Bodemenergieplan. Minervahaven en Houthaven Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bodemenergieplan. Minervahaven en Houthaven Amsterdam"

Transcriptie

1 Bodemenergieplan Minervahaven en Houthaven Amsterdam

2 Bodemenergieplan Minervahaven en Houthaven Amsterdam

3 Bodemenergieplan Minervahaven en Houthaven Amsterdam Opdrachtgever Haven Amsterdam De Ruyterkade 7 Postbus GK AMSTERDAM T E remco.barkhuis@portofamsterdam.nl Contactpersoon: dhr. R. Barkhuis Opdrachtgever Gemeente Amsterdam Dienst Milieu en Bouwtoezicht Postbus AX AMSTERDAM T E cees.groot@dmb.amsterdam.nl Contactpersoon: de heer C. Groot Adviseur IF Technology bv bodemenergie Velperweg 37 Postbus AP ARNHEM T E d.vanbeek@iftechnology.nl Contactpersoon: mevrouw D. van Beek 60376/DB/

4 Inhoudsopgave 1 Inleiding Kader Doelstelling project Leeswijzer Systeemconcepten Principe bodemenergie Systeemconcepten op de Minervahaven en Houthaven Inventarisatie bodem en belangen Geohydrologie Bodemopbouw Grondwaterstroming Grondwaterkwaliteit en -temperatuur Aanwezige en toekomstige belangen Grondwatergebruikers Gesloten systemen Natuur Verontreinigingen Aardkundige waarden en monumenten Archeologie Infrastructuur Kabels en leidingen Waterkeringen Duurzame energielevering Inrichting plangebied Energievraag /DB/

5 5 Uitwerking Bodemenergieplan Minervahaven en Pontsteiger Thermische randvoorwaarden Afweging bodemenergievariant Houthaven Thermische randvoorwaarden Afweging bodemenergievariant Hydrologische effecten Effecten binnen de Minervahaven Effecten Houthaven op Minervahaven Potentiële energiebesparing Minervahaven en Pontsteiger Houthaven Juridisch kader Waterwet Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen Juridische verankering Aanbevelingen Realisatie bodemenergiesystemen Bodemenergiecoördinator Juridische verankering Bijlagen: 1 Belangen 2 Data bouwontwikkelingen 3 Energievraag en energieconcepten 4 Plankaarten 5 Ordeningsregels 60376/DB/

6 1 Inleiding 1.1 Kader Haven Amsterdam wil in 2020 één van de meest duurzame havens van Europa zijn. Binnen de herstructurering van de havens werkt Haven Amsterdam met diverse belanghebbenden aan een duurzame energievoorziening. De ontwikkelingen binnen dit kader omvat de Minervahaven. Houthaven is onderdeel van de stedelijke vernieuwingsopgave van stadsdeel West voor het Houthavengebied en de naast gelegen Spaarndammerbuurt. Voor de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk in de Houthaven is als ambitie vastgesteld om een 100% klimaatneutrale wijk te realiseren. IF Technology heeft in 2011 in opdracht van Haven een bodemenergieplan (masterplan energieopslag) voor de Minervahaven en Houthavens opgesteld (referentie /60376/RuW van 24 maart 2011). Figuur 1.1 presenteert de huidige plankaart. Figuur 1.1 Huidige bodemenergieplan Minerva- en Houthaven te Amsterdam Het doel van dit bodemenergieplan was om richting te geven aan een optimaal gebruik van de mogelijkheden bodemenergie voor alle toekomstige ontwikkelingen in de Minervahaven en Houthavens. Het oorspronkelijke masterplan richtte zich op grootschalige open bodemenergiesystemen in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket. Dit omdat vrijwel alle bodemenergiesystemen in Amsterdam in dit pakket worden gerealiseerd /DB/

