Versie 0.1. Toelichting Legger Stedelijk Water. DenH besluit 4 april 2013 ZUIDERZEELAND

Transcriptie

1 ' Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water DenH besluit 4 april 2013 ZUIDERZEELAND

2 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

3 Versie Datum Toelichting maart 2013 Toelichting Legger Stedelijk Water Voor gezien 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

4 Verantwoording Titel: Bestandsnaam: Toelichting Legger Stedelijk Water Toelichting Legger Stedelijk Water Rapportnummer: 0.1 Vastgesteld voor het college van Dijkgraaf en Heemraden: 4 april 2013 Auteur: J. van Dijk E. Zanstra J. Eerens-Kostense Gecontroleerd door: J. Eerens-Kostense Paraaf gecontroleerd:... Goedgekeurd door: W. van Dijk Paraaf goedgekeurd:... Datum: 18 maart maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

5 Inhoud 1. Inleiding Aanleiding Doelstelling Leeswijzer Wettelijk kader Algemeen Inspraakprocedure Opbouw legger Afbakening Inhoud Wat zie ik op een legger? Onderhoudsplichtigen en verplichtingen Onderhoudsplichtigen Onderhoudsverplichtingen Actueel houden van de legger Verbeteringen en actualisering Juridische procedure Bijlage 1 Kwaliteitscatalogus maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

6 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Waterschap Zuiderzeeland heeft in 2011/2012 het beheer en onderhoud van watergangen in stedelijk gebied van de gemeenten overgenomen. Voor een goed beheer en vanuit een wettelijke verplichting is het nodig een legger voor de wateren in het stedelijk gebied vast te stellen (deze plicht geldt niet voor gemeenten). Behalve de legger wordt ook de Keur (de verordening van het waterschap) uitgebreid met een hoofdstuk stedelijk water. Wat is een legger? De legger bestaat uit een (overzichts)kaart, met de ligging van waterstaatswerken (oppervlaktewaterlichamen, bergingsgebieden, waterkeringen of ondersteunende kunstwerken) en daaraan grenzende beschermingszones. Deze kaarten zijn digitaal via het internet of (analoog) op een papieren kaart te raadplegen. De basis voor beide vormen is de GIS (Geografisch Informatie Systeem) database van het waterschap. Verder staat in de legger aan welke eisen het waterstaatswerk gezien zijn functie moet voldoen, welke persoon of instantie verantwoordelijk is voor het onderhoud en aan welke onderhoudsverplichtingen moet worden voldaan. Waarom is er een legger? De functie van de Legger is om inzage te geven in de taken voor beheer en onderhoud van de in de Legger opgenomen waterstaatswerken. Het gaat om de beheertaken en onderhoudsplichten van het waterschap én van derden waarop het waterschap toezicht uitoefent. Daarbij geeft de Legger ook aan tot waar het regime van de Keur van toepassing is. Bij deze eerste legger stedelijk water is de landelijke Unierichtlijn Legger Oppervlaktewaterlichamen (2012) gevolgd. Voor het vastleggen van de geografische data maakt het waterschap gebruik van de (landelijke) applicatie IRIS als het register waarin de leggerinformatie wordt beheerd. In de legger stedelijk water zijn geen bergingsgebieden opgenomen en bovendien is ervoor gekozen geen beschermingszones vast te leggen Doelstelling Met deze Toelichting op de Legger Stedelijk Water worden: - De functie en positie van de legger in relatie tot het beheer en onderhoud van het watersysteem uitgelegd; - De uitgangspunten en de wijze waarop wateren en kunstwerken in de legger zijn opgenomen vastgelegd; - De procedure om wijzigingen aan het watersysteem in de legger te kunnen opnemen vastgelegd Leeswijzer In hoofdstuk twee is het wettelijk kader aangegeven dat van toepassing is op het opstellen van een legger. Het derde hoofdstuk beschrijft de inhoud van het onderhoud en de onderhoudsplichtigen. In het vierde hoofdstuk wordt de opbouw van de legger stedelijk water toegelicht en daarna in hoofdstuk vijf de aspecten die voor toekomstige herzieningen relevant zijn maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

7 2. Wettelijk kader 2.1. Algemeen Waterschap Zuiderzeeland is op grond van de volgende wet- en regelgeving verplicht tot het opstellen van een legger: 1. Waterschapswet, artikel 78, tweede lid: Het algemeen bestuur stelt de legger vast waarin onderhoudsplichtigen of onderhoudsverplichtingen worden aangewezen. 2. Waterwet, artikel 5.1, eerste lid: De beheerder draagt zorg voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructieve eisen moeten voldoen. 3. Waterwet, artikel 5.1, derde lid: Bij of krachtens provinciale verordening kunnen nadere voorschriften worden gegeven ten aanzien van de inhoud, vorm en periodieke herziening van de legger voor daarbij te onderscheiden categorieën van waterstaatswerken (artikel 5.20 Verordening voor de fysieke leefomgeving provincie Flevoland 2012). Tevens kan de provincie het waterschap vrijstelling geven van de leggerplicht voor met name vermelde waterstaatswerken. Het gaat dan om beheerobjecten die zich naar hun aard of functie niet lenen voor bedoelde omschrijving, dan wel van geringe afmeting zijn. Voor Flevoland is deze tekst opgenomen in onderstaand kader. Kader uit: Verordening voor de fysieke leefomgeving, Flevoland, Titel 5.5 Legger: Artikel 5.20 Legger waterstaatswerken 1. De legger bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet bevat onverminderd het bepaalde in het tweede lid van dat artikel in ieder geval: 1. het lengteprofiel en dwarsprofielen van de primaire- en regionale waterkeringen, oppervlaktewaterlichamen en bergingsgebieden; 2. een omschrijving van de ondersteunende kunstwerken en de bijzondere constructies die deel uitmaken van de primaire- en regionale waterkering, oppervlaktewaterlichamen en bergingsgebieden. Artikel 5.21 Uitzondering leggerplicht Gedeputeerde staten kunnen voor waterstaatswerken vrijstelling verlenen van de leggerplicht bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet indien deze waterstaatswerken zich naar hun aard of functie niet lenen voor omschrijving van die elementen dan wel van geringe afmetingen zijn. Opmerking: in artikel 5.1, lid 2 van de Waterwet wordt het opstellen van een technisch beheerregister genoemd. In het beheerregister wordt de werkelijke situatie van waterstaatswerken vastgelegd. In de onderstaande figuur is de relatie tussen de Keur, legger en het beheerregister toegelicht. Figuur 1 Relatie Keur, legger en beheerregister. De Keur en de legger vormen samen de instrumenten waarmee het waterschap zijn taakuitoefening kan waarborgen wat betreft veiligheid, berging en aan- en afvoer van water. De Keur bevat regels en de legger bepaalt waar welke regels van toepassing zijn. Op basis van verbodsbepalingen van de Keur en daarbij behorende beleidsregels wordt getoetst of geplande ingrepen op in de legger vastgelegde waterstaatswerken kunnen worden toegestaan. De ingrepen die met goedkeuring van het waterschap zijn aangelegd (bijv. door vergunningverlening), worden 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 2

