MILIEUEFFECTENRAPPORT TOT HET DUURZAAM WIJKCONTRACT (DWC) RONDOM WESTPARK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MILIEUEFFECTENRAPPORT TOT HET DUURZAAM WIJKCONTRACT (DWC) RONDOM WESTPARK"

Transcriptie

1 MILIEUEFFECTENRAPPORT TOT HET DUURZAAM WIJKCONTRACT (DWC) RONDOM WESTPARK Gemeente Sint-Jans-Molenbeek NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Augustus 2018 Dossier nr Keizer Karellaan 292 B-1083 Brussel

2

3 Versies Versie Versie Versie V1 Augustus 2018 Projectteam Functie Functie Functie Kwaliteitscontrole Amandine D Haese PN augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark iii

4 PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark iv

5 Werkteams: Studiebureau verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het programma van het DWC: PTA Studiebureau verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het Milieueffectenrapport: ABO Tractebel Aanbestedende dienst: Gemeente Sint-Jans-Molenbeek Graaf van Vlaaderenstraat Sint-Jans-Molenbeek PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark v

6 PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark vi

7 INHOUDSOPGAVE Lijst van de afbeeldingen... ix Lijst van tabellen... xi Technische woordenlijst... xiii 1 Inleiding... 1 Wettelijk kader van het Milieueffectenrapport Bestaande situatie en belangrijkste milieu-uitdagingen... 2 Bevolking... 2 Gezondheid van de mens... 5 Bodem... 6 Natuur en biodiversiteit... 7 Oppervlaktewater... 9 Grondwater Mobiliteit Klimatologische factoren Lucht Geluids- en trillingsomgeving Materiële goederen Erfgoed Landschappen Milieukenmerken van de gebieden die sterk kunnen worden getroffen door het in aanmerking genomen DWC-programma Milieuproblemen in verband met het programma, in het bijzonder milieuproblemen betreffende gebieden die bijzonder belangrijk zijn voor het leefmilieu Milieuproblemen die verband houden met de inschrijving in het plan, gebieden waarin vestigingen toegelaten zijn die een risico van zware ongevallen inhouden waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken in de zin van de richtlijn 96/82/EG Nulalternatief: te verwachten evolutie van de perimeter als het DWC-programma niet wordt uitgevoerd Populatie Bodem Natuur en biodiversiteit Oppervlaktewater Mobiliteit Klimatologische factoren Lucht Geluid- en trillingomgeving Materiële goederen Landschappen Presentatie van het programma van het DWC Rondom Westpark PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark vii

8 Samenvatting van de inhoud van het DWC-programma Verband met andere relevante plannen en programma's Analyse van de milieueffecten Methodologische benadering Inventarisatie van de milieueffecten van de ingrepen en projecten die deel uitmaken van het programma Transversale analyse van alle projecten van het geselecteerde DWC-programma Voorzienbare globale impact op natuur en biodiversiteit Voorzienbare globale impact op het oppervlaktewater Voorzienbare globale impact op de mobiliteit Interacties tussen de interventies/projecten van het DWC Voorstelling van de mogelijke alternatieven en hun rechtvaardiging Samenvatting van de aanbevelingen Indicatoren van opvolging van de evolutie van de milieukwaliteit Algemeen besluit Bibliografie PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark viii

9 LIJST VAN DE AFBEELDINGEN Afbeelding 1: kaart met inventaris van de bodemtoestand (Bron: Leefmilieu Brussel (mei 2018) Afbeelding 2: Groene corridors vastgelegd in het GPDO (kaart: ABO, gegevensbron: Leefmilieu Brussel)... 8 Afbeelding 3: Overstromingsgevaar nabij de operationele perimeter van het DWC (kaart: ABO, gegevensbron: Leefmilieu Brussel) Afbeelding 4: (Bron: Leefmilieu Brussel, 2014) Afbeelding 5: Het parkeerprobleem in Brussel (bron: Mobil2040) Afbeelding 6: Nachtelijk gemiddelde van een stedelijke hitte-eiland over 30 jaar ( ) (bron: Hamdi R. (2014). Impact des changements climatiques dans les villes : Contraste entre stress thermique urbain et rural.. 16 Afbeelding 7: Kadaster van het lawaai van het wegverkeer (bron: Leefmilieu Brussel) Afbeelding 8: Uitbreidingszones van sites opgenomen in het archeologisch erfgoed (Bron: BruGIS, juni 2018) Afbeelding 9: Gebieden van culturele, historische, esthetische waarde of voor stadsverfraaiing in de DWCperimeter (ABO, bron: BruGIS) Afbeelding 10: Continuïteit van groenvoorzieningen bepaald door het GPDO (Kaart: ABO, Gegevensbron: Leefmilieu Brussel) Afbeelding 11: Illustratie van een model van autodelen (Bron: Tractebel) PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark ix

10 PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark x

11 LIJST VAN TABELLEN Tabel 1: Samenvatting van de inhoud van het DWC-programma Tabel 2: Overzichtstabel van de milieueffecten van het DWC-programma Tabel 3: Synthese van de effecten van het programma op het thema "Natuur en biodiversiteit" Tabel 4: Synthese van de effecten van het programma op het thema "Oppervlaktewater" Tabel 5: Voornaamste aanbevelingen betreffende vastgoedprojecten Tabel 6: Voornaamste aanbevelingen voor projecten van openbare ruimten Tabel 7: Indicatoren van opvolging PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark xi

12 PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark xii

13 TECHNISCHE WOORDENLIJST Biotoop Oppervlaktewater Grondwater Afvloeiend hemelwater Afvalwater Energie-efficiëntie Primaire energie Grijze energie Invasieve/overwoekerende soort Evapotranspiratie (bij planten) Broeikasgas Afwatering Wadi Geografisch afgebakende omgeving met homogene en gedefinieerde omgevingsfactoren (temperatuur, vochtigheid...) aanwezig zijn, noodzakelijk voor het bestaan van fauna en flora en waarvoor dit een normale habitat is. Binnenwateren, met uitzondering van grondwater; overgangswater en kustwateren, en voor zover het de chemische toestand betreft, ook territoriale wateren. Per slot van zaken gaat het om de waterlopen en vijvers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Leefmilieu Brussel (2015)). Ontwerp Waterbeheerplan BHG ) Al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in rechtstreeks contact met de bodem of de ondergrond staat (Leefmilieu Brussel (2015)). Ontwerp Waterbeheerplan BHG ) Regenwater dat niet in de bodem dringt. Of stedelijk afvalwater, is het water dat is vuil geworden door menselijke activiteit, na het gebruik ervan voor huishoudelijke of industriële doelstellingen (Leefmilieu Brussel, 2015). Ontwerp Waterbeheerplan BHG ) De verhouding tussen de verkregen prestatie, dienst, goederen of energie, en de energietoevoer hiervoor (Ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing) Energie uit hernieuwbare of niet hernieuwbare bronnen die geen omzettings- of verwerkingsproces ondergaan heeft (Ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing) Energie nodig voor de productie, het transport en de verwijdering van een product Een exotische soort, geneigd om zich in groten getale te verspreiden of te vermeerderen op een excessieve manier of een manier die het behoud van de biodiversiteit bedreigt (Ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud) Hoeveelheid water verdampt door vegetatie. Gassen die een deel van de zonnestralen absorberen, ze in de vorm van straling verspreiden in de atmosfeer en zo bijdragen aan het broeikaseffect. Sloot begroeid met gras, depressie, al dan niet natuurlijk, die afvloeiend regenwater verzamelt. Droge depressie waar afvloeiend regenwater samenstroomt bij natte periodes en regenbuien. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark xiii

14 PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark xiv

15 1 INLEIDING WETTELIJK KADER VAN HET MILIEUEFFECTENRAPPORT Onderhavig document bestaat uit een niet-technische samenvatting van het milieueffectenrapport (MER) van het programma dat werd weerhouden voor het duurzaam wijkcontract (DWC) Rondom Westpark gedragen door de gemeente Vorst. Het opstellen van deze evaluatie wordt gerechtvaardigd door het feit dat het DWC een programma vormt in de zin van Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's (artikelen 2 en 3). De Europese Richtlijn 2001/42/EG werd in de Brusselse wetgeving doorgevoerd via de Ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's, dwingt namelijk af dat een milieueffectenrapportage wordt uitgevoerd voor plannen en programma's die wellicht aanzienlijke effecten zullen hebben op het milieu, en dit met het oog op de garantie van een betere bescherming van het milieu en een bijdrage aan de integratie van milieuoverwegingen in de opstelling en goedkeuring van deze plannen en programma's. Wanneer een milieubeoordeling vereist is, moet deze worden uitgevoerd bij de voorbereiding van het plan of programma en vóór de vaststelling of onderwerping ervan aan de wetgevingsprocedure (artikel 8), volgens een participatief en iteratief proces. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 1

16 2 BESTAANDE SITUATIE EN BELANGRIJKSTE MILIEU- UITDAGINGEN BEVOLKING Bevolking en demografische evolutie De diagnose van PTA stelt de volgende elementen vast: - De bevolkingsdichtheid is hoog en bijna 2,5 keer hoger dan het regionale gemiddelde. - De vraag naar sociale woningen is groot. - Heel wat grote gezinnen bevinden zich in een moeilijke sociaal-economische situatie. De bevolking is arm en kwetsbaar. Hulpmiddelen zijn daarom van groot belang. - Velen kennen geen Frans. Dit maakt de integratie en deelname aan het sociale leven moeilijk. De wijken ten oosten van het studiegebied worden gekenmerkt door een jongere bevolking (31,9 jaar) dan in de westelijke wijken (36,67 jaar). Huisvesting De diagnose van PTA stelt de volgende elementen vast: - De woonoppervlakte is klein, vooral ten oosten van de spoorweg, en de gezinnen zijn groot. De woonruimte per persoon is bijgevolg erg beperkt. - Het gemiddeld aantal sociale woningen per huishouden is hoog, vooral ten westen van de spoorweg, door de aanwezigheid van sociale hoogbouw. In 2011 was 13 % van de huishoudens ingeschreven voor sociale huisvesting. Voor sommige gezinnen is sociale huisvesting zelfs te duur. - De huur is de laagste in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wat gezinnen met een laag inkomen aantrekt. - Weinig huizen bieden basiscomfort (badkamer, stromend water en toilet binnen). - Ten westen van de spoorweg zijn 3 van de 4 woningen uitgerust met centrale verwarming. In het oosten is dit minder dan 1 op 2. - De gemiddelde aankoopprijs van een huis in Sint-Jans-Molenbeek is de laagste van het hele gewest. Anderzijds is de prijs van een bouwperceel hier de op een na hoogste. De belangrijkste elementen met betrekking tot dit criterium werden meegenomen in de diagnose van PTA. Werkgelegenheid en economische activiteit De diagnose van PTA stelt de volgende elementen vast: - Ten oosten van de spoorweg: veel buurtwinkels (voeding, slagers, bakkers, theehuizen, garages, enz.); - Ten westen van de spoorweg: weinig buurtwinkels; de grote winkels bevinden zich langs de Gentsesteenweg en de Ninoofsesteenweg. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 2

17 - Het gemiddelde inkomen per inwoner is erg laag (gemiddeld belastbaar inkomen: ± euro/jaar). Veel mensen werken deeltijds. - De jeugdwerkloosheid is hoog. Ze hebben weinig toekomstperspectief en het opleidingsniveau is laag. - In 2012 was 27,43 % van de beroepsbevolking werkloos. In 2012 bedroeg het werkloosheidspercentage in de wijken ten oosten van de spoorweg 42,81 %. Dit is het laagste percentage van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (regionaal gemiddelde: 38,09 %). - Verschillende sociaal-economische projecten zagen het licht in Sint-Jans-Molenbeek: restaurant BelMundo, de moestuin Bel Akker, enz. Werklozen kunnen er werkervaring opdoen en achteraf gemakkelijker werk vinden. - Het aantal zelfstandigen neemt toe. - Infrabel Academy geeft tal van cursussen en opleidingen op het gebied van spoorvervoer. - De wijk beschikt over heel wat tewerkstellingsdiensten, maar het is moeilijk om jongeren via dit kanaal te bereiken. De wijken ten oosten van de spoorweg worden gekenmerkt door kleine woningen, een jongere, eerder kwetsbare en kosmopolitische bevolking en een hogere werkloosheid. De wijken ten westen van de spoorweg worden gekenmerkt door grotere woningen, een oudere bevolking voornamelijk uit de Europese Unie en een lagere werkloosheid (zie rubrieken en ). Aanbod aan openbare diensten en voorzieningen De diagnose van PTA stelt de volgende elementen vast: - De wijk Weststation is zeer goed bereikbaar met het openbaar vervoer (trein, metro, tram, bus). Er bevindt zich echter geen aantrekkelijke supralokale pool in de buurt (supralokale voorzieningen, kantoorruimte, productieve activiteiten, enz.). - Sommige voorzieningen werden recent aangelegd (bijv. zaalvoetbalhal) maar ze zijn te duur voor bewoners en jongeren. - Er ontstaan heel wat sociaal-culturele initiatieven in Sint-Jans-Molenbeek (gemeenschapscentra, initiatieven voor kinderen en jongeren, verenigingen voor nieuwkomers enz.), maar er zijn er te weinig binnen de operationele perimeter van het DWC Rond Westpark. Bovendien worden er veel initiatieven georganiseerd voor Franstalige kinderen, maar te weinig voor Nederlandstalige kinderen. Meestal worden ze georganiseerd ten oosten van de spoorweg (jeugdcentra, vzw La Renaissance, Atouts Jeunes). - Er bestaan verschillende sociale voorzieningen binnen de perimeter van het DWC: ontmoetingscentrum Marie-José, OCMW, gezinsplanning Karreveld, Snijboontje, vzw Constats. - Er zijn verschillende culturele voorzieningen binnen de perimeter van het DWC: academie voor muziek en woord, Brussels Event Brewery, Ultima Vez. - Er zijn verschillende sportieve voorzieningen binnen de perimeter van het DWC: Urbanfoot5, Verbiststadion, Decockzaal. - De wijk Weststation wordt, vooral ten oosten van de spoorweg, gekenmerkt door een gebrek aan speelruimten, ontmoetings- en vrijetijdscentra. De voorzieningen (bijv. sportveld, speeltuin) worden ook vaak vernield. - Er zijn een aantal speelpleinen binnen de perimeter (bijv. tussen de Zwarte Vijversstraat en de Menenstraat. Het is slecht onderhouden en er is weinig sociale controle. Op de hoek van de P. Van Humbeekstraat en de Ninoofsestwg. wordt de ruimte afgesloten van de straat door een weinig uitnodigende omheining. Het plein op de hoek van de Decockstraat en de Vierwindenstraat wordt gebruikt, maar is niet aantrekkelijk). Het is belangrijk om de jongeren PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 3

18 in de toekomst te betrekken bij het ontwerp van een speelplein. De kans op vandalisme wordt zo kleiner. - De jongeren hebben een lokaal nodig dat moet worden begeleid. - Kinderdagverblijven, scholen, gebedshuizen en gezondheidszorg zijn aanwezig of gepland binnen de operationele perimeter. Het RPA Weststation plant de integratie van voorzieningen op het braakland van de spoorweg (recyclagepark, uitgebreide sportvoorziening, school, kantoorruimte, ruimten voor productieve workshops). Stadslandbouw De perimeter van het DWC Rond Westpark omvat 1 collectieve moestuin, gelegen in het Marie- Josépark: moestuin Molenbabbel. Rond de perimeter bevinden zich enkele moestuinen. Milieu-uitdagingen De milieu-uitdagingen die bij deze plaatsbeschrijving werden vastgesteld zijn de volgende: - Het woningaanbod versterken in overeenstemming met de waargenomen maatschappelijke situatie, die wijst op een tekort aan sociale woningen. Een van de hoofddoelen van dit soort programma s is om het woningaanbod te versterken en te verbeteren, zowel in kwantiteit als in kwaliteit (gegarandeerd basiscomfort). De duurzaamheid van de gebouwen moet centraal staan in het proces. Afhankelijk van de mogelijkheden qua grond kan de nadruk liggen op het bouwen van nieuwe woningen of het verbeteren van bestaande woningen. - Sociale diversiteit bevorderen door woningen te bouwen die geschikt zijn voor zo veel mogelijk mensen, zowel kwetsbaren als welgestelden. - De hulp aan kwetsbare inwoners vergroten, bijvoorbeeld door taalcursussen (Frans/Nederlands), om hun sociale integratie te vergemakkelijken. - De hulp aan werklozen vergroten (circulaire economie, opleidingen afgestemd op de bevolking). - Nieuwe economische activiteiten ontwikkelen die geïntegreerd zijn in het dichte stadsweefsel (industrie, kantoren, winkels, stadslandbouw), in combinatie met een adequaat opleidingsaanbod, om het aanbod en de toegankelijkheid van werkgelegenheid op lokaal niveau te versterken (in bepaalde leegstaande gebouwen). - Bepaalde speelpleinen renoveren om opnieuw aangename ruimten te creëren die ontmoeting en uitwisseling bevorderen (bijv. tussen Zwarte Vijversstraat en Menenstraat, hoek P. Van Humbeekstraat en Ninoofsestwg, hoek Decockstraat en Vierwindenstraat). Het is belangrijk om de jongeren in de toekomst te betrekken bij het ontwerp van een speelplein om het risico op vandalisme te verkleinen. - Nieuwe en kwaliteitsvolle culturele/sociale/sportieve faciliteiten voorzien rond het Weststation om de toegankelijkheid ervan ten volle te gebruiken en de wijk te revitaliseren (bijv. Verbiststadion nieuw leven inblazen en openen naar aangrenzende straten, een cultureel/sociaal centrum voorzien op de locatie Pythagoras). - Een buurthuis en een lokaal voor jongeren opzetten en begeleiden. Zo voelen jongeren zich niet aan hun lot overgelaten en kunnen er verschillende wijkprojecten worden opgezet (Beekkantplein of ten oosten van de spoorweg). - Opvangfaciliteiten voor peuters en kinderen voorzien (kinderdagverblijven, scholen). - Stadstuinen aanleggen, bijvoorbeeld in samenwerking met een school. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 4

19 GEZONDHEID VAN DE MENS Vectoren van verontreiniging De diagnose van PTA stelt de volgende elementen vast: - Heel wat percelen zijn opgenomen in de inventaris van de bodemtoestand van Leefmilieu Brussel en zijn mogelijk verontreinigd. - Het drukke verkeer, vooral op de Vandenpeereboomstraat, de Gentse- en de Ninoofsesteenweg, zorgen voor een slechte luchtkwaliteit. De belangrijkste elementen met betrekking tot dit criterium werden meegenomen in de diagnose van PTA. Leefomgeving De aanwezigheid van de spoorweg en (ontoegankelijke) braakliggende terreinen zorgt voor een sterke sociale dualisering tussen de wijken ten westen en ten oosten van de spoorweg. Over het algemeen bieden de wijken ten westen van de spoorweg een betere levenskwaliteit: meer vegetatie, bredere en meer luchtige straten, enz. In de oostelijke wijken zien we dicht stadsweefsel, een gebrek aan openbare ruimten en groene ruimten toegankelijk voor het publiek, een gebrek aan vegetatie. Bovendien belemmert de slechte verbinding over het braakland van de spoorweg de uitwisseling tussen de bewoners en versterkt ze het afgesloten gevoel. Milieu-uitdagingen De milieu-uitdagingen die bij deze plaatsbeschrijving werden vastgesteld zijn de volgende: - De luchtkwaliteit verbeteren. Dit probleem is niet op te lossen op het niveau van een DWC, maar een indirecte bijdrage zou nog steeds positief zijn. - De algemene leefomgeving van de wijken verbeteren maar ook de bestaande dualisering tussen de wijken ten oosten en ten westen van de spoorweg verkleinen. Dit kan door de oostwestverbinding te verbeteren en te versterken, het braakland opnieuw te benutten (zie RPA Weststation) en uitwisseling tussen de inwoners van de verschillende wijken te bevorderen. - De kwaliteit van de bestaande openbare ruimten verbeteren om ze aantrekkelijker te maken en het aanbod aan groene en openbare ruimten vergroten, met name ten oosten van de spoorweg. Hierdoor ontstaan er nieuwe ruimten voor uitwisseling en ontmoeting. - Het Beekkantplein heraanleggen om het aantrekkelijker te maken: stadsmeubilair voorzien dat uitwisseling en welzijn bevordert (banken, bomen, struiken, bloembedden, speelstructuren voor kinderen enz.). - Een buurthuis en een lokaal voor jongeren opzetten en begeleiden. Zo voelen jongeren zich niet aan hun lot overgelaten en kunnen er verschillende wijkprojecten worden opgezet (zie thema Bevolking). Het aantal jongeren die op straat rondhangen kan worden verminderd en daarmee onrechtstreeks het gevoel van onveiligheid. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 5

