Rode Lijst Vaatplanten 2012 volgens Nederlandse en IUCN-criteria

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rode Lijst Vaatplanten 2012 volgens Nederlandse en IUCN-criteria"

Transcriptie

1 Basisrapport Rode Lijst Vaatplanten 2012 volgens Nederlandse en IUCN-criteria Laurens Sparrius Baudewijn Odé Ruud Beringen FLORON rapport 57 0

2 1

3 Basisrapport Rode Lijst Vaatplanten 2012 volgens Nederlandse en IUCN-criteria Laurens Sparrius, Baudewijn Odé & Ruud Beringen FLORON, Nijmegen 2

4 Auteurs: Laurens Sparrius, Baudewijn Odé & Ruud Beringen Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken Begeleidingscommissie: Dick Bal, Arco van Strien, Leni Duistermaat en Eddy Weeda Foto omslag: Fritillaria meleagris (kievitsbloem), Ruud van der Meijden. Overige foto s: Adrie van Heerden en Baudewijn Odé. Dit rapport kan geciteerd worden als: L.B. Sparrius, B. Odé & R. Beringen, Basisrapport Rode Lijst Vaatplanten 2012 volgens Nederlandse en IUCN-criteria. FLORON Rapport 57. FLORON, Nijmegen. Contactpersoon/projectleider FLORON: Laurens Sparrius FLORON is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voorloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van FLORON; opdrachtgever vrijwaart FLORON voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. FLORON is een merknaam van Stichting RAVON, Nijmegen Copyright FLORON, 2014 Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en FLORON, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. 3

5 Inhoud Samenvatting...6 Summary Inleiding Achtergrond van de Rode Lijst Leeswijzer en verantwoording Begeleidingscommissie Dankwoord Methode ën en selectiecriteria voor de Rode Lijst Nederlandse criteria: Indeling op basis van trend en zeldzaamheid IUCN-criteria IUCN-categorieën voor regionale Rode Lijsten Indelingscriteria van de IUCN Basisgegevens Beschouwde en niet-beschouwde (onder)soorten Gegevensbronnen Nederlandse criteria: bepaling zeldzaamheid Nederlandse criteria: bepaling trend Toepassing van de IUCN-criteria IUCN-criteria: correcties voor regionale toepassing Rode Lijst volgens Nederlandse criteria Voorstel Rode Lijst Vaatplanten Vergelijking met de Rode Lijst Biotopen Verdwenen en teruggekomen soorten Nieuwe soorten op de Rode Lijst Soorten die niet meer op de Rode Lijst staan De meest bedreigde plantensoorten van Nederland Trends van plantensoorten in relatie tot ecologische indicatorwaarden Vaatplanten in internationaal perspectief Rode Lijst volgens IUCN-criteria Vergelijking tussen de Rode Lijsten volgens Nederlandse en IUCN-criteria Vergelijking met de Rode Lijsten van buurlanden en Europa Soorten van de Habitatrichtlijn en internationale verdragen Bedreigingen en maatregelen Bedreigingen Maatregelen Monitoring en evaluatie Literatuur Bijlagen Bijlage 1: Totale soortenlijst en uitkomsten toepassing Nederlandse criteria (Rode Lijst 2012) Bijlage 2: Reconstructie Rode Lijst Bijlage 3: Uitkomsten toepassing IUCN-criteria Bijlage 4: Overige soorten van de Standaardlijst van Nederlandse Vaatplanten

6 aantal soorten Samenvatting In dit rapport is een voorstel voor een herziene Rode Lijst Vaatplanten opgenomen. Wanneer het Ministerie van Economische Zaken deze lijst publiceert in de Staatscourant, zal daarmee de Rode Lijst van 2000 worden vervangen. In dit rapport wordt tevens een regionale Rode Lijst volgens de internationaal gebruikte criteria van de IUCN gepresenteerd, zodat de situatie in Nederland kan worden vergeleken met die in andere landen. Van de 1432 soorten die zich in ons land regelmatig voortplanten, is bepaald of ze volgens de Nederlandse criteria op de Rode Lijst moeten worden opgenomen. Daarvoor komen soorten in aanmerking die na 1900 zijn verdwenen of die bedreigd zijn. Deze laatste groep wordt in vier klassen onderverdeeld. In Figuur 1 is het resultaat zichtbaar. De Rode Lijst 2012 bestaat uit de volgende categorieën soorten: 37 Verdwenen uit Nederland 15 In het wild verdwenen uit Nederland 71 Ernstig bedreigd 116 Bedreigd 170 Kwetsbaar 121 Gevoelig De Rode Lijst 2012 omvat dus 530 soorten (37% van de beschouwde soorten). Van de overige soorten zijn er 895 Thans niet bedreigd en van 7 soorten zijn onvoldoende gegevens beschikbaar Gevoelig Kwetsbaar Bedreigd Ernstig bedreigd Verdwenen Figuur 1. Aantal soorten per Rode-Lijstcategorie in 2000 en Om de nieuwe Rode Lijst op een zuivere manier te vergelijken met de Rode Lijst 2000 is deze laatste gereconstrueerd door gebruik te maken van de huidige aangescherpte methode en met deels verbeterde informatie. De gereconstrueerde Rode Lijst 2000 bestaat uit 550 soorten (38% van de 1429 beschouwde soorten). Deze zijn als volgt over de categorieën verdeeld: 39 soorten Verdwenen 5

7 aantal soorten uit Nederland, 16 In het wild verdwenen uit Nederland, 101 Ernstig bedreigd, 135 Bedreigd, 140 Kwetsbaar en 119 Gevoelig. Van de overige soorten waren er 872 Thans niet bedreigd en van 7 soorten zijn onvoldoende gegevens beschikbaar. De Rode Lijst is dus iets korter geworden. Binnen de Rode Lijst is een verschuiving opgetreden van Ernstig bedreigd en Bedreigd naar Kwetsbaar. Volgens de IUCN-criteria, die voornamelijk de situatie in de laatste tien jaar in ogenschouw nemen, komen 693 soorten (48%) op de Regional Red List (figuur 2). Deze zijn als volgt verdeeld over de verschillende categorieën: 37 Regionally Extinct 15 Regionally Extinct in the Wild 51 Critically Endangered 89 Endangered 244 Vulnerable 253 Near Threatened 4 Data Deficient De overige 739 soorten zijn volgens de IUCN-criteria niet bedreigd en komen in de categorie Least Concern Data deficient Near Threatened Vulnerable Endangered Critically Endangered Regionally Extinct in the Wild Regionally Extinct Figuur 2: het aantal soorten per Rode-Lijstcategorie volgens de IUCN-criteria. De belangrijkste actuele oorzaken van achteruitgang van de Nederlandse vaatplanten in de afgelopen 60 jaar zijn verzuring, vermesting, verdroging en habitaerlies. 6

8 number of species Summary In this report, a proposal is published for a revised Red List of Vascular Plants. When the Dutch Ministry of Economic Affairs publishes this list in the government gazette, the Red List of 2000 will be replaced. This report also presents a Regional Red List following the internationally used criteria of the IUCN, so that the situation in the Netherlands can be compared with the situation in other countries. All 1432 species regularly reproducing in The Netherlands were assessed in order to decide whether they should be red listed according to the criteria of the Dutch government. The Red List includes species that became extinct after 1900 and species that are threatened. The threatened species are subdivided in four categories. The results are shown in Figure 3. The 2012 Red List of Vascular Plants includes the following numbers of species per category: 37 Extinct in The Netherlands 15 Extinct in the Wild in The Netherlands 71 Critically Endangered 116 Endangered 170 Vulnerable 121 Susceptible So the Red List 2012 comprises 530 species (37% of the assessed species). Of the remaining species 895 are Not Threatened at Present and 7 species are Data Deficient Susceptible Vulnerable Endangered Critically Endangered Extinct Figure 3. Number of taxa per Red List category for 2000 and To compare the new list properly with the previous one, the method currently in use was applied (partly with improved data) to the 2000 situation. The reconstructed 2000 Red List comprises 550 species (38% of the 1429 assessed species): 39 Extinct in The Netherlands, 16 Extinct in the Wild in 7

9 aantal soorten The Netherlands, 101 Critically Endangered, 136 Endangered, 139 Vulnerable and 119 Susceptible. The remaining 872 species are Not Threatened at Present. Seven species are Data Deficient. In 2012 less species were red listed than in Furthermore a shift has occured from Critically Endangered and Endangered to Vulnerable. According to IUCN criteria, which consider mainly the situation of the last ten years, 693 species (48%) are red listed (figure 4). The IUCN Regional Red List consists of the following numbers of species per category: 37 Regionally Extinct 15 Regionally Extinct in the Wild 51 Critically Endangered 89 Endangered 244 Vulnerable 253 Near Threatened 4 Data Deficient The other 739 species belong to Least Concern Data deficient Near Threatened Vulnerable Endangered Critically Endangered Regionally Extinct in the Wild Regionally Extinct Figure 4: number of species per Red List category according to IUCN criteria. The most important actual causes of threat for the Dutch vascular plants in the past 60 years are acidification, eutrophication, groundwater changes and habitat loss. 8

