Project Buitenom Projectplan voor de gemeenten Boxtel-Haaren-Heusden- Meierijstad- Sint Michielsgestel-Vught

Transcriptie

1 Project Buitenom Projectplan voor de gemeenten Boxtel-Haaren-Heusden- Meierijstad- Sint Michielsgestel-Vught LSI - landelijk thema Huisvesting Arbeidsmigranten

2 Inhoud 1 Relatie met LSI - landelijk projectplan Huivesting Arbeidsmigranten Algemeen Projectnaam Deelnemende convenantpartners Projectverantwoordelijke convenantpartner Operationeel projectleider en kernteam Activiteiten Benodigde capaciteit (in uren) Looptijd Omgang met de media Projectdefnities Aanleiding Te onderzoeken doelgroep Geografisch onderzoeksgebied Doelstellingen Activiteiten Projectrisico s Systeem Risico Indicatie (SyRI) Informatieplicht en rechten betrokkene Projectvoorbereidingen en -werkzaamheden Voorbereidende fase Operationele fase (ook wel Onderzoeksfase genoemd) Controlestrategie, werkwijze en inzet van bevoegdheden Planning van de activiteiten Rapportage en communicatie Tussentijdse rapportage over significante afwijkingen en voortgangsrapportage Eindrapportage aan de LSI... 12

3 1 Relatie met LSI - landelijk projectplan Huivesting Arbeidsmigranten Dit projectplan geeft invulling aan de opdracht van de Landelijke Stuurgroep Interventieteams om in samenwerking met de ketenpartners te komen tot afgestemde lokale/regionale projecten op het thema. Dit projectplan beschrijft de concrete activiteiten in het aangegeven gebied, uitgaande van het landelijk projectplan thema Huisvesting Arbeidsmigranten en de centraal in de LSI gemaakte afspraken daarover. De afspraken betreffen in hoofdzaak de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de projectactiviteiten, de inzet van capaciteit van alle betrokken ketenpartners en de deling van gegevens om zo informatie over onderzoekswaardige subjecten en situaties te genereren. Dit projectplan werd goedgekeurd door de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten: Boxtel d.d. Haaren d.d. Heusden d.d. Meierijstad d.d. Sint Michielsgestel d.d. Vught d.d. Het landelijk projectplan geldt als integraal onderdeel van dit projectplan en is ingevoegd als bijlage na hoofdstuk 5. Omdat het landelijk projectplan reeds werd goedgekeurd door de LSI is het niet amendeerbaar en behoeft het geen goedkeuring van de college. Door in te stemmen met dit integrale plan verklaart de bestuurlijk verantwoordelijke organisatie zich te conformeren aan de inhoud en strekking van het landelijk projectplan Bewoningsvraagstukken.

4 2 Algemeen 2.1 Projectnaam Het project staat bekend onder de naam BUITENOM 2.2 Deelnemende convenantpartners De deelnemende convenantpartners in dit Interventieteam zijn: De gemeenten: Boxtel, Haaren, Heusden, Meierijstad, Sint Michielsgestel en Vught UWV Belastingdienst/Belastingen & Toeslagen SVB Politie Openbaar Ministerie 2.3 Projectverantwoordelijke convenantpartner De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het project en de regie van projectuitvoering ligt bij de Burgemeester van de gemeente Haaren. In de lokale driehoek is dit ook afgestemd. 2.4 Operationeel projectleider en kernteam De gemeente Haaren heeft de beleidsmedewerker Integrale Veiligheid/ AOV aangewezen als operationeel projectleider voor de duur van het project. Het interventieteam wordt gehuisvest te Haaren. Door de deelnemende convenantpartners zijn de in onderstaande tabel aangegeven projectverantwoordelijken aangewezen. De operationeel projectleider formeert met hen het kernteam. Het kernteam is verantwoordelijk voor een juiste voorbereiding, uitvoering en afhandeling van de WTP s. Boven het kernteam is er de stuurgroep bestaande uit (gemandateerde) beslissingsbevoegden van de samenwerkende partners.ook deze zijn hieronder aangegeven: convenantpartner projectverantwoordelijke gemandateerde De gemeenten - Boxtel - Haaren - Heusden - Meierijstad - Sint Michielsgestel - Vught Adviseur openbare orde en veiligheid beleidsmedewerker Integrale Veiligheid / AOV Veiligheidscoördinator Adviseur integrale veiligheid, OOV en crisisbeheersing Adviseur openbare orde en veiligheid Adviseur openbare orde -- Burgemeester