8 als vast te stellen leggerwijziging in de legger vastgelegd, waarmee de nieuwe situatie door de Keur wordt beschermd Inspraakprocedure In de legger worden de zones vastgelegd waarop de Keur van toepassing is. Dit betekent dat de Keur en de legger beperkingen op eigendom van derden kunnen leggen. Daarnaast worden in de legger de onderhoudsverplichtingen en de onderhoudsplichtigen gedetailleerd vastgelegd. Dit voorkomt dat meningsverschillen ontstaan. Mocht dat toch gebeuren, dan is de legger de juridische titel waarop wordt teruggevallen. In verband met de mogelijke gevolgen voor eigenaren wegens het vaststellen of wijzigen van een legger, schrijft artikel 5.22 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland 2012 voor dat afdeling 3.4 van de Awb van toepassing is op de voorbereiding van de legger als bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet. Dit is de zogenaamde zienswijzenprocedure. Belanghebbenden krijgen de gelegenheid te controleren of alle gegevens goed zijn opgenomen in de legger. Deze periode loopt van 5 april 2013 tot en met 16 mei Zo nodig kunnen zienswijzen worden ingediend. Deze zienswijzen worden beoordeeld en de Algemene Vergadering neemt daarover een besluit. Tegen dit besluit kan geen bezwaar worden gemaakt. Dit is niet mogelijk in een zienswijzenprocedure. Wel kan tegen dit besluit beroep worden ingesteld bij de rechtbank, en eventueel hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

9 3. Opbouw legger 3.1. Afbakening Op basis van de volgende uitgangpunten zijn wateren opgenomen in de Legger Stedelijk Water: - Water binnen de bebouwde kom van de zes gemeenten in Flevoland en de woonwijk Lemstervaart in de gemeente Lemsterland; - Geen nieuwbouwlocaties of toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen (voor overdracht/opname in de legger hiervan zijn met gemeenten procesafspraken gemaakt); - Alle watervoerende oppervlaktewateren, in verbinding met het watersysteem (dus geen geïsoleerde vijvers zonder duikerverbinding oid, wel wegsloten); - Tochten/vaarten die al in de legger landelijk gebied zijn vastgelegd (volgens codering en profielen landelijk gebied) en doorlopen in het stedelijk gebied, zijn ter oriëntatie wel zichtbaar op de stedelijke legger, maar worden niet opnieuw vastgesteld. Uitzondering hierop betreffen correcties aan wateren op de landelijke legger die ook op de stedelijke legger voorkomen. Dit is de eerste versie van de legger voor stedelijk water. Ongetwijfeld zijn er nog wat onvolkomenheden die bij een volgende versie verbeterd worden. Door het gebruik van gedetailleerde kaarten voor de ondergrond evenals aanvullende inventarisatie en controle in het veld is een zo nauwkeurig mogelijk resultaat verkregen. In de Legger Stedelijk Water worden geen categorieën wateren onderscheiden. Alle wateren hebben dus dezelfde status. Uitzondering betreft de wateren in stedelijk gebied die al in de landelijke legger zijn opgenomen (tochten/vaarten binnen de bebouwde kom). Er is geen gebruik gemaakt van de vrijstellingsmogelijkheid op de leggerplicht die art van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland maakt voor wateren met geringe afmetingen. In deze Legger Stedelijk Water zijn geen bergingsgebieden opgenomen en ook geen beschermingszones voor oppervlaktewaterlichamen (zie besluit AV 27 november 2012 Actief en passief beleid stedelijk gebied) Inhoud De volgende onderdelen zijn opgenomen in de legger: 1. Watergangen Onderhoudsplichtige en profielcode natte bak Onderhoudsplichtige oeverconstructies Onderhoudsplichtige oever en taludhelling 2. Kernzone 3. Kunstwerken: duikers bruggen stuwen bruggen gemalen 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 4

10 In de onderstaande figuur worden de verschillende begrippen toegelicht, daarna is een aantal definities opgenomen. Figuur. Begripsbepalingen in en rondom stedelijk water Toelichting begripsbepalingen: Insteek: Snijlijn van het bovenwatertalud met het aangrenzende maaiveld; Kernzone: In de legger vastgelegde zone waarin een verbodsbepaling op basis van de Keur geldt. In principe bestaat de kernzone uit de natte bak inclusief eventueel aanwezige oeverconstructie(s). In geval van watergangen waar een Kritiek onderhoudsprofiel is, is de Kernzone breder dan alleen de natte bak en de oeverconstructies en loopt van insteek tot insteek; Kritiek onderhoudsprofiel: Onderhoudsprofiel met een waterdiepte van minder dan 1 meter, welke niet voorzien is van een oeverconstructie en waar het onderhoud in 1 werkgang gebeurt; Natte bak: Dat deel van de watergang dat permanent onder water staat; Natuurvriendelijke oever: Natuurlijke overgang van water naar land; flauwe taluds en poelen; soms gebruik makend van harde materialen zoals betonblokken. Oeverbescherming: Materiaal op de grens van water en land, ofwel langs de waterkant, om de oever tegen afkalving te beschermen. Oeverconstructie: Constructie in de oeverlijn om de oever tegen afkalving te beschermen. Voorbeelden hiervan zijn beschoeiingen, bestaande uit een aan één gesloten rij palen of planken en betuiningen of damwanden. Talud: Het aflopende deel (oever) naar de natte bak toe; Watergang: Een langgerekte verlaging in het terrein van natuurlijke of kunstmatige oorsprong die permanent of periodiek (stromend) water bevat Wat zie ik op een legger? De leggerinformatie wordt geografisch ontsloten waarbij gebruik wordt gemaakt van IRIS als database. Elk waterstaatswerk (kunstwerken, wateren, enz.) heeft een eigen unieke code in het register (IRIS) van het waterschap. Voor de presentatie van de legger wordt gebruik gemaakt van de Grootschalige Basis Kaart Nederland (GBKN). De GBKN bevat gedetailleerde informatie, zoals de ligging van een insteek of een oeverconstructie. Op de GBKN ondergrond worden de onderhoudsplichtigen getoond. Er is speciale aandacht besteed aan de inventarisatie van particuliere situaties. Hierbij is gebruik gemaakt van informatie uit luchtfoto s, het raadplegen van gemeenten, informatie van de stedelijke opzichters van het waterschap en het bezoeken en het in kaart brengen van situaties in de praktijk, samen met de gemeenten. De watergangen zijn in de legger onderverdeeld in vakken. Een vak is een gedeelte van de watergang in de lengterichting. Elk vak, dat is opgebouwd als een lijngeometrie, heeft een unieke code. De kernzone van een watergang is met een blauwe kleur aangegeven. Aan een vak van een watergang wordt een profiel met een profielcode gekoppeld. Deze profielcode geeft de waterdiepte van de watergang ten opzichte van het laagste streefpeil en de helling van het talud. De profielen 5 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