10 9

11 1 Inleiding 1.1 Achtergrond van de Rode Lijst Een Rode Lijst is een publicatie van de Rijksoverheid waarin wordt aangegeven hoe het met een bepaalde soortgroep gaat: welke soorten zijn bedreigd of zelfs verdwenen en welke niet? Bedreigde soorten vragen extra aandacht van beleid en beheer, zodat hun achteruitgang kan worden gestopt. Rode Lijsten worden vastgesteld op grond van de artikelen 1 en 3 van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa van 19 september 1979 (Verdrag van Bern). De lijsten worden opgenomen in een in de Staatscourant gepubliceerd besluit van de bewindspersoon die natuur in zijn portefeuille heeft (thans de staatssecretaris van Economische Zaken). Tot het moment van publicatie in dat besluit is een nieuw opgestelde Rode Lijst formeel een voorstel voor de Rode Lijst. Het streven is dat per soortgroep elke tien jaar een actuele Rode Lijst verschijnt. Dit basisrapport bevat een voorstel voor de Rode Lijst 2012, de opvolger van de Rode Lijst uit Omdat een nieuwe berekeningsmethode wordt gebruikt, gebaseerd op meer gegevens, is de Rode Lijst 2000 in dit basisrapport opnieuw berekend om een goede vergelijking te kunnen maken. Het Ministerie van Economische Zaken stimuleert de verschillende overheden en terreinbeherende organsiaties dat zij bij de bescherming en het beheer van gebieden rekening houden met de Rode- Lijstsoorten en dat zo nodig en zo mogelijk aanvullende soortgerichte maatregelen worden genomen. Rode Lijsten zijn een prima instrument om de vorderingen bij de natuur- en soortbescherming te toetsen en soortgroepen en landen onderling te vergelijken. Daartoe is het natuurlijk wel nodig dat de Rode Lijsten op dezelfde manier gemaakt worden. Binnen Nederland coördineert het Ministerie van Economische Zaken de Rode Lijsten voor alle betreffende soortgroepen. Dat maakt een goede onderlinge vergelijking mogelijk. Buiten Nederland is de methode van de IUCN (International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources) de meest gangbare. De IUCN-criteria zijn toegespitst op het inschatten van het uitsterfrisico van soorten. Indien meerdere landen voor een soortgroep een Rode Lijst maken volgens de IUCN-criteria, dan is het mogelijk de toestand van die soortgroep in de verschillende landen met elkaar te vergelijken. In dit rapport is daarom ook een Rode Lijst volgens de IUCN-criteria opgenomen. 1.2 Leeswijzer en verantwoording In hoofdstuk 2 wordt de methode voor het opstellen van de Rode Lijst volgens de Nederlandse criteria en volgens de IUCN-criteria gedetailleerd besproken. In hoofdstuk 3 wordt de Rode Lijst gepresenteerd, wordt een vergelijking gemaakt tussen de huidige en vorige Rode Lijst en worden de belangrijkste uitkomsten besproken (vanwege de omvang zijn het voorstel voor de Rode Lijst 2012 en de reconstructie van de Rode Lijst 2000 in respectievelijk de bijlagen 1 en 2 opgenomen). 1 Dit was de eerste officiële Rode Lijst. In 1990 heeft het Rijksherbarium een onofficiele Rode Lijst uitgegeven (Weeda et al., 1990). 10

12 De Rode Lijst volgens de IUCN-criteria wordt gepresenteerd in hoofdstuk 4. Er wordt een vergelijking gemaakt met omringende landen en met de status van de soorten die vallen onder de Europese Habitatrichtlijn en internationale verdragen. In hoofdstuk 5 worden de bedreigingen en maatregelen samengevat. In hoofdstuk 6 wordt aangegeven wat nodig is voor een toekomstige evaluatie van de Rode Lijst. In de bijlagen staan alle details van de Rode Lijsten volgens de Nederlandse en de IUCN-criteria. 1.3 Begeleidingscommissie De opstelling van het basisrapport is begeleid door een commissie die bestond uit Dick Bal (Ministerie van Economische Zaken; voorzitter, namens de opdrachtgever), Arco van Strien (CBS; deskundige meeetten en statistiek), Leni Duistermaat (NCB Naturalis; redacteur Heukels Flora) en Eddy Weeda (Alterra; vegetatie-ecoloog). De commissie is driemaal bijeengeweest en heeft daarnaast schriftelijk commentaar geleverd; Dick Bal heeft tevens geholpen bij de eindredactie. De opstellers zijn de leden zeer erkentelijk voor hun advies met betrekking tot de statistiek en de inhoud van dit rapport. 1.4 Dankwoord Het opstellen van deze Rode Lijst zou niet mogelijk geweest zijn zonder de inzet van een groot aantal mensen. In de afgelopen jaren heeft FLORON grote aantallen waarnemingen onangen van vele floristen, groene adviesbureaus en diverse overheidsinstanties. Speciale dank gaat uit naar de door de auteurs geraadpleegde experts van plantengroepen en FLORON-districtscoördinatoren, in het bijzonder Frits van Beusekom, Bert Blok, Egbert de Boer, Piet Bremer, Niko Buiten, Joke t Hart, Bas Kers, Mark Meijrink, Joep Spronk, Theo Muusse, Rob Plomp, Joop Schaminée, Nina Smits, Harry Waltje, Petra van der Wiel en Wim van Wijngaarden. Eddy Weeda (Alterra) heeft een substantiële bijdrage geleverd aan de herziening van de lijst met beschouwde en niet-beschouwde soorten en het maken van een schatting van de verspreiding van recent onderscheiden of verschenen soorten waarvan de verspreidingsgegevens in de databank nog onvolledig zijn. De databanken FLORIVON en FLORBASE, nu onderdeel van de Nationale Databank Flora en Fauna, waarop een groot deel van de berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd, werden mogelijk gemaakt door een groot aantal partijen. Bronhouders die ondertekenaars zijn van de FLORBASEsamenwerkingsovereenkomst zijn Naturalis Biodiversity Center / Nationaal Herbarium Nederland (tevens bronhouder FLORIVON), Provincie Groningen, Provincie Drenthe, Provincie Overijssel, Provincie Gelderland, Provincie Utrecht, Provincie Noord-Holland, Provincie Zuid-Holland, Provincie Zeeland, Provincie Noord-Brabant, Provincie Limburg, Stichting Floristisch Onderzoek Nederland, Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten. Andere bronhouders met een substantiële bijdrage aan FLORBASE zijn Werkgroep Florakartering Drenthe, Floristische Werkgroep Twente, Floristische Werkgroep KNNV Eindhoven, Natuurhistorisch Genootschap Limburg, Plantenstudiegroep Limburg, NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, Alterra, RIZA en NJN Nijmegen. Recent verzamelde waarnemingen in de Nationale Databank Flora en Fauna werden gecontroleerd door dertig validatoren, die met het beoordelen van ruim waarnemingen tijdens het voorbereidende werk aan deze Rode Lijst een grote prestatie hebben neergezet. 11

13 2 Methode Het voor het nationale natuurbeleid verantwoordelijke ministerie (thans Economische Zaken) hanteert een vaste set criteria voor het maken van Rode Lijsten, zoals deze eerder zijn opgesteld door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In internationaal verband worden de richtlijnen van de IUCN vaak gevolgd. In dit basisrapport worden beide methoden toegepast. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe deze criteria worden uitgewerkt en toegepast voor vaatplanten. 2.1 ën en selectiecriteria voor de Rode Lijst Rode-Lijstcategorieën De Rode Lijst bestaat uit acht categorieën; daarnaast zijn er drie categorieën die alleen in het basisrapport worden gepubliceerd. Samen zijn ze verdeeld over vier hoofdcategorieën, waarvan de eerste twee de Rode Lijst vormen: zie Tabel 1. In de tabel zijn ook de corresponderende categorieën van de IUCN opgenomen. Het Nederlandse systeem is overigens gebaseerd op een concept-indeling van de IUCN uit het begin van de jaren 1990; de naamgeving van de categorieën was toen deels anders. De invulling van de categorieën is niet precies vergelijkbaar. Soorten en ondersoorten De criteria worden toegepast op het laagste niveau dat in de internationale taxonomische literatuur wordt erkend: het niveau van de ondersoort (zie paragraaf voor meer details). Als een soort geen ondersoorten heeft (monotypisch is), worden de criteria op het sooriveau toegepast. De criteria worden dus niet toegepast op het niveau van variëteiten of (morfologisch niet onderscheidbare) deelpopulaties. Wanneer in dit rapport over soorten wordt gesproken, worden ook ondersoorten bedoeld. Tabel 1. Rode-Lijstcategorieën voor Nederland en daarmee corresponderende categorieën conform de IUCN (2001 & 2003). 2 Nederlandse categorieën IUCN-categorieën 1. Verdwenen UW Uitgestorven op wereldschaal EX Extinct UWW In het wild uitgestorven op wereldschaal EW Extinct in the Wild VN Verdwenen uit Nederland RE Regionally Extinct VNW In het wild verdwenen uit Nederland Bedreigd EB Ernstig bedreigd CR Critically Endangered BE Bedreigd EN Endangered KW Kwetsbaar VU Vulnerable GE Gevoelig NT Near Threatened 3. Thans niet bedreigd TNB Thans niet bedreigd LC Least Concern 4. Niet bekend OG Onvoldoende gegevens DD Data Deficient NB Niet beschouwd NE Not Evaluated NA Not Applicable 2 De categorieën UW en UWW bleken voor vaatplanten niet van toepassing te zijn. 12