5 UWV Belastingdienst/Belastingen & Toeslagen Liaisonmanager Handhaving Interventieteams en Gezondheidsfraude Projectleider EOS & Projectmedewerker Liaisonmanager Handhaving Interventieteams en Gezondheidsfraude Leidinggevende Team Externe Overheidssamenwerking Inspectie SZW Teamleider AMF Niemand aangewezen SVB Teamcoach Handhaving Teamcoach Handhaving Politie Operationeel specialist A Openbaar Ministerie Niemand aangewezen Niemand aangewezen De operationeel projectleider heeft elke twee maanden overleg met de aangewezen vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties om de voortgang van het Interventieteam te bespreken. 2.5 Activiteiten Op basis van de ingebrachte signalen van gemeenten en deelnemende ketenpartners zal de informatie per casus besproken worden. Binnen de bespreking zal de voor die casus beste benadering en aanpak gekozen worden. Operationele acties worden ingesteld op basis van de ingebrachte signalen alsmede naar aanleiding van binnengekomen tips en andersoortige informatie. De hieronder vermelde activiteiten zijn niet limitatief en kunnen los van elkaar, al dan niet gelijktijdig, worden verricht.: Het informeren van pandeigenaren en ondernemers in het project gebied middels een publicatie in de lokale media; Het verrichten van controles op illegale verblijfslocatie van arbeidsmigranten; Het uitvragen van arbeidsmigranten middels vragenformulieren in de eigen taal; Het rapporteren van de onderzoeksbevindingen; Het aanschrijven van een pandeigenaar of verhuurder bij misstanden; Het aanspreken van arbeidsmigranten op verplichte BRP-registratie en het rechtmatig voeren van een buitenlands kenteken in Nederland; Het signaleren van misstanden en vroegtijdig onderzoeken waar misstanden zijn ontstaan of hoe gedrag kan worden omgebogen; Het verrichten van administratieve- en boekenonderzoeken; Het verrichten van derden onderzoeken naar aanleiding van verrichtte werkplekcontroles of ingestelde boekenonderzoeken; Actief doorverwijzen naar hulpverlenende instanties; Het uitvoeren van fiscale surveillance; Het gericht communiceren met de doelgroep via diverse kanalen; Het aangaan van samenwerking met werkgevers(organisaties), woningcorporaties en investeerders om op korte termijn alternatieve huisvestingsmogelijkheden te realiseren 2

6 2.6 Benodigde capaciteit (in uren) De operationeel projectleider heeft een inschatting van de WTP s en de hierbij in te zetten capaciteit per deelnemende convenantpartner gemaakt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt voor de inzet van het kernteam en de ad hoc benodigde capaciteit voor de WTP s conform het format, Deelnemende convenantpartner Uren kernteam Uren WTP Incl. interne afwikkeling Belastingdienst/Belastingen en Toeslagen Inspectie SZW UWV Gemeenten (per gemeente m.u.v. Haaren) Gemeente Haaren Projectleidster Administratieve ondersteuning SVB Politie Vreemdelingentoezicht 0 0 Politie Basispolitiezorg De deelnemende partners hebben verklaard de aangegeven capaciteit beschikbaar te stellen. De door de partners uit te voeren taken zijn opgenomen in hoofdstuk 4 onder werkzaamheden. 2.7 Looptijd De looptijd van dit interventieteamproject is 10 maanden (van 1 maart 2018 tot 1 januari 2019) 2.8 Omgang met de media Alle communicatie over dit project verloopt via Afdeling Ontwikkeling, Team Communicatie van de gemeente Haaren. Er zal geen communicatieplan worden opgesteld. Wel is een communicatiestrategie afgesproken, waarin is opgenomen op welke momenten de verantwoordelijke communicatieadviseur van de gemeente Haaren met de collega s van de partners contact legt. Tevens is opgenomen op welke momenten een persbericht kan worden uitgedaan. Meeloopverzoeken van de pers worden in eerste instantie niet gehonoreerd. In hoofdstuk 3, paragraaf 3.9 van de bijlage (landelijk projectplan) staan de aanwijzingen over hoe om te gaan met communicatie nader uitgeschreven. 3

