Film- en televisiewetenschap. Informatie over het masterprogramma. Praktische informatie van het masterprogramma.

Transcriptie

1 Film- en televisiewetenschap Deel I Deel II Deel III Deel IV Inleiding Informatie over het masterprogramma Praktische informatie van het masterprogramma Aanvullingen Studiegids master

2 s Jaarrooster Faculteit der Letteren maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag september december maart juni oktober januari april juli november februari mei augustus vet start onderwijsperiode vet introductieweek vet cursief onderwijsvrije week vet cursief einde onderwijsperiode weekends Toelichting 1. Officiële feestdagen Op officiële feestdagen is de faculteit gesloten. In collegejaar 2005/2006 zijn dat de volgende dagen: - Kerstmis: 25 en 26 december 2005* - Koninginnedag: 30 april Nieuwjaar: 1 januari Bevrijdingsdag: 5 mei Goede vrijdag: 14 april Hemelvaart: 25 mei Pasen: 16 en 17 april Pinksteren: 4 en 6 juni 2006 * Het kerstreces (onderwijsvrije dagen) is van maandag 19 december t/m vrijdag 30 december Vanwege collectieve sluitingsdagen zullen de Letterenpanden gesloten zijn van maandag 26 december t/m vrijdag 30 december cursief feestdagen cursief Kerst-/zomerreces 2. Introductie eerstejaars De introductie voor de eerstejaars vindt plaats in de eerste week van het collegejaar. In collegejaar 2005/2006 is dat van 5 t/m 9 september In collegejaar 2006/2007 is dat van 4 t/m 8 september Semesters Het collegejaar is verdeeld in twee semesters van elk 2 onderwijsperiodes. Semester I - onderwijsperiode 1: 5 september 2005 t/m 11 november 2005 Semester I - onderwijsperiode 2: 14 november 2005 t/m 3 februari 2006 Semester II - onderwijsperiode 3: 6 februari 2006 t/m 20 april 2006 Semester I - onderwijsperiode 4: 24 april 2006 t/m 7 juli Meer informatie Bezoek de website van de Faculteit der Letteren

3 Inhoudsopgave Deel I Inleiding... 2 Deel II Informatie over het masterprogramma 1. Het Utrechtse onderwijssysteem Onderwijsprogramma Algemene beschrijving Doelstellingen en eindtermen Programmaopbouw Thesis Vrijstellingen Stage Studeren in het buitenland Toekomstperspectieven Studiebegeleiding Examen Exameneisen Aanvraagprocedure Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking Cursusaanbod en inschrijfprocedure Inschrijfprocedure Faculteit der Letteren Inschrijfprocedure overige instellingen Shortlist cursusaanbod Cursusbeschrijvingen Deel III Praktische informatie van het masterprogramma 1. Plaats binnen faculteit en instituut Secretariaat, commissies, afdelingen StudiePunt Letteren Relevante instellingen Medewerkers Verwijzingsmodel voor masterstudenten Deel IV Aanvullingen 1. Plagiaat- en frauderegeling Examen... 33

4 Inleiding Deze studiegids bevat informatie over het masterprogramma Film- en Televisiewetenschap. U vindt hierin informatie over de opbouw van de opleiding en over de eisen die aan het examen worden gesteld. In de gids vindt u tevens de beschrijvingen van alle cursussen die door de opleiding worden aangeboden. Tot slot vindt u achter in de gids praktische informatie van de opleiding. Het Opleidingsstatuut 2005/2006 van de Faculteit der Letteren is een aanvulling op deze studiegids. In het statuut staan de algemene universitaire en facultaire regelingen beschreven, inclusief de rechten en de plichten van zowel de studenten als de Universiteit Utrecht. Het Opleidingsstatuut is digitaal beschikbaar via de website van het StudiePunt Letteren: Heeft u na het lezen van deze gids nog vragen? Natuurlijk kunt u voor nadere informatie altijd terecht bij het StudiePunt Letteren, bij de studieadviseur of uw tutor. Of kijk op de facultaire websites: surf via Voor verdere informatie over de MA Film- en Televisiewetenschnap kijk op: en 2

5 Deel II Informatie over het masterprogramma 3

6 1. Het Utrechtse onderwijssysteem De Universiteit Utrecht biedt studenten vraaggestuurd onderwijs aan. Dat wil zeggen dat een student zijn of haar programma voor een groot deel (binnen zekere grenzen) zelf samenstelt. Een student kan een kwart van zijn onderwijs in de bachelorfase vrij kiezen: uit cursussen binnen de eigen major, maar ook uit het overige aanbod binnen de Universiteit Utrecht en uit aanbod van andere instellingen (zowel nationaal als internationaal). De Universiteit Utrecht hanteert het uitgangspunt dat zowel docenten als studenten verplichtingen aangaan bij participatie in een cursus. Docenten verplichten zich tot het verzorgen van activerend onderwijs, studenten tot het actief deelnemen aan onderwijs en toetsing. Gedurende de cursusperiode is de toetsing verspreid over verschillende momenten. U kunt in Utrecht zowel een bachelor- als een masteropleiding volgen. De bacheloropleiding duurt drie jaar. De lengte van de master hangt af van het type master dat u kiest. De academische masters duren een jaar, de educatieve en de onderzoeksmasters duren twee jaar. In Utrecht heeft de bachelorfase drie doelstellingen: academische vorming het verdiepen van een specifieke (disciplinaire) interesse het voorbereiden op een verdere (studie)loopbaan In de Utrechtse bachelorfase wordt veel aandacht besteed aan het verwerven van academische vaardigheden. U leert op academisch niveau analyseren, argumenteren, rapporteren en presenteren. Uw ontwikkelingen en prestaties houdt u bij in een persoonlijk (elektronisch) dossier: het portfolio. Zo heeft u na afronding van de bachelorfase een goed inzicht in uw verworven vaardigheden. Aan het eind van de bachelorfase krijgen studenten het bachelordiploma en mogen zij zich, afhankelijk van hun opleiding, Bachelor of Arts (BA), Bachelor of Science (BSc) of Bachelor of Laws (LLB) noemen. Een opleiding aan de Letterenfaculteit leidt uiteraard tot de titel Bachelor of Arts (BA). In de masterfase specialiseert een bachelor zich in wetenschapsbeoefening of beroepsuitoefening op academisch niveau. Voor elke master geldt een toelatingsprocedure, maar elke student met een Utrechts bachelordiploma krijgt de garantie in te kunnen stromen in ten minste één van de Utrechtse masters. Na afronding van deze vervolgopleiding mag u zichzelf Master of Arts (MA) noemen. De Faculteit der Letteren biedt meer dan 50 masterprogramma s aan: 4

