Studiegids Master. Kunstbeleid en -management

Transcriptie

1 Kunstbeleid en -management 1. Over het masterprogramma 2. Cursusaanbod en inschrijfprocedure 3. Waar kunt u terecht voor meer informatie? Studiegids Master

2 Jaarrooster september oktober november ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo december januari februari ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo maart april mei ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo juni juli augustus ma ma ma di di di wo wo wo do do do vr vr vr za za za zo zo zo Onderwijsperiode 1 Onderwijsperiode 2 Introductieweek Onderwijsperiode 3 Onderwijsperiode 4 Kerst-/zomerreces Feestdagen Onderwijsvrije dagen z.o.z. voor toelichting en opmerkingen Toelichting 1 Officiële feestdagen Op officiële feestdagen is de faculteit gesloten. In collegejaar 2007/2008 zijn dat de volgende dagen: - Kerstmis: 25 en 26 december 07* - Koninginnedag: 30 april 08 - Nieuwjaar: 1 januari 08 - Bevrijdingsdag: 5 mei 08 - Goede vrijdag: 21 maart 08 - Hemelvaart: 1 mei 08 - Pasen: 23 en 24 maart 08 - Pinksteren: 11 en 12 mei 08 * Het kerstreces (onderwijsvrije dagen) is van maandag 24 december 2007 tot en met vrijdag 4 januari Vanwege collectieve sluitingsdagen zullen de Letterenpanden gesloten zijn van maandag 24 december 2007 tot woensdag 2 januari 2008 en op vrijdag 2 mei Semesters Het collegejaar is verdeeld in twee semesters van elk 2 onderwijsperiodes. Semester I - Onderwijsperiode 1: 3 september 07 t/m 2 november 07 Onderwijsperiode 2: 12 november 07 t/m 25 januari 08 Semester II - Onderwijsperiode 3: 4 februari 08 t/m 11 april 08 Onderwijsperiode 4: 21 april 08 t/m 27 juni Meer informatie Bezoek de website van de Faculteit der Letteren 2. Introductie eerstejaars De introductie voor de eerstejaars vindt plaats in de eerste week van het collegejaar. In collegejaar 2007/2008 is dat van 3 t/m 7 september 2007.

3 Inhoudsopgave Inleiding 5 1 Over de masteropleiding Kunstbeleid en management De masteropleiding in het kort (algemene beschrijving opleiding): twee tracés, doelstellingen en eindtermen Tracé Kunst- en mediabeleid Programmaopbouw Eindwerkstuk en scriptie Vrijstellingen Stage Studeren in het buitenland Toekomstperspectieven Studiebegeleiding Tracé Sturing creatief ontwerp Programmaopbouw Scriptie Vrijstellingen Stage Studeren in het buitenland Toekomstperspectieven Studiebegeleiding Examen (eisen, aanvraagprocedure, judicia etc.) Exameneisen Aanvraagprocedure Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking 14 2 Cursusaanbod en inschrijfprocedure Inschrijfprocedure Shortlist cursussen Cursusbeschrijvingen 17 3 Waar kunt u terecht voor meer informatie? Belangrijke webadressen Secretariaat Studiepunt Boekmanstichting Ministerie van OC en W 41 4 Medewerkers 42

4 Inleiding Deze studiegids bevat informatie over het masterprogramma Kunstbeleid en management. Het programma kent twee tracés: Kunst- en Mediabeleid (KMB) en Sturing van Creatief Ontwerp (SCO). U vindt in deze gids informatie over de opbouw van de opleiding over de eisen die aan het examen worden gesteld. In de gids staan tevens de beschrijvingen van de cursussen die door de opleiding worden aangeboden. Opleidingsstatuut Het Opleidingsstatuut van de Faculteit Geesteswetenschappen is een aanvulling op deze studiegids. In het statuut staan de algemene universitaire en facultaire regelingen beschreven, inclusief de rechten en de plichten van zowel de studenten als de Universiteit Utrecht. Het Opleidingsstatuut is digitaal beschikbaar via de website van het StudiePunt Letteren: Onderwijs-en examenregeling (OER) Iedere opleiding van de Universiteit Utrecht kent een eigen onderwijs- en examenregeling (OER). Daarin worden de doelen en eindtermen per opleiding beschreven en worden de programma s vastgesteld. Tevens worden in de OER de regels ten aanzien van het volgen van cursussen, toetsing en examinering per cursus of opleiding vastgesteld. Op www2.let.uu.nl/solis/onderwijs/oer/ kunt u de OER raadplegen voor het cursusjaar Natuurlijk kunt u voor nadere informatie altijd terecht bij het StudiePunt Letteren Online: 5

5 1. Over de masteropleiding Kunstbeleid en management (KBM) 1.1 Twee tracés De masteropleiding KBM is onderverdeeld in twee tracés. Het tracé Kunst- en mediabeleid (KMB) en het tracé Sturing Creatief ontwerp (SCO). In deze studiegids worden alle onderdelen van de beide tracés achtereenvolgens afzonderlijk besproken. In deze studiegids worden in paragraaf 1.2 alle onderdelen van het tracé KMB besproken. In paragraaf 1.3 komen de onderdelen van tracé SCO aan bod. 1.2 Tracé Kunst- en mediabeleid - Algemene beschrijving, inclusief doelstelling en eindtermen Het tracé KMB richt zich op de bestudering van de bestuurlijke, beleidsmatige en zakelijke aspecten van kunst en cultuur. Zij doet dit in het bijzonder voor de beeldende kunst, muziek, theater, film, televisie en literatuur. De master leidt studenten op tot (toegepast) onderzoeker op het gebied van kunst- en mediabeleid. Tevens worden studenten voorbereid voor onder andere beroepen als programmeur, beleidsmedewerker bij culturele instellingen of overheidsinstellingen. De doelstelling van de opleiding is om de student op meerdere deelgebieden van kunst- en mediabeleid op de hoogte te brengen en vertrouwd te laten raken met de stand van zaken met betrekking tot de (inter-)nationale historische en theoretische discussies. Daarnaast wil de opleiding de student in staat stellen daarop kritisch te reflecteren en de verworven kennis en vaardigheden te relateren aan een breed scala aan (praktijk) problemen op de terreinen van kunst en cultuur. Een sterke nadruk ligt op het vertalen van academische kennis en vaardigheden naar vraagstukken uit het veld van kunst en cultuur. De kennis en vaardigheden die de student zich eigen moet maken tijdens deze masteropleiding laten zich samenvatten in de volgende eindtermen. Een afgestudeerde heeft: kennis van de belangrijkste historische ontwikkelingen van het kunst en cultuurbeleid gedurende de laatste decennia en kennis van de wijze waarop men deze kan onderzoeken; kennis van theoretische inzichten die aan de totstandkoming van cultuurbeleid ten grondslag liggen op een verdiepend en gevorderd niveau; kennis van de wijze waarop dit beleid tot stand komt en wordt uitgevoerd op gevorderd niveau; kennis en inzicht in de wijze waarop een kunstbedrijf of een culturele instelling werkt, waarop ze bestuurd en geleid wordt, de gestelde taken uitvoert en positie kiest in het krachtenveld van kunstenaars, publiek, overheden en andere instellingen; realistisch inzicht in en ervaring met de omstandigheden waaronder in zulke organisaties gewerkt wordt. Een afgestudeerde is in staat om: te werken met verschillende methoden en benaderingen die binnen Kunst- en mediabeleid worden gehanteerd op een verdiepend en gevorderd niveau; wetenschappelijke discussies met betrekking tot het terrein van Kunst- en mediabeleid te volgen en te beoordelen; een breed scala van relevante vraagstukken snel en adequaat te analyseren en een passende methodische aanpak te formuleren; zelfstandig (toegepast) onderzoek op een deelgebied van Kunst- en mediabeleid op te zetten en uit te voeren. 6