7 3 Projectdefnities 3.1 Aanleiding In november en december 2016 is binnen de gemeenten Vught en Haaren een FIC-project uitgevoerd, dat zich richtte op de controles van op papier leegstaande panden in het buitengebied. Leegstaand wilde toen voor deze twee gemeenten zeggen dat er geen inschrijvingen in de Basisregistratie Personen (BRP) bekend zijn of dat er gerede twijfel bestaat dat de inschrijvingen in de BRP niet overeenkomen met de werkelijkheid. De beide gemeenten vermoedden toen dat steeds meer van deze panden worden gebruikt voor het onderbrengen c.q. huisvesten van arbeidsmigranten. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, maar veelal zijn deze leegstaande panden onttrokken aan het toezicht. Gemeenten krijgen lastig zicht op dit soort huisvestingssituaties, ook doordat arbeidsmigranten zich veelal niet inschrijven in de BRP en gemeenten via het Register Niet Ingezetenen (RNI) geen zicht hebben op verblijfslocaties van arbeidsmigranten. Daarnaast speelt rond arbeidsmigranten nog een aantal andere zaken, zoals illegaal verblijf, uitkerings- en premiefraude, verborgen ondernemerschap, maar ook uitbuiting door uitzendbureaus, arbeidsbemiddelaars of werkgevers. De gemeenten Vught en Haaren wilden met een aantal gerichte controles mede voorkomen dat in deze woningen, brandgevaarlijke, sociale en of hygiënische misstanden ontstaan. Beide gemeenten hebben in november en december 2016 elk in samenwerking met de politie twee avonden controles uitgevoerd. De bevindingen van deze controles zijn verwerkt in een eindverslag, dat op 10 april 2017 is goedgekeurd door het Regionaal Platform Fraudebestrijding Zuidoost (RPF) en daarna is aangeboden aan de Landelijke Stuurgroep Intrerventieteams (LSI). Het project toonde aan dat veel panden anders werden gebruikt dan bij de gemeente bekend was. Er werden op diverse locaties arbeidsmigranten aangetroffen, waar vooraf geen weet van was. Enkele keren was daarbij sprake van brandonveilige woonomstandigheden. Ook zijn woningen aangetroffen, waarvan de bewoners zijn overgedragen aan medewerkers van het Sociaal Domein van de gemeenten vanwege de slechte sociale en hygiënische omstandigheden waarin zij woonden. Maar ook werden door de controleteams diverse aan drugs gerelateerde overtredingen geconstateerd. Voor de Inspectie SZW zijn gegevens verzameld, die bruikbaar waren in een lopend onderzoek. Daarnaast stopte de Belastingdienst-Toeslagen de uitkering van onterecht verkregen huurtoeslag. Het projectteam deed in het eindverslag diverse aanbevelingen. Eén daarvan is: 1. Op basis van het verkregen inzicht adviseert het projectteam van gemeenten, politie (KCHN (VNG)) om een herhalingsproject onder de vlag van de LSI uit te voeren. Liefst nog in Liefst ook in een groter verband, namelijk met alle gemeenten vallend onder het politiebasisteam de Meierij. Dit advies heeft uiteindelijk geleid tot het voorliggende projectplan voor dit IT-project. 3.2 Te onderzoeken doelgroep Door het ontbreken van een goed zicht op de leegstaande (agrarische) panden in het buitengebied, lijken diverse ondernemers vrij spel te hebben voor veelal ongewenste activiteiten. Zo worden bedrijfswoningen maar ook andere leegstaande panden, zoals stallen en loodsen o.a. gebruikt om arbeidsmigranten te huisvesten. Het is dan ook deze groep gebruikers waar het project zich op richt. Controle op de kwaliteit van de 4

