d d- 1 3 JULI 2017 Gemeente ř Bergen op Zoom RAADSVERGADERING RVB

Transcriptie

1 Gemeente ř Bergen op Zoom Voorlegger Raadsvoorstel RVB _ I Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Contactpersoon Telefoon Programmanummeren -naam : Aanpassing van de Re-integratieverordening Participatiewet en de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2015 : RVB : 6 juni 2017 : A.G.J. van der Weegen : Ing. J.M. Ansems MSc : Sociale Zaken : j.m.ansems@isd.bergenopzoom.nl : : 2. Sociaal domein RAADSVERGADERING d d- 1 3 JULI 2017 a*s(įssing: ļxa C.^ Ji- ' ' Voorstel: 1. De Verordening tot 2e wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet vast te stellen. 2. De Verordening tot 2e wijziging van de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2015 vastte stellen. Type voorstel: 0 Kaderstellend B Controlerend B Rest Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Ja Nee Zijn doelen en/of effecten beschreven 0 B Financiële consequenties B 0 Inspraakverordening van toepassing B 0 Communicatieparagraaf: Het advies van de cliëntenraad van de ISD Brabantse Wal is bijgevoegd. Na vaststelling van de wijzigingsverordeningen vindt afkondiging hiervan op de voorgeschreven wijze plaats.

2 Gemeente Bergen op Zoom RVB Raadsvoorstel Samenvatting: In de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers alsmede de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt aan de gemeenteraad de opdracht gegeven om een aantal onderdelen bij verordening te regelen, zo ook wijzigingen. Om in de geest van de Participatiewet daadwerkelijk perspectief te bieden aan mensen die uitsluitend beschut kunnen werken en daarmee in hun eigen inkomen kunnen voorzien, is de wet gewijzigd en zijn gemeenten met ingang van 1 januari 2017 verplicht om naar behoefte beschut werkplekken te realiseren. Voorts is de wettelijke mogelijkheid tot verrekening van een recidiveboete met de uitkering zonder inachtneming van de beslagvrije voet gedurende een periode van maximaal drie maanden, komen te vervallen. Met dit voorstel worden de Re-integratieverordening en de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen weer in overeenstemming gebracht met landelijke wet- en regelgeving alsmede afspraken binnen het Regionaal Werkbedrijf West-Brabant. Bijlagen: (geef aan of een bijlage īs bijgevoegd of ter inzage is gelegd; benoem en nummer deze bijlagen) Bijlage nr. Omschrijving Biigevoeqd/Ter inzage 1. Verordening tot 2e wijziging van de Re-integratieverordening bijgevoegd Participatiewet 2. Verordening tot 2e wijziging van de Handhavings- en bijgevoegd maatregelenverordening inkomensvoorzieningen Advies van de cliëntenraad van de ISD Brabantse Wal bijgevoegd De huidige Re-integratieverordening Participatiewet is te raadplegen via op onderstaande link: 2.html

3 Gemeente f Bergen op Zoom nniiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Raadsvoorstel RVB I Datum raadsvergadering 13 juli 2017 Nummer RVB Onderwerp Aanpassing van de Re-integratieverordening Participatiewet en de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2015 Aan de gemeenteraad, Voorstel 1. De Verordening tot 2e wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet vast te stellen. 2. De Verordening tot 2e wijziging van de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2015 vastte stellen. Inleiding In de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers alsmede de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt aan de gemeenteraad de opdracht gegeven om een aantal onderdelen bij verordening te regelen. In de raadsvergadering van 17 december 2014 heeft uw raad verschillende verordeningen in het kader van deze wetten vastgesteld. Twee van de verordeningen die toen zijn vastgesteld, zijn de Re-integratieverordening Participatiewet en de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen Re-integratieverordening Om in de geest van de Participatiewet daadwerkelijk perspectief te bieden aan mensen die uitsluitend beschut kunnen werken en daarmee in hun eigen inkomen kunnen voorzien, is de wet gewijzigd en zijn gemeenten met ingang van 1 januari 2017 verplicht om naar behoefte beschut werkplekken te realiseren. Aanleiding hiervoor zijn de tegenvallende resultaten in het aantal gerealiseerde beschut werkplekken. Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen Artikel 60b van de Participatiewet is komen te vervallen. Dit artikel - op 1 januari 2013 ingevoerd bij de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving - gaat over de discretionaire bevoegdheid van het college tot verrekening van een recidiveboete met de uitkering zonder inachtneming van de beslagvrije voet gedurende een periode van maximaal drie maanden. Ook is artikel 8, lid 1, onder d, van de Participatiewet (oud) komen te vervallen. Dit artikel betreft de grondslag voor de verordening waarin gemeenten verplicht waren nadere regels te stellen over de bevoegdheid om de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij verrekening van de recidiveboete. P GOJ