7 Ontwikkelingen Minervahaven Inmiddels zijn in de Minervahaven een aantal projecten met een bodemenergiesysteem gerealiseerd. Ook staan momenteel concrete bouwontwikkelingen op stapel, waarbij het voornemen bestaat bodemenergie toe te passen. De praktijk leert dat het relatief kleinschalige individuele initiatieven betreffen waarbij gesloten bodemenergiesystemen en ondiepe open systemen in het eerste watervoerende pakket zijn beoogd. Aangezien het huidige bodemenergieplan is uitgelegd voor de toepassing van open systemen in het diepe watervoerend pakket, bestaat bij Haven Amsterdam de behoefte het bodemenergieplan hierop aan te passen. Ontwikkelingen Houthaven Ook in de Houthaven staan momenteel concrete bouwontwikkelingen op stapel. Nuon ontwikkelt de energievoorziening in het hele gebied. Het voornemen bestaat om grootschalige bodemenergiesystemen in combinatie met een oppervlaktewatersysteem toe te passen. Het beoogde systeem wijkt echter af van de vastgelegde ordeningsregels in het huidige bodemenergieplan. Dus ook voor de Houthaven dient het bodemenergieplan te worden aangepast. Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen Wat tevens meespeelt is dat per 1 juli 2013 het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen (ook bekend als AMvB Bodemenergie) van kracht wordt. Eén van de gevolgen hiervan is dat de gemeente bevoegd gezag wordt ten aanzien van gesloten systemen. In het oorspronkelijke plan zijn gesloten bodemenergiesystemen buiten beschouwing gelaten. Aangezien de gemeente Amsterdam straks de mogelijkheid heeft om hiervoor regels op te stellen, is het van belang om hier in het bodemenergieplan aandacht aan te besteden. Daarnaast biedt het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen de mogelijkheid om het bodemenergieplan juridisch te verankeren. 1.2 Doelstelling project Het doel van dit project is om het bodemenergieplan uit 2011 te actualiseren zodat het ruimte biedt voor de geplande ontwikkelingen binnen het plangebied en voldoet aan de wijzigingen in het beleid ten aanzien van bodemenergie /DB/

8 Voor de actualisatie van het bodemenergieplan zijn de belangrijkste randvoorwaarden opnieuw geïnventariseerd. Dit zijn: 1. bovengrondse inrichting van het plangebied (beschikbare ruimte voor bronpositionering); 2. type systemen waarop het bodemenergieplan van toepassing is; 3. energievraag van de bestaande en toekomstige bouwontwikkelingen; 4. bestaande en toekomstige ondergrondse functies en belangen; 5. thermische en hydrologische randvoorwaarden. Het vaststellen van deze randvoorwaarden leidt tot een geactualiseerde ordening van de ondergrond, waarbij negatieve interactie tussen verschillende gebruikers wordt geminimaliseerd. 1.3 Leeswijzer De voorliggende rapportage is als volgt opgebouwd: Principe bodemenergie (hoofdstuk 2) In dit hoofdstuk wordt het principe van bodemenergie toegelicht en word aangegeven op welk type systemen dit bodemenergieplan van toepassing is. Inventarisatie (hoofdstuk 3) Dit hoofdstuk beschrijft de bodemopbouw en geohydrologische eigenschappen. Daarnaast wordt een inventarisatie gedaan van alle relevante belangen op en in de directe omgeving van het plangebied. Duurzame energielevering (hoofdstuk 4) Hoofdstuk 4 beschrijft het plangebied. Op basis van kengetallen is in dit hoofdstuk de gewenste toekomstige koude- en warmtelevering gekwantificeerd. Uitwerking bodemenergieplan (hoofdstuk 5) Dit hoofdstuk beschrijft hoe de ordening van de ondergrond is vormgegeven in het bodemenergieplan. Tevens worden de randvoorwaarden voor het opstellen van de plankaart toegelicht. De bij de kaart behorende ordeningsregels worden toegelicht /DB/

9 Juridisch kader (hoofdstuk 6) In dit hoofdstuk wordt een inschatting gemaakt van de potentiële energiebesparing die kan worden geleverd binnen het plangebied. Juridisch kader (hoofdstuk 7) In dit hoofdstuk worden de relevante beleidsaspecten beschreven. Aanbevelingen (hoofdstuk 8) In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de aanbevelingen uit dit bodemenergieplan /DB/

10 2 Systeemconcepten 2.1 Principe bodemenergie Bij bodemenergiesystemen wordt gebruik gemaakt van de bodem om gebouwen te voorzien van koeling en verwarming. Door het toepassen van bodemenergiesystemen worden aanzienlijke energiebesparingen ten opzichte van conventionele koude- en warmtelevering gerealiseerd. Onderstaande figuur geeft de verschillende typen bodemenergiesystemen weer. Figuur 2.1 Type bodemenergiesystemen doublet opslag open systemen recirculatie bodemenergie gesloten systemen monobron opslag Open versus gesloten systemen Open systemen bestaan uit bronnen in het grondwater waar grondwater aan wordt onttrokken en geïnfiltreerd. Het principe bij open systemen is dat energie in de vorm van warmte en koude wordt opgeslagen in een ondergrondse watervoerende laag en dat in de zomer wordt gekoeld met winterkoude en in de winter wordt verwarmd met zomerwarmte. Gesloten systemen, ook wel verticale bodemwarmtewisselaars genoemd, bestaan uit flexibele kunststof lussen in de bodem waarmee warmte en koude aan de bodem wordt onttrokken. De hoeveelheid warmte en koude die geleverd kan worden met een gesloten systeem is beperkt ten opzichte van een open systeem. Daarnaast hebben gesloten systemen een veel groter ruimtebeslag. Doublet versus monobron Open systemen zijn onderverdeeld in doubletten en monobronnen. Een doublet bestaat uit een koude en een warme bron (opslagvariant). Een monobron bestaat uit slechts één bron, waarbij twee filters op ongelijke diepte in de bodem gepositioneerd worden. Hierbij vormen de warme en koude bel zich onder elkaar. Een monobron heeft een beperkt vermogen 60376/DB/