20 BODEM Kwaliteit De kaart met de bodemtoestand hieronder laat zien dat de perimeter van het DWC mogelijk zeer vervuild is. Sommige locaties behoren immers tot categorie 0, 0 + 3, 0 + 4, 3 of 4 - Categorie 0: mogelijk verontreinigde percelen; - Categorie 1: niet-verontreinigde percelen; - Categorie 2: licht verontreinigde percelen zonder risico; - Categorie 3: verontreinigde percelen zonder risico; - Categorie 4: verontreinigde percelen in onderzoek of behandeling. Afbeelding 1: kaart met inventaris van de bodemtoestand (Bron: Leefmilieu Brussel (mei 2018). Bodembestemming De onderstaande afbeelding toont dat de perimeter van het DWC zes categorieën voor bodembestemming omvat: - Woongebieden, hoofdzakelijk residentieel en gemengde gebieden: Dit is de meest voorkomende typologie binnen de perimeter. Ze worden voornamelijk gebruikt voor huisvesting; - Typisch gemengde gebieden: Dit zijn gebieden met zowel een commerciële, industriële als residentiële functie; - Parkgebieden: Dit gebied omvat het Marie-Josépark; PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 6

21 - Sport- of recreatiegebieden in de openlucht: Dit gebied omvat het sportveld in het Marie- Josépark; - Gebieden voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten: Dit zijn de gemeenteschool nr. 9 Augusta Marcoux, de gemeenteschool nr. 5 en Brico Matériaux SPRL; - Gebied van gewestelijk belang (GGB): Dit is het GGB nr. 3 Weststation, waarvoor een Richtplan van aanleg (RPA) in uitvoering is. Milieu-uitdagingen De milieu-uitdagingen die bij deze plaatsbeschrijving werden vastgesteld zijn de volgende: - De aanwezige verontreinigingen controleren ten opzichte van de nieuwe bestemming voorzien in het DWC en het beheer en de behandeling van de vervuiling aanpassen aan de behoeften van het programma, eerder dan het project aan te passen aan de bodemkwaliteit. NATUUR EN BIODIVERSITEIT Groen netwerk en Brussels ecologisch netwerk Voor de perimeter van het DWC werden drie belangrijke observaties gedaan met betrekking tot de aanwezigheid van natuur: 1) De wijken ten oosten van de spoorweg worden gekenmerkt door een aanzienlijk gebrek aan groene ruimten die toegankelijk zijn voor het publiek. Opgemerkt moet echter worden dat het braakland momenteel niet toegankelijk is voor het publiek, maar dat het RPA Weststation er een openbaar park wil aanleggen; 2) De wijken ten oosten van de spoorweg beschikken over geen enkele groene ruimte. De twee ontwikkelingsgebieden van het Brussels ecologisch netwerk (BEN) zijn begroeide zones op het braakland van de spoorweg. De verbindingszone met het BEN komt overeen met het Marie- Josépark; 3) De perimeter wordt doorkruist door de spoorweg en het ontoegankelijke braakland, waardoor het landschap wordt gefragmenteerd. Op de kaart van Groen netwerk 1 van het GPDO staan verschillende groene corridors. Twee ervan hebben rechtstreeks betrekking op de operationele perimeter van het DWC: - Noord-zuidas: groene corridor langs de Dubois-Thornstraat: de zone begint bij het Weststation en gaat in noordelijke richting naar Simonis; - West-oostas: groene corridor die de reeks begroeide open ruimten ten westen van de spoorweg verbindt met de groene ruimte bij de Ninoofsepoort, over het braakland ter hoogte van de loopbrug Beekkant. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 7

22 Muzenpark Elisabethpark Albertpark Marie- Josépark Scheutbos -park Bospark Legende: : Operationele perimeter van het DWC Rond Westpark : Centrale gebieden : Ontwikkelingsgebieden : Verbindingsgebieden : Groene corridors vastgelegd in het GPDO Afbeelding 2: Groene corridors vastgelegd in het GPDO (kaart: ABO, gegevensbron: Leefmilieu Brussel) Habitats De perimeter van het DWC ligt niet in de nabijheid van enige natuurlijk reservaat, bosreservaata of Natura 2000 gebied. Milieubeheer Binnen de perimeter van het DWC wordt het Marie-Josépark beheerd door Leefmilieu Brussel. Het is de bedoeling dat het toekomstige Westpark (zie RPA Weststation) ook wordt beheerd door Leefmilieu Brussel. Fragmentatie/barrière-effecten PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 8

23 De diagnose van PTA stelt het volgende element vast: - De spoorweg veroorzaakt een oost-westbarrière binnen de perimeter. - Ten oosten van de spoorweg zijn de binnenpleinen dichtbebouwd en ingesloten, zodat weinig groene ruimten een stepping stone kunnen vormen naar die regio. De structuur van de bebouwing zorgt vooral ten oosten van de spoorweg voor ecologische fragmentatie. Milieu-uitdagingen De milieu-uitdagingen die bij deze plaatsbeschrijving werden vastgesteld zijn de volgende: - Een ecologische ruimte en verbinding aanleggen tussen het Marie-Josépark en het toekomstige Westpark, bijv. door het opentrekken van de Delhaize, de vergroening van het Beekkantplein en/of de herinrichting van de Dubois-Thornstraat (zie RPA Weststation). - De oost-westverbindingen over het braakland van de spoorweg verbeteren om de toegang tot de groene ruimten ten westen van de spoorweg te vergemakkelijken voor de inwoners ten oosten ervan (zie RPA Weststation). - Bepaalde straten en/of pleinen vergroenen (bloembakken, bloembedden, begroeide gevels enz.) om de natuur in zwaar geasfalteerde gebieden te versterken: Beekkantplein, pleintje Vandenpeereboomstraat - Groeninghestraat, pleintje Oostendestraat - Kortrijkstraat, pleintje E. Bonehillstraat - Lessenstraat - Vierwindenstraat, Decockstraat. - De zichtbaarheid en toegankelijkheid verbeteren van groene ruimten op openbare binnenpleinen. Dit kan het gebrek aan openbaar groen helpen verminderen, met name ten oosten van de spoorweg. OPPERVLAKTEWATER Hydrografisch netwerk De operationele perimeter van het DWC wordt gekenmerkt door een interessante topografie. De wijken in het westen van de perimeter bevinden zich op het hoogste punt (44 meter boven zeeniveau, Ninoofsesteenweg ter hoogte van het Weststation), terwijl de wijken in het oosten zich op het laagste punt bevinden (34 meter boven zeeniveau). Daarnaast bevindt de E. Machtenslaan zich in de dalbodem van de Maalbeek (overwelfd binnen de perimeter). Het stedelijk landschap leidt dus tot de natuurlijke afvloeiing van regenwater naar het kanaal (ten oosten van de perimeter van het DWC) en de dalbodem van de Maalbeek. Afvalwaterbeheer Alle woningen moeten worden aangesloten op het rioleringsnetwerk, overeenkomstig titel II van de geldende GSV. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 9

24 Waterafstotendheid van de bodem/beheer van regenwater en afvloeiend water De diagnose van PTA stelt de volgende elementen vast: - Het percentage ondoorlaatbare oppervlakken is hoog: - Ten oosten van de spoorweg: 76,08 % van de oppervlakken zijn ondoorlaatbaar (met inbegrip van het braakland van de spoorweg); - Ten westen van de spoorweg: 71,33 % van de oppervlakken is ondoorlaatbaar. Overstromingsgevaar De wegen in de dalbodem van de Maalbeek, met name de E. Machtenslaan, en de Gentsesteenweg behoren tot een gebied met groot overstromingsgevaar (door overstroming van waterlopen, afvloeiing, terugslag van riolen of door tijdelijke stijging van de grondwaterspiegel) (zie onderstaande afbeeldingen). Het gebied rond het station Beekkant loopt groot gevaar, wat leidt tot hoge risico's voor het metrostation, de bedrijfsactiviteit en woningen, met name aan de Dubois-Thornstraat, die regelmatig worden overstroomd. Gentsesteenweg E. Machtenslaan PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 10

25 Legende: : Operationele perimeter van het DWC Rond Westpark : Hoog overstromingsgevaar : Gemiddeld overstromingsgevaar : Laag overstromingsgevaar Afbeelding 3: Overstromingsgevaar nabij de operationele perimeter van het DWC (kaart: ABO, gegevensbron: Leefmilieu Brussel) Milieu-uitdagingen De milieu-uitdagingen die bij deze plaatsbeschrijving werden vastgesteld zijn de volgende: - een beschouwing over geïntegreerd waterbeheer opnemen in elk project inzake stedelijke ontwikkeling (vastgoed en herinrichting van de openbare ruimte) en streven naar een systeem dat alle regenwater en afvloeiend water minstens 1 u kan opvangen, bij een tienjarige regen (aanbeveling van Leefmilieu Brussel). De projecten moeten daarom voorzien in alternatieve waterbeheermiddelen zodat regenwater en afvloeiend water kan infiltreren, worden gefilterd en vertraagd en zo het risico op overstromingen verkleint. Dit kan door parkeerplaatsen, trottoirs, fietspaden en/of openbare pleinen aan te leggen met een (half)doorlaatbare bedekking (bijv. dolomiet, grasdallen, grind, doorlaatbaar asfalt, greppels,...) en door wegen te voorzien van bufferbekkens, wateropvangende greppels, een wegdek met reservoirstructuur,... Door de aanleg van groene ruimten en groendaken kan het regenwater ook worden opgeslagen en vertraagd. - De waterafstotendheid van de bodem zo veel mogelijk beperken door (half)doorlaatbare bedekking te gebruiken; - Het Beekkantplein herinrichten (gelegen op een laag topografisch punt) met regenwateropslagplaatsen in geval van hevige regen (zie onderstaande voorbeelden); - De studie van Leefmilieu Brussel raadplegen: Regenwater, een troef voor de openbare ruimte: Studie naar vernieuwende projecten op het vlak van regenwaterbeheer in de openbare ruimte en op wegen, voor elke denkoefening over de heraanleg van openbare ruimten en wegen. Afbeelding 4: (Bron: Leefmilieu Brussel, 2014) PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 11

26 GRONDWATER Hoeveelheid/onttrekking van het grondwater Binnen de perimeter van het DWC bevinden zich de waterlichamen van de Sokkel, het Krijt en het Landeniaan. Geen van hen wordt voor menselijke consumptie gebruikt. Er wordt aan deze waterlichamen echter wel water onttrokken voor industrieel en tertiair gebruik. Kwaliteit Net als de bodem is het grondwater waarschijnlijk vervuild ter hoogte van de spoorweggebieden binnen de perimeter (braakland van de spoorweg). De hoge waterafstotendheid van de bodem binnen de perimeter beperkt de infiltratie van mogelijk vervuild water in de ondergrond. Milieu-uitdagingen De milieu-uitdagingen die bij deze plaatsbeschrijving werden vastgesteld zijn de volgende: - Rekening houden met de bodemkwaliteit bij projecten waar regenwater en afvloeiend water dient te infiltreren. Infiltratie in vervuilde grond kan ertoe leiden dat de verontreiniging zich verspreidt naar het grondwater. Er moet daarom specifiek aandacht worden besteed aan gebieden in de buurt van spoorwegen en (voormalige of nog actieve) industriële terreinen. MOBILITEIT Modale verdeling en verdeling van de openbare ruimte Er zijn geen studies over de modale verdeling binnen de perimeter van het DWC. De verschillende studies (Mobel, Beldam) over de modale verdeling binnen het gewest geven aan dat verplaatsingen te voet de voorkeur van de inwoners genieten (40 %). Het gebruik van de fiets is nog vrij beperkt en zoals de rest van het BHG wordt de wijk gekenmerkt door de sterke aanwezigheid van de auto, ondanks een infrastructuur die overwegend op het openbaar vervoer is gericht. Het modale aandeel van de auto ligt binnen de perimeter van het DWC hoger dan het regionale gemiddelde. Verplaatsingen van voetgangers en personen met beperkte mobiliteit In de kleine straten zijn de voetpaden niet goed zichtbaar en onderbroken. De trottoirs zijn smal, soms slecht onderhouden en oneffen, wat het stappen bemoeilijkt. Tot slot is er geen voetgangersstraat in de perimeter. De voetgangerspaden worden in de meeste straten gekenmerkt door de aanwezigheid van autoverkeer. De verdeling van de openbare ruimte over de vervoerswijzen vormt vandaag duidelijk een probleem: - te weinig ruimtes voor voetgangers (en fietsers); - in de straten met de meeste voetgangers is er ook het meeste autoverkeer; - de pleintjes worden voornamelijk ingenomen door parkeerplaatsen en de voorzieningen op de wegen maken de voetpaden moeilijk zichtbaar (kruispunt Lessenstraat, Vierwindenstraat). PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 12

27 Fietsverkeer Wij stellen in het BHG een systematische vermeerdering van het aantal fietsers vast van gemiddeld 13% per jaar. Deze tendens lijkt nog te versnellen vermits deze verplaatsingswijze bijna 20% bereikte in de loop van de laatste 2 opgemeten jaren. Hoewel Sint-Jans-Molenbeek een groter aanbod aan fietsroutes heeft dan het regionale gemiddelde, is de toegankelijkheid ervan binnen de perimeter vergelijkbaar met die van voetpaden: - Belangrijke verkeersaders worden vooral gekenmerkt door autoverkeer; - Het alomtegenwoordig parkeren op deze assen bemoeilijkt de fietsroutes aanzienlijk; - Oversteken van oost naar west is niet mogelijk via de loopbrug Beekkant omdat er geen toegang voor fietsers is. De oost-westverbindingen zijn moeilijk. Openbaar vervoer Daarnaast vertoont het openbaar vervoer de volgende kenmerken: - Alle Brusselse metrolijnen zijn onderling verbonden (1, 2, 5 en 6), met een frequentie van ongeveer 3/5/10 minuten; - 2 tramlijnen (82 en 83); - 1 MIVB-buslijn (86); - 4 lijnen van De Lijn (126 tot 129); - Het treinstation Brussel-West op lijn 28 met: o Railverbindingen met andere stations binnen het BHG; o Directe toegang tot Vlaamse steden ten westen van Brussel; o Toegang tot alle Belgische (en internationale) bestemmingen via een overstap in het Zuidstation; Autoverkeer Samenvattend wordt de perimeter van het DWC Rond Westpark gekenmerkt door: - De alomtegenwoordigheid van de auto in een gebied dat zich richt op het openbaar vervoer. Paradoxaal genoeg zijn de wegen zo ontworpen dat de privéauto het favoriete vervoermiddel is om het Weststation te bereiken; - Oneigenlijk gebruik van de wijkwegen, die te maken krijgen met lokaal verkeer en sluipverkeer naar de Ring en Kleine Ring; - De moeilijke verdeling van de openbare ruimte: o De verzadigde wijkwegen laten geen vlot busverkeer toe; o Het verzadigde autoverkeer heeft een invloed op de voetgangers- en fietsroutes. Parkeren TRACTEBEL stelt dat parkeren een cruciaal probleem voor de toekomst blijft op regionaal niveau. De afbeelding hieronder uit het Mobil2040-onderzoek illustreert het probleem in enkele cijfers. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 13

28 Afbeelding 5: Het parkeerprobleem in Brussel (bron: Mobil2040) Binnen de perimeter is de parkeerdruk hoog, naargelang men zich in ten oosten of ten westen van het braakland bevindt. Het studiegebied vertoont verschillende kenmerken wat parkeren betreft: - Hoofdwegen met parkeerplaats aan beide zijden van de weg; - Enorm veel parkeergelegenheid, ten nadele van andere vervoerswijzen (voetgangers, fietsers of openbaar vervoer). - Woonwijken met eenrichtingsverkeer en meestal een parkeerstrook (af en toe een strook aan beide zijden van de weg); - Wijkwegen met een bepaalde capaciteitsreserve; - Een gebrek aan parkeerplaatsen op privéterrein binnen de strikte perimeter van het DWC; - Grotere parkeerbehoefte in de wijken ten oosten van het braakland (hogere dichtheid). Deze woonwijken hebben relatief smalle straten met parkeerstroken aan weerszijden van de rijweg. Intermodaliteit Intermodaliteit is, wat mobiliteit betreft, het sleutelwoord dat de wijk rond het Westpark definieert of moet definiëren. Intermodaliteit is, tenminste theoretisch, belangrijk omdat: - alle metrolijnen de wijk bedienen en er op elkaar aansluiten; - met een aantrekkelijke frequentie; - en verbindingen met de 2 tramlijnen en de buslijnen van de MIVB en De Lijn; - evenals met de trein. De intermodaliteit tussen de verschillende vervoerswijzen vertoont echter gebreken: - De intermodaliteit tussen trein en metro in het Weststation is onderbroken: de metrolijnen bevinden zich op een ander niveau dan de treinsporen (de metrolijnen lopen ondergronds, op verschillende niveaus terwijl de treinsporen zich bovengronds bevinden). - Brussel-West is niet echt een station, eerder een halte op het gewestelijke spoorwegnet, waardoor het niveau van dienstverlening aan de reiziger anders is. - De locatie is momenteel nog te onaantrekkelijk om een bestemming als zodanig te vormen. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 14

29 - De aansluitingen tussen de verschillende soorten openbaar vervoer zijn vaak te tijdrovend en bevinden zich aan de rand van de belangrijkste bestemmingen van het BHG, waardoor de reisweg vaak te lang en complex wordt. Milieu-uitdagingen De milieu-uitdagingen die bij deze plaatsbeschrijving werden vastgesteld zijn de volgende: - De nadruk leggen op hypertoegankelijkheid en lokale mobiliteit; - De trajecten naar de faciliteiten en belangrijke bestemmingen van de wijk verbeteren (school, kinderdagverblijf...); - Het gebruik en de verdeling van de openbare ruimte (over vervoerswijzen, verkeer en groene ruimten) op elkaar afstemmen; - De onderbrekingen gevormd door lijn 28, de metro-infrastructuur en het braakland van het Weststation zo veel mogelijk wegwerken: de oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers verbeteren. - Verbindingen tussen de wijken aan beide zijden van de vervoersas tot stand brengen of verbeteren. - De lokale en regionale aansluitingen verbeteren voor fietsers, voetgangers en PBM. Ze vlotter en veiliger maken; - Een aangepaste parkeerinfrastructuur voor fietsen voorzien: voldoende veilige fietsparkings aanleggen. Als er hiervoor geen plaats is in gebouwen, kunnen de parkings worden aangelegd langs de weg. Ze moeten geschikt zijn voor bakfietsen en elektrische fietsen. - De parkeerdruk van voertuigen helpen verminderen en communiceren over vervoersalternatieven. - Alternatieven aanbrengen en benutten voor het vervoer van personen en goederen. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 15