4 Gemeente fl Bergen op Zoom iiiiiniininiiiiiiiiiiii Raadsvoorstel RVB I Het bepaalde in de verordening (artikel 23) voor de verrekening van bestuurlijke boetes bij recidive is daarmee van rechtswege per 1 januari 2017 vervallen. Beoogd maatschappelijk effect/doelstelling Re-integratieverordening De Participatiewet heeft als doel om iedereen met arbeidsvermogen naar werk toe te leiden alsmede de bijstand activerender te maken. Met de Participatiewet is de toegang tot de Wet sociale werkvoorziening afgesloten voor nieuwe instroom. Tot de doelgroep beschut werk behoren mensen die (nog) niet in een reguliere baan kunnen werken, ook niet met extra begeleiding en ondersteuning, maar uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden, mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Het gaat om mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking zoveel (structurele) begeleiding of aanpassing van de werkplek nodig hebben, dat niet van een werkgever mag worden verwacht dat hij deze mensen in dienst neemt. Ook niet met extra voorzieningen van de gemeente. Dit onderscheidt de doelgroep beschut werk van de doelgroep voor de banenafspraak. Als de behoefte naar beschut werkplekken bestaat, is de gemeente verplicht om jaarlijks tenminste het aantal beschut werkplekken te realiseren waarvoor op basis van de ramingen middelen aan gemeenten beschikbaar zijn gesteld. Dit aantal is in een ministeriele regeling vastgelegd (voor 2017 zijn dit 11 plekken en voor 2018 betreft het 20 plekken). Indien deze aantallen zijn bereikt, kan zich de situatie voordoen dat er een wachtlijst ontstaat. Zie verder hiervoor de artikelsgewijze toelichting van de verordening. Er wordt van uitgegaan, dat de behoefte aan beschut werk blijkt uit het aantal afgegeven positieve adviezen beschut werk door het UWV. Ook personen die menen voor beschut werk in aanmerking te komen, krijgen door de wetswijziging per 1 januari 2017 de mogelijkheid om zelf een advies beschut werk aan te vragen bij het UWV zonder tussenkomst van de gemeente. Ook personen die een uitkering van het UWV hebben, kunnen deze mogelijkheid benutten om zelf een advies beschut werk aan te vragen bij het UWV. Ongewijzigd blijft dat de gemeente beschut werk zelf kan organiseren binnen de gemeente, bij de bestaande sw-bedrijven, of bij een andere aan de gemeente gelieerde organisatie, of zelfs bij een werkgever die bereid is de benodigde beschutte omstandigheden te bieden. Voor de overige aanpassingen van de re-integratieverordening die veelal technisch van aard zijn en geringe omvang, wordt verwezen naarde artikelsgewijze toelichting. Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen Intrekking van de eerder vermelde wetsartikelen heeft tot gevolg, dat de beslagvrije voet voortaan te allen tijde gerespecteerd dient te worden. De beslagvrije voet is er immers op gericht dat mensen aanspraak kunnen blijven maken op ten minste 90o7o van de noodzakelijke middelen om te voorzien in de kosten van het bestaan. Door het buiten werking stellen van de beslagvrije voet kunnen mensen niet meer voorzien in basisbehoeften zoals bed, bad en brood. 2