8 huisvesting ontbreekt thans, omdat gemeenten de locaties vaak niet als huisvestingslocatie in beeld hebben. Dit weer als gevolg van het uitblijven van inschrijvingen in de BRP. Slechte kwaliteit van de woningen of woonruimten zijn vaak het gevolg. Er wordt regelmatig niet voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit, waardoor brandgevaar ontstaat. Er is geen toezicht op de hygiëne en de sociale omstandigheden waaronder de mensen verblijven. Voor veel ondernemers of bemiddelaars lijken de financiële opbrengsten leidend. Arbeidsmigranten maken vaak meer uren dan wenselijk of via de cao is geregeld. Lonen en andere verplichte vergoedingen (zoals vakantiegeld) staan onder druk of worden niet conform de wetgeving betaald. Sommige ondernemers verzinnen vreemde en ongewenste inhoudingen om hun kosten te drukken. Zo is al enkele keren geconstateerd dat arbeidsmigranten verplicht worden om toeristenbelasting af te dragen aan de huisvester. Afdracht door de huisvester aan gemeenten gebeurt dan weer niet of niet volledig. Doordat arbeidsmigranten zich niet bij een gemeente inschrijven, ontvangen zij vaak ook geen toeslagen, waar ze soms wel recht op hebben. Kennis daarover ontbeert hen. Er is geen of geen volledig zicht op hen met als gevolg dat een goede controle uitblijft. Doordat bij de gemeente of bij andere instanties het zicht op de bewoning ontbreekt, en of doordat de arbeidsmigranten onze taal niet spreken of onze wetgeving niet kennen, is een voedingsbodem voor fraude en uitbuiting makkelijk gecreëerd. Ook naar de toekomst toe kunnen problemen ontstaan van financiële aard. Als arbeidsmigranten zich al wel inschrijven in het BRP maar het land verlaten zonder zich uit te schrijven, dan bouwen zij bijvoorbeeld AOW op zonder daar recht op te hebben. De Nederlandse staat kost dit (nu en in de toekomst) veel belastinggeld. Ook om die reden is het belangrijk dat er een goed zicht is op wie waar verblijft. Tijdens een vooroverleg tussen gemeente, politie en projectleider worden locaties besproken waar naar informatie van de gemeente geen inschrijvingen in de BRP zijn. Voor de andere convenantpartners betekent dit dat aan de voorzijde geen of nauwelijks informatie over personen valt aan te leveren, omdat die persoonsgegevens ontbreken. Juist hierdoor vindt er ook geen analyse plaats van persoons- of locatiegegevens. Deze gegevens worden ook niet in een centraal bestand opgeslagen. Dat gebeurt wel met de bevindingen die na een WTP worden doorgegeven aan de projectleiding. 3.3 Geografisch onderzoeksgebied In principe geldt voor het project de geografische grondgebieden van de gemeenten Boxtel, Haaren, Heusden, Meierijstad, Sint Michielsgestel en Vught. Binnen het project maken echter veelal de gemeenten de keuze van de locaties om te controleren. Daarbij wordt in principe uitgegaan van locaties gelegen buiten de als zodanig aangeduide bebouwde kom van de gemeenten. Dat zijn dan ook tevens de gebieden die ingevolge de bestemmingsplannen Buitengebied door de zes gemeenten zo zijn aangewezen. Dit is een aanzienlijk deel van de zes gemeenten en daarom laat zich dat zeer lastig vastleggen met postcodes. Vandaar de verwijzing naar de locaties zoals opgenomen in de bestemmingsplannen buitengebied van elke gemeente. In specifieke gevallen kunnen ook locaties worden aangemeld die binnen de zodanig aangeduide bebouwde kom zijn gelegen. Dat gaat dan om locaties, waar de gemeente beargumenteerd aantoont dat inschrijvingen in de BRP niet overeen komen met de 5