6 1.2.1 Programma-opbouw tracé Kunst en Mediabeleid (KMB) Kunstbeleid op Maat Cursuscode: ,5 ects Europees Cultuurbeleid Cursuscode: ,5 ects Kwesties, methoden, theorieën Cursuscode: ,5 ects Masterstage Cursuscode: ,5 ects Onderzoeksseminar 1 Cursuscode: ,5 ects Onderzoeksseminar 2 Cursuscode: ,5 ects Keuze: Onderzoeksseminar 3 MA-Scriptie Cursuscode: ects Cursuscode: ,5 ects MA-eindwerkstuk KBM Cursuscode: ,5 ects Toelichting keuze: Indien een student kiest voor Onderzoeksseminar 3, dan wordt de verslaggeving van het afstudeeronderzoek MA-eindwerkstuk KBM genoemd en is 7,5 ECTS/studiepunten Eindwerkstuk en scriptie Het eindwerkstuk of de scriptie, ook thesis genoemd, is het eindproduct van de masteropleiding. Dit onderzoek is idealiter gekoppeld aan de onderzoeksstage: in de stage verzamelde data worden verwerkt in de thesis. Het eindwerkstuk of de scriptie vormt het sluitstuk van de opleiding: in de scriptie doet de student verslag van zelfstandig wetenschappelijk onderzoek. Daarbij gaat hij/zij te werk volgens de regels en de methoden die in het wetenschapsgebied van de betrokken specialisatie gangbaar zijn. In het werkstuk moeten herkenbaar aanwezig zijn: - een probleemstelling; - een kritische beschrijving van de stand van de kennis met betrekking tot het gestelde probleem; - een kritische verantwoording van het gebruikte empirische materiaal (eigen dataverzameling, bestaande bronnen); - een beschrijving en verantwoording van de gebruikte onderzoeksmethode(n); - een betoog, waarin het empirische materiaal gepresenteerd wordt op een in verband met de vraagstelling logische manier; - een conclusie en een nabeschouwing omtrent de waarde van de in de scriptie geproduceerde kennis in het licht van de probleemstelling; - een bibliografie, een notenapparaat. Het uitvoeren van het afstudeeronderzoek is onderdeel van het individuele studietraject, waaraan men mag pas beginnen wanneer men minimaal 22,5 ECTS voor het cursorische onderdeel heeft behaald Vrijstellingen Over mogelijke vrijstellingen moet tijdig worden overlegd met de toelatingscommissie Stage De stage is gekoppeld aan het master eindwerkstuk en moet dan ook een onderzoeksstage zijn. Aan het begin van het collegejaar wordt in een plenaire bijeenkomst nadere toelichting op (het vinden van) de stageplek gegeven. Gedetailleerde informatie over stage kunt u vinden in de facultaire stageregeling. Deze is te verkrijgen bij het StudiePunt Letteren (Drift 8). De regeling staat samen met het aanbod van stageplaatsen ook op internet.: 7

