3. Lees: Bovendien kleren. (r. 3 en 4). Wat past het best in de plaats van Bovendien?

Transcriptie

1 Groep 7 Beoordelingstoetsen leesbegrip Toets 2 (na thema 4) 1 Hoe komt het dat zoveel kinderen alleen maar dure merkkleding willen dragen? 2 Voor we die vraag kunnen beantwoorden, kijken we eerst eens welke merken er 3 zijn en hoe die kleding gemaakt wordt. Bovendien is het goed om eens iets te lezen over de 4 manier waarop de reclame wordt gebruikt voor de verkoop van deze kleren. Want die speelt een 5 belangrijke rol. En natuurlijk willen we ook weten welke kinderen deze reclame wel invloed heeft 6 en op welke kinderen niet. Je ziet: we moeten een hele omweg maken om de vraag hierboven te 7 kunnen beantwoorden. 1. Wat voor soort tekst is dit? A. Een verhaal B. Een weettekst C. Een brief D. Een reclametekst 2. Wat is het onderwerp van deze tekst? A. Reclame over dure merkkleding B. Wat willen kinderen graag dragen? C. Hoe maak je dure merkkleding? D. Waarom zoveel kinderen merkkleding dragen 3. Bovendien kleren. (r. 3 en 4). Wat past het best in de plaats van Bovendien? A. Toch B. Daarnaast C. Weliswaar D. Natuurlijk 1 Nu wij niet meer in India maar in Nederland wonen, moeten onze kinderen op de 2 Nederlandse kinderen lijken. Natuurlijk niet wat hun denken betreft, maar qua uiterlijk. Ze 3 hoeven niet op te vallen door oude kleren of door een hoofddoek of zo. Zelfs henna, dat haar 4 moeder zo vaak gebruikt, heb ik Gulderen niet toegestaan. Ze vertelde me namelijk, dat de 5 Nederlandse kinderen haar in de maling namen met haar vieze handen. Ze mag ook geen 6 make-up aanbrengen hoor, dat ook niet. Maar gewoon, een spijkerrok dragen of zoiets, dat 7 mag ze wél. Die hoeft niet zo strak te zitten. Die hoeft van mij niet als gegoten te zitten. Wat 8 haar Nederlandse leeftijdgenoten dragen, mag ze van mij ook aantrekken. Ze moet zonder 9 angst in haar kleren durven lopen.

2 4. Welke titel past het best boven deze tekst: A. Opvallende kleding dragen B. Strakke spijkerrokken C. Gewoon een Nederlands uiterlijk! D. Geen make-up voor Indiase meisjes! 5. Natuurlijk uiterlijk. (r. 2) Wat betekent deze zin? De schrijver wil dat zijn kinderen A. net zo praten als Nederlandse kinderen. B. net zo denken als ze er uit zien. C. qua uiterlijk op elkaar lijken. D. er als Nederlandse kinderen uitzien. 6. Lees : Zelfs henna toegestaan. (r. 3 en 4) En: Ze handen. (r. 4 en 5) Wat hebben deze twee zinnen met elkaar te maken? A. De tweede zin betekent het tegengestelde van de eerste zin. B. De tweede zin betekent hetzelfde als de eerste zin. C. De tweede zin geeft de oorzaak van de eerste zin. D. De tweede zin geeft het gevolg van de eerste zin. 7. Wat voor soort tekst is dit? A. een weettekst B. een verhaal C. een reclametekst D. een meningstekst De mensen kleden zich passend bij het klimaat van het land waarin ze wonen. In een heet klimaat is de traditionele kleding voor mannen en vrouwen een los zittend kledingstuk in de vorm van een jurk. In Indonesië dragen vrouwen bijvoorbeeld sari s en in Marokko vind je djelabba s of kaftans. En in Japan is de traditionele dracht voor vrouwen de kimono. Meer dan twee lagen kleding zijn ongebruikelijk in een heet klimaat. Maar een hoofddeksels als een tulband bestaat uit wel meer dan twee lagen. Het is logisch dat in een koud klimaat de mensen meer lagen kleding gebruiken om hun lichaamswarmte vast te houden. In een nat klimaat is een poncho aan te raden om droog te blijven. 8. Welke titel past het best boven deze tekst? A. Traditionele kleding B. Vrouwenkleren C. Kledingstukken uit andere landen D. Klimaat en kleding