5 Gemeente ñ Bergen op Zoom nniiiiii!iiniiiiiiiiiiiii!iii Raadsvoorstel RVB I Opgroeiende kinderen worden eveneens onevenredig hard getroffen. Dit alles zou dan weer kunnen leiden tot hoge maatschappelijke kosten. In het korte bestaan van het wetsartikel heeft het college overigens nimmer van deze discretionaire bevoegdheid tot verrekening van een recidiveboete met de uitkering zonder inachtneming van de beslagvrije voet, gebruik gemaakt. Het desbetreffende artikel in de verordening luidt als volgt: Artikel 23. Verrekening boete bij recidive 1. Behoudens in geval van dringende redenen wordt bij recidive als bedoeld in artikel 60b van de Participatiewet de bestuurlijke boete gedurende de maximaal wettelijk toegestane periode van drie maanden zonder inachtneming van de beslagvrije voet verrekend. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd. 2. Lid 1 is eveneens van toepassing op de verrekening van eerder opgelegde bestuurlijke boetes voor zover op het moment van verrekening van de bestuurlijke boete die bij recidive is opgelegd, die eerdere boetes nog niet zijn betaald. Uitwerking voorstel Op een aantal onderdelen zoals het ondersteunen bij arbeidsinschakeling, het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling en het tijdelijk buiten werking stellen van de beslagvrije voet bij verrekening van een recidiveboete, is de gemeente verplicht het beleid vast te leggen in verordeningen. Dit voorstel brengt de Re-integratieverordening en de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen weer in overeenstemming met landelijke wet- en regelgeving alsmede afspraken binnen het Regionaal Werkbedrijf West-Brabant. Consequenties van het voorstel De aanpassingen hebben geen extra financiële consequenties tot gevolg. Voor de financiering van het instrument beschut werk zijn per jaar de volgende middelen beschikbaar: - middelen voor begeleiding (jobcoach) en de inzet van werkvoorzieningen uit het Participatiebudget, door het kabinet wordt gerekend met een gemiddeld bedrag van î per werknemer per jaar; - middelen voor loonkostensubsidie uit het Buig budget, bij de berekening van het macrobudget Buig is uitgegaan van een loonwaarde van 30oZo van het minimumloon inclusief vakantietoeslag, hetgeen bij een voltijdbaan betekent dat er dus voor loonkostensubsidie 70oZo van het minimumloon, inclusief vakantietoeslag, ofwel ë per werkplek beschikbaar is; - de loonwaarde van de werknemer op een beschut werkplek; - het Lage inkomens Voordeel (LIV), zijnde een tegemoetkoming in de loonkosten voor werknemers met een laag loon door de Belastingdienst van C per jaar; - voor de periode middelen van de impuls beschut werk van circa per gerealiseerde beschut werkplek. Qrr-Fï 3

6 Gemeente Bergen op Zoom iiniiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii RVB Raadsvoorstel Risico paragraaf Geïdentificeerde risico s Risico-onderdelen NvT Laag Neutraal Hoog 1. Realiseren maatschappelijke effecten X 2. Politiek-bestuuriijk en draagvlak X 3. Imago gemeente X 4. Algemene en externe omgeving X 5. Veiligheid X 6. Financiën X 7. Juridisch x 8. Planning X 9. Kwaliteit uitvoering X 10. Capaciteit organisatie en samenwerking partners X Beheersmaatregelen risico s hoog 1. Risico Effect Beheersmaatregel Verantwoordelijke Alternatieven Het betreft een wettelijke opdracht. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De secretaris, De burgemeester, mr. A.C. Spindler r. dr. F.A. Petter

7 De raad van de gemeente Bergen op Zoom; overwegende dat vanwege wetswijzigingen de verordening aanpassing behoeft; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juni 2017, nummer RVB ; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 8a, lid 1, sub d en e, juncto artikel 10a, lid 6, en artikel 10b, lid 5 en lid 7, van de Participatiewet; BESLUIT: de Verordening tot 2e wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet vast te stellen. Artikel I De Re-integratieverordening Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: A In de aanhef wordt na artikel 10b lid 4 vervangen door: lid 5 en lid 7. B Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd: Lid 2 komt te luiden: De voorzieningen als vermeld in de artikelen 11,12 en 16 van deze verordening worden niet ingezet voor niet-uitkeringsgerechtigden. Onder vernummering van lid 3 tot lid 4 wordt een lid ingevoegd, luidende: In afwijking van het bepaalde in lid 2 kan het college besluiten de voorziening als vermeld in artikel 11 in te zetten voor de niet-uitkeringsgerechtigde jonger dan 27 jaar afkomstig uit: a. het praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voortgezet onderwijs; b. het voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra; of c. de entreeopleiding als bedoeld in artikel , onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en die niet in staat wordt geacht uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs te kunnen volgen. C Artikel 13 komt te luiden: Artikel 13. Beschut werk 1. Het college biedt de participatievoorziening beschut werk aan een persoon die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassing van de werkplek nodig heeft, dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt, en deze persoon: a. behoort tot de doelgroep, of b. een persoon is aan wie het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen een uitkering verstrekt. 2. Het college biedt alleen een voorziening beschut werk aan, wanneer het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen heeft vastgesteld, dat de persoon uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. 1

