KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN WESTFRIESLAND

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN WESTFRIESLAND"

Transcriptie

1 KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN WESTFRIESLAND 1998 ONDERDEEL ROULEREND ONDERZOEK HOOGHEEMRAADSCHAP VAN UITWATERENDE SLUIZEN IN HOLLANDS NOORDERKWARTIER

2 Kikkerbeet

3 SAMENVATTING Dit rapport bevat de resultaten van het waterkwaliteitsonderzoek van het oppervlaktewater in het beheergebied Westfriesland in Voorgaande onderzoeken in Westfriesland zijn uitgevoerd in de perioden en In deze rapportage zijn waar mogelijk de resultaten van 1998 vergeleken met de resultaten uit de eerdere onderzoeken. De meetresultaten van 1998 zijn getoetst met 4 methoden: normtoetsing aan de grenswaarden ENW (voorheen AMK; algemene milieukwaliteit); toetsing met KWF-index (waterkwaliteitsindex Kennemerland en West-Friesland); ecologische beoordelingsmethoden van STOWA voor meren en plassen en sloten; ecologische beoordeling op basis van SEND (Specifiek ecologische normdoelstellingen). Het onderzoek is uitgevoerd met het doel de toestand van de oppervlaktewateren te beschrijven. Dit gebeurt door toetsing aan de geldende normen en vergelijking met de toetsingsresultaten uit de eerdere onderzoeksjaren. In het algemeen is de chemie van het water verbeterd vergeleken met de grenswaarden van de 4 e Nota Waterhuishouding/ENW nota. Voor enkele stoffen is echter ook een achteruitgang waar te nemen. Volgens de ENW toetsing voldoet het zuurstofgehalte op tweederde van de monsterpunten niet aan de norm. In de voorafgaande meetjaren was dat nog 50%. Hoewel de ammoniumconcentratie op meer monsterpunten dan vroeger aan de grenswaarden voldoet, zijn er ook een groot aantal monsterpunten waarop de concentratie verder van de grenswaarden af is komen te liggen, vooral in gebieden met de functie agrarisch water. De concentratie fosfor in het gebied is verder gedaald, maar voldoet op slechts één locatie aan de grenswaarden en dat is in recreatieplas De Weel bij Obdam. Deze plas voldoet overigens over het hele spectrum van de te meten stoffen aan de gestelde grenswaarden, behalve voor sulfaat. De toetsing aan meer ecologisch georiënteerde beoordelingskaders van STOWA en SEND leiden tot het inzicht dat op het vlak van de voedingstoffen nog lang niet wordt voldaan aan de gestelde streefbeelden. Maar ook het zogenaamde varianteigen karakter van de sloten (de levensgemeenschappen die bij brakke, klei- en veensloten horen) is onder de maat. Ook in de grotere wateren, de verschillende diepe putten en kanalen, wordt niet voldaan aan het streefbeeld voor het trofische niveau. In deze wateren schort het ook enigszins aan het beheer, waardoor karakteristieke soorten niet voorkomen. De beoordeling met het Send stelsel geeft aan dat het vooral de toetsing aan nutriëntenniveau s is die leidt tot het laagste oordeel. De waterkwaliteit is, na een lichte verbetering in 1992, weer terug op het niveau van De beoordelingen van het oppervlaktewater in Westfriesland geven aan dat er zeer langzame verlaging is in de concentratie van de verschillende voedingsstoffen. Ecologisch heeft dit echter (nog) niet geleid tot het bereiken van de gewenste streefbeelden. De situatie is vergelijkbaar met die in Vooral in het Agrarisch gebied is achteruitgang geboekt op het gebied van ammonium en zuurstof. De zandwinputten in het gebied, vooral recreatieplas De Weel, hebben een redelijk tot goede kwaliteit. Ecologische wordt echter in geen van deze plassen voldaan aan het streefbeeld van de voedselrijkdom (afgemeten aan karakteristiek organismen). 3

4 Recreatieplas De Weel bij Obdam, monsterpunt

5 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 3 1 INLEIDING 7 2 BESCHRIJVING BEHEERGEBIED WESTFRIESLAND 9 3 WATERKWALITEITSONDERZOEK WESTFRIESLAND METHODEN VAN BEOORDELEN NORMTOETSING AAN GRENSWAARDEN ENW KWF -INDEX STOWA ECOLOGISCHE BEOORDELINGSSYSTEMEN SPECIFIEK ECOLOGISCHE NORMDOELSTELLINGEN (SEND) VERGELIJKING TOETSINGRESULTATEN KEUZE VAN MONSTERPUNTEN ANALYSEPROGRAMMA 21 4 TOETSINGSRESULTATEN FYSISCH CHEMISCH (ENW GRENSWAARDEN EN KWF-INDEX) RESULTATEN NORMTOETSING OPPERVLAKTEWATERKWALITEIT AAN ENW- GRENSWAARDEN TOETSINGSRESULTATEN KWF-INDEX BEPALENDE VARIABELEN VOOR KWF KLASSENINDELING 27 5 TOETSINGSRESULTATEN ECOLOGISCHE BEOORDELING (STOWA EN SEND) ECOLOGISCHE KWALITEIT OPPERVLAKTEWATER VOLGENS STOWA MEREN EN PLASSEN SLOTEN (EN ZAND-, GRIND- EN KLEIGATEN) ZAND-, KLEI- EN GRINDGATEN KANALEN ECOLOGISCHE BEOORDELING OPPERVLAKTEWATER VOLGENS SEND-METHODE 47 6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 53 LIJST VAN BIJLAGEN 58 5

6 Monsterpunten in West Friesland 1998 op Functiekaart Kilometers %U $T #Y $T #Y &V &V $T &\ &V %U Locatie98.shp &\ Brakke gaten of putten &V Zoete gaten of putten %U Zachte meren of plassen $T Kleikanalen #Y Licht brakke sloten Kleisloten Veensloten Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 6

7 1 INLEIDING Dit rapport bevat de resultaten van het waterkwaliteitsonderzoek van het oppervlaktewater in het beheergebied Westfriesland. In 1998 is de oppervlaktewaterkwaliteit zowel fysisch/chemisch als biologisch onderzocht. Voorgaande onderzoeken in Westfriesland waren in de perioden en Doelstelling Het onderzoek is uitgevoerd met verschillende doelstellingen: Bewaking het vastleggen van de huidige kwaliteit de oppervlaktewateren; Toetsing het toetsen van de chemische en ecologische kwaliteit van het aquatisch ecosysteem aan normen; Signalering het verkrijgen van inzicht in en het opsporen van veranderingen (in tijd en ruimte) in de waterkwaliteit; Enerzijds wordt dus de vinger aan de pols gehouden door de onderzoeksresultaten te toetsen aan de geldende normen. Anderzijds wordt, door vergelijking met voorgaand onderzoek uit de periode en , gelet op veranderingen in plaats en/of tijd in de toestand van het oppervlaktewater in Westfriesland. Onderzoek in 1998 De resultaten van het onderzoek zijn getoetst aan de grenswaarden van ENW (voorheen AMK; algemene milieukwaliteit) en de door het hoogheemraadschap ontwikkelde waterkwaliteitsindex van Kennemerland en Westfriesland (KWF-index). Daarnaast is een ecologische beoordeling uitgevoerd volgens STOWA Ecologische beoordelingsmethoden voor sloten, stromende wateren en meren en plassen. Tevens is getoetst met het SENDstelsel (Specifiek Ecologische NormDoelstellingen). Dit zijn normdoelstellingen voor abiotische parameters, die een randvoorwaarden voor de karakteristieke planten- en macrofaunasoorten van een watertype zijn. In de toekomst zal de nadruk komen te liggen op de ecologische beoordeling volgens de STOWA-methoden. Leeswijzer In de voorliggende rapportage geeft hoofdstuk 2 een korte karakterisering van het onderzoeksgebied Westfriesland op basis van een aantal aspecten zoals (geo)hydrologie, landgebruik en voorkomende watertypen. Hoofdstuk 3 beschrijft de opzet van het onderzoek in Hoofdstuk 4 en 5 omvatten de toetsingsresultaten van het onderzoek. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen fysisch/chemische toetsing (ENW normtoetsing en toetsing volgens de KWF-index; hoofdstuk 4) en ecologische beoordeling (met STOWA beoordelingsmethoden en SEND; hoofdstuk 5). De meest opvallende resultaten worden in deze hoofdstukken gepresenteerd en waar mogelijk wordt een vergelijking met de situatie in de periode en gemaakt. Hoofdstuk 6 bevat de de conclusies en aanbevelingen. In bijlagen I tot en met IV zijn figuren opgenomen met aanvullende geografische presentaties van onderzoeksresultaten uit 1987, 1992 en 1998, waarnaar in de hoofdtekst wordt verwezen. 7

8 Mijlpalen waterkwaliteitsbeheer Het waterkwaliteitbeheer is geregeld in de wet verontreiniging oppervlaktewateren (1970) en is uitgewerkt in de Indicatieve Meerjaren Programma s water (IMP) en de derde en vierde nota s Waterhuishouding. In het eerste IMP (IMP , Min. V&W, 1976) ligt het accent op het terugdringen van lozingen van ongezuiverd afvalwater. Er werd een beoordelingsysteem uitgewerkt op basis van zuurstofhuishouding en ammoniumstikstof. In 1979 heeft het hoogheemraadschap een verfijning van dit beoordelingsysteem in gebruik genomen, de kwaliteitsindex voor wateren in Kennemerland en West Friesland of KWF. Naast de zuurstofhuishouding en het gehalte aan ammoniumstikstof speelt ook het fosforgehalte in de KWF een rol. In het tweede IMP (IMP , Min. V&W 1981) werd het begrip basiskwaliteit geïntroduceerd. Hiermee wordt een zekere bescherming van zowel menselijke gebruiksfuncties als van aquatische levensgemeenschappen nagestreefd. Er werd een kader geschapen om ecologische normdoelstellingen te formuleren. Voor elk afzonderlijk water zou de natuurlijke situatie beschreven moeten worden Het derde IMP (IMP , Min. V&W 1986) gaf een aanzet tot de invulling van ecologische normdoelstellingen. Een basis hiervoor vormt de indeling van wateren in watertypen en de poging om per watertype een hoogste, een middelste en een laagste kwaliteitsniveau aan te geven (CUWVO 1988). De feitelijke formulering, hantering en toekenning van ecologische doelstellingen (van het hoogste en middelste niveau) wordt nadrukkelijk overgelaten aan de provincies en regionale waterbeheerders. In de Derde nota Waterhuishouding (Min. V&W 1989) werd het in de drie voorgaande IMP s geformuleerde beleid nader uitgewerkt. De integrale benadering staat hierbij centraal. De differentiatie en de invulling van normdoelstellingen naar watertype moeten grotendeels door de waterbeheerder worden verricht. De normdoelstellingen krijgen daarbij het karakter van inspanningsverplichtingen. In de jaren tachtig en negentig werd ingezien dat een watersysteem meer is dan water alleen. Het wordt evenzeer bepaald door waterbodem, oevers, omgeving en door de interactie tussen die componenten. Verder groeide het besef dat waterkwaliteit zijn weerslag heeft op de levensgemeenschap in het water en dat (omgekeerd) die levensgemeenschap een goed beeld geeft van de kwaliteit van water, waterbodem en oevers. Er was behoefte aan een meer ecologisch gerichte beoordeling van waterkwaliteit.. In de periode tussen 1986 en 1994 zijn door de STOWA de ecologische (norm)doelstellingen voor vijf watertypen in landelijk toepasbare beoordelingsystemen uitgewerkt (STOWA 1992; 1993a,b; 1994a,b). 8