9 informatie die de gemeente op dat moment van die locatie heeft. Wel moet het hier altijd gaan om locaties waar arbeidsmigranten staan ingeschreven in de BRP. 3.4 Doelstellingen Dit project draagt bij aan: Terugdringen van leegstand, overbewoning, overlast en veiligheidsrisico s Het terugdringen van illegale tewerkstelling; Het tegengaan van onderbetaling van werknemers (onder wettelijk minimumloon); Het terugdringen van belasting- en toeslagenfraude; Het terugdringen van uitkeringsfraude; Het terugdringen van handelen in strijd met gemeentelijke vergunningen en overtreding van bijzondere wetten; Het aanpakken van illegaliteit en illegale bewoning in combinatie van bedrijf en woning; Het bestrijden van misstanden zoals mensenhandel en uitbuiting; Via publiciteit spontane naleving (gepercipieerde pakkans) vergroten Voorts zal het project bijdragen aan het zuiverder maken en houden van de BRP administratie bij gemeenten, waarmee bovengenoemde risico s in de toekomst zoveel als mogelijk kunnen worden voorkomen. 3.5 Activiteiten De uitvoering van dit project zal bestaan uit de volgende instrumenten. a. Handhavingcommunicatie: In dit kader zal elke deelnemende gemeente de aanpak van dit thema communiceren in lokale media en op de gemeentelijke website. Verder kan gedacht worden aan: Delen via publicaties, in afstemming met de LSI, van sprekende resultaten die geboekt worden tijdens uitgevoerde controles Voorlichting aan personen die zich melden bij een gemeentelijk (RNI) loket Contact cq afstemming met de NVVB, de (branche)vereniging van gemeentelijke afdelingen publiekszaken b. Administratieve controles en repressief onderzoek De participerende deelnemers zullen adrescontroles instellen op adressen waar een verhoogd risico of een gezamenlijk belang van risico s is vastgesteld. Deze controles kunnen bestaan uit een administratief onderzoek of een controle op het feitelijk adres. De resultaten uit de controles worden, daar waar nodig gedeeld met de belanghebbende partners. Normalisering van aangetroffen misstanden zal door elk van de belanghebbende ketenpartner naar eigen belang en op basis van eigen taken en bevoegdheden worden uitgevoerd. c. Analyse De resultaten van uitgevoerde controles (administratief of feitelijk) worden geanalyseerd met als doel om structuren of patronen te herkennen. Hierdoor kunnen deze structuren of patronen mogelijk in een eerder stadium worden onderkend (lerend vermogen). 6

10 Daarnaast zullen de conclusies en aanbevelingen die geboekt zijn in eerdere projecten gebruikt worden door toekomstige deelnemende gemeenten. 3.6 Projectrisico s Binnen het interventieproject kunnen de volgende risico s optreden, die de voortgang dan wel de gestelde doelen kunnen beïnvloeden: Het bijstellen van interne keuzes en strategieën van deelnemers intern kan de inzet bij het project bemoeilijken; Het niet (kunnen) vervangen van collega s die door omstandigheden niet kunnen deelnemen aan de controles levert vertraging op of kan de inzet bij het project bemoeilijken; Het niet tijdig en/of met voorrang in behandeling nemen van geconstateerde risicoadressen door (keten)partners levert vertraging op in de afronding; Ongewilde of niet voorziene aandacht van de media richting het project in een politiek gevoelige omgeving kan hinder opleveren voor het uitvoeren van het interventieproject. 3.7 Systeem Risico Indicatie (SyRI) Voor dit project zal geen gebruik worden gemaakt van SyRI. Op basis van de in het projectplan vastgestelde doelstellingen dragen gemeenten voorafgaand aan het casusoverleg adressen aan t.b.v. systeemcontroles door de partners. De verkregen informatie zal in de basis beperkt blijven tot de eigenaar van het pand. De reden is dat in principe leegstaande panden worden gecontroleerd. De te controleren adressen en later de controlebevindingen worden door de projectleiding in een Excelbestand verwerkt. Dit bestand zal door de projectverantwoordelijke gemeente worden opgeslagen binnen de beveiligde ICT omgeving van de gemeente. Gedurende het casusoverleg kan, op de momenten dat wel (herleidbare) persoonsgegevens bekend zijn, elke partner daar de hem bekende informatie over delen. Deze informatie dient als input om de wijze van controle nader te bepalen. Deze informatie wordt ook binnen de beveiligde ICT omgeving van de gemeente opgeslagen. Na afloop van de controles legt de projectleiding de bevindingen inclusief personalia van de aangetroffen personalia, gegevens verhuurder(s) en werkgevers op bovenstaande wijze vast. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten. 1. Gemeenten zorgen ervoor dat de eigenaar c.q. verhuurder van een locatie schriftelijk wordt geïnformeerd over de gehouden controle (dus achteraf). 2. De bevindingen dienen tevens als input voor een persbericht n.a.v. elke controleavond. Ook als er geen bijzonderheden zijn, worden gemeenten verzocht dit te communiceren. 3. De bevindingen worden na de controles aan tafel uitgewisseld met de partners die verder beoordelen of er sprake is van strijdigheid met de regelgeving waarvoor zij aan zet zijn. 7