8 3. Om de in artikel 10b, lid 1, van de wet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken kan het college de volgende ondersteunende voorzieningen inzetten: a. fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving; b. uitsplitsing van taken; c. aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur. 4. Het college biedt niet meer plaatsen beschut werk aan dan het aantal waarvoor de gemeente financiële middelen uit het Participatiebudget van het Rijk ontvangt en zoals dit aantal wordt vastgesteld bij ministeriële regeling als vermeld in artikel 10b, lid 4, van de wet. 5. Indien het maximum aantal plaatsen beschut werk als bedoeld in het vorige lid is bereikt en een persoon die is aangewezen op de participatievoorziening beschut werk verzoekt om plaatsing in deze voorziening, plaatst het college deze persoon op een wachtlijst. 6. Indien een plaats beschut werk beschikbaar komt, wordt de persoon die het langst op de wachtlijst als vermeld in lid 5 staat, op deze beschikbare werkplek geplaatst. 7. Van het bepaalde in lid 6 kan worden afgeweken, indien er voor de persoon die het langst op de wachtlijst staat, geen beschut werkplek beschikbaar is die past binnen de arbeidsmogelijkheden van deze persoon. 8. Het college kan nadere regels vaststellen ten aanzien van de wijze van uitvoering van de voorziening beschut werk en de voorwaarden die hieraan verbonden worden. D In artikel 17, lid 2, onderdeel a, wordt na van de wet toegevoegd: of tot de doelgroep van de participatievoorziening beschut werk als bedoeld in artikel 10b van de wet E Aan artikel 18 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma een lid 3 toegevoegd, luidende: In afwijking van lid 1 kan het college met de werkgever overeenkomen, dat gedurende de eerste zes maanden van het dienstverband toepassing wordt gegeven aan artikel 10d, lid 1, onderdeel b, van de wet en de loonkostensubsidie overeenkomstig het bepaalde in artikel 10d, lid 5, van de wet wordt verstrekt. F Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd: In lid 3 wordt ê 100,00 vervangen door: ê 300,00. Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking en heeft terugwerkende kracht vanaf 1 januari Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 juli De griffier, De voorzitter, C.J.M. Terstappen Dr. F.A. PeftèT 2

9 Algemene toelichting De Verzamelwet SZW 2017 (Staatsblad 471 d.d. 14 november 2016), de Wet van 14 december 2016 tot wijziging van Participatiewet en enkele andere wetten in verband met het verplichten van beschut werk en met betrekking tot het quotum van arbeidsbeperkten en het openstellen van de Praktijkroute (Staatsblad 519), alsmede de Wet van 17 november 2016 tot wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met stroomlijning van de loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet en enkele andere wijzigingen (Staatsblad 444) brengen op verschillende onderdelen aanpassingen aan in de Participatiewet. Een groot deel van deze wijzigingen van de Participatiewet is op 1 januari 2017 in werking getreden. Een deel van de wijzigingen treedt op 1 februari 2017 in werking maar van deze onderdelen heeft weereen gedeelte terugwerkende kracht tot 4 juli Deze wetswijzigingen maken het noodzakelijk om de Re-integratieverordening aan te passen. Met deze wijzigingsverordening wordt hierin voorzien. 3