30 KLIMATOLOGISCHE FACTOREN Stedelijke hitte-eilanden Afbeelding 6: Nachtelijk gemiddelde van een stedelijke hitte-eiland over 30 jaar ( ) (bron: Hamdi R. (2014). Impact des changements climatiques dans les villes : Contraste entre stress thermique urbain et rural. De operationele perimeter van het DWC Rond Westpark bevindt zich in de oranje/rode zone. Het gebied is dus gevoelig voor het stedelijke hitte-eilandeffect. De wijken ten oosten van de spoorweg zijn bijzonder kwetsbaar door de grote hoeveelheden asfalt en het gebrek aan vegetatie. Wind De windstroom komt hier doorgaans uit het zuidwesten. Er kunnen bepaalde windeffecten optreden, voornamelijk door de aanwezigheid van hoogbouw. Ten oosten van het braakland van de spoorweg wordt de wind afgebogen over de stedelijke boomlaag. Energie Er zijn geen exacte gegevens over energieverbruik voor de perimeter van het DWC. Toch heeft Sint- Jans-Molenbeek ambitieuze doelstellingen voor energie-efficiëntie bepaald om op gemeentelijk niveau de opwarming van de aarde te kunnen bestrijden. Enkele voorbeelden: - de gemeente neemt deel aan het PLAGE-project (lokaal actieplan voor energiebeheer), met als hoofddoel het totale energieverbruik van gemeentelijke gebouwen met 25 % te verminderen; - de gemeente wil voorbeeldgebouwen bouwen of renoveren (efficiënt en milieuvriendelijk). Sinds 2007 past de gemeente de norm passiefwoning toe voor elke nieuwbouw en de norm lage-energiewoning voor elke volledige renovatie van bestaande gebouwen; - in 2013 stelde de gemeente een nieuw energieplan op, met concrete maatregelen om het energieverbruik te verminderen en de productie van hernieuwbare energie te bevorderen; - enz. Milieu-uitdagingen De milieu-uitdagingen die bij deze plaatsbeschrijving werden vastgesteld zijn de volgende: PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 16

31 - Het gebruik van materialen met een natuurlijk, groot albedo bevorderen om zo minder zonnestraling op te vangen bij projecten waarbij de bestrating wordt heraangelegd, in het bijzonder in openbare ruimten. Dit probleem geldt voor de volledige perimeter van het DWC. Het is een middel om stedelijke hitte-eilanden te helpen bestrijden. - De vergroening van daken en gevels en de toevoer van water naar de stad zo snel mogelijk bevorderen, om zo de stedelijke hitte-eilanden te kunnen bestrijden ; - De vergroening op binnenpleinen bevorderen. - Het gebruik van zachte vervoerswijzen bevorderen en aanmoedigen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. - De energieprestaties van gebouwen die worden gerenoveerd verbeteren (isolatie en, indien mogelijk, productie van hernieuwbare energie, enz.), waarbij prioriteit wordt gegeven aan gemeentelijke gebouwen om de voorbeeldfunctie van overheidsinstanties te benadrukken. LUCHT Luchtverontreinigende stoffen Er bevindt zich geen meetstation voor luchtkwaliteit in de perimeter van het DWC, maar het meetstation Molenbeek - Sluis 11 ligt in de buurt ervan (zie onderstaande afbeelding). Het is representatief voor een omgeving met druk verkeer, woningen en industriële activiteiten. Geurhinder Binnen de perimeter vindt geen industriële activiteit plaats die geuren kan veroorzaken. Milieu-uitdagingen De milieu-uitdagingen die bij deze plaatsbeschrijving werden vastgesteld zijn de volgende: - Het gebruik van zachte vervoerswijzen bevorderen en aanmoedigen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. - De energieprestaties van gebouwen die worden gerenoveerd verbeteren (isolatie en, indien mogelijk, productie van hernieuwbare energie, enz.), waarbij prioriteit wordt gegeven aan gemeentelijke gebouwen om de voorbeeldfunctie van overheidsinstanties te benadrukken. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 17

32 GELUIDS- EN TRILLINGSOMGEVING Geluid van het wegverkeer Een groot deel van het Brusselse grondgebied ondervindt geluidshinder van het wegverkeer, gezien het dichte wegennet. De hoogste geluidsniveaus worden waargenomen langs de meeste hoofdassen en in de omgeving ervan, waar het niveau van 55 db(a) meestal wordt overschreden. De volledige perimeter van het DWC Westpark ligt in een dichtbebouwde omgeving en de geluidsniveaus liggen rond het regionale gemiddelde. Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen: - het centrum van het braakland van de spoorweg, waar de geluidshinder beperkter is (55 db(a)); - de hoofdwegen die het gebied begrenzen, zoals de Ninoofsesteenweg en de Gentsesteenweg. Op de Ninoofsesteenweg rijden er dagelijks zo n voertuigen. De bijbehorende geluidshinder wordt nog verergerd door een complex kruispunt (tot 70 db(a)); - De Vandenpeereboomstraat krijgt heel wat doorgaand verkeer van de twee bovengenoemde hoofdwegen (tot 70 db(a)); - Dit geldt ook voor de De Rooverelaan en Dubois-Thornstraat (tot 65 db(a); o Sluipverkeer in de wijk om de verzadigde hoofdwegen te vermijden; o Verkeer dat verband houdt met de vervoersfunctie van de perimeter, d.w.z. iemand afzetten aan het station of een rit met de wagen om aan te sluiten op het openbaar vervoer; - De grote kruispunten en pleinen (Beekkant, Weststation) veroorzaken ook lawaai. Voor het plein aan het Weststation geldt dit des te meer omdat het een knooppunt is en er een busstation is. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 18

33 Afbeelding 7: Kadaster van het lawaai van het wegverkeer (bron: Leefmilieu Brussel) Geluid van het spoorwegverkeer De perimeter die dicht bij de spoorweginfrastructuur ligt (zone die overeenstemt met het braakland) ondervindt rechtstreeks de impact van spoorweggeluid afkomstig van lijn 28. De hinder doet zich vooral voor in het centrum van het terrein maar verspreidt zich naar de eerste gevels aan beide zijden ervan. De geluidsniveaus overschrijden doorgaans 70 db(a) langs de sporen en liggen tussen 55 en 65 db(a) naarmate de afstand tot de sporen groter wordt. De geluidshinder treft voornamelijk: - De hoogbouw langs de De Rooverelaan; - De randbebouwing aan de Dubois-Thornstraat; - In mindere mate de randbebouwing aan de Vandenpeereboomstraat. Door de inrichting van het gebied treft de hinder slechts weinig inwoners van de perimeter, maar de overlast voor hen is over het algemeen wel groter dan die van het wegverkeer. Geluid van het metro- en tramverkeer De geluidsoverlast van metro s is minder intens dan die van het treinverkeer. Ook al is het getroffen gebied vrij beperkt (bebouwing langs de Dubois-Thornstraat, Beekkantplein en hoogbouw aan de De Rooverelaan), toch ondervinden de bewoners doorlopend geluidshinder (tussen 50 en 60 db(a)) van 5 u s ochtends tot middernacht. De frequentie kan oplopen tot één trein om de 2 minuten, als alle lijnen en richtingen in aanmerking worden genomen. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 19

34 De geluidshinder van het openbaar vervoer van de MIVB is voor het DWC Rond Westpark dus nog ernstiger dan die van het treinverkeer. Andere bronnen van geluidshinder en trillingen De perimeter van het DWC Rond Westpark is relatief gespaard gebleven van geluidshinder van het luchtverkeer. Dit is geen probleem voor de wijk. De activiteiten in de wijk worden voornamelijk gedomineerd door geluid van het weg- en spoorwegverkeer. Bij de uitwerking van het DWC moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan de co-existentie van activiteiten en functies zoals huisvesting. Milieu-uitdagingen De milieu-uitdagingen die bij deze plaatsbeschrijving werden vastgesteld zijn de volgende: - De wijkcentra beschermen tegen lawaai van het wegverkeer, met name in de Vandenpeereboomstraat, Dubois-Thornstraat en Decockstraat, door het afschaffen/beperken van het doorgaand verkeer; - Het Marie-Josépark ondervindt heel wat geluidshinder van het wegverkeer, terwijl het een beschermd gebied zou moeten zijn. Binnen het DWC maatregelen en interventies definiëren die beschermde stiltegebieden mogelijk maken. De meest lawaaierige kruispunten herinrichten om de geluidshinder voor aangrenzende woningen te beperken (kruispunt tussen Vandenpeereboomstraat en Gentsesteenweg, kruispunt tussen Vandenpeereboomstraat en Ninoofsesteenweg); - Binnenpleinen beschermen en rustige gevels voorzien; - De woningprojecten die in het DWC worden voorgesteld moeten qua akoestiek en trillingen van goede kwaliteit zijn, d.w.z. voorzien zijn van een rustige gevel en/of geluidsisolatie; - Op langere termijn zorgen voor geluiddempende infrastructuur langs de spoorwegassen, mocht het verkeer op L28 en langs de MIVB-opslag toenemen. MATERIËLE GOEDEREN Afvalbeheer De diagnose van PTA stelt de volgende elementen vast: - De perimeter ondervindt enorm veel hinder van sluikstorten, ondanks het feit dat de gemeente een gratis ophaling van grof huisvuil aanbiedt. Dit komt de netheid van de straten zeker niet ten goede. Sluikstorten gebeurt voornamelijk op en in de directe nabijheid van het braakveld (Vandenpeereboomstraat en Dubois-Thornstraat). - De bewoners klagen erover. Veelzijdigheid en aanpassingsvermogen van gebouwen Binnen de perimeter komen hoofdzakelijk twee soorten gebouwen voor: - Het residentiële gebouw, voornamelijk Brusselse rijhuizen; - Het meer industriële gebouw, met grote constructies. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 20

35 Te renoveren gebouwen kunnen worden aangepast zodat ze een nieuwe bestemming kunnen krijgen, mits herinrichting van het interieur. Zo kunnen de werken en het bouwafval worden beperkt. Gebruik van de materialen Het is in dit stadium niet relevant om het gebruik van materialen in de perimeter te analyseren. De situatie zal worden geanalyseerd binnen het project dat door het programma van het DWC wordt ondersteund. Gezien de ouderdom van de gebouwen, is het echter moeilijk te geloven dat ze hoogwaardige materialen kunnen opleveren (baksteen, hout) die bij de afbraak kunnen worden gerecupereerd voor hergebruik in nieuwbouw. Milieu-uitdagingen De milieu-uitdagingen die bij deze plaatsbeschrijving werden vastgesteld zijn de volgende: - De bevolking sensibiliseren voor het sluikstortprobleem (educatieve workshops, borden langs de weg enz.) om de frequentie ervan te verminderen. - Veelzijdige gebouwen bouwen zoals bepaald in het GLKEP (actie 103), die gemakkelijk converteerbaar zijn en dus verschillende bestemmingen kunnen krijgen (woningen, kantoren, productieve activiteiten enz.) zonder grote herinrichtingswerken. Zo kan ook het geproduceerde bouwafval worden beperkt. - Zo veel mogelijk het gebruik bevorderen van duurzame kwaliteitsmaterialen afkomstig van recuperatie, recyclage en hergebruik, om de ecologische voetafdruk te verkleinen en de levensduur van nieuwbouw te verlengen. - De circulaire economie uitbreiden met lokale bedrijven, met name materiaalleveranciers. ERFGOED Onroerend erfgoed (monumenten, landschappen en archeologische site die beschermd zijn, op de bewaarlijst of op de inventaris staan) Binnen de DWC-perimeter staan het Marie-Josépark en de Sint-Barbarakerk op de bewaarlijst. Wat het archeologisch erfgoed betreft, liggen er drie uitbreidingszones van archeologische sites in de operationele perimeter van het DWC. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 21

36 Gewezen centrum (kasteel, kapel, hoeve, brouwerij) Oostendaal (hoeve, buitenhuis) Leprozerie Legende: : Operationele perimeter van het DWC rond Westpark : Uitbreidingszone van site (archeologisch erfgoed) Afbeelding 8: Uitbreidingszones van sites opgenomen in het archeologisch erfgoed (Bron: BruGIS, juni 2018) Natuurlijk erfgoed Zoals eerder vermeld is binnen de operationele perimeter van het DWC geen enkel landschap aangetroffen dat op de inventaris van het natuurlijk erfgoed staat. Het Marie-Josépark, dat wel in de DWC-perimeter ligt, telt eveneens verschillende bomen die in de wetenschappelijke inventaris zijn opgenomen (Noorse esdoorn, Valse Christusdoorn, Canadapopulier, gewone es, zwarte els, Italiaanse populier, gewone plataan). Milieu-uitdagingen Op basis van de beschrijving van de plaatselijke toestand werden de belangrijke milieu-uitdagingen als volgt afgebakend: - Sommige elementen van het architecturaal erfgoed valoriseren indien ze een onroerende kans vormen, ongeacht of ze op de inventaris staan. - In het kader van projecten waar een stedenbouwkundige vergunning voor nodig is, rekening houden met de uitbreidingszones van archeologische sites. - Bijzondere aandacht besteden aan merkwaardige bomen in het geval van projecten die een impact op deze bomen kunnen hebben, en de bomen valoriseren bij gunstige gelegenheid. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 22

37 LANDSCHAPPEN Bebouwde omgeving In de diagnose van PTA komen de volgende elementen naar voren: - De wijken ten oosten en ten westen van het spoor verschillen sterk qua bebouwde omgeving: o Ten oosten van de spoorweg: het stadsweefsel is erg dichtbebouwd en karakteristiek voor de 19 e eeuw. 81,38% van de woningen dateert van voor 1961 en 2,94% van de woningen telt 5 of meer verdiepingen. Ook de binnenterreinen van de huizenblokken zijn sterk verstedelijkt. o Ten westen van de spoorweg: het stadsweefsel is opener en karakteristiek voor de 20 e eeuw. Het bestaat uit eengezinswoningen, hoge appartementsgebouwen en met groen beplante openbare ruimten. 57,95% van de woningen dateert van voor 1961 en 8,83% van de gebouwen telt 5 of meer verdiepingen. De ruimten tussen de gebouwen zijn opener maar ontoegankelijk. - Veel woningen zijn in slechte staat of onbewoonbaar en de met groen beplante ruimten zijn te weinig talrijk. - De binnenterreinen van de huizenblokken zijn sterk bebouwd, waardoor er erg weinig tussenruimte met groen en openlucht is. Openbare ruimte Uit de diagnose van PTA komen de volgende elementen naar voren: - Het braakland langs de spoorweg vormt een belangrijke grens tussen oost en west. - De jongeren in de perimeter, vooral de jongeren van de historische wijk, wensen meer publiek toegankelijke groene ruimten, speelruimte en ontmoetingsplaatsen. Het toekomstige Westpark dat in het Richtplan van aanleg (RPA) Weststation wordt voorgesteld, is dus een middel om in de onmiddellijke nabijheid van het oude Molenbeek een nieuwe publiek toegankelijke groene ruimte aan te leggen. Het is ook van belang de jeugd te informeren over de aanleg van dit toekomstige park. - Dankzij de in het RPA Weststation voorgestelde renovatie van de voetgangersbrug Beekkant zullen de oost-westverbindingen kunnen worden verbeterd en zal er een balkon over het toekomstige park kunnen worden aangelegd. - Het Beekkantplein is meer een parkeer- en manoeuvreerruimte voor bussen dan een echt plein dat uitwisselingen tussen buurtbewoners in de hand werkt. De jongeren zouden graag willen dat het Beekkantplein op een adequate manier wordt heraangelegd tot een plein dat uitwisseling en spel bevordert. - Ook het plein voor het Weststation en de toekomstige Ekla-toren is niet uitnodigend voor uitwisseling tussen buurtbewoners. Door de aanwezigheid van trams, bussen en druk verkeer is het een lawaaierig en chaotisch plein. - Tussen de spoorweg en de hoge sociale appartementsgebouwen is de (openbare) ruimte verloren ruimte. - De wijk ten oosten van de spoorweg is zeer dichtbebouwd en biedt maar weinig openbare ruimte. - Er zijn een aantal speelpleinen in de perimeter (bv. tussen de Zwarte Vijversstraat en de Menenstraat: dit speelplein is niet goed onderhouden en er is weinig sociale controle; op de hoek van de P. Van Humbeekstraat en de Ninoofsesteenweg: dit speelplein wordt begrensd PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 23

38 door een barrière, die de band met de straat weinig stimuleert; op de hoek van de Decockstraat en de Vierwindenstraat: dit speelplein wordt gebruikt maar is niet erg aantrekkelijk). Het is belangrijk de jongeren te betrekken bij het ontwikkelen van een toekomstig speelplein. Dat beperkt het latere vandalismerisico. - Het Loubna Lafquiriplein (West) vormt een informele ontmoetingsplek waar jongeren spelen en fietsen. Stedelijk landschap In het algemeen bestaat de DWC-perimeter uit dichtbebouwde stedelijke wijken, met vooral woningen, opslagplaatsen en bedrijven. Maar het stedelijke voorkomen en de stedenbouwkundige kenmerken lopen ten westen en ten oosten van de spoorlijn sterk uiteen. De spoorweg en vooral het braakland erlangs dat er tegenwoordig verwaarloosd bij ligt, betekent een grote breuk in het stadslandschap. Ten westen is het landschap open, met hoge appartementsgebouwen, terwijl het ten oosten van de spoorlijn gesloten is, met lage, homogene panden (voor meer details zie criteria Kwaliteit van de open/ openbare ruimten en Bebouwde omgeving ). Milieu-uitdagingen Op basis van deze beschrijving van de plaatselijke toestand werden de belangrijke milieu-uitdagingen als volgt afgebakend: - De binnenterreinen van de huizenblokken valoriseren door ze meer te vergroenen, door te zorgen voor meer tussenruimte en door ze open te stellen voor het publiek, vooral ten oosten van de spoorweg; - Sommige gevels renoveren om de wijk te verfraaien; - Groene ruimten die voor het publiek toegankelijk zijn en speelruimten renoveren/ aanleggen, vooral ten oosten van de spoorweg. Het toekomstige Westpark zal worden aangelegd op het braakland langs het spoor, langs de Vandenpeereboomstraat. Het zou dus deugdelijk en interessant zijn om het aanbod aan hoogwaardige groene ruimten en speelruimten meer ten oosten in de perimeter te verbeteren (bv. tussen de Zwarte Vijversstraat en de Oostendestraat, pleintje Oostendestraat-Kortrijkstraat, pleintje E. Bonehillstraat Lessenstraat Vierwindenstraat) en de kwaliteit van de straten tussen deze toekomstige groene ruimten en ontmoetingsruimten enerzijds en anderzijds het toekomstige Westpark te verbeteren (bv. Vandenpeereboomstraat, Zwarte Vijversstraat, Groeningestraat, J-B Decockstraat, Lessenstraat) (bv. sommige trottoirs verbreden, groenvoorziening, sommige trottoirs omvormen tot ontmoetingsplekken ). - Het Beekkantplein heraanleggen zodat het aantrekkelijker wordt en zich leent voor menselijke uitwisseling: plaatsing van stadsmeubilair dat uitwisseling en welbevinden in de hand werkt (banken, bomen, struiken, bloemperken, speelstructuren voor kinderen etc.). - De Dubois-Thornstraat renoveren en opentrekken om er een kwaliteitsvolle openbare ruimte van te maken die als buffer werkt tussen het Marie-Josépark en het toekomstige Westpark. - Het waterelement weer in de stad brengen, ter herinnering aan de natte vallei van weleer (bv. aanleg van waterpleinen). Wel kunnen we erop wijzen dat het RPA Weststation voorziet in de aanleg van waterbeheersystemen ter hoogte van het braakland langs het spoor, wat naar dit waterelement zal verwijzen. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 24