14 2.2 Nederlandse criteria: indeling op basis van trend en zeldzaamheid Een soort is een Rode-Lijstsoort wanneer hij aan zowel het criterium trend als het criterium zeldzaamheid voldoet, of in hoge mate aan één van de twee criteria voldoet. De criteria worden zoveel mogelijk toegepast op zowel de verspreiding van de voortplantende individuen (v) als het aantal voortplantende individuen (n). Combineren van t en z met n en v leidt tot de volgende criteria: = trend in aantal voortplantende individuen (populatietrend); = trend in verspreiding van voortplantende individuen (verspreidingstrend); zn = zeldzaamheid op grond van het aantal voortplantende individuen; zv = zeldzaamheid op grond van de verspreiding van voortplantende individuen. Zie Tabel 2 voor de definiëring en verdeling in klassen. Tabel 2. Trend- en zeldzaamheidsklassen. Klasse Omschrijving Bepaling Trend 0/+ stabiel of afname in verspreiding of aantal voortplantende individuen sinds 1950 minder dan 25% toegenomen t matig afgenomen afname in verspreiding of aantal voortplantende individuen sinds tot bijna 50% tt sterk afgenomen afname in verspreiding of aantal voortplantende individuen sinds tot bijna 75% ttt zeer sterk afgenomen afname in verspreiding of aantal voortplantende individuen sinds tot bijna 100% tttt maximaal afgenomen afname in verspreiding of aantal voortplantende individuen sinds % Zeldzaamheid a algemeen actuele verspreiding minimaal 12,5% van de atlasblokken; of minimaal voortplantende individuen z vrij zeldzaam actuele verspreiding 5 tot bijna 12,5% van de atlasblokken; of voortplantende individuen zz zeldzaam actuele verspreiding 1 tot bijna 5% van de atlasblokken; of voortplantende individuen zzz zeer zeldzaam actuele verspreiding bijna 0 tot bijna 1% van de atlasblokken; of voortplantende individuen x afwezig actuele verspreiding 0% van de atlasblokken; of 0 voortplantende individuen 13

15 De verspreiding wordt uitgedrukt in een percentage van het oppervlak van Nederland. In principe wordt ervan uitgegaan dat dit 1674 atlasblokken van 5 x 5 km omvat (volgens een door de Topografische Dienst ingevoerde rasterverdeling). De klassen worden alsvolgt concreet ingevuld: x 0 atlasblokken zzz 1-16 atlasblokken zz atlasblokken z atlasblokken a 209 atlasblokken De trend- en zeldzaamheidsklassen leiden tot de Rode-Lijstcategorieën: zie Tabel 3. De zwaarste klasse van / en zv/zn bepaalt de Rode-Lijstcategorie. De zwaarste klasse voor de trend ( of ) bepaalt in combinatie met de zwaarste klasse voor de zeldzaamheid (zv of zn) de Rode-Lijstcategorie. De verschillende vakken in het schema zijn genummerd (bijvoorbeeld: BE-9). Daardoor is duidelijk op grond van welke combinatie van trend en zeldzaamheid een soort in een Rode-Lijstcategorie valt. De meeste Rode-Lijstcategorieën bestaan uit een combinatie van een negatieve trend en een bepaalde mate van zeldzaamheid. De trendklassen tt en ttt en de zeldzaamheidsklasse zzz voldoen echter in hoge mate aan respectievelijk het trend- en het zeldzaamheidscriterium: in die gevallen kan een soort al op de Rode Lijst komen vanwege óf de trend (GE-12, GE-16) óf de zeldzaamheid (GE-1). Tabel 3. Schematisch overzicht van de indeling in Rode-Lijstcategorieën op basis van het trend- en zeldzaamheidscriterium. Trend: percentage afname klasse (/) stabiel of toegenomen < 25% 0/+ matig afgenomen 25 - < 50% t sterk afgenomen 50 - < 75% tt zeer sterk afgenomen 75 - < 100% ttt 1 GE 5 KW 9 BE 13 EB 2 (TNB) 6 KW 10 BE 14 BE 3 (TNB) 7 KW 11 KW 15 KW maximaal afgenomen 100% tttt 17 VN Zeldzaamheid: klasse (zv/zn) X zzz zz z a op grond van de verspreiding (zv) op grond van het aantal individuen (zn) 4 (TNB) 8 (TNB) 12 GE 16 GE % atlasblokken 0 > 0 - < 1% 1 - < 5% 5 - < 12,5% 12,5% corresponderend aantal atlasblokken aantal individuen afwezig zeer vrij zeldzaam zeldzaam zeldzaam algemeen 14

16 De omschrijving van de categorieën is als volgt: Rode-Lijstsoorten: VN: verdwenen soorten: soorten die maximaal zijn afgenomen en nu afwezig zijn. EB: ernstig bedreigde soorten: soorten die zeer sterk zijn afgenomen en nu zeer zeldzaam zijn. BE: bedreigde soorten: soorten die sterk zijn afgenomen en nu zeldzaam tot zeer zeldzaam zijn en soorten die zeer sterk zijn afgenomen en nu zeldzaam zijn. KW: kwetsbare soorten: soorten die matig zijn afgenomen en nu vrij tot zeer zeldzaam zijn en soorten die sterk tot zeer sterk zijn afgenomen en nu vrij zeldzaam zijn; GE: gevoelige soorten: soorten die stabiel zijn of toegenomen, maar zeer zeldzaam zijn en soorten die sterk tot zeer sterk zijn afgenomen, maar nog algemeen zijn. Geen Rode-Lijstsoorten: TNB: thans niet bedreigde soorten: soorten die stabiel zijn of toegenomen en algemeen tot zeldzaam zijn en soorten die matig zijn afgenomen en algemeen zijn. OG: soorten die wel zijn beschouwd, maar door onvoldoende gegevens niet in één van de bovenstaande categorieën kunnen worden geplaatst 3 ; NB: niet beschouwde soorten (zie paragraaf 2.3.1). In bovenstaand overzicht is uit de hoofdcategorie 1. Verdwenen alleen VN opgenomen. Maar in bepaalde gevallen kunnen drie andere categorieën in aanmerking komen: VNW, UW en UWW. Alle vier voldoen ze aan vakje 17 uit het schema. Meestal leidt de combinatie van tttt en x tot VN, met de volgende uitzonderingen 4 : - VNW: de soort is in het wild verdwenen, maar er is wel in gevangenschap of in een tuin een voortplantende populatie (bestaande uit individuen die geschikt zijn voor herintroductie). - UW: de soort kwam niet buiten Nederland voor (endeem) en is verdwenen, waardoor hij op wereldschaal is uitgestorven. - UWW: de soort komt niet buiten Nederland voor (endeem) en is in het wild verdwenen, waardoor hij op wereldschaal in het wild is uitgestorven, maar er is wel in gevangenschap een voortplantende populatie (die geschikt is voor herintroductie). Nadere bepalingen Per soort of subgroep kan er gecorrigeerd worden voor het niet-geïnventariseerde deel van Nederland. Zie daarvoor de paragrafen en Voor het vaststellen van de zeldzaamheid in het heden 5 is het meestal noodzakelijk om de gegevens van meerdere jaren samen te voegen, afhankelijk van de volledigheid van de inventarisatie. Er moet daarbij een optimum worden gezocht tussen onderschatten (de periode is te kort voor een dekkende inventarisatie) en overschatten (als binnen de periode een significante afname heeft plaatsgevonden). Noodzakelijke correcties moeten daarbij worden toegepast; met name het naar beneden bijstellen van de zeldzaamheidsklasse als duidelijk is dat de soort actueel zeldzamer is dan uit de optelling van meerdere jaren blijkt. Zie voor de nadere invulling paragraaf De trend is van toepassing op de periode van 1950 tot aan het jaar voorafgaand aan de opstelling van (het voorstel voor) de Rode Lijst. Het jaar 1950 moet echter vrijwel altijd gereconstrueerd worden 3 Tot de categorie OG mag alleen worden besloten als er twijfel bestaat of de soort hetzij in TNB thuishoort, hetzij in VN t/m GE (dus of de soort op de Rode Lijst komt ). Bij twijfel tussen de verschillende Rode- Lijstcategorieën VN t/m GE moet zo goed mogelijk daaruit een categorie worden gekozen (in principe de minst zware, omdat de soort daar dan in ieder geval aan voldoet) OG is daarvoor dus niet bedoeld. 4 De categorieën UW en UWW bleken voor vaatplanten niet van toepassing te zijn. 5 Dat is: het jaar voorafgaand aan de opstelling van de Rode Lijst, dus in dit geval

17 aan de hand van gegevens over een langere periode. Die langere periode kan zich zowel voor als na 1950 uitstrekken. Net als bij de bepaling van de actuele zeldzaamheid is het nodig een optimum te zoeken tussen onderschatten en overschatten. Centraal staat dat de over een langere periode samengevoegde gegevens een zo goed mogelijk beeld geven van de situatie rond Zie voor de nadere invulling paragraaf De trend wordt in principe toegepast voor het aantal individuen en het aantal atlasblokken afzonderlijk. Wanneer alleen van een klein deel van de trendperiode de trend in aantallen individuen bekend is, is het onder voorwaarden mogelijk deze trend te koppelen aan een voorgaande verspreidingstrend. Voor de hoofdcategorie Verdwenen wordt ook de periode in beschouwing genomen. Immers: soorten die vóór 1950 zijn verdwenen, worden wèl tot de inheemse (of ingeburgerde) soorten gerekend, maar kunnen uiteraard niet gelden als Thans niet bedreigd en evenmin is er reden ze niet te beschouwen. Dit betekent concreet dat ook soorten die zich alleen vóór 1950 hebben voortgeplant, opgenomen worden in de hoofdcategorie Verdwenen (als ze voldoen aan de criteria voor regelmatige voortplanting). Tot de hoofdcategorie Verdwenen wordt pas besloten als een soort zich in de tien aaneengesloten jaren voorafgaand aan het heden niet meer (zonder hulp van de mens) regelmatig heeft voortgeplant. Dat betekent concreet dat een soort als Ernstig bedreigd op de Rode Lijst komt indien het eerste jaar waarin niet meer werd voortgeplant, minder dan tien jaar geleden is, ook al plant de soort zich actueel niet meer in Nederland voort. Anderzijds kan het voorkomen dat een soort zich actueel wèl voortplant, maar hij toch op de Rode Lijst als Verdwenen wordt opgenomen. Dat gebeurt namelijk als het onregelmatige voortplanten al aanving vóór het ingaan van de periode van tien jaar voorafgaand aan de opstelling van de Rode Lijst. De soort is dan immers al langer dan tien jaar onregelmatig aan het voortplanten en is dus verdwenen als regelmatige voortplanter. Van (her)vestiging is pas sprake als de soort zich (weer) gedraagt als regelmatige voortplanter. Dat wil zeggen: tien aaneengesloten jaren voortplanting door wilde individuen. 2.3 IUCN-criteria IUCN-categorieën voor regionale Rode Lijsten In deze paragraaf worden de IUCN-categorieën toegelicht (overgenomen uit: IUCN, 2001). Daarna wordt onder 'Regionale toepassing' een Nederlandse samenvatting gegeven en worden enkele extra categorieën voor regionale toepassing besproken. De in de tekst genoemde criteria A tot en met E staan in tabel 4. Extinct (EX) A taxon is Extinct when there is no reasonable doubt that the last individual has died. A taxon is presumed Extinct when exhaustive surveys in known and/or expected habitat, at appropriate times (diurnal, seasonal, annual), throughout its historic range have failed to record an individual. Surveys should be over a time frame appropriate to the taxon's life cycle and life form. Extinct in the Wild (EW) A taxon is Extinct in the Wild when it is known only to survive in cultivation, in captivity or as a naturalized population (or populations) well outside the past range. A taxon is presumed Extinct in the Wild when exhaustive surveys in known and/or expected habitat, at appropriate times (diurnal, 16