10 Artikelsqewijze toelichting Artikel I A Door wijzigingen in de wet dient de verwijzing naar het wetsartikel te worden aangepast. B Door toevoeging van een nieuw lid 3 wordt de mogelijkheid geopend om kwetsbare jongeren die tot de categorie niet-uitkeringsgerechtigden behoren, tijdelijk een detacheringsbaan aan te bieden. Hiermee kan de jongere werkervaring opdoen en zijn kansen op een duurzame plaats op de arbeidsmarkt vergroten. C Met de wijziging van de Participatiewet wordt de inzet van de participatievoorziening beschut werk verplicht gesteld. Vanwege deze wijziging wordt artikel 13 van de re-integratieverordening vervangen door een nieuw artikel 13. Hierbij worden de bepalingen over beschut werk in lijn gebracht met de gewijzigde wetgeving. Met de wetswijziging krijgt een individuele burger tevens de mogelijkheid om zelfstandig een advies beschut werk bij het UWV aan te vragen. Als het UWV een advies beschut werk afgeeft, is de gemeente vervolgens verantwoordelijk voor het realiseren van het beschut werk totdat het aantal plaatsen bereikt is waarvoor de gemeente budget van het rijk ontvangt. Indien dit aantal is bereikt, kan zich de situatie voordoen dat er een wachtlijst ontstaat. Dit is in lid 5 van artikel 13 opgenomen. Als er sprake is van een wachtlijst en er komt weer een plaats beschut werk beschikbaar dan is in lid 6 geregeld, dat de persoon die het langst op de wachtlijst staat als eerste in aanmerking komt voor de plaats die beschikbaar is gekomen. In lid 7 is bepaald dat kan worden afgeweken van lid 6. Er kan zich namelijk een situatie voordoen dat de plek beschut werk die beschikbaar komt, niet past bij de arbeidsmogelijkheden van de betrokken persoon. Uiteraard moet terughoudend omgegaan worden met deze uitzonderingsbepaling. Indien het in eerste instantie nog niet mogelijk is om tot plaatsing over te gaan, zal gezocht moeten worden naar een werkplek die wel aansluit bij de arbeidsmogelijkheden van betrokkene. Indien noodzakelijk kan dit betekenen, dat overgegaan moet worden tot functiecreatie. D Met de wijziging van de wettelijke bepalingen over beschut werk staat de participatievoorziening beschut werk ook open voor personen moeteen uitkering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Dit betekent, dat voor deze groep ook structurele loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet kan worden verstrekt. E Indien een structurele loonkostensubsidie wordt verstrekt, wordt de hoogte hiervan bepaald op basis van de loonwaarde van de werknemer. Met de wijziging van de wet biedt de wetgever de mogelijkheid om gedurende de eerste zes maanden van het dienstverband een forfaitaire loonkostensubsidie van 50o7o te verstrekken en daarna pas de loonwaarde van de werknemer vast te stellen. Vanwege deze wetswijziging wordt lid 3 aan artikel 18 toegevoegd. F Participatieplaatsen onderscheiden zich van andere re-integratie instrumenten door de grote afstand van de betrokkene tot de arbeidsmarkt, het tijdsbeslag van de activiteiten en de duur van het traject. Dit onderscheid is voor de wetgever aanleiding geweest om nadere invulling te geven aan het bestaande kader voor de premie die behoort tot de voorzieningen als bedoeld in artikel 7, lid 1, sub a, van de Participatiewet. 4

11 In artikel 10a, lid 6, van de wet is bepaald, dat degene die werkzaamheden verricht op een participatieplaats voor het eerst na zes maanden en vervolgens iedere zes maanden na aanvang van die werkzaamheden recht heeft op een premie, indien hij naar het oordeel van het college voldoende heeft meegewerkt aan het vergroten van zijn kansen op de arbeidsmarkt. In artikel 8, lid 1, sub d, van de Participatiewet is bepaald, dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt met betrekking tot het verstrekken van een premie aan deelnemers aan een participatieplaats. In de verordening (artikel 12, lid 3) is de hoogte van de premie vastgesteld op C 100,00. Om de stimulatie te vergroten gelet op het tijdsbeslag van de activiteiten is vanuit de praktijk het verzoek gekomen de premie te verhogen. Artikel II Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. 5

