GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) FEBRUARI 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) FEBRUARI 2016"

Transcriptie

1 GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) FEBRUARI 2016 Vervallen vragen (n=10): 42, 49, 52, 81, 90, 106, 107, 111, 120 en 187. Sleutelwijzigingen (n=2): 76 en 98. Met feedback voor studenten Vanaf de ivtg van september 2015 wordt er bij de antwoordsleutel van de vragen niet alleen een literatuurreferentie, maar steeds vaker ook feedback voor studenten gegeven. Het kan voorkomen dat vragen of een literatuurreferentie of feedback bevatten. Nr. Antwoord 1. B 21. C 2. A 22. A 3. A 23. A 4. B 24. A 5. B 25. C 6. C 26. A 7. A 27. A 8. A 28. B 9. A 29. B 10. B 30. A 11. B 31. A 12. A 32. A 13. D 33. C 14. B 34. A 15. A 35. A 16. B 36. C 17. C 37. C 18. C 38. A 19. B 39. C 20. B 40. A 41. B 42. A 43. B 44. A 45. A 46. D 47. C 48. B 49. C 50. B 51. B 52. A 53. B 54. C 55. A 56. C 57. C 58. C 59. B 60. C 61. E 62. C 63. A 64. D 65. A 66. C 67. C 68. D 69. C 70. A 71. C 72. D 73. A 74. C 75. B 76. A 77. C 78. B 79. D 80. D 81. A 82. B 83. C 84. A 85. C 86. A 87. A 88. B 89. B 90. C 91. A 92. C 93. B 94. D 95. A 96. D 97. A 98. D 99. B 100. D 101. B 102. C 103. B 104. B 105. C 106. C 107. A 108. C 109. B 110. B 111. B 112. C 113. D 114. C 115. D 116. B 117. C 118. D 119. B 120. A 121. D 122. B 123. B 124. B 125. A 126. C 127. A 128. A 129. A 130. C 131. B 132. A 133. A 134. A 135. C 136. A 137. B 138. C 139. A 140. B 141. B 142. C 143. C 144. C 145. B 146. B 147. D 148. E 149. A 150. A 151. D 152. D 153. A 154. A 155. B 156. A 157. A 158. B 159. B 160. D 161. B 162. A 163. D 164. A 165. D 166. A 167. D 168. C 169. D 170. C 171. C 172. B 173. A 174. B 175. D 176. D 177. A 178. A 179. B 180. C 181. A 182. B 183. A 184. B 185. D 186. B 187. C 188. C 189. B 190. D 191. A 192. B 193. B 194. B 195. B 196. B 197. D 198. A 199. B 200. A Nr. Literatuurreferentie EN/OF feedback voor studenten 1. Medical biochemistry (4th ed. 2014) Baynes J. e.a., blz Rubin's pathology: clinicopathologic foundations of medicine (5e ed. 2008) Rubin R. e.a., blz Functionele histologie (11e geh.herz. dr. 2007/2008) Junqueira L. e.a., blz Medical statistics at a glance (3rd ed. 2009) Petrie A. e.a., blz Anamnese en lichamelijk onderzoek (4e licht gew. dr. 2006) Meer van der J. e.a., blz Medical statistics at a glance (3rd ed. 2009) Petrie A. e.a., blz Anamnese en lichamelijk onderzoek (4e licht gew. dr. 2006) Meer van der J. e.a., blz Human physiology: from cells to systems (7th ed. 2010) Sherwood L., blz Harrison's Online. 2c+familial+combined# hfdst Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz Praktische radiologie (2005) Lemmens A. e.a., blz Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a., blz Psychology (9th ed. 2011/2012) Bernstein D. e.a., blz Leerboek acute geneeskunde: probleemgerichte aanpak (2014) Vugt van A. e.a., blz Clinically oriented anatomy (6e ed. 2010) Moore K. e.a., blz Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz Clinically oriented anatomy (6e ed. 2010) Moore K. e.a., blz Robbins and Cotran pathologic basis of disease (8th ed. 2010) Kumar V. e.a., blz Medical genetics (4e ed. 2010) Jorde L. e.a., blz NHG-standaarden voor de huisarts Farmacotherapeutisch Kompas 2010, blz Essentials of Rubin's pathology (5e ed opl. 2009) Rubin E. e.a., blz Medical biochemistry (3e ed. 2009) Baynes J. e.a., blz NHG-standaarden voor de huisarts Neurologie (4e herz. dr. 2010) Hijdra A. e.a., blz Harrison's Online Neurologie (4e herz. dr. 2010) Hijdra A. e.a., blz Clinically oriented anatomy (6e ed. 2010) Moore K. e.a., blz Clinically oriented anatomy (6e ed. 2010) Moore K. e.a., blz Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 454 en Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. 245

2 35. Het geneeskundig proces: klinisch redeneren van klacht naar therapie (3e herz. dr. 2009) Grundmeijer H. e.a., blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz NHG-standaarden voor de huisarts Urologie (2e herz. dr. 2008) Bangma C., blz. 40, Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz Gezondheidsrecht (2e herz. dr. 2009) Engberts D. e.a., blz Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz Leerboek kindergeneeskunde: een interactieve benadering in woord en beeld (2009/2010) Brande van den J. e.a., blz Neurologie (4e herz. dr. 2010) Hijdra A. e.a., blz Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz Medical physiology: a cellular and molecular approach (2e ed. 2009) Boron W. e.a., blz Oogheelkunde (2e herz. dr. 2008) Stilma J. e.a., blz Oogheelkunde (2e herz. dr. 2008) Stilma J. e.a., blz Leerboek kindergeneeskunde: een interactieve benadering in woord en beeld (2009/2010) Brande van den J. e.a., blz Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz Leerboek kindergeneeskunde: een interactieve benadering in woord en beeld (2009/2010) Brande van den J. e.a., blz Orthopedie (2e herz. dr. 2008) Verhaar J. e.a., blz Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz Dermatovenereologie voor de eerste lijn (8e geh.herz. dr. 2009) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz Fysische diagnostiek (1e dr. 2010) Jongh de T., blz Medical statistics at a glance (3rd ed. 2009) Petrie A. e.a., blz Kleine kwalen bij kinderen (2e dr. 2009) Eekhof J. e.a., blz Robbins and Cotran pathologic basis of disease (8th ed. 2010) Kumar V. e.a., blz Anamnese en lichamelijk onderzoek (5e aanzienl. gew. dr. 2008) Meer van der J. e.a., blz Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz Anamnese en lichamelijk onderzoek (5e aanzienl. gew. dr. 2008) Meer van der J. e.a., blz Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz Molecular biology of the cell (5th ed. 2008) Alberts B. e.a., hfdst. 2, tabel Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz Emery's elements of medical genetics (14e ed. 2011/2012) Turnpenny P. e.a., blz. 271, Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz Biochemistry (7e ed. 2012) Berg J. e.a., blz Essential cell biology (3e ed. 2009/2010) Alberts B., blz Medische ethiek (3e herz. dr. 2009) Have ten H. e.a., hfdst Neurologie (4e herz. dr. 2010) Hijdra A. e.a., blz Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a., blz Guyton and Hall Textbook of medical physiology (12e ed. 2010/2011) Hall J. e.a., blz Ophthalmology: a pocket textbook atlas (2nd rev. ed. 2007) Lang K. e.a., blz Ophthalmology: a pocket textbook atlas (2nd rev. ed. 2007) Lang K. e.a., blz Robbins and Cotran pathologic basis of disease (8th ed. 2010) Kumar V. e.a., blz Robbins basic pathology (8e ed. 2007) Kumar V. e.a., blz Epidemiologisch onderzoek: opzet en interpretatie (6e herz. dr. 2010) Bouter L. e.a., blz NHG-standaarden voor de huisarts (2012) deel 1. Boukes F. e.a., blz Rang and Dale's pharmacology (7th ed. 2011/2012) Rang H. e.a., blz Neurologie (4e herz. dr. 2010) Hijdra A. e.a., blz. 318 en Volksgezondheid en gezondheidszorg (6e geh. herz. dr. 2012) Mackenbach J. e.a., blz Harrison's Online. blz. Hfdst Ziekten in de huisartspraktijk (5e herz. dr. 2008) Lisdonk van de E. e.a., blz Robbins basic pathology (9e ed. 2013) Kumar V. e.a., blz Biochemistry (7e ed. 2012) Berg J. e.a., blz Essential surgery: problems, diagnosis and management (4e dr. 2007) Burkitt H. e.a. 89. Nelson essentials of pediatrics (6e ed. 2010/2011) Marcdante K. e.a. 90. Nelson essentials of pediatrics (6e ed. 2010/2011) Marcdante K. e.a., blz Nelson textbook of pediatrics (19th ed. 2011) Kliegman R. e.a., blz Rang and Dale's pharmacology (8th ed. 2015/2016) Rang H. e.a., blz. geen opgave 93. Sherris medical microbiology (5th ed. 2010) Ryan K. e.a., blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz Health psychology: biopsychosocial interactions (7th ed. 2011/2012) Sarafino E. e.a. 97. Medical physiology: a cellular and molecular approach (2nd upd. ed. 2012) Boron W. e.a., blz. 230, Dermatologie en venereologie (3e herz. dr. 2e opl. 2003) Vloten van W. 99. Farmacotherapeutisch Kompas. blz. GEEN OPGAVE 100. Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz NHG-standaarden voor de huisarts.