11 doordat het maximale debiet circa 100 m³ per uur bedraagt. Het milieurendement (energiebesparing en emissiereductie) is voor beide type systemen gelijk. Recirculatiesystemen Een recirculatiesysteem is een alternatief doubletsysteem wat bestaat uit een onttrekkingsen een infiltratiebron. Hierbij is geen sprake van opslag maar wordt met de natuurlijke grondwatertemperatuur grondwater onttrokken, waarmee in de zomer wordt gekoeld en in de winter wordt verwarmd. De hoeveelheid warmte en koude die geleverd kan worden met een recirculatiesysteem is beperkt ten opzichte van een opslagsysteem. Daarnaast is het ondergrondse ruimtebeslag groter dan bij de opslagvariant. In onderstaande figuur worden de hierboven beschreven concepten schematisch weergegeven. Figuur 2.2 Type bodemenergiesystemen Doublet Monobron Recirculatie Bodemwarmtewisselaars 2.2 Systeemconcepten op de Minervahaven en Houthaven Het huidige bodemenergieplan is met name gericht op open bodemenergiesystemen. Voor doubletsystemen geldt dat deze in zowel het eerste als in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket kunnen worden toegepast /DB/

12 Voor monobronnen geldt dat deze toegepast kunnen worden in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket. Hierbij worden ze bij voorkeur geplaatst bovenin het watervoerende pakket. In de Houthaven kunnen monobronnen op eilanden 2 t/m 7 worden gepositioneerd. Dit wordt in hoofdstuk 5 nader toegelicht. Voor gesloten systemen geldt dat het niet gewenst is om deze systemen toe te passen in het plangebied. Bij wijze van uitzondering kunnen gesloten systemen worden toegepast, mits deze qua ruimtebeslag inpasbaar zijn. Dit wordt in hoofdstuk 5 nader toegelicht. Recirculatiesystemen zijn niet goed inpasbaar in het bodemenergieplan. Daarom wordt geadviseerd om in de bijbehorende ordeningsregels op te nemen dat recirculatiesystemen niet vergunbaar zijn binnen het plangebied /DB/

13 3 Inventarisatie bodem en belangen 3.1 Geohydrologie Het technisch goed functioneren van bodemenergiesystemen is afhankelijk van een aantal bodemeigenschappen. Deze eigenschappen worden in deze paragraaf behandeld. Hierbij wordt aangegeven in hoeverre ze de haalbaarheid van bodemenergie in de Minervahaven en Houthaven beïnvloeden Bodemopbouw De bodemopbouw op de projectlocatie kan geschematiseerd worden in een aantal watervoerende pakketten, een scheidende laag en een deklaag. Deze schematisatie is gemaakt op basis van de volgende gegevens: a. Regionaal Geohydrologisch Informatie Systeem (REGIS); b. boorbeschrijvingen uit het archief van TNO Bouw en Ondergrond via DINOLoket; c. boorbeschrijvingen van de bodemenergiesystemen van Ydek, IJ-dock, Curve, NDSM Terrein en NDSM Werf. In onderstaande tabel 3.1 is de bodemopbouw schematisch weergegeven. Tabel 3.1 Schematisatie bodemopbouw diepte [m-mv] beschrijving naam 0 20 veen, klei, zeer fijn zand deklaag à 50 matig fijn tot grof zand eerste watervoerende pakket 30 à à 75 klei, leem, fijn zand eerste scheidende laag 45 à matig fijn en matig grof zand, enkele kleien veenlenzen gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket > 200 klei, fijn zand hydrologische basis Het eerste watervoerende pakket bestaat uit matig fijn tot grof zand. Op basis van de regionale informatie loopt dit pakket van 20 tot 30 meter beneden maaiveld. Ter plaatse van de systemen van Ydek en Barts 2 loopt het eerste watervoerende pakket door tot circa 50 meter beneden maaiveld. Op deze locaties is het pakket geschikt voor kleinschalige toepassing van bodemenergie. Het maximale debiet dat kan worden onttrokken bedraagt circa 40 m 3 per uur. Binnen het plangebied is verder geen informatie beschikbaar over het eerste watervoerende pakket. Daarom kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat het eerste watervoerende pakket binnen het gehele plangebied geschikt is voor de toepassing van open bodemenergiesystemen /DB/