9 2 BESCHRIJVING BEHEERGEBIED WESTFRIESLAND In dit hoofdstuk worden kort de meest kenmerkende aspecten van het beheergebied Westfriesland weergegeven. Voor een uitgebreidere beschrijving wordt verwezen naar het "Waterbeheersplan Westfriesland " (WWF, 1998) Het beheergebied van waterschap Westfriesland heeft een oppervlakte van ongeveer ha. Er liggen 13 gemeenten in het gebied en twee gemeenten gedeeltelijk. Stedelijke agglomeraties in het gebied zijn onder andere Hoorn, Enkhuizen, Bovenkarspel en Medemblik. Het beheergebied bestaat voornamelijk (circa 80%) uit weidegrond met sloten. Daarnaast komt verspreid over het hele gebied en ten noordwesten van Enkhuizen akkerland voor. Ten noorden en ten oosten van Hoorn liggen veel boomgaarden. De hoogte van het maaiveld in het beheergebied bevindt zich tussen 0 m N.A.P. en -4 m N.A.P. Het gebied is aan wisselende bodemdaling onderhevig. Het bestaat grotendeels uit zavelhoudende kleipolders. In de loop der eeuwen is door afgraving en ontwatering het aanwezige veen vrijwel verdwenen. In het kleigebied komen enkele stroomruggen voor met een afwijkende bodemsamenstelling die het landschap enig reliëf geven. In het gebied bevindt zich een aantal droogmakerijen. De bodem van het beheergebied bestaat overwegend uit eerdgronden (fig. 1-1). Naast leekeerd- en woudeerdgronden komen in het zuiden van het beheergebied plaseerd- en tochteerdgronden voor. Ten zuiden van Medemblik en in een smalle strook in het zuidoosten komen poldervaaggronden voor. Op twee kleine gebiedjes na liggen de onderzochte wateren in kleigronden. Ten zuidwesten van Wognum komen twee veensloten voor en in het noordoosten van het gebied komen licht brakke wateren voor. De hoogteligging van het gebied is bepalend voor de wijze van afwatering en water aanvoer. Met name de in het westen gelegen hogere gronden zijn hierop van invloed. Hierdoor vindt de afwatering van grote delen van het gebied plaats in de richting van het IJssel- en het Markermeer. Gebieden ten westen van deze hogere gronden wateren via bemaling af naar de Schermerboezem en de Vereenigde Raaksmaat en Niedorperkoggeboezem. Binnen het beheergebied bevinden zich 14 bemalingseenheden die afwateren op het IJsselmeer, het Markermeer of op de boezem. De aanvoer eenheden vallen niet in alle gebieden samen met de bemalingseenheden. Oorzaak hiervan zijn de bovengenoemde hogere gronden. Deze vormen een scheiding tussen het gebied dat water aangevoerd krijgt vanuit de boezemwateren en vanuit het IJssel- en het Markermeer. Gebieden ten oosten van de hogere gronden worden van water voorzien vanuit het IJssel- en het Markermeer. Gebieden ten westen hiervan worden van water voorzien vanuit de Schermerboezem en Veerenigde Raaksmaats en Niedorperkoggeboezem. In het gebied zijn vijf verschillende hoofd- en nevenfuncties aan het oppervlaktewater toegekend: agrarisch water; wateren met functie natuur stedelijk water; zwem- en recreatiewater; vissenwater. In Figuur 3-2 is te zien dat het beheergebied voornamelijk een agrarische functie heeft met hier en daar nevenfunctie natuur. 9

10 Fig Bodemkaart van Westfriesland Kilometers Bodem Moeras Waardveengronden op (meestal niet-gerijpte) zavel of klei, beginnend ondieper dan 120 cm Warmoezerijgronden (veen) Beekeerdgronden; grof zand Niet gekarteerd; bebouwde kom enz. Kalkrijke nesvaaggronden; klei Wieringermeergronden; klei, kalkrijk Kalkarme nesvaaggronden; zavel Kalkarme nesvaaggronden; klei Kalkrijke drechtvaaggronden; klei, profielverloop 1 Moerige eerdgronden met een moerige bovengrond of moerige tussenlaag op niet-gerijpte zavel of klei Koopveengronden op (meestal niet-gerijpte) zavel of klei, beginnend ondieper dan 120 cm Koopveengronden op zeggeveen, ritezeggeveen of (mesotroof) broekveen Oude bewoningsplaatsen Wieringermeergronden; zand en lichte zavel, kalkrijk Kalkrijke poldervaaggronden; klei, profielverloop 3, of 3 en 4, of 4 Kalkarme poldervaaggronden; klei, profielverloop 3, of 3 en 4, of 4 Ge"egal. en verw. zeekleigronden met plaats. veen binnen 120 cm of met niet-ger. ondergrond; zw. zavel en l. klei; kalkrijk Kalkrijke leek-/woudeerdgronden; zavel; profielverloop 2 Kalkrijke poldervaaggronden; lichte zavel, profielverloop 5 Kalkrijke poldervaaggronden; zware zavel, profielverloop 5 Kalkrijke poldervaaggronden; lichte klei, profielverloop 5 Kalkrijke poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 5 Kalkarme poldervaaggronden; lichte zavel, profielverloop 5 Kalkarme poldervaaggronden; zware zavel, profielverloop 5 Kalkarme poldervaaggronden; klei, profielverloop 5 Knippige poldervaaggronden; klei, profielverloop 3 Tuineerdgronden; lichte zavel, profielverloop 5, of 5 en 2, of 2 Kalkarme drechtvaaggronden; zware klei, profielverloop 1 Ge"egal. en verw. zeekleigronden (eerd- en vaaggronden met ger. ondergrond); zw. zavel en l. klei, kalkrijk Ass. Kalkarme nesvaaggronden; zavel Ass. Kalkarme nesvaaggronden; klei Ass. Moerige eerdgronden met een moerige bovengrond of moerige tussenlaag op niet-gerijpte zavel of klei Ass. Koopveengronden op (meestal niet-gerijpte) zavel of klei, beginnend ondieper dan 120 cm Ass. Koopveengronden op zeggeveen, ritezeggeveen of (mesotroof) broekveen Ass. Kalkrijke poldervaaggronden; zavel, profielverloop 3, of 3 en 4, of 4 Ass. Kalkrijke leek-/woudeerdgronden; klei; profielverloop 3, of 3 en 4, of 4 Ass. Kalkrijke poldervaaggronden; lichte zavel, profielverloop 2 Ass. Kalkrijke poldervaaggronden; lichte zavel, profielverloop 5 Ass. Kalkrijke poldervaaggronden; zware zavel, profielverloop 5 Ass. Kalkrijke poldervaaggronden; lichte klei, profielverloop 5 Ass. Kalkarme poldervaaggronden; zware zavel, profielverloop 5 Ass. Kalkarme poldervaaggronden; klei, profielverloop 5 Ass. Tuineerdgronden; lichte zavel, profielverloop 5, of 5 en 2, of 2 10

11 Het water in Westfriesland is volgens de Noord Hollandse typologie (SEND-typologie) onderverdeeld in drie typen wateren: verzoetende polderwateren; licht brakke polderwateren; algemene polderwateren. In Figuur 3-1 is te zien dat het overgrote deel van het oppervlaktewateren in het beheergebied onder het watertype verzoetend polderwater valt. In het noordoosten bij Andijk ligt een klein gebiedje met het watertype Licht brakke polderwateren en aangrenzend daaraan ligt een gebiedje met het watertype Algemeen polderwater. In het zuidwesten ligt ook nog een groter gebied met het watertype Algemeen polderwater. Wordt gekeken naar de landelijke watertypen (STOWA-watertypen) dan zijn in het beheergebied vier te onderscheiden: sloten; zand-, klei- en grindgaten; meren en plassen; kanalen. 11

12 Hoofdwatergang Drieban bij Hem, monsterpunt

13 3 WATERKWALITEITSONDERZOEK WESTFRIESLAND 1998 In 1998 is, in vervolg op het onderzoek in de perioden en , in het beheergebied van Westfriesland onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van het oppervlaktewater. Bij de opzet van het onderzoek naar de kwaliteit van het oppervlaktewater speelt de methode van beoordelen een centrale rol. In paragraaf 3.1 worden de toegepaste methoden van beoordeling toegelicht. De keuze van monsterpunten komt aan bod in paragraaf 3.2 en tenslotte wordt in paragraaf 3.3 het analysepakket van het onderzoek beschreven. 3.1 Methoden van beoordelen Normtoetsing aan grenswaarden ENW Één van de doelen van het onderzoek is het vaststellen van de algehele kwaliteit van het oppervlaktewater. Deze is vastgesteld door middel van toetsing aan grenswaarden ENW (de EvaluatieNota Water (1994) met de meest recente normgeving). Op alle locaties is een beperkt deel van de zogenaamde M-lijst gemeten. In het onderzoek is ervoor gekozen om de waterkwaliteit te beoordelen aan de hand van de ENW-grenswaarden van de volgende drie thema's: - Saprobiëring/zuurstofhuishouding (zuurgraad, colibacteriën, zuurstof- en ammoniakgehalte); - Eutrofiëring (stikstof, fosfor, chlorofyl en doorzicht); - Zouten (sulfaat en chloride). Voor deze thema's is voor 1987, 1992 en 1998 bepaald welk aandeel van de beoordeelde locaties voldoet aan de ENW-grenswaarden KWF -index Het beoordelen van de kwaliteit van oppervlaktewateren in Nederland kent een geschiedenis die nauw verweven is met ontwikkelingen in beleid. In de jaren zeventig was de aandacht vooral gericht op het terugdringen van de lozingen van afvalwater. In deze periode is het beoordelingsysteem KWF ontwikkeld (kwaliteitsindex voor wateren in Kennemerland en West Friesland). Dit systeem richt zich op de zuurstofhuishouding, het gehalte aan ammoniumstikstof en het gehalte aan fosfor. In de KWF zijn de uitkomsten van chemische bepalingen verwerkt tot een index (soort rapportcijfer). Dit ene cijfer is zowel de kracht als een zwakte van de KWF-index. De eenvoud van de index met de daarbij horende doorvertaling in begrippen zoals meer of minder verontreinigd water is zeker een voordeel. Belangrijke nadelen zijn dat het onduidelijk is wat de waarde van de index bepaald heeft, dat er geen onderscheid gemaakt wordt in de verschillende soorten oppervlaktewater en dat de index uitsluitend bepaald wordt op basis van fysischchemische bepalingen. Het KWF beoordelingsysteem zal in de toekomst niet meer worden toegepast. In deze rapportage is de index berekend om vergelijking met rapporten uite voorgaande jaren te vergemakkelijken STOWA Ecologische beoordelingssystemen Tussen 1986 en 1994 zijn de STOWA ecologische beoordelingssystemen ontwikkeld voor de vijf belangrijkste CUWVO watertypen (kanalen, meren en plassen, sloten, zand-, grind- en kleigaten en stromende wateren). De STOWA systemen zijn een beoordelingsmethodiek voor de toetsing van de ecologische normdoelstellingen, zoals geformuleerd in de verschillende IMP's Water. Het betreft diagnostische beoordelingssystemen op basis van zowel fysisch-chemische bepalingen als de samenstelling van verschillende biotische groepen. 13