3 9. Als je een tekst kritisch leest, moet je A. het met de mening van de schrijver eens zijn. B. zelf controleren of de feiten uit de tekst kloppen en of de informatie volledig is. C. de schrijver van de tekst vragen of de feiten kloppen. D. alles geloven wat de schrijver zegt. 10. Waarom heeft de schrijver deze tekst vooral geschreven? A. Hij wil ervoor zorgen dat mensen bij regen een poncho dragen. B. Hij wil uitleggen dat kleren en klimaat met elkaar te maken hebben. C. Hij wil duidelijk maken dat kleding uit meer lagen bestaat. D. Hij wil vertellen dat mensen in andere landen andere kleren dragen. Aan de redactie van Kids & Kleding Beste redactie, 1 Ik heb gisteren jullie artikel over kindermode gelezen. Daarin werd door Tonia gezegd 2 dat je er ook best leuk uit kunt zien als je geen merkkleding draagt. Op de foto s kon je dat ook 3 zien. Het was vooral grappig dat later niemand bij die test in de gaten had dat er nepmerkjes op de 4 kleren genaaid waren. 5 Ik ben het helemaal met Tonia eens. In onze klas maakt het gelukkig niet uit wat je draagt. Er is 6 trouwens veel meer keus in merkloze kleding dan in merkkleding. Bovendien is het echt stukken 7 goedkoper. Mijn moeder kocht voor mij een blouse, twee rokken en een leuke shawl voor een 8 bedrag waarvoor je nog niet eens een merkblouse kunt kopen. 9 Kortom: Ga zo door met jullie artikelen! Jullie helpen ons hier echt mee. Groetjes van Sophie 11. Op de ook zien. (r. 2 en 3) Wat kon je ook zien? A. dat je er zonder merkkleding ook goed uit kunt zien B. dat de kinderen op de foto s geen merkkleding droegen C. dat het artikel van Tonia een leuk artikel was D. dat het niet klopte wat Tonia had gezegd 12. In onze klas draagt. (r. 5) Wat past het best achter draagt? In onze klas maakt het gelukkig niet uit wat je draagt... A. want niemand van ons kan merkkleding betalen. B. want dat vinden wij niet belangrijk. C. want wij hebben allemaal merkkleding. D. want in onze klas zitten alleen meisjes.

4 13. Jullie mee. (r. 9) Waarom helpen de artikelen van Kids en Kleding Sophie? A. Ze koopt nu geen merkkleding meer. B. Andere kinderen gaan daardoor inzien dat merkkleding niet belangrijk is. C. Sophie is het eens met de mening van Tonia over merkkleding. D. Sophie heeft nu een duidelijke mening gekregen over merkkleding. 14. Mijn moeder kopen. (r. 7 en 8) Wat doet Sophie in dit stukje vooral? A. Ze geeft een samenvatting B. Ze geeft voorbeelden. C. Ze trekt conclusies. D. Ze waarschuwt de lezer. 15. Kortom artikelen. (r. 9) Door welk woord kun je Kortom het best vervangen? A. Dus: B. Hoewel: C. Maar: D. Want: 1 Ik woon in de buurt van een groot gebouw. Dat heet universiteit, geloof ik. Regelmatig zie ik 2 vanaf de parkeerplaats bij ons op de hoek deftig geklede mensen voorbijkomen. De mannen 3 dragen altijd keurige pakken en de vrouwen zien eruit om door een ringetje te halen. Als er 4 kinderen bij zijn, zien die er ook heel netjes uit. 5 Na een poos komen ze allemaal weer terug. Met hun handen op hun rug lopen de mannen 6 tegen elkaar te praten. De kinderen zien er opeens veel vrolijker uit. Een paar vrouwen laten soms 7 hun tassen rondzwieren. 8 Ik snap er helemaal niets van. Waarom zouden ze in dat deftige gebouw geweest zijn? En waarom 9 waren ze zo keurig gekleed? Zouden ze dat vaker doen? Ik zou best eens een kijkje in die 10 universiteit willen nemen. Maar daarvoor zal ik wel niet belangrijk genoeg zijn. 16. Welke titel past het best boven deze tekst? A. Naar de universiteit B. Een keurige optocht C. Onbegrijpelijk! D. Vrolijke mensen 17. Ze zijn vast blij dat het voorbij is, denk ik dan. Waar past deze zin het best? A. Achter: uit (r. 4) B. Achter: praten. (r. 6) C. Achter: rondzwieren. (r. 7) D. Achter: van. (r. 8)