3 102. Sobotta: Atlas of human anatomy. Volume 2: Internal organs (15e ed. 2011) Paulsen F. e.a Kumar & Clark's clinical medicine (7e ed. 2009) Kumar P. e.a., blz Emery's elements of medical genetics (14e ed. 2011/2012) Turnpenny P. e.a., blz Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a Leerboek kindergeneeskunde: een interactieve benadering in woord en beeld (2009/2010) Brande van den J. e.a., blz Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz Clinical surgery (3e ed. 2012) Henry M. e.a., blz Clinical respiratory medicine (3e ed. 2008) Albert R. e.a., blz Guyton and Hall Textbook of Medical Physiology (13th ed. 2016) Hall J., blz Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a., blz Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz Epidemiology (5th ed. 2014) Gordis L., blz Wat is wetenschap? Een filosofische inleiding voor levenswetenschappers en medici (1e dr. 2010), blz RIVM. LCI-Richtlijnen, blz. Rijksvaccinatieprogramma/De_inenting/Vaccinatieschema 116. Current medical diagnosis & treatment (51e ed. 2012/2013) McPhee S. e.a., blz. chapter NHG-standaarden voor de huisarts. Polymyalgia rheumatica en arteriitis temporalis FEEDBACK: Een BSE boven de 40 mm/uur maakt bij de klachten van de patiënte polymyalgia rheumatica waarschijnlijker. Testen op anti-cyclic citrillinated peptide test (anti-ccp-test) en de reumafactoren worden aangevraagd bij een verdenking op reumatoïde artritis. Antinucleaire antistoffen (ANA) kunnen een zwakke aanwijzing zijn voor het bestaan van een auto-immuunziekte. Deze bepaling wordt aangevraagd wanneer de klinische verschijnselen of symptomen het vermoeden hierop rechtvaardigen Harrison's Online. blz. chapter Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 336 FEEDBACK: voor de classificatie van perineumletsels wordt internationaal de classificatie van perineum- en sfincterrupturen volgens Sultan gebruikt: Graad 1: enkel ruptuur van de perineale huid of vaginawand. Graad 2: ruptuur huid en perineum, waarbij ook onde r- liggend weefsel (bekkenbodemspieren) beschadigd is, met intacte anale sfincter. Graad 3: ruptuur huid, perineum met onderligg end weefsel (bekkenbodemspieren), inclusief anale sfincter (3a: <50% van de externe anale sfincter, 3b: >50% van de externe anale sfin c- ter, 3c: zowel ruptuur van de interne als van de externe anale sfincter). Graad 4: ruptuur van de interne en externe anale sf incter en ruptuur van de anale mucosa. Vanaf een graad 3 dient een ruptuur op de operatiekamer gehecht worden door de gynaecoloog onder algehele anesthesie of spinale analgesie Molecular biology of the cell (5th ed. 2008) Alberts B. e.a., blz Farmacotherapeutisch Kompas. blz. Verapamil 122. NHG-standaarden voor de huisarts. Obstipatie 123. Larsen's human embryology (4e ed. 2009) Larsen W. e.a., blz NHG-standaarden voor de huisarts. eczeem FEEDBACK: dit meisje heeft een matig ernstig eczeem. Daarom wordt er bij dit kind gestart met lokale behandeling door middel van een klasse-1-corticosteroïd 2 maal daags en een indifferent middel 1 tot 2 maal daags. Hydrocortison is een klasse-1-corticosteroïd, triamcinolon is een klasse-2-corticosteroïd. Bij nattend eczeem wordt een indifferent middel op crèmebasis (zoals cetomacrogolcrème) voorgeschreven, bij droog eczeem een middel op vette basis (zoals cetomacrogolzalf) Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a., blz FEEDBACK: de distale radius vormt een deel van de bodem van carpale tunnel. De nervus medianus kan door zwelling in de carpal e tunnel bekneld raken. De n. radialis en n.ulnaris verlopen buiten de carpale tunnel en hebben geen nauwe relatie met de distale rad i- us. Daarom is de kans op zenuwschade van deze zenuwen kleiner Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz. 282 FEEDBACK: een bronchiolitis wordt meestal veroorzaakt door het respiratoir syncytieel virus. Dit is een typisch beeld van een bronchiolitis, met een verlengd en vaak piepend expirium en inspiratoire en expiratoire crep itaties. De meeste kinderen met een bronchiolitis zijn tussen de één en negen maanden oud. Het para-influenza virus kan laryngitis subglottica veroorzaken. Haemophilus influenza type B (Hib) is een bacterie die een acute pharyngitis of een sinusitis kan veroorzaken. Voordat kinderen tegen Hib gevaccineerd werden, werd ongeveer 25% van alle gevallen van bacteriële hersenvliesontsteking veroorzaakt door de Hib-bacterie. Het rotavirus veroorzaakt diarree Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz. 196 FEEDBACK: bij ouderen komt de bloeding meestal achter uit de neus uit het verzorgingsgebied van de a. sphenopalatina. Zij is arterieel van aard en kan hevig zijn. De oorzaak is vaak multifactorieel waarbij hypertensie met arteriosclerose, of stol lingsstoornissen het risico op epistaxis vergroten. Bij jongeren is de herkomst van de neusbloeding meestal de locus Kiesselbachi, een klein gebie d voornasaal op het septum, waarbij zich vooral in de jeugd veel vaatjes bevinden. Epistaxis wordt vaak uitge lokt door neuspeuteren of een rhinitis. De kop van de concha nasalis interior bevat caverneuze bloedruimten. Hieruit ontstaan echter geen bloedingen Leerboek kindergeneeskunde: een interactieve benadering in woord en beeld (2e dr. 2011) Brande van den J. e.a., blz , FEEDBACK: bij perifere cyanose wordt tijdens inspanning (bijvoorbeeld voeden) blauw zien minder. Bij centrale cyanose daarentegen wordt het blauw zien bij inspanning meer. Centrale cyanose is het best waarneembaar aan de tong, de lippen en het nagelbed. Perifere cyanose is het best waarneembaar aan acra, oren en soms de neuspunt. Centrale cyanose is het meest alarmerende symptoom in de kindercardiologie die snelle diagnostiek vereist. Vermoedelijk lijdt dit kind aan transpositie van de grote vaten Oogheelkunde (2e herz. dr. 2008) Stilma J. e.a., blz. 295 FEEDBACK: belangrijk bij het oogheelkundig onderzoek is om de minst belastende testen als eerste uit te voeren. In dit geval is dat de lichtreflex. Bij een lichtreflextest wordt met behulp van een fixatielampje gekeken of de corneareflexbeeldjes symmetrisch en ongeveer centraal in de pupil staan. De prismatest heeft tot doel het aantonen van binoculair zien of een dominantie van één oog. De test kan bij kinderen vanaf zes maanden worden uitgevoerd. De patiënt fixeert een lichtje. Vervolgens laat de onderzoeker het prisma met de basis temporaal van boven af voor het oog zakken. Dit wordt herhaald voor het anderen oog. Oogspiegelen wordt gedaan om te kijken of er afwijkingen zijn van het glasvocht, de retina of de n. opticus. Oogspiegelen is voor een baby behoorlijk belastend. Gezichtsveldonderzoek wordt niet gedaan bij verdenking op strabismus (scheelzien).

4 130. Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz. 254 FEEDBACK: bij een m. Pfeiffer is vaak diffuse adenopathie. Daarom zijn niet alleen de lymfeklieren in de hals, maar ook die v an de oksels palpabel. Ook zullen er vergrote tonsillen met beslag zijn, maar deze bevinding past evengoed bij een acute tonsillitis. Vesicobulleuze laesies oraal komen voor bij een besmetting met het Coxsackie-B-virus. De aardbeientong past bij roodvonk, het ziektebeeld dat veroorzaakt wordt door groep A-streptokokken (bètahemolytische streptokokken). Het loslaten van de bovenste huidlaag bij lichte aanraking gebeurt bij het Staphylococcal Scalded Skin Syndrome, een zeldzame aandoening die hele kleine kinderen kan treffen Medische psychologie (2e herz. dr. 2010) Kaptein A. e.a., blz Clinical epidemiology: the essentials (4e ed. 2005) Fletcher R. e.a., blz Leerboek medische ethiek (4e herz.dr. 2013) Have ten J. e.a., blz Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a., blz en FEEDBACK: het klinische beeld en de buikoverzichtsfoto duiden op een beginnende obstructie van het colon. Gezien de leeftijd komen voor dit klinische beeld twee oorzaken in aanmerking: een diverticulose of een sigmoïd carcinoom. Bij een ileus zijn heft iger krampen te verwachten en misselijk en/of braken. Een Morbus Crohn geeft vaak op veel jongere leeftijd de eerste verschijnselen zoals buikklachten, vermoeidheid, gewichtsverlies en vaak diarree, waar in deze casus geen sprake van is. Een recidiverende sigmoïd volvulus is geassocieerd met een dolichocolon, respectievelijk -sigmoïd, komt vooral voor op hoge leeftijd en veelal bij mensen met mentale retardatie. Buikpijn en distensie van de buik zijn kenmerkende symptomen. De buikoverzichtsfoto is karakteristiek door d e aanwezigheid van een sterke uitzetting van een deel van de dikke darm, die caudaal puntvormig eindigt, dit liet de foto van de bovenstaande patiënt niet zien. De grootte kan variëren van enkele millimeters tot vele centimeters en het oppervlak kan glad zijn of gelobd. Een poliep is een weefselmassa die uitpuilt in het lumen en bekleed is met hetzelfde epitheel (of enigszins gemodificeerd) als het orgaan waarin het is ontstaan. Vaak worden ze bij toeval ontdekt tijdens colonoscopie of röntgenonderzoek Farmacotherapeutisch Kompas. blz. oxybutynine FEEDBACK: middelen met anticholinerge werking staan erom bekend cognitieve problemen te kunnen verergeren Probleemgeoriënteerd denken in de geriatrie (2008) Olde Rikkert M., blz Marks' Essentials of Medical Biochemistry: a clinical approach (2nd ed. 2015) Lieberman M. e.a., blz Leerboek kindergeneeskunde: een interactieve benadering in woord en beeld (2e dr. 2011) Brande van den J. e.a., blz Robbins and Cotran pathologic basis of disease (8th ed. 2010) Kumar V. e.a., blz Fysische diagnostiek (1e dr. 2010) Jongh de T., blz FEEDBACK: Azoöspermie wordt ingedeeld in een obstructieve en niet-obstructieve vorm. Bij obstructieve azoöspermie onderscheidt men congenitale en verworven vormen. Aangeboren obstructies zijn relatief zeldzaam, verworven obstructies zijn meestal het gevolg van chirurgische interventies of infectieuze processen. Een voorbeeld van aangeboren obstructieve azoöspermie is het ontbreken van de zaadleiders. Dit is te merken bij palpatie van de ductus deferens, deze is dan niet aanwezig of geoblitereerd. De palpatie van het corpus cavernosum en de prostaat geeft niet meer informatie over de azoöspermie. De vesiculae seminales zijn normal iter niet te voelen; bij een carcinoom dat de vesiculae seminales eenzijdig of tweezijdig invadeert of bij een dilatatie van de zaadblazen, k unnen ze soms wel gevoeld worden. Er zijn geen aanwijzingen dat hiervan sprake is bij deze patiënt Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz. 650 FEEDBACK: Galactorroe komt door hyperprolactinemie. In de meeste gevallen wordt dit veroorzaakt door een prolactineproduceren d adenoom van de hypofyse. Naast een prolactineproducerend hypofyseadenoom kan hyperprolactinemie veroorzaakt worden door hypothyreoïdie, chronische stress en medicijngebruik. De bijnieren, hypothalamus en ovaria scheiden geen hormonen uit die voor galactorroe zorgen Leerboek medische genetica (7e herz. dr. 2005) Bijlsma E. e.a., blz FEEDBACK: 47,XY,+18 is het karyotype van een mannelijke foetus met trisomie 18 (Edwards -syndroom). Trisomie 18 komt voor bij ongeveer 1:7000 levendgeborenen. Meer dan 50% van de kinderen sterft binnen twee maanden. Door trisomie 18 heeft de baby voor de geboorte al een groeiachterstand. De baby s hebben een laag geboortegewicht. Vaak hebben ze ook een kleiner gezicht en hoo fd. Baby s met trisomie 18 hebben een verstandelijke beperking. Bijna altijd hebben ze ook een hartafwijking. Ook afwijkingen aan de handen en voeten komen voor. Andere kenmerken kunnen zijn nieraandoeningen, neuralebuisdefect, schisis, omphalocele en een oesofagusatresie. 47XXY (Klinefelter syndroom) komt voor bij ongeveer 1/1000 pasgeboren jongens. De aanwezigheid van dit karyotype wordt bijna altijd na de puberteit vastgesteld. Een lange, vaak eunuchoïde habitus, kleine testes, slecht ontwikkelde secundaire geslachtsk enmerken en in mindere mate gynaecomastie zijn de voornaamste uiterlijke kenmerken van dit syndroom. 47XYY (dubbel-y syndroom), komt bij ongeveer 1/1000 jongens voor. Het fenotype bij de geboorte is gewoonlijk normaal, maar vanaf de kleuterjaren gaat de toegenomen lengte opvallen. Ofschoon er wel een sprake is van hypospadie, verloopt de geslachtelijke ontwikkeling gewoonlijk normaal en zijn deze mannen vruchtbaar. 47,XY,+21 (syndroom van Down). Bij kinderen met Downsyndroom is er in 30-40% van de gevallen sprake van een aangeboren hartafwijking, bij 5% van een duodenumatresie en bij 5% van de ziekte van Hirschsprung. De verstandelijke handicap domineert het klinische beeld Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 580 FEEDBACK: Een niet-productieve hoest, restrictieve longfunctie, trommelstokvingers en erythema nodosum wijzen naar een diffuse interstitiële longafwijking. Hieronder vallen verschillende longziekten waaronder ook sarcoïdose, extrinsieke allergische alv eolitis, silicose etc. Basaal fijne inspiratoire crepitaties zijn te verklaren door het openspringen van gecollabeerde kleinere luchtwegen en zijn hoorbaar bij diffuse interstitiële longaandoeningen, longontstekingen, decompensatio cordis links en bedlegerige patiënten Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz. 164 FEEDBACK: Tetanus wordt veroorzaakt door een wondinfectie met Clostridium tetani. De exotoxinen verwekken de ziekteverschijns e- len nadat ze de motorische zenuwcellen via zenuwbanen hebben bereikt. Kenmerkend bij tetanus zijn de rigiditeit en spierkrampen waarbij de extensoren overheersen. Hierdoor ontstaat een trismus, risus sardonicus en opisthotonus. Tetanussporen komen zeer verspreid in de natuur voor. De meeste infecties ontstaan via verwondingen. Door systematische immunisatie van zuigelingen, kleuters en schoolkinderen is dit ziektebeeld in Nederland zeldzaam geworden en treft men het uitsluitend aan bij oudere, niet -geïmmuniseerde personen. Meningitis heeft een fulminanter verloop met hoge koorts, sufheid en soms ook met huidafwijkingen. De nekstijfheid bij meningitis is te verklaren door de menigeale prikkeling en niet door een verhoogde spierspanning zoals bij deze casus. Poliomye litis ( kinderverlamming ) wordt veroorzaakt door het poliovirus (er zijn drie typen, behorend tot de enterovirussen). Bij een klein deel van de patiënten ontstaat na infectie, na een griepachtig begin met pijn in de ledematen, opstijgende verlammingen van het perife re type,