11 4. Het totaalbestand wordt tevens aangevuld met de resultaten van onderzoek van de partner die in de casuïstiek nader onderzoek heeft gepleegd. 5. Het totaalbestand met bevindingen dient mede als input voor het evaluatieverslag dat t.b.v. de LSI en de partners wordt opgesteld door de projectleiding. 6. De gegevens die ten behoeve van de uitvoering van het project door de deelnemende convenantpartners uit de eigen administratie zijn geleverd en gegevens die in het totaalbestand zijn opgenomen, worden vernietigd binnen vier weken vanaf het moment waarop die gegevens voor de uitvoering van het Interventieteamproject niet meer nodig zijn. De operationeel projectleider ziet erop toe dat van de vernietiging van bestanden een proces-verbaal van vernietiging wordt opgesteld. 3.8 Informatieplicht en rechten betrokkene Veelal zal vooraf weinig concrete informatie bekend zijn. Dit wederom om dat het project zich vooral richt op leegstaande panden. Natuurlijk zijn dan wel eigendomsgegevens bekend. Zoals beschreven in paragraaf 3.7 worden eigenaren en verhuurders van locaties door de betreffende gemeente achteraf schriftelijk van de controle in kennis gesteld. Indien eigenaren of verhuurders tijdens de controle aanwezig zijn, wordt hen de reden van de controle ter plaatse toegelicht. Aangetroffen personen ontvangen bij aanvang van de controle veelal in hun eigen taal een brief. Daarin is informatie opgenomen over het project alsmede over de diensten die de controle uitvoeren. Voor zover een brief niet in de juiste taal aanwezig is, wijst de praktijk uit dat een toelichting in het Engels of Duits kan volstaan. Deze toelichting wordt dan ook gegeven. Het is aan de partners zelf om te bepalen welke informatie zij aan de betrokkenen geven in het kader van de door de partner ingestelde onderzoeken. Betrokkenen die vragen naar informatie worden dan ook verwezen naar de partner die over de juiste informatie beschikt of kan beschikken. 8