14 Weelpolder bij het gemaaltje aan de Weelkade, monsterpunt

15 (vegetatie, macrofauna, fytoplankton en diatomeeën, afhankelijk van het watertype) (STOWA, 1993 en 1994). Veranderingen in het (a)biotisch milieu hebben na een bepaalde tijd hun effect op de levensgemeenschap in het watersysteem. De toetsingsresultaten die met de STOWA-systemen worden verkregen geven inzicht in het effect van milieufactoren op de samenstelling van levensgemeenschappen in het water. Voor de belangrijke milieufactoren (ook wel beïnvloedingsfactoren genoemd) heeft de STOWA-methode zogenaamde karakteristieken gedefinieerd, die per watertype kunnen verschillen. Een karakteristiek beschrijft het effect van een milieufactor (beïnvloedingsfactor) op het ecosysteem en wordt gekwantificeerd door diverse biotische en abiotische maatstaven. In de beoordelingssystemen worden de effecten beschreven van beïnvloedingsfactoren, zoals eutrofiëring, saprobiëring, verzilting, verzoeting en inrichting (zie ook de definities van begrippen achter in deze rapportage). De toetsingsresultaten van de STOWA-systemen geven aan hoe ver de gevonden toestand van een factor afwijkt van een minimaal door menselijk handelen beïnvloede referentietoestand. De mate van afwijking is in vijf niveaus verdeeld. Er is in de methode niet landelijk vastgesteld welk niveau vereist is voor de verschillende (sub)watertypen. Wel wordt genoemd dat de eisen die de algemene milieukwaliteit (=grenswaarde) stelt aan het aquatisch ecosysteem in de richting gaan van het middelste ecologische kwaliteitsniveau. In de rapportage Kwaliteit oppervlaktewateren Groot Geestmerambacht (1995) is een voorstel opgenomen voor de invulling van voorlopige vereiste niveaus, afhankelijk van de aan de wateren toegekende functies. Dit voorstel is in deze rapportage toegepast. Sloten Op basis van de samenstelling van water- en moerasplanten (macrofyten), macrofauna, epifytische diatomeeën (vastzittende kiezelwieren) en een aantal fysisch-chemische parameters, wordt het ecologisch niveau van de watergang bepaald (STOWA, 1993a). De belangrijkste beïnvloedingsfactoren voor sloten zijn: eutrofiëring, saprobiëring, verzilting en verzoeting, verzuring en alkalisering, toxiciteit, waterkwantiteitsbeheer en inrichting. Voor dit watertype vindt een indeling plaats in 5 ecologische niveaus, aan de hand van de volgende karakteristieken (zie ook definities van begrippen achter in deze rapportage): - zuurkarakter - brakkarakter - saprobie - trofie - beheer - waterchemie - permanentie - structuur - toxiciteit - variant-eigen karakter In Westfriesland komen drie type sloten voor die in het beoordelingssysteem worden onderscheiden: licht brakke-, klei-, veensloten. 15

16 Figur 3-1 Ligging van de monsterpunten, de locatie code en de verspreiding van de watertypen in Westfriesland Kilometers %U $T #Y $T #Y &V &V $T &\ &V %U Locatie98.shp &\ Brakke gaten of putten &V Zoete gaten of putten %U Zachte meren of plassen $T Kleikanalen #Y Licht brakke sloten Kleisloten Veensloten Wattyp.shp Zz Zilte polderwateren Zb Brakke polderwateren Zl Licht brakke polderwateren Zv Verzoetende polderwateren Br Binnenduinrandwateren Ba Kalkarme duinrellen Pk Polderwateren onder invloed van zoete kwel Pa Algemene polderwateren Dr Kalkrijke duinwateren Da Kalkarme duinwateren 16

17 Meren en plassen Voor meren en plassen vormen vijf hoofdtypen met bijbehorende periodiciteits- en successiepatronen en storingsvarianten het typologisch raamwerk van het beoordelingssysteem. In Westfriesland komt het hoofdtype zachte wateren voor. Op basis van de samenstelling van de macrofytengemeenschap, de samenstelling van het fytoplankton in de loop van het jaar en het chlorofyl-a gehalte wordt het ecologische kwaliteitsniveau van meren en plassen bepaald. Bij de interpretatie van de beoordeling kan gebruik worden gemaakt van drie aanvullende beoordelingspakketten voor nutriënten, verzuring en biotische interacties. Er zijn vijf ecologische kwaliteitsniveaus te onderscheiden. Kanalen In het beoordelingssysteem voor kanalen worden vijf typologische varianten onderscheiden: sterk brakke-, brakke-, klei-, zand- en veenkanalen. In Westfriesland zijn twee kleikanalen bemonsterd. Op basis van de samenstelling van de macrofyten, de macrofauna, de epifytische diatomeeën en het fytoplankton alsmede een aantal abiotische variabelen wordt het ecologische kwaliteitsniveau van kanalen bepaald. Als belangrijkste beïnvloedingsfactoren voor kanalen zijn onderscheiden eutrofiëring, saprobiëring, verzilting en verzoeting, waterkwantiteitsbeheer en inrichting. De beoordeling vindt plaats aan de hand van de volgende karakteristieken: - variant-eigen karakter; - saprobie; - trofie; - brakkarakter; - waterchemie; - habitatdiversiteit - beheer. Het laagste ecologische kwaliteitsniveau voor de karakteristieken waterchemie en habitatdiversiteit bepaald de uitkomst van de karakteristiek beheer. Er zijn vijf ecologische kwaliteitsniveaus te onderscheiden. Zand-, klei- en grindgaten De beoordeling van een zand-, grind- of kleigat vindt plaats op basis van gegevens over fytoplankton (algen), zoöplankton, epifytische diatomeeën (vastzittende kiezelwieren), macrofyten (vegetatie) en het abiotisch milieu (STOWA, 1994a). Als belangrijkste beïnvloedingsfactoren voor dit watertype zijn eutrofiëring, saprobiëring, verzilting en verzoeting, verzuring en alkalisering en inrichting onderscheiden. Voor zand-, grind- en kleigaten vindt beoordeling plaats aan de hand van de volgende karakteristieken: - trofie - saprobie - brakkarakter - zuurkarakter - habitatdiversiteit In Westfriesland komen zoete en brakke gaten of putten voor. 17

18 Figuur 3-2 Ligging van de monsterpunten, de locatie code en de verspreiding van de functies in Westfriesland Kilometers %U $T #Y $T #Y &V &V $T &\ &V %U Locatie98.shp &\ Brakke gaten of putten &V Zoete gaten of putten %U Zachte meren of plassen $T Kleikanalen #Y Licht brakke sloten Kleisloten Veensloten Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 18

19 3.1.4 Specifiek Ecologische Normdoelstellingen (SEND) In het tweede Waterhuishoudingsplan van de provincie Noord-Holland zijn ecologische normdoelstellingen gepresenteerd. Ecologische normdoelstellingen zijn "een samenhangend geheel van normen met betrekking tot de ecologische toestand van het oppervlaktewatersysteem". Deze normen zijn de randvoorwaarden voor de karakteristieke soorten organismen (met name vegetatie) van een watertype en zijn alleen opgesteld voor abiotische parameters. De achterliggende gedachte is dat wanneer aan de abiotische normdoelstellingen wordt voldaan er tevens wordt voldaan aan de randvoorwaarden die de karakteristieke levensgemeenschap stelt. Het moet dan voor de levensgemeenschap mogelijk zijn zich in het betreffende watertype voldoende te ontwikkelen. Toetsing wordt gedaan aan de hand van zomergemiddelden van de betreffende parameters. Beoordeling vindt plaats in 4 klassen, variërend van slecht tot goed. De SEND-systematiek is alleen toepasbaar in Noord-Holland. De SEND beoordelingen voor het voorliggende onderzoek van Westfriesland zijn uitgevoerd met de voor het tweede Waterhuishoudingsplan herziene versie van het SEND-stelsel Vergelijking toetsingresultaten Er zijn voor het onderzoek naar de oppervlaktewaterkwaliteit in Westfriesland dus vier verschillende beoordelingsmethoden toegepast. Twee daarvan differentiëren naar watertype of -soort; de STOWA-methoden en het SEND-stelsel. De wijze waarop gedifferentieerd wordt in deze beide ecologische beoordelingsmethoden is aanvullend ten opzichte van elkaar. De STOWA methode gaat uit van de morfologie van de watergang en factoren zoals geologische ondergrond, zuurgraad en zoutgehalte. Het SEND-stelsel differentieert naar verschillende soorten wateren in Noord-Holland op basis van watersamenstelling, processen en geografische ligging. Ook de toetsingsresultaten zijn verschillend. In principe geven zowel normtoetsing aan ENW-grenswaarden als KWF-index en toetsing met het SEND-stelsel uitsluitend aan of wel of niet wordt voldaan aan bepaalde normen. Voor interpretatie van deze resultaten moet altijd terug worden gegaan naar de basis van het beoordelingssysteem. De toetsingsresultaten verkregen met het STOWA-systeem daarentegen geven direct ook een richting aan in de beïnvloedingsfactor die bepalend is voor het toetsingsresultaat. Mede hierdoor zal in de toekomst gebruik worden gemaakt van de STOWA systemen aangevuld met beoordelingen op basis van het SEND-stelsel. De toetsingsresultaten van 1998 zijn vergeleken met de toetsingsresultaten van 1987 en Hierbij zijn alleen de locaties meegenomen waarvan over alle drie de onderzoeksjaren gegevens beschikbaar zijn. Vergelijking van de onderzoeksresultaten van de verschillende beoordelingsmethoden is slechts beperkt mogelijk. 3.2 Keuze van monsterpunten In de drie onderzoeksjaren verschilt het aantal onderzochte locaties zoals is weergegeven in Tabel 3-1. In deze tabel is ook per beoordelingsmethode aangegeven hoeveel locaties zijn meegenomen in de beoordeling. Bij de keuze van monsterpunten is uitgegaan van de doelstellingen van het onderzoek: bewaking, toetsing en signalering. De bemonstering werd daarom zo representatief mogelijk voor het gebied uitgevoerd. Bij de keuze van de monsterpunten is onder andere rekening gehouden met de functie van het gebied, het Noord Hollandse watertype, het STOWA watertype en de waterstaatkundige eenheden. De bemonstering is voornamelijk in het landelijk gebied uitgevoerd waarbij bijvoorbeeld locaties gekozen zijn die representatief zijn voor een gebied of die in een bepaalde invloedsfeer (bijv. in de stedelijke invloedsfeer) liggen. In Tabel 3-2 is de verdeling weergegeven van de monsterpunten in 1998 over de verschillende watertypen en over de verschillende functies. Hieruit blijkt dat meer dan de helft van de locaties in agrarisch gebied ligt en 75 procent van de locaties kleisloten zijn. In Figuur 3-1 en 3-2 is de geografische spreiding van de locaties over respectievelijk de watertypen en de functies weergegeven. 19

20 Zachte meren of plassen Brakke gaten of putten Zoete gaten of putten Kleikanalen Kleisloten Licht brakke sloten Veensloten Eindtotaal Tabel 3-1 Aantal onderzochte locaties en aantal gebruikte locaties per beoordelingsmethode Gemeenschappelijk Gegevens totaal ENW KWF STOWA NVT NVT 51 NVT SEND Tabel 3-2 Verdeling van monsterpunten over toegekende functies en watertypen Westfriesland, Functie NH Type NH Natuur Zv Verzoetende polderwateren Totaal Natuur Agrarisch / natuur) Pa Algemene polderwateren 1 1 Zv Verzoetende polderwateren Totaal Agrarisch / natuur Watergebonden Pa Algemene polderwateren recreatie / natuur Totaal Watergebonden recreatie / natuur Agrarisch Pa Algemene polderwateren Zv Verzoetende polderwateren Totaal Agrarisch Stedelijk Zv Verzoetende polderwateren 1 1 Totaal Stedelijk 1 1 Eindtotaal