5 soms tot de dood leidend door ademhalings- en slikverlamming. Na genezing zijn er vrijwel altijd restverschijnselen. Door de consequente verrichte immunisatie van de jeugd met DKTP-vaccin is poliomyelitis zeldzaam geworden. Ondanks de wereldwijze uitroeiingscampagne circuleert het poliovirus in bepaalde tropische gebieden. De grootste kans op polio lopen nu kinderen in Pakistan, Afghanistan en Nigeria NHG-standaarden voor de huisarts. Varices FEEDBACK: Bij een tromboflebitis van de PROXIMALE vena saphena magna (VSM) (boven de knie) moet worden doorverwezen om een diep veneuze trombose uit te sluiten. Dit gebeurt middels het bepalen van een D-dimeer en echografie van het been. Bij een tromboflebitis is de kans op het ontstaan van een DVT en/of longembolie waarschijnlijk verhoogd, met name bij een lokalisatie in het proximale deel van de hoofdstam van de vena saphena magna. Bij patiënten met varices is de kans op een tromboflebitis verhoog d. Door trombusvorming ontstaat een aseptische ontstekingsreactie in een oppervlakkige vene. Een tromboflebitis geneest meestal binnen enkele weken spontaan Schwartz's principles of surgery (10th ed. 2015) Brunicardi F. e.a., blz. chapter Human molecular genetics (4th ed. 2010/2011) Strachan T. e.a., blz Current diagnosis & treatment: emergency medicine (7th ed. 2012) Stone C. e.a., blz. chapter Harrison's principles of internal medicine (18e ed. 2011/12) Longo D. e.a., blz. chapter Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz Harrison's principles of internal medicine (18e ed. 2011/12) Longo D. e.a., blz. chapter Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz FEEDBACK: Een peritonsillair abces of infiltraat is een complicatie van tonsillitis acuta, waarbij de infectie zich heeft uitgebreid tussen het tonsilkapsel en de m. constrictor pharyngis superior. Hierdoor ontstaat er een zwelling van de voorste farynxboog en het palatum molle aan de aangedane kant. Naast de symptomen van een tonsillitis acuta (keelpijn, uitstralend naar de oren, slikpijn, alge meen ziekzijn, koorts en gezwollen lymfeklieren in de hals), zijn de klassieke verschijnselen: trismus door prikkeling van de ka uwspieren en kwijlen omdat slikken te pijnlijk is. Er is een unilaterale zwelling ter plaatse van de bovenpool van de tonsil, een gezwolle n uvula die van de aangedane zijde afwijkt. Tonsillitis acuta vertoont bij onderzoek rode, vergrote tonsillen met beslag in de crypten, foetor ex ore en in de hals beiderzijds hoog jugulair (niveau 2) vergrote lymfeklieren. Over het al dan niet bestaan van chronische tonsill itis bestaat discussie. De klassieke presentatie omvat chronische, eerder milde keelpijnklachten, malaise en vermoeidheid, debris in de tonsilcrypten, foetor ex ore en pijnlijke lymfeklieren hoog in de hals. Het beeld wordt vooral bij jong volwassenen gezien. De veronder stelde basis van de aandoening is een gestoorde lediging van de crypten. Tonsilhypertrofie komt typisch bij kinderen voor op de leeftijd dat het weefsel van de ring van Waldeyer immunologisch het meest actief is: 3-6 jaar Clinically oriented anatomy (7th ed. 2013/2014) Moore K. e.a., blz Volksgezondheid en gezondheidszorg (6e geh. herz. dr. 2012) Mackenbach J. e.a., blz. 216 FEEDBACK: Extra incidentie op jongere leeftijd is kleiner dan de verminderde incidentie op hogere leeftijd: in dit geval is e r sprake van onderdiagnostiek. De positief en negatief voorspelende waarden van de test zijn afhankelijk van de testeigenschappen en de prevalentie van de te screenen aandoening in de onderzochte populatie Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz. 569, 583, 584, Volksgezondheid en gezondheidszorg (6e geh. herz. dr. 2012) Mackenbach J. e.a., blz. 168 FEEDBACK: het bepalen van bloedglucose met het doel eventuele diabetes op te sporen valt in deze casus onder secundaire preve n- tie. Secundaire preventie is er op gericht een aandoening in een zo vroeg mogelijk stadium te ontdekken, zodat een vroege behandeling mogelijk is en verergering van de ziekte kan worden voorkomen. Primaire preventie is gericht op het voorkomen van nieuwe gevallen van een ziekte en dus op het wegnemen of verminderen van de oorzaken daarvan. Tertiaire preventie is het voorkomen of beperken van de gevolgen van een reeds gediagnosticeerde aandoening Deze casus bevat FEEDBACK voor de student in plaats van een literatuurreferentie. FEEDBACK: er is een passageprobleem voor vast voedsel, duidend op een significante stenose van het spijsverteringskanaal. Dit past bij de oesophagus. Van de drie genoemde oesophagusafwijkingen is de atresie een congenitale afwijking die direct post pa rtum al tot problemen leidt, niet langzaam progressief op deze leeftijd. Ook zijn leefstijlfactoren zijn sterk predisponerend voor oesofagu s- carcinoom, dus dat moet in ieder geval worden uitgesloten. Achalasie zou deze klachten eventueel ook kunnen geven maar is min der levensbedreigend en zal niet tot halsklieren leiden Sobotta: Atlas of Human Anatomy (15th ed. 2011) Paulsen F. e.a., blz Dermatovenereologie voor de eerste lijn: een systematische introductie (9e geh.herz. dr. 2014) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz Medical biochemistry (3e ed. 2009) Baynes J. e.a., blz Inleiding in evidence-based medicine: klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal (4e herz.dr. 2014) Scholten R. e.a., blz. 193 FEEDBACK: De intelligentie van de moeder is een confounder voor de relatie tussen borstvoeding en de latere intelligentie van kinderen. De term confounding komt neer op verstoring van de onderzoeksresultaten. Een determinant is een confounder als deze ze lf een onafhankelijke determinant is van de bestudeerde uitkomst en gerelateerd is met de centrale determinant, maar geen tussenschakel is in de keten tussen de centrale determinant en de uitkomst. Bij selectiebias is de selectie of uitval van patiënten gerelateerd aan interventie en uitkomst. Van informatiebias spreekt men als er een systematische fout optreedt in de meting van de onderzoeksvariabelen. In diagnostisch onderzoek zijn fout-positieven personen die op grond van de uitslag van een diagnostische test ten onrechte als ziek worden geduid Leerboek acute geneeskunde: probleemgerichte aanpak (2014) Vugt van A. e.a., blz FEEDBACK: Hyperextensie is niet goed vanwege gevaar op nekletsel. Mayo tube is niet goed mogelijk, omdat het een braakreflex bij patiënt met een GCS van 10 geeft. Cricothyreotomie en endotracheale intubatie zijn te agressief als eerste ingreep bij GCS 10, maar wel als secondaire ingreep te doen bij onvoldoende verbetering na Jaw-thrust Leerboek reumatologie en klinische immunologie (2013) Bijlsma J., blz Farmacotherapeutisch Kompas. blz. voorna/i/inl farmacokinetiek.asp 168. Harrison's Online. blz. 18th ed. chapter Functionele histologie (14e herz. dr. 2014) Junqueira L. e.a., blz , 281