18 seasonal, annual), throughout its historic range have failed to record an individual. Surveys should be over a time frame appropriate to the taxon's life cycle and life form. Critically Endangered (CR) A taxon is Critically Endangered when the best available evidence indicates that it meets any of the criteria A to E for Critically Endangered and it is therefore considered to be facing an extremely high risk of extinction in the wild. Endangered (EN) A taxon is Endangered when the best available evidence indicates that it meets any of the criteria A to E for Endangered and it is therefore considered to be facing a very high risk of extinction in the wild. Vulnerable (VU) A taxon is Vulnerable when the best available evidence indicates that it meets any of the criteria A to E for Vulnerable and it is therefore considered to be facing a high risk of extinction in the wild. Near Threatened (NT) A taxon is Near Threatened when it has been evaluated against the criteria but does not qualify for Critically Endangered, Endangered or Vulnerable now, but is close to qualifying for, or is likely to qualify for, a threatened category in the near future. Least Concern (LC) A taxon is Least Concern when it has been evaluated against the criteria and does not qualify for Critically Endangered, Endangered, Vulnerable or Near Threatened. Widespread and abundant taxa are included in this category. Data Deficient (DD) A taxon is Data Deficient when there is inadequate information to make a direct, or indirect, assessment of its risk of extinction based on its distribution and/or population status. A taxon in this category may be well studied, and its biology well known, but appropriate data on abundance and/or distribution are lacking. Data Deficient is therefore not a category of threat. Listing of taxa in this category indicates that more information is required and acknowledges the possibility that future research will show that threatened classification is appropriate. It is important to make positive use of whatever data are available. In many cases great care should be exercised in choosing between DD and a threatened status. If the range of a taxon is suspected to be relatively circumscribed, and a considerable period of time has elapsed since the last record of the taxon, threatened status may well be justified. Not Evaluated (NE) A taxon is Not Evaluated when it has not yet been evaluated against the criteria. Regionale toepassing De IUCN-criteria zijn ontwikkeld voor gebruik op wereldschaal. Deze criteria kunnen niet zonder meer worden toegepast op nationaal niveau, aangezien het uitsterfrisico van regionale populaties vergroot of verkleind kan worden door uitwisseling met populaties in aangrenzende gebieden. Daarom heeft de IUCN richtlijnen ontwikkeld voor de toepassing van hun criteria op regionale schaal (IUCN, 2003) in aanvulling op de criteria op wereldschaal (IUCN, 2001; IUCN, 2010). Een nationale toepassing van de IUCN-criteria bestaat uit twee stappen: zie figuur 5. In de eerste stap (1) worden de IUCN-criteria toegepast op de nationale populatie (zie tabel 4 in de volgende paragraaf). De tweede stap (2a t/m 2g) bestaat uit het beoordelen van de mate waarin de kans op uitsterven van de nationale populatie wordt beïnvloed door populaties uit omringende landen waarmee de populatie 17

19 in contact staat. Indien nodig wordt de categorie verhoogd ('upgrade'; d.w.z.: een zwaardere categorie) of verlaagd ('downgrade'; d.w.z.: een lichtere categorie). Verhoging kan alleen plaatsvinden in geval de regionale populatie een 'sink' is (2d); daarmee wordt gedoeld op een populatie waarin de sterfte hoger is dan de reproductie, zodat de populatie alleen kan voortbestaan als er regelmatig immigratie plaatsvindt. Figuur 5: Toepassing van IUCN-criteria op regionale schaal (IUCN, 2003). Figuur 6: IUCN-categorieën voor regionale Rode Lijsten (IUCN, 2003). 18

20 Met uitzondering van RE en NA komen de categorieën overeen met die voor de toepassing op wereldschaal. De betekenis van de categorieën (zie figuur 6) is samengevat als volgt: Extinct: Extinct in the Wild: Regionally Extinct: Critically Endangered: Endangered: Vulnerable: Near Threatened: Least Concern: Data Deficient: Not Applicable: Not Evaluated: Soorten waarvan zeker is dat het laatste individu dood is. Soorten waarvan bekend is dat ze alleen overleven in gevangenschap of als een geïntroduceerde populatie (of populaties) buiten het historische areaal. Soorten waarvan zeker is dat het laatste individu dood is of is vertrokken uit de regio. Soorten die voldoen aan minimaal een van de criteria A-E voor Critically Endangered en daarom worden beschouwd als soorten met een extreem hoge kans om in het wild uit te sterven. Soorten die voldoen aan minimaal een van de criteria A-E voor Endangered en daarom worden beschouwd als soorten met een zeer hoge kans om in het wild uit te sterven. Soorten die voldoen aan minimaal een van de criteria A-E voor Vulnerable en daarom worden beschouwd als soorten met een hoge kans om in het wild uit te sterven. Soorten die op dit moment net niet kwalificeren voor de categorie Critically Endangered, Endangered of Vulnerable, als ook soorten waarvoor verwacht wordt dat ze in de nabije toekomst tot een van deze categorieën behoren. Soorten waarvoor de criteria zijn toegepast maar die niet kwalificeren als Critically Endangered, Endangered, Vulnerable of Near Threatened. Deze categorie omvat wijd verbreide en talrijke soorten. Soorten waarvoor niet voldoende informatie over verspreiding en/of aantallen voorhanden is om een goede afweging te maken van de kans op uitsterven. Soorten waarvoor de toepassing van regionale criteria niet mogelijk is (zie paragraaf 2.4.1). Soorten waarvoor de criteria (nog) niet zijn toegepast. Met uitzondering van Regionally Extinct en Not Applicable worden deze categorieën ook gebruikt voor de IUCN Global Red List (zie het overzicht aan het begin van deze paragraaf). De categorie Regionally Extinct in the Wild wordt in figuur 6 niet genoemd. Voor de Nederlandse Regional Red Lists is ervoor gekozen om deze categorie te onderscheiden van Regionally Extinct, naar analogie van het verschil tussen Extinct en Extinct in the Wild Indelingscriteria van de IUCN De indeling in IUCN-categorieën vindt plaats op basis van toepassing van vijf groepen van criteria: de hoofdcriteria A t/m E. In tabel 4 wordt toegelicht hoe die criteria leiden tot Critically Endangered, Endangered en Vulnerable (overgenomen uit: IUCN, 2010); op de Extinct-categorieën is in de vorige paragraaf al ingegaan. In tabel 5 is dit aangevuld met de Nederlandse interpretatie van Near Threatened. Een soort kan in bepaalde gevallen in meerdere categorieën vallen. De zwaarste categorie waarin een soort is ingedeeld, bepaalt de uiteindelijke status op de Regional Red List. 19

21 Tabel 4: Samenvatting van de vijf criteria (A-E) die gebruikt worden bij de beoordeling in welke categorie van bedreiging de soort valt (Critically Endangered, Endangered of Vulnerable). A. Population reduction Declines measured over the longer of 10 years or 3 generations Critically Endangered Endangered Vulnerable A1 90% 70% 50% A2, A3 & A4 80% 50% 30% A1. Population reduction observed, estimated, inferred, or suspected in the past where the causes of the reduction are clearly reversible AND understood AND ceased based on and specifying any of the following: (a) (b) (c) (d) (e) direct observation an index of abundance appropriate to the taxon a decline in area of occupancy, extent of occurrence and/or habitat quality actual or potential levels of exploitation effects of introduced taxa, hybridisation, pathogens, pollutants, competitors or parasites. A2. Population reduction observed, estimated, inferred, or suspected in the past where the causes of reduction may not have ceased OR may not be understood OR may not be reversible, based on (a) to (e) under A1. A3. Population reduction projected or suspected to be met in the future (up to a maximum of 100 years) based on (b) to (e) under A1. A4. An observed, estimated, inferred, projected or suspected population reduction (up to a maximum of 100 years) where the time period must include both the past and the future, and where the causes of reduction may not have ceased OR may not be understood OR may not be reversible, based on (a) to (e) under A1. B. Geographic range in the form of either B1 (extent of occurrence) OR B2 (area of occupancy) Critically Endangered Endangered Vulnerable B1. Extent of occurrence < 100 km² < 5,000 km² < 20,000 km² B2. Area of occupancy < 10 km² < 500 km² < 2,000 km² and 2 of the following 3: (a) Severely fragmented or number of locations = 1 = 2 5 = 6 10 (b) (c) Continuing decline in any of: (i) extent of occurrence; (ii) area of occupancy; (iii) area, extent and/or quality of habitat; (iv) number of locations or subpopulations; (v) number of mature individuals Extreme fluctuations in any of: (i) extent of occurrence; (ii) area of occupancy; (iii) number of locations or subpopulations; (iv) number of mature individuals 20