14 Uit de geraadpleegde literatuur blijkt dat er op de locatie geen aaneengesloten scheidende laag tussen het tweede en derde watervoerende pakket voorkomt. Beide watervoerende pakketten worden daarom als één geheel beschouwd. Het bovenste deel van het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket bestaat uit matig fijn tot matig grof zand en bevat lokale kleilagen. Vanaf circa 90 meter beneden maaiveld zijn alleen grofzandige lagen aanwezig. In het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket zijn reeds op meer dan zestig plaatsen in Amsterdam bodemenergiesystemen gerealiseerd. Het onderste gedeelte van dit watervoerende pakket (vanaf circa 180 meter beneden maaiveld) bestaat uit beduidend fijnere zanden dan het bovenliggende gedeelte Grondwaterstroming Het grondwater in het eerste watervoerende pakket stroomt in zuidwestelijke richting met een snelheid van circa 5 meter per jaar. Het grondwater in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket stroomt in westelijke richting met een snelheid kleiner dan 5 meter per jaar. Gezien deze beperkte stromingssnelheden, vormen deze geen beperking voor de positionering van de bronnen van de beoogde bodemenergiesystemen Grondwaterkwaliteit en -temperatuur Volgens REGIS ligt de overgang van zoet naar brak grondwater (chloridegehalte van 150 mg/l) op 15 meter beneden maaiveld en de overgang van brak naar zout grondwater op 30 meter beneden maaiveld, in het eerste watervoerende pakket. Het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket bevat zout grondwater. Vanuit provinciaal beleid is het verzilting van grondwater niet toegestaan (zie hoofdstuk 7). Echter, de provincie Noord-Holland heeft aangegeven dat de ligging van het zoet-/brakgrensvlak geen belemmering vormt voor de toepassing van bodemenergie in het eerste watervoerende pakket. De hoeveelheid zoet grondwater is dermate klein, dat het geen winbare hoeveelheid betreft. Het gehele pakket kan dus worden gebruikt voor de toepassing van bodemenergie. Bij realisatie van bodemenergiesystemen in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket dient tijdens het systeemontwerp bij de materiaalkeuze van leidingen en dergelijke rekening te worden gehouden met het feit dat het grondwater zout is. Daarnaast wordt bij het boren van bronnen en tijdens onderhoud van een bodemenergiesysteem 60376/DB/

15 grondwater geloosd. Om te mogen lozen op oppervlaktewater (het IJ) moet toestemming worden verkregen van Rijkswaterstaat. Het IJ heeft een chloridegehalte van mg/l en is daarmee zout. Bij lozen op het riool geldt dat maximaal 5 m³ per uur mag worden geloosd. Dit vormt een aandachtspunt voor realisatie en onderhoud. De temperatuur van het grondwater in het eerste watervoerende pakket bedraagt circa 12 C. De temperatuur in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket loopt op van 12 C op 60 meter beneden maaiveld tot 14 C op 180 meter beneden maaiveld. De gemiddelde temperatuur van het grondwater in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket bedraagt 13 C. 3.2 Aanwezige en toekomstige belangen Bij de toepassing van bodemenergiesystemen dient rekening gehouden te worden met reeds aanwezige en toekomstige belangen. In de vergunningaanvraag in het kader van de Waterwet weegt de provincie deze belangen af. Belanghebbenden mogen namelijk zo min mogelijk negatieve invloed ondervinden van nieuw beoogde bodemenergiesystemen. De mate van negatieve interferentie wordt bepaald door de grootte en configuratie van de beoogde systemen, de bodemopbouw en de afstand (zowel in de verticaal als horizontaal) tot de aanwezige belangen. Bijlage 1 geeft een overzicht van de aanwezige belangen in de omgeving van het projectgebied. In onderstaande paragrafen zijn de diverse belangen toegelicht. In deze inventarisatie zijn alle aanwezige en toekomstige belangen meegenomen die op het moment van inventariseren (januari 2013) bekend zijn Grondwatergebruikers Tabel 2.3 geeft een overzicht van de vergunde permanente grondwateronttrekkingen op en in de omgeving (binnen meter) van het plangebied /DB/