11 van de stedelijke legger bevatten geen specifieke breedtematen per lijnvak, omdat er veel variatie is in de breedtes in een watergang. De breedte op de waterlijn kan daarentegen op elk willekeurig punt in het lengteprofiel op de GBKN-ondergrond worden gemeten (=breedte kernzone). Onderstaand is een detailvoorbeeld opgenomen waar profielcode P9L5R7 aan de watergang is gekoppeld, het waterschap onderhoudsplichtig is van de natte bak (blauwe lijn in het midden) en de verschillende onderhoudsplichtigen (oranje gemeente, bruin particulier, paars nader te bepalen van de beschoeiing te zien zijn. Op deze manier zijn twee soorten kaarten te raadplegen: 1. Onderhoudsplicht van de natte bak en de begrenzing van de kernzone en het leggerprofiel. 2. Onderhoudsplicht van oeverconstructies en de ligging en code van kunstwerken. Opmerkingen: Van water dat volledig in particulier eigendom is zijn er geen profielen beschikbaar. Deze wateren zijn wel opgenomen in de legger met een minimumprofiel gericht op het op orde houden van het watersysteem, maar niet op bijvoorbeeld de vaarfunctie (dat is eigen particulier belang, waarvoor soms meer diepgang is vereist); Voor insteekhavens wordt een diepte van 2,4 m aangehouden; Daar waar zowel het waterschap als particulieren beheer en onderhoud aan de natte bak hebben, wordt dit weergegeven door een gestippelde lijn. In de legenda is dan opgenomen dat dit een gezamenlijke verantwoordelijkheid is; In de tabellen staat in het profiel een R (rechts) en een L (links). Links en rechts wordt bepaald met de blik stroomafwaarts (met de afvoerrichting mee) gericht. 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 6

12 4. Onderhoudsplichtigen en verplichtingen 4.1. Onderhoudsplichtigen In de legger wordt vastgelegd wie (gedeeltelijk) onderhoudsplichtige is van een waterstaatswerk. Onderhoudsplichtigen zijn natuurlijke personen of rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van oppervlaktewaterlichamen of kunstwerken. Waterschap Zuiderzeeland heeft ervoor gekozen dat de eigendomssituatie bepalend is voor de verantwoordelijkheid voor het onderhoud (besluit AV 27 november 2012), aansluitend bij de wettelijke verplichting van een eigenaar om zijn/haar eigendom goed te onderhouden. Een eigenaar is zelf verantwoordelijk voor de goede staat van zijn eigendom en is daarmee onderhoudsplichtige. Het waterschap kan, indien gewenst, adviseren en ondersteunen bij het uitvoeren van het benodigde onderhoud. Als een eigenaar onderhoudsplichtige is wordt deze op de legger aangeduid als aangeland. Onder de term aangeland vallen in het stedelijk gebied bijvoorbeeld huishoudens, bedrijven en scholen. Soms is de eigendomssituatie en/of onderhoudsplicht ter plaatse nog niet duidelijk, zoals bij een beschoeiing op de kadastrale grens. In veel van die gevallen zal de onderhoudsplicht expliciet zijn vastgelegd in het register (koopaktes), maar die zijn lang nog niet van alle adressen geraadpleegd. Voor die gevallen is de onderhoudsplichtige vooralsnog op nader te bepalen gezet en wordt dat bij een volgende herziening van de legger nader gespecificeerd. Overdracht onderhoud stedelijk water Voor het onderhoud van stedelijke wateren en kunstwerken die gemeentelijk eigendom zijn, zijn in de ROSW-2009 (Regionale Bestuursovereenkomst Stedelijk Water Flevoland) en de maatwerkovereenkomsten stedelijk water afspraken gemaakt over de: taak- en kostenverdeling, uitvoering en communicatie over het stedelijk waterbeheer. De afspraken gaan over een efficiëntere verdeling van overheidstaken onderling. In een gezamenlijk door gemeente en waterschap opgesteld beheer- en onderhoudsplan is de beeldkwaliteit vastgelegd voor het beheer en onderhoud van de watergangen en kunstwerken die in eigendom zijn van de gemeenten. De gedachte achter de verdeling van verantwoordelijkheden in de maatwerkovereenkomst is dat de gemeente als ruimtelijke ordenaar verantwoordelijk is voor de ruimtelijke aspecten (bijvoorbeeld damwanden, strak gemaaide gazonnen) en het waterschap voor het waterhuishoudkundig beheer (o.a. rietbeheer en reguliere beschoeiing). Deze verantwoordelijkheidsverdeling is verwerkt in de Legger. Daarnaast zijn criteria gedefinieerd op basis waarvan duidelijk wordt voor welke watergangen het waterschap onderhoudsplichtig is; te weten water dat: behoort tot het watersysteem en een functie heeft ten behoeve van het waterhuishoudkundig belang; een rol heeft in de aan- en afvoer, de berging en ecologie; altijd watervoerend is en waar het waterpeil ook het streefpeil is. Voor overige wateren in gemeentelijk eigendom blijft de gemeente onderhoudsplichtig. Op bovenstaande criteria is in de maatwerkovereenkomsten een uitzondering gemaakt voor situaties (meestal beschoeiingen of taluds) in eigendom van de gemeente, waarbij particulier gebruik een normaal beheer en onderhoud in de weg staat. Het gaat meestal om: beschoeiingen in eigendom van de gemeente, maar waar een particulier een vlonder of steiger overheen heeft gebouwd; een grondkering op korte afstand van de beschoeiing om het talud op te vullen en daarmee de tuin te vergroten. Bij verwijdering van de beschoeiing is een grote kans op verzakking van de tuin. In dergelijke gevallen ligt de onderhoudsplicht vooralsnog bij de gemeente, maar gemeente en waterschap hebben wel de intentie om ook voor deze situaties tot een overdrachtsafspraak te komen. Overigens zal veelal op basis van een erfdienstbaarheid in de registers (koopakte) wel aanspraak gemaakt kunnen worden op herstel van de oorspronkelijke, of tenminste een werkbare situatie maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