22 C. Small population size and decline Critically Endangered Endangered Vulnerable Number of mature individuals < 250 < 2,500 < 10,000 and either C1 or C2: C1. An estimated continuing decline of at least: 25% in 3 years or 1 generation 20% in 5 years or 2 generations 10% in 10 years or 3 generations up to a maximum of 100 years C2. A continuing decline and (a) and/or (b): a (i) number of mature individuals in largest sub-population: a (ii) or % individuals in one subpopulation < 50 < 250 < 1, % % 100% (b) extreme fluctuations in the number of mature individuals D. Very small or restricted population Critically Endangered Endangered Vulnerable Either: (1) number of mature individuals < 50 < 250 < 1,000 AND/OR (2) restricted area of occupancy - - area of occupancy < 20 km² or number of locations 5 6 E. Quantitative Analysis Critically Endangered Endangered Vulnerable Indicating the probability of extinction in the wild to be: 50% in 10 years or 3 generations (100 years maximum) 20% in 20 years or 5 generations (100 years maximum) 10% in 100 years De IUCN geeft voor de categorie Near Threatened (NT) geen kwantitatieve criteria, alleen de in paragraaf geciteerde kwalitatieve beschrijving. Voor de Nederlandse toepassing is dat (vanaf de Rode Lijst Vogels volgens IUCN-criteria; Hustings et al., 2004) alsnog ingevuld met kwantitatieve criteria (zie tabel 5). 6 Restricted area of occupancy or number of locations with a plausible future threat that could drive the taxon to CR or EX in a very short time. 21

23 Tabel 5: Kwantificering van de IUCN-categorie Near Threatened (NT). A % achteruitgang in de afgelopen 10 jaar of 3 generaties B2a/B2b < km 2 én (a) 10 locaties óf (b) voortdurende afname B2ab < km 2 én (a) 10 locaties én (b) voortdurende afname C1 < exemplaren én > 10% achteruitgang in 10 jaar of 3 generaties D exemplaren 2.4 Basisgegevens Beschouwde en niet-beschouwde (onder)soorten Alleen inheemse en ingeburgerde, regelmatig voortplantende soorten worden in beschouwing genomen. De (inter)nationale standaardliteratuur wordt gevolgd als het gaat om de vraag welke soorten en ondersoorten in Nederland daaraan voldoen. Dit betekent dat hybriden, variëteiten en cultivars niet in deze Rode Lijst beschouwd worden, met uitzondering van Circaea x intermedia (klein heksenkruid) en Potamogeton x angustifolius (gegolfd fonteinkruid), omdat deze zich als soort gedragen en voorplanten 7. Daarbij gelden de volgende soorten als inheemse en ingeburgerde, regelmatige voortplanters: - alle soorten die zich (met of zonder de hulp van de mens 8 ) zowel voor als na 1900 in Nederland hebben voortgeplant; - alle soorten die zich vanaf 1900 zonder hulp van de mens in Nederland gedurende minimaal tien aaneengesloten jaren hebben voortgeplant. Een soort wordt een 'regelmatig voortplantende soort genoemd als voortplanting in minimaal tien opeenvolgende jaren aannemelijk te maken is. Niet-beschouwde soorten De volgende categorieën blijven buiten beschouwing ( niet beschouwd ): - soorten die zich alleen vóór 1900 in ten minste tien aaneengesloten jaren hebben voortgeplant (zie Bijlage 4); - soorten die in Nederland nooit een regelmatige voortplanter zijn geweest; daartoe behoren dwaalgasten en regelmatige gasten (niet relevant bij vaatplanten); - van oorsprong uitheemse soorten ('adventieven') die nooit of pas na 1900 zijn ingeburgerd; - soorten die zich na 1900 voor het eerst, maar in minder dan tien aaneengesloten jaren hebben voortgeplant ('onregelmatige voortplanters'); daartoe behoren zowel de zogenoemde 7 Deze hybriden zijn ook opgenomen in de oorspronkelijke Rode Lijst Inheemse soorten hebben zich zonder hulp van de mens gevestigd, ingeburgerde soorten hebben daarbij hulp van de mens gekregen. 22

24 'onbestendige' soorten 9, als soorten die zich pas zeer recent (korter dan tien jaar geleden) hebben gevestigd. De IUCN-criteria die gebruikt worden voor het selecteren van te beschouwen voortplantende soorten zijn vergelijkbaar met de Nederlandse criteria. Tot de niet-beschouwde soorten, de categorie Not Applicable (NA), behoren met name geïntroduceerde soorten (exoten) en dwaalgasten. Alle soorten die zich voortplanten of hebben voortgeplant 10 mogen worden beoordeeld, tenzij er sprake is van onregelmatige voortplanting (alleen in bepaalde gunstige jaren) of in het geval de soort zich in een kolonisatiefase bevindt en minder dan tien aaneengesloten jaren zich heeft voortgeplant (IUCN, 2003). Het resultaat blijkt identiek te zijn aan de lijst die volgt uit de Nederlandse criteria voor te beschouwen soorten. Soortenlijst In basisrapporten voor Rode Lijsten is het gebruikelijk dat in deze paragraaf een tabel wordt opgenomen met alle soorten die na 1900 met zekerheid in Nederland zijn vastgesteld als inheems en ingeburgerd (volgens bovenstaande definitie). Vanwege het grote aantal soorten wordt echter verwezen naar Bijlage 1 en 2, waarin ook onregelmatige voortplanters zijn opgenomen. Voor het samenstellen van de soortenlijst vormde de Standaardlijst (Tamis et al., 2003) het startpunt 11. Daarnaast bleken in Heukels Flora (Van der Meijden, 2005) nog ruim 200 extra soorten te worden genoemd, maar de meeste soorten hiervan zijn al voor 1900 verdwenen, nietingeburgerd, onbestendig of recent nieuw gevonden en vallen daarom meestal in de categorie Niet Beschouwd. Soorten die in de vorige Rode Lijst (Van der Meijden et al., 2000) werden uitgesloten in de categorie soorten die bestreden worden, soorten met onvoldoende gegevens en twijfelachtige standaardlijstsoorten zijn opnieuw beoordeeld, hoewel de meeste soorten uiteindelijk niet beschouwd worden. Ook de lijst van niet-beschouwde soorten is herzien op basis van recentere inzichten en actuele gegevens. In Bijlage 4 worden de niet-beschouwde soorten genoemd, voor zover ze voorkomen op de Standaardlijst (Tamis et al., 2003), in het basisrapport voor de Rode Lijst 2000 (Van der Meijden et al., 2000) of recent in de belangstelling staan als invasieve exoot. Het betreft niet-inheemse en nietingeburgerde soorten en soorten die alleen voor 1900 in ons land voorkwamen. Deze lijst is niet volledig: het noemen van alle adventieven en ontsnapte tuinplanten zou voor dit basisrapport te ver voeren. Bij het samenstellen van de soortenlijst bleek dat meerdere soorten ten onrechte niet waren beschouwd voor de vorige Rode Lijst. Er zijn meerdere redenen om ze alsnog te beschouwen. Na 1900 nieuw gevonden soorten zijn beschouwd indien in de Standaardlijst 2003 is aangegeven dat ze zich vanuit omringende landen nieuw in Nederland hebben gevestigd. Soorten van niet-west- Europese oorsprong zijn beschouwd indien de soort in een buurland al voor 1900 ingeburgerd was en Nederland daarna op eigen kracht heeft bereikt, zoals Sisymbrium austriacum ssp. 9 Dit zijn soorten die nooit in tien aaneengesloten jaren in Nederland zijn waargenomen én waarvan de biologie en de bestaande waarnemingen het ook niet aannemelijk maken dat er tien aaneengesloten jaren voortplanting heeft plaatsgevonden. 10 Het is aan de beoordelaar om hiervoor een 'tijdvenster' te bepalen, maar het ligt niet in de rede om RE toe te passen als een soort reeds voor 1500 AD is verdwenen (IUCN, 2003). In Nederland heeft de Rode Lijst betrekking op de periode Daarbij zijn uiteraard net als bij de vorige Rode Lijst - de drie cultivars en de meeste hybriden niet overgenomen. 23