7 2. Onderwijsprogramma 2.1 Algemene beschrijving Opbouw Het eenjarige MA programma Film- en televisiewetenschap bestaat uit een cursorisch deel en een individueel traject. Het cursorisch gedeelte laat de student op een verdiepend niveau reflecteren op belangrijke discussies en vraagstukken op het terrein van film en televisie en die vervolgens te vertalen naar een vraagstelling die in de vorm van een werkstuk of andersoortig product wordt uitgewerkt. In het individuele traject krijgt de student de ruimte om in grote mate een eigen accent te leggen door de keuze van een object van onderzoek in het kader van de MA-thesis (scriptie). Het is wenselijk dat dit onderzoek voor zover mogelijk verband houdt met de oriëntatie op de beroepspraktijk in de vorm van een stage, een profielproductie of een andere specialisering, bijv. vakken in het kader van andere MA programma s of door middel van tutorials Doelstellingen Het eenjarige MA programma Film- en televisiewetenschap is gericht op studenten die belangstelling hebben voor vraagstukken betreffende de film- en televisiegeschiedenis, de film- en televisietheorie dan wel historisch- theoretische discussies op het gebied van de media film en televisie. Zij leren om de ontwikkelingen binnen deze media kritisch te analyseren vanuit een historisch, theoretisch en vergelijkend perspectief en verbanden te leggen naar de verschillende beroepsvelden waarin deze kennis op een vruchtbare manier kan worden toegepast. Zij ontwikkelen specifieke competenties op het gebied van de media- en beeldcultuur, de analyse van audiovisuele vormen dan wel de medialiteit van processen van culturele communicatie. De desbetreffende beroepsvelden zijn vooral te vinden in de volgende maatschappelijke en culturele domeinen (zie ook 2.8.): - de zgn. creative industries. - het bewaren en toegankelijk maken van het audiovisueel erfgoed. - het transfer van vaardigheden op het gebied van media literacy (media educatie) alsmede bijdragen op het gebied van de cultural policy in zaken audiovisuele media, in het bijzonder film en televisie. Het vakkenpakket waaruit het cursorisch gedeelte van de MA bestaat (semester 1) verschaft de studenten competenties om actief een bijdrage te kunnen leveren aan de bovengenoemde domeinen. Elke student volgt in principe telkens een cursus op de volgende vier terreinen waardoor zij/hij zich verdiept in verschillende, hiervoor relevante onderwerpen: - de stand van zaken op het gebied van het film- en televisiewetenschappelijk debat (State of the Art) - media cultures - film- en televisiegeschiedenis en historiografie - technologie/vormen/esthetiek In het individuële traject (semester 2) laten de studenten zien dat ze in staat zijn om een eigen onderzoek op te zetten en door te voeren in de vorm van een ma-thesis (scriptie) en de verworven kennis te vertalen naar (aspecten van) de beroepspraktijk Profiel van de studenten Van de studenten die instromen in het eenjarige MA programma Film- en televisiewetenschap wordt verwacht dat ze over de in de ingangseisen (zie OER) genoemde competenties beschikken en bereid zijn eventuele lacunes door middel van zelfstudie in te vullen. Van de student wordt een hoge mate aan motivatie en zelfstandigheid verwacht om haar/zijn vakkennis te verbreden. Met name wordt van haar/hem verwacht de bijeenkomsten grondig voor te bereiden en vervolgens de behandelde stof zelfstandig of in groepjes te verdiepen. De studenten moeten er rekening houden met een wekelijkse studielast van 40 uur. 5

8 2.2 Eindtermen De eindtermen van de masteropleiding Film- en televisiewetenschap houden in dat de student in staat is om te reflecteren op vraagstukken met betrekking tot: de historische ontwikkeling van film en televisie in Nederland en internationaal op een verdiepend en gevorderd niveau; de (geschiedenis van) de theorievorming binnen de film- en televisiewetenschap op een verdiepend en gevorderd niveau. Masters Film- en televisiewetenschap zijn in staat om: te werken met verschillende methoden en benaderingen die in de film- en televisiewetenschap worden gehanteerd, op een verdiepend en gevorderd niveau; de verworven kennis en vaardigheden in de praktijk probleemgericht toe te passen; audiovisuele producten te analyseren; wetenschappelijke discussies met betrekking tot de geschiedenis, theorie en de praktijk van film en televisie te volgen en te beoordelen; zelfstandig onderzoek op een deelgebied van de film- en televisiewetenschap op te zetten en door te voeren; het zal hier dikwijls gaan om toegepast onderzoek naar de oplossing een kennis-, interventie- en ontwerpprobleem dat de student formuleert in samenspraak met een maatschappelijke organisatie; tot mondelinge en schriftelijke rapportage waarin een eigen wetenschappelijk onderzoek op een van de deelgebieden van film en televisie op systematische en controleerbare wijze wordt gepresenteerd; een breed scala van relevante vraagstukken snel en adequaat te analyseren en een adequate methodische aanpak te formuleren; op basis van hun competenties conceptstukken te evalueren en advies uit te brengen over beleidskwesties. 2.3 Programmaopbouw Algemeen De opleiding kent twee instroommomenten, te weten september (blok 1) en februari (blok 3). Deze opleiding bestaat uit een cursorisch en een individueel deel van in totaal 60 studiepunten (ECTS) die als volgt verdeeld zijn: Cursorisch deel: - 30 ECTS theoretische en historische verdieping, verwerving van kennis, conceptuele competenties en inzicht op het gebied van film en televisie, bestaande uit vier cursussen. Individueel traject: - 15 ECTS ma-thesis (scriptie) - 15 ECTS opdoen van werkervaring in de beroepspraktijk in de vorm van een stage, mogelijk in de vorm van een profielproductie; dan wel verdere specialisatie in de vorm van cursorisch onderwijs en/of tutorials. Bij individueel traject wordt de student begeleid door een tutor. 6