13 In de onderstaande figuur is de legenda opgenomen van de aanduiding van de verschillende onderhoudsplichtigen van de Natte Bak die in de legger stedelijk water zijn aangegeven. Voor de onderhoudsplichtigen van aanwezige beschoeiing en van de oever wordt dezelfde legenda/kleurstelling gebruikt. De gestippelde lijnen geven aan dat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid is voor die partijen. Met de term aangeland wordt de zakelijk gerechtigde van het perceel grond gelegen naast een waterstaatswerk bedoeld. In het stedelijk gebied vallen onder de term aangeland huishoudens, bedrijven en scholen Onderhoudsverplichtingen Degene die als onderhoudsplichtige is aangewezen, is verantwoordelijk voor het in stand houden van het waterstaatswerk conform de leggerafmetingen. De onderhoudsverplichtingen betreffen: 1. gewoon onderhoud 2. buitengewoon onderhoud. Gewoon onderhoud heeft betrekking op het dagelijks schoon en/of in goede staat houden van de watergang door: het verwijderen van voorwerpen, materialen en stoffen die de af- en aanvoer en/of berging van water hinderen; het voor de aangekondigde schouwdata schonen door het maaien en verwijderen van de begroeiing anders dan die dient tot verdediging van de taluds. Het maaionderhoud omvat het maaien en afvoeren van begroeiing onder water en begroeiing direct langs watergangen, zoals riet. Buitengewoon onderhoud heeft betrekking op het in stand houden van de watergang of de kunstwerken overeenkomstig het in de legger bepaalde omtrent richting, vorm, afmeting en constructie. Het leggerprofiel betreft het minimumprofiel dat in stand moet worden gehouden voor de toegekende functie van het water. Daarbij wordt de waterdiepte bepaald bij het laagste peil als vermeld in het Peilbesluit. Buitengewoon onderhoud van watergangen betreft het baggeren en groot onderhoud aan beschoeiingen. Als uit peilingen blijkt dat er een verondieping is van 30 cm of meer, dan is er vanuit waterhuishoudkundig oogpunt een noodzaak tot baggeren. Het waterschap hanteert voor de wateren waarvoor ze onderhoudsplichtig is een baggercyclus, waarbij een waterloop periodiek wordt gebaggerd en daarmee het doorstroomoppervlak wordt gehandhaafd. Gebruikelijk is om eens per gemiddeld 10 jaar te baggeren. Beschermingszone versus taludbepaling Waterschap Zuiderzeeland heeft, op basis van een risicoanalyse, ervoor gekozen in stedelijk gebied geen beschermingszones vast te leggen (AV 27 november 2012). Wel is in het hoofdstuk stedelijk water van de Keur een zogenaamde taludbepaling opgenomen die een relatie heeft het in stand houden van de oeverconstructie en het uitvoeren van het onderhoud: Op het talud mogen activiteiten worden verricht door degene die daar onderhoudsplichtig is. Er mag geen beschadiging van een eventuele oeverconstructie of de natte bak optreden en het beheer en onderhoud van de natte bak of oeverconstructie vanaf het water door een derde moet mogelijk blijven. Ook mag de activiteit de levensduur van de oeverconstructie niet verkorten. Gedachte hierachter is dat het waterschap anderen zo min mogelijk wil hinderen, maar daarnaast het beheer en onderhoud nog 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 8

14 zo onbelemmerd en efficiënt mogelijk kan uitvoeren. Iemand is wel aanspreekbaar op de activiteiten die hij/zij op het talud uitvoert en het effect daarvan. De aspecten van wel of geen beschadiging van een eventuele oeverconstructie en/of de natte bak en het niet mogen verkorten van de levensduur van de oeverconstructie behoeven enige toelichting zodat dit in de praktijk meetbaar is. In bijlage 1 is een kwaliteitscatalogus opgenomen die via foto s inzicht geeft in de kwalificaties van laag, midden en hoge kwaliteit van onderhoud. Gemeenten en waterschap hebben met elkaar afspraken gemaakt over de te behalen kwaliteit in de wateren die in eigendom zijn van de gemeente. Particulieren moeten minimaal voldoen aan het kwaliteitsniveau laag. Kunstwerken Bij kunstwerken wordt er voor onderhoud onderscheid gemaakt in dagelijks onderhoud en bouwkundig onderhoud. Het bouwkundig onderhoud is gericht op het in stand houden van de constructie (dus eigenlijk het buitengewoon onderhoud). Beiden soorten onderhoud zijn opgenomen in de legger. Voor bruggen geldt: de wegbeheer/brugbeheerder is onderhoudsplichtig voor het eventuele talud en de oeverconstructie onder de brug. Deze detaillering is niet apart opgenomen op de leggerkaarten. De onderhoudsplicht van kunstwerken wordt in een tabel weergegeven. Koppeling tussen de kaart en de tabel gebeurt via een unieke code. Elk kunstwerk is op de kaart gelabeld met een unieke code waarna de onderhoudsplichtige(n) met deze code in de tabel zijn op te zoeken (zie voorbeeld op onderstaande kaart). Bij wegduikers ligt het bouwkundig onderhoud bij de wegbeheerder terwijl het dagelijks onderhoud meestal bij het waterschap ligt maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

15 5. Actueel houden van de legger 5.1. Verbeteringen en actualisering De legger is een momentopname. Een vastgestelde legger verandert inhoudelijk niet tot het moment dat de legger opnieuw wordt vastgesteld. In werkelijkheid vindt er continu verandering plaats door werkzaamheden, die voortvloeien uit de verleende vergunningen: slootdempingen, nieuwe dammen en duikers, aanleg van natuurvriendelijke oevers enz. Deze wijzigingen worden gemuteerd in het beheerregister (GIS database). Dit is de eerste versie (.01) van de legger stedelijk water. Naast wijzigingen naar aanleiding van verleende vergunningen kunnen op de volgende punten in een volgende versie verbeteringen worden aangebracht: 1. Oplossen van de situaties waarvoor nader te bepalen is aangegeven (bijvoorbeeld beschoeiing langs de 50 cm zones in de NOP); 2. Verbetering in de nauwkeurigheid van bepaalde gegevens; 3. Check op goede aansluiting van de leggers stedelijk en landelijk op elkaar en op termijn mogelijk integratie van beide leggers; 4. Voltooiing van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, zoals nieuwe woonwijken. Voor de verwerking van wijzigingen kan naar verwachting vanaf 2013 gebruik worden gemaakt van het nieuwe Basis Registratie Adressen en Gebouwen (BAG) waardoor de nauwkeurigheid van registratie toeneemt. Als er aanleiding voor is (bijvoorbeeld na een bepaalde tijd, of vanwege het aantal wijzigingen) wordt er een nieuwe legger vastgesteld. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de op dat moment aanwezige gegevens in het beheerregister. Wanneer hiertoe de wens bestaat, omdat bijvoorbeeld de aard van de werken of bepaalde onderhoudsbelangen hiertoe aanleiding geven, kan ook met de besluitvorming over een bepaald project besloten worden direct na afronding van de werkzaamheden de legger aan te passen. Voor de wijziging van de legger moet op dat moment de geëigende procedure gevolgd worden Juridische procedure De Waterwet verwacht een voortdurend bijgehouden legger waarin ligging, vorm, afmeting en constructie van kunstwerken en waterlichamen zijn aangegeven. Met een actuele legger en het zo nodig direct in kunnen zetten van de Keurinstrumenten is een enorme winst te behalen. Een actuele legger is cruciaal voor de uitvoering van de waterschapstaken: - Toezicht en handhaving op de naleving van de onderhoudsplicht; - Geeft aan op welke zones de Keur ge- en verbodsbepalingen van toepassing zijn; - Communicatiemiddel naar de inwoners; - Beheer en onderhoud (in combinatie met metingen kan bijvoorbeeld worden bepaald hoeveel gebaggerd moet worden). 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 10