39 MILIEUKENMERKEN VAN DE GEBIEDEN DIE STERK KUNNEN WORDEN GETROFFEN DOOR HET IN AANMERKING GENOMEN DWC-PROGRAMMA Natuurlijke beschermde gebieden: de perimeter van het DWC ligt niet in de nabijheid van enig natuurreservaat, bosreservaat of gebied Natura Gebied van culturele, historische, esthetische waarde of voor stadsverfraaiing (GCHEWS) bepaald in het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP): het GBP bepaalt de GCHEWS (aangeven door de arceringen op de afbeelding hiertegen) waarvoor bijzondere voorwaarden zijn vastgelegd met het oog op het vrijwaren of valoriseren van de culturele, historische of esthetische kwaliteiten van deze gebieden of om hun verfraaiing te bevorderen Afbeelding 9: Gebieden van culturele, historische, esthetische waarde of voor stadsverfraaiing in de DWC-perimeter (ABO, bron: BruGIS) Overstromingsgebieden: De DWC-perimeter ligt in een gebied waar de grondwaterlagen hoog kunnen zijn (Marie-Josépark) en waar vroeger de Maalbeek liep, die nu is omgevormd tot verzamelriool. Zoals gemeld in deel 2.5 over het oppervlaktewater, vertoont de perimeter een hoog overstromingsgevaar langs de Machtenslaan vanaf het Beekkantstation. MILIEUPROBLEMEN IN VERBAND MET HET PROGRAMMA, IN HET BIJZONDER MILIEUPROBLEMEN BETREFFENDE GEBIEDEN DIE BIJZONDER BELANGRIJK ZIJN VOOR HET LEEFMILIEU Er ligt geen enkel natuurreservaat, bosreservaat of gebied Natura 2000 in de nabijheid van de perimeter van het DWC. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 25

40 MILIEUPROBLEMEN DIE VERBAND HOUDEN MET DE INSCHRIJVING IN HET PLAN, GEBIEDEN WAARIN VESTIGINGEN TOEGELATEN ZIJN DIE EEN RISICO VAN ZWARE ONGEVALLEN INHOUDEN WAARBIJ GEVAARLIJKE STOFFEN ZIJN BETROKKEN IN DE ZIN VAN DE RICHTLIJN 96/82/EG Van deze inrichtingen, de zogenoemde Seveso-inrichtingen (lage drempelwaarde of hoge drempelwaarde) zijn er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vier (één hogedrempelinrichting en drie lagedrempelinrichtingen), namelijk COMFORT ENERGY, LUKOIL BELGIUM, TOTAL BELGIUM, VARO ENERGY BELGIUM. Geen ervan ligt in de DWC-perimeter. De dichtstbijzijnde is de vestiging van Comfort Energy, op 1,5 km ten zuiden van het Weststation, langs het kanaal. De perimeter van het programma ligt dus niet in de veiligheidszone rond deze inrichting. Er wordt dus geen enkel milieuprobleem in verband met inrichtingen die een risico van zwaar ongeval inhouden verwacht. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 26

41 3 NULALTERNATIEF: TE VERWACHTEN EVOLUTIE VAN DE PERIMETER ALS HET DWC-PROGRAMMA NIET WORDT UITGEVOERD POPULATIE Bevolking en bevolkingsevolutie De bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest groeit al verscheidene jaren, met + 0,3% in Men verwacht dat deze tendens zich tijdens de komende jaren zal voortzetten en dat bijgevolg meer mensen gehuisvest moeten worden in het BHG en Sint-Jans-Molenbeek. Huisvesting Tegen 2025 zal het woningaanbod in de perimeter waarschijnlijk niet significant toenemen aangezien onder meer het programma van het RPA Weststation niet zal worden uitgevoerd. Gelet op de dichte bebouwing zal het aantal nieuwe woningen allicht beperkt zijn. Het Ekla-project voorziet in een woningaanbod in de directe omgeving van het station. Het risico van reeds aanwezige verloederde woningen die geen minimumcomfort bieden, wordt nog groter door de toenemende vraag. In het kader van het SVC zullen waarschijnlijk geen woningen gebouwd worden op het grondgebied van Sint-Jans-Molenbeek. Het is daarentegen wel de bedoeling een studie uit te voeren om de kwaliteit van de gebouwen van "Le Logement Molenbeekois" te verbeteren. Op langere termijn zou het aanbod van woningen van velerlei aard fors moeten toenemen in het kader van het RPA Weststation. Werkgelegenheid en economische activiteit Door de druk op de woningmarkt zal het aandeel van de economische activiteiten in de perimeter wellicht afnemen, wat een trend naar monofunctionaliteit met alleen maar woningen tot gevolg heeft. In het kader van het SVC zal een budget van een miljoen euro worden toegewezen aan sociaaleconomische acties voor de gemeente Sint-Jans-Molenbeek. Die acties zijn onder meer gericht op arbeidsintegratie en opleiding. Aanbod van voorzieningen en openbare diensten Op dit ogenblik is een vrij volledig aanbod van voorzieningen en openbare diensten beschikbaar in de perimeter. Op dat vlak vallen tijdens de komende jaren geen belangrijke veranderingen te verwachten; Het Ekla-project voorziet in scholen en een kinderdagverblijf. Op langere termijn zou het RPA Weststation moeten zorgen voor meer grootschalige voorzieningen (meer bepaald een recyclagepark). PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 27

42 BODEM De bodemsanering wordt geregeld door een specifieke regelgeving, de bodemordonnantie. Bijgevolg zal de bodemverontreiniging overeenkomstig de Brusselse wetgeving behandeld moeten worden, onafhankelijk van het DWC-programma. In de toekomst valt dan ook een verbetering van de bodemkwaliteit te verwachten. De aanwezigheid van een GGB (gebied van gewestelijk belang) moet benadrukt worden omdat daar het RPA Weststation ten uitvoer gelegd zal worden. Het parkgebied van het Marie-Josépark zou ongewijzigd moeten blijven. NATUUR EN BIODIVERSITEIT De verwachte bevolkingsgroei in Brussel zal de stedelijke druk op de natuur in de stad toen toenemen. Er moeten dan ook dringend maatregelen worden genomen om de aanwezigheid van natuur te versterken, met name in het stadscentrum (gebied met een tekort aan voor het publiek toegankelijke groene ruimten). Verwacht wordt dat de druk op de grondmarkt zal aanhouden, maar dat men door het beschermende en bindende regelgevingskader een aanwezigheid van natuur in de stad in stand zal kunnen houden. In de perimeter van het DWC zouden de voor het publiek toegankelijke groene ruimten in oppervlakte moeten toenemen door de aanleg van het Weststationpark in het kader van het SVC. Op termijn zou het tekort aan groene ruimten dus afnemen. OPPERVLAKTEWATER Bodemafdekking/ Beheer van regen- en afvloeiend water De toepasselijke GSV legt vage regels op voor de compensatie van de bodemafdekking. Hoewel het potentieel bevorderlijk is voor een geïntegreerd beheer van regen- en afvloeiend water, is het regelgevend kader niet voldoende operationeel om daadwerkelijk vooruitgang te boeken op dit vlak. Bovendien wordt geen vermindering van de bodemafdekking verwacht in de perimeter. Overstromingsgevaar Door de toenemende bodemafdekking in het Gewest zal het overstromingsgevaar toenemen en zich tot steeds meer gebieden uitbreiden. De perimeter van het DWC en meer bepaald de topografische lagergelegen punten zullen wellicht af te rekenen krijgen met een toenemende hoeveelheid afvloeiend water van de hogergelegen punten, wat het overstromingsgevaar groter maakt. MOBILITEIT Zachte vervoerwijzen Meer algemeen zal door de verwachte bevolkingsgroei in Brussel en de mobiliteitspatronen de behoefte toenemen om alternatieven voor het gemotoriseerd eigen vervoer aan te moedigen. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 28

43 Lopen en fietsen winnen terrein als vervoerwijzen en in Brussel verschenen nieuwe diensten zoals Obike, Gobee bike (begin 2018 stopgezet) en Billy Bike, die fietsen en elektrische fietsen in zelfbediening aanbieden, zonder vaste stalling. Deze diensten zijn rechtstreeks beschikbaar via apps. Hoewel die initiatieven niet altijd even succesvol zijn, ontstaat zo een fietsvriendelijke dynamiek in het BHG. Openbaar vervoer Brussel-West zal in de toekomst wellicht beter bediend worden. Zo is er de komst van het GEN, dat tot doel heeft de gewestelijke spoorontsluiting en het gebruik van de trein door de Brusselaars te bevorderen. Het lopende vervoerplan in 2018 duidt nog niet op een ambitieuzer aanbod voor Brussel-West en het is wat lastig cijfers over het spooraanbod bekend te maken. Aangezien de NMBS het aantal treinen op haar lijnen opvoert, kan op middellange termijn een toename tot 2 en later tot 4 treinen per uur in beide richtingen in het vooruitzicht gesteld worden. De infrastructuur vóór lijn 28 zou evenwel een beperkende factor kunnen zijn voor de ontwikkeling van een ambitieuzer aanbod. Wat het station Beekkant betreft, onderzoekt de MIVB de eventuele bouw van een busstation om in de openbaarvervoerbehoeften in het westen van Brussel te voorzien. Dit station zou er ook kunnen toe leiden dat de tramlijnen in de Nicolas Doyenstraat opnieuw gemobiliseerd worden. Momenteel zijn deze lijnen niet geactiveerd. KLIMATOLOGISCHE FACTOREN Îlot de chaleur urbain Door de sterke mineraliteit en de dichte bebouwing van het oostelijke deel van de perimeter kan mettertijd een versterking van het stedelijk hitte-eilandeffect worden verwacht. Dit effect kan zich echter ook doorzetten in het westelijke deel van de perimeter, dat groener en minder dicht is. Énergie Het valt te verwachten dat, met de huidige maatregelen (regelgeving, financiële stimulansen enz.), het energieverbruik kan worden verlaagd, onder meer door de renovatie van gebouwen en het gebruik van duurzame bouwtechnieken. Bovendien zal het aandeel van de hernieuwbare energie in de energiemix mettertijd toenemen. LUCHT De niet-uitvoering van het DWC-programma zou mettertijd geen noemenswaardige invloed mogen uitoefenen op de toestand, die naar een verbetering van de luchtkwaliteit in het Gewest neigt. Het geleidelijke verbod op de meest verontreinigende voertuigen (emissiearme zone Low Emission Zone) dat sinds 2018 in het BHG geldt, is een voorbeeld van een maatregel die een vermindering van de luchtverontreiniging beoogt. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 29

44 GELUID- EN TRILLINGOMGEVING De verwachte toename van de vraag naar mobiliteit in Brussel en het daarmee samenhangende verkeer zijn de belangrijkste aandachtpunten wat de toekomstige blootstelling van de wijk aan geluidhinder betreft. Gelet op de ontwikkelingen op het vlak van mobiliteit, de structurerende plannen voor het openbaar vervoer, het beheer van het doorgaand en sluipverkeer in de wijken, is het essentieel dat de woonwijken beschermd worden tegen de verkeersoverlast. Door de organisatie van trajecten en verplaatsingen te beïnvloeden, moeten de rust van de inwoners en de bescherming van de stille gevels gewaarborgd worden. MATERIËLE GOEDEREN Vóór 2025 zijn geen nieuwe voorzieningen voor afvalbeheer te verwachten in de gemeente. Wel is het mogelijk dat de aanleg van het Westpark en de reactivatie van dit braakliggend terrein het sluikstorten doen afnemen. LANDSCHAPPEN Bebouwde omgeving Zowel in het oosten als in het westen zijn de wijken al dichtbebouwd en zijn veranderingen in de bebouwde omgeving dus weinig waarschijnlijk. Het braakliggend spoorwegterrein zal wellicht via het RPA Weststation voor een sterke diversificatie van de bebouwde omgeving zorgen, maar binnen een andere termijn dan die van het DWC. Openbare ruimte Het GPDO voorziet in een grotere vegetatiedichtheid in de wijken ten oosten van het braakliggend spoorwegterrein. Er kan dus redelijkerwijs worden aangenomen dat de vergroening de kwaliteit van de openbare ruimten zal verbeteren. Het SVC voorziet in de heraanleg van het Beekkantplein om het functioneler en aangenamer te maken. De openbare ruimte zou trouwens in oppervlakte moeten toenemen door de toevoeging van het Westpark op het braakliggend spoorwegterrein, dat in het kader van het SVC geopend zal worden. Deze nieuwe ruimte wordt waarschijnlijk een belangrijke aanwinst voor de perimeter en zal gemakkelijk toegankelijk zijn vanaf de zeer dichtbebouwde wijken in het oosten. Stadslandschap Zonder bijzondere stimulansen is de evolutie van het stadslandschap slechts van generatie tot generatie merkbaar. Voor de wijk en als algemene regel belichamen de gewestelijke en gemeentelijke plannen, programma's en regelgevingen al een visie op het stadslandschap door prioriteiten te bepalen voor het gebruik van het grondgebied en de vormen te omschrijven. In de perimeter zou het Ekla-project voor een bijkomend referentiepunt in het landschap moeten zorgen met een hoog gebouw (G + 17). Dat zou het contrast met het aan de overkant gelegen PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 30

45 Weststation moeten versterken. Een ander duidelijk zichtbaar element is een nieuwe voetgangersbrug boven het braakliggend terrein die eveneens nieuwe uitzichten op de stad zal bieden. Andere belangrijke veranderingen in de perimeter zijn te verwachten door de uitvoering van het RPA en de verstedelijking van het braakliggend terrein. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 31

46 PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 32

47 4 PRESENTATIE VAN HET PROGRAMMA VAN HET DWC RONDOM WESTPARK SAMENVATTING VAN DE INHOUD VAN HET DWC-PROGRAMMA Het programma van het DWC "Rondom Westpark" is opgebouwd rond drie pijlers. De werkzaamheden "bakstenen en inrichtingen" betreffen in het programma geïntegreerde infrastructuurwerken met betrekking tot de nieuwbouw en renovatie van gebouwen en openbare ruimten. Een deel van deze activiteiten heeft betrekking op de Jean-Baptiste Decockstraat, een belangrijke pool van de herinrichting, of haar omgeving (ten oosten van het braakliggend spoorwegterrein). De Jean-Baptiste Decockstraat zal namelijk volledig heraangelegd worden en krijgt een nieuw gezicht (met bijzondere aandacht voor zachte mobiliteit). Aan deze groots opgezette operatie worden nog andere projecten gekoppeld. De tweede pijler betreft de sociaaleconomische acties. Een van de doelstellingen van het DWCprogramma bestaat erin een dynamiek op gang te brengen die de onderwijs- en sociaal-professionele integratie, de activering van bepaalde sites en de strijd tegen verloedering bevordert. De laatste pijler "aansturing en coördinatie" omvat de financiering van het personeel dat nodig is voor de uitvoering van het programma (projectleider, communicatie- en participatieverantwoordelijke, administratie). Bovendien bevat het programma acht reserveprojecten die betrekking hebben op infrastructuur. Voor de helft gaat het om woningen. Deze projecten zullen pas uitgevoerd worden als een of meer hoofdprojecten niet realiseerbaar blijken. Binnen het programma stelt het DWC voor elk project volledig of gedeeltelijk te financieren. Er worden drie types van interventies gedefinieerd: - volledige financiering door het DWC-programma; - gedeeltelijke financiering door het DWC-programma, gemengde interventie; - geen financiering door het DWC-programma, gekoppeld of reserveproject (in het laatste geval is een financiering in het kader van het DWC mogelijk). PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 33

48 Tabel 1: Samenvatting van de inhoud van het DWC-programma PROJECTNR. AARD VAN DE INTERVENTIE BETROKKEN PERCELEN INTERVENTIES VOOR DE HERWAARDERING VAN DE OPENBARE VASTGOEDTRANSACTIES VERBETERING VAN DE MILIEUKWALITEIT SOCIAALECONOMISCHE ACTIES AANTAL GECREËERDE WONINGEN Volledige financiering door het DWC-programma Axe doux JB Decock Zachte as JB Decockstraat Mutualisation parking de quartier JB Decock Mutualisatie buurtparking JB Decock Passage doux & potager de quartier Decock Zachte doorsteek & buurtmoestuin Decock 9 Co-housing Malder-Decock ISP rénove des façades SPI reoveert gevels Réactivation de l espace public Reactivatie publieke ruimte Openbare ruimte X X n.b _B_0819_S_ 006_00 ; 0826_E_006_00 ; 0825_G_002_00 ; 0825_F_002_ _B_0820_F_ 008_02 ; 0820_C_007_02 Niet van toepassing X X X Fabmob goes west Niet van toepassing X Accompagnement scolaire ans Schoolbegeleiding jaar Appel à projets pop-up Proejctoproep pop-up Ekla intergénérationel Ekla intergenerationeel Lutte contre l insalubrité Strijd tegen verloedering Niet van toepassing Pilotage & coordination Niet van toepassing n.b. X X X n.b. X X Gedeeltelijke financiering door het DWC-programma, gemengde interventie Centre de quartier West Wijkcentrum West Centre de jeunesse Jeugdcentrum Parc Étangs Noirs & son activation Zwarte Vijvers Park & zijn activatie 21523_B_0895_00 _N_ _B_0819_00 _T_ _B_0777_00 _R_010 X X X X X X X X X PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 34

49 Parc/place JB Decock Parkplein JB Decock Crèche (45 p.) + accueil Lessenstraat Kinderdagverblijf (45p) + onthaal Lessenstraat ISP active un hangar SPI activeert loods 21523_B_0825_00 _K_002 B_0825_00_L_ _B_0819_00 _S_ _0937_00_A _072 Geen financiering door het DWC-programma, gekoppeld of reserveproject R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 Acquisition des immeubles abandonnés Annkoop van verlaten gebouwen Encadrement sportif & ISP Begeleiding sport & SPI Beekkant comme place de rencontre Beekkant als ontmoetingsplek Rue Vandenpeereboom Vandenpeereboomstraat Missing link & abords Missing link & omgveing Projet d habitation Woonproject Projet d habitation Woonproject Projet d habitation Woonproject Co-housing intergénérationel Intergenerationeel co-housing Projet d habitation Woonproject XL X X n.b. X n.b _0825_00_L_ _D_0183_00 _Z_000 Openbare ruimte X X n.b _B_0820_02 _C_ _D_0151_00 _C_ _B_0796_00 _L_ _D_0148_00 _G_ _B_0819_M_ 006_00 ; 0825_B_002_00 ; 0825_R_002_00; 0819_P_005_00 ; 08_19_F_006_00; 0819_K_006_00 X X X X 6 tot 8 X 14 X ± 11 X X 6-8 X 45 Totaal aantal geplande woningen (reserveprojecten niet meegerekend) 30 n.b. = niet bepaald Niet van toepassing = geen perceelnummer, niet relevant X X X PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 35

50 VERBAND MET ANDERE RELEVANTE PLANNEN EN PROGRAMMA'S In dit deel wordt het verband tussen de diverse (Europese, nationale, gewestelijke en gemeentelijke) plannen en programma's besproken in samenhang met de opstelling van het programma van het DWC "Rondom Westpark". Dat moet passen in de vooraf vastgestelde strategieën en doelstellingen. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 36