6 FEEDBACK: Het aerobe metabolisme van hartspiercellen bij de mens wordt geïllustreerd door het feit dat 22-37% van het celvolume wordt ingenomen door mitochondriën, in tegenstelling tot de 5-8% in skeletspierweefsel. Hiermee hangt de grote gevoeligheid van hartspierweefsel voor zuurstoftekort samen. De hoofdfunctie van mitochondriën is het leveren van energie. In mitochondriën worden suikers, vetten en eiwitten met zuurstof verbrand en komt energie vrij. Bij zuurstoftekort zal alleen de glycolyse lopen en ontstaat er melkzuur hetgeen schade veroorzaakt. Het endoplasmatisch reticulum verzorgt onder meer de eiwitsynthese, het Golgi-complex speelt een rol bij de secretie en de lysosomen zijn verantwoordelijk voor de intracellulaire vertering Leerboek orthopedie (3e herz. dr. 2013) Verhaar J. e.a., blz. 8, FEEDBACK: Een scheefstand van de hallux (grote teen) naar lateraal wordt een hallux valgus genoemd. Het betreft een progressi eve standsverandering, waarbij het kopje van metatarsale I naar mediaal promineert. Toegenomen druk en wrijving in de schoen veroorzaken inflammatie met roodheid van de huid en wekedelenzwelling, een zogenoemde bunion. Een scheefstand van de hallux naar mediaal wordt een hallux varus genoemd. Crus valgum en crus varum zijn respectievelijk een X-stand en een O-stand in het onderbeen Algemene farmacologie (2e dr. 2006) Ree van J. e.a., blz FEEDBACK: Wanneer men de metoprolol in een andere dispenseervorm zal voorschrijven mogen deze tabletten wel worden gemalen en opgelost. Dit in tegenstelling tot metoprolol retard dat middels gereguleerde afgifte werkt. Het doel van deze preparaten is een verlengde werking te krijgen door de werkzame stof gereguleerd uit zijn dispenseervorm vrij te maken. Het voordeel hiervan is een constantere concentratie van het farmacon in het bloed, waardoor een efficiënter gebruik van de toegediende dosis en minder vaak innemen mogelijk zijn. Het doorverwijzen voor i.v. toediening evenals het twee weken afwachten is geen optie Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz FEEDBACK: Het is van belang de vrouw te laten persen en te vragen of voor haar gevoel de prolaps op zijn ergst zichtbaar is v oor de onderzoeker. Als dat niet het geval is, kan overwogen worden het onderzoek te doen wanneer de vrouw staat. De anti-trendelenburg positie is waarbij de patiënt op de onderzoeksbank ligt en de bank met het voeteneinde naar beneden is gekanteld. Bij de Trendelenburg positie is juist het hoofdeinde naar beneden gekanteld. De steensnedeligging is de ligging zoals beschreven in de casus: liggend op een rechte onderzoeksbank met daarbij de benen in de beensteunen. Vaginaal onderzoek in zijligging wordt soms gedaan bij e en vrouw die niet op de rug kan liggen. Bij een verzakking geeft dit geen extra informatie Interne geneeskunde (14e geh. herz. dr. 2010) Meer van der J. en Stehouwer C. e.a., blz FEEDBACK: De verhoogde ph duidt op een alkalose. Het verhoogde bicarbonaat en de normale pc02 duidt op een primair metabole afwijking zonder compensatie. Bij de gemengde zuur-basenstoornis metabole alkalose en respiratoire alkalose is de pco2 verlaagd Fysische diagnostiek (1e dr. 2010) Jongh de T., blz. 142 FEEDBACK: De golfbeweging die bij palpatie aan het abdomen voelbaar is, heet undulatie. Undulatie wordt uitgevoerd middels palp a- tie, waarbij met één hand in de flank een golfbeweging wordt opgewekt die vervolgens met de andere hand in de andere flank voelbaar is. Shifting dullness is de verandering van percussietoon bij verschuivende demping. Om ascites op te sporen wordt de patiënt in rugligging onderzocht. Rond de navel is meestal sprake van een tympanitische percussietoon, omdat zich hier de gashoudende da r- men bevinden die als het ware op het vocht drijven. Door vanaf het hoogste liggende punt naar beneden en lateraal te percuteren, kan de overgang naar de ascites worden afgegrensd. Vervolgens draait de patiënt zich op zijn zijde, waardoor de ascites naar de laagst liggende buikhelft zakt en de percussietoon van de bovenliggende buikhelft van gedempt in tympanitisch verandert. De andere opties zijn onjuist NHG-standaarden voor de huisarts. Beroerte FEEDBACK: Bij het beoordelen of een patiënt in aanmerking komt voor behandeling met intraveneuze trombolyse is het tijdscriterium het meest van belang: indien de uitvalsverschijnselen (mogelijk) langer dan viereneenhalf uur geleden zijn ontstaan, is trombolyse gecontra-indiceerd. Systolische bloeddruk >185 mm Hg en/of diastolische bloeddruk >110mm Hg is een contra-indicatie. Een (Serum)glucose < 2,7 of > 22,2 mmol/l maakt trombolyse ook gecontra-indiceerd. Gevorderde leeftijd is geen contra-indicatie voor behandeling met intraveneuze trombolyse. Behandeling met intraveneuze trombolyse leidt ook bij patiënten ouder dan 80 jaar zijn tot een grotere kans op herstel, al lijkt dit wel gepaard te gaan met een toename van symptomatische bloedingen Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz Robbins and Cotran pathologic basis of disease (9th ed. 2014/2015) Kumar V. e.a., blz , FEEDBACK: Bij hemofilie A is er een tekort aan stollingsfactor VIII en stollingsfactor VIII zit in de cascade van factoren die de APTT bepaalt. Een tekort aan factor VIII leidt tot een geïsoleerde verlenging van de APTT; dus juiste antwoord is hemofilie A. Syn thesestoornis van de lever en vitamine K gebrek leiden beiden tot meerdere deficiënties aan stollingsfactoren die zowel de APTT als de PT beïnvloeden, dus in die gevallen zou ook de PT verlengd moeten zijn. De ziekte van Glanzmann wordt gekenmerkt door gestoorde functie van trombocyten bij een normaal aantal; de APTT is bij Glanzmann echter normaal NHG-standaarden voor de huisarts. Diabetes mellitus type NHG-standaarden voor de huisarts. Lichen sclerosus 180. NHG-standaarden voor de huisarts. Ziekte van Parkinson 181. Clinical epidemiology: the essentials (5e ed. 2013/2014) Fletcher R. e.a., blz Dermatovenereologie voor de eerste lijn (8e geh.herz. dr. 2009) Sillevis Smitt J.H. e.a., blz. 325 FEEDBACK: Het hordeolum wordt meestal veroorzaakt door een stafylokok Inleiding in evidence-based medicine: klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal (3e herz.dr. 2008) Offringa M. e.a., blz FEEDBACK: Een systematische review is transparant en reproduceerbaar en gaat uit van een expliciete vraagstelling, een uitgebreide zoekstrategie, een ondubbelzinnige procedure voor selectie van onderzoeken, een beoordeling van de kwaliteit van de onderzoek en en een transparante presentatie van de resultaten. Een systematische review is een systematisch overzicht van de stand van zaken van medisch wetenschappelijk onderzoek. Echter, om de prevalentie van depressie te berekenen moet een statistische analyse gedaan worden, waarbij de (samengevatte) resultaten van verschillende studies gecombineerd worden tot een 'overall' resultaat. Dit kan met een meta-analyse. Een meta-analyse is een systematische review én een kwantificering van de resultaten, waarbij de afzonderlijke resultaten worden gecombineerd tot een overallschatting van bijvoorbeeld het effect van de bestudeerde interventie ( poolen ). De studies in de systematische review moeten van voldoende aantal en van voldoende kwaliteit zijn om kwantitatief te kunnen pool en. Patiënt-controle onderzoek is een onderzoek uitgaande van personen met de bestudeerde ziekte of aandoening waarbij een controle-