12 4 Projectvoorbereidingen en -werkzaamheden 4.1 Voorbereidende fase Het Regionaal Platform Fraudebestrijding is op DATUM akkoord gegaan met dit projectplan. Vanwege de plug-and-play -afspraak met de LSI in relatie tot het al door de LSI vastgestelde landelijk projectplan is het regionale plan hiermee van kracht. 4.2 Operationele fase (ook wel Onderzoeksfase genoemd) Controlestrategie, werkwijze en inzet van bevoegdheden Er is sprake van een regelmatig terugkerende werkwijze in de operationele fase. Hierna is die per samenwerkingspartner aangegeven. Gemeente(n) - De gemeente controleert panden waarvan het vermoeden bestaat dat er sprake is van overtreding van regels of voorschriften uit het Bouwbesluit 2012, brandveiligheidsvoorschriften of bestemmingsplannen. Bij het aantreffen van illegale bewoning (bedrijfslocaties) of het onttrekken van woonruimte en eigenhandige wijziging van bestemming onderneemt de gemeente vervolgstappen. - De gemeente controleert panden die zijn geselecteerd omdat deze op papier leegstaand zijn. De controle richt zich dan op het feitelijk gebruik van deze panden. - De gemeente controleert de afgegeven vergunningen op verblijfslocaties van arbeidsmigranten. Zij geeft zo nodig waarschuwingen bij regelovertreding en stelt daarbij een termijn vast om een exploitatievergunning dan wel, indien van toepassing, andere vergunningen in orde te maken. Indien sprake is van recidive, wordt zo mogelijk repressief opgetreden. - De gemeente controleert op grond van dienstverbandgegevens of arbeidsmigranten voldoen aan de wettelijke verplichting tot inschrijving in de BRP. Bij vaststelling van de verplichting wordt de registratie (direct) geregeld. - De gemeente controleert ook of eventueel ingeschreven personen nog woonachtig zijn op het geregistreerde adres. Als dat niet zo is dan worden stappen ondernomen om uiteindelijk te komen tot actualisatie van het BRP. - De gemeente controleert of werknemers, naast inkomen uit arbeid, tevens een uitkering genieten. Als dit zo is, wordt nagegaan of de werknemer hiervan melding heeft gedaan aan de betreffende instantie of gemeente. De wettelijke grondslag voor de gemeente(n) is artikel 64 SUWI. Belastingdienst - De Belastingdienst zorgt voor de (administratieve) handhaving van fiscale wetten en onrechtmatig gebruik van toeslagen. Dit omvat bijvoorbeeld het op grond van signalen uit de interventies bij een onderneming een waarneming ter plaatste uitvoeren, waarbij zaken, zoals het al dan niet voeren van een onderneming, het al dan niet in dienst hebben van personeel, het al dan niet voldoen aan administratieve verplichtingen en het aangeven van onjuiste of onvolledige inkomens- en/of vermogensbestanddelen, kunnen worden ontdekt. Deze waarnemingen ter plaatse en de eventueel hieruit voortvloeiende 9

13 boekenonderzoeken kunnen leiden tot correcties met betrekking tot omzet-, vennootschaps-, inkomstenbelasting en loonheffing. Onderzoeken op deze belastinggebieden resulteren in administratieve (opleggen van voorlopige aanslagen, primitieve aanslagen, naheffings- en navorderingsaanslagen, boetes) of strafrechtelijke afdoening. De wettelijke grondslag voor de Belastingdienst/Belastingen is artikel 67, tweede lid, onderdeel b, AWR jo. artikel 43c, eerste lid, onderdeel w, Uitv. Reg. AWR De wettelijke grondslag voor de Belastingdienst/Toeslagen is artikel 64 SUWI. Politie - Ondanks de aard van de controlewerkzaamheden (bestuurlijke handhaving) zullen de controleteams opereren in samenwerking met de politie. De reden hiervoor is dat alleen dan aangetroffen personen ook door hen kunnen worden gecontroleerd op mogelijke openstaande zaken. Vooraf is dit moeilijk omdat veel mensen niet staan ingeschreven in de BRP en er in principe panden worden bezocht die op papier leegstaand zijn. - Door de politie zullen de controlewaardige verblijfsadressen en -locaties van arbeidsmigranten vooraf gecheckt worden op veiligheidsaspecten. - De politie heeft capaciteit beschikbaar voor ondersteuning bij de risicoadressen en de adressen waar de toegang in eerste instantie is geweigerd en waarvoor in overleg met de plaatselijke burgemeester een machtiging tot binnentreden is afgegeven. De inzet van de capaciteit voor de bedoelde adresbezoeken zullen in overleg met de politie gepland worden. - Situaties waarbij personen op de controlelocatie worden aangetroffen, waarvan het vermoeden bestaat (na identiteitsonderzoek) dat die illegaal in Nederland verblijven, worden aan de (vreemdelingen-)politie gemeld en de politie bepaalt de vervolgstappen. De wettelijke grondslag voor de politie is artikel 20 Wpg Sociale Verzekeringsbank - De leef- en/of woonomstandigheid is een belangrijk gegeven als het gaat om uitkeringen die door de Sociale Verzekeringsbank worden verstrekt (de AOW, de AIO, de AKW en de ANW-uitkeringen). Deze zijn afhankelijk van het al dan niet hebben van een partner en/of kind(eren), waarbij ook het inkomen van een eventuele partner een rol speelt. Eén en ander wordt bij de interventies op juistheid gecontroleerd. De wettelijke grondslag voor SVB is artikel 64 SUWI. UWV - Het UWV controleert of personen naast een lopende uitkering inkomsten genieten en/of werkzaamheden uitvoeren waarvan geen melding is gemaakt. Het niet of onvolledig melden van de werkzaamheden kan leiden tot terugvordering van ten onrechte verstrekte uitkeringen en beëindiging dan wel aanpassing van lopende uitkeringen. Ook kan het aanleiding zijn om daarnaast een boete of maatregel op te leggen. In bepaalde gevallen zal tevens sprake zijn van een strafrechtelijke afdoening van de uitkeringsfraude. 10