51 5 ANALYSE VAN DE MILIEUEFFECTEN METHODOLOGISCHE BENADERING De milieubeoordeling van het programma van het duurzaam wijkcontract "Rondom Westpark" verliep in drie grote fasen, namelijk: - Fase 1: Beoordeling van de mogelijke effecten van de uitvoering van projecten/ ingrepen die in het gekozen programma voor het DWC ("programma 2" genoemd) zijn opgenomen, in het licht van de uitdagingen waarvan sprake is in de beschrijving van de plaatselijke toestand. - Fase 2: Opstelling van een samenvattende tabel van de te verwachten effecten en globale interpretatie van de resultaten ("verticale" analyse) per milieuthema dat relevant is voor het beoordeelde programma. - Fase 3: Transversale analyse van het volledige programma voor de relevantste thema's. Gezien het globale en strategische karakter van het DWC-programma werd een globale beoordeling uitgevoerd op basis van kwalitatieve criteria, ingedeeld volgens een schaal met drie gradiënten. Dit type schaal laat een aanvaardbaar significantieniveau toe dat in overeenstemming is met de gedetailleerdheid van de in het programma voorgestelde ingrepen en projecten. Deze indeling in drie niveaus is gemeenschappelijk voor alle criteria en stemt overeen met de volgende scores. - Score "+": betekent dat een significant potentieel positief effect wordt verwacht; - Score "0": betekent dat geen significant potentieel effect wordt verwacht; - Score "-": betekent dat een significant potentieel negatief effect wordt verwacht. Aan die criteria wordt een factor gekoppeld die de directe of indirecte uiting van het effect verduidelijkt. Met indirecte uiting van het effect wordt bedoeld dat de uitvoering van de voorgestelde ingreep of het voorgestelde project een reeks acties/ maatregelen zal impliceren die mogelijk een effect op het betrokken thema heeft. Op basis van dit evaluatiekader zullen de verwachte mogelijke effecten van de uitvoering van de door het DWC-programma voorgestelde ingrepen of projecten worden beoordeeld, heel in het bijzonder via: - de beoordeling van elke voorgestelde ingreep binnen de "projectfiches", opgesteld door het PTA-team; - er werd één beoordelingsfiche per projectfiche opgesteld; - het voorgestelde antwoord op de uitdagingen die bij de eerder uitgevoerde diagnose werden vastgesteld. Elke ingreep die in het programma van het DWC wordt voorgesteld, moet dus worden beoordeeld. De beoordeling van elke fiche wordt ingedeeld op basis van de thema's en criteria die relevant worden geacht voor dit programma. Het is nuttig eraan te herinneren dat een dergelijke studie tot doel heeft vanuit een globale en strategische invalshoek de milieueffecten te analyseren die bij de uitvoering van het programma kunnen worden verwacht. Door de aard van het programma en van de beschikbare informatie over de acties/ projecten blijft deze beoordeling op een vrij strategisch niveau. De exacte aard, de omvang en de PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 37

52 ruimtelijke concentratie van de projecten zijn immers nog niet nauwkeurig bekend en zij zullen de verwachte milieueffecten in grote mate beïnvloeden. INVENTARISATIE VAN DE MILIEUEFFECTEN VAN DE INGREPEN EN PROJECTEN DIE DEEL UITMAKEN VAN HET PROGRAMMA Niet alle evaluatiefiches per tussenkomst of project die samen het programma van het DWC vormen zijn opgenomen in deze niet-technische samenvatting. Zij kunnen worden geraadpleegd in het integrale document. De samenvattende tabel met dubbele input die voor elke tussenkomst/project de mogelijke effecten verwacht in het kader van de uitvoering van het programma van het DWC weergeeft, is hieronder te vinden. Deze tabel laat toe om volgende punten vast te stellen: - De waarschijnlijke significant positieve effecten hebben heel duidelijk de overhand op de waarschijnlijke significant negatieve effecten, die in aantal heel beperkt zijn; - Alle voorgestelde interventies hebben een naar alle verwachting positieve impact op tal van milieuthema's; - Operaties betreffende sturing en coördinatie veroorzaken geen enkel milieueffect, maar zorg er niettemin voor dat het programma goed wordt uitgevoerd; - Bij de positieve effecten vinden we de meeste milieuthema s terug met uitzondering van de bodem, het grondwater en de lucht die in heel beperkte mate worden getroffen; - Bij de negatieve effecten zijn mobiliteit en omgevingsgeluiden en -trillingen de enige thema s die significant een impact ondergaan. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 38

53 Tabel 2: Overzichtstabel van de milieueffecten van het DWC-programma PROJECT EN BEVOLKING VOLKSGEZON DHEID BODEMS NATUUR EN BIODIVERSITEI T OPPERVLAKT EWATER GRONDWATE R MOBILITEIT KLIMAATFACT OREN LUCHT OMGEVINGS GELUIDEN EN TRILLINGEN MATERIËLE GOEDEREN ERFGOED LANDSCHAPP EN Operaties baksteen en aanleg /- + 0/ /+ + 0/ / / / / /+ 0/ / / / / / /+ 0 0/+ 0/- + 0/+ 0/ /+ 0 0/ / / / Sociaaleconomisch aspect / PN Augustus 2018 MER van het DWC Rond het Westpark 39

54 /+ 0 0/ Sturing en coördinatie Reserve R / R R / R / / R /- + 0/ R / R /+ 0 0/+ 0/- + 0/ R / /- 0/ PN Augustus 2018 MER van het DWC Rond het Westpark 40

55 PROGRAMMA VOORZIENBARE GLOBALE IMPACT OP NATUUR EN BIODIVERSITEIT VOORNAAMSTE EXTERNE INFORMATIEBRONNEN DIE BINNEN HET MER WERDEN GEBRUIKT De voornaamste externe informatiebronnen die op het vlak van natuur en diversiteit voor de evaluatie van de operaties van het DWC-programma werden gebruikt, zijn: - het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) tegen 2040; - het Gewestelijk Natuurplan ( ). Het volledige overzicht van die bronnen is opgenomen onder de bibliografische lijst in hoofdstuk 8 van dit rapport. DE TOEGEPASTE EVALUATIEMETHODE De toegepaste evaluatiemethode werd besproken onder hoofdstuk 5.1. SELECTIE VAN DE MEEST PERTINENTE MILIEU-UITDAGINGEN VOLGENS HUN MILIEUEFFECT De voor de natuur en biodiversiteit vastgestelde milieu-uitdagingen zijn: - De inrichting van een ecologische opening en link tussen het Marie-Josépark en het toekomstige Westpark; - Betere oost-west-aansluitingen via het braakliggende spoorwegterrein om de groene ruimte ten westen van de spoorweg vlotter toegankelijk te maken voor wie ten oosten van het spoorwegterrein woont; - De groenere heraanleg (plantenbakken, bloemperken, groengevels, enz.) van bepaalde straten en/of pleinen/pleintjes om meer natuur naar sterk gemineraliseerde wijken te halen; - De groene ruimten op de publieke binnenterreinen van huizenblokken beter zichtbaar en meer toegankelijk maken. IDENTIFICATIE VAN DE EFFECTEN VAN HET PROGRAMMA Onderstaande tabel toont de impact op ieder criterium van het thema natuur en biodiversiteit voor alle projecten van het DWC. Tabel 3: Synthese van de effecten van het programma op het thema "Natuur en biodiversiteit" PROJECTEN GROEN NETWERK EN BRUSSELS ECOLOGISCH NETWERK HABITATS ECOLOGISCH BEHEER TRANSVERSALE ANALYSE VAN ALLE PROJECTEN VAN HET GESELECTEERDE DWC- FRAGMENTERING/BARRIÈRE- EFFECTEN INHEEMSE/INVASIEVE SOORTEN PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 41

56 R1 0/ R R /+ 0 R R R R R R We merken op dat de implementatie van het DWC Rond het Westpark a priori geen negatieve significante impact heeft op de natuur en de biodiversiteit. De implementatie van het programma veroorzaakt weinig of geen gevolgen voor de criteria Ecologisch beheer, Fragmentering/barrière-effecten en Inheemse/invasieve soorten. De positieve significante effecten worden verwacht voor de criteria Groen netwerk en Brussels ecologisch netwerk en Habitats Groen netwerk en Brussels ecologisch netwerk Door het braakliggende spoorwegterrein (toekomstig Westpark) te verbinden met de Hertogin van Brabantplaats en het Park van de Ninoofsepoort (op het ogenblik van opstelling van dit rapport in uitvoering) creëert het DWC-programma een door het GPDO voorziene ecologische continuïteit. Dankzij project 4 wordt die continuïteit verwezenlijkt in de Jean-Baptiste Decockstraat. Die impact is zowel op het niveau van de wijk als van het Gewest uiterst positief. Gelijktijdig voegt het programma ook een begroeningsdimensie toe aan de heraanleg van het JB Decockplein, en voorziet het in de aanleg van een zachte weg en een moestuin die in het verlengde PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 42

57 komen te liggen van die continuïteit. Anderzijds zijn er langs de JB Decockstraat of in de directe omgeving daarvan ook een aantal vastgoedprojecten gepland, waardoor die straat een heuse groene ruggengraat van de oostelijke zijde van de perimeter moet worden. Die vastgoedprojecten voorzien grotendeels in de aanleg of uitbreiding van een begroeid binnenterrein van huizenblok. De binnenterreinen van huizenblokken zijn een belangrijke schakel in de ontwikkeling van het gewestelijke groene netwerk. Door beperkingen van de grondinname van gebouwen (zie titel 1) is hun bescherming geregeld via de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening, maar ook via het GBP. Al die projecten samen zullen een uitgesproken positieve invloed hebben op het gewestelijk groen netwerk. Hierdoor ontstaat immers interactie tussen de verschillende groene ruimten en wordt het mogelijk om een dichte en minerale wijk te voorzien van groen. Elisabeth park Muzenpar k Scheutbos park Albertpar Mariek Josépark Bospark Legende: : Operationele perimeter van het DWC Rond het Westpark : Centrale zones : Ontwikkelingsruimtes : Verbindingsruimtes : Continuïteit van groenvoorzieningen bepaald door het GPDO Afbeelding 10: Continuïteit van groenvoorzieningen bepaald door het GPDO (Kaart: ABO, Gegevensbron: Leefmilieu Brussel) Anderzijds voorziet het programma ook in reserveoperaties die als ze een groendimensie krijgen het Marie-Josépark zouden kunnen verbinden met het braakliggende spoorwegterrein (toekomstig Westpark) Habitats PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 43

58 Op het vlak van habitat biedt het programma variëteitsmogelijkheden die gunstig zijn voor de ontwikkeling van de biodiversiteit. Immers door waterlopen, opslag aan de oppervlakte en andere systemen van het groene en blauwe netwerk recurrent te integreren creëert het programma vochtige of semivochtige milieus (volgens de precieze typologie van de projecten die worden geïmplementeerd). Afgezien van hun belang voor het beheer van regen- en afvloeiend water, creëren dergelijke systemen seminatuurlijke milieus die in steden niet vaak voorkomen en specifieke fauna en flora aantrekken. Die habitats komen er binnen de eerder aangehaalde ecologische netwerken en verhogen de waarde van de aangelegde ruimten aanzienlijk. Daarnaast voorziet het programma ook in een moestuinproject dat de toepassing van de agro-ecologie illustreert. Moestuinen bieden een originele biodiversiteit die perfect binnen een stedelijke omgeving past Ecologisch beheer Het programma heeft geen impact op dit criterium omdat het DWC geen interventie omschrijft die zich hierop toespitst. Dit MER dringt evenwel aan op een gedifferentieerd beheer van de bestaande of nieuw aangelegde groene ruimten, om de biologische en ecologische ontwikkeling van deze ruimten in de hand te werken Fragmentering/barrière-effecten Het programma heeft weinig impact op dit criterium Inheemse/invasieve soorten Het programma heeft geen rechtstreekse impact op dit criterium. Het MER beveelt echter wel aan om aandacht te blijven hebben voor het beheer van de mogelijk aanwezige invasieve soorten en voor de keuze van de inheemse soorten die gunstig zijn voor het Brusselse microklimaat. In het projectstadium moet met dit element rekening worden gehouden. VOORGESTELDE MAATREGELEN De aanbevelingen en maatregelen staan in iedere evaluatiefiche vermeld en werden onder punt 5.8 samengevat. MOGELIJKE ALTERNATIEVEN OP LOKAAL EN TRANSVERSAAL/GLOBAAL VLAK Op het vlak van de milieu-uitdagingen van het thema Natuur en biodiversiteit kunnen volgende alternatieven redelijkerwijze worden beoogd: OP LOKAAL VLAK - Op het vlak van prioriteit had operatie R3 hoger kunnen zijn ingeschaald dan project 4 dat de heraanleg van de Decockstraat betreft. Door de trajecten van de zachte verkeersmodi te PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 44

59 benadrukken en een dimensie regenwaterbeheer toe te voegen had een ecologische link kunnen ontstaan tussen het Marie-Josépark en het braakliggende spoorwegterrein. Hoewel dit project vanuit het standpunt van het thema Natuur en biodiversiteit pertinent is, zou het binnen de perimeter geen zachte mobiliteitsas hebben gecreëerd en evenmin dezelfde interacties met de vele projecten langs of in de buurt van de JB Decockstraat hebben geboden. TRANSVERSAAL/GLOBAAL - De ontwerper van het DWC-programma, het bureau PTA, opteerde voor groenvoorziening die heel sterk is geconcentreerd rond de Jean-Baptiste Decockstraat en voor ecologische continuïteit. Een uniek project rond de groenvoorziening voor de openbare ruimte had over een grotere ruimte meer groen kunnen aanbrengen. Daarbij had onder meer de openbare weg opnieuw kunnen worden ingericht (voetpaden, onderzijde gevel, kleine doordringbare ruimten, enz.). - Maar dan had de ecologische continuïteit niet zo n dichtheid kunnen aannemen als nu voor de JB Decockstraat en zou het ecologisch belang voor het gewest minder groot en minder opmerkelijk zijn gebleven. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 45

60 5.3.2 VOORZIENBARE GLOBALE IMPACT OP HET OPPERVLAKTEWATER VOORNAAMSTE EXTERNE INFORMATIEBRONNEN DIE BINNEN HET MER WERDEN GEBRUIKT De voornaamste externe informatiebronnen die op het vlak van het oppervlaktewater voor de evaluatie van de operaties van het DWC-programma werden gebruikt: - het Waterbeheersplan ; - De kaart van het overstromingsgevaar van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gemaakt door Leefmilieu Brussel (2016); - De verschillende infofiches van Leefmilieu Brussel betreffende het waterbeheer (Infofiches Duurzame Wijk). Het volledige overzicht van die bronnen is opgenomen onder de bibliografische lijst in hoofdstuk 8 van dit rapport. DE TOEGEPASTE EVALUATIEMETHODE De toegepaste evaluatiemethode werd besproken onder hoofdstuk 5.1. SELECTIE VAN DE MEEST PERTINENTE MILIEU-UITDAGINGEN VOLGENS HUN MILIEUEFFECT De voor het oppervlaktewater vastgestelde milieu-uitdagingen zijn: - Het toevoegen van een denkoefening over geïntegreerd waterbeheer voor ieder project van stadsontwikkeling (vastgoedproject en heraanleg van de openbare ruimte), en het beogen van volstrekt geen afvoer naar de riolering van regen- en afvloeiend water als gevolg van een regenbui die zich een keer om de tien jaar voordoet en een uur aanhoudt (aanbeveling van Leefmilieu Brussel); - Het maximaal beperken van bijkomende bodemafdekking door het aanbrengen van (semi)- doorlaatbare verharding; - De heraanleg van het Beekkantplein (op een topografisch laag gebied) met mogelijkheid tot opslag van regenwater bij hevige neerslag; - Zie de studie van Leefmilieu Brussel Regenwater, een troef voor de openbare ruimte: Studie naar vernieuwende projecten op het vlak van regenwaterbeheer in de openbare ruimte en op wegen voor iedere reflectie rond de heraanleg van de openbare ruimte en wegen. IDENTIFICATIE VAN DE EFFECTEN VAN HET PROGRAMMA Onderstaande tabel toont de impact op ieder criterium van het thema voor alle projecten van het DWC. Tabel 4: Synthese van de effecten van het programma op het thema "Oppervlaktewater" BODEMAFDEKKING/BEHEER HYDROGRAFISCH KWALITEIT VAN HET PROJECTEN AFVALWATERBEHEER VAN REGENWATER EN OVERSTROMINGSGEVAAR NET OPPERVLAKTEWATER AFVLOEIEND WATER / /+ + 0/+ PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 46

61 4 0/+ 0 0/+ + 0/ /+ + 0/ / /+ 0/ /+ 0/ R /+ + 0/+ R R /+ + 0/+ R /+ R /+ R R /+ 0/+ R /+ 0/+ R De implementatie van het DWC-programma heeft een rechtstreekse positieve impact op het criterium Bodemafdekking/Beheer van regenwater en afvloeiend water. Gelijktijdig zijn er indirecte effecten op het Afvalwaterbeheer en het Overstromingsgevaar. Het Hydrografisch net ondervindt heel weinig invloed van het programma, en de Kwaliteit van het oppervlaktewater helemaal geen Hydrografisch net Enkel en alleen doordat bepaalde projecten waterlopen integreren en waterpartijen in open lucht voorzien gaat het hydrologisch net erop vooruit Kwaliteit van het oppervlaktewater Op voorwaarde dat er bij de implementatie van de projecten van het blauwe netwerk voorzorgen worden getroffen zodat eventueel aangetroffen verontreinigende stoffen worden behandeld (idealiter door planten) ondervindt dit criterium geen impact van het programma Afvalwaterbeheer PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 47

62 Door projecten die zorgen voor een geïntegreerd beheer van regen- en afvloeiend water (zie volgend criterium) draagt het programma indirect bij tot het verminderen van de hoeveelheid regenwater die via de riolen wordt afgevoerd. Minder regenwater in de riolen betekent dat de verontreinigende stoffen in het rioleringsstelsel minder worden verdund en dat de zuiveringsstations dus een hoger rendement kunnen behalen Bodemafdekking/Beheer van regenwater en afvloeiend water Het programma voorziet meerdere projecten rond openbare ruimte met systemen voor de opslag van regenwater (projecten 3, 4, 6 en R1). Dankzij die systemen kan ieder project de afvoer van regen- en afvloeiend water naar de riolering beperken of zelfs volledig opheffen. De voorkeur dient daarbij uit te gaan naar openluchtsystemen met groenvoorziening zodat het water kan insijpelen. Afgezien van geïntegreerd waterbeheer bieden dergelijke systemen voordelen op het vlak van ecologie (zie transversale analyse betreffende natuur en biodiversiteit 5.3), landschap, klimaat en recreatiemogelijkheden. Het MER formuleerde hierover een aanbeveling en stelde een doel voor de opslag voorop. Bovendien beperken de meeste vastgoedprojecten die deel uitmaken van het programma de bodemafdekking door de grondinname te verminderen of door de binnenterreinen van de huizenblokken doorlaatbaar te maken. Het programma draagt dus in zijn geheel bij tot een beperking van het afvloeiend regenwater buiten de projectsites en dus tot minder afvloeiend water naar de riolering Overstromingsgevaar Overstromingen in Brussel zijn hoofdzakelijk een gevolg van een verzadigd rioolnet dat tijdens periodes van zware neerslag veel te grote watervolumes te verwerken krijgt. De globaal positieve impact op het beheer van het regen- en afvloeiend water heeft dus indirect impact op het overstromingsgevaar dat kleiner wordt. Met name het westelijke gedeelte van de perimeter is blootgesteld aan het overstromingsgevaar (Beekkant en Machtenslaan). Afgezien van de reserveprojecten voorziet geen enkel project in een component om het overstromingsgevaar hier in te perken. Niettemin beklemtonen we dat de uitdaging van het geïntegreerd regenwaterbeheer niet alleen betrekking heeft op de gebieden met overstromingsgevaar. Hoewel het programma het overstromingsgevaar binnen de perimeter van het DWC niet doet afnemen, dijkt het dat in het stroomgebied van de Zenne buiten de perimeters toch enigszins in (de omgeving van het kanaal ligt binnen het gebied met overstromingsgevaar). VOORGESTELDE MAATREGELEN De aanbevelingen en maatregelen staan in iedere evaluatiefiche vermeld, en werden onder punt 5.8 samengevat. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 48