21 3.3 Analyseprogramma Het analyseprogramma en de periode van onderzoek was in de drie onderzoeksjaren niet gelijk: 1987: april 1986 t/m maart 1987 (fysisch/chemisch, biologisch, water- en stof balansen) 1992: april 1991 t/m maart 1992 (alleen fysisch/chemisch onderzoek) 1998: februari 1997 t/m december 1998 (fysisch/chemisch en biologisch tbv ecologische beoordeling). Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de meetinspanning voor de voor toetsing aan grenswaarden ENW, KWF-index, STOWA-beoordeling en beoordeling volgens het SEND-stelsel (zie paragraaf 3.1.). Meetinspanning voor toetsing aan grenswaarden ENW Voor een selectie uit de M-lijst parameters van de Evaluatienota water zijn op alle locaties maandelijks metingen verricht van de parameters: totaal stikstof, fosfor, chlorofyl, doorzicht, sulfaat, chloride, zuurgraad, colibacteriën, zuurstof en ammoniak. Deze parameters zijn toe te delen aan de voor oppervlaktewaterkwaliteit belangrijkste aspecten: eutrofiëring, zouten en zuurstofhuishouding/saprobiëring. Overige parameters, zoals de stofgroepen zware metalen en bestrijdingsmiddelen zijn niet op alle locaties gemeten. Deze parameters zijn daarom verder niet in de rapportage opgenomen. Meetinspanning voor KWF-index Voor het berekenen van de KWF-index wordt 10 maal per jaar gemeten: biochemisch zuurstofverbruik (BZV), zuurstofverzadigingspercentage (ZVP), ammonium en fosfor. Meetinspanning voor STOWA beoordeling In Tabel 3-3 wordt voor de watertypen sloten, meren en plassen, zand-, grind- en kleigaten en kanalen de meetinspanning weergegeven van het onderzoek in Tabel 3-3 Meetinspanning voor STOWA beoordeling Watertype STOWA-variabele Frequentie Sloten Vegetatie 1x Diatomeeën (kiezelwieren) 1x Macrofauna 2x Trofiegraad en mate van saprobiëring, 4x Bicarbonaat, sulfaat, chloride, EGV, calcium 2x Meren en plassen Vegetatie 2x Fytoplankton 8x (P, N, Chlorofyl, Zicht, ph), 6x Zand-, grind- en kleigaten Vegetatie 2x Diatomeeën (kiezelwieren) 1x Fytoplankton 1x Trofiegraad en mate van saprobiëring, 4x kanalen Meetinspanning voor SEND Van de volgende parameters is het mei-september (zomer-)gemiddelde bepaald: zuurgraad (ph), magnesium, natrium, kalium, chloride, calcium, sulfaat, ammonium, nitraat en opgelost fosfaat. 21

22 Figuur 4-1 Toetsing aan grenswaarden ENW voor eutrofiëring voor Westfriesland Kilometers ENW 1998 Trofie = Niet gemeten = Niet vast te stellen = Voldoet aan grenswaarde = Voldoet niet aan grenswaarde 1 = Zicht 2 = Chlorofyl 3 = Fosfor 4 = Stikstof Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 22

23 4 TOETSINGSRESULTATEN FYSISCH CHEMISCH (ENW GRENSWAARDEN EN KWF- INDEX) In dit hoofdstuk worden de resultaten gepresenteerd van de toetsing van oppervlaktewaterkwaliteit aan de ENW-grenswaarden en de kwaliteitsindex voor wateren in Kennemerland en West Friesland (KWF-index). Voor een korte toelichting op deze beoordelingsmethoden wordt verwezen naar hoofdstuk 3. In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk worden de resultaten van de normtoetsing aan ENW-grenswaarden gepresenteerd en in paragraaf 4.2. die van de KWF-index. Op basis van de toetsingsresultaten van de KWF-index wordt in deze paragraaf nog nader ingegaan op de relatie tussen waterkwaliteit en de functietoekenning en/of het watertype. In paragraaf 4.3. wordt aandacht besteed aan de hoofdoorzaak van verontreiniging op basis van de KWF-index. 4.1 Resultaten normtoetsing oppervlaktewaterkwaliteit aan ENW-grenswaarden In Tabel 4-1 staan de resultaten van de toetsing aan de ENW-grenswaarden voor de jaren 1987, 1992 en Alleen de 34 locaties die in alle drie de jaren zijn bemonsterd zijn gebruik bij de beoordeling. Voor trends dient de tabel als indicatief te worden beschouwd omdat niet elk jaar op alle locaties alle parameters zijn gemeten. In de tabel staat bijvoorbeeld dat in 1998 nul procent van de locaties voldoet aan de grenswaarden voor stikstof, terwijl in dat jaar stikstof maar op drie van de 34 locaties is gemeten. Het percentage in de tabel is dus niet representatief voor het gehele gebied en niet te vergelijken met de voorgaande jaren. In Figuur 4-1 t/m 4-3 zijn de resultaten van 1998 per locatie weergegeven voor respectievelijk eutrofiëring, saprobiëring en zouten. In Tabel 4-2 is het percentage van de locaties die voldoen aan de grenswaarden weergegeven, verdeeld over de functies. Ook deze tabel is indicatief omdat het aantal locaties per functie gering is en niet alle parameters op elke locatie zijn gemeten. Toetsing aan de ENW-grenswaarden houdt geen rekening met de watertypologie. Voor brakke watertypen is het bijv. juist wenselijk dat het zoutgehalte hoger ligt dan de norm voor zouten. De overschrijding van de norm wordt echter bij de toetsing negatief beoordeeld. Tabel 4-1 Percentage locaties dat per parameter voldoet aan grenswaarde ENW Westfriesland 1987, 1992 en 1998 (n=34). thema saprobiëring/zuurstofhuishouding eutrofiëring zouten parameter O2 NH3-N Colibact ph Zicht P N Chlorofyl Cl SO ,0% 55,9% 100,0% 100,0% 47,1% 0,0% 11,8% 70,6% 64,7% ,9% 70,6% 100,0% 100,0% 52,9% 2,9% 26,5% 72,7% 61,8% 5,9% ,4% 76,5% 100,0% 73,5% 69,7% 2,9% (0,0)% 100,0% 79,4% 17,6% Op een groot deel van de 34 locaties is geen kjeldahl-stikstof en chlorofyl gemeten. Voor stikstof leidt dat ertoe dat er geen totaal-stikstof bepaald kan worden. Op de drie locaties waar stikstof is gemeten wordt niet voldaan aan de grenswaarde. De vijf locaties waar chlorofyl is gemeten voldoen aan de grenswaarde. Het zicht was bij vier sloten niet vast te stellen. De sloten zijn te ondiep, het zicht is dan tot op de bodem. In totaal zijn er zes locaties waar het zicht niet voldoet aan de grenswaarde. Drie van deze locaties liggen in het noordoosten van het beheergebied. Gedurende de drie onderzoeksjaren is het percentage locaties dat voldoet aan doorzicht en chlorofyl toegenomen. Op maar één locatie, recreatieplas de Weel bij Obdam, wordt voldaan aan de grenswaarden voor fosfor. Voor saprobiëring zijn de parameters zuurstof, ammoniak, colibacteriën en zuurgraad gemeten. Figuur 4-2 laat zien dat er in totaal acht locaties zijn die niet voldoen aan de grenswaarden voor zuurgraad. Zeven van deze locaties liggen in het oosten van het beheergebied en zijn aan de zure kant. In de voorgaande onderzoeksjaren voldeden alle locaties aan de grenswaarden voor de zuurgraad. Voor ammoniak voldoen negen locaties niet aan de grenswaarden, waarvan er zeven in het westen van het gebied liggen. 23

24 Figuur 4-2 Toetsing aan grenswaarden ENW voor saprobiëring/zuurstofhuishouding voor Westfriesland Kilometers ENW 1998 Saprobie = Niet gemeten = Niet vast te stellen = Voldoet aan grenswaarde = Voldoet niet aan grenswaarde 1 = Zuurstof 2 = Ammoniak 3 = Colibacteriën 4 = Zuurgraad Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 24

25 Het aantal locaties dat voldoet neemt gedurende de drie onderzoeksjaren toe. Voor zuurstof voldoen 22 van de 34 locaties niet aan de grenswaarden. Het aantal locaties dat aan de zuurstofnorm voldoet is zeer gering in gebieden met een agrarische functie. Colibacteriën zijn op vier locaties gemeten, alle vier locaties voldoen aan de grenswaarden. Recreatieplas De Weel bij Obdam (nr ) en recreatieplas `t Streekbos (nr ) voldoen aan alle grenswaarden voor saprobiëring. Figuur 4-3 laat zien dat vier locaties voor beide zouten voldoen aan de grenswaarden, deze liggen verspreid over het gebied. De overige locaties voldoen voor sulfaat niet aan de grenswaarden. Vijf locaties voldoen voor beide zouten niet aan de grenswaarden. Deze locaties liggen vooral aan de grens van het beheergebied. Het aantal locaties dat aan de grenswaarden voor zouten voldoet is toegenomen. Dit wijst op een verdere verzoeting van het gebied. Tabel 4-2 Procentuele verdeling van de locaties, die per parameter voldoen aan de grenswaarden ENW, over de verschillende functies in 1998 (de 34 gemeenschappelijke punten, percentages zijn betrokken op het aantal monsterpunten per functie met metingen, ** = slechts op enkele monsterpunten gemeten ) Agrarisch Agrarisch / natuur Watergebonden recreatie / natuur Natuur Aantal monsterpunten O2 12% 33% 100% 60% NH3 N 88% 67% 33% 80% Colibact. ** 100% 100% ph 65% 89% 67% 80% Zicht 59% 78% 100% 75% P 0% 0% 33% 0% N ** 0% 0% 0% Chlorofyl ** 100% 100% 100% Cl 76% 78% 67% 100% SO4 6% 22% 67% 20% Tabel 4-2 laat procentuele verdeling van de locaties die voldoen aan de grenswaarden verdeeld over de functies. Omdat het aantal locaties per functie gering is en niet op alle locaties alle parameters gemeten zijn, zijn er uit de tabel geen trends op te maken en geldt bovenstaande tabel als indicatief. 4.2 Toetsingsresultaten KWF-index In Tabel 4-3 worden de resultaten van de KWF-beoordeling weergegeven voor de jaren 1987, 1992 en Per onderzoeksjaar verschilt het aantal locaties waarvoor de KWFindex is berekend; in locaties, in locaties en in locaties. Tabel 4-3 Percentage locaties per klasse van KWF-index West Friesland op basis van de 33 gemeenschappelijke punten. klassekwf-index % 18% 36% 18% 6% 3% % 12% 36% 30% 9% 9% % 15% 27% 30% 21% 6% Volgens de KWF-index, is de waterkwaliteit gedurende de drie onderzoeksjaren verbeterd (tabel 4-3). Het aantal locaties dat in de klasse 0-4 valt is afgenomen van bijna twintig naar nul procent en het aantal locaties dat in de klasse 6-7 en/of 7-8 valt is toegenomen van bij elkaar opgeteld 24 tot iets meer dan 50 procent. 25