25 chrysanthemum. In beide gevallen mag worden aangenomen dat de soorten dan op eigen kracht Nederland bereikt hebben. Verder bleek dat sommige exoten al voor 1900 waren ingeburgerd. De volgende (onder)soorten zijn om deze redenen alsnog beschouwd: Aesculus hippocastanum, Ajuga pyramidalis, Alchemilla mollis, Allium carinatum, Alnus incana, Amaranthus albus, Amelanchier lamarckii, Angelica archangelica, Anthemis tinctoria, Apera interrupta, Azolla filiculoides, Brassica napus, Bunias orientalis, Callitriche brutia, Campanula latifolia, Centaurea stoebe, Cerastium brachypetalum, Clematis viticella, Coincya monensis, Corispermum intermedium, Coronopus didymus, Cotula coronopifolia, Crocus tommasinianus, Crocus vernus, Cuscuta lupuliformis, Erigeron annuus, Falcaria vulgaris, Fallopia japonica, Fallopia sachalinensis, Fumaria capreolata, Galinsoga parviflora, Galinsoga quadriradiata, Geranium lucidum, Geranium purpureum, Hesperis matronalis, Hieracium praealtum, Hippocrepis comosa, Lactuca virosa, Lamiastrum galeobdolon ssp. argentatum, Lolium multiflorum, Lupinus polyphyllus, Lycium barbarum, Lythrum hyssopifolia, Matteuccia struthiopteris, Medicago polymorpha, Mibora minima, Mimulus guttatus, Morella caroliniensis, Onobrychis viciifolia, Oxalis corniculata, Parentucellia viscosa, Parthenocissus inserta, Phytolacca americana, Poa chaixii, Quercus rubra, Ribes alpinum, Rorippa austriaca, Rosa majalis, Rubia tinctorum, Rudbeckia laciniata, Salsola tragus, Salvinia natans, Scilla bifolia, Scilla siberica, Scutellaria columnae, Sedum cepaea, Sisymbrium austriacum ssp. chrysanthemum, Sisymbrium loeselii, Smyrnium olusatrum, Solidago canadensis, Spartina anglica, Symphoricarpos albus, Tanacetum parthenium, Tragopogon dubius, Viburnum lantana, Vicia lutea, Viola tricolor, Vulpia ciliata ssp. ambigua, Vulpia fasciculata, Vulpia membranacea, Vulpia myuros en Xanthium strumarium. Trapa natans 12 wordt alsnog beschouwd, omdat de laatste vondst na 1900 bleek te zijn, terwijl de soort in de vorige Rode Lijst vermeld staat als reeds voor 1900 verdwenen. Aan de andere kant waren de volgende taxa juist ten onrechte beschouwd voor de vorige Rode Lijst: de soorten Bidens connata (ingeburgerd na 1900), Bidens frondosa (ingeburgerd na 1900), Hypericum canadense (ingeburgerd na 1900), Oenanthe pimpinelloides (veelal adventief of onbestendig), Prunus serotina (ingeburgerd rond 1900) en Senecio vernalis (ingeburgerd na 1900), de onterecht voor Nederland opgegeven ondersoort Trichophorum cespitosum ssp. cespitosum en de hybride x Calammophila baltica. Van deze taxa stonden Hypericum canadense, Oenanthe pimpinelloides en Trichophorum cespitosum ssp. cespitosum op de Rode Lijst. Ook verschillen in taxonomische opvattingen tussen de huidige en de vorige Rode Lijst hebben geleid tot een andere soortenlijst. Deze verschillen staan vermeld in voeoten in Bijlage 1. Het betreft onder andere de resultaten van de recente revisie van het geslacht Rosa (Bakker et al., 2011); deze resultaten zijn reeds in dit basisrapport overgenomen, omdat de redacteur van Heukels Flora deze revisie zal verwerken in de komende editie 13. Concreet gaat het om het opsplitsen van drie soorten: Rosa canina s.l. in R. balsamica, R.caesia, R. canina s.s., R. corymbifera, R. dumalis, R. subcanina en R. subcollina, Rosa rubiginosa s.l. in R. agrestis, R. henkeri-schulzei, R. inodora, R. micrantha en R. rubiginosa s.s., en Rosa villosa s.l. in R. pseudoscabriuscula, R. sherardii, R. tomentosa en R. villosa s.s.. Naamgeving Voor deze Rode Lijst hanteren we de naamgeving die gebruikt wordt in de 23 ste editie van Heukels Flora (Van der Meijden, 2005). De gebruikte klassificatie en soortsomschrijving in de sluit aan op de meest recente wetenschappelijke inzichten, het zogenoemde APG-II-systeem (Angiosperm Phylogeny Group, 2003). De bewerking van het geslacht Rosa heeft - naast de nieuwe namen voor gesplitste 12 Kortheidshalve worden hierna alleen de wetenschappelijke sooramen genoemd. Zie Bijlage 1 voor de Nederlandse namen. 13 Hoe in de komende editie zal worden omgegaan met andere taxonomische inzichtingen ten aanzien van bijvoorbeeld de geslachten Hieracium, Rubus of Taraxacum is momenteel nog niet duidelijk. 24

26 soorten - tot één extra naamswijziging geleid: duinroos heet nu Rosa spinossima (was R. pimpinellifolia) (Onder)soorten met onvoldoende gegevens De categorie Onvoldoende gegevens (OG) wordt gebruikt voor enkele (onder)soorten die op basis van de waarnemingen zeer zeldzaam lijken, maar veel over het hoofd worden gezien of pas in de laatste editie van Heukels Flora zijn opgenomen. Het is dus niet zeker of ze tot de categorie GE-1 behoren. Het is niet mogelijk om een schatting van de historische verspreiding en de trend te maken, omdat van deze soorten geen of slechts enkele meldingen bekend zijn van voor Het is niet uit te sluiten dat ze zijn afgenomen en - in combinatie met het waarschijnlijk (vrij) zeldzame voorkomen - op de Rode Lijst zouden moeten komen. Dit is het geval bij Arrhenatherum elatius ssp. bulbosum, Atriplex longipes, Bromus lepidus, Carex ligerica, Carex reichenbachii, Cerastium glutinosum en Convolvulus silvatica.. Voor deze soorten is de zeldzaamheid in Bijlage 1 en 2 weergegeven als zzz-zz, gebaseerd op het huidige (onvolledig bekende) aantal atlasblokken met uitloop naar één hogere zeldzaamheidsklasse. De trend is weergegeven als? (onbekend). Houtige gewassen De laatste jaren is er toenemende aandacht voor de 'autochtone herkomst' van met name houtige gewassen, omdat veel van de soorten die in Nederland zijn aangeplant, zijn gekweekt uit zaden van buitenlandse afkomst. Het betreft in die gevallen wel dezelfde (onder)soort, maar er zijn toch genetische afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke populaties. Omdat het dan gaat om variatie onder het niveau van de (onder)soort, is aan dit aspect voorbijgegaan bij het samenstellen van de Rode Lijst. Dat neemt niet weg dat het een goede zaak is dat steeds vaker van autochtoon plantmateriaal gebruik wordt gemaakt bij de aanleg van beplantingen, verjonging van bossen en inzaai van bermen en dijken (Maes, 2006). Bij de vorige Rode Lijst (Van der Meijden et al., 2000) werden sommige aangeplante houtige gewassen niet opgenomen omdat er in de periode weinig aandacht voor deze soorten was bij florakarteringen. Om die reden zullen met name algemene bomen en struiken een sterk positieve trend laten zien, die deels door de wijze van kartering en deels door de sterke toename van bos en van laanbeplanting te verklaren is. Wel zijn verspreidingsgegevens van aanplant en van cultivars zoveel mogelijk buiten de berekeningen gelaten, en betreft het grootste deel van de gebruikte gegevens dus wilde of verwilderde exemplaren. Soorten die voornamelijk aangeplant voorkomen en die niet of nauwelijks verwilderen, zoals Abies alba, zijn volledig buiten beschouwing gelaten. Aantallen beschouwde en niet-beschouwde soorten In totaal worden 1432 soorten en ondersoorten voor de Rode Lijst 2012 beschouwd (zie Bijlage 1). Wanneer taxa op het niveau van ondersoort zijn onderscheiden, dan wordt het soortsniveau niet in beschouwing genomen. Tot de niet-beschouwde soorten behoren 7 soorten die zich pas na 2001 in ons land hebben gevestigd (OV-1), 13 soorten die zich nooit langer dan tien jaar achtereen in ons land hebben voortgeplant (OV-2) en 12 soorten die al voor 1900 zijn verdwenen. Daarnaast zijn er talloze exoten niet beschouwd, waarvan er 146 in Bijlage 4 zijn genoemd Gegevensbronnen Nationale Databank Flora en Fauna, FLORIVON en FLORBASE Voor het berekenen van de Rode Lijst 2012 en het herberekenen van de Rode Lijst 2000 zijn gegevens uit drie perioden in beschouwing genomen. Voor beide Rode Lijsten wordt een vergelijking gemaakt met de situatie in Bij de berekeningen is gebruik gemaakt van gevalideerde waarnemingen uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Voor de situatie in 1950 is gebruik gemaakt van een bewerkte versie van het deelbestand FLORIVON (Kloosterman & Van der Meijden, 1994), waarin voor elke soort per uurhok de aanwezigheid in de periode is aangegeven. De recente zeldzaamheid en trend zijn bepaald aan de hand van gegevens uit de periode

27 (deelbestand FLORBASE 2N), aangevuld met gegevens van diverse NDFF-bronhouders en invoerportalen (telmee.nl, waarneming.nl) tot en met Voor de Rode Lijst 2000 zijn hiervan gegevens uit de periode gebruikt, voor de Rode Lijst 2012 gegevens uit de periode In die laatste periode is door FLORON een aantal waarnemingsprojecten uitgevoerd, gericht op een betere dekking en actualisatie van verspreidingsgegevens: het wittegebiedenproject, de inventarisatie van selectiehokken om tot een betere spreiding van waarnemingen te komen, het bijzondere soortenproject en het Rode-Lijstproject gericht op het herbezoeken van vindplaatsen van zeldzamere soorten. Per Rode Lijstperiode zijn gegevens geaggregeerd tot unieke soort-atlasblokcombinaties. Op basis van deze dataset zijn de berekeningen gemaakt. Voor de IUCN-criteria zijn ook recente gegevens op het detailniveau van kilometerhok in beschouwing genomen voor de (zeer) zeldzame soorten. Tabel 6. Kentallen over de databestanden FLORIVON ( ) en FLORBASE ( ). Het aantal atlasblokken in 2012 is hoger dan het in de criteria (paragraaf 2.2) genoemde aantal van 1674, omdat recent meer waarnemingen zijn gedaan van soorten als zeegras en waarnemingen in atlasblokken die voor het overgrote deel in het buitenland of in zee liggen. Periode Soort-kmhokcombinaties Soortatlasblokcombinaties (Onder) soorten Atlasblokken met gegevens Km-hokken met gegevens Figuur 7: Frequentiediagram waarin het aantal soorten per atlasblok wordt getoond. Het aantal atlasblokken bedraagt gemiddeld 1660 (Tabel 6). In de loop van de tijd zijn de atlasblokken steeds intensiever en efficiënter onderzocht. 26