16 Tabel 3.2 Grondwateronttrekkingen binnen meter van de projectlocatie (bron: overzicht grondwateronttrekkingen van provincie Noord- Holland) naam van inrichting ligging t.o.v. de havens filterdiepte [m-mv] WKO Danzigerkade 9 Minervahaven WKO Ydek Minervahaven WKO Barts2 Minervahaven Sole (Koivistokade) 2 Minervahaven Pontsteigergebouw 3 Pontsteiger 1 onbekend onbekend Cargill Sojafabriek (industrie) 380 m ten noordwesten gedemineraliseerd water (industrie) 540 m ten noordwesten WKO IJdok 740 m ten zuidoosten WKO NDSM smederij* 890 m ten noordoosten WKO Grasweg (monobron) 900 m ten oosten WKO NDSM-terrein 920 m ten noordoosten WKO NDSM-werf 960 m ten noordoosten WKO Overhoeks m ten oosten vergunde waterhoeveelheid [m³/jaar] WKO Curve (monobron) m ten noordoosten de exacte ligging van de bronnen is middels RD-coördinaten weergegeven in bijlage 1 2 dit systeem is nog niet vergund, de aanvraag ligt ter beoordeling bij de provincie 3 dit systeem is beoogd, de diepte en grootte van het systeem zijn nog niet bekend Gesloten systemen Binnen het plangebied bevindt zich, voor zover bekend, één gesloten bodemenergiesysteem. Dit is het systeem van Mediahaven en ligt ten noorden van Barts2. Er zijn 58 lussen tot 150 meter beneden maaiveld gerealiseerd. Alle lussen liggen op eigen terrein. Dit systeem vormt een aandachtspunt voor toekomstige bodemenergiesystemen Natuur Op basis van de Natuurbeheerplankaart van de provincie Noord-Holland kan worden geconcludeerd dat binnen een straal van 2 km geen natuurgebieden aanwezig zijn die vallen onder de Natura2000 of Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Verontreinigingen Bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam is navraag gedaan naar de verontreinigingssituatie van het projectgebied /DB/

17 De bodem van het gehele terrein (Minervahaven en Houthaven) is licht tot sterk verontreinigd met zware metalen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) en minerale olie. Tevens is plaatselijk asbestverdacht materiaal aangetroffen. Deze immobiele bevinden zich alleen in de deklaag en komen in het gehele gebied op verschillende diepten voor, tot circa 5 meter beneden maaiveld. Het grondwater is plaatselijk licht tot sterk verontreinigd met minerale olie, BTEXN, fenolen en zware metalen. Deze verontreinigingen bevinden zich ook alleen in deklaag. Onder de deklaag zijn geen grote mobiele grondwaterverontreinigingen aangetroffen. De verontreinigingen zijn van dusdanige aard (ondiep, immobiel) dat ze geen invloed hebben op de toepassing van bodemenergie. Daarom zijn ze niet meegenomen in de plankaart. De verontreinigingen vormen wel aandachtspunt tijdens de realisatie van de bodemenergiesystemen. Er dienen aanvullende maatregelen te worden genomen met betrekkingen tot het boren in en afvoeren van de verontreinigde grond en grondwater Aardkundige waarden en monumenten Op basis van de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie kan worden geconcludeerd dat binnen een straal van 2 km geen aardkundige waarden of aardkundige monumenten aanwezig. Ook bevinden zich binnen 2 km geen provinciale archeologische monumenten. In het centrum van Amsterdam zijn veel rijksmonumenten en gebouwen die zijn gefundeerd met (houten) palen aanwezig. Houten palen zijn gevoelig voor grondwaterstandveranderingen. Met name bij verlagingen van de grondwaterstand is er kans op paalrot Archeologie Voor de Minervahaven en de Houthaven archeologische onderzoeken uitgevoerd door het Bureau Monumenten en Archeologie (Archeologisch bureauonderzoek Plangebied Stadhaven Minerva, BO juli 2009 en Archeologische Quick Scan Plangebied Houthavens, Stadsdeel Westerpark, QSA 27 mei 2006). Minervahaven In de Minervahaven worden twee beleidszones gedefinieerd: een zone met een lage archeologische verwachting (lichtblauw) en een zone met archeologische vrijstelling (grijs) /DB/

18 In de zone met een lage verwachting geldt dat een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) nodig is bij bodemingrepen dieper dan de waterbodem én groter zijn dan m². In de zone met archeologische vrijstelling geldt een negatieve verwachting van archeologische waarden. In deze delen van het plangebied is de bodem verstoord. Daarmee is dit deel van het plangebied vrijgesteld van verdere archeologische maatregelen. Voor het gehele plangebied geldt de wettelijke meldingsplicht. Dit houdt in dat wanneer archeologische overblijfselen ouder dan 50 jaar worden aangetroffen, deze bij het Bureau Monumenten & Archeologie. In gezamenlijk overleg wordt bepaald welke vorm van archeologische zorg noodzakelijk is Figuur 3.1 Archeologische beleidskaart Minervahaven (bron: Archeologisch bureauonderzoek Stadhaven Minerva, BO juli 2009) Boring voor het realiseren van bodemenergiesystemen worden naar verwachting niet aangemerkt als een groter dan m². Archeologie vormt hiermee geen aandachtspunt voor de toepassing van bodemenergiesystemen /DB/