9 In het kader van deze opbouw zijn vier zaken van belang: Alle studenten, dus ook zij die in blok 3 van het academisch jaar instromen, beginnen met het cursorisch deel. Het is alleen mogelijk om aan het individuele deel van de master te beginnen wanneer drie van de vier cursussen van het cursorisch deel zijn afgerond. De studievoortgang en opbouw kan ten alle tijde met de tutor worden besproken (zie 2.9), in bijzondere gevallen ook met de master-coördinator. Naast het eigen aanbod van de master kunnen er ook een of meerdere cursussen gevolgd worden bij andere masterprogramma s. Denk bijvoorbeeld aan Theaterwetenschap, Communicatiestudies, Nieuwe Media en Digitale Cultuur of Cultureel Erfgoed. Voorwaarde is wel dat deze cursussen met vakken van de MA Film- en televisiewetenschap kunnen worden gecombineerd tot een coherent programma. Dit wordt verder besproken en vastgelegd tijdens het intakegesprek of nader bepaald door individuele afspraken met de tutor Schematische opbouw van het masterprogramma Film- en Televisiewetenschap 2005/ Shortlist Blok 1 (of 3 bij instroom februari ) Blok 2 (of 4 bij instroom februari) Blok 3 (of /06 bij instroom februari) Blok 4 (of /06 bij instroom februari) State of the Art Media Cultures MA thesis (scriptie) Ma thesis (scriptie) Mediageschiedenis en historiografie Technologie/vormen/ esthetiek Stage of profielproductie, dan wel specialisatie Stage of profielproductie, dan wel specialisatie Het programma wordt vooral in het Nederlands gegeven, sommige cursussen in het Engels. Voor een beschrijving van de toelatingseisen van de master Film- en televisiewetenschap, zie de Opleidings- en Examenregeling (OER, zie 3.1) of de website van de masteropleiding. De cursussen zijn allemaal niveau M (master). Afhankelijk van het aantal instromende studenten zullen eventueel verschillende thema s worden aangeboden bij de verplichte keuzevakken in het cursorisch deel. Vet = verplicht vak, cursief = keuzevak, standaard = verplicht keuzevak 7

10 2.4 Scriptie De scriptie vormt een essentieel onderdeel van het individuele traject. De studenten werken aan een eigen onderzoek op het gebied van de film- en televisiewetenschap, bespreken methodologische kwesties met de begeleider, zetten een onderzoeksplan op en formuleren een vraagstelling. Het onderwerp houdt bij voorkeur verband met de door de student gekozen oriëntatie op de beroepspraktijk, maar dat is geen vereiste. De omvang van de scriptie is ongeveer woorden. 2.5 Vrijstellingen Voor de masterprogramma s binnen het Instituut Media en Re/presentatie zullen slechts bij hoge uitzondering, in zeer bijzondere gevallen, vrijstellingen worden verleend. Verzoeken tot vrijstelling dienen met redenen omkleed ingediend te worden bij de Examencommissie, waarbij aanvullende informatie moet worden meegezonden over inhoud, omvang, niveau, toetsingswijze en behaald cijfer van de cursus(-sen) op grond waarvan een vrijstelling wordt gevraagd. 2.6 Stage Als onderdeel van het individuele traject kan de student ervoor kiezen om stage te lopen. Het gaat hierbij om een stage van minimaal 360 uur in een instelling binnen het domein waarop het MAprogramma Film- en Televisiewetenschap voorbereidt. Een docent treedt op als individueel begeleider. Stageplaats en -taken dienen op voldoende niveau te zijn, d.w.z. de stagiaire dient met een hoge mate aan zelfstandigheid werkervaring op te doen, en er moet de ruimte worden geboden om de concrete stageactiviteit in een breder kader te plaatsen door middel van een reflectie op de beroepspraktijk. Aan het begin van de stage formuleren stagiaire, stage-biedende instelling en stagedocent in overleg de leerdoelen bij de stage. Tevens worden de taken vastgesteld. Deze kunnen variëren van het uitvoeren van of het meewerken aan een welomschreven project of aan een onderzoek tot aan het meedraaien in een (of meerdere) afdelingen in de stagebiedende instantie. De student schrijft ter afronding van de stage een eindverslag waarbij een kritische reflectie op de ervaringen opgedaan in de beroepspraktijk centraal staat. Een stage biedt studenten de mogelijkheid praktijkervaring op te doen op het terrein van hun studie, verschaft studenten inzicht in hun kennis en vaardigheden en vormt zo een goede voorbereiding op een baan na de studie. Gedetailleerde informatie over de stage kunt u vinden in de facultaire stageregeling. Deze is te verkrijgen bij het StudiePunt Letteren (Drift 8). De handleiding staat ook op internet. De Faculteit der Letteren kent een groot aanbod van stageplaatsen. Vacante stageplaatsen worden gepubliceerd op internet, de stagezuil in het StudiePunt Letteren en in het U-blad. Buiten dit aanbod om kan de student ook zelf een stageplaats aandragen. Kijk voor de stagehandleiding of het huidige aanbod van stageplaatsen in elk geval op Meer informatie over stages is te verkrijgen bij de facultaire stagecoördinator: Floris Tijl Drift 8, kamer BS Utrecht tel.: (030) stage@let.uu.nl Spreekuur op afspraak: maandag uur Inloopspreekuur: donderdag uur Afspraken: via het StudiePunt Letteren, tel.: (030)