14 De wettelijke grondslag voor UWV is artikel 64 SUWI. Inspectie SZW - Directie Arbeidsmarktfraude - De Inspectie SZW zal in principe geen actieve rol hebben in de uitvoering. De controles op de verblijfslocaties kunnen gegevens opleveren welke voor de Inspectie SZW, directie AMF of in het bijzonder voor het project AMU, aanleiding zijn om nader onderzoek te verrichten. Deze gegevens worden via de projectverantwoordelijke aan de Inspectie SZW doorgespeeld. De wettelijke grondslag voor UWV is artikel 64 SUWI Planning van de activiteiten De planning voor het project is als volgt vastgesteld. Voor het project is een totale looptijd gepland van 14 maanden. Deze periode is in de volgende fasen ingedeeld. Voorbereidingsfase : van 1 november 2017 tot 1 maart 2018 Uitvoeringsfase : van 1 maart 2018 tot en met 31 december 2018 Afrondingsfase : van 1 januari 2019 tot 1 april 2019 Motivering van de planning: Voorbereidingsfase: deze loopt van 1 november 2017 tot 1 maart Deze periode wordt gebruikt voor het opstellen van dit projectplan. Tevens vindt daarin de besluitvorming plaats van de colleges van de deelnemende gemeenten alsmede afstemming met de convenantpartners en de lokale Driehoek. Uitvoeringperiode: voorbereiding van de uitvoering loopt vanaf 1 maart De operationele fase (controles c.a.) start direct na goedkeuring door het RPF van het projectplan. De doorlooptijd van het project bedraagt maximaal 14 maanden. In de uitvoeringsfase worden controles en WTP s voorbereid en uitgevoerd. Daarnaast is deze periode ook bedoeld voor het vastleggen van de controlebevindingen en het doen van nadere onderzoeken voor zover de controles daar aanleiding toe geven. Afrondingsfase: deze fase duurt de drie maanden volgend op de afronding van de operationele fase. Deze periode wordt gebruikt voor het zover mogelijk afhandelen van onderzoeken die o.b.v. de bevindingen uit het project zijn gestart. Tevens kent deze periode de evaluatie van het project, waarbij conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden gedaan. Ook wordt hierbij aandacht besteed aan de borging van de gehanteerde werkwijze c.q. samenwerking. In grote lijnen vindt er casusoverleg plaats telkens met twee gemeenten. Daarnaast zal om de week een controle worden uitgevoerd. Elke twee maanden komt het kernteam bij elkaar om de voortgang te bespreken en drie maal zal de stuurgroep bij elkaar komen. 11

15 5 Rapportage en communicatie 5.1 Tussentijdse rapportage over significante afwijkingen en voortgangsrapportage Over de voortgang van het project zal tussentijds in overleg met de secretaris worden gerapporteerd aan het RPF op alle momenten na 1 maart 2018 tot over de afronding van het project besloten is. 5.2 Eindrapportage aan de LSI De einddatum van het project is voorzien per 31 december Uiterlijk op 31 maart 2019 zal het eindrapport via het RPF aan de LSI worden aangeboden. Bijlage: Landelijk projectplan 2018 huisvesting arbeidsmigranten 12