16 Bijlage 1 Natte bak Kwaliteitscatalogus Enige begroeiing toegestaan binnen de natte bak met waterbodemwortelende planten, zoals waterpest en riet. De wateraanvoer en -afvoer worden nergens belemmerd. Kwaliteitsnorm: per 100 m2 wateroppervlak Bedekkinggraad natte bak: > 75% aaneengesloten schoon van bodemwortelende vegetatie (waaronder waterpest en riet); > 75% aaneengesloten schoon van drijvende waterplanten. Drijflaag wateroppervlak: algen en kroos verwijderen bij stankoverlast. De wateraanvoer en -afvoer worden niet belemmerd. HOOG De natte bak is deels begroeid met waterbodemwortelende planten, zoals waterpest en riet. De wateraanvoer en -afvoer worden in geringe mate belemmerd, maar nergens over de gehele breedte van het profiel. Kwaliteitsnorm: per 100 m2 wateroppervlak Bedekkinggraad natte bak: > 60% aaneengesloten schoon van bodemwortelende vegetatie (waaronder waterpest en riet); > 60% schoon van drijvende waterplanten. Drijflaag wateroppervlak: algen en kroos verwijderen bij stankoverlast in bebouwde omgeving. De wateraan- en afvoer worden in geringe mate belemmerd, maar nergens over de gehele breedte van het profiel. BASIS Het profiel is begroeid met uitgegroeide beplanting van waterpest en waterbodemwortelende planten zoals riet. Kwaliteitsnorm: per 100 m2 wateroppervlak Bedekkinggraad natte bak: > 30% aaneengesloten schoon van bodemwortelende vegetatie (waaronder waterpest en riet); > 30% schoon van drijvende waterplanten. Drijflaag: geen hinderlijke stankoverlast voor de bebouwde omgeving. De wateraan- en afvoer worden in enige mate belemmerd, maar nergens over de gehele breedte van het profiel. LAAG maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

17 Waterhuishoudkundig beheerde oever De oeverbegroeiing op de oever bestaat meestal uit rietvegetatie met ruigtekruiden. De oeverbegroeiing sluit mogelijk aan op de (riet)vegetatie in de natte bak. Als geen riet aanwezig is bestaat de oever uit ruige grasvegetatie, waarop extensief beheer wordt uitgevoerd. Kwaliteitsnorm: per 100 m1 gemeten op de waterlijn Oever: - < 5 m1 is afgekalfd, waarbij < 2 m1 aaneengesloten is afgekalfd; Grasvegetatie: - < 5% gras(zode) is beschadigd of dood, weinig kale plekken; - < 5% oneffen, natuurlijk glooiend of molshopen; Rietvegetatie: - Het riet is gelijkmatig gemaaid en is max. 100 cm hoog; - De rietbegroeiing varieert in breedte; - Overjarig (water)riet komt niet voor. HOOG De oeverbegroeiing op de oever bestaat meestal uit rietvegetatie met ruigtekruiden. De oeverbegroeiing sluit mogelijk aan op de (riet)vegetatie in de natte bak. Als geen riet aanwezig is bestaat de oever uit ruige grasvegetatie, waarop extensief beheer wordt uitgevoerd. Kwaliteitsnorm: per 100 m1 gemeten op de waterlijn Oever: - < 10 m1 is afgekalfd, waarbij < 5 m1 aaneengesloten is afgekalfd; Grasvegetatie: - < 20% gras(zode) is beschadigd of dood, weinig kale plekken; - < 20% oneffen, natuurlijk glooiend of molshopen; Rietvegetatie: - Het riet is gelijkmatig gemaaid en is max. 200 cm hoog; - De rietbegroeiing varieert in breedte; - Overjarig (water)riet komt voor op 10-30% van de oeverlengte en is max. 3 jaar oud. BASIS De oeverbegroeiing op de oever bestaat meestal uit rietvegetatie met ruigtekruiden. De oeverbegroeiing sluit mogelijk aan op de (riet)vegetatie in de natte bak. Als geen riet aanwezig is bestaat de oever uit ruige grasvegetatie, waarop extensief beheer wordt uitgevoerd. Kwaliteitsnorm: per 100 m1 gemeten op de waterlijn Oever: - < 20 m1 is afgekalfd, waarbij < 10 m1 aaneengesloten is afgekalfd; Grasvegetatie: - < 40% gras(zode) is beschadigd of dood, weinig kale plekken; - < 40% oneffen, natuurlijk glooiend of molshopen; Rietvegetatie: - Het riet is gemaaid en is max. 250 cm hoog; - De rietbegroeiing varieert in breedte; - Overjarig (water)riet komt voor op 30-50% van de oeverlengte en is max. 3 jaar oud. LAAG 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 12

18 Gemengde oever De oeverbegroeiing op de oever bestaat uit openbare ruimte (gras en beplanting), afgewisseld met (meerjarige) rietvegetatie (b.v. riethorsten). Bij de realisatie van de ambities dient goede afstemming te bestaan met het beleid voor de openbare ruimte (tijdstippen van onderhoud, locaties van de riethorsten). Kwaliteitsnorm: per 100 m1 gemeten op de waterlijn Oever: - < 5 m1 is afgekalfd, waarbij < 2 m1 aaneengesloten is afgekalfd; Grasvegetatie: - < 5% gras(zode) is beschadigd of dood, weinig kale plekken; - < 5% oneffen, natuurlijk glooiend of molshopen; - Het gras is gelijkmatig gemaaid en is max. 5 cm hoog; - Rond obstakels is het gras max. 20 cm hoog; Rietvegetatie: - Het riet is gelijkmatig gemaaid en is max. 100 cm hoog; - De rietbegroeiing varieert in breedte; - Overjarig (water)riet komt voor op 5-10% van de oeverlengte en is max. 3 jaar oud. - HOOG De oeverbegroeiing op de oever bestaat uit openbare ruimte (gras en beplanting), afgewisseld met (meerjarige) rietvegetatie (b.v. riethorsten). Bij de realisatie van de ambities dient goede afstemming te bestaan met het beleid voor de openbare ruimte (tijdstippen van onderhoud, locaties van de riethorsten). Kwaliteitsnorm: per 100 m1 gemeten op de waterlijn Oever: - < 10 m1 is afgekalfd, waarbij < 5 m1 aaneengesloten is afgekalfd; Grasvegetatie: - < 20% gras(zode) is beschadigd of dood, weinig kale plekken; - < 20% oneffen, natuurlijk glooiend of molshopen; - Het gras is gelijkmatig gemaaid en is max. 7 cm hoog; - Rond obstakels is het gras max. 30 cm hoog; Rietvegetatie: - Het riet is gelijkmatig gemaaid en is max. 200 cm hoog; - De rietbegroeiing varieert in breedte; - Overjarig (water)riet komt voor op 10-30% van de oeverlengte en is max. 3 jaar oud. BASIS De oeverbegroeiing op de oever bestaat uit openbare ruimte (gras en beplanting), afgewisseld met (meerjarige) rietvegetatie (b.v. riethorsten). Bij de realisatie van de ambities dient goede afstemming te bestaan met het beleid voor de openbare ruimte (tijdstippen van onderhoud, locaties van de riethorsten). Kwaliteitsnorm: per 100 m1 gemeten op de waterlijn Oever: - < 20 m1 is afgekalfd, waarbij < 10 m1 aaneengesloten is afgekalfd; Grasvegetatie: - < 40% gras(zode) is beschadigd of dood, weinig kale plekken; - < 40% oneffen, natuurlijk glooiend of molshopen; - Het gras is gelijkmatig gemaaid en is max. 10 cm hoog; - Rond obstakels is het gras max. 50 cm hoog; Rietvegetatie: - Het riet is gemaaid en is max. 250 cm hoog; - De rietbegroeiing varieert in breedte; - Overjarig (water)riet komt voor op 30-50% van de oeverlengte en is max. 3 jaar oud. LAAG maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