7 groep wordt geselecteerd van personen zonder de bestudeerde ziekte of aandoening. Vervolgens wordt per groep vastgesteld hoeveel personen in elk van deze groepen tevoren blootgesteld is geweest aan de bestudeerde determinant(en) Illustrated textbook of paediatrics (4th ed. 2012) Lissauer T. e.a., blz. 57 FEEDBACK: Een kind met een autismespectrumstoornis vertoont op verschillende gebieden afwijkend gedrag: op sociale interactie, spraak en taal, routine of repetitief gedrag en eventuele comorbiditeiten. Het gedrag wat in de casus beschreven wordt valt hier in t e passen. ADHD (attention deficit hyperactivity disorder), ook wel aandachtstekort-hyperkinetische stoornis of aandachtstekorthyperactiviteitstoornis genoemd, is een benaming voor een cluster van symptomen. Kenmerkend is impulsief gedrag, concentratiepr o- blemen, rusteloosheid en leermoeilijkheden. Kenmerkend voor een oppositioneel opstandige gedragsstoornis is impulsief gedrag, concentratieproblemen, rusteloosheid en leermoeilijkheden Leerboek medische genetica (7e herz. dr. 2005) Bijlsma E. e.a., blz FEEDBACK: BRCA1 en BRCA2 zijn betrokken bij het herstel van dubbelstrengsbreuken via (homologe) recombinatie. Dubbe l- strengsbreuken kunnen door recombinatie op twee manieren worden hersteld: 1. homologe recombinatie: hierbij wordt gebruik gemaakt van DNA informatie op het zogenaamde homologe chromosoom; 2. DNA end-joining: hierbij worden de uiteinden van gebroken DNA weer aan elkaar gezet. Mutaties in de BRCA1 en BRCA2 genen veroorzaken een verhoogde kans op borstkanker en eiersto k- kanker. Bij base-exisiereparatie (BER), nucleotide-excisiereparatie (NER) en mismatch-herstel ontstaat er een enkelstrengsgat dat wordt ingevuld en dichtgelast door DNA-polymerases, ligases en andere eiwitten. Bij BER gaat het om reparatie van een enkele n u- cleotide, bij NER wordt een korte reeks nucleotiden gerepareerd, en mismatch-herstel wordt uitgevoerd als er binnen de dubbele helix structuur een fout is ontstaan die de standaard A-T en C-G paring verstoort Vander's human physiology: the mechanisms of body function (13th ed. 3rd printing 2014) Widmaier E. e.a., blz FEEDBACK: De bijnier bestaat uit de medulla en de cortex. De medulla secerneert aminehormonen (epinefrine/adrenaline en norepinefrine/noradrenaline). De cortex secerneert steroïdhormonen (aldosteron, cortisol, en androgenen). De alvleesklier secerneert alleen peptidehormonen: insuline, glucagon en somatostatine. De nier secerneert peptidehormoon en steroïdhormoon: respectievelijk erytropoëtine en 1,25-dihydroxyvitamine D. De schildklier secerneert alleen aminehormonen: thyroxine (T4), trijodothyronine (T3) en calcit o- nine Histology: a text and atlas with correlated cell and molecular biology (6th upd. and exp. ed 2011) Ross M. e.a., blz Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens (7e geh.herz.dr. 2012) Heineman M. e.a., blz Diagnostiek van alledaagse klachten: bouwstenen voor rationeel probleemoplossen (3e herz. dr. 2011) Jongh de T. e.a., blz Leerboek chirurgie (2e geh.herz. dr. 2012) Gooszen H. e.a., blz FEEDBACK: Thyreoglobuline (Tg) wordt gesynthetiseerd in de schildklier follikelcellen en is essentieel als voorloper -eiwit ten behoeve van de synthese van de schildklierhormonen trijodothyronine (T3) en tetrajodothyronine (T4). Parallel aan een Tg -meting moet een anti-tg antistoffen-meting worden uitgevoerd. Wanneer er geen Tg-bindende antistoffen zijn is de concentratie van Tg in het bloed een gevoelige maat voor de aanwezigheid van schildkliercellen in het lichaam. Na (sub)totale thyreoïdectomie en a blatieve jodium-131 therapie betekent de aanwezigheid van Tg in bloed meestal restweefsel of recidief van een gedifferentieerd schildkliercarcinoom Urologie (2e herz. dr. 2008) Bangma C., blz. 38, 44 FEEDBACK: Op 65-jarige leeftijd heeft ongeveer 50% van de mannen én vrouwen asymptomatische bacteriurie. Bij oudere patiënten zonder specifieke klachten bij wie als toevalsbevinding bacteriurie zonder verdere afwijkingen aan de hoge urinewegen of een residu < 100 cc na mictie wordt gevonden, behoeft deze asymptomatische bacteriurie geen behandeling. Het juiste antwoord is daarom expectatief Farmacotherapeutisch Kompas. blz. Middelen bij astma en chronisch obstructieve longziekte. FEEDBACK: Bij poederinhalatoren is krachtig en diep inhaleren belangrijk en is de longdepositie vooral afhankelijk van de inspiratiekracht. Bij een te lage inspiratiesnelheid is er een relatief grotere depositie in mond - en keelholte. Een dosisaerosol is een spuitbus onder druk, waarbij gebruik wordt gemaakt van CFK-vrije drijfgassen en waarin het geneesmiddel meestal als een niet-colloïdale suspensie of als oplossing aanwezig is. Vóór gebruik dient te worden geschud om de geneesmiddeldeeltjes weer goed te dispergeren. Een goede inhalatietechniek is bij deze toedieningsvorm essentieel. Het belangrijkste probleem bij dosisaerosolen is de coördinatie tussen het indrukken van de verstuiver en het tegelijk langzaam inademen. De meeste dosisaerosolen worden daarom gecombineerd met een inhalatiekamer. Dit is een hulpmiddel waarbij de nevel blijft hangen in een dode kamer, zodat de coördinatie tussen indrukken van de drukverstuiver en inademen minder belangrijk wordt Kumar & Clark's clinical medicine (8th ed. 2012) Kumar P. e.a., blz NHG-Standaarden voor de huisarts 1 en 2 (2015), blz Leerboek Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie (2e herz. dr. 2013) Vries de N., blz Leerboek medische genetica (7e herz. dr. 2005) Bijlsma E. e.a., blz. 113 FEEDBACK: neven en nichten hebben 1 gezamenlijke opa en oma. De kans dat een allel dat bij opa aanwezig is, zowel via neef als nicht bij het kind terecht komt is: 1/8 (1/2*1/2*1/2) x 1/8 (1/2*1/2*1/2)=1/ Leerboek psychiatrie (2e geh.herz. dr. 2009) Hengeveld M. e.a., blz. 161 FEEDBACK: Het onderbreken van de cholinerge neurotransmissie gaat gepaard met het optreden van geheugenproblemen. Gehe u- genproblemen zijn het kernsymptoom van de ziekte van Alzheimer. Cholinesteraseremmers (galantamine, rivastigmine) vormen met acetylcholinesterase een complex waardoor het enzym tijdelijk wordt geïnactiveerd. Hierdoor zou de afbraak van acetylcholine vertraagd worden en verbetert de cholinerge transmissie Recepten voor een goed gesprek: communicatie in de medische praktijk (5e geh. herz. uitg. 2014) Esch van S. e.a., blz FEEDBACK: Een parafrase is een korte, in eigen woorden gestelde herhaling of interpretatie van wat de ander net heeft gezegd. Een parafrase moet zo specifiek mogelijk zijn en beperkt blijven tot de hoofdlijn of kern van de informatie. Tevens moet een parafrase uitnodigend zijn. Een gevoelsreflectie is ook kort en specifiek, maar de nadruk ligt op de gevoelswaarde van wat er besproken is. De arts formuleert in eigen woorden, op basis van wat en hoe de patiënt zijn verhaal vertelt, de onderliggende gevoelens en gedachten van de patiënt. Verbaal volgen houdt in dat je je gesprekspartner aandacht geeft en volgt in zijn verhaal door kleine verbale aanmoedigingen te maken, bijvoorbeeld door regelmatig te hummen, door met jaja, juist, of en toen? te reageren of een aantal woorden van de patiënt te herhalen NHG-standaarden voor de huisarts. Delier M77

8 VRAGEN OPGENOMEN IN DE INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - FEBRUARI Gesorteerd op vraagnummer in de toets FY /10 UMCN PA /02 UMCN ANA /09 UMCG EMS /12 UMCN HG /10 UMCN EMS /12 UMCN KG /11 UMCN FY /04 UMCN FAR /06 UMCN HG /08 UMCN HG /12 UMCN BCG /05 LUMC PS /03 UMCG PS /03 UMCG CHI /01 LUMC ANA /10 UMCG INT /09 UMCN ANA /05 UMCG PA /10 UM FHML-G BCG /12 UMCG HG /05 UMCG FAR /09 UMCN PA /01 UMCN BCG /10 UMCN HG /03 UMCG NEU /11 UMCN INT /07 UMCN NEU /12 UMCN ANA /05 LUMC ANA /11 LUMC HG /05 UM FHML-G HG /11 UMCG NEU /11 UMCG PS /03 UMCN HG /08 LUMC DOK /01 LUMC PS /03 LUMC INT /09 UMCG CHI /10 UM FHML-G CHI /10 UM FHML-G INT /09 UMCN MET /08 UMCG HG /01 UMCN DOK /07 UMCN NEU /11 UM FHML-G INT /05 UMCN FY /05 LUMC DOK /08 UM FHML-G DOK /12 UM FHML-G KG /10 UMCN PS /03 LUMC KG /06 UMCN CHI /02 UMCN ANA /05 UM FHML-G DOK /07 UMCG HG /12 UMCG EMS /05 LUMC HG /07 LUMC BCG /09 UM FHML-G INT /12 LUMC PS /03 UM FHML-G HG /12 LUMC INT /05 UMCG INT /12 UMCG FAR /12 LUMC INT /06 LUMC BCG /06 LUMC PS /03 LUMC BCG /09 UMCG BCG /02 UMCG MET /08 LUMC NEU /11 LUMC FY /01 UMCG FY /09 UMCG DOK /11 UMCG DOK /12 UMCG PA /07 LUMC PA /11 UMCG EMS /12 UM FHML-G HG /12 UM FHML-G FAR /05 UMCN NEU /02 UM FHML-G SG /08 UM FHML-G INT /06 UMCN DOK /07 UMCG PA /04 UMCG BCG /10 UMCG CHI /05 UMCG KG /06 UMCG KG /04 UMCG KG /12 LUMC FAR /02 LUMC INT /05 LUMC DOK /11 LUMC PA /05 LUMC PS /08 LUMC BCG /11 LUMC DOK /07 LUMC FAR /10 LUMC INT /10 UMCN GYN /04 UMCN ANA /01 UMCN INT /12 UMCN BCG /05 UMCN DOK /11 UMCN GYN /04 UMCN BCG /06 UM FHML-G CHI /07 UM FHML-G INT /01 UM FHML-G FY /05 UM FHML-G FY /06 UM FHML-G PS /08 UM FHML-G MET /03 UM FHML-G MET /03 UM FHML-G KG /08 UM FHML-G INT /08 UM FHML-G HG /02 VUmc INT /12 UM FHML-G GYN /12 VUmc BCG /11 UM FHML-G FAR /05 UM FHML-G HG /09 UM FHML-G HG /04 UM FHML-G HG /07 VUmc CHI /11 VUmc KG /01 VUmc ANA /02 VUmc FY /05 VUmc HG /12 VUmc KG /05 VUmc PS /03 UMCN EMS /02 UM FHML-G MET /08 UMCN CHI /09 VUmc GER /05 UMCN GER /08 UMCN BCG /02 UMCN KG /05 UM FHML-G PA /09 UM FHML-G ANA /04 VUmc ANA /06 VUmc BCG /04 VUmc INT /01 VUmc INT /02 VUmc HG /05 VUmc PA /09 UMCG BCG /04 VUmc KG /09 UM FHML-G INT /02 UM FHML-G PA /05 UM FHML-G CHI /05 UM FHML-G ANA /01 UM FHML-G GYN /06 UM FHML-G INT /10 LUMC DOK /11 VUmc CHI /09 LUMC SG /08 LUMC INT /10 LUMC SG /08 VUmc CHI /09 UMCN CHI /02 UMCN DOK /07 UMCN FY /11 UMCN EMS /04 VUmc CHI /12 LUMC INT /02 LUMC CHI /12 UM FHML-G INT /05 UM FHML-G BCG /05 VUmc CHI /02 VUmc FAR /12 VUmc GYN /12 VUmc INT /10 VUmc INT /12 VUmc NEU /11 VUmc PS /03 VUmc INT /05 LUMC GER /09 UMCN GER /07 UMCN GER /03 UMCN EMS /10 UMCN DOK /07 VUmc EMS /03 VUmc KG /03 VUmc BCG /08 VUmc FY /06 VUmc FY /02 LUMC GYN /04 LUMC GYN /06 LUMC HG /02 LUMC CHI /06 VUmc CHI /10 VUmc FAR /01 VUmc GER /01 UMCG GER /05 UMCG EMS /05 LUMC BCG /01 VUmc GER /03 VUmc PS /08 VUmc GER /03 UMCN De casuscode is als volgt opgebouwd: - het volgnummer van de casus in de toets, - het systeemnummer van de casus, - de discipline waartoe de casus behoort, - de categorie waarin de casus behoort, - de eigenaar/producent van de casus. Disciplines: ANA Anatomie BCG Biochemie/genetica/histologie/moleculaire celbiologie CHI Chirurgie DOK Dermatologie/KNO/oog EMS Epidemiologie/statistiek FAR Farmacologie FY Fysiologie GER Geriatrie GYN Gynaecologie/verloskunde HG Huisartsgeneeskunde INT Interne Geneeskunde KG Kindergeneeskunde MET Metamedica NEU Neurologie PA Patho-, immuno- en microbiologie PS Psychiatrie/psychologie SG Sociale geneeskunde Categorieën 01 Ademhalingsstelsel 02 Spier- en skeletstelsel 03 Geestelijke gezondheidszorg 04 Voortplantingsstelsel 05 Bloed-, lymf- en vaatstelsel, hart 06 Hormonen en metabolisme 07 Huid en bindweefsel 08 Persoonlijke en maatschappelijke aspecten, preventie 09 Spijsverteringsstelsel 10 Nieren en urinewegen 11 Zenuwstelsel en zintuigen 12 Kennis over vaardigheden