7 1.2.5 Studeren in het buitenland Studenten kunnen, afhankelijk van het programma, studeren in het buitenland, maar ook onderzoek doen of stage lopen. Er zijn op facultair en universitair niveau verschillende beursmogelijkheden en er wordt met veel universitaire instellingen zowel binnen als buiten Europa samengewerkt. Kijk op de website van het International Office: Voor de uitwisselingsprogramma's op universitair niveau en beurzen via culturele akkoorden met andere landen kunnen studenten het beste de brochure Studeren in het buitenland raadplegen. Deze brochure is verkrijgbaar bij het International Office. Studenten die serieus overwegen om een stage of andere studieonderdelen in het buitenland te volgen dienen ruim van te voren contact op te nemen met hun tutor of de mastercoördinator om te bespreken of het mogelijk is om de beoogde cursussen of stage mee te laten tellen voor de MA Kunstbeleid en - management. Als dat inhoudelijk mogelijk is, zal bovendien een speciaal verzoek moeten worden ingediend bij de examencommissie waarbij aanvullende informatie verstrekt zal moeten worden wat betreft inhoud, omvang, niveau en toetsingswijze Toekomstperspectieven De voorloper van het tracé KMB was de specialisatie Kunstbeleid en management binnen de verschillende letterenopleidingen. Afgestudeerden die deze specialisatie hebben gevolgd zijn op zeer onderscheiden plekken in de kunst- en cultuurwereld terechtgekomen. D.w.z. op het terrein van het kunst-, cultuur- en mediabeleid, zowel lokaal, provinciaal als landelijk. Maar ook hebben velen een baan gevonden als manager in de verschillende kunst- en cultuurbedrijven. Daarbij kan men denken aan musea, theater, televisiemaatschappijen, uitgeverijen et cetera. Afgestudeerden aan deze opleiding hebben altijd bovengemiddeld gescoord waar het ging om het vinden van werk. Voor het bereiken van deze doelstellingen dient echter wel aan enkele voorwaarden voldaan te worden. Wie zich met vrucht aan deze masteropleiding wil zetten, dient over het volgende te beschikken: a) een grote affiniteit met cultuur en met de actuele ontwikkelingen in het eigen kunstvak b) een méér dan gemiddelde aandacht voor zaken die met cultuurbeleid te maken hebben c) de bereidheid om zich in te stellen op een toekomstige werkkring die een hoge inzet vraagt d) onberispelijke schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid Studiebegeleiding Tijdens de masteropleiding wordt een tutor toegewezen uit de kernstaf van Kunst- en mediabeleid; deze docent treedt op als coach gedurende het masterprogramma. Er zullen ten minste twee gesprekken tussen student en tutor plaatsvinden, waarin studieplanning, de ideeën omtrent stage en het onderwerp voor het afstudeeronderzoek aan bod komen. Voor het afstudeertraject zal de stage- en scriptiebegeleider worden toegewezen en volgt deze de tutor op in de begeleiding van de student. 1.3 Tracé Sturing creatief ontwerp - Algemene beschrijving, inclusief doelstelling en eindtermen Het tracé SCO richt zich op de bestudering van sturingsvraagstukken in de creatieve ontwerpprocessen door multidisciplinaire teams, met name in wereld van de nieuwe media, maar ook in de beeldende kunst, muziek, literatuur, theater, film en televisie. Dit tracé wordt verzorgd door de Professional School of the Arts Utrecht (PSAU; Het programma van het tracé SCO bestaat uit twee semesters. Het eerste semester werkt de student in een multidisciplinair team aan een concrete opdracht voor een echte opdrachtgever. De groepen bestaan uit een mix van zowel universitaire- als HBO-studenten met verschillende achtergronden, afgestemd op het project. De student krijgt te maken met budget(bewaking), deadlines, overleg/afspraken met de opdrachtgever, met een afgesproken eindproduct en de presentatie daarvan. De student neemt aan het project deel vanuit zijn/haar eigen expertise en leert om kennis en producten uit het eigen specialisme bruikbaar te maken voor de teamleden. Een wetenschapper zal dus geen website gaan ontwerpen, een designer zal geen methodisch plan opstellen. Wel zal de wetenschapper bijvoorbeeld doelmatigheidsonderzoek doen en zal de designer moeten aangeven welke antwoorden vanuit onderzoek nodig zijn om het ontwerp te optimaliseren. De uiteindelijke producten komen voort uit een continue samenwerking. Met elkaar 8

8 zorgen de studenten uit de verschillende disciplines dat de opdrachtgever krijgt waar om gevraagd is. Het project wordt begeleid door twee docenten en ondersteund door diverse modules en supportive studies, zoals bijvoorbeeld Methods of Research. Tijdens het tweede semester ontwerpt de student een individueel studietraject, op basis van disciplinaire achtergrond en ervaringen in het groepsproject. Dit studietraject bestaat uit een individueel onderzoeksproject, dat wordt ondersteund door verdiepende en verbredende cursussen, seminars en tutorials alsmede een stage. Het studietraject vormt de praktische invulling van de persoonlijke leervraag van de student. Deze persoonlijke leervraag verwoordt de professionele ambitie van de student, waarbij de vraag welke kennis en vaardigheden hij nodig heeft om in een bepaalde sector of functie werkzaam te kunnen zijn centraal staat. De master wordt afgesloten met een scriptie of thesis waarin verslag wordt gedaan van het individuele onderzoeksproject. De kennis en vaardigheden die de student zich eigen moet maken tijdens deze masteropleiding laten zich samenvatten in de volgende eindtermen. De afgestudeerde: o heeft diepgaande kennis van en inzicht in het vakgebied dat de major heeft gevormd in het bachelor programma en weet deze kennis te betrekken op beleids- en sturingsvraagstukken met betrekking tot kunst en cultuur. o heeft de vaardigheid om zelfstandig problemen op het terrein van kunstbeleid en - management te signaleren, formuleren, analyseren en eventuele oplossingen aan te dragen. o heeft de vaardigheid om onderzoek uit te voeren en daarover te rapporteren op een wijze die voldoet aan de gebruikelijke disciplinaire normen. o beschikt over professionele en academische vaardigheden, in het bijzonder met betrekking tot het toepassen van de disciplinaire kennis in multidisciplinaire omgevingen anderen, het participeren in multidisciplinaire omgevingen, het projectmatig werken. o is in staat om kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien o is in staat om conclusies, alsmede kennis, motieven in overwegingen die hieraan ten grondslag liggen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of nietspecialisten Programmaopbouw tracé Sturing van het Creatief Ontwerp (SCO) 1 Multidisciplinair project Groepsproject Theorie van creatieve maakprocessen Actualiteiten uit de praktijk van het creatief ontwerp 2 Cursuscode: ects Cursuscode: ,5 ects Cursuscode: ,5 ects Kwesties, methoden, theorieën Keuze: 3 Cursuscode: ,5 ects Masterstage MA-Scriptie Cursuscode: ects PSAU individual module Cursuscode: ,5 ects MA-eindwerkstuk 4 Cursuscode: Cursuscode: ,5 ects 7,5 ects Toelichting keuze: Indien een student kiest voor een PSAU individuele verdiepende module, dan wordt de verslaggeving van het afstudeeronderzoek MA-eindwerkstuk genoemd en is 7,5 ECTS. 9