63 MOGELIJKE ALTERNATIEVEN OP LOKAAL EN TRANSVERSAAL/GLOBAAL VLAK Op het vlak van de milieu-uitdagingen van het thema Oppervlaktewater, kunnen volgende alternatieven redelijkerwijze worden beoogd: OP LOKAAL VLAK - Om het overstromingsgevaar in het westelijke deel van de perimeter in te dijken, zou het uitgaande van de resultaten van de hydrografische studie van Logement Molenbeekois in dit gebied, pertinent zijn geweest om een hogere prioriteit toe te kennen aan projecten R1 en R3. Project R1 had op het Beekkantplein en op het hogere gelegen gedeelte van de Machtenslaan, een geïntegreerd systeem voor regenwaterbeheer kunnen voorzien, zodat er geen water meer langs de weg afvloeit. Project R3 zou dan weer een sterke dimensie regenwaterbuffer kunnen omvatten om het afvloeiend water naar de lager gelegen delen van de De Rooverelaan te beperken. TRANSVERSAAL/GLOBAAL - Er had een project kunnen worden ontwikkeld dat voorziet in de opslag van het regenwater en de afvoer naar het Marie-Josépark dat topografisch gezien lager ligt. Dat water had via nietoverdekte waterlopen, volgens het principe van de Nieuwe stadsrivier kunnen worden afgevoerd. Dit had de voordelen van geïntegreerd regenwaterbeheer stroomopwaarts van een gebied met overstromingsgevaar, de biodiversiteit (ecologische continuïteit) en de landschappen kunnen versterken; - Dit project had een heel aantal inrichtingen op het westelijke deel van de perimeter kunnen voorzien, meer bepaald op het Beekkantplein door project R1 te integreren, en op het kruispunt van de De Rooverelaan en de Joseph Baecklaan. Inrichtingen die het water op een hoog punt tegenhouden, kunnen de hoeveelheid water die langs de straten afvloeit beperken of volledig doen verdwijnen. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 49

64 5.3.3 VOORZIENBARE GLOBALE IMPACT OP DE MOBILITEIT VOORNAAMSTE EXTERNE INFORMATIEBRONNEN DIE BINNEN HET MER WERDEN GEBRUIKT De voornaamste externe informatiebronnen die op het vlak van de mobiliteit voor de evaluatie van de operaties van het DWC-programma werden gebruikt: - De verschillende Mobiliteitsplannen (Plan IRIS 2, Fietsplan, Voetgangersplan, Taxiplan, Gewestelijk parkeerbeleidsplan, Gemeentelijk Mobiliteitsplan); - Rapport over de synthese van de Staat van het Leefmilieu. Het volledige overzicht van die bronnen is opgenomen onder de bibliografische lijst in hoofdstuk 8 van dit rapport. DE TOEGEPASTE EVALUATIEMETHODE De toegepaste evaluatiemethode werd besproken onder hoofdstuk 5.1. SELECTIE VAN DE MEEST PERTINENTE MILIEU-UITDAGINGEN VOLGENS HUN MILIEUEFFECT De projecten die binnen het DWC Rond het Westpark werden ontwikkeld hebben een min of meer significante impact op de plaatselijke of regionale mobiliteit. In veel gevallen is de impact van de projecten beperkt; dat betekent dat die projecten via aansluitingen op de bestaande zachte netwerken, communicatie ten gunste van vervoersalternatieven,... moeten worden begeleid De voornaamste aanbevelingen voor het programma in zijn geheel betreffen gebruik maken van: - De extreme toegankelijkheid van de site; - De evolutie binnen de maatschappij waarbij de auto vaker aan de kant wordt gelaten; - De projecten en programma's die binnen de perimeter zijn voorzien (SVC, RPA, fietsgen ); - Nieuwe technologieën en nieuwe voertuigen (elektrische voertuigen, elektrische fietsen, bakfietsen,...) Voor het valoriseren van de nieuwe mobiliteitstoepassingen sterker gericht op de zachte modi, het openbaar vervoer en de gedeelde mobiliteit. Uiteraard zal die revolutie niet op korte termijn plaatsvinden en al evenmin een antwoord bieden op alle gebruikstoepassingen binnen een wijk die zo sterk wordt gekenmerkt door het autogebruik. Voor een deel van de bewoners blijft autobezit een noodzaak; in bepaalde gevallen vormt een auto zelfs een werkmiddel of het enige vervoersmiddel. Mobiliteit hangt vooral af van de gedragingen; wanneer we het over het Duurzame Wijkcontract hebben komt het er afgezien van de voorgestelde projecten op aan een strategie uit te werken voor de mobiliteitsalternatieven. De gebruikers van de toekomst zijn niet dezelfde als die van vandaag. De nieuwe generatie hecht meer belang aan diensten dan wel aan het bezit van een voertuig. Met name de sociaaleconomische projecten moeten een dergelijke sensibiliserings- en communicatielaag integreren. Vooral het DWC-programma Rond het Westpark raakt rechtstreeks aan de mobiliteit en wel via de volgende thema s: - De zachte as JB Decock waarrond heel wat andere projecten zijn geënt; PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 50

65 - Het parkeeraanbod en de compensatie in samenhang met de zachte as JB Decock, de huisvestingsprojecten ; - Hoewel er nauwelijks aandacht aan wordt besteed, zijn de nieuwe mobiliteitsvormen onontbeerlijk om tegemoet te komen aan de mobiliteitsbehoeften van de perimeter. IDENTIFICATIE VAN DE EFFECTEN VAN HET PROGRAMMA De zachte as Jean-Baptiste Decock De verdeling van de openbare ruimte Projectfiche nr. 4 betreft de herinrichting van de JB Decockstraat tot zachte as met meer ruimte voor fietsers en voetgangers. Door de parkeerruimte langs de weg te doen verdwijnen, komt er over een afstand van om en bij de 500 meter en een breedte van zowat 2,50 meter (of het equivalent van 90 geparkeerde auto s) ruimte vrij. Daardoor kan het wegprofiel worden herdacht en kunnen er betere en veiligere wegen komen voor PBM, voetgangers en fietsers. De aansluiting op het zachte netwerk De zachte as van de JB Decockstraat vormt een zachte ruggengraat binnen de perimeter. Via de loopbrug Beekkant is deze sterke as verbonden met het braakland en met de andere kant van de perimeter; daarmee wordt tegemoet gekomen aan een betere verbinding van beide oevers van de perimeter en wordt het eenvoudiger om infrastructuurbarrières het hoofd te bieden. Ook sluit de voorgestelde as aan op de fietspaden van de Vandenpeereboomstraat en de L28 waardoor een doorlopend parcours ontstaat dat de wijkbewoners binnen de wijk moet aanmoedigen om zich binnen de wijk en naar het overige grondgebied van gemeente en gewest te voet of met de fiets te verplaatsen. Een aaneenrijging van projecten De verwezenlijking van projectfiche nr. 4 is zelfdragend en wordt als een noodzaak voor de wijk beschouwd. Door dwars door de wijk een zachte mobiliteitsas te trekken verbetert de algemene leefomgeving van de buurtbewoners. Rond deze ruggengraat worden meerdere projecten binnen het DWC geënt. Ook al kunnen die projecten zelfstandig worden gezien, toch versterken ze elkaar op het vlak van de mobiliteit. De projecten nr. 5 en 6 vullen de zachte as JB Decock rechtstreeks aan. De heraanleg van het JB Decockplein trekt de zachte continuïteit en de wandel- en fietsmogelijkheden door naar het hart van de wijk. Fiche 5 biedt een oplossing (of althans een deel van de oplossing om de impact op de vraag naar parkeergelegenheid langs de weg verbonden met de fiches 4 en 6 te beperken). De projecten 2 (jeugdcentrum) en 9 (woningen) zijn met de nieuwe zachte as verbonden en bieden de toekomstige bewoners en gebruikers een vlottere toegang en vlottere wegen. De organisatie van de toegangen tot deze as en de aanleg van de infrastructuur voor het stallen van fietsen zullen het gebruik van de actieve modi in de hand werken. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 51

66 Tot slot vult ook project 7 het netwerk van de zachte wegen; dit project is namelijk geënt op de as JB Decock en biedt een nieuwe aansluiting op de Lessenstraat. Impact op de mobiliteit De as JB Decock zal de mobiliteit binnen de perimeter van het DWC positief beïnvloeden. Samen met alle andere projecten in het kader van het programma, worden de zachte verkeersmodi en de duurzame mobiliteit hier versterkt. De zachte as draagt bij tot de modal shift en maakt de fiets- en wandelpaden niet alleen veiliger, maar de fietspaden ook veel overzichtelijker. Door de kortere, meer overzichtelijkere en betere fiets- en wandelwegen, wordt het gebruik van het openbaar vervoer voor de projecten rond de JB Decock-as indirect aangemoedigd. Het project heeft geen significante invloed op het plaatselijk verkeer; door de snelheid te beperken wordt het doorgaand verkeer dat in deze wijk niet thuis hoort ontmoedigd Het parkeren op het niveau van het DWC positief beïnvloeden Terwijl de aanleg van een zachte as in de JB Decockstraat positief is voor de mobiliteit, mag de kwestie van de parkeergelegenheid niet worden verwaarloosd. Gelijktijdig met de ontwikkeling van de projecten moet er een meer globale parkeerstudie komen om de hieronder vermelde beschouwingen verder aan te vullen. De huidige en toekomstige vraag naar parkeergelegenheid Voor een gedeelte van de bewoners van de perimeter is de auto omwille van de typologie van de gebouwde omgeving, het gedrag en het actuele mobiliteitsgebruik nagenoeg onmisbaar. Hierdoor neemt de druk op de parkeervoorzieningen langs de weg binnen de wijk toe, met ongeoorloofde praktijken zoals wildparkeren. Op lange termijn zullen de projecten van heraanleg van de Ninoofsesteenweg en de verwachte evolutie in het kader van het RPA de vraag naar parkeergelegenheid binnen de DWC-perimeter niet doen afnemen. Zonder maatregelen of heraanleg zijn er binnen het DWC-programma een aantal projecten die de parkeerdruk vooral op de JB Decock-as dreigen te vergroten. We hebben het hier meer bepaald over de volgende projecten en reserveprojecten: - Projectfiche nr. 9: woningen en opslagplaats Malder-Decock: bouw van 30 woningen en 0 parkeerplaatsen; - Fiche reserveproject R4: bouw van 10 woningen Van Malderstraat Kempenstraat zonder parkeerplaats; - Fiche reserveproject R6: bouw van 11 woningen Vandenpeereboomstraat JB Decockstraat zonder parkeerplaats - Fiche reserveproject R8: bouw van 45 woningen Vandenpeereboomstraat JB Decockstraat zonder parkeerplaats Het programma van het DWC zal nog minstens 30 bijkomende woningen ontwikkelen in de omgeving van de JB Decockstraat zonder te voorzien in parkeergelegenheid. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 52

67 Het schrappen van parkeerplaatsen De projectfiches nr. 4 en nr. 5 voorzien in het schrappen van om en bij de 125 (90 reglementaire en 35 niet-reglementaire) parkeerplaatsen langs de weg. Projectfiche 5: gedeeld gebruik van de parking ter compensatie van de geschrapte parkeervoorzieningen De renovatie van verdieping -2 van de bestaande parking zorgt voor een honderdtal extra parkeerplaatsen. In het kader van het DWC zal het project niet worden verwezenlijkt als de zachte as van de JB Decockstraat er niet komt. Dat project losstaand realiseren dreigt een verkeerde boodschap uit te sturen in die zin dat er meer capaciteit wordt geboden dan dat andere gebruiken worden gevaloriseerd. Dit project wordt hier dus ontwikkeld als een compenserende oplossing: - Geschrapte pareerplaatsen langs de weg in de fiches 4 en 6 (125 plaatsen waarvan 35 nietreglementaire plaatsen); - De woningen (30) van projectfiche 9 die zonder parkeerplaatsen worden gebouwd, en het gebrek aan parkeerruimte bij de reserveprojecten; - Het project moet dan ook met een honderdtal plaatsen ongeveer 155 plaatsen in de onmiddellijke omgeving van de JB Decockstraat compenseren. Een model dat om te slagen moet worden gecreëerd, ontwikkeld Het programma gaat niet in op de technische en financiële haalbaarheid, noch op het beheermodel van de renovatie en het gebruik van verdieping -2 van de parking (fiche 5). In dit stadium vallen ons een aantal punten op die een oplossing vergen om het succes van bedoelde parking te waarborgen; alleen zo kan worden vermeden dat bestuurders hun auto s in de wijk niet langs de weg laten staan en de parking laten links liggen: - Het project beoogt een compensatie voor de geschrapte parkeerplaatsen. De uitdaging bestaat erin de parking voor de buurtbewoners die hun auto momenteel langs de weg parkeren financieel toegankelijk en beveiligd te maken. Concreet behoren de auto s die langs de weg staan geparkeerd toe aan buurtbewoners die doorgaans beschikken over een bewonerskaart die tegen beperkte kost verkrijgbaar is. De nieuwe parking moet dus een voldoende aantrekkelijk tarief voor de buurtbewoners aanbieden, opdat er van compensatie sprake zou kunnen zijn; - In het andere geval zal de capaciteit van de parking niet volstaan en komt er geen gepaste compensatie; dit zal leiden tot een grotere vraag naar parkeerplaatsen langs de weg, met de reeds vastgestelde gedragingen; - De parking voorziet in 115/120 plaatsen terwijl er nood is aan ongeveer 155 plaatsen. Het GPBP bepaalt dat de compensatie het aantal geschrapte plaatsen niet mag overtreffen, maar in dit geval stellen we vast dat er voor om en bij de 5 à 10 plaatsen geen oplossing wordt voorgesteld (30 van de 155 plaatsen betreffen immers nieuwbouw). Er bestaan weliswaar compensatiemaatregelen (zoals beschreven onder het volgende hoofdstuk) maar die worden daar niet voorgesteld (aanvullend op de ontwikkeling van de zachte modi die in het programma werden geïdentificeerd); - Het financiële gedeelte van de parking voor de renovatie van de dichtheid die door het DWC wordt gefinancierd (aanzienlijke kostprijs), de financiering van de voorzieningen voor de beheerder, het onderhoud en de wellicht matige opbrengsten omdat de parking in de eerste plaats bestemd zal zijn voor buurtbewoners. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 53

68 Impact op de mobiliteit De parkeerkwestie en meer bepaald de compensatie via projectfiche nr. 5 moet heel zorgvuldig worden behandeld om te vermijden dat de effecten op de straten in de omgeving worden afgewenteld. Het grootste risico schuilt in een ondermaats gebruik van de parking doordat het beheermodel niet beantwoordt aan de verwachtingen van de buurtbewoners. Mocht dergelijke situatie zich voordoen, dan zouden we te maken krijgen met een (over)verzadiging van de parkings, parkeergelegenheid langs de weg. Dergelijk fenomeen kan zich ook voordoen als er afgezien van de verwezenlijking van de parking geen andere maatregelen worden genomen. Het DWC voorziet een zachte as in de JB Decockstraat die een modal shift naar de zachte modi in de hand moet werken; die shift naar de andere verplaatsingswijzen wordt opgedrongen om de geschrapte parkeerplaatsen die de parking niet opvangt en de afwezigheid van parkeerplaatsen bij de nieuwe vastgoedprojecten te compenseren. Het aanbod van alternatieven voor de auto moet dus in die zin worden uitgebreid. Tot slot menen we dat de projecten 4 en 6 los van de verwezenlijking van het project gedeeld gebruik van de parking (project 5) moeten en kunnen worden doorgevoerd, maar dat project 5 de verwezenlijking van de projecten 4 en 6 kan faciliteren. Komt het parkingproject er niet dan moeten er meer mobiliteitsalternatieven worden uitgewerkt Alternatieve mobiliteitsvormen De hypertoegankelijkheid benutten en valoriseren De DWC-perimeter bevindt zich rond een heuse vervoershub die zou moeten worden omgevormd tot een mobiliteitshub. Het programma neemt de ligging in aanmerking en organiseert de projecten zodanig dat de wegen naar en de toegang tot de hub(s) overzichtelijker worden. Zo worden de projecten aangeboden in de buurt van het openbaar vervoer of van een kwaliteitsvolle as naar het openbaar vervoer. Anderzijds situeren de projecten zich ook in de buurt van de bestaande of toekomstige fietsinfrastructuur (JB Decock-as, fietspad Vandenpeereboomstraat, fiets- en voetpad L28 ). De acties van de reservefiches R1, R2 en R3 kunnen de vervoershubs vanuit het hart van de wijken toegankelijker maken. De SVC- en RPA-projecten moeten in aanmerking worden genomen Zowel binnen SVC 03 als bij het RPA Weststation staat mobiliteit centraal. Op termijn moeten de acties en projecten toelaten om per fiets en te voet het stuk braakland te overbruggen. De door het DWC voorziene continuïteit van de JB Decockstraat past binnen deze visie en zet het voor de zachte modi gunstige netwerk in de wijk door. Een totaalvisie die alle lopende denkoefeningen en projecten overkoepelt, kan alleen maar een positieve impact hebben op de mobiliteit en op het delen van de openbare ruimte. Er dient echter wel specifiek aandacht te worden besteed aan de parkeerproblematiek omdat het RPA een verdichting voorziet (vooral langs de Vandenpeereboomstraat). Als onvoldoende wordt ingezet op sensibilisering en/of vervoersalternatieven zou dit negatieve gevolgen kunnen hebben en nefast zijn voor de ontwikkelingen van het DWC. Ook hier moet de ontwikkeling van alternatieven voor het autogebruik en de parkeerproblematiek op schaal van de perimeter worden geëvalueerd. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 54

69 Aanvullen van de projecten betreffende de zachte modi Hoewel we ons al in het programmastadium bevinden gaan de voorgestelde projecten nauwelijks dieper in op de wijze waarop de voorzieningen en gebouwen aangepast zijn aan de zachte modi. De eerste stap bestaat erin om wat de modi betreft realistische doelen te stellen voor deze verplaatsingswijze, rekening houdend met de context (hypertoegankelijkheid, gebruikersprofiel,...) van de bestaande en geplande infrastructuur (inclusief de zachte as JB Decock) en met het parkeeraanbod op termijn dat zal bijdragen tot het definiëren van het modale aandeel dat de andere modi moeten bereiken. Als de parkingcapaciteit wordt verminderd moeten de andere modi worden ontwikkeld. Om het gebruik van de zachte modi te ontwikkelen is er een duidelijke en veilige infrastructuur nodig. Dit aspect komt binnen het programma vrij goed aan bod. Verder moeten de barrières die het gebruik van die modi hinderen worden geslecht; voor het fietsgebruik gaat het dan om de moeilijkheden die de fietsers onderweg of bij het stallen van hun rijwiel tegenkomen of algemeen over de veiligheid van het fietsen. De aanbevelingen hebben dan ook vooral betrekking op de ambitie bij de voorgestelde voorzieningen. In het kader van het programma gaat het er dan vooral om dat er voldoende stallingen worden aangeboden om de modal shift van de auto naar de zachte verplaatsingsmodi aan te moedigen. Door een groot aanbod zou de vraag in de hand kunnen worden gewerkt. De fietsparkings moeten dus: - zonder hindernissen rechtstreeks vanaf straatniveau toegankelijk zijn; - voldoende groot zijn om vlot met de fiets te kunnen bewegen en toegankelijk zijn voor nieuwe fietsformaten; - zodanig bemeten zijn dat er geen plaatsgebrek is voor de fietsen; - beveiligd zijn, zodat (dure) elektrische fietsen kunnen worden achtergelaten zonder het gevaar dat ze worden gestolen. Afgezien van de fietsparkings die in de projecten moeten worden geïntegreerd, moeten er in de openbare ruimte fietsboxen en/of stallingen komen voor de voornaamste voorzieningen en om het hoofd te bieden aan plaatsgebrek in de bestaande gebouwen. Zo zou er binnen de gebruiken van de wijk ook plaats kunnen komen voor een meer duurzame mobiliteit. Ontwikkeling van een aanbod deelauto s Om de benadering van het gedeeld gebruik als oplossing voor het parkeerprobleem verder aan te vullen stellen we voor dat het project autodelen (bij voorkeur elektrische auto s) zou aanbieden in de parking en/of op verschillende plaatsen in de wijk (die plekken moeten worden bepaald). Het bestaande aanbod van het type Cambio, Ubeeqo, Drivenow,... zou kunnen worden aangevuld met een meer geïntegreerd aanbod voor de buurtbewoners of de bewoners van eenzelfde project (vb.: project 9 met 30 woningen). De afbeelding hierna illustreert het werkingsmodel van deelauto s in eenzelfde vastgoedproject. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 55