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - MEI

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - MEI GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2015 Vervallen items (n=5): 27, 28, 32, 144, 151. Sleutelwijzigingen (n=2): 3 en 158 Nr. Antwoord Literatuur 1. B

Nadere informatie

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - MEI

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - MEI GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2014 Vervallen items (n=15): 3, 35, 41, 47, 56, 64, 67, 69, 78, 136, 140, 164, 179, 182, 192; Geen sleutelwijzigingen.

Nadere informatie

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - DECEMBER

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - DECEMBER GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2013 vervallen vragen (n=12): 6, 15, 17, 27, 49, 101, 114, 123, 154, 159, 177, 183 sleutelwijzigingen (n=1):

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - FEBRUARI

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - FEBRUARI ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - FEBRUARI 2015 Vervallen vragen (n=17: 16, 23, 57, 59, 97, 108, 118, 127, 141, 180, 184, 187, 188, 189, 191, 197 en 200) Sleutelwijzigingen

Nadere informatie

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - SEPTEMBER

GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE - SEPTEMBER GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2014 vervallen vragen (n=11): 2, 13, 57, 68, 75, 87, 110, 113, 148, 158, 187 ; sleutelwijzigingen (n=2): 149

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - FEBRUARI 2016

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - FEBRUARI 2016 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - FEBRUARI 2016 Met feedback voor studenten Vanaf de ivtg van september 2015 wordt er bij de antwoordsleutel van de vragen niet alleen

Nadere informatie

017 C Hengeveld e.a. Leerboek Psychiatrie, 2e druk, 2e oplage, Hfdst. 11.1: angststoornissen

017 C Hengeveld e.a. Leerboek Psychiatrie, 2e druk, 2e oplage, Hfdst. 11.1: angststoornissen ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2014 Vervallen vragen (n=9): 60, 91, 96, 99, 100, 101, 143, 150 en 174. Sleutelwijzigingen (n=4): 52, 56, 75 en 194. Nr.

Nadere informatie

Kernboekenlijst Opleiding geneeskunde VUmc

Kernboekenlijst Opleiding geneeskunde VUmc Kernboekenlijst Opleiding geneeskunde VUmc Bachelorjaar 1: cohort 2014 2015 Bachelorjaar 2: cohort 2013 2014 Bachelorjaar 3: cohort 2012 2013 Masterjaar 1: cohort 2011 2012 Masterjaar 2: cohort 2010 2009

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2015

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2015 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2015 Met feedback voor studenten Vanaf de ivtg van september 2015 zal er bij de antwoordsleutel van de vragen niet alleen

Nadere informatie

91. D 192. A 93. A 194. B 95. D 96. A 97. D 98. A 99. D 100. C 101. B 102. C 103. B 104. C 105. A

91. D 192. A 93. A 194. B 95. D 96. A 97. D 98. A 99. D 100. C 101. B 102. C 103. B 104. C 105. A ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - FEBRUARI 2017 Vervallen vragen (n=7): 1, 23, 31, 43, 44, 85 en 200. Geen sleutelwijzigingen. Nr. Antwoord 1. A 16. B 2. B 17. B 3.

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - FEBRUARI 2017

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - FEBRUARI 2017 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - FEBRUARI 2017 Nr. Antwoord 1. A 16. B 2. B 17. B 3. B 18. B 4. A 19. B 5. A 20. B 6. A 21. A 7. B 22. A 8. A 23. B 9. B 24. D 10.

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2017

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2017 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2017 Nr. Antwoord 1. A 16. B 2. A 17. C 3. B 18. B 4. A 19. A 5. A 20. C 6. C 21. A 7. C 22. B 8. D 23. A 9. B 24. C 10. C 25.

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2017

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2017 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2017 Nr. Antwoord 1. A 16. B 2. A 17. C 3. B 18. B 4. A 19. A 5. A 20. C 6. C 21. A 7. C 22. B 8. D 23. A 9. B 24. C 10. C 25.

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2018

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2018 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2018 Nr. Antwoord 1. A 16. B 2. D 17. C 3. A 18. C 4. B 19. A 5. B 20. A 6. B 21. B 7. D 22. B 8. C 23. A 9. B 24. B 10. A 25.

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2016

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2016 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2016 Nr. Antwoord 1. B 16. C 2. B 17. C 3. C 18. C 4. C 19. B 5. C 20. C 6. B 21. A 7. A 22. C 8. C 23. D 9. D 24. A 10.

Nadere informatie

Boeken bachelor geneeskunde

Boeken bachelor geneeskunde Groene markering hieronder betekent dat het boek nog niet eerder is aanbevolen voor aanschaf voor het betreffende cohort. Jaar van eerste gebruik door cohort en bachelor geneeskunde 2018 2016 ANATOMIE

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2015

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2015 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2015 Met feedback voor studenten Vanaf de ivtg van september 2015 zal er bij de antwoordsleutel van de vragen niet alleen

Nadere informatie

Boeken bachelor geneeskunde Jaar van eerste gebruik door cohort

Boeken bachelor geneeskunde Jaar van eerste gebruik door cohort Uitleg: Kijk bij jouw cohort/studiejaar in de kolommen links naar de jaartallen. Het jaartal geeft aan in welk studiejaar het boek voor het eerst door jouw cohort in gebruik is. De meeste studieboeken

Nadere informatie

TITELOVERZICHT BSL Academy Geneeskunde

TITELOVERZICHT BSL Academy Geneeskunde TITELOVERZICHT BSL Academy Geneeskunde BOEKEN Titel ISBN Jaar uitgifte Anamnese en advies** 9789031342792 2004 / 3e druk Anesthesia Student Survival Guide** 9780387097084 2010 Atlas of Anatomic Pathology

Nadere informatie

gericht bouwen aan kennis

gericht bouwen aan kennis Video s Audio gericht bouwen aan kennis Abonnement BSL 59,- aan waarde voor maar: Slechts 16,50 ACADEMY GENEESKUNDE inhoudsoverzicht bsl academy geneeskunde abonnement. alle studiematerialen voor u op

Nadere informatie

Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT / Overige Producten (OVP) 2014 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 januari 2014

Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT / Overige Producten (OVP) 2014 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 januari 2014 Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT / Overige Producten (OVP) 2014 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 januari 2014 Declaratie 14B167 972804003 Operatie bij Verminderde vruchtbaarheid

Nadere informatie

Prednis(ol)on. Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Prednis(ol)on. Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Prednis(ol)on Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Uw behandelend arts en/of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Prednis(ol)on. In deze folder krijgt u informatie over de

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2016

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2016 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2016 Nr. Antwoord 1. A 16. B 2. A 17. D 3. B 18. B 4. A 19. A 5. A 20. B 6. C 21. D 7. A 22. A 8. A 23. A 9. B 24. C 10.

Nadere informatie

2017 A 2016 A 2016 A 14e druk, ISBN

2017 A 2016 A 2016 A 14e druk, ISBN Historische boekenlijst Per discipline is het boek aangegeven dat voor een specifiek bachelorcohort op de boekenlijst stond voor studiejaar 2018-2019 of eerder. Deze lijst kunnen docenten gebruiken om

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 8 Chapter 8 74 Samenvatting Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. De belangrijkste doelen van dit proefschrift waren achtereenvolgens: het beschrijven

Nadere informatie

Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen

Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel azathioprine te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

Passantenprijslijst Amphia Ziekenhuis voor zorgproducten uitgevoerd vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 mei 2014 Declaratie code.