9 1.3.2 Scriptie De scriptie, ook thesis genoemd, is het eindproduct van de masteropleiding. In de scriptie wordt verslag gedaan van het individuele onderzoeksproject dat in het tweede semester wordt uitgevoerd. Dit onderzoeksproject is idealiter gekoppeld aan een onderzoeksstage: in de stage verzamelde data worden verwerkt in de scriptie. De scriptie vormt het sluitstuk van de opleiding: in de scriptie doet de student verslag van zelfstandig wetenschappelijk onderzoek. Daarbij gaat hij/zij te werk volgens de regels en de methoden die in het wetenschapsgebied van de betrokken specialisatie gangbaar zijn. In het werkstuk moeten herkenbaar aanwezig zijn: - een probleemstelling; - een kritische beschrijving van de stand van de kennis met betrekking tot het gestelde probleem; - een kritische verantwoording van het gebruikte empirische materiaal (eigen dataverzameling, bestaande bronnen); - een beschrijving en verantwoording van de gebruikte onderzoeksmethode(n); - een betoog, waarin het empirische materiaal gepresenteerd wordt op een in verband met de vraagstelling logische manier; - een conclusie en een nabeschouwing omtrent de waarde van de in de scriptie geproduceerde kennis in het licht van de probleemstelling; - een bibliografie, een notenapparaat Vrijstellingen Over mogelijke vrijstellingen moet tijdig worden overlegd met de toelatingscommissie Stage De stage vormt een passend onderdeel binnen het individuele onderzoeksproject (Individual (external) projectmodule). De stage is niet verplicht maar wordt wel sterk aangeraden. De stage is een relevante omgeving waar ervaringen of data verzameld worden, die gebruikt worden voor het individuele onderzoeksproject en de daaraan gekoppelde scriptie. In plaats van een stage kan ook voor een extra mastercursus worden gekozen Studeren in het buitenland U kunt, afhankelijk van het programma, studeren in het buitenland, maar ook onderzoek doen of stage lopen. Er zijn op facultair en universitair niveau verschillende beursmogelijkheden en er wordt met veel universitaire instellingen zowel binnen als buiten Europa samengewerkt. Kijk op de website van het International Office: Voor de uitwisselingsprogramma's op universitair niveau en beurzen via culturele akkoorden met andere landen kunt u het best de brochure Studeren in het buitenland raadplegen. Deze brochure is verkrijgbaar bij het StudiePunt Letteren en het International Office. Studenten die serieus overwegen om een stage of andere studieonderdelen in het buitenland te volgen dienen ruim van te voren contact op te nemen met hun tutor of de mastercoördinator om te bespreken of het mogelijk is om de beoogde cursussen of stage mee te laten tellen voor de MA Kunstbeleid en - management. Als dat inhoudelijk mogelijk is, zal bovendien een speciaal verzoek moeten worden ingediend bij de examencommissie waarbij aanvullende informatie verstrekt zal moeten worden wat betreft inhoud, omvang, niveau en toetsingswijze Toekomstperspectieven Het tracé SCO bereidt studenten voor op functies in de praktijk van de creative industry, het beleidsveld van kunst en cultuur en in het algemeen op academische beroepen op het terrein van creative development, zowel in Nederland als in buitenland. Te denken valt aan functies als: Programmamaker, programmeur bij omroepen, filmtheaters en kunst- en cultuurinstellingen Projectmanager, conceptontwikkelaar of eindredacteur bij webproducties, games en andere digitale producties. Medewerker voor onderzoek, publiciteit of educatie bij kunst- en cultuurinstellingen Researcher, redacteur bij omroepen, commerciële bedrijven en kunst- en cultuurinstellingen Organisator en/of programmeur festivals 10

10 De brede culturele vorming, de analytische vaardigheden en de mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid van de toekomstige afgestudeerde maken hem/haar ook breed inzetbaar in andere beroepsvelden waar probleemanalyse, informatieoverdracht en presentatie een grote rol spelen. Tevens bereidt de master studenten voor op de opleiding tot wetenschappelijk onderzoeker op het gebied van kunstbeleid en management Studiebegeleiding Het tracé SCO voorziet in een uitgebreid tutoraat. Daarin wordt de student intern begeleid door een tutor. De student bespreekt zijn studievoortgang en studieplanning met de tutor. De persoonlijke leervraag van de student staat centraal binnen de begeleiding. Deze persoonlijke leervraag verwoordt de professionele ambitie van de student, waarbij de vraag welke kennis en vaardigheden hij nodig heeft om in een bepaalde sector of functie werkzaam te kunnen zijn centraal staat. Het bespreken van voorstellen omtrent het vormgeven van het individuele studietraject maken een belangrijk deel uit van de begeleiding. 1.4 Examen Exameneisen De exameneisen van de masteropleiding Kunstbeleid en -management staan geformuleerd in de Onderwijs- en Examenregeling. Deze regeling is te vinden via www2.let.uu.nl/solis/onderwijs/oer/. Let op: De tekst in dit hoofdstuk is richtinggevend en gezaghebbend voor de procedures en deadlines rond het aanvragen en afleggen van examens. Ga niet zonder meer af op mondelinge toezeggingen van individuele personen. Daaraan kun je geen rechten ontlenen. Van de procedures en deadlines voor examenaanvragen wordt niet afgeweken. Evenmin wordt erover onderhandeld. Het heeft dus geen zin om via docenten, studie-adviseur of anderen uitzonderingen hierop te bepleiten Examencommissie Correspondentie betreffende (onderdelen van) het masterexamen dient te worden gericht aan de secretaris van de examencommissie: dr. F. de Glas Kromme Nieuwegracht 29, 3512 HD Utrecht Kamer 1.43 (postvak in kamer 1.22) Telefoon: Op iedere brief dienen altijd de navolgende gegevens te worden vermeld. Voorletters, familienaam en studentnummer Adres & postcode Telefoonnummer vaste telefoon (kengetal en abonneenummer) -adres Telefoonnummer mobiele telefoon Datum Voorts dienen de volledige, officiële namen en codes van de betrokken onderdelen te worden opgegeven. De examencommissie komt in beginsel iedere laatste woensdag van de maand bijeen (met uitzondering van de maand juli). Indien op deze laatste woensdag de universiteitsgebouwen gesloten zijn (bijvoorbeeld in geval van feestdagen of collectieve ADV), vindt de vergadering een week eerder plaats. Er zijn dus 11 zittingen per jaar. Voor de masteropleidingen binnen het Departement Media- en Cultuurwetenschappen zullen slechts bij hoge uitzondering, in zeer bijzondere gevallen, vrijstellingen verleend worden of toestemming om buitenlandse cursusonderdelen in het masterdossier op te nemen. Verzoeken tot vrijstelling of tot inpassing van buitenlandse onderdelen dienen met redenen omkleed ingediend te worden bij de examencommissie, waarbij aanvullende informatie moet worden meegezonden over 11