19 Oeverconstructies t.b.v. het waterhuishoudkundig belang Verzorgd beeld met goede technisch staat. Kwaliteitsnorm: per 100 m1 gemeten op de waterlijn Onderhoudsstaat: Scheefstand: max. 5 m1 is schever dan de rest; Bij gaten in de constructie is max. 5 m1 beschadigd; Rotting: max. 2 m1 van de constructie is verrot of beschadigd. Vegetatie: Er is geen vegetatie (hoog gras of onkruiden) zichtbaar langs of tussen de constructie wat hoger is dan de constructie; Verzorging: max. 5 m1 van de constructie is bedekt met vegetatie (gras of onkruiden van max. 30 cm hoog). HOOG Rustig beeld met redelijke technisch staat. Oevers en onderhoudspad zijn op een veilige manier toegankelijk voor onderhoudsmaterieel. Kwaliteitsnorm: per 100 m1 gemeten op de waterlijn Onderhoudsstaat: Scheefstand: 5 tot 15 m1 is schever dan de rest; Bij gaten in de constructie is 5 tot 15 m1 beschadigd; Rotting: 2 tot 10 m1 van de constructie is verrot of beschadigd. Vegetatie: Er is vegetatie (gras of onkruiden van max. 30 cm hoog) zichtbaar langs of tussen de constructie, wat hoger is dan de constructie; Verzorging: max. 10 m1 van de constructie is bedekt met vegetatie (gras of onkruiden van max. 30 cm hoog). BASIS Rommelig beeld met slechte technisch staat. De oever is daardoor instabiel waardoor veel grond achter de constructie wegzakt. Een aanwezig onderhoudspad is nog wel op een veilige manier toegankelijk voor onderhoudsmaterieel. Kwaliteitsnorm: per 100 m1 gemeten op de waterlijn Onderhoudsstaat: Scheefstand: 15 tot 30 m1 is schever dan de rest; Bij gaten in de constructie is minder dan 50 m1 beschadigd of ontbreekt; Rotting: 10 tot 20 m1 van de constructie is verrot of beschadigd. Vegetatie: Er is veel hoge vegetatie (gras of onkruiden van max. 70 cm) zichtbaar langs of tussen de constructie; Verzorging: max. 20 m1 van de constructie is bedekt met hoge vegetatie (gras of onkruiden van 70 cm hoog). LAAG 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 14

20 Waterbodem Schone waterbodem zonder of met dunne sliblaag. Kwaliteitsnorm: per 100m2 waterbodem Dikte van de baggerlaag < 20 cm, gemeten t.o.v. leggerprofiel De wateraan- en afvoer wordt niet belemmerd. HOOG Waterbodem met matig dikke sliblaag. Kwaliteitsnorm: per 100m2 waterbodem Dikte van de baggerlaag < 30 cm, gemeten t.o.v. leggerprofiel De wateraan- en afvoer wordt in geringe mate belemmerd, maar nergens over de gehele breedte van het profiel. BASIS Waterbodem met een dikke sliblaag, waarbij het baggerslib voorkeursstromen veroorzaakt. Kwaliteitsnorm: per 100m2 waterbodem Dikte van de baggerlaag < 50 cm, gemeten t.o.v. leggerprofiel De wateraan- en afvoer wordt in geringe mate belemmerd, maar nergens over de gehele breedte van het profiel. LAAG maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

21 Duiker De duiker functioneert naar behoren en ziet er schoon en netjes uit. Er is geen of weinig schade zichtbaar. Kwaliteitsnorm: per kunstwerk Schadebeeld, zie meetlat: Materialen kunstwerk niveau Hoog. Functionaliteit: Volgens ontwerp; Geen lekkage van duikerelementen. Verzorging: Graskanten zijn bijgemaaid; Grashoogte < 20 cm rondom gemalen, stuwen en inlaten; Duikers: > 75% schoon van doorstroomprofiel; Roosters: > 90% schoon. Bestrating (indien onderdeel van kunstwerk): Voegbreedte < 2 cm; Geen hoogteverschillen. HOOG De duiker functioneert naar behoren en ziet er goed uit ondanks enkele beschadigingen. De beschadigingen hebben geen negatief effect op de wateraan- en afvoer. Kwaliteitsnorm: per kunstwerk Schadebeeld, zie meetlat: Materialen kunstwerk niveau Basis. Functionaliteit: De wateraanvoer en -afvoer worden in geringe mate belemmerd, maar dit veroorzaakt geen waterhuishoudkundige problemen; Geringe ruimte tussen duikerelementen toegestaan, mits geen lekstromen ontstaan. Verzorging: Graskanten en voegen zijn enigszins overgroeid; Grashoogte < 40 cm rondom gemalen, stuwen en inlaten; Duikers: > 60% schoon van doorstroomprofiel; Roosters: > 80% schoon. Bestrating (indien onderdeel van kunstwerk): Voegbreedte < 5 cm; Beperkte hoogteverschillen toegestaan. BASIS De duiker functioneert niet optimaal en ziet er matig verzorgd uit, waarbij beschadigen zichtbaar zijn en de wateraan- en afvoer worden belemmerd. De bestrating vertoont verzakkingen en reparaties zijn met ander materiaal en in een andere kleur uitgevoerd. Kwaliteitsnorm: per kunstwerk Schadebeeld, zie meetlat: Materialen kunstwerk niveau Laag. Functionaliteit: De wateraanvoer en -afvoer worden aanzienlijk belemmerd, dit veroorzaakt waterhuishoudkundige problemen; Geringe lekstromen vanwege ruimte tussen duikerelementen toegestaan. Verzorging: Graskanten en voegen zijn volledig overgroeid; Grashoogte < 50 cm rondom gemalen, stuwen en inlaten; Duikers: > 40% schoon van doorstroomprofiel; Roosters: > 60% schoon. Bestrating (indien onderdeel van kunstwerk): Voegbreedte < 8 cm; Hoogteverschillen toegestaan. LAAG 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 16