Basisrapport. Rode Lijst Libellen volgens Nederlandse en IUCN-criteria

Basisrapport. Rode Lijst Libellen volgens Nederlandse en IUCN-criteria Basisrapport Rode Lijst Libellen volgens Nederlandse en IUCN-criteria Basisrapport Rode Lijst Libellen volgens Nederlandse en IUCN-criteria De Vlinderstichting 2011 / Basisrapport Rode Lijst Libellen 2

Nadere informatie

Basisrapport voor de Rode Lijst Zoogdieren volgens Nederlandse en IUCN-criteria

Basisrapport voor de Rode Lijst Zoogdieren volgens Nederlandse en IUCN-criteria Basisrapport voor de Rode Lijst Zoogdieren volgens Nederlandse en IUCN-criteria Zoogdiervereniging VZZ Auteur: Zoogdiervereniging VZZ Rapport nr.: 2006.027 ISBN nummer 90-73162-80-7 Datum uitgave: december

Nadere informatie

Basisrapport voor de Rode Lijst Zoogdieren volgens Nederlandse en IUCN-criteria. Zoogdiervereniging VZZ

Basisrapport voor de Rode Lijst Zoogdieren volgens Nederlandse en IUCN-criteria. Zoogdiervereniging VZZ Basisrapport voor de Rode Lijst Zoogdieren volgens Nederlandse en IUCN-criteria Zoogdiervereniging VZZ Auteur: Zoogdiervereniging VZZ Rapport nr.: 2006.027 ISBN nummer 90-73162-80-7 Datum uitgave: december

Nadere informatie

Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen

Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen André Aptroot, Kok van Herk & Laurens Sparrius BLWG-rapport 12 (december 2011) ISSN: 1571-5108 1 2 Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen André Aptroot,

Nadere informatie

Rode Lijsten Amfibieën en Reptielen

Rode Lijsten Amfibieën en Reptielen Basisrapport Rode Lijsten Amfibieën en Reptielen volgens Nederlandse en IUCN-criteria REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Basisrapport Rode Lijst Amfibieën en Reptielen volgens Nederlandse

Nadere informatie

Basisrapport voor de Rode Lijst Mossen 2012

Basisrapport voor de Rode Lijst Mossen 2012 Basisrapport voor de Rode Lijst Mossen 2012 Henk Siebel, Rienk-Jan Bijlsma & Laurens Sparrius BLWG-rapport 14 (maart 2013) ISSN: 1571-5108 1 2 Basisrapport voor de Rode Lijst Mossen 2012 Henk Siebel, Rienk-Jan

Nadere informatie

Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN-criteria

Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN-criteria SOVON Vogelonderzoek Nederland Rijksstraatweg 178 6573 DG Beek-Ubbergen T (024) 684 81 11 F (024) 684 81 22 E info@sovon.nl I www.sovon.nl Rode Lijsten zijn een internationaal toegepast middel om de aandacht

Nadere informatie

Basisrapport Rode Lijst Libellen 2011 volgens Nederlandse en IUCN-criteria

Basisrapport Rode Lijst Libellen 2011 volgens Nederlandse en IUCN-criteria Basisrapport Rode Lijst Libellen 2011 volgens Nederlandse en IUCN-criteria T. Termaat & V. J. Kalkman INHOUD Samenvatting 76 1. Inleiding 79 2. Methode 81 3. Rode Lijst volgens Nederlandse criteria 107

Nadere informatie

Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen

Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen André Aptroot, Kok van Herk & Laurens Sparrius Inhoud Samenvatting...2 Summary...4 1 Inleiding...6 1.1 Achtergrond van de Rode Lijst...6 1.2 Leeswijzer en verantwoording...6

Nadere informatie

Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels 2016 volgens Nederlandse en IUCN-criteria

Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels 2016 volgens Nederlandse en IUCN-criteria van Kleunen etal. Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels 2016 volgens Nederlandse en IUCN-criteria In opdracht van: Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl Sovon-rapport 2017/34 Postbus

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Nederlands Soortenregister en Nationale Databank Flora en Fauna (wordt synchroon gehouden)

Nederlands Soortenregister en Nationale Databank Flora en Fauna (wordt synchroon gehouden) Beheer van soortenlijsten Nederlands Soortenregister en Nationale Databank Flora en Fauna (wordt synchroon gehouden) Stand van zaken Mutaties zijn nieuwe adventieven + vroeger gebruikte synoniemen (Gerard

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

Rode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna,

Rode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna, Indicator 20 september 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De Rode Lijst Indicator (RLI)

Nadere informatie

niet-inheemse vaatplanten in Nederland

niet-inheemse vaatplanten in Nederland niet-inheemse vaatplanten in Nederland Wil Tamis & Ruud van der Meijden in samenwerking met de PGO FLORON naar het proefschrift van W.L.M Tamis: Changes in the flora of the Netherlands in the 20th century

Nadere informatie

Global TV Canada s Pulse 2011

Global TV Canada s Pulse 2011 Global TV Canada s Pulse 2011 Winnipeg Nobody s Unpredictable Methodology These are the findings of an Ipsos Reid poll conducted between August 26 to September 1, 2011 on behalf of Global Television. For

Nadere informatie

Reptielen van de Habitatrichtlijn,

Reptielen van de Habitatrichtlijn, Indicator 28 mei 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Gladde slang, muurhagedis en zandhagedis

Nadere informatie

30 jaar CITES Sonja Van Tichelen European Regional Director. 3 maart 2014

30 jaar CITES Sonja Van Tichelen European Regional Director. 3 maart 2014 30 jaar CITES Sonja Van Tichelen European Regional Director 3 maart 2014 1. Een woordje over IFAW 2. Belang van CITES voor de bescherming van soorten 3. Laten CITES en de EU de ijsberen in de kou staan?

Nadere informatie

Basisrapport Rode Lijst Dagvlinders

Basisrapport Rode Lijst Dagvlinders Basisrapport Rode Lijst Dagvlinders Basisrapport Rode Lijst Dagvlinders Tekst: Chris van Swaay Rapportnummer: VS2006.002 Productie: De Vlinderstichting Postbus 506 6700 AM Wageningen telefoon: 0317-467346

Nadere informatie

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 25 november 2008 Nederlandse samenvatting door TIER op 5 juli 2011 Onderwijsondersteunende

Nadere informatie

Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland

Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Indicator 5 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Socio-economic situation of long-term flexworkers

Socio-economic situation of long-term flexworkers Socio-economic situation of long-term flexworkers CBS Microdatagebruikersmiddag The Hague, 16 May 2013 Siemen van der Werff www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Discussion topics and conclusions

Nadere informatie

Rode Lijst Indicator,

Rode Lijst Indicator, Indicator 2 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er lijkt sprake van een recente

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

2012 BASISRAPPORT RODE LIJST

2012 BASISRAPPORT RODE LIJST 2012 BASISRAPPORT RODE LIJST SPRINKHANEN EN KREKELS MENNO REEMER Basisrapport Rode Lijst Sprinkhanen en krekels december 2012 tekst met medewerking van productie rapportnummer opdrachtgever foto voorpagina

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Naar een nieuwe Rode Lijst. Chris van Swaay U allen!

Naar een nieuwe Rode Lijst. Chris van Swaay U allen! Naar een nieuwe Rode Lijst Chris van Swaay U allen! Wat is een Rode Lijst? Publicatie Rijksoverheid Welke soorten zijn bedreigd of zelfs verdwenen en welke niet? Vaste methode, gebaseerd op combinatie

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education. Published

Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education. Published Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education DUTCH 055/02 Paper 2 Reading MARK SCHEME Maximum Mark: 45 Published This mark scheme is published

Nadere informatie

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses

Nadere informatie

University of Groningen

University of Groningen University of Groningen De ontwikkeling van prikkelverwerking bij mensen met een Autisme Spectrum Stoornis en de invloed van hulp en begeleiding gedurende het leven. Fortuin, Marret; Landsman-Dijkstra,

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Nieuwsbrief NRGD. Editie 11 Newsletter NRGD. Edition 11. pagina 1 van 5. http://nieuwsbrieven.nrgd.nl/newsletter/email/47

Nieuwsbrief NRGD. Editie 11 Newsletter NRGD. Edition 11. pagina 1 van 5. http://nieuwsbrieven.nrgd.nl/newsletter/email/47 pagina 1 van 5 Kunt u deze nieuwsbrief niet goed lezen? Bekijk dan de online versie Nieuwsbrief NRGD Editie 11 Newsletter NRGD Edition 11 17 MAART 2010 Het register is nu opengesteld! Het Nederlands Register

Nadere informatie

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Impact en disseminatie Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Wie is wie? Voorstel rondje Wat hoop je te leren? Heb je iets te delen? Wat zegt de Programma Gids? WHAT DO IMPACT AND SUSTAINABILITY MEAN? Impact

Nadere informatie

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn,

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn, Indicator 3 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Vijf landzoogdieren staan op

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie.