11 inhoud, omvang, niveau, toetsingswijze en (in geval van verzoek tot vrijstelling) behaald cijfer van de cursus(sen) Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. In het bijzonder worden de volgende gedragingen als fraude beschouwd: in een schriftelijk werkstuk of elektronisch document gegevens of tekstgedeelten van anderen over te nemen zonder bronvermelding, hetzij uit boeken, tijdschriften of andere schriftelijke bronnen, hetzij van Internet; een schriftelijk werkstuk of onderdelen daarvan in te leveren dat reeds eerder is overgelegd voor het behalen van studiepunten voor een andere cursus. tijdens het tentamen boeken, syllabi, aantekeningen of andere geschriften waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan, bij zich te hebben; tijdens het tentamen bij mede-examinandi af te kijken of met hen, op welke wijze dan ook, binnen of buiten de tentamenruimte, informatie uit te wisselen; zich tijdens het tentamen uit te geven voor iemand anders; zich op tentamen door iemand anders te laten vertegenwoordigen; de hem uitgereikte vragenformulieren en/of antwoordformulieren te verwisselen of met anderen uit te wisselen; zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen of opgaven van het desbetreffende tentamen; tijdens het tentamen in het bezit te zijn van een voorgeprogrammeerde rekenmachine, een buzzer, een mobiele telefoon of enig ander apparaat met een vergelijkbare functie; Wanneer bij of ten aanzien van een tentamen dan wel na inlevering van een schriftelijk werkstuk fraude wordt geconstateerd of ernstig vermoed, deelt de examinator of de surveillant dit terstond mee aan de examinandus en maakt daarvan een aantekening op het door de examinandus in te leveren of ingeleverde werk. Tevens neemt de examinator of de surveillant eventuele bewijsstukken in. Zo spoedig mogelijk na afloop van het tentamen respectievelijk na de correctie van het voornoemde schriftelijke werkstuk, brengt de examinator een schriftelijk verslag uit aan de examencommissie en de student over de geconstateerde dan wel vermoede fraude. De voorzitter van de examencommissie stelt de examinandus in de gelegenheid te reageren op het verslag van de examinator. De reactie kan, naar keuze van de examinandus, schriftelijk dan wel mondeling worden gegeven. De examencommissie kan, afhankelijk van de ernst van de gepleegde fraude, één of meer van de volgende maatregelen opleggen: ongeldig verklaring van het afgelegde tentamen; uitsluiting van het tentamen voor het betreffende onderdeel voor ten hoogste een jaar; uitsluiting van andere tentamens voor ten hoogste een jaar; uitsluiting van de opleiding. De examencommissie kan bij de vaststelling van één van deze maatregelen eventuele eerdere fraude door de examinandus mede in aanmerking nemen. De examencommissie stelt de examinandus terstond schriftelijk in kennis van haar besluit, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 12

12 1.4.2 Aanvraagprocedure Data examencommissie-zittingen In het studiejaar dienen examenaanvragen te worden ingediend één week voor de Examencommissiebijeenkomst die (vier weken) voorafgaat aan de beoogde Examendatum. LET OP: in juli is het secretariaat gesloten. Wie eind augustus 2008 het examen vastgesteld wil zien, dient uiterlijk 18 juni 2008 het dossier in te leveren. Dit alles conform het volgende schema: Evt. vooradvies over aanvraag Juni 2007 Begin sept. Begin oktober Begin nov. Eind november Begin jan. 08 Begin februari Begin maart Begin april Begin mei Begin juni Deadline inlevering Examendossier 22 augustus september 24 oktober 21 november 12 december 23 januari februari 19 maart 16 april 21 mei 18 juni Voorlopige controle op compleetheid 29 augustus september 31 oktober 28 november 19 december 30 januari februari 26 maart 23 april 28 mei 25 juni Vaststelling Examen: Examendatum 26 september 31 oktober 28 november 19 december 30 januari februari 26 maart 23 april 28 mei 25 juni 27 augustus Diplomauitreiking Begin blok 2 Begin blok 2 Begin blok 3 Begin blok 3 Begin blok 3 Begin blok 4 Begin blok 4 Begin blok 1 Begin blok 1 Begin blok 1 Begin blok 1 Data diploma-uitreikingen worden via bekend gemaakt. Let op: Van de procedures en deadlines die gelden voor examenaanvragen wordt niet afgeweken en er wordt evenmin over onderhandeld (het heeft dus geen zin om via docenten of anderen uitzonderingen hierop te bepleiten). Het masterexamen wordt niet automatisch toegekend na het behalen van 60 ECTS aan studiepunten: het moet aangevraagd worden. Wie op een van de hierboven genoemde data zijn masterexamen wil behalen, moet conform het hierbij afgedrukte tijdschema tijdig een complete examenaanvraag indienen bij het TFTV-secretariaat (KNG 29, kamer 1.22). Let op: er zijn per masteropleiding uiteenlopende aanmeldingsformulieren beschikbaar. Bij de aanvraag moet u de volgende stukken overleggen: het geheel ingevulde en ondertekende aanmeldingsformulier; een recente OSIRIS-print met eindresultaten (geen deelresultaten) van de gevolgde cursussen en de behaalde studiepunten (let wel: het dossieroverzicht moet als datum hebben de maand waarin het examen wordt aangevraagd!); een kopie van je bewijs tot toelating tot de masteropleiding; laatst behaalde diploma (VWO dan wel een vervolgopleiding) of kopie van uw paspoort (dit wordt gevraagd ter controle van de juiste notering van naam en voornamen, geboortedatum en geboorteplaats); een bewijs van inschrijving aan de Universiteit Utrecht als voltijdstudent met het examendoel Master (examens kunnen alleen worden afgelegd indien men op de datum van de examenvaststelling correct staat ingeschreven). een afschrift van het bericht waarin bevestigd wordt dat de digitale tekst van de MA scriptie Kunstbeleid en -management is geupload naar de digitale database van het Departement Media- en Cultuurwetenschappen (webadres zie Examen-aanvraagformulier). De verantwoordelijkheid voor het completeren van het in te leveren dossier, ligt uitsluitend bij de betreffende student. Dus niet bij het secretariaat van het betreffende onderwijsinstituut; niet bij de docent van onderdelen die nog moeten worden afgesloten; niet bij het Studiepunt Letteren; niet bij de (secretaris van) de examencommissie. De student dient vooraf zelf te inspecteren of het aan te leveren recente OSIRIS-overzicht compleet en correct is, en bij omissies navraag te doen bij de Studie-administratie Letteren (SAL). Indien cijfers ontbreken, dan dient de student zelf er zorg voor te dragen dat aanvullende bewijsstukken, zoals toetsverklaringen, worden verkregen (hiervoor kan men niet doorverwijzen naar de betreffende docenten). De student dient eveneens vooraf zelf te controleren of het dossier voldoet aan alle eisen van het masterexamen. 13