11 2.7 Studeren in het buitenland International Office Faculteit der Letteren Is een studieperiode in het buitenland een vast onderdeel van uw masterprogramma, neemt u dan contact op met de coördinator van het betreffende programma en de coördinator Internationalisering voor informatie over mogelijkheden en eisen. U kunt, afhankelijk van het programma, studeren in het buitenland, maar ook onderzoek doen of stage lopen. Er zijn op facultair en universitair niveau verschillende beursmogelijkheden en er wordt met veel universitaire instellingen zowel binnen als buiten Europa samengewerkt. Kijk op de website van het International Office: Coördinator: Marlies Bussemaker Drift 8, kamer BS Utrecht tel.: (030) international.office@let.uu.nl Inloopspreekuur: dinsdag uur en donderdag uur. Afspraken: via het StudiePunt Letteren, tel.: (030) Voor de uitwisselingsprogramma's op universitair niveau en beurzen via culturele akkoorden met andere landen kunt u het best de brochure Studeren in het buitenland raadplegen. Deze brochure is verkrijgbaar bij het StudiePunt Letteren en het International Office. <hier is geen informatie opgenomen over bureau buitenland (dit onderdeel wordt binnenkort opgeheven). Bij de eindredactie kan evt. op het faculteitsbureau aanvullende informatie hierover worden toegevoegd.> 9

12 2.8 Toekomstperspectieven De afgestudeerde Master Film- en Televisiewetenschap is in staat een beroep uit te oefenen op het terrein van film en televisie in Nederland of in het buitenland. Het gaat hier om een zeer breed domein waarin afgestudeerden zeer gewild zijn: researcher, redacteur bij omroepen, commerciële bedrijven en kunst- en cultuurinstellingen programmamaker, programmeur bij omroepen, festivals, filmtheaters en kunst- en cultuurinstellingen communicatie-adviseur educatief medewerker bij culturele en educatieve instellingen, met name op het gebied van film en televisie beleidsmedewerker op het gebied van film en televisie criticus/recensent bij kranten en tijdschriften content provider nieuwe media docent bij onderwijsinstellingen projectleider, projectmanager bij film- en televisieproductie adviseur, consultant bij overheidsinstellingen of commerciële bedrijven Met het diploma van de eenjarige Master Film- en televisiewetenschap kunnen studenten in principe ook instromen in het tweede jaar van de Research MA Media Studies. Verder hebben afgestudeerden ook de formele kwalificatie om te solliciteren naar een promotieplaats in Nederland of in het buitenland. 2.9 Studiebegeleiding Aan het begin van het cursorisch deel van de master moet de student zich inschrijven bij een tutor (de desbetreffende procedure wordt tijdens het eerste blok bekend gemaat). Met de tutor wordt regelmatig het programma en de voortgang besproken, onder andere met als doel om het programma in de geplande tijd af te ronden. De tutor begeleidt de student met name tijdens het individuele traject, te weten bij het schrijven van de MA-thesis (scriptie) en bij de stage. In het cursorisch deel krijgt de student feedback op de schriftelijke en mondelinge presentaties. 10

13 3. Examen 3.1 Exameneisen De exameneisen van de masteropleiding Film- en televisiewetenschap staan geformuleerd in de Onderwijs- en Examenregeling. Deze regeling is te vinden via www2.let.uu.nl/solis/onderwijs/oer/. Let op: De tekst in dit hoofdstuk is richtinggevend en gezaghebbend voor de procedures en deadlines rond het aanvragen en afleggen van examens. Ga niet zonder meer af op mondelinge toezeggingen van individuele personen. Daaraan kun je geen rechten ontlenen. Van de procedures en deadlines voor examenaanvragen wordt niet afgeweken. Evenmin wordt erover onderhandeld. Het heeft dus geen zin om via docenten, studie-adviseur of anderen uitzonderingen hierop te bepleiten Examencommissie Correspondentie betreffende (onderdelen van) het masterexamen dient te worden gericht aan de secretaris van de examencommissie (dr. F. de Glas), Kromme Nieuwegracht 29 (3512 HD Utrecht); postvak in kamer Op iedere brief dienen altijd de navolgende gegevens te worden vermeld. Voorletters, familienaam en studentnummer Adres & postcode Telefoonnummer vaste telefoon (kengetal en abonneenummer) -adres Telefoonnummer mobiele telefoon Datum Voorts dienen de volledige, officiële namen en codes van de betrokken onderdelen te worden opgegeven. De examencommissie komt in beginsel iedere laatste woensdag van de maand bijeen (met uitzondering van de maand juli). Indien op deze laatste woensdag de universiteitsgebouwen gesloten zijn (bijvoorbeeld in geval van feestdagen of collectieve ADV), vindt de vergadering een week eerder plaats. Er zijn dus 11 zittingen per jaar. Voor de masteropleidingen binnen het Instituut Media en Re/presentatie zullen slechts bij hoge uitzondering, in zeer bijzondere gevallen, vrijstellingen verleend worden of toestemming om buitenlandse cursusonderdelen in het masterdossier op te nemen. Verzoeken tot vrijstelling of tot inpassing van buitenlandse onderdelen dienen met redenen omkleed ingediend te worden bij de examencommissie, waarbij aanvullende informatie moet worden meegezonden over inhoud, omvang, niveau, toetsingswijze en (in geval van verzoek tot vrijstelling) behaald cijfer van de cursus(sen) Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. In het bijzonder worden de volgende gedragingen als fraude beschouwd: tijdens het tentamen boeken, syllabi, aantekeningen of andere geschriften waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan, bij zich te hebben; tijdens het tentamen bij mede-examinandi af te kijken of met hen, op welke wijze dan ook, binnen of buiten de tentamenruimte, informatie uit te wisselen; zich tijdens het tentamen uit te geven voor iemand anders; zich op tentamen door iemand anders te laten vertegenwoordigen; de hem uitgereikte vragenformulieren en/of antwoordformulieren te verwisselen of met anderen uit te wisselen; zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen of opgaven van het desbetreffende tentamen; 11