Passantenprijslijst Amphia Ziekenhuis voor zorgproducten uitgevoerd vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 mei 2014 Declaratie code. Passantenprijslijst Amphia Ziekenhuis voor zorgproducten uitgevoerd vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 mei 2014 Declaratie 14B167 972804003 Operatie bij Verminderde vruchtbaarheid 2.365,34 603,80 2.969,14

Nadere informatie

Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen

Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen Azathioprine (Imuran ) bij dermatologische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel azathioprine te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT 2013 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 juli 2013

Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT 2013 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 juli 2013 Elkerliek Ziekenhuis Standaard prijslijst DBC DOT 2013 Prijzen geldig voor zorgproducten geopend vanaf 1 juli 2013 Declaratie 14B167 972804003 Operatie bij Verminderde vruchtbaarheid 2.565,08 1.928,13

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team dinsdag, 23 augustus 2011 13:31 - Laatst aangepast donderdag, 15 september 2011 22:17

Geschreven door Diernet Team dinsdag, 23 augustus 2011 13:31 - Laatst aangepast donderdag, 15 september 2011 22:17 Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Hyperthyreoïdie is een ziekte die wordt veroorzaakt door een overmatige hoeveelheid schildklierhormonen. Schildklierhormonen

Nadere informatie

Prednison (corticosteroïden)

Prednison (corticosteroïden) Prednison (corticosteroïden) Uw behandelend maag-darm-leverarts heeft u Prednison voorgeschreven in verband met een ontstekingsziekte van de darm. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft

Nadere informatie

Schildklierafwijkingen en zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Schildklierafwijkingen en zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Schildklierafwijkingen en zwangerschap Afdeling Verloskunde/Gynaecologie In het kort Normaal gesproken werkt de schildklier naar behoren. Bij een abnormale werking kan de schildklier te snel werken (hyperthyreoïdie)

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA)

Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA) Versie 2016 1. WAT IS PFAPA 1.1 Wat is het? PFAPA staat voor Periodic Fever Adenitis Pharyngitis

Nadere informatie

Boekenlijst opleiding Geneeskunde VUmc 2015-2016

Boekenlijst opleiding Geneeskunde VUmc 2015-2016 Boekenlijst opleiding Geneeskunde VUmc 2015-2016 Bedoeld voor: Bachelorjaar 1: cohort 2015-2016 Bachelorjaar 2: cohort 2014-2015 Bachelorjaar 3: cohort 2013-2014 Masterjaar 1: cohort 2012-2013 Masterjaar

Nadere informatie

Prednison, prednisolon (corticosteroïden)

Prednison, prednisolon (corticosteroïden) Prednison, prednisolon (corticosteroïden) Uw behandelend arts heeft u prednison voorgeschreven. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2017

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2017 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - SEPTEMBER 2017 Nr. Antwoord 1. A 16. A 2. B 17. B 3. A 18. A 4. B 19. B 5. D 20. C 6. B 21. C 7. B 22. A 8. B 23. A 9. A 24. B 10.

Nadere informatie

Hypothyreoïdie Traag werkende schildklier

Hypothyreoïdie Traag werkende schildklier Hypothyreoïdie Traag werkende schildklier Afdeling interne geneeskunde De schildklier De schildklier maakt schildklierhormonen aan. Schildklierhormoon speelt een grote rol bij de stofwisseling in alle

Nadere informatie

Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Ziekenhuis Gelderse Vallei Uw behandelend arts en/of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Prednis(ol)on. In deze folder krijgt

Nadere informatie

BOEKENLIJST BACHELOR JAAR 1, STUDIEJAAR versie d.d

BOEKENLIJST BACHELOR JAAR 1, STUDIEJAAR versie d.d BOEKENLIJST BACHELOR JAAR 1, STUDIEJAAR 2016-2017 versie d.d. 11-08-2016 Thema Ba.1.A Auteur Titel Editie Jaar Uitgever ISBN 13 Prijs Opmerkingen 1 Alberts B., Bray D. Essential cell biology 4 2013 Garland

Nadere informatie

BACHELORJAAR 1 OPLEIDINGSONDERDEEL Leerlijn 1 : Medische kennis. Biologie: basis van het leven 6. De cel: biomoleculen en metabolisme 10

BACHELORJAAR 1 OPLEIDINGSONDERDEEL Leerlijn 1 : Medische kennis. Biologie: basis van het leven 6. De cel: biomoleculen en metabolisme 10 BACHELORJAAR 1 Biologie: basis van het leven 6 De cel: biomoleculen en metabolisme 10 De cel: structuur en functie 6 De cel: moleculaire biologie en signaaltransductie 6 De cel: van cel naar weefsel 7

Nadere informatie

Arava. Leflunomide. Sterk in beweging

Arava. Leflunomide. Sterk in beweging Arava Leflunomide Sterk in beweging Inhoudsopgave Werking 3 Gebruik 3 Bijverschijnselen 4 Gebruik bij zwangerschapswens 5 Gebruik naast andere medicijnen 5 Vaccinaties 5 Sint Maartenskliniek 7 Colofon

Nadere informatie

Prednison bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum

Prednison bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum Prednison bij ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum Beter voor elkaar Inleiding De maag-darm-leverarts (MDL-arts) heeft samen met u besloten om u te behandelen met Prednison. In deze

Nadere informatie

Rituximab Mab Thera. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Rituximab Mab Thera. Ziekenhuis Gelderse Vallei Rituximab Mab Thera Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: rituximab. Hoe werkt rituximab? Bij patiënten

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2017

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2017 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - DECEMBER 2017 Nr. Antwoord 1. A 16. B 2. D 17. A 3. C 18. D 4. B 19. D 5. A 20. B 6. C 21. A 7. B 22. A 8. A 23. A 9. A 24. B 10.

Nadere informatie

Prednison, Prednisolon. corticosteroïden

Prednison, Prednisolon. corticosteroïden Prednison, Prednisolon corticosteroïden Inhoudsopgave Werking 3 Gebruik 3 Bijverschijnselen 4 Aanvullende informatie 5 Methylprednison injecties 6 Vaccinaties 6 Sint Maartenskliniek 7 Colofon 8 2 U heeft

Nadere informatie

Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa)

Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa) Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa) Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik van prednison/ prednisolon. In

Nadere informatie

Passantentarief 2016 DeKinderkliniek Almere

Passantentarief 2016 DeKinderkliniek Almere 14E000 990416036 818,09 Poliklinische diagnostiek/ingreep of meer dan 2 polikliniekbezoeken bij problemen met de stoelgang (obstipatie) bij kinderen 14E001 990416037 631,93 Poliklinische diagnostiek/ingreep

Nadere informatie

Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen

Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel sulfasalazine te willen gaan behandelen. Deze folder geeft

Nadere informatie

Prednis(ol)on. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Informatiefolder. N-ICC folder PRED uitgave november 2014

Prednis(ol)on. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Informatiefolder. N-ICC folder PRED uitgave november 2014 Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Informatiefolder N-ICC folder PRED uitgave november 2014 Deze folder is tot stand gekomen door samenwerkende IBD verpleegkundigen en MDL artsen

Nadere informatie

Feline infectieuze peritonitis (FIP), Besmettelijke buikvliesontsteking bij katten

Feline infectieuze peritonitis (FIP), Besmettelijke buikvliesontsteking bij katten Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Feline infectieuze peritonitis (FIP) is een virale ziekte die schade toebrengt aan verschillende lichaamsweefsels. Twee vormen

Nadere informatie

Azathioprine (Imuran ) bij reumatische aandoeningen

Azathioprine (Imuran ) bij reumatische aandoeningen Azathioprine (Imuran ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel azathioprine te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

Abatacept (Orencia ) bij reumatische aandoeningen

Abatacept (Orencia ) bij reumatische aandoeningen Abatacept (Orencia ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel abatacept te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft

Nadere informatie

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA)

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA) Versie 2016 1. WAT IS PFAPA 1.1 Wat is het? PFAPA staat voor Periodic Fever Adenitis Pharyngitis

Nadere informatie

Maag-, darm- en leverziekten

Maag-, darm- en leverziekten Afdeling: Onderwerp: Maag-, darm- en leverziekten Prednison bij ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa Inleiding De maag-darm-leverarts (MDL-arts) heeft samen met u besloten om u te behandelen met Prednison.

Nadere informatie

Dermatologie Gordelroos

Dermatologie Gordelroos Dermatologie Gordelroos 2 Wat is gordelroos? Gordelroos (officiële naam: herpes zoster) is een huidaandoening, die veroorzaakt wordt door het varicella-zoster virus en per jaar bij ongeveer 3 op de 1000

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische

Nadere informatie

Patiëntenvoorlichting Gynaecologie. Schildklierafwijkingen en Zwangerschap

Patiëntenvoorlichting Gynaecologie. Schildklierafwijkingen en Zwangerschap Patiëntenvoorlichting Gynaecologie Schildklierafwijkingen en Zwangerschap In het kort De schildklier kan te snel werken (hyperthyreoïdie) of te langzaam (hypothyreoïdie). In beide gevallen moeten voor

Nadere informatie

Prednison. bij kinderen en jongeren met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Prednison. bij kinderen en jongeren met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Prednison bij kinderen en jongeren met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Waarom deze folder? Je dokter heeft met je gesproken over het gebruik van prednison. In deze folder lees je de belangrijkste

Nadere informatie

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A, ook wel Mexicaanse griep genoemd, geeft

Nadere informatie

Rituximab. MabThera, Rixathon

Rituximab. MabThera, Rixathon Rituximab MabThera, Rixathon Inhoud Hoe werkt rituximab? 3 Voor welke aandoeningen wordt rituximab gebruikt? 3 Hoe moet ik het gebruiken? 3 Hoe moet ik het bewaren? 4 Wat zijn mogelijke bijwerkingen? 4

Nadere informatie

Tetanus. Presentatie C1A 08-09-2015 Hanneke Hall, fellow IC

Tetanus. Presentatie C1A 08-09-2015 Hanneke Hall, fellow IC Tetanus Presentatie C1A 08-09-2015 Hanneke Hall, fellow IC Etiologie Clostridium tetani Gram positief, anaeroob sporevormende bacterie Sporen kunnen jaren overleven Ongevoelig voor desinfectans 2 exotoxinen:

Nadere informatie

Prednison (corticosteroïden)

Prednison (corticosteroïden) Prednison (corticosteroïden) Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl Uw MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) heeft u Prednison voorgeschreven

Nadere informatie

Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem. Urticaria = galbulten = netelroos

Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem. Urticaria = galbulten = netelroos Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem Urticaria = galbulten = netelroos Urticaria Urticaria komen veel voor: ¼ volwassenen heeft het wel eens gehad Kenmerkend zijn snel wisselende kwaddels (bleek) daaromheen

Nadere informatie

Samenvatting 161 NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING

Samenvatting 161 NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING Samenvatting 161 NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING 162 Samenvatting NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING Diabetes mellitus, of suikerziekte, is een groep stofwisselingsziekten. De kenmerkende eigenschap van deze

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 1 Vroeggeboorte na antenatale inflammatie bronchiale hyperreactiviteit als onderliggende oorzaak van Vroeggeboorte Over vroeggeboorte, ook wel prematuriteit genoemd,

Nadere informatie

Ustekinumab. (Stelara) Dermatologie

Ustekinumab. (Stelara) Dermatologie Ustekinumab (Stelara) Dermatologie Inhoudsopgave Inleiding 4 1. Hoe werkt Ustekinumab (Stelara) 4 2. Wat moet u weten voordat u Ustekinumab (Stelara) gebruikt 5 Gebruik Ustekinumab (Stelara) niet 5 Wees

Nadere informatie

Dermatologie. Gordelroos. Slingeland Ziekenhuis

Dermatologie. Gordelroos. Slingeland Ziekenhuis Dermatologie Gordelroos i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Wat is gordelroos? Gordelroos (officiële naam: herpes zoster) is een huidaandoening, die veroorzaakt wordt door het varicella-zoster

Nadere informatie

Juveniele spondylartropathie/enthesitis gerelateerde artritis (SpA-ERA)

Juveniele spondylartropathie/enthesitis gerelateerde artritis (SpA-ERA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Juveniele spondylartropathie/enthesitis gerelateerde artritis (SpA-ERA) Versie 2016 1. WAT IS JUVENIELE SPONDYLARTROPATHIE/ENTHESITIS GERELATEERDE ARTRITIS

Nadere informatie

Wat zijn de verschijnselen

Wat zijn de verschijnselen Lichen sclerosus Wat is lichen sclerosus Lichen sclerosus is een (goedaardige) huidaandoening, waarbij de huid langzaam zijn elasticiteit verliest. Hierdoor voelt deze vast en strak aan en wordt wit van

Nadere informatie

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2017

ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2017 ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2017 Nr. Antwoord 1. A 16. B 2. A 17. C 3. B 18. B 4. A 19. A 5. A 20. C 6. C 21. A 7. C 22. B 8. D 23. A 9. B 24. C 10. C 25.