13 De examencommissie stelt een week na indiening van het dossier vast of het geaccepteerd kan worden, dat wil zeggen of het volledig is en in principe rijp voor beoordeling. Dossiers die niet compleet zijn worden geretourneerd aan de afzender. Het risico dat hierdoor nog één of meer maanden extra collegegeld voldaan moet worden, ligt volledig bij de student. Wie er zeker van wil zijn dat een dossier op tijd aan alle eisen voldoet, wordt dringend uitgenodigd om dit voorafgaand aan de indiening, tijdig ter inspectie voor te leggen aan de secretaris KNG 29, 1.43, tel ). In de bijeenkomst van de examencommissie volgend op de zitting waarin het dossier geaccepteerd wordt, stelt de examencommissie het examen officieel vast indien aan alle eisen is voldaan. Het cijfer van de scriptie wordt door de examencommissie vastgesteld op basis van twee schriftelijke beoordelingen door resp. de begeleider en de tweede lezer, beide voorzien van een cijfervoorstel. De datum van de examenvaststelling geldt als officiële afstudeerdatum en wordt als zodanig ook op het master-diploma vermeld (dus de afstudeerdatum is niet de datum van de buluitreiking!). Studenten die officieel voor een bepaalde datum willen afstuderen, dienen hiermee rekening te houden. Daags na de examenvaststelling kunnen studenten informeren naar de uitslag van het examen bij het secretariaat van het onderwijsinstituut Dit secretariaat stuurt aan betreffende docenten/begeleiders en studenten een uitnodiging voor de buluitreiking. De student heeft net als bij alle studieresultaten het recht om in beroep te gaan in geval het examen geweigerd is. Intern: Hij moet zich wenden tot de secretaris van de examencommissie. Vervolgens beziet de secretaris in overleg met de voorzitter of het protest aanleiding is het besluit te herzien, al dan niet buiten de reguliere vergadering van de examencommissie; Extern: Wanneer de student bij zijn protest blijft, ook na een afwijzing door de examencommissie, wordt hij/zij door de secretaris doorverwezen naar de Commissie van Beroep voor de Examens Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking De Masterbul en bulbijlage De student die voor het masterexamen is geslaagd, ontvangt als bewijs daarvan de navolgende twee officiële stukken. Masterbul: dit is het officiële diploma waarop is vermeld dat betrokkene het masterexamen in de betreffende masteropleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Het diploma is ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie en is gedateerd op de dag waarop de examencommissie de uitslag van het examen heeft vastgesteld. De bulbijlage: dit is een officiële bijlage bij het diploma, waarin een overzicht wordt gegeven van alle onderdelen die de student voor het masterexamen met voldoende resultaat heeft afgerond, onder vermelding van de daarbij behaalde studiepunten/ects. Voor de bepaling van het judicium wordt gekeken naar het gemiddelde van alle onderdelen. Ook de bulbijlage is ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie. Wanneer een student ervoor kiest de masterbul met bijlage af te halen na de betreffende vergadering van de examencommissie, dan vervalt het recht op uitreiking van die bul met bijlage in de speciaal daartoe geplande bijeenkomsten. Data uitreikingen diploma's Voor het studiejaar zijn bij vier gelegenheden (steeds aan het begin van een blok) diploma-uitreikingen gepland. De locaties worden tevoren bekendgemaakt op De student dient op het aanmeldingsformulier voor het masterexamen aan te geven voor welke buluitreiking hij/zij in aanmerking wil komen. De precieze plaats en tijd wordt in een officiële uitnodiging bekendgemaakt en naar de huisadressen gestuurd van de studenten die afstuderen. Indien een student zich wel heeft aangemeld voor de buluitreiking maar uiteindelijk daarbij toch niet aanwezig kan zijn, dan dient hij/zij de secretaris van de examencommissie zo spoedig mogelijk - maar uiterlijk twee weken voor de uitreiking - hierover in te lichten. 14

14 2. Cursusaanbod en inschrijfprocedure 2.1 Inschrijfprocedure Cursusinschrijving vindt plaats via OSIRIS online. Op de website van het studiepunt is informatie te vinden over inschrijfprocedure en wordt bekend gemaakt wanneer de wijzigingsdagen zijn. Inschrijven voor de cursussen is alleen mogelijk tijdens deze inschrijfperiodes. Tijdens de wijzigingsdagen kan de student zich uitschrijven voor cursussen en inschrijven voor cursussen waarin nog plaats is. Het is van belang dat de student een goede planning maakt en die bespreekt met zijn of haar tutor of studieadviseur. 2.2 Shortlist cursussen TRACÉ KUNST- EN MEDIALBELEID AFSTUDEERPROJECT 1 (22,5 ECTS) Code Cursusnaam ECTS Periode Pagina KUNSTBELEID EN -MANAGEMENT: MASTERSTAGE (M) 7, SCRIPTIE KUNSTBELEID- EN MANAGEMENT OF AFSTUDEERPROJECT 2 (22,5 ECTS) Code Cursusnaam ECTS Periode Pagina EINDWERKSTUK KUNSTBELEID EN -MANAGEMENT 7, ONDERZOEKSSEMINAR 3: BELEIDSONDERSTEUNEND 7, ONDERZOEK VOOR HET KUNSTBELEID KUNSTBELEID EN -MANAGEMENT: MASTERSTAGE (M) 7, CURSORISCH VERPLICHT (37,5 ECTS) Code Cursusnaam ECTS Periode Pagina EUROPEES CULTUURBELEID 7, ONDERZOEKSSEMINAR 1: INLEIDING IN HET 7, BELEIDSONDERSTEUNEND ONDERZOEK VOOR HET KUNSTBELEID KUNSTBELEID OP MAAT: SECTORSPECIFIEK BELEID 7, KWESTIES METHODEN EN THEORIEËN IN HET 7, BELEIDSONDERSTEUNEND ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN DE KUNSTEN ONDERZOEKSSEMINAR 2: THEMA'S UIT HET 7, BELEIDSONDERZOEK VAN DE KUNSTEN KEUZEVAK Code Cursusnaam ECTS Periode Pagina CULTUUREDUCATIE EN -PARTICIPATIE 7,