14 tijdens het tentamen in het bezit te zijn van een voorgeprogrammeerde rekenmachine, een buzzer, een mobiele telefoon of enig ander apparaat met een vergelijkbare functie; in een schriftelijk werkstuk of elektronisch document gegevens of tekstgedeelten van anderen over te nemen zonder bronvermelding, hetzij uit boeken, tijdschriften of andere schriftelijke bronnen, hetzij van Internet; een schriftelijk werkstuk of onderdelen daarvan in te leveren dat reeds eerder is overgelegd voor het behalen van studiepunten voor een andere cursus. Wanneer bij of ten aanzien van een tentamen dan wel na inlevering van een schriftelijk werkstuk fraude wordt geconstateerd of ernstig vermoed, deelt de examinator of de surveillant dit terstond mee aan de examinandus en maakt daarvan een aantekening op het door de examinandus in te leveren of ingeleverde werk. Tevens neemt de examinator of de surveillant eventuele bewijsstukken in. Zo spoedig mogelijk na afloop van het tentamen respectievelijk na de correctie van het voornoemde schriftelijke werkstuk, brengt de examinator een schriftelijk verslag uit aan de examencommissie en de student over de geconstateerde dan wel vermoede fraude. De voorzitter van de examencommissie stelt de examinandus in de gelegenheid te reageren op het verslag van de examinator. De reactie kan, naar keuze van de examinandus, schriftelijk dan wel mondeling worden gegeven. De examencommissie kan, afhankelijk van de ernst van de gepleegde fraude, één of meer van de volgende maatregelen opleggen: ongeldig verklaring van het afgelegde tentamen; uitsluiting van het tentamen voor het betreffende onderdeel voor ten hoogste een jaar; uitsluiting van andere tentamens voor ten hoogste een jaar. De examencommissie kan bij de vaststelling van één van deze maatregelen eventuele eerdere fraude door de examinandus mede in aanmerking nemen. De examencommissie stelt de examinandus terstond schriftelijk in kennis van haar besluit, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 3.2 Aanvraagprocedure In het studiejaar dienen examenaanvragen te worden ingediend één week voor de examencommissiebijeenkomst die voorafgaat aan de beoogde Examendatum. Data examencommissie-zittingen In het studiejaar dienen examenaanvragen te worden ingediend één week voor de Examencommissiebijeenkomst die voorafgaat aan de beoogde Examendatum. LET OP: in juli is het secretariaat gesloten. Wie eind augustus 2006 het examen vastgesteld wil zien, dient uiterlijk 21 juni 2006 het dossier in te leveren. Dit alles conform het volgende schema: Evt. vooradvies over aanvraag Juni 2005 Begin september Begin oktober Begin november Eind november Begin januari 06 Begin februari Begin maart Begin april Begin mei Begin juni Deadline inlevering Examendossier 24 augustus september 19 oktober 23 november 7 december 18 januari februari 22 maart 19 april 24 mei 21 juni Toetsing dossier door Examencommissie 31 augustus september 26 oktober 30 november 14 december 25 januari februari 29 maart 26 april 31 mei 28 juni Vaststelling Examen: Examendatum 28 september 26 oktober 30 november 14 december 25 januari februari 29 maart 26 april 31 mei 28 juni 30 augustus Diplomauitreiking 5 oktober 2 november 7 december 4 januari 06 1 februari 1 maart 5 april 3 mei 7 juni 5 juli 13 september 12

15 Let op: Van de procedures en deadlines die gelden voor examenaanvragen wordt niet afgeweken en er wordt evenmin over onderhandeld (het heeft dus geen zin om via docenten of anderen uitzonderingen hierop te bepleiten). Het masterexamen wordt niet automatisch toegekend na het behalen van 60 ECTS aan studiepunten: het moet aangevraagd worden. Wie op een van de hierboven genoemde data zijn masterexamen wil behalen, moet conform het hierbij afgedrukte tijdschema tijdig een complete examenaanvraag indienen bij het TFTV-secretariaat (KNG 29, kamer 1.22). Let op: er zijn per masteropleding uiteenlopende aanmeldingsformulieren beschikbaar. Bij de aanvraag moet u de volgende stukken overleggen: het geheel ingevulde en ondertekende aanmeldingsformulier; een recente OSIRIS-print met eindresultaten (geen deelresultaten) van de gevolgde cursussen en de behaalde studiepunten (let wel: het dossieroverzicht moet als datum hebben de maand waarin het examen wordt aangevraagd!); een kopie van je bewijs tot toelating tot de masteropleiding; laatst behaalde diploma (VWO dan wel een vervolgopleiding) of kopie van uw paspoort (dit wordt gevraagd ter controle van de juiste notering van naam en voornamen, geboortedatum en geboorteplaats); een bewijs van inschrijving aan de Universiteit Utrecht als voltijdstudent met het examendoel master (examens kunnen alleen worden afgelegd indien men op de datum van de examenvaststelling correct staat ingeschreven). De verantwoordelijkheid voor het completeren van het in te leveren dossier, ligt uitsluitend bij de betreffende student. Dus niet bij het secretariaat van het betreffende onderwijsinstituut; niet bij de docent van onderdelen die nog moeten worden afgesloten; niet bij het Studiepunt Letteren; niet bij de (secretaris van) de examencommissie. De student dient vooraf zelf te inspecteren of het aan te leveren recente OSIRIS-overzicht compleet en correct is, en bij omissies navraag te doen bij de Studie-administratie Letteren (SAL). Indien cijfers ontbreken, dan dient de student zelf er zorg voor te dragen dat aanvullende bewijsstukken, zoals toetsverklaringen, worden verkregen (hiervoor kan men niet doorverwijzen naar de betreffende docenten). De student dient eveneens vooraf zelf te controleren of het dossier voldoet aan alle eisen van het masterexamen. De examencommissie stelt een week na indiening van het dossier vast of het geaccepteerd kan worden, dat wil zeggen of het volledig is en in principe rijp voor beoordeling. Dossiers die niet compleet zijn worden geretourneerd aan de afzender. Het risico dat hierdoor nog één of meer maanden extra collegegeld voldaan moet worden, ligt volledig bij de student. Wie er zeker van wil zijn dat een dossier op tijd aan alle eisen voldoet, wordt dringend uitgenodigd om dit voorafgaand aan de indiening, tijdig ter inspectie voor te leggen aan de secretaris (Frank.deGlas@let.uu.nl), KNG 29, 1.43, tel ). In de bijeenkomst van de examencommissie volgend op de zitting waarin het dossier geaccepteerd wordt, stelt de examencommissie het examen officieel vast indien aan alle eisen is voldaan. Men is geslaagd indien voor alle cursussen een voldoende is behaald. De datum van de examenvaststelling geldt als officiële afstudeerdatum en wordt als zodanig ook op het masterdiploma vermeld (dus de afstudeerdatum is niet de datum van de buluitreiking!). Studenten die officieel voor een bepaalde datum willen afstuderen, dienen hiermee rekening te houden. Daags na de examenvaststelling kunnen studenten informeren naar de uitslag van het examen bij het secretariaat van het onderwijsinstituut Dit secretariaat stuurt aan betreffende docenten/begeleiders en studenten een uitnodiging voor de buluitreiking. De student heeft net als bij alle studieresultaten het recht om in beroep te gaan in geval het examen geweigerd is. Intern: Hij moet zich wenden tot de secretaris van de examencommissie. Vervolgens beziet de secretaris in overleg met de voorzitter of het protest aanleiding is het besluit te herzien, al dan niet buiten de reguliere vergadering van de examencommissie. Extern: Wanneer de student bij zijn protest blijft, ook na een afwijzing door de examencommissie, wordt hij/zij door de secretaris doorverwezen naar de Commissie van Beroep voor de Examens. 13

