Nocebo effect: Wat is het en hoe voorkom ik het?

Transcriptie

1 Nocebo effect: Wat is het en hoe voorkom ik het? Lieke Tweehuysen Promovendus reumatologie, Sint Maartenskliniek Nijmegen AIOS reumatologie, Rijnstate Arnhem

2 Niet van toepassing Disclosures

3 Inhoud Nocebo effect: DefiniGe Voorbeelden ConsequenGes Triggers Aanpak

4 DefiniGe 1961: Ontstaan of verergeren van klachten bij een pagënt door negageve verwachgngen over een behandeling Resultaat van: arts-pagënt communicage verwachgngen van pagënt Behandeling Posi9eve verwach9ng Placebo Behandeling Nega9eve verwach9ng Nocebo

5 Voorbeelden Patiënten onderzoek Migraine Neuropathische pijn Fibromyalgie VaccinaGe Allergologie Generieke subsgtuge Lactose intolerange Hart- en vaatziekten Ziekte van Parkinson PTSS Planès et al. Pharmacology Research & Perspec5ves 2016

6 NOR-SWITCH Gerandomiseerd dubbelblind non-inferioriteit onderzoek PaGënten met RA, PsA, axspa, morbus Crohn, coligs ulcerosa, psoriasis ConGnueren originator infliximab vs overstappen biosimilar infliximab Nocebo effect in zowel biosimilar- als referengegroep Jorgensen et al. Lancet 2017

7 BIO-SWITCH Juni 2015 Design: mulgcenter observagoneel prospecgef cohort onderzoek Doel: beoordelen effecgviteit, veiligheid en (ang-) infliximab spiegels van overstappen originator infliximab (REM) naar biosimilar infliximab (CT-P13) Inclusiecriteria: Volwassen pagënten met klinische diagnose RA, PsA of axspa Overgestapt van REM naar CT-P13 Tweehuysen et al. A&R 2018

8 BIO-SWITCH N = 192 Leedijd, jaren* 55 (14) Vrouw 52% Ziekteduur, jaren 14 [9-22] Diagnose, n RA PsA axspa REM behandelduur, jaren* 7 (4) REM interval, weken 8 [6-8] REM dosis, mg/kg* 3.3 (1.2) DAS28-CRP (RA, PsA)* 2.2 (0.9) BASDAI (axspa)* 3.8 (2.0)

9 BIO-SWITCH 24% (47/192) pagënten zijn met CT-P13 gestaakt in 6 maanden follow-up Kaplan-Meier survival estimate Number at risk Time (months) 192 (4) 188 (10) 178 (15) 163 (5) 158 (6) 152 (7) % CI Survivor function

10 BIO-SWITCH Reden staken N = 47 Ervaren ineffecgviteit 26 Ervaren bijwerkingen 11 Ervaren ineffecgviteit en bijwerkingen 10 Meest voorkomende bijwerkingen kunnen worden gedefinieerd als subjecgeve gezondheidsklachten Bv: gewrichtspijn, vermoeidheid, jeuk, spierpijn, hoofdpijn, malaise

11 BIO-SWITCH TJC VAS ziekteactiviteit TJC aantal Baseline Staken Baseline Staken SJC CRP SJC aantal CRP (mg/l) Baseline Staken Baseline Staken

12 BIO-SWITCH Mogelijke verklaringen voor hoog stakingspercentage CT-P13: CT-P13 minder effecgef/veilig dan REM. Onwaarschijnlijk omdat: NOR-SWITCH: non-inferieur BIO-SWITCH: farmacokinegek en immunogeniciteit 0 6 mnd vergelijkbaar BIO-SWITCH: objecgeve ziekteacgviteit 0 6 mnd vergelijkbaar BIO-SWITCH: met name subjecgeve gezondheidsklachten Nocebo effect

13 Open-label CT-P13 onderzoeken Auteur Ziektebeeld Follow-up duur Stakingspercentage Tweehuysen et al 2018 Glintborg B et al 2017 Nikiphorou E et al 2015 Avouac et al 2017 Smits et al 2016 Schmitz et al 2017 Boone et al 2018 RA, PsA, axspa 6 mnd 47/192 (24%) RA, PsA, axspa 1 jaar 132/802 (16%) RA, PsA, axspa 11 mnd 11/39 (28%) RA, axspa, IBD 34 wkn 59/260 (23%) IBD 1 jaar 15/83 (18%) IBD 1 jaar 35/133 (26%) RA, PsA, axspa, IBD 9 mnd 23/125 (18%)

14 ConsequenGes SubjecGeve gezondheidsklachten Psychische stress Therapieontrouw MedicaGeverspilling Vertrouwensbreuk tussen pagënt en arts Kosten

15 Triggers Gebrek aan kennis over biosimilars Geen uniforme communicage NegaGef gegnte informage

16 Aanpak Adequaat informeren van pagënten over overstap (CBG, FMS, NVR) Trigger Gebrek aan kennis Geen uniforme communicage NegaGef gegnte informage Ac9es EducaGe zorgverleners Sod-skills training zorgverleners MulGstakeholder projecqeam Met één stem spreken NVZA / FMS toolbox biosimilars PosiGeve framing

17 BIO-SPAN Hypothese: Acceptatie Communicatie strategie Verwachtingen + Nocebo effect Uitval

18 BIO-SPAN Juni 2016 Design: observagoneel prospecgef gecontroleerd cohort onderzoek Inclusiecriteria overstap cohort: Volwassen pagënten met klinische diagnose RA, PsA of axspa Overgestapt van originator etanercept naar biosimilar etanercept (SB4) Tweehuysen et al. A&R 2018

19 BIO-SPAN vs BIO-SWITCH BIO-SPAN BIO-SWITCH Overstap (%) 635 / 642 (99%) 196 / 222 (88%) Stakings (%) 60 / 625 (10%) 47 /192 (24%) Verklaringen: v CommunicaGestrategie v Ervaring zorgverleners v Minder groupthink effect

20 Conclusie Nocebo effect is een lang bekend fenomeen dat behandeluitkomsten negagef beïnvloedt Nocebo effect kan optreden bij de overstap naar een biosimilar PrevenGe van nocebo effect is belangrijk om een opgmaal resultaat met biosimilars te behalen (gelijkwaardige effecgviteit met lagere kosten) Door vooraf een plan op te stellen over hoe er met pagënten wordt gecommuniceerd over biosimilars (posigeve framing) kan het noceboeffect worden verminderd

21 Vragen? Lieke Tweehuysen