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie. 3. Inventarisatie 3.1. Methode Het inventarisatieformulier (zie bijlage 2) voor de Jeneverbes is verspreid via diverse organisaties naar beheerders en vrijwilligers. De organisaties die hierbij aan bij

Nadere informatie

0515 DUTCH (FOREIGN LANGUAGE)

0515 DUTCH (FOREIGN LANGUAGE) UNIVERSITY OF CAMBRIDGE INTERNATIONAL EXAMINATIONS International General Certificate of Secondary Education MARK SCHEME for the May/June 2011 question paper for the guidance of teachers 0515 DUTCH (FOREIGN

Nadere informatie

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (3) Ons gezelschap helpt gemeenschappen te vormen en te binden (4) De producties

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models

AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models Pepijn Vemer, George van Voorn, Isaac Corro Ramos, Maiwenn Al, Talitha Feenstra Rationale In theorie: Doe alles! Een model

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn,

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn, Indicator 5 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De laatste 10 jaar is de toestand

Nadere informatie

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM Read Online and Download Ebook ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM DOWNLOAD EBOOK : ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK STAFLEU

Nadere informatie

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate Van Non-Corporate naar Corporate In MyDHL+ is het mogelijk om meerdere gebruikers aan uw set-up toe te voegen. Wanneer er bijvoorbeeld meerdere collega s van dezelfde

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen

MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen met anderen Uw accountnummer(s) delen met anderen in MyDHL+ In MyDHL+ is het mogelijk om uw accountnummer(s) te delen met anderen om op uw accountnummer een zending te

Nadere informatie

Vlinders van de Habitatrichtlijn,

Vlinders van de Habitatrichtlijn, Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten

Nadere informatie

Esther Lee-Varisco Matt Zhang

Esther Lee-Varisco Matt Zhang Esther Lee-Varisco Matt Zhang Want to build a wine cellar Surface temperature varies daily, seasonally, and geologically Need reasonable depth to build the cellar for lessened temperature variations Building

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

What s s in a name? Een overzicht van. de verschillende definities van exoot. exotenbeleid in Nederland, Duitsland en België

What s s in a name? Een overzicht van. de verschillende definities van exoot. exotenbeleid in Nederland, Duitsland en België What s s in a name? Een overzicht van de verschillende definities van exotenbeleid in Nederland, Duitsland en België Wasbeerhond (Nyctereutes procyonoides) Inleiding Afstudeeronderzoek Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Academisch schrijven Inleiding

Academisch schrijven Inleiding - In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze Algemene inleiding van het werkstuk In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze To answer this question,

Nadere informatie

Classification of triangles

Classification of triangles Classification of triangles A triangle is a geometrical shape that is formed when 3 non-collinear points are joined. The joining line segments are the sides of the triangle. The angles in between the sides

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Effecten van klimaatsverandering op planten in Nederland

Effecten van klimaatsverandering op planten in Nederland Effecten van klimaatsverandering op planten in Nederland W.L.M. Tamis*, M. van t Zelfde** & R. van der Meijden* * Nationaal Herbarium Nederland/Leiden branch, Postbus 9514, 2300 RA Leiden; e-mail: tamis@cml.leidenuniv.nl,

Nadere informatie

Rode Lijst Indicator,

Rode Lijst Indicator, Indicator 29 juni 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er lijkt sprake van een recente

Nadere informatie

The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care

The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care Annemiek T. Harder Studies presented in this thesis and the printing of this

Nadere informatie

2010 Integrated reporting

2010 Integrated reporting 2010 Integrated reporting Source: Discussion Paper, IIRC, September 2011 1 20/80 2 Source: The International framework, IIRC, December 2013 3 Integrated reporting in eight questions Organizational

Nadere informatie

3.C.1 Communicatieplan CO2-reductiesysteem

3.C.1 Communicatieplan CO2-reductiesysteem 3.C.1 Communicatieplan systeem General Document approval by: John Waltman (Europe) Classification: Approved for External / 3rd Party Use Document version: 5.0 Approval status: Approved NON-DISCLOSURE OF

Nadere informatie

Eikenprocessierups en klimaatverandering,

Eikenprocessierups en klimaatverandering, Indicator 31 januari 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds de eerste waarneming van

Nadere informatie

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Groene glazenmaker in de provincie Groningen Tekst: Albert Vliegenthart Met medewerking van: Herman de Heer, Henk

Nadere informatie

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014 Process Mining and audit support within financial services KPMG IT Advisory 18 June 2014 Agenda INTRODUCTION APPROACH 3 CASE STUDIES LEASONS LEARNED 1 APPROACH Process Mining Approach Five step program

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Kennerschap en juridische haken en ogen. Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici Amsterdam, 10 juni 2016 R.J.Q. Klomp

Kennerschap en juridische haken en ogen. Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici Amsterdam, 10 juni 2016 R.J.Q. Klomp Kennerschap en juridische haken en ogen Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici Amsterdam, 10 juni 2016 R.J.Q. Klomp De Emmaüsgangers () Lucas 24, 13-35 Juridische haken en ogen Wat te doen als koper

Nadere informatie

Interface tussen Stuurbediening en Sony autoaudio

Interface tussen Stuurbediening en Sony autoaudio The information in this document is in Dutch, English version follows later in this document Interface tussen Stuurbediening en Sony autoaudio LET OP! HOEWEL DE UITERSTE ZORGVULDIGHEID IS BETRACHT BIJ

Nadere informatie

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV. Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, en te wijzigen als volgt: Toelichting:

VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV. Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, en te wijzigen als volgt: Toelichting: VOORSTEL TOT STATUTENWIJZIGING UNIQURE NV Voorgesteld wordt om de artikelen 7.7.1, 8.6.1, 9.1.2 en 9.1.3 te wijzigen als volgt: Huidige tekst: 7.7.1. Het Bestuur, zomede twee (2) gezamenlijk handelende

Nadere informatie

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

General info on using shopping carts with Ingenico epayments Inhoudsopgave 1. Disclaimer 2. What is a PSPID? 3. What is an API user? How is it different from other users? 4. What is an operation code? And should I choose "Authorisation" or "Sale"? 5. What is an

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Meetkunde en Lineaire Algebra

Meetkunde en Lineaire Algebra Hoofdstuk 1 Meetkunde en Lineaire Algebra Vraag 1.1 Het trapoppervlak is een afwikkelbaar oppervlak met oneindig veel singuliere punten. Vraag 1.2 Het schroefoppervlak is een afwikkelbaar oppervlak met

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Tentamen Bewijzen en Technieken 1 7 januari 211, duur 3 uur. Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe.

Nadere informatie

ETIKETTERING EN SAMENSTELLING VAN TEXTIEL

ETIKETTERING EN SAMENSTELLING VAN TEXTIEL ETIKETTERING EN SAMENSTELLING VAN TEXTIEL Stof van de rol nader onderzocht Rapportnummer ND03R015 drs. H.R. Reus G.A. Busser K. Stavenga VWA/Keuringsdienst van Waren Regionale Dienst Noord Postbus 465

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

UNIVERSITY OF CAMBRIDGE INTERNATIONAL EXAMINATIONS International General Certificate of Secondary Education

UNIVERSITY OF CAMBRIDGE INTERNATIONAL EXAMINATIONS International General Certificate of Secondary Education UNIVERSITY OF CAMBRIDGE INTERNATIONAL EXAMINATIONS International General Certificate of Secondary Education *7261263430* DUTCH 0515/03 Paper 3 Speaking Role Play Card One 1 March 30 April 2011 No Additional

Nadere informatie

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt The role of mobility in higher education for future employability

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt The role of mobility in higher education for future employability The role of mobility in higher education for future employability Jim Allen Overview Results of REFLEX/HEGESCO surveys, supplemented by Dutch HBO-Monitor Study migration Mobility during and after HE Effects

Nadere informatie

Outline A PERMANENT PASTURE LAYER BASED ON OPEN DATA 11/24/2014. The creation and monitoring of a permanent pasture layer

Outline A PERMANENT PASTURE LAYER BASED ON OPEN DATA 11/24/2014. The creation and monitoring of a permanent pasture layer A PERMANENT PASTURE LAYER BASED ON OPEN DATA The creation and monitoring of a permanent pasture layer 20 th of November 2014, Marcel Meijer Outline Open Data in the Netherland Greening elements Calculating

Nadere informatie

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas University of Groningen Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version

Nadere informatie

Extreem veilig Het product Our product Voordeel Advantage Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock

Extreem veilig Het product Our product Voordeel Advantage Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock Bajolock Extreem veilig Het product Alle koppeling zijn speciaal ontworpen en vervaardigd uit hoogwaardig RVS 316L en uitgevoerd met hoogwaardige pakkingen. Op alle koppelingen zorgt het gepatenteerde veiligheid

Nadere informatie

CHROMA STANDAARDREEKS

CHROMA STANDAARDREEKS CHROMA STANDAARDREEKS Chroma-onderzoeken Een chroma geeft een beeld over de kwaliteit van bijvoorbeeld een bodem of compost. Een chroma bestaat uit 4 zones. Uit elke zone is een bepaald kwaliteitsaspect

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Het wegvangen van Pallas eekhoorns in Weert en omgeving in 2013

Het wegvangen van Pallas eekhoorns in Weert en omgeving in 2013 Het wegvangen van Pallas eekhoorns in Weert en omgeving in 2013 Periode mei-november V. Dijkstra Rapportnummer 2013.38 December 2013 Rapport van het bureau van de Zoogdiervereniging In opdracht van Ministerie

Nadere informatie

3e Mirror meeting pren April :00 Session T, NVvA Symposium

3e Mirror meeting pren April :00 Session T, NVvA Symposium 3e Mirror meeting pren 689 13 April 2017 14:00 Session T, NVvA Symposium steps since April 2016 The enquiry (June to August 2016) performed by the national bodies. Resulting in 550 comments. Three/Four

Nadere informatie

Libellen van de Habitatrichtlijn,

Libellen van de Habitatrichtlijn, Indicator 19 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan negen soorten Nederlandse

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Scheepstra, A. J. M. (1998). Leerlingen met Downs syndroom in de basisschool Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Scheepstra, A. J. M. (1998). Leerlingen met Downs syndroom in de basisschool Groningen: s.n. University of Groningen Leerlingen met Downs syndroom in de basisschool Scheepstra, Adriana IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

L.Net s88sd16-n aansluitingen en programmering.

L.Net s88sd16-n aansluitingen en programmering. De L.Net s88sd16-n wordt via één van de L.Net aansluitingen aangesloten op de LocoNet aansluiting van de centrale, bij een Intellibox of Twin-Center is dat de LocoNet-T aansluiting. L.Net s88sd16-n aansluitingen

Nadere informatie

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje University of Groningen Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK

Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK rapportnr. 2016.2200 oktober 2016 In opdracht van: Rho adviseurs voor leefruimte

Nadere informatie