16 3.3 Titulatuur, judicia, diploma-uitreiking De Masterbul en bulbijlage De student die voor het masterexamen is geslaagd, ontvangt als bewijs daarvan de navolgende twee officiële stukken. Masterbul: dit is het officiële diploma waarop is vermeld dat betrokkene het masterexamen in de betreffende masteropleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Het diploma is ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie en is gedateerd op de dag waarop de examencommissie de uitslag van het examen heeft vastgesteld. De bulbijlage: dit is een officiële bijlage bij het diploma, waarin een overzicht wordt gegeven van alle onderdelen die de student voor het masterexamen met voldoende resultaat heeft afgerond, onder vermelding van de daarbij behaalde studiepunten/ects. Voor de bepaling van het judicium wordt gekeken naar het gemiddelde van alle onderdelen. Ook de bulbijlage is ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie. Afstudeerverklaringen worden niet meer verstrekt. Wanneer een student ervoor kiest de masterbul met bijlage af te halen na de betreffende vergadering van de examencommissie, dan vervalt het recht op uitreiking van die bul met bijlage in de speciaal daartoe geplande bijeenkomsten. Data uitreikingen diploma's Voor het studiejaar zijn elke maand (behalve in juli) diploma-uitreikingen gepland. Deze uitreikingen zijn op woensdagmiddag, in principe een week na de examendatum (zie het hierboven afgedrukte schema). Eventuele wijzigingen worden bekendgemaakt op de Internetpagina s van de masteropleiding. De student dient op het aanmeldingsformulier voor het masterexamen aan te geven voor welke buluitreiking hij/zij in aanmerking wil komen. De uitreikingen vinden doorgaans plaats in het U-theater, Studio T op KNG 20; gewoonlijk in de namiddag. De precieze plaats en tijd wordt in een officiële uitnodiging bekend gemaakt en naar de huisadressen gestuurd van de studenten die afstuderen. Indien een student zich wel heeft aangemeld voor de buluitreiking maar uiteindelijk daarbij toch niet aanwezig kan zijn, dan dient hij/zij de secretaris van de examencommissie zo spoedig mogelijk - maar uiterlijk twee weken voor de uitreiking - hierover in te lichten. 14

17 4. Over inschrijvingen en cursusaanbod 4.1 Inschrijfprocedure Faculteit der Letteren Inschrijving voor de cursussen verloopt via OSIRIS Online. Voor meer informatie verwijzen we u graag naar uw mastercoördinator, het StudiePunt Letteren en de Nieuwsbrief Onderwijs en Studentzaken die één maal per onderwijsperiode via de studentsmail wordt verspreid. Kijk voor meer relevante informatie en links op: Het cursusaanbod is ook te vinden via de cursuskrant: of via de website van de betreffende master: Inschrijfprocedure overige instellingen Niet van toepassing. 4.3 Shortlist Cursusaanbod Code Cursusnaam ECTS Periode SCRIPTIE MASTER FTV STAGE PROFIELPRODUCTIE VIDEO STATE OF THE ART: MEDIA STUDIES 7, GESCHIEDENIS EN HISTORIOGRAFIE VAN FILM EN TELEVISIE 7, MEDIA CULTURES 7, TECHNOLOGIE, VORMEN, ESTHETIEK 7,

18 4.4 Cursusbeschrijvingen GESCHIEDENIS EN HISTORIOGRAFIE VAN FILM EN TELEVISIE Onderwijsinstituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Blok: 1, 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Film- en televisiewetenschap Voertaal: Opmerking: Nederlands/Engels Deze cursus is alleen toegankelijk voor MA FTV studenten. Inhoud: Aan de hand van onderwerpen die per instroommoment kunnen wisselen, worden in deze cursus zowel methodologische als historiografische vraagstukken uit de film- en/of televisiegeschiedenis op een verdiepende manier behandeld. Studenten komen in aanraking met de praktijk van het mediahistorisch onderzoek en reflecteren op benaderingen, werkwijzen en vormen van film- /televisiegeschiedschrijving. Dit kan o. m. de vorm krijgen van case studies, waarbij studenten een bijdrage leveren aan lopende onderzoeksprojecten binnen de opleiding. Cursusdoelen: Formuleren van werkbare en relevante probleemstellingen, het opsporen en interpreteren van zowel primaire als secundaire bronnen en het zowel praktisch als op metaniveau bepalen van een eigen positie binnen de discussies en onderzoekspraktijken die het mediahistorische veld gestalte geven. Contactpersoon: Docenten: prof.dr. F.E. Kessler Docent nog onbekend Werkvormen: Seminar 1 x per week 3 uur Toetsen: Nota (Nota; 70 pt.) Opdracht(en) (Opdracht(en); 30 pt.) Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Seminar Grondige voorbereiding van alle te lezen stukken, zoeken naar aanvullende literatuur, innemen van een positie ten opzichte van het materiaal welke ze theoretisch kunnen onderbouwen. Bijdrage aan groepswerk: Seminar Actieve participatie aan discussies Deadlines: Nota nog nader bekend te maken Wat wordt er beoordeeld: Nota Mondelinge en schriftelijke presentaties van uiteenlopende aard. Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: Nog onbekend 16