26 Figuur 4-3 Toetsing aan grenswaarden ENW voor zouten voor Westfriesland Kilometers 1 2 ENW 1998 Zouten = Niet gemeten = Niet vast te stellen = Voldoet aan grenswaarde = Voldoet niet aan grenswaarde Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 1 = Chloride 2 = Sulfaat 26

27 De zes klassen van de KWF-index kunnen vereenvoudigd worden tot drie gradaties van verontreiniging: niet verontreinigd (klasse 8-10); zeer licht tot matig verontreinigd (klassen 5-6, 6-7 en 7-8) en vrij sterk verontreinigd (klassen 0-4 en 4-5). In Figuur 4-4 wordt een indruk gegeven van de geografische spreiding van de mate van verontreiniging in het beheergebied van Waterschap Westfriesland in Zeven locaties zijn als slecht beoordeeld en twee locaties als goed, namelijk recreatieplas De Weel (nr ) en de Natte Cel ter hoogte van Bovenkarspel (nr ). De Weel voldeed ook aan de ENW-grenswaarden voor saprobiëring en eutrofiëring. 4.3 Bepalende variabelen voor KWF klassenindeling Toetsing op basis van de KWF-index geeft aan welke monsterpunten in welke mate verontreinigend zijn. In aanvulling hierop is het relevant om inzicht te hebben in de parameters die het meest verontreinigen. De KWF-index wordt bepaald op basis van de zuurstofhuishouding (zuurstof verzadigingspercentage en BZV-gehalte), het gehalte ammoniumstikstof (NH4-N) en het gehalte fosfor (P). In Tabel 4-4 wordt van de 33 gemeenschappelijke locaties tussen de onderzoeken in 1987, 1992 en 1998 het percentage weegegeven van de locaties in elk van de KWF-klassen, voor de afzonderlijke parameters waaruit de KWF-index wordt afgeleid. Er mag op basis hiervan wel afgeleid worden of één of meerdere van deze parameters een hoofdoorzaak is van verontreiniging, maar er mag niet geconcludeerd worden dat de andere parameters derhalve geen probleem zijn. Tabel 4-4 Belangrijkste soort verontreiniging op basis van de KWF-index (op basis van de 33 gemeenschappelijke monsterpunten in 1987, 1992 en 1998) Klasse Slecht Matig Goed Parameter Jaar BZV % 55% 0% % 45% 6% % 61% 18% ZVP % 42% 45% % 30% 67% % 27% 70% NH % 64% 3% % 48% 6% % 45% 6% P-tot % 21% 15% % 55% 21% % 58% 18% Uit Tabel 4-4 blijkt dat ammonium de enige parameter is die gedurende de drie onderzoeksjaren op meer locaties verontreinigend is geworden. In 1987 was op 33% van de locaties ammonium vrij sterk verontreinigend, in 1998 is het percentage opgelopen tot 48%. De drie andere parameters laten een verbetering zien. Het zuurstof verzadigingspercentage scoorde in 1987 al op 45% van de locaties goed, in 1998 is dit 70%. Voor fosfor is in 1992 ten opzichte van 1987 een verbetering te zien van slecht naar matig. Het percentage locaties waar fosfor sterk verontreinigen is, is afgenomen van 64% in 1987 naar 24% in In het laatste onderzoeksjaar is de score voor fosfor nagenoeg gelijk gebleven aan de score in BZV scoort in 1992 slechter dan in 1987 maar in 1998 is de situatie voor BZV verbeterd; ten opzichte van 1987 is in 1998 het aantal locaties waar fosfor sterk verontreinigend is afgenomen van 64 % naar 24%. In Tabel 4-5 is te zien dat meer dan de helft van de locaties met de functie agrarisch slecht scoort. Kijkend naar het watertype is te zien dat de helft van de locaties Verzoetende polderwateren slecht scoort. In 1998 is geen van de locaties sterk verontreinigd. 27

28 Figuur 4-4 Mate van verontreiniging op basis van de KWF-index, Westfriesland Kilometers KWF in 1998 Slecht Matig Goed Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 28

29 Watertypen (NH) Tabel 4-5 Verdeling van de resultaten van de toetsing aan KWF over watertypen en functies op basis van de 33 gemeenschappelijke monsterpunten in 1987, 1992 en Slecht Matig Goed Klasse Aantal Pa Algemene polderwateren 7 0% 0% 14% 43% 29% 14% Zv Verzoetende polderwateren 26 0% 19% 31% 27% 19% 4% Functies(NH) agrarisch 17 0% 18% 41% 24% 18% 0% agrarisch (nevenfunctie : natuur) 9 0% 22% 11% 44% 11% 11% natuur 4 0% 0% 25% 25% 50% 0% watergebonden recreatie (nevenfunctie: n 3 0% 0% 0% 33% 33% 33% 29

30 Figuur 5-1 Ecologische kwaliteit van sloten en zand-, klei- en grindgaten in Westfriesland 1998 op grond van de STOWA beoordeling Kilometers Slecht Gemiddeld Goed Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 30

31 5 TOETSINGSRESULTATEN ECOLOGISCHE BEOORDELING (STOWA EN SEND) In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van de ecologische beoordeling volgens de STOWA-methode en de SEND-methode. Voor een korte uiteenzetting van de methoden wordt verwezen naar hoofdstuk 3. De STOWA-methode is toegepast op drie watertypen; meren en plassen (1 locatie), sloten (41 locaties), zand-, klei-, en grindgaten (4 locaties) en kanalen (2 locaties). In 1998 is de STOWA-beoordelingsmethode voor het eerst toegepast in Westfriesland. De vergelijking met voorgaande jaren is dus alleen mogelijk op basis van de SEND-beoordelingsmethode. De beoordelingsresultaten van 32 locaties konden vergeleken worden met voorgaande jaren. In 1998 zijn in totaal 48 locaties met de Send-methode beoordeeld. 5.1 Ecologische kwaliteit oppervlaktewater volgens STOWA Meren en plassen In het gebied zijn maar twee wateren bemonsterd van het watertype meren en plassen. Een van deze wateren, de Groote Vliet (nr ) (zie Figuur 3-1), is niet met het STOWA beoordelingssysteem getoetst omdat onvoldoende meetgegevens ter beschikking stonden. De Nek bij Schellinkhout (nr ) is wel volgens de STOWA systematiek voor meren en plassen beoordeeld. De eindscore wordt bepaald voor drie onderdelen: vegetatie, chlorofyl-a concentratie en fytoplankton (zie paragraaf 3.1). Tabel 5-1 geeft de beoordelingsresultaten weer. Door het ontbreken van gegevens over de vegetatie en het doorzicht kon het ecologisch kwaliteitsniveau niet worden bepaald. Voor fytoplankton wordt middelste niveau of hoger gescoord. Uit aanvullende deeltoetsen bleek dat zomergemiddelde chlorofyl-a concentratie laag is en dat de locaties voor zowel stikstof als fosfor niet limiterend is. Tabel 5-1 Ecologische beoordeling van De Nek bij Schellinkhout (610004), watertype meren en plassen. parameter resultaat betekenis ecologische niveau vegetatie - ecologische niveau fytoplankton 3 middelste niveau of hoger ecologische kwaliteitsniveau - chlorofyl-a 31 mg/l laag (ENW norm is 100 mg/l) fosfor 3,5 mg/l geen P limitatie stikstof 3,1 mg/l geen N limitatie Sloten (en zand-, grind- en kleigaten) In Figuur 5-1 zijn de naar drie klassen vereenvoudigde resultaten weergegeven van de ecologische beoordeling volgens de STOWA-methode voor sloten en zand-, klei- en grindgaten in In Figuur 5-2 t/m 5-12 zijn de kwaliteitsniveaus van de afzonderlijke karakteristieken weergegeven. Op Figuur 5-2, 5-3, 5-9 en 5-10 staan zowel sloten als zand-, klei- en grindgaten. Op Figuur 5-11 staan alleen zand-, klei- en grindgaten en op de overige kaarten staan alleen sloten. Bij de beoordeling voor sloten zijn 41 locaties betrokken. In Westfriesland komen drie verschillende soorten sloten voor: licht brakke-, klei- en veensloten. In het algemeen wordt voor trofie (Figuur 5-2) het laagste en middelste niveau gescoord. Op twee locaties, de Ursemmerplas en het Streekbos wordt het beneden laagste niveau gescoord. Deze behoren tot de categorie zoete gaten en putten. Vergeleken met de score voor trofie is de score voor saprobie (Figuur 5-3) beter, meer locaties scoren middelste niveau en er komen geen locaties voor die beneden laagste niveau scoren. Recreatieplas De Leijen (nr ) scoort bijna hoogste niveau maar valt onder het watertype zoete gaten of putten. 31

32 Figuur 5-2 Ecologische kwaliteit sloten en zand-, klei- en grindgaten: Trofie Kilometers Trofie Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau N.v.t. Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 32

33 Bij variant-eigenkarakter (Figuur 5-4) wordt voor bijna alle locaties laagste niveau gescoord. Twee locaties scoren hoogste niveau en een locatie scoort middelste niveau. De Zandsloot in polder t Grootslag (670129) en bij de stuw in de Noorderkadijk, vlakbij Andijk (670110) die hoogste niveau scoren liggen in licht brakke sloten. De karakteristiek beheer (Figuur 5-5) voor sloten wordt beoordeeld op basis van de karakteristieken waterchemie, permanentie en structuur (Figuur 5-6 t/m 5-8). De laagste score van die drie karakteristieken is bepalend voor de score van beheer. Aan de rand van het gebied liggen vier locaties die voor de karakteristiek beheer beneden laagste niveau scoren. De overige locaties scoren laagste niveau en middelste niveau. De lage scores voor de karakteristiek beheer worden voornamelijk bepaald door de score voor de karakteristiek structuur. Voor structuur wordt niet hoger dan middelste niveau gescoord. De sloot bij de duiker in de Gruttoweide bij Wervershoof (nr , een kleisloot) scoort als enige locatie hoogste niveau. Deze score wordt bepaald door de karakteristiek permanentie, op deze locatie zijn de twee andere karakteristieken niet van toepassing. Voor permanentie wordt op de meeste locaties middelste niveau of hoogste niveau gescoord. Op vier locaties is laagste niveau gescoord. Voor de karakteristiek waterchemie wordt, op drie locaties na, middelste niveau of bijna hoogste niveau gescoord. Drie locaties scoren laagste niveau. De score voor zuurkarakter (Figuur 5-9) is goed, op vier locaties na scoren alle locaties hoogste niveau De score voor brakkarakter (Figuur 5-10) lijkt minder goed als voor zuurkarakter. Op twee locaties wordt het laagste niveau gescoord, maar een daarvan is recreatieplas de Leijen die onjuist in de categorie brakke gaten is beoordeeld. In het zuidoosten en zuidwesten van het beheergebied liggen een aantal locaties die bijna hoogste niveau en hoger scoren. Voor de voorlopige karakteristiek toxiciteit (Figuur 5-11) van sloten wordt middelste niveau en hoogste niveau gescoord. In het rapport Kwaliteit oppervlaktewateren Groot-Geestmerambacht (1995) zijn voor sloten de verschillende functies aan kwaliteitsniveaus voor STOWA beoordeling gekoppeld. Dit wordt weergegeven in Tabel 5-2. Tabel 5-2 Vereist ecologisch kwaliteitsniveau voor sloten, afhankelijk van de toegekende functie (uit Kwaliteit oppervlaktewateren Groot- Geestmerambacht, 1995) Toegekende functie WHP2 Natuur Agrarisch water met nevenfunctie natuur Agrarisch water Watergebonden recreatie met nevenfunctie natuur Stedelijk water Drinkwatervoorziening met nevenfunctie natuur Boezemwater Boezemwater met nevenfunctie natuur Vereist kwaliteitsniveau (STOWA ) V IV III IV III IV III IV De door de STOWA onderscheiden kwaliteitniveau s zijn: I. Beneden laagste kwaliteitsniveau [het slootecosysteem staat ver af van een ideale situatie, het wordt zeer sterk beïnvloed.] II. Laagste kwaliteitsniveau [er is sprake van een sterke beïnvloeding] III. Middelste kwaliteitsniveau [er is sprake van een matige beïnvloeding] IV. Bijna hoogste kwaliteitsniveau [er is sprake van een geringe beïnvloeding] V. Hoogste kwaliteitsniveau [het slootsysteem bevindt zich (voor de onderhavige karakteristiek) nabij een ideale toestand. Er is geen of nauwelijks sprake van beïnvloeding.] 33