70 Afbeelding 11: Illustratie van een model van autodelen (Bron: Tractebel) Dergelijk model dat uitgaat van de verbintenis van de bewoners om geen eigen wagen meer te bezitten, biedt de gezinnen toegang tot een deelauto gedurende minstens 14 weekends per jaar, een maand vakantie per jaar waarvan 15 opeenvolgende dagen bovenop een auto voor dagelijks gebruik (boodschappen, activiteiten van volwassenen en kinderen,...). Gezinnen met kinderen zullen vooral op woensdagen en tijdens het weekend van de deelauto gebruik maken. Die benadering is een belangrijke hefboom voor de compensatie van parkings. VOORGESTELDE MAATREGELEN De aanbevelingen en maatregelen staan in iedere evaluatiefiche vermeld, en werden samengevat in een tabel die u onder hoofdstuk 5.8 aantreft. MOGELIJKE ALTERNATIEVEN OP LOKAAL EN TRANSVERSAAL/GLOBAAL VLAK Op het vlak van de milieu-uitdagingen van het thema Mobiliteit kunnen volgende alternatieven redelijkerwijze worden beoogd: OP LOKAAL VLAK De voornaamste elementen van de lokale alternatieven werden onder het voorgaande hoofdstuk behandeld. PN Augustus 2018 MER van het DWC Rondom Westpark 56

Perimeter Diagnose Uitdagingen en doelstellingen. van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Weststation

Perimeter Diagnose Uitdagingen en doelstellingen. van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Weststation Perimeter Diagnose Uitdagingen en doelstellingen van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Weststation METHODOLOGISCHE INLEIDING Datum van het ministerieel besluit : 8 mei 2018 Voornaamste ontwikkelingen

Nadere informatie

Diagnose, uitdagingen en doelstellingen van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Weststation

Diagnose, uitdagingen en doelstellingen van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Weststation Diagnose, uitdagingen en doelstellingen van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Weststation Methodologische inleiding Dit document vormt het document dat is voorzien in artikel 2, 1, 2 van het Besluit

Nadere informatie

Ninoofsepoort. Diagnose en territoriale uitdagingen. November 2016

Ninoofsepoort. Diagnose en territoriale uitdagingen. November 2016 Ninoofsepoort Diagnose en territoriale uitdagingen November 2016 SITUATIE EN STEDELIJKE MORFOLOGIE Strategisch gelegen: op het grondgebied van 3 gemeenten, tussen 2 stations, in de 5 hoeken van de Vijfhoek,

Nadere informatie

ADVIES. Ontwerp van richtplan van aanleg. «Voormalige kazernes van Elsene» 21 februari 2019

ADVIES. Ontwerp van richtplan van aanleg. «Voormalige kazernes van Elsene» 21 februari 2019 ADVIES Ontwerp van richtplan van aanleg «Voormalige kazernes van Elsene» 21 februari 2019 Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Bischoffsheimlaan 26 1000 Brussel Tel : 02

Nadere informatie

Perimeter Diagnose Uitdagingen en doelstellingen. van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Josaphat

Perimeter Diagnose Uitdagingen en doelstellingen. van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Josaphat Perimeter Diagnose Uitdagingen en doelstellingen van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Josaphat METHODOLOGISCHE INLEIDING Datum van het ministerieel besluit : 8 mei 2018 Voornaamste ontwikkelingen

Nadere informatie

- ÉNERGIE - UNE CONSOMMATION TOTALE D'ÉNERGIE GLOBALEMENT EN BAISSE DEPUIS

- ÉNERGIE - UNE CONSOMMATION TOTALE D'ÉNERGIE GLOBALEMENT EN BAISSE DEPUIS - ÉNERGIE - UNE CONSOMMATION TOTALE D'ÉNERGIE GLOBALEMENT EN BAISSE DEPUIS 2004 STAAT VAN HET LEEFMILIEU 2011-2014 - CONTEXT - HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 19 gemeenten, 161 km 2 1.163.486 inwoners

Nadere informatie

Diagnose, vraagstukken en doelstellingen van het ontwerp van Richtplan van Aanleg (RPA) Josaphat

Diagnose, vraagstukken en doelstellingen van het ontwerp van Richtplan van Aanleg (RPA) Josaphat Diagnose, vraagstukken en doelstellingen van het ontwerp van Richtplan van Aanleg (RPA) Josaphat Voorwoord bij de methodologie Dit is het verklarend document bedoeld door artikel 2, 1, 2 van het Besluit

Nadere informatie

Methodologische fiche

Methodologische fiche Methodologische fiche KAART : OVERSTROMINGSRISICO THEME : WATER 1 INLEIDING Overstromingen kunnen mogelijke risico s voor de voorzieningen en/of personen in het overstroomde gebied voortbrengen. Deze overstromingsrisico

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het betreffende zwarte punt heeft betrekking op een stuk van spoorlijn 50 ter hoogte van het station Sint-Agatha-Berchem, gelegen op het grondgebied van

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het zwarte punt heeft betrekking op het stuk van de spoorlijnen gelegen tussen de brug van de Vrijwilligerslaan en de Fernand Demanybrug, ter hoogte van

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De wijk Vogelenzang ligt ten zuidwesten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het grondgebied van de gemeente Anderlecht. Het gebied van het zwarte punt heeft betrekking

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie Het gebied van het zwarte punt betreft een stuk spoorlijn 5OA, gelegen langs de tuinwijk «Het Rad», op het grondgebied van de gemeente Anderlecht, ter hoogte van de Bergensesteenweg.

Nadere informatie

DUURZAAM WIJKCONTRACT MAALBEEK

DUURZAAM WIJKCONTRACT MAALBEEK Gemeente Elsene Brussels Hoofdstedelijk Gewest DUURZAAM WIJKCONTRACT MAALBEEK Projectoproep voor bewoners «Mijn Plant-aardige Wijk» 0% asfalt 100% groen vergroening van de wijk groen- blauw netwerk duurzame

Nadere informatie

OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN

OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN De meest voorkomende inrichtingen worden hieronder vermeld. Voor meer details, raadpleeg www.nwrm.eu (NWRM: Natural Water Retention Measures), Europese nomenclatuur

Nadere informatie

Jef Van Damme presenteert

Jef Van Damme presenteert Jef Van Damme presenteert MOLENBEEK 2018 een autoluwe, groene woonoase en dé mediterrane shopping referentie van België 1. Molenbeek Centrum vandaag 2. Visie en doelstellingen voor 2018 3. Een ambitieus

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN BEHEER VAN HET REGENWATER IN DE OPENBARE RUIMTE HERFST 2018 Uitdagingen van een gedecentraliseerd beheer van het regenwater Anne-Claire DEWEZ Department Water, Leefmilieu Brussel

Nadere informatie

Helsinki. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel

Helsinki. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel 69 Stadsperimeter Brussel Helsinki 70 Visitekaart o Bevolking: " Stad: 600.000 inwoners " Hoofdstedelijke regio : 1.050.000 inwoners " Grootstedelijk gebied: 1.350.000 inwoners o Netwerk " Regionale treinen:

Nadere informatie

EFFECTENVERSLAG. 1 - Beschrijving van de elementen en het geografisch gebied die kunnen worden aangetast door de geplande aanleg

EFFECTENVERSLAG. 1 - Beschrijving van de elementen en het geografisch gebied die kunnen worden aangetast door de geplande aanleg 18 EFFECTENVERSLAG 1 - Beschrijving van de elementen en het geografisch gebied die kunnen worden aangetast door de geplande aanleg In overeenstemming met artikel 31 van de ordonnantie van 30.07.1992, gewijzigd

Nadere informatie

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig flexibiliteit genoeg geraken gezondheid goed goede goedkoop grote BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT Grafische voorstelling open antwoorden andere belangrijke zaken bij verplaatsingen aankomen aansluiting

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het zwarte punt betreft een stuk van spoorlijn 161 ter hoogte van het Verboeckhovenplein, op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek. De perimeter

Nadere informatie

Synthesenota. Leefmilieu Brussel - augustus 2015

Synthesenota. Leefmilieu Brussel - augustus 2015 Resultaten van de geluids- en trillingsmeetcampagnes van mei en juni 2015 in het kader van het beroep op artikel 10 van de ordonnantie geluidshinder door de omwonenden van de Neerstallesteenweg Synthesenota

Nadere informatie

«RegenPlan» Regenwater in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest : waarom infiltratie en terugwinnen bevorderen? Prioriteit van de gewestelijke Regering

«RegenPlan» Regenwater in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest : waarom infiltratie en terugwinnen bevorderen? Prioriteit van de gewestelijke Regering Regenwater in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest : waarom infiltratie en terugwinnen bevorderen? Mei 2010 IBGE Bruxelles Environnement Afdeling Natuur, Water, Bossen Françoise ONCLINCX fon@ibgebim.be

Nadere informatie

BASISDOSSIER VAN BBP GEMEENTE BRUSSEL. Advies van de gewestelijke ontwikkelingscommissie inzake het basisdossier van het BBP Nr.

BASISDOSSIER VAN BBP GEMEENTE BRUSSEL. Advies van de gewestelijke ontwikkelingscommissie inzake het basisdossier van het BBP Nr. BBP BD Gemeente Brussel n 60-29 Heizelwijk Advies van de GOC 30-03-95 Doc 294 p.1 / 5 BASISDOSSIER VAN BBP GEMEENTE BRUSSEL Advies van de gewestelijke ontwikkelingscommissie inzake het basisdossier van

Nadere informatie

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST GEMEENTE UKKEL - BBP 28ter Avijlplateau

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST GEMEENTE UKKEL - BBP 28ter Avijlplateau BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST GEMEENTE UKKEL - BBP 28ter Avijlplateau - 14 augustus 2008 BOA DOCUMENTEN DIE HET BBP UITMAKEN Het huidige Bijzondere Bestemmingsplan omvat: A. Bundel met nota s en verslagen

Nadere informatie

voorschriften bpa nr. 80 La Brugeoise

voorschriften bpa nr. 80 La Brugeoise voorschriften bpa nr. 80 La Brugeoise goedgekeurd dd. 19/01/2001 zones zone kleur en/of raster 1 2 3 4 5 Bpa 80 La Brugeoise goedgekeurd dd. 19/01/2001. Pagina 1 van 8 bestemmingen per zone Zone 1 bemerking(en)

Nadere informatie

Richtplan van aanleg Ninoofsepoort

Richtplan van aanleg Ninoofsepoort Richtplan van aanleg Ninoofsepoort 1. Historiek 2. Een grondgebied, dat aandacht verdient 3. Uitgangspunten van het Richtplan van aanleg Ninoofsepoort 4. Een RPA, om de zaken te synthetiseren en harmoniseren

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het zwarte punt betreft een stuk van spoorlijn 26 die door de "Paepedellewijk loopt, gelegen op het grondgebied van de gemeente Oudergem. Deze zone strekt

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008 Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het SEA Adviescomité : Sabine WALLENS t : + 32

Nadere informatie

München. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec. 2017

München. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec. 2017 83 Stadsperimeter Brussel München 84 Visitekaart o Bevolking: " Stad: 1.400.000 (sterke groei verwacht tegen 2030) " Grootstedelijk gebied: 5.500.000 o Netwerk " Regionale treinen: 14 lijnen " Metro: 6

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0275(COD) Ontwerpverslag Jan Olbrycht (PE v01-00)

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0275(COD) Ontwerpverslag Jan Olbrycht (PE v01-00) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie regionale ontwikkeling 11.6.2012 2011/0275(COD) AMENDEMENTEN 791-830 Ontwerpverslag Jan Olbrycht (PE487.951v01-00) Specifieke bepalingen met betrekking tot het Europees

Nadere informatie

Densifiëren om beter te delen

Densifiëren om beter te delen Seminarie Duurzame Gebouwen Densifiëren om beter te delen 9 november 2018 Dichtheid als element van een duurzaam, modern en inclusief stadsproject Charlotte Demulder perspective.brussels DOELSTELLINGEN

Nadere informatie

BRUSSEL GAAT ER ALWEER OP VOORUIT ONTDEK HIER HET BUSNET VAN MORGEN NOORD-WEST

BRUSSEL GAAT ER ALWEER OP VOORUIT ONTDEK HIER HET BUSNET VAN MORGEN NOORD-WEST BRUSSEL GAAT ER NL ALWEER OP UIT ONTDEK HIER HET BUSNET VAN MORGEN NOORD-WEST Anderlecht, Brussel Stad, Ganshoren, Jette, Koekelberg, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Agatha-Berchem Versie 11.2015 1 INHOUD EEN

Nadere informatie

Nota met betrekking tot het artikel 10 Stallestraat

Nota met betrekking tot het artikel 10 Stallestraat Brussel, januari 2010 Nota met betrekking tot het artikel 10 Stallestraat Context Naar aanleiding van een eerste klacht met betrekking tot lawaai en trillingen in hoofdzaak veroorzaakt door de doortocht

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het betreffende zwarte punt heeft betrekking op een stuk van spoorlijn 26 gelegen op het grondgebied van de gemeenten Evere en Schaarbeek tussen de Generaal

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw: Duurzaam bouwen van A tot Z

Opleiding Duurzaam Gebouw: Duurzaam bouwen van A tot Z Opleiding Duurzaam Gebouw: Duurzaam bouwen van A tot Z Leefmilieu Brussel VOORBEELDEN VAN WATERBEHEER Maggy HOVERTIN MATRIciel Plan van de uiteenzetting "Ducuroir"-project: flatgebouwen in Vorst waterbeheer,

Nadere informatie

Stad Gent start twee proeftuinen voor ontharding

Stad Gent start twee proeftuinen voor ontharding 15 januari 2019, 14:50 (CET) Stad Gent start twee proeftuinen voor ontharding Door de klimaatverandering hebben we te kampen met hogere temperaturen en hevige regenval. We kunnen de klimaatverandering

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Dit RUP vervangt de bestemming van het gewestplan Gentse en Kanaalzone (K.B. 14.09.1977). De voorschriften opgenomen in dit RUP vervangen de algemene voorschriften van het

Nadere informatie

De specificiteiten van Brussel en hun doelstellingen. M. Hubert, P. Huynen, K. Lebrun en G. Patriarche (CES-FUSL) 20 september 2012

De specificiteiten van Brussel en hun doelstellingen. M. Hubert, P. Huynen, K. Lebrun en G. Patriarche (CES-FUSL) 20 september 2012 De specificiteiten van Brussel en hun doelstellingen M. Hubert, P. Huynen, K. Lebrun en G. Patriarche (CES-FUSL) 0 september 0 Inhoudsopgave Uitrusting van de huishoudens en van de individus in Brussel

Nadere informatie

Keizerpoort terug op de kaart

Keizerpoort terug op de kaart Keizerpoort terug op de kaart Toegangspoort tot de Gentse stadskern Tussen Brusselsesteenweg en De Keizerpoort of Brusselsepoort is de verdwenen stadspoort die de zuidoostelijke toegang tot de stadskern

Nadere informatie

VERKLARENDE NOTA STEDENBOUWKUNDIG- EN MILIEU-ATTEST «TUINEN VAN DE JACHT»

VERKLARENDE NOTA STEDENBOUWKUNDIG- EN MILIEU-ATTEST «TUINEN VAN DE JACHT» VERKLARENDE NOTA STEDENBOUWKUNDIG- EN MILIEU-ATTEST «TUINEN VAN DE JACHT» 1. INLEIDING De wens van de Gemeente Etterbeek om het terrein van de Tuinen van de Jacht te herstedelijken en opnieuw een bestemming

Nadere informatie

Bordeaux. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel

Bordeaux. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel 22 Stadsperimeter Brussel Bordeaux 23 Visitekaart o Bevolking : " Stad: 245.000 inwoners " Grootstedelijk gebied: 750.000 inwoners o Netwerk " Regionaal OV-netwerk: 15 lijnen TER + 4 buslijnen " Stedelijk

Nadere informatie

scenario 1: De Leefstraat

scenario 1: De Leefstraat scenario 1: De Leefstraat De Rozenstraat en Palmstraat vormen vandaag een belangrijke levensader voor de Heilig-Hartwijk. Ze verbinden het sportcentrum Alverberg, de Heilig-Hartkerk, de Daltonschool en

Nadere informatie

VOORSTELLING VAN HET NIEUWE METROSTATION TOOTS THIELEMANS

VOORSTELLING VAN HET NIEUWE METROSTATION TOOTS THIELEMANS VOORSTELLING VAN HET NIEUWE METROSTATION TOOTS THIELEMANS MEER MOBILITEIT IN DE STAD DE METRO KOMT ERAAN NOORDSTATION ALBERT NIEUW STATION TOOTS THIELEMANS CAPACITEIT 4X CAPACITEIT VAN DE METRO 4X HOGER

Nadere informatie

Doelstellingen: Wat willen we met het Project Gent Sint-Pieters bereiken?