19 MEDIA CULTURES Onderwijsinstituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Blok: 2, 4 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Film- en televisiewetenschap Voertaal: Opmerking: Nederlands/Engels Deze cursus is alleen toegankelijk voor FTV Masterstudenten. Inhoud: In deze cursus worden zowel vanuit een historisch als vanuit een theoretisch perspectief op een verdiepende manier vraagstukken behandeld die de relatie tussen media, cultuur, en samenleving betreffen. Het gaat hierbij zowel om de verschillende media praktijken die in de cultuur zijn ontstaan als de culturele praktijken die door media zijn gevormd. Aan de hand van onderwerpen die per instroommoment kunnen verschillen wordt de wisselwerking tussen media en cultuur in een nationale en internationale context bestudeerd (waaronder die van globalisering, migratie, commercialisering). Dikwijls zullen de onderwerpen aansluiten bij lopende onderzoeksprojecten binnen de opleiding. Cursusdoelen: Studenten trainen de volgende academische vaardigheden: kritische analyse van theoretische literatuur en theoretische concepten. Analyse van productie- en receptiepraktijken, en productanalyse. Daarbij wordt zowel gebruik gemaakt van (cultuur)theoretische concepten als van concepten ontleend aan sociale geschiedenis en aan cultuurgeschiedenis. Contactpersoon: Docenten: prof.dr. J.S. de Leeuw Docent nog onbekend Werkvormen: Seminar 1 x per week 3 uur Toetsen: Nota (Nota; 70 pt.) Opdracht(en) (Opdracht(en); 30 pt.) Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Seminar Grondige voorbereiding van alle te lezen stukken, zoeken naar aanvullende literatuur, innemen van een positie ten opzichte van het materiaal welke ze theoretisch kunnen onderbouwen. Bijdrage aan groepswerk: Seminar Actieve participatie aan discussies Deadlines: Nota nog nader bekend te maken Wat wordt er beoordeeld: Nota mondelinge en schriftelijke presentaties van uiteenlopende aard Kosten: Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: EUR 62,50 17

20 PROFIELPRODUCTIE VIDEO Onderwijsinstituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 15 Code: Niveau: M Blok: 1-2, 3-4 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Film- en televisiewetenschap Voertaal: Opmerking: Nederlands Alleen spec. studenten en MA studenten. Fulltime aanwezigheidsplicht. Inhoud: De studenten maken zelfstandig een informatief videoprogramma. Video kan op verschillende manieren gebruikt worden. Beeld en geluid kan gebruikt worden om gegevens te verzamelen, b.v. door registratie of het houden van interviews; of om verslag te doen van onderzoek, waarbij onderzoeksresultaten vertaald worden naar een audiovisuele presentatie. Onderzoeksresultaten uit een theoretische cursus dienen vertaald te worden in een videoprogramma voor een bepaald publiek. Aan de hand van de keuze van de doelgroep wordt het gernre en format bepaald. Vervolgens wordt een projectopzet gemaakt. De studenten doorlopen zelfstandig het gehele productieproces. Dat houdt in: het maken van een projectvoorstel, research naar onderwerp en projectmanagement; het houden van interviews, het schrijven van synopsis, scenario en draaiboek; de beeld- en geluidsopnamen, de montage, de presentatie en de evaluatie. Als bij een stage beschikken de studenten over een eigen werkplek (productiekantoor). De studenten worden geacht gemiddeld 20 uur per week beschikbaar te zijn en dienen gebruik te maken van de faciliteiten die op specifieke tijdstippen voor hen geroosterd zijn. Cursusdoelen: Inzicht verwerven in de verschillende aspecten van het productieproces. Daarbij gaat het om de toepassing en toetsing van theoretische kennis en praktische vaardigheden tijdens het productieproces. Contactpersoon: Docenten: drs. A.C.A. Grasveld drs. A.C.A. Grasveld Werkvormen: Practicum (+0, +1) 2 x per week 2 uur Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bijdrage aan groepswerk: Practicum Opzetten en uitvoeren van een videoproductie in groepsverband, schrijven van een productieverslag. 18

21 Toetsen: Actieve deelname (Actieve deelname; 20 pt.) Opdracht(en) (Opdracht(en); 50 pt.) Verslag (Verslag; 30 pt.) Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Verslag Het opzetten, uitvoeren en presenteren van een videoproductie. De schriftelijke vaardigheid om een productieverslag te schrijven en te evalueren naar aanleiding van de videoproductie. Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - Kosten: EUR 50,00 19

22 SCRIPTIE MASTER FTV Onderwijsinstituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 15 Code: Niveau: M Blok: 1, 3 Cursustype: Afstudeeronderdeel Onderdeel van Programma: - Film- en televisiewetenschap Voertaal: Opmerking: Nederlands/ Engels Cursus NIET toegankelijk voor BA studenten! Alleen MA studenten. Inhoud: Studenten werken aan een eigen onderzoek op het gebied van de film- en televisiewetenschap, bespreken methodologische kwesties met de begeleider, zetten een onderzoeksplan op en formuleren een vraagstelling. Vervolgens verzamelen zij relevante literatuur, voeren het onderzoek uit en rapporteren de resultaten in de vorm van een scriptie, waarbij ook het plaatsen van het onderzoek in een breder context een belangrijke rol speelt. Cursusdoelen: Student kan zelfstandig een beperkt onderzoek op het gebied van de film- en televisiewetenschap opzetten en uitvoeren en hierover op een adequate manier en volgens de academische normen rapporteren. Contactpersoon: Docenten: prof.dr. F.E. Kessler Docent nog onbekend Feedback: 1. Individueel Bereikbaarheid: 1. Werkvormen: Individueel Toetsen: Scriptie Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Individueel Studenten werken aan eigen onderzoek. Zij maken een opzet, verzamelen literatuur, voeren het onderzoek uit en rapporteren daarover. In de bijeenkomsten zullen de resultaten van deze werkzaamheden in detail besproken worden. Bijdrage aan groepswerk: Individueel Peer-evaluation maakt deel uit van de feed-back Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Scriptie Vermogen om zelfstandig een beperkt onderzoek op te zetten en uit te voeren. Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: Nog onbekend 20