34 Figuur 5-3 Ecologische kwaliteit sloten en zand-, klei- en grindgaten: Saprobie Kilometers Saprobie Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau N.v.t. Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 34

35 Figuur 5-4 Ecologische kwaliteit sloten: Variant-eigen karakter Kilometers Variant eigen karakter Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau N.v.t. Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 35

36 Figuur 5-5 Ecologische kwaliteit sloten: Beheer Kilometers Beheer Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau N.v.t. Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 36

37 Figuur 5-6 Ecologische kwaliteit sloten: Waterchemie Kilometers Waterchemie Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau N.v.t. Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 37

38 Figuur 5-7 Ecologische kwaliteit sloten: Permanentie Kilometers Permanentie Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau N.v.t. Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 38

39 Figuur 5-8 Ecologische kwaliteit sloten: Structuur Kilometers Structuur Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau N.v.t. Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 39

40 Figuur 5-9 Ecologische kwaliteit sloten: zuurkarakter Kilometers Zuur karakter Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau N.v.t. Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 40

41 Figuur 5-10 Ecologische kwaliteit sloten: brakkarakter Kilometers Brak karakter Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau N.v.t. Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 41

42 Figuur 5-11 Ecologische kwaliteit sloten: toxiciteit Kilometers Toxixiteit Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau N.v.t. Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 42

43 De meeste sloten voldoen aan de karakteristiek voor het brakkarakter, het zuurkarakter, de toxiciteit en de waterchemie (figuur 5-13a). Relatief veel sloten worden op het laagste niveau beoordeeld voor de karakteristiek beheer, trofie en varianteigen karakter. Ook voor structuur wordt relatief laag gescoord (60% van de sloten hebben laagste niveau of lager. Dit betekent dat op het gebied van inrichting en beheer en op het gebied van verontreiniging met voedingstoffen nog veel verbetering in de sloten kan worden bereikt. Ook bij een vergelijking met het gewenste niveau (fig. 5-13b), dat afhankelijk is van de functies die het water heeft, blijkt dat inrichting en beheer in belangrijke mate factoren zijn waardoor niet aan de eisen van de functies wordt voldaan. Hetzelfde geldt voor de trofie (mineralenverontreiniging), maar ook voor saprobie (verontreiniging met organische stof). Maatregelen zijn nodig om deze onderdelen van het watersysteem wel te laten voldoen aan de gestelde eisen. Figuur 5-13a Ecologische kwaliteitsniveau sloten per karakteristiek in Westfriesland 1998 (n=41) Brakkarakter Zuurkarakter Beheer Waterchemie Structuur P ermanentie Saprobie Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau Niet bepaald niveau Trofie Variant-eigen karakter Toxiciteit 0% 20% 40% 60% 80% 100% Locatie s 43

44 Figuur 5-13b Verschil tussen bereikt en gewenst ecologisch kwaliteitsniveau sloten per kakrakteristiek in Westfriesland 1998 (n=41) Brakkarakter Zuurkarakter Beheer Waterchemie Structuur Permanentie Saprobie Trofie Variant-eigen karakter Toxiciteit 0% 20% 40% 60% 80% 100% Locaties Bereikte niveau 4 niveaus lager dan vereist Bereikte niveau 3 niveaus lager dan vereist Bereikte niveau 2 niveaus lager dan vereist Bereikte niveau 1 niveau lager dan vereist Bereikte niveau gelijk aan vereist Bereikte niveau 1 niveau hoger dan vereist Bereikte niveau 2 niveaus hoger dan vereist Bereikte niveau 3 niveaus hoger dan vereist Zand-, klei- en grindgaten In Westfriesland komen drie zoete gaten of putten voor en één brak gat of put. Het zijn respectievelijk Recreatieplas De Weel bij Obdam, de Ursemmerplas, recreatieplas Het Streekbos en tot de tot het brakke type gerekende, Recreatieplas De Leijen (fig. 3-1). Voor de karakteristieken wordt wisselend gescoord. Trofie (Figuur 5-2) scoort laag en zuurkarakter (Figuur 5-9) scoort hoog. De twee locaties (Streekbos en Ursemmerplas) die voor trofie beneden laagste niveau scoren, scoren voor de karakteristiek saprobie (Figuur 5-3) laagste niveau. Figuur 5-14a geeft het resultaat weer van de beoordeling van zand-, klei- en grindgaten volgens STOWA. Figuur 5-14b geeft het resultaat weer van de toetsing van de eindscores van de STOWA-beoordeling aan het vereiste kwaliteitsniveau (zie Tabel 5-2). Voor trofie scoren alle vier de locaties beneden het vereist niveau. De Ursemmerplas scoort drie niveaus lager dan vereist. Voor de karakteristieken habitatdiversiteit en saprobie scoort de helft van de locaties beneden het gewenste niveau. De karakteristiek zuurkarakter voldoet op alle locaties aan het vereiste niveau Kanalen Twee kleikanalen zijn beoordeeeld volgens de ecologische beoordeling voor kanalen. In de figuur 5-15 is te zien dat de scores van de beide kanalen gelijk aan elkaar zijn: voor trofie, saprobie en beheer wordt laagste niveau gescoord, voor variant-eigen karakter middelste en brakkarakter scoort bijna hoogste niveau. 44

45 Figuur 5-14a Ecologische kwaliteitsniveau zand-, klei- en grindgaten per karakteristiek in Westfriesland 1998 (n=4) Brakkarakter Zuurkarakter Habitatdiversiteit Saprobie Beneden laagste niveau Laagste niveau Middelste niveau Bijna hoogste niveau Hoogste niveau Niet bepaald niveau Trofie 0% 20% 40% 60% 80% 100% Locaties Figuur 5-14b Verschil tussen bereikt en gewenst ecologisch kwaliteitsniveau zand-, klei- en grindgaten per kakrakteristiek in Westfriesland 1998 (n=4) Brakkarakter Zuurkarakter Habitatdiversiteit Saprobie Trofie 0% 20% 40% 60% 80% 100% Locaties Bereikte niveau 4 niveaus lager dan vereist Bereikte niveau 3 niveaus lager dan vereist Bereikte niveau 2 niveaus lager dan vereist Bereikte niveau 1 niveau lager dan vereist Bereikte niveau gelijk aan vereist Bereikte niveau 1 niveau hoger dan vereist Bereikte niveau 2 niveaus hoger dan vereist Bereikte niveau 3 niveaus hoger dan vereist 45

46 Tabel 5-3 Parameters die bepalend zijn geweest voor het eindoordeel SENDbeoordeling in 1998 Algemeen polderwater Verzoetende polderwateren Aantal monsterpunten dat niet voldoet Geleiding 8% Mg 12% Na 4% K 7% Cl 4% Ca 54% SO4 3% NH4 N 100% 85% NO3 N 91% 92% PO4 P 55% 74% 46

47 5.2 Ecologische beoordeling oppervlaktewater volgens SEND-methode Naast de STOWA-methode zijn de wateren in Westfriesland ook beoordeeld met de regionaal ontwikkelde Specifiek ecologische normdoelstellingen van de provincie Noord- Holland. In de SEND-systematiek zijn grenswaarden opgesteld voor verschillende watertypen waarbij ook rekening is gehouden met de verschillende functies die een water kan hebben. Doordat rekening wordt gehouden met de verschillende watertypen en functies kan, vergeleken met de ENW-beoordeling, een iets uitgebreider beeld worden verkregen van de waterkwaliteit. SEND-score en gewenste klasse In Figuur 5-16 is te zien dat op zes locaties na slecht wordt gescoord volgens de SEND-methode. De Recreatieplas De Weel, Het Streekbos en de Ursemmerplas scoren hoog. De Leijen valt echter onder het watertype Algemeen polderwater waarvoor alleen de score slecht of hoog mogelijk is. Naast de drie locaties die onder zoete gaten of putten vallen scoort ook de Groote Vliet hoog. In Figuur 5-17 is het aantal niveaus weergegeven dat beneden de gewenste klasse wordt gescoord. Alle locaties die drie niveaus te laag scoren (zwart) hebben de functie natuur, waaraan strengere eisen worden gesteld. De vijf locaties die drie niveaus te laag scoren liggen in het watertype Verzoetende polderwateren (fig. 5-17). De Nek bij Schellinkhout (610004) en De Kolk van Dussen (675601) scoren bij alle drie de onderzoeksjaren drie niveaus te laag (Figuur 5-17, 5-18 en 5-19). Over het algemeen kan over de drie onderzoeksjaren gezegd worden dat in 1992 de waterkwaliteit volgens de SENDsystematiek, waarschijnlijk onder invloed van de grote hoeeveelheid neerslag, verbeterde en in 1998 de waterkwaliteit weer gelijk is aan die van Bepalende parameters Het SEND-stelsel maakt gebruik van een aantal parameters om de waterkwaliteit te kunnen beoordelen. Tabel 5-3 geeft inzicht in welke parameters bepalend zijn geweest bij de behaalde klasse volgens de SEND-beoordelingsmethode. Alleen de locaties van 1998 waarvan de toetsing aan het gewenste niveau van het SEND-stelsel negatief was, zijn meegenomen (Provincie Noord-Holland, 1998). In de tabel staat per watertype en per parameter het percentage van de parameters die dezelfde klasse scoorden als het eindoordeel weergegeven. Te zien is dat met name de nutriënten bepalend zijn geweest voor het eindoordeel. Ammonium is, voor alle locaties die onder het watertype Algemeenpolderwater vallen, bepalend geweest voor het eindoordeel. Waarschijnlijk komt dit door uitspoeling vanuit de landbouw. Het beheergebied heeft een voornamelijk agrarische functie. Naast de nutriënten is ook calcium bij meer dan de helft van de locaties die onder het watertype Verzoetende polderwateren vallen bepalend geweest voor het eindoordeel. 47

48 Figuur 5.16 Ecologische kwaliteit Westfriesland 1998 volgens SEND-methode Kilometers Resultaten SEND 1998 Slecht Laag Midden Hoog Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 48

49 Figuur 5.17 Verhouding ecologische kwaliteit ten opzichte van gewenste ecologische kwaliteit in West Friesland 1998 volgens de SENDmethode Kilometers Resultaten SEND 1998, gemeenschappelijke punten 3 niveaus te laag 2 niveaus te laag 1 niveau te laag Voldoet Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 49

50 Figuur Verhouding ecologische kwaliteit ten opzichte van gewenste ecologische kwaliteit West Friesland 1992 volgens de SEND-methode Kilometers Resultaten SEND 1992, gemeenschappelijke punten 3 niveaus te laag 2 niveaus te laag 1 niveau te laag Voldoet Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 50