22 Peilregulerend kunstwerk Het kunstwerk functioneert naar behoren en ziet er schoon en netjes uit. Er is geen of weinig schade zichtbaar. Het kunstwerk kan veilig betreden en bediend worden. Kwaliteitsnorm: per kunstwerk Schadebeeld, zie meetlat: Materialen kunstwerk niveau Hoog. Functionaliteit: Volgens ontwerp; Geen ongewenste lekstromen. Verzorging: Graskanten zijn bijgemaaid; Geen vuil of graffiti op kunstwerk; Bestrating (indien onderdeel van kunstwerk): Voegbreedte < 2 cm; Geen hoogteverschillen. Gebruiksveiligheid: Stroefheid van de te betreden delen is goed onder alle weersomstandigheden. HOOG Elektrotechnisch en werktuigbouwkundig: Schadebeelden: kunnen voorkomen, maar beïnvloeden de bedrijfszekerheid en functionaliteit niet negatief Bedrijfszekerheid: De kans op uitval van het gemaal of delen daarvan is minimaal Storingen: per jaar treedt maximaal 1 storing op. Storingen worden binnen 1 werkdag opgelost/ verholpen Functionaliteit: Het gemaal heeft ruim voldoende capaciteit om het overschot aan water in het gebied achter het gemaal op te voeren Civieltechnisch en bouwkundig: Schadebeelden: kunnen voorkomen, maar hebben alleen gevolgen voor de esthetisch van waarde van het object Restlevensduur: 50 jaar of meer Constructieve veiligheid: komt in geen enkel geval in het geding Functionaliteit: voldoet in ruime mate aan de functionele eisen die aan het object worden gesteld maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

23 Materiaal kunstwerken Het kunstwerk ziet er nagenoeg als nieuw uit en vertoont geen of slechts lichte schade (beschadiging). Kwaliteitsnorm HOUT: per m2 Beschadigingen toegestaan, < 3 % en < 1 % aaneengesloten, diepte < 1 cm; Houtrot niet toegestaan. Behoudens op de grond- of waterlijn doorsnede afname < 10 % toegestaan. Kwaliteitsnorm STAAL: per m2 Conservering verkeert in goede staat, lichte kleurafwijkingen toegestaan indien het egaal over het gehele oppervlak optreedt. Ontbreken van de conservering toegestaan, < 1 %. Plaatselijk (op randen e.d.) lichte verwering toegestaan, glansverlies en lichte verkleuring; Beschadigingen toegestaan, lengte < 0,2 m en < 5 % van de lengte; Corrosie niet toegestaan. Kwaliteitsnorm BETON: per 10m2 Conservering verkeert in goede staat, lichte kleurafwijkingen toegestaan. Ontbreken van de conservering toegestaan, < 1 % aaneengesloten. Plaatselijk (op randen e.d.) lichte verwering toegestaan, glansverlies en lichte verkleuring; Beschadigingen toegestaan, < 1 % en diepte < 0,5 cm; Scheurvorming toegestaan, scheurwijdte < 0,25 mm; Carbonatatie geïnitieerde wapeningscorrosie niet toegestaan; Chloride geïnitieerde wapeningscorrosie niet toegestaan. Kwaliteitsnorm KUNSTSTOF: per m2 Beschadigingen toegestaan, < 3 % en < 1 % aaneengesloten, diepte < 5 mm. HOOG 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 18

24 Peilregulerend kunstwerk Het kunstwerk functioneert naar behoren en ziet er goed uit ondanks enkele beschadigingen. Het kunstwerk kan veilig betreden en bediend worden. Kwaliteitsnorm: per kunstwerk Schadebeeld, zie meetlat: Materialen kunstwerken niveau Basis. Functionaliteit: Volgens ontwerp; Geringe lekstromen, zonder dat ongewenste beïnvloeding van de peilregulering optreedt. Verzorging: Graskanten en voegen zijn enigszins overgroeid; Vuil of graffiti is in geringe mate op kunstwerk aanwezig; Bestrating (indien onderdeel van kunstwerk): Voegbreedte < 5 cm; Beperkte hoogteverschillen toegestaan. Gebruiksveiligheid: Stroefheid van de te betreden delen is voldoende onder alle weersomstandigheden. BASIS Elektrotechnisch en werktuigbouwkundig: Schadebeelden: komen voor en beïnvloeden de bedrijfszekerheid licht negatief maar beïnvloed de functionaliteit niet Bedrijfszekerheid: De kans op uitval van het gemaal of delen daarvan is klein Storingen: per jaar treden maximaal 2-4 storingen op. Storingen worden binnen 2 werkdagen opgelost/ verholpen Functionaliteit: Het gemaal heeft net voldoende capaciteit om het overschot aan water in het gebied achter het gemaal op te voeren Civieltechnisch en bouwkundig: Schadebeelden: komen voor, maar hebben op korte termijn geen gevolgen voor de functionaliteit of constructieve veiligheid Restlevensduur: jaar Constructieve veiligheid: komt op korte termijn in geen geval in het geding Functionaliteit: voldoet minimaal aan de functionele eisen van die aan het object worden gesteld maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

25 Materialen kunstwerken Het kunstwerk functioneert naar behoren, er is enige verwering en matige schade zichtbaar. Kwaliteitsnorm HOUT: per m2 Beschadigingen toegestaan, < 10 % en < 5 % aaneengesloten, diepte < 2 cm; Houtrot toegestaan, < 5 % en < 2 % aaneengesloten, diepte < 2 cm. Op de grond- of waterlijn doorsnede afname < 30% toegestaan. Kwaliteitsnorm STAAL: per m2 Conservering verkeert in redelijke staat, lichte kleurafwijkingen toegestaan. Ontbreken van de conservering toegestaan, < 5 % en < 2 % aaneengesloten. Structureel lichte verwering toegestaan, glansverlies en lichte verkleuring; Beschadigingen toegestaan, lengte < 0,5 m en < 10 % van de lengte; Beginnende corrosie (vliegroest) toegestaan, doorsnede afname < 1 mm en < 5 %. Kwaliteitsnorm BETON: per 10m2 Conservering verkeert in redelijke staat, lichte kleurafwijkingen toegestaan. Ontbreken van de conservering toegestaan, < 5 % en < 2 % aaneengesloten. Structureel lichte verwering toegestaan, glansverlies en lichte verkleuring; Beschadigingen toegestaan, < 2 % en diepte < 0,5 cm; Scheurvorming toegestaan, scheurwijdte < 0,25 mm; Carbonatatie geïnitieerde wapeningscorrosie toegestaan, < 3 plekken; Chloride geïnitieerde wapeningscorrosie niet toegestaan. Kwaliteitsnorm KUNSTSTOF: per m2 Beschadigingen toegestaan, < 10 % en < 5 % aaneengesloten, diepte < 10 mm. BASIS 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 20