19 Houthavens Binnen het plangebied Houthaven rekening moet worden gehouden met de aanwezigheid van archeologische overblijfselen. Op grond van de beschikbare historische- en archeologische gegevens is een archeologische beleidskaart opgesteld. Beleid zones A, B en C Indien ontgronding van de oorspronkelijk aanwezige bodem plaats vindt, kan voor een andere waardestelling een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) vereist zijn of, in geval van beperkingen, een Archeologische Begeleiding AB (IVO). Het IVO of AB (IVO) kan mogelijk worden gevolgd door een Archeologische Opgraving (AO) of een AB (AO). Figuur 3.2 Archeologische beleidskaart Houthavens (bron: Archeologische Quick Scan Houthavens, QSA 27 mei 2006) A Spaarndammerdijk D Spoorweghaven B Bewoning langs de Spaarndammerdijk E Houthaven C Tracé van zomerdijk F Overbrakerbuitenpolder Beleid zones D, E en F Geen archeologisch onderzoek vooraf. Indien tijdens de ontgronding archeologische resten worden aangetroffen dient hiervan melding gedaan te worden bij het Bureau Monumenten 60376/DB/

20 & Archeologie. In gezamenlijk overleg wordt bepaald welke vorm van archeologische zorg noodzakelijk is. Aangezien de Houthavens volledig wordt herontwikkeld, wordt de archeologische situatie reeds onderzocht. De archeologische waarden vormen daarom geen extra aandachtspunt voor de toepassing van bodemenergiesystemen Bommen Naar aanleiding van de nieuwbouwplannen in de Houthaven is door het Ingenieursbureau van de gemeente Amsterdam de mogelijke aanwezigheid van explosieven nagegaan (Probleeminventarisatie conventionele explosieven, rapportnummer , 1 juni 2011). Ten oosten van de kop van de Pontsteiger ligt naar verwachting een blindganger uit de Tweede Wereldoorlog. De rode cirkel in figuur 3.3 geeft het verdachte gebied weer en de oranje cirkel de 10-meter-zone rondom het verdachte gebied. Eventuele werkzaamheden (bagger- grond- en/of heiwerkzaamheden) dienen minimaal 10 meter uit het verdachte gebied plaats te vinden, dus buiten de oranje cirkel. Figuur 3.3 Mogelijke locatie blindganger (bron: Probleeminventarisatie conventionele explosieven, rapportnummer , 1 juni 2011) 60376/DB/

21 De beoogde bronlocaties voor het Ponsteigergebouw bevinden zich op de dam, buiten het verdachte gebied. De mogelijke aanwezigheid van de blindvlieger heeft daarmee geen invloed op de toepassing van bodemenergie Infrastructuur Op de projectlocatie worden meerdere parkeerkelders gerealiseerd. Langs de Spaarndammerdijk en Tasmanstraat wordt een tunnel gerealiseerd als onderdeel van de planontwikkeling. Direct ten zuiden van de Minervahaven en Houthaven ligt de spoorlijn van Amsterdam naar Zaandam en Amsterdam Sloterdijk. Verder zijn in de omgeving enkele belangrijke infrastructurele werken aanwezig, waaronder het Centraal Station, de Coentunnel, de IJ-tunnel en de tunnel van de Noord/Zuidlijn. Alle infrastructurele werken bevinden zich in (de onderzijde van) de deklaag. Dit vormt een aandachtspunt met het oog op eventuele zettingen. Zettingen dienen inzichtelijk gemaakt te worden bij de vergunningaanvraag Kabels en leidingen Aanwezige en geplande kabels en leidingen vormen een aandachtspunt voor de inpassing van de bronnen en bijbehorend leidingwerk van bodemenergiesystemen. Afstemming van het leidingwerk dient altijd plaats te vinden met Haven Amsterdam en/of de gemeente Amsterdam Waterkeringen Langs de Tasmanstraat en Spaardammerdijk loopt een primaire waterkering. Deze primaire kering heeft aan weerszijden beschermingszones. De keur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht geeft aan dat het binnen de beschermingszone niet is toegestaan om zonder vergunning van het waterschap boringen uit te voeren en kabels en leidingen aan te leggen. Daarnaast mogen geen grondwaterstandveranderingen optreden in de beschermingszones. De waterkering en beschermingszones vormen een aandachtspunt bij het kiezen van de uiteindelijke bronlocaties. Afstemming met het waterschap is hierbij noodzakelijk /DB/