51 Figuur 5.19.Verhouding ecologische kwaliteit ten opzichte van gewenste ecologische kwaliteit West Friesland 1987 volgens de SEND-methode Kilometers Resultaten SEND 1987, gemeenschappelijke punten 3 niveaus te laag 2 niveaus te laag 1 niveau te laag Voldoet Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 51

52 De Kromme Leek bij Wervershoof, monsterpunt

53 6 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Resultaten normtoetsing aan grenswaarden ENW Met de toetsing aan de ENW grenswaarden is het water beoordeeld voor de thema s eutrofiëring, saprobiëring/zuurstofhuishouding en zouten. Volgens de ENW is de waterkwaliteit verbeterd voor het thema zouten en saprobiëring verslechtering zichtbaar voor zuurstof en zuurgraad. Voor eutrofiëring is er geen trend vast te stellen omdat niet alle parameters gemeten zijn, met name stikstof en chlorofyl zijn maar op een paar locaties gemeten. Daar waar deze parameters zijn gemeten voldoet over het algemeen stikstof niet en chlorofyl wel aan de grenswaarden. In recreatieplas De Weel bij Obdam wordt voldaan aan de grenswaarden voor fosfor. De Weel en Recreatieplas Het Streekbos voldoen aan de grenswaarden voor alle parameters (zuurstof, ammoniak colibacteriën en zuurgraad). In het oosten van het beheergebied liggen een aantal locaties die niet voldoen aan de grenswaarden voor zuurgraad en in het westen liggen locaties die niet voldoen aan de grenswaarden voor ammoniak. Voor zuurstof voldoet tweederde van de locaties in 1998 niet aan de grenswaarden. Het aantal locaties dat aan de grenswaarden voor zouten voldoet is in 1998 ten opzichte van 1987 toegenomen. Dit wijst op een verdere verzoeting van het gebied. Toetsingsresultaten oppervlaktewater KWF-index De KWF-index richt zich op de zuurstofhuishouding van het water, het gehalte aan ammoniumstikstof en het gehalte aan fosfor. Volgens de KWF-index is de waterkwaliteit gedurende de drie onderzoeksjaren verbeterd. Tachtig procent van de locaties zijn in 1998 nog steeds licht tot matig verontreinigd. Recreatieplas De Weel bij Obdam en Natte Cel bij de Esdoornlaan worden als goed beoordeeld. De Weel voldoet ook aan de ENW-grenswaarden voor saprobiëring en eutrofiëring. Wanneer wordt gekeken naar de belangrijkste soort verontreiniging dan blijkt dat ammonium de enige parameter is, die gedurende de drie onderzoeksjaren op een toenemend aantal locaties verontreinigend wordt. De overige parameters, BZV, ZVP en P-totaal, laten een verbetering zien. Als de resultaten van de ENW- en de KWF-beoordeling met elkaar worden vergeleken dan is te zien dat de zuurstofhuishouding volgen de ENW is verslechterd terwijl KWF een verbetering laat zien. De nutrientenhuishouding voldoet volgens beide beoordelingsmethoden nog niet aan de gewenste kwaliteit. Noch de ENW-toetsing noch de KWF-index houden rekening met het watertype en/of de toegekende waterhuishoudkundige functie van een water. Hierdoor laten deze twee beoordelingsmethoden voor bijvoorbeeld de zouten en minder genuanceerd beeld zien van de waterkwaliteit. Een overschrijding van de norm voor zouten in de brakke en zoute watertypen is wenselijk terwijl dit bij de ENW- en KWF-beoordelingen niet als positief wordt beschouwd. De beoordelingen volgens STOWA en SEND houden wel rekening met het watertype en de functie van een water. Toetsingsresultaten ecologische beoordeling STOWA In Westfriesland komen de watertypen meren en plassen, sloten, zand-, klei en grindgaten en kanalen voor, die met het bijbehorende ecologisch beoordelingssysteem van STOWA zijn getoetst. Voor het watertype meren en plassen is alleen het plasje De Nek bij Schellinkhout getoetst. Door het ontbreken van gegevens over vegetatie en doorzicht kon het volledige ecologische niveau niet bepaald worden. Voor fytoplankton wordt middelste niveau of hoger gescoord en het zomergemiddelde chlorofyl-a concentratie is laag. 53

54 54

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN GROOT-GEESTMERAMBACHT

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN GROOT-GEESTMERAMBACHT KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN GROOT-GEESTMERAMBACHT 1995 ONDERDEEL ROULEREND ONDERZOEK HOOGHEEMRAADSCHAP VAN UITWATERENDE SLUIZEN IN HOLLANDS NOORDERKWARTIER Zicht Chlorofyl Fosfor Stikstof Zuurstof Ammoniak

Nadere informatie

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN `HET LANGE ROND`

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN `HET LANGE ROND` KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN `HET LANGE ROND` 1996 ONDERDEEL ROULEREND ONDERZOEK HOOGHEEMRAADSCHAP VAN UITWATERENDE SLUIZEN IN HOLLANDS NOORDERKWARTIER Zicht Chlorofyl Fosfor Stikstof Zuurstof Ammoniak

Nadere informatie

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN DE WATERLANDEN

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN DE WATERLANDEN KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN DE WATERLANDEN 1997 ONDERDEEL ROULEREND ONDERZOEK HOOGHEEMRAADSCHAP VAN UITWATERENDE SLUIZEN IN HOLLANDS NOORDERKWARTIER 1 Cochlearia officinalis 2 SAMENVATTING Dit rapport

Nadere informatie

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen

Nadere informatie

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 1. Inleiding In het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland liggen 18 KRW-waterlichamen (zie figuur 1 op volgende pagina). Deze waterlichamen worden zowel

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Riegman & Starink. Consultancy

Riegman & Starink. Consultancy Riegman & Starink Consultancy Huidige vegetatie Knelpunt analyse Fysisch Chemisch Milieu Fysisch Chemisch Milieu Gewenste vegetatie -Voor alle KRW typen -Voor eigen gekozen plantengemeenschap Chemie 1

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

Factsheet: NL43_11 Bussloo

Factsheet: NL43_11 Bussloo Factsheet: NL43_11 Bussloo -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 Samenstellers Afdeling

Nadere informatie

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen... BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen

Nadere informatie

Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad

Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad Chemisch wateronderzoek 1 water leeft 2 Abio Chemisch wateronderzoek 2 Chemisch wateronderzoek 3 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren

Nadere informatie

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Overijssels Kanaal (Zwolle) De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten 21 3.12 KWALITEIT OPPERVLAKTEWATER P Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (2=1) 12 P landbouw N landbouw P huishoudens N huishoudens

Nadere informatie

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Steenwetering De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Wijstgronden Uden

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Wijstgronden Uden Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Wijstgronden Uden Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied

Nadere informatie

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Strabrechtse Heide

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Strabrechtse Heide Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Strabrechtse Heide Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied

Nadere informatie

5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN

5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN 1.Inleiding 5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN Waterorganismen zijn afhankelijk van de kwaliteit van hun leefmilieu. Deze kwaliteit wordt niet alleen bepaald door abiotische parameters, (ph, zoutgehalte, zuurstofgehalte,

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Hooibroeken

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Hooibroeken Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Hooibroeken Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied en

Nadere informatie

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Vlaamse MilieuMaatschappij www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Samenstellers Afdeling

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer Factsheet: NL33HM Hondshalstermeer -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord

Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord Thierry Warmoes - Afdeling Rapportering Water januari 2012 m.m.v. Bram Haspeslagh 1. Effect ingebruikname RWZI Brussel Noord 2. Beoordeling van

Nadere informatie

De meerwaarde: een casus. Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht

De meerwaarde: een casus. Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht De meerwaarde: een casus Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht Conclusies Wat is de meerwaarde van een systeemanalyse (ESF-analyse)? Diagnose: wat zijn de bepalende

Nadere informatie

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. 1 veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. verbeteren van chemische water kwaliteit verbeteren van de oever stabiliteit verbeteren van de ecologische kwaliteit 2 waarom aandacht voor NVO

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014 MENS Staat van Utrecht 204 Bodemsanering Hoeveel humane spoedlocaties zijn nog niet volledig gesaneerd? 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd Kaart (Humane spoedlocaties bodemverontreiniging

Nadere informatie

MWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen

MWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen MWW - Waternood-DAN - EKO Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen Maatregel Wijzer Waterbeheer Inleiding Implementatie van zowel WB21 als KRW vraagt om waterhuishoudkundige maatregelen Talrijke

Nadere informatie

Oppervlaktewater in Nederland

Oppervlaktewater in Nederland Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland heeft een grote verscheidenheid

Nadere informatie

Zesde Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2015. NVB Wageningen

Zesde Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2015. NVB Wageningen Zesde Landelijke Steekproef Zoutgehalte in Brood 2015 NVB Wageningen NVB Postbus 360 6700 AJ WAGENINGEN Referentie: KC-21417-ZsPr/JeSa/361010 Wageningen, 26 mei 2015 Rapport betreffende Zesde Landelijke

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077470 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING

Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING Noord-Zuidleiding De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek

Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen

Vermesting in meren en plassen Indicator 16 december 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en

Nadere informatie

Effecten van gebiedsvreemd water op aquatische ecosystemen. Responsie van biotische maatstaven deelproject Sloten

Effecten van gebiedsvreemd water op aquatische ecosystemen. Responsie van biotische maatstaven deelproject Sloten Effecten van gebiedsvreemd water op aquatische ecosystemen Responsie van biotische maatstaven deelproject Sloten E.T.H.M. Peeters & JJ.P. Gardeniers Vakgroep Waterkwaliteitsbeheer en Aquatische Oecologie

Nadere informatie

Factsheet: NL43_09. Naam: Toevoerkanaal

Factsheet: NL43_09. Naam: Toevoerkanaal Factsheet: NL43_09 Toevoerkanaal -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT

Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT Emmertochtsloot De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve

Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 14 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Aanleiding Aanleg natuurvriendelijke oevers belangrijk in waterbeheer Bij aanleg mist vaak de relatie met de

Nadere informatie

Naar een duurzaam beheer van het veenweidegebied. Piet-Jan Westendorp Aquatisch ecoloog Witteveen+Bos

Naar een duurzaam beheer van het veenweidegebied. Piet-Jan Westendorp Aquatisch ecoloog Witteveen+Bos Naar een duurzaam beheer van het veenweidegebied Piet-Jan Westendorp Aquatisch ecoloog Witteveen+Bos Inleiding Is een duurzaam beheer mogelijk? Nederland veenland Huidige toestand veenweidegebied Streefbeeld

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek

WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Chemisch wateronderzoek 1 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren en waterplanten. Biologisch leven in het water is afhankelijk van

Nadere informatie

2007/

2007/ venijssel www.overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Telefax 038 425 48 41 Uwkenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077462 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1

Nadere informatie

KRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking

KRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking KRWdoelen voor de overige wateren in NoordBrabant: een pragma:sche uitwerking Frank van Herpen (Royal HaskoningDHV), Marco Beers (waterschap Brabantse Delta), Ma>hijs ten Harkel en Doesjka Ertsen (provincie

Nadere informatie

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : September 2007.