26 Peilregulerend kunstwerk Het kunstwerk functioneert niet naar behoren en ziet er onverzorgd uit, waarbij beschadigen zichtbaar zijn. Het kunstwerk kan niet onder alle weersomstandigheden veilig betreden en bediend worden. Kwaliteitsnorm: per kunstwerk Schadebeeld, zie meetlat: Materialen kunstwerk niveau Laag. Functionaliteit: Onvoldoende; Aanzienlijke lekstromen, waarbij ongewenste beïnvloeding van de peilregulering optreedt. Verzorging: Graskanten en voegen zijn volledig overgroeid; Vuil of graffiti is in sterke mate op kunstwerk aanwezig; Bestrating (indien onderdeel van kunstwerk): Voegbreedte < 8 cm; Hoogteverschillen toegestaan. Gebruiksveiligheid: Stroefheid van de te betreden delen is niet onder alle weersomstandigheden voldoende. LAAG Elektrotechnisch en werktuigbouwkundig Schadebeelden: komen voor en vormen een bedreiging voor de bedrijfszekerheid en voor de functionaliteit Bedrijfszekerheid: Er is een redelijke kans op uitval van het gemaal of delen daarvan Storingen: per jaar treden meer dan 4 storingen op. Storingen worden niet binnen 2 werkdagen opgelost\ verholpen Functionaliteit: Het gemaal heeft onvoldoende capaciteit om het overschot aan water in het gebied achter het gemaal op te voeren Civieltechnisch en bouwkundig: Schadebeelden: komen voor en kunnen op korte termijn of hebben reeds gevolgen voor de functionaliteit en constructieve veiligheid van het object Restlevensduur: minder dan 10 jaar Constructieve veiligheid: kan op korte termijn in het geding komen of reeds in het geding Functionaliteit: de functionaliteit van het object is in het geding of dreigt op korte termijn in het geding te komen maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

27 Materiaal kunstwerken De functionaliteit van het kunstwerk verkeert in gevaar, er is verwering zichtbaar en grote schade zichtbaar. Kwaliteitsnorm HOUT: per m2 Beschadigingen toegestaan, < 25 % en < 10 % aaneengesloten, diepte < 3 cm; Houtrot toegestaan, < 10 % en < 5 % aaneengesloten, diepte < 3 cm. Op de grond- of waterlijn doorsnede afname < 60% toegestaan. Kwaliteitsnorm STAAL: per m2 Conservering verkeert in matige staat, kleurafwijkingen toegestaan. Ontbreken van de conservering toegestaan, < 25 % en < 10 % aaneengesloten. Structureel lichte verwering toegestaan, glansverlies en lichte verkleuring; Beschadigingen toegestaan, lengte < 1 m en < 20 % van de lengte; Beginnende corrosie (vliegroest) toegestaan, doorsnede afname < 1 mm en < 5 %; Kwaliteitsnorm BETON: per 10m2 Conservering verkeert in matige staat, kleurafwijkingen toegestaan. Ontbreken van de conservering toegestaan, < 20 % en < 10 % aaneengesloten. Structureel matige verwering toegestaan, zwaar glansverlies en duidelijke verkleuring; Beschadigingen toegestaan, < 10 % en < 5 % aaneengesloten, diepte < 1 cm; Scheurvorming toegestaan, scheurwijdte < 0,25 mm; Carbonatatie geïnitieerde wapeningscorrosie toegestaan, < 7 plekken; Chloride geïnitieerde wapeningscorrosie niet toegestaan. Kwaliteitsnorm KUNSTSTOF: per m2 Beschadigingen toegestaan, < 25 % en < 10 % aaneengesloten, diepte < 15 mm. LAAG 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 22

28 Zwerf- en drijfvuil Schoon, enkele stukjes zwerf- en drijfvuil aanwezig. Kwaliteitsnorm: Per 100m2 Zink- en drijfvuil (CROW-schoonheidsgraad A) Telmethode: stuks In water* 2 Tegen oever 5 Zwerfvuil (Nederland Schoon/CROW -schoonheidsgraad A: schoon) Telmethode: stuks Fijn (>1, <10cm, per 1m2) 1-3 Grof (>10cm, per 100m2) 1-3 Grofvuil (>50cm, per 100m2): 0 (direct verwijderen) HOOG * incl. zichtbaar zinkvuil / diepvuil Matig schoon, duidelijk meer stukjes zwerf- en drijfvuil aanwezig. Kwaliteitsnorm: Per 100m2 Zink- en drijfvuil (CROW-schoonheidsgraad B) Telmethode: stuks In water* 4 Tegen oever 10 Zwerfvuil (Nederland Schoon/CROW -schoonheidsgraad B: kan er mee door) Telmethode: stuks Fijn (>1, <10cm, per 1m2) 4-10 Grof (>10cm, per 100m2) 4-10 Grofvuil (>50cm, per 100m2): 0 (direct verwijderen) BASIS * incl. zichtbaar zinkvuil / diepvuil Vuil en rommelig, regelmatig zwerf- en drijfvuil aanwezig. Kwaliteitsnorm: Per 100m2 Zink- en drijfvuil (CROW-schoonheidsgraad C) Telmethode: stuks In water* 6 Tegen oever 15 Zwerfvuil (Nederland Schoon/CROW -schoonheidsgraad C: vuil) Telmethode: stuks Fijn (>1, <10cm, per 1m2) Grof (>10cm, per 100m2) Grofvuil (>50cm, per 100m2): 0 (direct verwijderen) LAAG * incl. zichtbaar zinkvuil / diepvuil maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water

29 Ruw gras Het gras wordt gemaaid en toont een egaal beeld zonder diepe kuilen. Kwaliteitsnorm: per 100 m1 onderhoudspad Geen sporen dieper dan 50 mm t.o.v. het normale profiel; Gesloten grasmat, kale plekken max. 5 m2; Geen houtachtige opslag; Het gras is gelijkmatig gemaaid en max. 40 cm hoog; Rond obstakels, hekwerken en randen is bijgemaaid. HOOG Het gras wordt gemaaid en toont een egaal beeld zonder diepe kuilen. Kwaliteitsnorm: per 100 m1 onderhoudspad Geen sporen dieper dan 100 mm t.o.v. het normale profiel; Gesloten grasmat, kale plekken max. 10 m2; Geen houtachtige opslag; Het gras is redelijk gelijkmatig gemaaid en max. 60 cm hoog; Rondom enkele obstakels, hekwerken en randen is bijgemaaid. BASIS Het gras wordt gemaaid en toont een egaal beeld zonder diepe kuilen. Kwaliteitsnorm: per 100 m1 onderhoudspad Geen sporen dieper dan 150 mm t.o.v. het normale profiel; Gesloten grasmat, kale plekken max. 20 m2; Geen houtachtige opslag; Het gras is niet gelijkmatig gemaaid en max. 80 cm hoog; Rond obstakels, hekwerken en randen wordt sporadisch bijgemaaid. LAAG 18 maart 2013 Versie 0.1 Toelichting Legger Stedelijk Water 24