5 18. Maar daarvoor zijn. (r. 10) Wat bedoelt de schrijver daarmee? A. Hij vindt het jammer. B. Hij denkt dat men hem in de universiteit niet belangrijk vindt. C. Hij vindt zichzelf nu wel belangrijk genoeg. D. Hij zou graag belangrijk willen zijn in de universiteit. Laatst reed ik met mijn vrouw door het bos. Toen zagen we een man en een vrouw die 1 met dezelfde kleuren droegen. De man droeg een beige broek met lichtgroen overhemd en de vrouw droeg een beige rok met lichtgroene blouse. Wij vonden dit zo leuk dat we direct hebben afgesproken om ook kleren met dezelfde kleuren te dragen. We zijn met zijn tweeën naar de winkel gegaan en hebben meteen een garderobe met dezelfde kleuren aangeschaft. Al 2, om precies te zijn twee maanden, dragen we nu kleren met dezelfde kleuren. Draagt mijn vrouw een spijkerrok met witte blouse, dan draag ik een spijkerbroek met een wit overhemd. En wil ik mijn grijze pak aan, dan haalt zij haar grijze mantelpakje uit de kast. Kleding met dezelfde kleuren of unikleurkleding zoals mijn vrouw en ik dat noemen, kan ik iedereen aanraden. Het geeft je als echtpaar het gevoel dat je echt 3. Ik hoop dat veel mensen ons dit na gaan doen. Zo gauw een jongen en een meisje verkering krijgen, zouden ze kleren met dezelfde kleuren moeten gaan dragen. 4 laat je dan direct zien dat je bij elkaar hoort. 19. Wat past het best op plaats 1? A. bloemen B. paddenstoelen C. bladeren D. kleren 20. Wat past het best op plaats 2? A. uren B. weken C. jaren D. nachten 21. Wat past het best op plaats 3? A. hetzelfde bent B. bij elkaar hoort C. pas getrouwd bent D. op elkaar lijkt 22. Wat past het best op plaats 4? A. op die manier B. ondertussen C. toch D. desondanks

6 Vrijdag, 5 augustus 2005 Hoi!!! 1 Ik heb vandaag niet zoveel gedaan. Ik moest van mijn moeder maar eens 12 kilo boeken in mijn 2 gymtas stoppen om te kijken of ik het kon dragen. Ik kon er maar 8 kilo in krijgen en dat was al 3 heel erg zwaar! Ik wil een Spirit-rugtas als ik naar de middelbare school ga. Die vind ik zo 4 mooi!! Maar mijn moeder wil dat ik een SouthBound-rugtas neem. Ze zegt dat die sterker zijn. 5 Dat kan best zo wezen, maar ik houd toch vol, want ik wil gewoon een Spirit! En ik zál mijn zin 6 krijgen! Joedoe!!!!! Sanne 23. Welke zin uit de brief van Sanne vermeldt een feit? A. Sanne is de hele dag druk bezig geweest met haar schoolboeken. B. Een Spirit-rugtas is de mooiste tas van allemaal. C. Sanne kon maar 8 kilo boeken in de tas krijgen. D. Sanne krijgt een SouthBound-rugtas van haar moeder. 24. Ik wil krijgen. (regel 3 t/m 6) Wat blijkt uit dit deel van de tekst over Sanne? A. Ze is boos. B. Ze is verwend. C. Ze is koppig. D. Ze is hebberig 25. Maar dat viel tegen. Waar past deze zin het best? A. Achter: gedaan (r. 1) B. Achter: dragen. (r.2). C. Achter: school ga (r. 3) D. Achter: mooi. (r. 4)