23 Stage Onderwijsinstituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 15 Code: Niveau: M Blok: 2, 4 Cursustype: Stage Onderdeel van Programma: - Film- en televisiewetenschap Voertaal: Opmerking: Nederlands Cursus NIET toegankelijk voor BA studenten! Alleen specialisatie en MA studenten. Inhoud: De student loopt een stage van minimaal 360 uur in een instelling binnen het domein waarop het MA-programma Film- en Televisiewetenschap voorbereidt. Een docent treedt op als individueel begeleider. Stageplaats en -taken dienen op voldoende niveau te zijn en een onderzoekscomponent te bevatten. Aan het begin van de stage formuleren stagiaire, stagebiedende instelling en stagedocent in overleg de leerdoelen bij de stage. Tevens worden de taken vastgesteld. Deze kunnen variëren van het uitvoeren van of het meewerken aan een welomschreven project of aan een onderzoek tot aan het meewerken in een afdeling in de stagebiedende instantie. De student levert een tussentijdse rapportage, waarin verslag wordt gedaan van de wijze waarop de in de opleiding verworven kennis in de praktijk wordt toegepast. Deze rapportage wordt in een stagevoortgangsgesprek geëvalueerd. De student schrijft ter afronding van de stage een eindverslag waarbij een kritische reflectie op de ervaringen opgedaan in de beroepspraktijk centraal staat. Cursusdoelen: Kennis maken met en oefenen in het functioneren op een academisch werk- en denkniveau binnen instellingen/organisaties in het veld waarop het MA-programma Film-en Televisiewetenschap voorbereidt. Contactpersoon: Docenten: prof.dr. F.E. Kessler Docent nog onbekend Feedback: begeleidingsgesprekken Bereikbaarheid: Werkvormen: Stage Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Stage n.v.t. Bijdrage aan groepswerk: Stage n.v.t. 21

24 Toetsen: Stageverslag Deadlines: Wat wordt er beoordeeld: Stageverslag Oordeel van de stage-biedende instelling over het functioneren van de stagiaire en reflectie op de ervaringen uit de beroepspraktijk in het stageverslag Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: Nog onbekend 22

25 STATE OF THE ART: MEDIA STUDIES Onderwijsinstituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Blok: 1, 3 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Film- en televisiewetenschap Voertaal: Opmerking: Nederlands/ Engels Verplichte cursus MA Film- en Televisiewetenschap. Cursus NIET toegankelijk voor BA studenten Inhoud: In deze cursus maken de studenten kennis met een aantal belangrijke aandachtsvelden, methodologische discussies en theoretisch-historische vraagstukken die in het actuele internationale debat in de media studies, c. q. de film- en televisiewetenschap een rol spelen. Hierbij komt ook het loopend onderzoek in het Instituut Media en Re/presentatie aan de orde. De internationale discussies worden geplaatst in relatie tot de geschiedenis van het vak, maar ook met betrekking tot de individuele projecten van de studenten. Cursusdoelen: Doelstelling van deze cursus is om de studenten kritisch te laten reflecteren op lopende ontwikkelingen binnen het veld van de media studies, c. q. de film- en televisiewetenschap en ze de relevantie daarvan voor hun eigen projecten te laten onderkennen. Contactpersoon: Docenten: prof.dr. F.E. Kessler prof.dr. F.E. Kessler Feedback: Tijdens de bijeenkomsten & spreekuur docent Bereikbaarheid: Spreekuur van de docent & Werkvormen: Werkcollege 1 x per week 3 uur Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Werkcollege Studenten worden geacht de te lezen stukken grondig te bestuderen, kritisch te reflecteren en vragen en discussiepunten voor te bereiden. Bijdrage aan groepswerk: Werkcollege Studenten worden geacht actief deel te nemen aan discussies, zelfstandig materiaal te vergaren en in te brengen in het groepswerk. 23

26 Toetsen: Nota (Nota; 70 pt.) Opdracht(en) (Opdracht(en); 30 pt.) Deadlines: Nota nog nader bekend te maken Wat wordt er beoordeeld: Nota Beoordeeld wordt de vaardigheid van de studenten om het te bestuderen materiaal kritisch te reflecteren, het aangereikte wetenschappelijk instrumentarium in een bredere context te plaatsen en doelgericht te hanteren. Verplicht studiemateriaal: Wordt nader bekendgemaakt - nader bekend te maken Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: EUR 60,00 24

27 TECHNOLOGIE,VORMEN,ESTHETIEK Onderwijsinstituut: Media en Re/presentatie ECTS-punten: 7,5 Code: Niveau: M Blok: 2, 4 Cursustype: Cursorisch onderwijs Onderdeel van Programma: - Film- en televisiewetenschap Voertaal: Opmerking: Nederlands/Engels Deze cursus is alleen toegankelijk voor MA FTV studenten. Inhoud: In deze cursus worden aan de hand van onderwerpen die per instroommoment kunnen verschillen op een verdiepende manier vraagstukken behandeld op het uiteenlopende terrein van media technieken. De invalshoek kan daarbij een technologische zijn, een dramaturgische (vertelstructuren en principes) of ook een esthetische (vormgevingsprincipes). Ook kunnen zowel historische als theoretische benaderingen de vraagstukken die centraal staan inkleuren. Dikwijls sluiten de onderwerpen aan bij lopende onderzoeksprojecten of bij actuele vraagstukken uit de beroepspraktijk van film en televisie. Cursusdoelen: Studenten trainen de volgende academische vaardigheden: kritische analyse van media teksten, en van theoretische literatuur. Cultuurhistorische en cultuurtheoretische analyse van esthetische en technologische concepten en toepassingen. Contactpersoon: Docenten: prof.dr. F.E. Kessler Docent nog onbekend Werkvormen: Seminar 1 x per week 3 uur Toetsen: Nota (Nota; 70 pt.) Opdracht(en) (Opdracht(en); 30 pt.) Toelichting: Voorbereiding bijeenkomsten: Bijdrage aan groepswerk: Deadlines: Nota nog nader bekend te maken Wat wordt er beoordeeld: Nota mondelinge en schriftelijke presentaties van uiteenlopende aard Verplicht studiemateriaal: Aanbevolen studiemateriaal: Kosten: Nog onbekend 25