12 Ť De raad van de gemeente Bergen op Zoom; overwegende dat vanwege wetswijzigingen de verordening aanpassing behoeft; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juni 2017, nummer RVB ; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de bepalingen in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers alsmede de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; BESLUIT: de Verordening tot 2e wijziging van de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2015 vast te stellen. Artikel I De Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2015 wordt als volgt gewijzigd: A In de aanhef wordt "gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 8, lid 1, sub a, sub d en sub e, alsmede artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35, lid 1, sub b t/m d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 35, lid 1, sub b t/m d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; vervangen door: gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 8, lid 1, sub a en sub d, alsmede artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35, lid 1, sub a t/m d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 35, lid 1, sub a t/m d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; B Artikel 23 vervalt. Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking en heeft terugwerkende kracht vanaf 1 januari Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 juli De griffier, De voorzitter, C.J.M. Terstappen Dr. F.A. 1

13 Algemene toelichting In de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers alsmede de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt aan de gemeenteraad de opdracht gegeven om een aantal onderdelen bij verordening te regelen. In de raadsvergadering van 17 december 2014 heeft de raad verschillende verordeningen in het kader van deze wetten vastgesteld. Een van de verordeningen die is vastgesteld, is de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen Op 1 januari 2017 zijn in werking getreden de Verzamelwet SZW 2017 en de Wet tot wijziging van de socialezekerheidswetten in verband met de regeling van de bestuurlijke boete. Artikel 60b van de Participatiewet is hierbij komen te vervallen. Dit artikel - op 1 januari 2013 ingevoerd bij de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving - gaat over de discretionaire bevoegdheid van het college tot verrekening van een recidiveboete met de uitkering zonder inachtneming van de beslagvrije voet gedurende een periode van maximaal drie maanden. Ook is artikel 8, lid 1, onder d, van de Participatiewet (oud) komen te vervallen. Dit artikel betreft de grondslag voor de verordening waarin gemeenten verplicht waren nadere regels te stellen over de bevoegdheid om de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij verrekening van de recidiveboete. Met deze wijzigingen wordt de beslagvrije voet voortaan te allen tijde gerespecteerd. Het bepaalde in de verordening (artikel 23) voor de verrekening van bestuurlijke boetes bij recidive komt daarmee van rechtswege te vervallen. 2

14 Gemeente Bergen op Zoom COMM1SSIE-ADVIES Commissie Datum Agendapunt Nummer raadsvoorstel Naam raadsvoorstel : Mens en Maatschappij : 4 juli 2017 : 5a : RVB : Aanpassing van de Re-integratieverordening Participatiewet en de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen Fractie A-voorstel B-voorstel Opmerkingen: GBWP Lijst Linssen WD D66 BSD CDA PvdA Groen Links X Fractie vraagt behandeling als B-stuk; met name inzake de voorgestelde wijziging van artikel 12 van de Re-integratieverordening Participatiewet (verhoging van de premie voor degene die werkzaamheden verricht op een participatieplaats) Advies aan de gemeenteraad Het voorstel wordt als B-stuk doorgeleid naar de gemeenteraad. Toezeggingen: Geen De secretaris, De voorzitter,

15 RAAD: 13 juli 2017 VOORSTEL: 7a RVB aanpassing Re-integratieverordeing Participatiewet Fractie Raadszetels aanwezig Fractie VOOR TEGEN GBWP 8 8 GBWP v'... VVD 5 4 WD v' Lijst Linssen 4 4 Lijst Linssen D D66 v' BSD 4 3 BSD v' CDA 4 4 CDA PvdA 3 3 PvdA v/ Groen Links 1 Groen Links v/ aantal RESULTAAT : meerderheid aangenomen