22 4 Duurzame energielevering 4.1 Inrichting plangebied De geplande ontwikkeling van het plangebied beslaat ruim m 2 bruto vloeroppervlak (bvo). Hiervan wordt m 2 bvo ontwikkeld in de Minervahaven en de Pontsteiger en m 2 bvo in de Houthaven. De ontwikkelingen in de Houthaven zijn apart beschouwd in verband met de ontwikkeling van dit gebied door Nuon. Voor de uitwerking van het bodemenergieplan zijn de Minervahaven en de Houthaven op basis van de toekomstige infrastructuur en aanlegfasering onderverdeeld in een aantal deelgebieden. Figuur 4.1 presenteert de indeling van de plangebieden in deelgebieden. De bovengrondse indeling van het plangebied bepaalt in belangrijke mate waar warme en koude bronnen worden gepositioneerd. Rekening houdend met de overige randvoorwaarden wordt gestreefd het bodemenergie dusdanig in te richten dat elk gebouw in de directe nabijheid van een warme en koude bron ligt. Figuur 4.1 Plangebied Minervahaven en Houthaven F A E B C D G I J H P 60376/DB/

23 4.2 Energievraag Op basis van de verwachte ontwikkelingen op de Minervahaven en Houthaven is per cluster een inschatting gemaakt van de benodigde vermogen en energiehoeveelheid en daaraan gekoppeld de benodigde waterhoeveelheid (zie tabel 4.1 en 4.2). Voor de ontwikkelingen in de Minervahaven is de koudevraag groter dan de warmtevraag. Voor de Houthaven wordt de warmte geleverd door het stadswarmtenet. Bodemenergie wordt in dit gebied alleen ingezet voor koudelevering. Het uitgangspunt voor zowel Minervahaven als Houthaven is dat de koudelevering leidend is. Voor de Minervahaven heeft Haven Amsterdam gegevens aangeleverd over de te verwachten bouwontwikkelingen. Voor de Pontsteiger heeft het Projectbureau Houthavens gegevens aangeleverd over de te verwachten ontwikkelingen. De gegevens zijn te vinden in bijlage 2. Voor de Houthaven heeft Nuon de gegevens aangeleverd over de te verwachten bouwontwikkelingen. De gegevens zijn te vinden in bijlage 2. In bijlage 3 is beschreven hoe de waterhoeveelheden en debieten zijn bepaald. Tabel 4.1 Overzicht energievraag en waterhoeveelheden Minervahaven en Pontsteiger cluster koelvermogen [kw] koudevraag [MWh] debiet [m 3 /uur] waterhoeveelheid [m 3 /seizoen] A B C D E F G H I J P Pontsteiger* totaal * mogelijk zal de Pontsteiger aansluiten op het warmtenet 60376/DB/

24 Tabel 4.2 Overzicht energievraag en waterhoeveelheden Houthaven (bron: Nuon) cluster koelvermogen [kw] koudevraag [MWh] debiet [m 3 /uur] 1. Entreegebouw Knik + cluster Blok E1 + E E3a E3b E E E6 + E totaal waterhoeveelheid [m 3 /seizoen] 60376/DB/

25 5 Uitwerking Bodemenergieplan Dit hoofdstuk beschrijft hoe ondergrondse ordening kan worden vormgegeven in een bodemenergieplan. Hierbij wordt op conceptueel niveau beschreven aan welke randvoorwaarden de positionering van koude en warme bronnen binnen het plangebied moet voldoen. De inrichting van het bodemenergieplan wordt bepaald door: - de bovengrondse inrichting van het plangebied: de beschikbare ruimte voor bronpositionering (hoofdstuk 2 en 3); - de bodemgeschiktheid, ondergrondse functies en belangen en de energievraag (hoofdstuk 2 en 3); - de thermische randvoorwaarden (paragraaf 4.2). Figuur 5.1 presenteert de plankaart voor alle watervoerende pakketten. De plankaart is op A3-formaat opgenomen in bijlage 4. De bodemenergieplankaart staat niet op zichzelf. In bijlage 5 staan de ordeningsregels waaraan initiatiefnemers dienen te voldoen op het moment dat zij met bodemenergie aan de slag gaan. Om maximaal rendement van het bodemenergiesysteem te garanderen geldt een aantal thermische randvoorwaarden. In paragraaf 5.1 worden de randvoorwaarden voor de Minervahaven toegelicht en in paragraaf 5.2 voor de Houthaven /DB/

26 Figuur 5.1 Bijschrift van dit figuur 5.1 Minervahaven en Pontsteiger Het bodemenergieplan van de Minervahaven en Pontsteiger is van toepassing op het eerste en gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket. Het plan is zodanig opgesteld dat het toepasbaar is voor alle bodemenergievarianten en geschikt is voor de invulling middels kleinschalige individuele bodemenergiesystemen. Zoekgebieden De inrichtingskaart geeft de voorkeurslocaties voor het positioneren van de bronnen weer middels de zoekgebieden voor koude en warme bronnen. Monobronnen dienen in een warme of koude strook te worden gepositioneerd of tussen twee stroken in. Gesloten sys /DB/