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : September 2007. Drema Waterbehandeling BV Daltonstraat 16 3316 GD Dordrecht The Netherlands Tel: 0031 78 618 40 11 Fax:0031 78 618 77 80 www.drema.nl Onderzoek blauwalgen De Gouden Ham Rapportage : September 2007. Ten

Nadere informatie

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150 NL09_26 Basisgegevens Naam Code Status Type Stroomgebied Waterbeheergebied Provincie Gemeente Sloten Overbetuwe NL09_26 Kunstmatig M1a - Zoete sloten (gebufferd) Rijn-West Rivierenland Gelderland Neder-Betuwe,

Nadere informatie

Factsheet: NL43_13 Oude IJssel

Factsheet: NL43_13 Oude IJssel Factsheet: NL43_13 Oude IJssel -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Waterkwaliteit verbeteren!

Waterkwaliteit verbeteren! Waterkwaliteit verbeteren! Erwin Rebergen Beheerder grond- en oppervlaktewater 6 juni 2013 1 Onderwerpen Waarom spant zich in om de waterkwaliteit te verbeteren? Wat willen we bereiken? Hoe willen we een

Nadere informatie

Onderzoek bodem en waterkwaliteit herinrichting Veenoordkolk

Onderzoek bodem en waterkwaliteit herinrichting Veenoordkolk Onderzoek bodem en waterkwaliteit herinrichting Veenoordkolk Aanleiding Voordat de gebiedsontwikkeling rondom de Veenoordkolk en de Teugse kolk van start kan gaan, is inzicht nodig in de milieuhygiënische

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

1 1.2 Uitganspunten 1

1 1.2 Uitganspunten 1 INHOUDSOPGAVE INLEIDING 1 1.1 Aanleiding en doelstelling 1 1.2 Uitganspunten 1 MATERIAAL en METHODEN 3 2.1 Basismateriaal 3 2.2 Selectie van factoren en maatstaven 3 RESULTATEN 5 3.1 stroomsnelheid 6 3.2

Nadere informatie

Kaartenbijlage behorende bij het peilbesluit Nieuwegein Nieuwegein-West, Plettenburg en Oudegein

Kaartenbijlage behorende bij het peilbesluit Nieuwegein Nieuwegein-West, Plettenburg en Oudegein Kaartenbijlage behorende bij het peilbesluit Nieuwegein 2014 Nieuwegein-West, Plettenburg en Oudegein Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op woensdag 12 februari 2014 Kaartenbijlage behorende bij het

Nadere informatie

Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur?

Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur? Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur? Ralf Verdonschot 26 juni 2014 ralf.verdonschot@wur.nl Inhoud 1. Wat maakt de levensgemeenschap van brakke wateren waardevol? 2.

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2010 Indicator 14 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK. KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem. S. Janssen, S. Zierfuss 12.

Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK. KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem. S. Janssen, S. Zierfuss 12. Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem Auteurs S. Janssen, S. Zierfuss Registratienummer 12.55095 17-12-12 Versie Status definitief

Nadere informatie

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder Plangebied Kaart 1 Stichtse Ankeveense Plassen Spiegelplas Poldergrenzen grens Bos Bebouwing Huizenblok Hoofdwegen Regionale wegen e wegen polder Vecht Meeruiterdijkse polder IB2002 1 Kortenhoefse Plassen

Nadere informatie

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011

Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011 Ammonium in de Emissieregistratie?! Natuurlijke processen, antropogene bronnen en emissies in de ER Bert Bellert, Waterdienst Ammonium als stof ook in ER??: In kader welke prioritaire stoffen, probleemstoffen,

Nadere informatie

Bijlage 1: Kaarten Toelichtingen op de Kaarten

Bijlage 1: Kaarten Toelichtingen op de Kaarten Bijlage 1: Kaarten Toelichtingen op de Kaarten kaart 1: Geomorfologische kaart Schaal: 1:15.000 Bron: Alterra, 2008: Geomorfologische kaart van Nederland, 1:50.000, blad 26 W/O, Wageningen. Omschrijving:

Nadere informatie

Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna

Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inhoud Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inleiding Proef 1. Algemene bepalingen. Proef 2. Bepaling waterkwaliteit met behulp van kleine waterdieren (makrofauna). Verzameltabel voor alle resultaten.

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077479 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049

datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049 MEMO aan RVB van Ko Hage (TTE Consultants) datum 16 oktober 2018 onderwerp Beschikking Ernst en spoedeisendheid Opslagplaats afgewerkte olie, Volkel projectnummer C16049 Inleiding Ter plaatse van de voormalige

Nadere informatie

Biodiversiteit waterdieren opnieuw bekeken

Biodiversiteit waterdieren opnieuw bekeken Biodiversiteit waterdieren opnieuw bekeken Bart Schaub (Hoogheemraadschap van Rijnland), Reinder Torenbeek (Bureau Waardenburg), Arnold Osté (RPS) Het Hoogheemraadschap van Rijnland monitort sinds 2009

Nadere informatie

Commissie Integraal Waterbeheer. cuwo. werkgroep VI I. Landelijke Watersysteemrapportage 1996

Commissie Integraal Waterbeheer. cuwo. werkgroep VI I. Landelijke Watersysteemrapportage 1996 Commissie Integraal Waterbeheer cuwo werkgroep VI I Landelijke Watersysteemrapportage 1996 november 1996 Samenstelling: I. Brongers (RIZA) ir. E.J. de Jong (RIZA) ir. I.L. van Pelt (RIZA) ir..c. Swertz

Nadere informatie

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : Augustus 2007.

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : Augustus 2007. Drema Waterbehandeling BV Daltonstraat 16 3316 GD Dordrecht The Netherlands Tel: 0031 78 618 40 11 Fax:0031 78 618 77 80 www.drema.nl Onderzoek blauwalgen De Gouden Ham Rapportage : Augustus 2007. Ten

Nadere informatie

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is.

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is. Zaaknr. : 11.ZK56591 Kenmerk : 12IT002508 Barcode : *12IT002508* memo Van : Jaap Oosthoek Via : Hermen Keizer Aan : Steven Marijnissen Onderwerp : Toelaatbaarheid tijdelijke lozing effluent Nieuwveer op

Nadere informatie

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2016

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2016 Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2016 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2016 Samenstellers

Nadere informatie

Factsheet: NL36_OWM_018 Dommerswijk

Factsheet: NL36_OWM_018 Dommerswijk Factsheet: NL6_OWM_018 Dommerswijk De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Rijndelta is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden

Nadere informatie

Monitoring, maatlatten, toetsen en beoordelen: wat een toestand. Gert van Ee 15 februari 2017

Monitoring, maatlatten, toetsen en beoordelen: wat een toestand. Gert van Ee 15 februari 2017 Monitoring, maatlatten, toetsen en beoordelen: wat een toestand Gert van Ee 15 februari 2017 Roossloot Bergen NH, foto: Nico Jaarsma 2016 Indeling presentatie Monitoring en meetnetten HHNK Maatlatten,

Nadere informatie

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal)

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) LTO42 Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal) Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk,

Nadere informatie

Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Voor en nadelen voor de visstand. Joke Nijburg

Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Voor en nadelen voor de visstand. Joke Nijburg Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Joke Nijburg 1 Inhoud: Aanleiding Beleid Uitvoeringsmethodieken Voor- en nadelen visstand Praktijkvoorbeelden Conclusies 2 Aanleiding Waterkwaliteit

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3. Oppervlaktewater

HOOFDSTUK 3. Oppervlaktewater HOOFDSTUK 3 Oppervlaktewater Het oppervlaktewater in het Schelde-stroomgebied wordt ingedeeld in waterlichamen. Deze indeling is belangrijk, want voor ieder waterlichaam moeten doelstellingen geformuleerd

Nadere informatie

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek LTO42 Toets 5.1 Boek: Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk, Blz 321-324, Blz 328-332, Blz 336-345)

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Actualisatie Venegat. Archimedesweg 1 postadres: postbus AD Leiden telefoon (071) telefax (071)

Actualisatie Venegat. Archimedesweg 1 postadres: postbus AD Leiden telefoon (071) telefax (071) Actualisatie Venegat 2018 Archimedesweg 1 postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 telefax (071) 5 123 916 CORSA nummer: versie: definitief auteur: Piet van der Wee datum: april 2019

Nadere informatie

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0 ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL Westeinderplassen - Archimedesweg CORSA nummer: zie. postadres: versie: postbus auteur: Piet van der Wee AD Leiden oplage: telefoon () datum: i telefax () projectnummer: Hoogheemraadschap

Nadere informatie

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Piershil, voor het lozen van fosfor op het Spui. Zaaknummer RWSZ2016-00018059 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Integraal waterbeheer

Integraal waterbeheer lesdag onderwerp docent(en) Ochtend module 1: Waterkwantiteit & Middag module 2: Waterkwaliteit Lesdag 1 Ochtend - Integraal waterbeheer - Historisch perspectief - Modern waterbeheer, WB21 en KRW - Integrale

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Jaarverslag Water 2015

Jaarverslag Water 2015 Vlaanderen is milieu Jaarverslag Water 2015 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be \\\\\\ JAARVERSLAG WATER 2015 \\\\\ DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Jaarverslag water 2015 Samenstellers Afdeling Rapportering

Nadere informatie

BAGGERNUT. Leon van den Berg Moni Poelen Leon Lamers

BAGGERNUT. Leon van den Berg Moni Poelen Leon Lamers Leon van den Berg Moni Poelen Leon Lamers Arcadis B-ware Deltares Radboud Universiteit Nijmegen Waterschappen Witteveen en Bos Diverse deelprojecten: Radboud universiteit Nijmegen veldexperimenten

Nadere informatie

Aquatische ecologie. Module 1: Ecologische principes van watersystemen. Lesdag 1. drs. M. Maessen (Grontmij)

Aquatische ecologie. Module 1: Ecologische principes van watersystemen. Lesdag 1. drs. M. Maessen (Grontmij) lesdag onderwerp docent(en) Module 1: Ecologische principes van watersystemen Lesdag 1 Ochtend - Watersysteem - Van mondiaal tot lokaal - Kringlopen en balansen - Hydrologische kringloop - Relatie grondwater

Nadere informatie

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Instemming Dijkgraaf en Heemraden met ontwerp peilbesluit (voor

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Ex ante evaluatie PBL KRW Nummer: Bestuursstukken\1931 Agendapunt: 8 DB: Ja 31-8-2015 BPP: Ja 16-9-2015 FAZ: Ja 16-9-2015 VVSW: Ja 16-9-2015 AB: Ja 30-9-2015 Opsteller: Marie-Louise Meijer,

Nadere informatie

EVALUATIE WATERKWALITEIT HERSTELPROJECT WESTHOVE

EVALUATIE WATERKWALITEIT HERSTELPROJECT WESTHOVE EVALUATIE WATERKWALITEIT HERSTELPROJECT WESTHOVE in opdracht van: contactpersoon: Waterschap Zeeuwse Eilanden drs. A.W. Fortuin projectnummer: 14260500 omvang rapportage: 25 pagina s (excl. bijlagen) projectleider:

Nadere informatie

Factsheet: NL11_8_1 Tussenboezem Vinkeveen a

Factsheet: NL11_8_1 Tussenboezem Vinkeveen a Factsheet: NL11_8_1 Tussenboezem Vinkeveen a -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in

Nadere informatie

Erfafspoeling en groene zuivering

Erfafspoeling en groene zuivering Erfafspoeling en groene zuivering Meten, onderzoeken en praktische oplossingen René Gerritsen Medewerker Toezicht & Handhaving Inhoud presentatie Korte inleiding groene zuivering Wat is een groene zuivering?

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0005 Grondwater in diepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0005 Grondwater in diepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0005 -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van

Nadere informatie