Doelstellingen: Wat willen we met het Project Gent Sint-Pieters bereiken? Doelstellingen: Wat willen we met het Project Gent Sint-Pieters bereiken? 1. Knooppunt van duurzame mobiliteit vernieuwd treinstation met een geïntegreerd tram- en busstation voldoende en comfortabele

Nadere informatie

1. VEREENVOUDIGEN EN HARMONISEREN

1. VEREENVOUDIGEN EN HARMONISEREN 04 1. VEREENVOUDIGEN EN HARMONISEREN 1. VEREENVOUDIGEN EN HARMONISEREN HARMONISERING Integratie Publieke verantwoordelijkheid parking.brussels zet in op een harmonisering en vereenvoudiging van de parkeerregels

Nadere informatie

Project plan-mer. Omvorming van de RO vak A3/E40 (Sint-Stevens-Woluwe) A1/E19 (Machelen) Advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie

Project plan-mer. Omvorming van de RO vak A3/E40 (Sint-Stevens-Woluwe) A1/E19 (Machelen) Advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST DE GEWESTELIJKE ONTWIKKELINGSCOMMISSIE REGION DE BRUXELLES-CAPITALE LA COMMISSION REGIONALE DE DEVELOPPEMENT Project plan-mer Omvorming van de RO vak A3/E40 (Sint-Stevens-Woluwe)

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het zwarte punt betreft het stuk van de spoorlijnen in het station van Schaarbeek, gelegen bij de Lambermontlaan tussen de Teichmannbrug en de Albertbrug

Nadere informatie

Spoorwerken in het kader van de stationsvernieuwing Gent-Sint-Pieters:

Spoorwerken in het kader van de stationsvernieuwing Gent-Sint-Pieters: Spoorwerken in het kader van de stationsvernieuwing Gent-Sint-Pieters: Verbreden spoorwegtalud A. Musschestraat Vernieuwen brug Krijgslaan Renoveren brug Kortrijksesteenweg Aanleg dienstpaden Kristin Berckmans

Nadere informatie

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN 1.Inleiding 14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN WATERVERONTREINIGING IN HET BRUSSELS GEWEST Het Brussels Gewest ligt voor het grootste deel in het subbekken van de Zenne. Deze waterloop en zijn

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE GESPREKKEN VAN DE PUBLIEKE PARTICIPATIE- EN INFOSESSIE 5 JUNI 2018 OVER HET ONTWERP VAN RICHTPLAN VAN AANLEG «WESTSTATION»

VERSLAG VAN DE GESPREKKEN VAN DE PUBLIEKE PARTICIPATIE- EN INFOSESSIE 5 JUNI 2018 OVER HET ONTWERP VAN RICHTPLAN VAN AANLEG «WESTSTATION» Perspective.brussels Departement territoriale strategie Tel 02/345.42.00 VERSLAG VAN DE GESPREKKEN VAN DE PUBLIEKE PARTICIPATIE- EN INFOSESSIE 5 JUNI 2018 OVER HET ONTWERP VAN RICHTPLAN VAN AANLEG «WESTSTATION»

Nadere informatie

BRUSSEL HERADEMT. Vanaf 2018 worden de meest vervuilende voertuigen geleidelijk aan geweerd uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

BRUSSEL HERADEMT. Vanaf 2018 worden de meest vervuilende voertuigen geleidelijk aan geweerd uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest BRUSSEL HERADEMT Vanaf 2018 worden de meest vervuilende voertuigen geleidelijk aan geweerd uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest WAAROM EEN LAGE-EMISSIEZONE? Bepaalde vervuilende stoffen afkomstig van

Nadere informatie

Voor de projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend werd van 1/01/2014 tot 31/12/2014

Voor de projecten waarvan de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend werd van 1/01/2014 tot 31/12/2014 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen - officieus gecoördineerde versie

Nadere informatie

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving Algemene beschrijving Lokalisatie De perimeter van het zwarte punt betreft een stuk van spoorlijn 26 in open lucht, gelegen voorbij de Eugène Plaskysquare op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek.

Nadere informatie

Opleiding 2009-2010 Adviseur in ecorenovatie

Opleiding 2009-2010 Adviseur in ecorenovatie Opleiding 2009-2010 Adviseur in ecorenovatie Kandidatuuroproep Adviseur worden in eco-renovatie In Europa is de bouwsector een van de grootste verbruikers van de natuurlijke rijkdommen, de energie en het

Nadere informatie

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 84 A Relatie met het afbakeningsproces In de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur van het regionaalstedelijk

Nadere informatie

Evaluatie van de milieucapaciteit

Evaluatie van de milieucapaciteit Evaluatie van de milieucapaciteit van de stadswegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gebied Amandine D HAESE PRESENTATIE VAN DE EVALUATIETOOL ECOREM / TML, BRUSSEL Presentatie van de spreker Amandine D Haese

Nadere informatie

Lot 2. Lot 3 Lot 4. Lot 7

Lot 2. Lot 3 Lot 4. Lot 7 Lot 1 Lot 2 Lot 3 Lot 4 Lot 7 Datum 24 octobre 2016 Onderwerp Duurzame Wijk Tivoli GreenCity VERKOOP DOCUMENTEN ALGEMENE KENMERKEN VAN TIVOLI GREENCITY EN BIJZONDERE KENMERKEN PER LOT In samenwerking met

Nadere informatie

VOORONTWERP VAN DE HERAANLEG. Adolphe Maxlaan, Nieuwbrug, Bruids-, Finisterrae-, Sint-Pieters- en Mechelsestraat

VOORONTWERP VAN DE HERAANLEG. Adolphe Maxlaan, Nieuwbrug, Bruids-, Finisterrae-, Sint-Pieters- en Mechelsestraat WELKOM / BIENVENUE VOORONTWERP VAN DE HERAANLEG Adolphe Maxlaan, Nieuwbrug, Bruids-, Finisterrae-, Sint-Pieters- en Mechelsestraat Openbare vergadering 17/09/2018 GROTE HERINRICHTINGS- PROJECTEN Centrale

Nadere informatie

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda Kiezen om ruimte te maken Den Haag 2040 Den Haag is volop in beweging, de stad is in trek. Verwacht wordt dat Den Haag groeit, van 530.000 inwoners in 2017 naar

Nadere informatie

Werken aan de Hallepoorttunnel. Presentatie januari 2017

Werken aan de Hallepoorttunnel. Presentatie januari 2017 Werken aan de Hallepoorttunnel Presentatie januari 2017 Inhoud De Hallepoorttunnel Voornaamste kenmerken van de tunnel Werkzaamheden Waarom renoveren? Inhoud van de werken Algemene Planning Fasering van

Nadere informatie

Kanaalroute Brussel: Zuidelijk gedeelte

Kanaalroute Brussel: Zuidelijk gedeelte Kanaalroute Brussel: Zuidelijk gedeelte Fietsersbond Brussels Gewest Fietsersbond vzw Oude Graanmarkt 63 1000 Brussel www.fietsersbond.be 02/502.68.51 1. Inleiding De Kanaalroute maakt deel uit van het

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf 5 Inleiding 7 Inhoud 11 Lijst van afkortingen 17

Inhoud. Woord vooraf 5 Inleiding 7 Inhoud 11 Lijst van afkortingen 17 Woord vooraf 5 Inleiding 7 Inhoud 11 Lijst van afkortingen 17 A. DEMOGRAFIE 19 Trefwoorden 19 Vaststellingen 19 De stand van zaken 19 1 De grenzen van Brussel 19 2 Bevolkingsverloop 22 3 Leeftijden en

Nadere informatie

Ontwerp van een nieuw station Koog-Zaandijk

Ontwerp van een nieuw station Koog-Zaandijk Ontwerp van een nieuw station The connecting shackle Afstudeerproject Steven Tol 05-11- 13 Doelstellingen van mijn project: Stedelijke verdichting rondom het station realiseren Verbeteren van het openbaar

Nadere informatie

Stationsproject De Groenling

Stationsproject De Groenling Stedelijk ontwikkeling en woonbeleid Stationsproject De Groenling Stacey D heyger 5 november 2015 Stedelijk ontwikkeling en woonbeleid 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Aanleiding van het project... 2

Nadere informatie

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER

GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER GEMEENTELIJKE VERORDENING INZAKE HEMELWATERPUTTEN, INFILTRATIEVOORZIENINGEN, BUFFERVOORZIENINGEN, GESCHEIDEN LOZING VAN AFVALWATER EN HEMELWATER Onderhavige verordening bevat voorschriften inzake het plaatsen

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Ruimtelijke motivering Molenstraat 1a te s-hertogenbosch Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Januari 2017 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Aan de Molenstraat 1a is nu op de begane grond

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw: Beheer van het regenwater op het perceel

Opleiding Duurzaam Gebouw: Beheer van het regenwater op het perceel Opleiding Duurzaam Gebouw: Beheer van het regenwater op het perceel Leefmilieu Brussel BODEM- EN PERCEELEIGENSCHAPPEN Maggy HOVERTIN MATRIciel Doelstellingen van de presentatie Bepalen welke parameters

Nadere informatie

Het regenwater in het Brussels Gewest en de strijd tegen overstromingen. Inhoudstafel. Inleiding: regenwater en de stedelijke omgeving

Het regenwater in het Brussels Gewest en de strijd tegen overstromingen. Inhoudstafel. Inleiding: regenwater en de stedelijke omgeving Seminarie Duurzaam Bouwen Integraal beheer van het regenwater op het perceel Leefmilieu Brussel Het regenwater in het Brussels Gewest en de strijd tegen overstromingen Anne-Claire DEWEZ LEEFMILIEU BRUSSEL/

Nadere informatie

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN REGENWATERBEHEER OP HET PERCEEL LENTE 2018 Inleiding tot het thema waterbeheer Stéphan TRUONG Op basis van de presentatie van CERAA 2 DOELSTELLINGEN VAN DE PRESENTATIE N Het

Nadere informatie

Dagorde. 18u30 Verwelkoming en opening van de zitting

Dagorde. 18u30 Verwelkoming en opening van de zitting WCO 11 maart 2019 Dagorde 18u30 Verwelkoming en opening van de zitting 1. Interventies op de openbare ruimten 25min a. Heraanlegprojecten van de openbare ruimte, straten & huizenblokken met studies en

Nadere informatie

TUSSEN DE TORENS VAN DE MIDDELEEUWSE STAD

TUSSEN DE TORENS VAN DE MIDDELEEUWSE STAD Vooraf De ideale stad is veelzijdig en evenwichtig. In de ideale stad is het verkeer geen doel op zich, maar een middel om verschillende doelen te bereiken: de woning, de werkplek, het theater, het terras,

Nadere informatie

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002; 60046 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2018/31584] 21 DECEMBER 2017. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Molenbeek om het bijzonder

Nadere informatie

Waarom is parkeren in Brussel zo moeilijk, terwijl er toch veel parkeerplaatsen zijn?

Waarom is parkeren in Brussel zo moeilijk, terwijl er toch veel parkeerplaatsen zijn? 07 VRAAG Mobiliteitsdiagnose in Brussels Hoofdstedelijk Gewest Oktober 2017 Waarom is parkeren in Brussel zo moeilijk, Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt over een groot aantal parkeerplaatsen.

Nadere informatie

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gemengd regionaal bedrijventerrein

Nadere informatie

Schoolbereikbaarheidsfiche. MIVB Juli 2007

Schoolbereikbaarheidsfiche. MIVB Juli 2007 Schoolbereikbaarheidsfiche MIVB Juli 2007 2 INHOUDSTAFEL 1. Beschrijving a) Wat is een bereikbaarheidsfiche? b) Waartoe dient een bereikbaarheidsfiche? c) Hoe moet de bereikbaarheidsfiche verspreid worden?

Nadere informatie

Kerkhof van Jette Realisatie van een nieuwe groene zone Heraanleg van de De Smet de Naeyerlaan

Kerkhof van Jette Realisatie van een nieuwe groene zone Heraanleg van de De Smet de Naeyerlaan Kerkhof van Jette Realisatie van een nieuwe groene zone Heraanleg van de De Smet de Naeyerlaan Presentatie van 07 juni 2017 Presentatie Locatie Doelstellingen Presentatie van het project Nieuwe groene

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters

2.4 Transport. Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters IV. Beschrijving van de drijvende krachten en Analyse van druk en impact Figuur 21 : Dichtheid van de drie types vee op het niveau van de clusters 15 100 Aantal per ha BLO (runderen en varkens) 12 9 6

Nadere informatie

Verslag op hoofdlijnen bijeenkomst nieuwe bouwlocaties d.d. 19 juni 2019

Verslag op hoofdlijnen bijeenkomst nieuwe bouwlocaties d.d. 19 juni 2019 Verslag op hoofdlijnen bijeenkomst nieuwe bouwlocaties d.d. 19 juni 2019 Etten-Leur onderzoekt mogelijke locaties voor de bouw van nieuwe woningen en de aanleg van bedrijventerrein buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

ONGEZONDE SITUATIE GEZONDERE SITUATIE. Creëert een ongezonde situatie: slechte lucht door uitlaatgassen

ONGEZONDE SITUATIE GEZONDERE SITUATIE. Creëert een ongezonde situatie: slechte lucht door uitlaatgassen In een zone 30 verplaatsen mensen zich vaak over een korte afstand. Kies daarom voor meer ruimte waarin de burger zich actief kan verplaatsen (zoals met de fiets of te voet). Creëer ook een aangename omgeving

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever : Philippe Pivin, Belgische Onafhankelijkheidslaan 72-1081 Koekelberg. «Historisch Koekelberg»

Verantwoordelijke uitgever : Philippe Pivin, Belgische Onafhankelijkheidslaan 72-1081 Koekelberg. «Historisch Koekelberg» Verantwoordelijke uitgever : Philippe Pivin, Belgische Onafhankelijkheidslaan 72-1081 Koekelberg. «Historisch Koekelberg» «Historisch Koekelberg» in enkele cijfers Gewestelijke toelage : 11.000.000 Federale

Nadere informatie

Projecten Omschrijving Dragers Tijdskalender Budget Reyersviaduct Afbraak van het Reyersviaduct en herinrichting Gewest

Projecten Omschrijving Dragers Tijdskalender Budget Reyersviaduct Afbraak van het Reyersviaduct en herinrichting Gewest Tabel opgesteld op basis van de informatie verstrekt tijdens de rondetafelgesprekken van 28 juni 2016 over de bereikbaarheid van de handelswijken in de Vijfhoek Projecten Omschrijving Dragers Tijdskalender

Nadere informatie

PROJECT TITEL PROJECTTEAM. KANDIDATUUR Technische nota

PROJECT TITEL PROJECTTEAM. KANDIDATUUR Technische nota B E. E X E M P L A R Y2017 PROJECT TITEL PROJECTTEAM KANDIDATUUR Technische nota Dit document vormt een model om de kandidaten te helpen om een deel van hun dossier te structureren. Het gebruik ervan is

Nadere informatie

Wie heeft recht op een premie?

Wie heeft recht op een premie? Deze wetgeving is van toepassing sinds 1 september 2002. Deze premie wordt toegekend voor het reinigen, het herschilderen en/of het terugbrengen van de gevel aan de straatkant in zijn oorspronkelijke staat.

Nadere informatie

Project CityGate I - Goederen in Anderlecht

Project CityGate I - Goederen in Anderlecht Project CityGate I - Goederen in Anderlecht Promotieopdracht van werken voor de ontwikkeling van een gemengd vastgoedproject van ongeveer 21.000 m² op de site CityGate I - Goederen in Anderlecht Aanbestedende

Nadere informatie

Klein Kasteeltje. KVS Grote Markt. Madou toren

Klein Kasteeltje. KVS Grote Markt. Madou toren 8 2014 2015 2017 8 Voltooiing van de om 2016 Klein Kasteeltje KVS Grote Markt Madou toren Zav el sluiting van de metro 2018 2019 2020 Delacroix De bouwplaats van de omsluiting van de metro van de Kleine

Nadere informatie

Inspiratiecolloquium : De toegankelijkheid van het openbaar vervoernet

Inspiratiecolloquium : De toegankelijkheid van het openbaar vervoernet Inspiratiecolloquium : De toegankelijkheid van het openbaar vervoernet Document opgesteld door Brussel Mobiliteit, Smarteam en Stratec. Hoe een concrete strategie voor de toegankelijkheid van het MIVB-net

Nadere informatie

Brabantnet sneltram A12

Brabantnet sneltram A12 VR 2017 1702 DOC.0153/7 ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Brabantnet sneltram A12 1 0 ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Brabantnet - sneltram A12 de ontwerpers Veerle Van Hassel

Nadere informatie

VOORSTELLING WERKEN OMGEVING SCHIJNPOORT

VOORSTELLING WERKEN OMGEVING SCHIJNPOORT VOORSTELLING WERKEN OMGEVING SCHIJNPOORT In het najaar van 2015 staan er werken gepland in de omgeving van Schijnpoort, de parking Ten Eekhove en de Noordersingel. Deze werken bereiden de omgeving voor

Nadere informatie

RIOLERING VERVANGEN EN HERINRICHTEN STRAAT

RIOLERING VERVANGEN EN HERINRICHTEN STRAAT RIOLERING VERVANGEN EN HERINRICHTEN STRAAT Deel Boven-Hardinxveld tussen Rivierdijk Wetering en Koningin Wilhelminalaan Nassaustraat. Uitnodiging voor de bewonersavond op 27 juni en 5 juli 2016 van 19:00

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

Verslag eerste Gebiedstafel Toekomst Spoorzone - Hilversum op 17 juli 2018 Bijlage 1: Urgente kwesties

Verslag eerste Gebiedstafel Toekomst Spoorzone - Hilversum op 17 juli 2018 Bijlage 1: Urgente kwesties Verslag eerste Gebiedstafel Toekomst Spoorzone - Hilversum op 17 juli 2018 Bijlage 1: Urgente kwesties Leeswijzer De tabel hieronder geeft de urgente kwesties weer die de deelnemers hebben opgeschreven

Nadere informatie

Heraanleg Prinses Clementinalaan. Informatievergadering donderdag 7 juni 2007

Heraanleg Prinses Clementinalaan. Informatievergadering donderdag 7 juni 2007 Informatievergadering donderdag 7 juni 2007 Sprekers Mevrouw Karin Temmerman, schepen van Stadsontwikkeling, Mobiliteit en Wonen Mevrouw Martine De Regge, schepen van Openbare Werken Stadswoningen en Rationeel

Nadere informatie

Welkom. Informatieavond herinrichting Ambyerweg. 2 september 2015

Welkom. Informatieavond herinrichting Ambyerweg. 2 september 2015 Welkom Informatieavond herinrichting Ambyerweg 2 september 2015 1 Vanavond toelichting op de geplande herinrichting van Ambyerweg beantwoorden van uw vragen Herinrichting bestaat uit 2 onderdelen: fase

Nadere informatie

Ook de wijk rond Pierstraat wacht al jaren op een volwaardige busverbinding. Die vraag wordt dan ook opgenomen in het mobiliteitsplan.

Ook de wijk rond Pierstraat wacht al jaren op een volwaardige busverbinding. Die vraag wordt dan ook opgenomen in het mobiliteitsplan. Kontich gaat voor een beter aanbod van openbaar vervoer Dat het gemeentebestuur een voorstander is van de tramdoortrekking naar de park & ride aan de E19 is ondertussen wel bekend. Die visie wordt ook

Nadere informatie

Waardekijksessie Vogelenbuurt, Driel

Waardekijksessie Vogelenbuurt, Driel Waardekijksessie Vogelenbuurt, Driel Op vrijdag 12 december heeft de gemeente in samenwerking met Tauw een waardekijksessie georganiseerd voor de bewoners van de Vogelenbuurt in Driel. De deelnemende bewoners

Nadere informatie

Duurzame Stedebouw voor dagelijks gebruik

Duurzame Stedebouw voor dagelijks gebruik Duurzame Stedebouw voor dagelijks gebruik A.Sluijter 120609 paper A.Sluijter O6 AvB 120609 A. Sluijter Amsterdam 120609 tbv Ruimteconferentie paper O6 AvB Amsterdam paper O6 AvB Amsterdam 031109 tbv Ruimteconferentie

Nadere informatie

A ESR. Aanvrager. Minister Fremault Aanvraag ontvangen op 12 mei 2016 Aanvraag behandeld door

A ESR. Aanvrager. Minister Fremault Aanvraag ontvangen op 12 mei 2016 Aanvraag behandeld door ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht,

Nadere informatie

RECLAME- EN UITHANGBORDEN Titel 6 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. 1. Doelstelling

RECLAME- EN UITHANGBORDEN Titel 6 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening. 1. Doelstelling RECLAME- EN UITHANGBORDEN Titel 6 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening 1. Doelstelling Titel VI van de GSV heeft als doel om, voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de beginselen te bepalen

Nadere informatie

Perimeter Diagnose Uitdagingen en doelstellingen. van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Bordet

Perimeter Diagnose Uitdagingen en doelstellingen. van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Bordet Perimeter Diagnose Uitdagingen en doelstellingen van het ontwerp van Richtplan van aanleg (RPA) Bordet METHODOLOGISCHE INLEIDING Datum van het ministerieel besluit : 8 mei 2018 Voornaamste ontwikkelingen

Nadere informatie