Nadere informatie

91. D 106. C 107. D 108. A 109. A 110. C 111. C 112. C 113. A 114. B 115. C 116. B 166. A 167. B 168. B 192. C 93. C 194. D 195. C 196. C 197.

91. D 106. C 107. D 108. A 109. A 110. C 111. C 112. C 113. A 114. B 115. C 116. B 166. A 167. B 168. B 192. C 93. C 194. D 195. C 196. C 197. GEWIJZIGDE ANTWOORDSLEUTEL INTERUNIVERSITAIRE VOORTGANGSTOETS GENEESKUNDE (ivtg) - MEI 2017 Vervallen items (n=4): 24, 37, 48 en 152; geen sleutelwijzigingen. Nr. Antwoord 1. A 16. B 2. A 17. C 3. B 18.

Nadere informatie

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1)

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1) Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep ofwel Nieuwe ofwel Pandemische Influenza A(H1N1) griep (H1N1) 2009 Influenza Mexicaanse griep Wat is

Nadere informatie

Ziekte Ziekteverschijnselen Incubatietijd Besmettelijk? Wering school * Risicogroepen. Ja, 5 dagen voor tot negen dagen na het begin van de zwelling.

Ziekte Ziekteverschijnselen Incubatietijd Besmettelijk? Wering school * Risicogroepen. Ja, 5 dagen voor tot negen dagen na het begin van de zwelling. Hieronder vindt u een lijst met veel voorkomende kinderziektes op school. Als school hanteren wij de richtlijnen van de GGD. Op de site van de GGD vindt u nog meer informatie over deze kinderziektes en

Nadere informatie

LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen

LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen Geen conflicterende belangen voor deze presentatie Eelco de Koning

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Majeed Versie 2016 1. WAT IS MAJEED 1.1 Wat is het? Het Majeed syndroom is een zeldzame genetische aandoening. Kinderen met dit syndroom lijden aan chronische

Nadere informatie

Infliximab Inflectra, Remicade, Remsima

Infliximab Inflectra, Remicade, Remsima Infliximab Inflectra, Remicade, Remsima Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: infliximab. Hoe werkt infliximab?

Nadere informatie

MDL. Prednis(ol)on. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

MDL. Prednis(ol)on. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa MDL Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Inhoudsopgave Algemeen 4 Werking 4 Gebruik 5 Bijwerkingen 5 Stoppen met Predni(so)lon 7 Interactie met andere geneesmiddelen 8 Vaccinaties

Nadere informatie

Juveniele Spondylartropathie/Enthesitis Gerelateerde Artritis (SPA-ERA)

Juveniele Spondylartropathie/Enthesitis Gerelateerde Artritis (SPA-ERA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Juveniele Spondylartropathie/Enthesitis Gerelateerde Artritis (SPA-ERA) Versie 2016 1. WAT IS JUVENIELE SPONDYLARTROPATHIE/ENTHESITIS GERELATEERDE ARTRITIS

Nadere informatie

Wijzigingen triage-criteria TriageWijzer, update 2014.

Wijzigingen triage-criteria TriageWijzer, update 2014. Wijzigingen triage-criteria TriageWijzer, update 2014. Alle ingangsklachten: Apathisch wordt: AVPU niet A; Vaatletsel wordt: Ischemie; Hoog letselrisico wordt: Hoog energetisch trauma Kleinere tekstcorrecties

Nadere informatie

Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)

Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) Wat is RSV Een RSV Respiratoir Syncytieel Virus -infectie is een luchtweginfectie die wordt veroorzaakt door het respiratoir syncytieel virus. Het virus veroorzaakt

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Kennistoets acute keelpijn

Kennistoets acute keelpijn Acute keelpijn: kennistoets Aanvullende diagnostiek 1. Toelichting Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M11 van feb 2007 (tweede herziening) Het hoofdstuk Keelpijn in de NHG-Telefoonwijzer is gebaseerd

Nadere informatie

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker Ik ben zo benauwd Titia Klemmeier/Josien Bleeker dyspneu ademnood kortademigheid benauwdheid Bemoeilijkte ademhaling Programma Inventarisatie leerdoelen Kennis over de praktijk? Alarmsymptomen Achtergrond

Nadere informatie

KINKHOEST KINDERGENEESKUNDE FRANCISCUS VLIETLAND

KINKHOEST KINDERGENEESKUNDE FRANCISCUS VLIETLAND KINKHOEST KINDERGENEESKUNDE FRANCISCUS VLIETLAND Kinkhoest In Nederland krijgen kinderen van drie, vier, vijf en elf maanden de zogenoemde DKTP-vaccinatie voor difterie, kinkhoest, tetanus en polio. Door

Nadere informatie

Patiëntenvoorlichting Urticaria en Angio-oedeem

Patiëntenvoorlichting Urticaria en Angio-oedeem Patiëntenvoorlichting Urticaria en Angio-oedeem Wat zijn urticaria en angio-oedeem? Urticaria Urticaria zijn hevig jeukende verheven rode vlekken op de huid met een centrale bleke opheldering. Is er sprake

Nadere informatie

Boekenlijst opleiding Geneeskunde VUmc

Boekenlijst opleiding Geneeskunde VUmc Boekenlijst opleiding Geneeskunde VUmc 2015-2016 Bedoeld voor: Bachelorjaar 1: cohort 2015 2016 Bachelorjaar 2: cohort 2014 2015 Bachelorjaar 3: cohort 2013 2014 Toelichting op de boekenlijst Het geneeskundeonderwijs

Nadere informatie

Schildklierafwijkingen en zwangerschap

Schildklierafwijkingen en zwangerschap Schildklierafwijkingen en zwangerschap Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. De schildklier 1 Schildklierziekten 2 Onderzoek 2 Behandeling 3 Gevolgen en eventuele complicaties voor jezelf

Nadere informatie

Prednison of Prednisolon

Prednison of Prednisolon Prednison of Prednisolon Prednison of Prednisolon Uw maag, darm- en leverarts heeft in overleg met u besloten u te gaan behandelen met Prednison. Dit geneesmiddel dient ter behandeling van de ziekte van

Nadere informatie

Glucophage 850 bijsluiter 12-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6

Glucophage 850 bijsluiter 12-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6 Glucophage 850 bijsluiter 12-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6 Glucophage 850, omhulde tabletten 850 mg Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter,

Nadere informatie

Rituximab (Mabthera )

Rituximab (Mabthera ) Rituximab (Mabthera ) Maatschap reumatologie Kennemerland RITUXIMAB (MABTHERA ) Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel Rituximab te behandelen. Deze folder geeft informatie over dit

Nadere informatie

INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND

INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Uw reumatoloog heeft u een ziekteremmend medicijn voorgeschreven voor de behandeling van uw reumatische aandoening. Om dit medicijn

Nadere informatie

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2 Lichen Sclerosus Lichen Sclerosus Lichen sclerosus is een (goedaardige) huidaandoening, waarbij de huid langzaam zijn elasticiteit verliest waardoor deze vast en strak aanvoelt en wit van kleur wordt.

Nadere informatie

Prednison bij kinderen en jongeren met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Prednison bij kinderen en jongeren met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Prednison bij kinderen en jongeren met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Informatiefolder NNIC folder prednison- kinder uitgave juni 2015 Deze folder is tot stand gekomen door samenwerkende IBD verpleegkundigen

Nadere informatie

PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN

PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN 1137 Inleiding Uw reumatoloog heeft u Prednison voorgeschreven voor de behandeling van uw reumatische aandoening. Om dit medicijn goed te kunnen gebruiken, is het

Nadere informatie

Glucophage 500 bijsluiter 21-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6

Glucophage 500 bijsluiter 21-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6 Glucophage 500 bijsluiter 21-2-200127-2-2001 blz. 1 / 6 Glucophage 500, omhulde tabletten 500 mg Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter,

Nadere informatie

Informatie longkanker. Informatie voor patiënten met longkanker die behandeld worden met Taxotere.

Informatie longkanker. Informatie voor patiënten met longkanker die behandeld worden met Taxotere. Informatie longkanker Informatie voor patiënten met longkanker die behandeld worden met Taxotere. Inhoud 3 Waarom heeft uw arts Taxotere voorgesteld? Hoe wordt Taxotere toegediend? 4 Bijwerkingen op het

Nadere informatie

Uw behandeling met YERVOY (ipilimumab)

Uw behandeling met YERVOY (ipilimumab) Uw behandeling met YERVOY (ipilimumab) Patiëntenfolder YERVOY is onderworpen aan aanvullende monitoring. U wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Dit educatieve materiaal is een verplichte

Nadere informatie

Prednison/Prednisolon

Prednison/Prednisolon Prednison/Prednisolon Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: prednison. Hoe werkt prednison? Bij patiënten

Nadere informatie

Chronische Atypische Neutrofiele Dermatose met Lipodystrofie en Verhoogde temperatuur (CANDLE)

Chronische Atypische Neutrofiele Dermatose met Lipodystrofie en Verhoogde temperatuur (CANDLE) www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Chronische Atypische Neutrofiele Dermatose met Lipodystrofie en Verhoogde temperatuur (CANDLE) Versie 2016 1. WAT IS CANDLE 1.1 Wat is het? Chronische Atypische

Nadere informatie