15 TRACÉ STURING CREATIEF ONTWERP AFSTUDEERPROJECT A (22,5 ECTS) Code Cursusnaam ECTS Periode Pagina KUNSTBELEID EN -MANAGEMENT: MASTERSTAGE (M) 7, SCRIPTIE KUNSTBELEID- EN MANAGEMENT OF AFSTUDEERPROJECT B (22,5 ECTS) Code Cursusnaam ECTS Periode Pagina EINDWERKSTUK KUNSTBELEID EN -MANAGEMENT 7, PSAU INDIVIDUELE DISCIPLINAIRE/VERDIEPENDE MODULE 7, KUNSTBELEID EN -MANAGEMENT: MASTERSTAGE (M) 7, CURSORISCH VERPLICHT (37,5 ECTS) Code Cursusnaam ECTS Periode Pagina ACTUALITEITEN UIT DE PRAKTIJK VAN HET CREATIEF ONTWERP 7, KWESTIES METHODEN EN THEORIEËN IN HET 7, BELEIDSONDERSTEUNEND ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN DE KUNSTEN MULTIDISCIPLINAIR ONDERZOEKSPROJECT THEORIE VAN CREATIEVE MAAKPPROCESSEN 7, KEUZEVAK Code Cursusnaam ECTS Periode Pagina CULTUUREDUCATIE EN -PARTICIPATIE 7,

16 2.3 Cursusbeschrijvingen ACTUALITEITEN UIT DE PRAKTIJK VAN HET CREATIEF ONTWERP Departement: Professional School of the Arts Utrecht ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 1-2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: Nederlands Kan alleen deel zijn van tracee Sturing creatief ontwerp. Inhoud: Voortdurend komen nieuwe technologieën beschikbaar die de ontwerper van de interfaces nieuwe mogelijkheden bieden. De academische disciplines reageren hierop veelal wat vertraagd, de kunstwereld zoekt de ontwikkelingen naarstig op. In deze cursus worden de academisch geschoolden bijgepraat, en stellen zij zich vervolgens de vraag wat deze ontwikkelingen voor vragen genereren voor bepaalde academische disciplines (psychologie, sociologie, filosofie, onderwijskunde, et cetera) en wat de bijdrage en het commentaar vanuit die disciplines op de ontwikkelingen kan zijn, dan wel welk onderzoek er noodzakelijk is om beoogde bijdragen mogelijk te maken. Cursusdoelen: De student verwerft kennis van en ontwikkelt een visie op de actuele ontwikkelingen in het creatief ontwerp, zowel wat betreft de productvisies als wat betreft het proces van creatief ontwerp. De student is in staat de vragen te formuleren en in onderzoeksvragen te modelleren die de ontwikkelingen aan BA-major discipline stellen. Contactpersoon: Docenten: prof. dr. mr. P.J. van den Hoven Docent nog onbekend Feedback: tijdens werkgroep en individueel indien nodig Bereikbaarheid: per mail Werkvormen: Seminar (+0, +1) Werkcollege (+0, +1) 1 x per week 3 uur Toelichting: Seminar Incidenteel. Werkcollege Deze cursus vraagt actieve participatie in de werkgroepen. Daarnaast kunnen incidenteel expertmeetings worden georganiseerd. Individuele schriftelijke onderdelen van deze cursus mogen in het Engels worden gemaakt. Voorbereiding bijeenkomsten: Werkcollege Ter voorbereiding van de werkgroepen wordt van de student verwacht dat opgegeven literatuur is bestudeerd. Veelal zullen ook presentatie-opdrachten worden gegeven. Ten slotte wordt voortgangsrapportage van het individueel werkstuk verwacht. Bijdrage aan groepswerk: 17

17 Toetsen: Actieve deelname (10 pt.) Nota (60 pt.) Verslag (30 pt.) Deadlines: Nota referaat na 5 weken, nota na 9 weken Wat wordt er beoordeeld: Nota De student geeft er blijk van kennis te hebben van en een visie te hebben op de actuele ontwikkelingen in het creatief ontwerp, zowel wat betreft de productvisies als wat betreft het proces van creatief ontwerp. De student laat blijkens een kort onderzoek, neergelegd in een nota, zien zelfstandig een van de ontwikkelingen te kunnen analyseren op de implicaties voor zijn BA-major discipline. Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: Nog onbekend 18

18 CULTUUREDUCATIE EN -PARTICIPATIE Departement: Media- en Cultuurwetenschappen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: Nederlands Alleen toegankelijk voor studenten MA KBM Inhoud: Begonnen wordt met omschrijvingen en afbakeningen van de kernbegrippen kunst en cultuur, cultuurdeelname, cultuurspreiding, cultuurbeleid, etc. Dan volgt een historische en een analytische kennismaking met het thema en wordt inzicht gegeven in de data die zijn en worden verzameld op het gebied van cultuurdeelname. Er wordt aandacht besteed aan theoretische verklaringen voor verschillen in cultuurdeelname, vanuit zowel sociologische als psychologische invalshoeken, We behandelen de doelen en effecten van de cultuurdeelname van jongeren en allochtonen. Het deel over cultuureducatie bevat een overzicht van de buitenschoolse en binnensschoolse cultuureducatie. De historie van de cultuureducatie wordt belicht waarbij de wisselende doelen en legitimeringen van de cultuureducatie aandacht krijgen. Er wordt aandacht geschonken aan de vernieuwingen van de kunstvakken in het onderwijs, tot en met de huidige problematiek rond om de vakken Culturele en Kunstzinnige Vorming en het fenomeen van de cultuurprofielscholen. We behandelen ook toepassingen van theoretische veronderstellingen ten aanzien van participatie en educatie in empirisch-theoretisch onderzoek. Cursusdoelen: Inzicht verwerven in de wetenschappelijke theorievorming en onderzoeksresultaten m.b.t. tot cultuurparticipatie en cultuureducatie. Studenten kunnen een antwoord vinden op de volgende hoofdvragen: - Welke bevolkingsgroepen nemen deel aan welke kunst (hoog/laag etc.) en op welke manieren (actief, receptief, media etc)? - Hoe zijn de verschillen in cultuurdeelname te verklaren? - Waarom probeert de overheid de cultuurdeelname te beïnvloeden, met welke middelen en met welke resultaten? Contactpersoon: Docenten: prof. dr. mr. P.J. van den Hoven Docent nog onbekend Opmerking: Mondeling Feedback: Schriftelijk Bereikbaarheid: DOCENT VAN BUITEN DE FACULTEIT : f.haanstra@ahk.nl 19