16 AMENDEMENT Aanpassing van de Re-integratieverordening Participatiewet. De gemeenteraad van Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 13 juli 2017 inzake RVB : Aanpassing van de Re-integratieverordening Participatiewet en de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2015 Overwegende dat: De afgelopen járen drie decentralisaties hebben plaatsgevonden in het sociaal domein; De financiële vooruitzichten voor alle decentralisaties voor de komende járen niet positief zijn; De gemeente Bergen op Zoom een grote populatie inwoners kent die gebruik maakt van deze wet; De gemeente Bergen op Zoom veel kosten en ambtelijke uren maakt ten aanzien van de participatiewet en het mogelijk maken van participatieplaatsen; Deze participatieplaatsen een goed middel zijn voor uitkeringsgerechtigden om ervaring op te doen in het werkveld en contacten te leggen die van positieve invloed kunnen zijn voor uittreding naar betaald werk; Het college voornemens is de toelage voor een participatieplaats te verhogen van 100 naar 300 euro; Hier een verkeerd signaal wordt afgegeven als beloning voor een participatieplaats door verhoging van deze toelage; De deelnemers al worden beloond en gefaciliteerd door de gemeente Bergen op Zoom door deze plaatsen ter beschikking te stellen; Constaterende dat: In artikel 8, lid 1, sub d, van de Participatiewet is bepaald, dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt met betrekking tot het verstrekken van een premie aan deelnemers aan een participatieplaats. In de geldende Re-integratieverordening Participatiewet (artikel 12, lid 3) van de gemeente Bergen op Zoom de hoogte van de premie is vastgesteld op 6 100,00. In de nu voorgestelde Verordening tot 2e wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet in artikel I onder F het bedrag van 6 100,00 wordt verhoogd naar 6 300,00. Besluit de voorgestelde Verordening tot 2e wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet op de volgende onderdelen te wijzigen: a. In artikel I van de verordening komt onderdeel F te vervallen. b. In artikel I van de artikelsgewijze toelichting bij de verordening komt onderdeel F te vervallen. En gaat over tot de orde van de dag. LIJST LINSSEN O^YV0

17 RAAD: 13 juli 2017 VOORSTEL: 7a amendement bij RVB aanpassing Re-integratieverordeing Participatiewet Fractie Raadszetels. aanwezig Fractie VOOR TEGEN GBWP 8 8 GBWP VVD 5 4 VVD v/ Lijst Linssen 4 4 Lijst Linssen v/ D D66 BSD 4 3 BSD v' CDA 4 4 CDA PvdA 3 3 PvdA n/ Groen Links 1 1 Groen Links v' aantal RESULTAAT: 4 27 meerderheid verworpen

18 B Cliëntenraad ISD Brabantse Wal Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Op een aantal onderdelen zoals het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, is de gemeente verplicht het beleid vast te leggen in verordeningen. In de raadsvergadering van 17 december 2014 heeft de raad verschillende verordeningen in het kader van de Participatiewet vastgesteld. Een van de verordeningen die is vastgesteld, is de Re-integratieverordening. Per 1 januari 2017 zijn gemeenten verplicht onder bepaalde voorwaarden de voorziening beschut werk aan te bieden. Door een wijziging van de Participatiewet is het vanaf die datum eveneens mogelijk dat mensen zelf een advies beschut werk bij het UWV aanvragen. Dit was eerder slechts voorbehouden aan gemeenten. Ook personen die een uitkering van het UWV hebben, kunnen deze mogelijkheid benutten om zelf een advies beschut werk aan te vragen bij het UWV. Wettelijke verankering van beschut werk is geschied, nadat uit onderzoek van de Inspectie SZW is gebleken, dat het aantal aangeboden beschut werkplekken ver achterblijft bij de geraamde aantallen. Met deze wijzigingsverordening wordt de huidige verordening aangepast aan de veranderde wetgeving. Ook is deze wijzigingsverordening in RPA West-Brabant verband tot stand gekomen. De Verordening tot 2e wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet is ter advisering aan de cliëntenraad voorgelegd. In de bijeenkomst van 18 mei 2017 is deze verordening aan de orde geweest. Vanwege de hoge structurele kosten hiervan is niet voorzien in eventuele additionele plekken beschut werk, wanneer de aantallen als vermeld in de ministeriële regeling zijn bereikt. Advies: De cliëntenraad vindt het een goede zaak, dat het aanbieden van de participatievoorziening beschut werk wettelijk verplicht is gesteld. De raad is echter benieuwd of de aantallen zoals vastgelegd in de ministeriele regeling, nu wel worden gehaald. De strenge toetsingscriteria voor toelating tot de voorziening beschut werk zijn namelijk niet gewijzigd. Ook in de overige aanpassingen van de re-integratieverordening zoals de verhoging van de premie bij participatiebanen, kan de cliëntenraad zich vinden.