of familie, maken over een geve denkbeeldige leefomstandigheden, aantal bekende scal personen, over waar educatieve onderwerpen onde ze wonen en wat ze achtergrond, huidige binnen het eigen gere doen. of meest recente interessegebied. zijn baan schrijven. Kan verslag inter doen van ervaringen, en daarbij gevoelens en reacties beschrijven in lopende tekst. Kan een gebeurtenis, een recent uitstapje waar gebeurd of verzonnen beschrijven. Tekstkenmerken en kenmerken taakuitvoering

26 Onderwerp De teksten hebben betrekking op de schrijver zelf of op imaginaire personen. De tekst heeft betrekking op de directe eigen omgeving van de schrijver of alledaagse situaties. De teksten handelen over vertrouwde onderwerpen met betrekking tot de leefwereld van de schrijver of over alledaagse zaken. De t betr zake tot d inter de e van Woordenschat en Woorden en Standaardpatronen De Vold woordgebruik met uit het hoofd woordenschat is duid uitdrukkingen, over geleerde toereikend om besc persoonlijke details uitdrukkingen en eventueel met geve en bepaalde kleine groepen van behulp van men concrete situaties. woorden waarmee omschrijvingen verk beperkte informatie over vertrouwde de m word overgebracht. onderwerpen, alge zoals familie, onde hobby s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen te schrijven. Grammaticale Een klein aantal Eenvoudige Redelijk correct Vert correctheid constructies, echter gebruik van uitge grammaticale systematisch met frequente behe constructies en uit elementaire fouten. routines en gram het hoofd geleerde patronen die geen uitdrukkingen. horen bij begr voorspelbare de w situaties. Spelling en Bekende woorden en Korte zinnen over Lopende tekst Duid

27 interpunctie korte zinnen zoals op verkeers- of ANWB borden, instructies, namen van dagelijkse objecten en namen van winkels of regelmatig gebruikte basiszinnen zijn correct overgeschreven. Eigen adres, nationaliteit en andere persoonlijke details zijn correct gespeld. alledaagse onderwerpen bijvoorbeeld een routebeschrijving zijn correct geschreven. Spelling van korte woorden die binnen het mondelinge vocabulaire van de schrijver vallen is fonetisch redelijk correct (volgt echter niet noodzakelijk de standaard spellingsconventies). die over het algemeen in het geheel begrijpelijk is. Spelling, interpunctie en lay-out zijn in de meeste gevallen accuraat genoeg om te volgen. begr lope waa teks zoal para stan zijn Spe inter rede maa invlo moe beva Coherentie Woorden of groepen Groepen woorden Een serie van Een van woorden zijn zijn verbonden met kortere, aant verbonden met behulp van voor behulp van afzonderlijke is aa basisvoegwoorden, voegwoorden, zoals elementen is de u zoals: «en» of «en», «maar» en verbonden tot schr «dan». «omdat». een verb samenhangende held lineaire reeks teks van punten. een niet goed 2.. Toelichting referentieniveaus moderne vreemde talen Bij de formulering van de eisen aan de beheersing van moderne vreemde talen wordt gebruik gemaakt van het Common European Framework of Reference for Languages (Europees Referentiekader, hierna ERK). Bij de omschrijving van ERK-niveaus zijn de beschrijvingen gehanteerd zoals gebruikt in de publicatie «Taalprofielen, leerlijnen voor competentiegericht vreemde talenonderwijs», een uitgave van het Nationaal Bureau Moderne Vreemde Talen.

28 Deze beschrijvingen zijn gebaseerd op het Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen. De hierin gebruikte «can do-statements» zijn door Cito getoetst op validiteit en sluiten ook aan bij de gebruikte omschrijvingen op Op enkele plaatsen zijn zeer kleine, redactionele wijzigingen aangebracht die de leesbaarheid verbeteren of zijn kleine tekstuele correcties doorgevoerd. Het ERK onderscheidt vijf taalvaardigheden: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Per vaardigheid worden de taalniveaus A1, A2, B1 en B2 beschreven. Deze geven een opklimmende moeilijkheidsgraad aan. Per vaardigheid zijn de algemene omschrijvingen van de beheersingsniveaus uit het Europees Referentiekader opgenomen, in de vorm van descriptoren of «can do-statements»: korte, kernachtige omschrijvingen van wat iemand kan doen in een vreemde taal. Onder iedere vaardigheid zijn toelichtende schalen opgenomen. Deze omvatten een samenhangend cluster van taaltaken, ook wel globale descriptoren genoemd. Per vaardigheid en per niveau wordt een verdere specificatie gegeven in de vorm van tekstkenmerken en kenmerken van de taakuitvoering. Per vaardigheid zijn de niveaus naast elkaar gezet in een tabel. Hierbij zijn de niveaus C1 en C2 weg gelaten omdat die niveaus in het mbo niet geëist worden. De in het ERK opgenomen kenmerken van de taakuitvoering en tekstkenmerken kunnen beschouwd worden als prestatie-indicatoren die gebruikt kunnen worden bij de inrichting van de examinering. Afhankelijk van de beroepscontext, zoals beschreven in het kwalificatiedossier, is het mogelijk dat niet alle toelichtende schalen die onder een vaardigheid zijn genoemd even relevant zijn. Bijvoorbeeld: Onder de Vaardigheid «Luisteren» zijn vier toelichtende schalen opgenomen, namelijk: Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan; Luisteren als lid van een live publiek; Luisteren naar aankondigingen en instructies; Luisteren naar tv, video- en geluidsopnames. Het is goed mogelijk dat voor een bepaald beroep het met name van belang is om gesprekken tussen moedertaalsprekers te kunnen verstaan en te kunnen luisteren naar aankondigingen en instructies.