19 Werkvormen: Hoor/werkcollege 1 x per week 3 uur Toetsen: Essay tentamen (Essay tentamen; 50 pt.) Nota (Nota; 25 pt.) Opdracht(en) (Opdracht(en); 25 pt.) Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Hoor/werkcollege Studenten bestuderen opgegeven teksten. Voor de bijeenkomsten moet een korte schriftelijke opdracht worden gemaakt. Bijdrage aan groepswerk: Hoor/werkcollege Actieve bijdrage aan discussie; presentatie resultaten werkstuk. Deadlines: Essay tentamen In overleg met de docent Wat wordt er beoordeeld: Essay tentamen 1. Korte schriftelijke opdrachten en actieve deelname aan de behandeling ervan; 2. Schriftelijk werkstuk en presentatie ervan; 2. Schriftelijke tentamen Verplicht studiemateriaal: Boek - - Van den Broek, A, Huysmans, F en de Haan J. (2005) Cultuurminnaars en cultuurmijders: Trends in de belangstelling voor kunsten en cultureel erfgoed. Den Haag: SCP. - Hoofdstukken uit: Haan, J. de & Knulst W (2000) Het bereik van de kunsten. Het culturele draagvlak 4. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. (Downloaden via Artikelen (Digitaal beschikbaar bij Course Documents) Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: EUR 25,00 EUR 25,00 20

20 EINDWERKSTUK KUNSTBELEID EN -MANAGEMENT Departement: Media- en Cultuurwetenschappen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 4 Cursustype: Master thesis Voertaal: Opmerking: Nederlands/Engels Het eindwerkstuk (7,5 pt) komt in de plaats van de scriptie als de student een extra onderzoekseminar doet (7,5 pt) Inhoud: Deze cursus vervangt de cursuscode Voor deze cursus moeten de cursussen Kunstbeleid op maat ( ) en Onderzoeksseminar I ( ) behaald zijn. Studenten werken aan een eigen onderzoek op het gebied van het kunst- en mediabeleid of sturing creatief ontwerp, bespreken methodologische kwesties, zetten een onderzoeksplan op en formuleren een vraagstelling. Tijdens het vooronderzoek lopen zij bij voorkeur een stage bij een instelling, die zodanig is uitgezocht, dat de stage bijdraagt aan het verkennen van het onderzoeksthema en het verkrijgen van informatie. Vervolgens verzamelen zij relevante literatuur, voeren het onderzoek uit en rapporteren de resultaten in de vorm van een eindwerkstuk, waarbij ook het plaatsen van het onderzoek in een breder context een belangrijke rol speelt. Cursusdoelen: Student kan zelfstandig een beperkt onderzoek op het gebied van het kunst- en mediabeleid of sturing creatief ontwerp opzetten en uitvoeren. Contactpersoon: Docenten: Dr. K. Vuyk dr. H. Bavelaar Feedback: 1. tijdens afspraken 2. individueel Bereikbaarheid: dr. P. Lelieveldt Feedback: 1. tijdens afspraken2. individueel Bereikbaarheid: Dr. K. Vuyk Feedback: 1. tijdens afspraken2. individueel Bereikbaarheid: 21

21 Werkvormen: Individueel Toetsen: Verslag Toelichting: Individueel In het eindwerkstuk doet de student verslag van een beperkt zelfstandig onderzoek op het gebied van kunst- en mediabeleid of sturing creatief ontwerp. Bij voorkeur is er een samenhang tussen stage en het eindwerkstuk. Voorbereiding bijeenkomsten: Bijdrage aan groepswerk: Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Verslag a. Vermogen om zelfstandig een beperkt onderzoek op te zetten en uit te voeren. b. vermogen om de resultaten van dit onderzoek schriftelijk te communiceren Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: Nog onbekend 22

22 EUROPEES CULTUURBELEID Departement: Media- en Cultuurwetenschappen ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Periode: blok 2 Cursustype: Cursorisch onderwijs Voertaal: Opmerking: Nederlands Cursus alleen toegankelijk voor studenten MA KBM. Inhoud: Cultuurbeleid is al lang niet meer een louter nationale aangelegenheid, en de mogelijkheden voor het voeren van een nationaal cultuurbeleid worden mogelijk steeds beperkter door instituten als de World Trade Organisation (WTO), United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation (UNESCO) en de Europese Commissie. Het cultuurveld zelf heeft van oudsher een internationale component, die door het overheidsbeleid sinds de jaren negentig verder aangewakkerd is. In deze cursus wordt ten eerste stilgestaan bij het Europese Cultuurbeleid. Onder andere aan de hand van de verdragsteksten en een analyse van het cultuurprogramma en het mediaprogramma wordt bezien op welke wijze het beleid aanvullend danwel vervangend is voor het nationale cultuurbeleid. Ook is er aandacht voor het internationaal cultuurbeleid van de nationale overheid, en de verhouding van dat ICB tot het Europese beleid. In de cursus wordt daarnaast vanuit diverse netwerktheorieën dieper ingegaan op die internationale component in het kunstenveld en de rol die overheidsbeleid speelt in die ontwikkelingen, alsmede de toekomst van het Europese cultuurbeleid. Cursusdoelen: Verdiepte kennis van en inzicht in het Europese cultuurbeleid Verdiepte kennis van en inzicht in het internationaal cultuurbeleid van de Nederlandse overheid Contactpersoon: Docenten: drs. A.J.C. Minnaert drs. A.J.C. Minnaert Feedback: Mondelinge feedback tijdens de colleges. Bereikbaarheid: Per (Toine.Minnaert@let.uu.nl) Werkvormen: Individueel 1 x per week 5 uur Werkcollege 1 x per week 3 uur Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Werkcollege Van de studenten wordt verwacht dat zij de voor het college voorgeschreven literatuur bestuderen en indien aangegeven de voor het college voorgeschreven opdrachten tevoren inleveren. Bijdrage aan groepswerk: Werkcollege Van de student wordt een actieve participatie verwacht in de groepsdiscussies en de opdrachten tijdens de colleges 23

23 Toetsen: Paper (60 pt.) Tentamen (40 pt.) Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Paper De mate waarin de student inzicht heeft verworven in het Europese cultuurbeleid en het internationaal cultuurbeleid van de nationale overheid. Verplicht studiemateriaal: Boek - Barendrecht, W. e.a. (2005) All that Dutch: over internationaal cultuurbeleid. Amsterdam, Nai uitgevers- Rifkin, Jeremy. "The European Dream: How Europe's Vision of the Future Is Quietly Eclipsing the American Dream". Blackwell Publishers, 2004(v Aanbevolen studiemateriaal: Boek - Gielen, P. (2003). Kunst in Netwerken: artistieke selecties in de hedendaagse dans en de beeldende kunst. Tielt, Lanooy- Beugels, P. en J. De Groot (red) (2004). Het cultureel tekort van de Europese Unie: opstellen over cultuurpolitiek en culturele rechten, Damon, Budel Kosten: EUR 35,00 24