27 temen kunnen alleen op eigen kavel worden geplaatst. Er is gekozen voor een zo flexibel mogelijk inrichtingsplan, met zoveel mogelijk keuzevrijheid voor de ondernemer. Thermische scheidslijn De thermische scheidslijn legt de maximale reikwijdte van de thermische straal 1 van de koude en warme bellen vast. Wanneer de thermische straal de thermische scheidslijn niet overschrijdt zal geen negatieve interactie ontstaan tussen de verschillende bronnen. Afwijkingen Eventuele afwijkingen van het plan dienen overlegd te worden met Haven Amsterdam Thermische randvoorwaarden Ordeningsprincipe Voor het oorspronkelijke ordeningsplan voor de Minervahaven is uitgegaan van een strokenpatroon. Op deze manier is geborgd dat ieder kavel kan aansluiten op een warme en koude zone. Inmiddels zijn twee bodemenergiesystemen gerealiseerd in het plangebied. Deze systemen bevinden zich in het eerste watervoerende pakket. Hoewel voor dit pakket geen ordening is opgesteld, hebben deze systemen zich wel gehouden aan de ordening voor het gecombineerde tweede en derde pakket. Om een optimaal gebruik van het eerste watervoerende pakket te borgen, worden de warme en koude zones van het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket doorgetrokken naar het eerste watervoerende pakket. Op deze manier kan ieder kavel aansluiten op een warme en koude zone. Dit sluit tevens aan bij de systemen die reeds in het eerste watervoerende pakket zijn gerealiseerd. Uitzondering is het recirculatiesysteem van Danzigerkade. Voor dit systeem geldt dat een naastgelegen systeem geen negatieve invloed mag hebben op het bestaande systeem. Dit is geborgd in de vergunning Waterwet. Aandachtspunt bij een dergelijk strokenpatroon zijn de hydrologische effecten van de bronnen binnen een strook op elkaar. Dit wordt in paragraaf 5.3 nader toegelicht. 1 De thermische straal (r) wordt berekend volgens: 60376/DB/

28 Afstand tussen warme en koude stroken Tussen de koude en de warme bronnen is een minimale afstand nodig om te voorkomen dat interactie plaatsvindt tussen de opgeslagen koude en warmte. De benodigde afstand tussen de koude en warme bronnen is afhankelijk van de filterlengte van de bronnen en de hoeveelheid water die per seizoen per bron wordt verplaatst. Doordat de afstand tussen de stroken beperkt is, kan dit gevolgen hebben voor de dimensionering van een individueel systeem. Bronnen mogen worden geplaatst in de warme en koude zones en de thermische straal van een bron mag de thermische scheidslijn niet overschrijden. Hiermee wordt thermische interferentie voorkomen Afweging bodemenergievariant Op basis van de thermische randvoorwaarden, de energievraag per deelgebied en de aanwezige grondwaterbelangen is vastgesteld hoe de verschillende typen bodemenergiesystemen het beste kunnen worden toegepast. Doubletsystemen Op basis van de capaciteit wordt het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket het meest geschikt geacht voor toepassing van bodemenergie in de Minervahaven. Voor kleine systemen (tot 40 m 3 per uur) is ook het eerste watervoerende pakket in principe beschikbaar voor de toepassing van open doubletsystemen. Er dient wel te worden onderzocht of op de beoogde locatie voldoende zandlagen aanwezig zijn. Voor beide watervoerende pakketten is een plankaart opgesteld, waarbij rekening is gehouden met de bestaande systemen van Danzigerkade 9, Barts2 en Ydek in het eerste watervoerende pakket en het verwachte bodemenergiesysteem van Sole in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket. Monobronsystemen Om ruimte te bieden aan monobronnen zal in de ordeningsregels opgenomen worden dat de filters van een doubletsysteem vanaf 30 meter onder de eerste scheidende laag gepositioneerd mogen worden. Hierdoor blijft hierboven ruimte beschikbaar voor het bovenste filter van een monobron. Monobronsystemen kunnen op twee manieren worden toegepast: 1. Een monobronsysteem kan worden gepositioneerd tussen de warme en koude strook in (figuur 5.2). Hierbij geldt de voorwaarde dat het monobronsysteem geen aantoonbaar negatief effect heeft op aanwezige en toekomstige doubletten /DB/

29 2. Een monobronsysteem kan worden gepositioneerd in een warme of koude strook (figuur 5.3). Hierbij geldt als voorwaarde dat het onderste filter van het zelfde type (warm of koud) dient te zijn als de dichtstbijzijnde strook voor warme en koude bronnen. Het bovenste filter mag niet dieper worden geplaatst dan 30 meter onder de eerste scheidende laag. Ook hiervoor geldt dat het thermisch invloedsgebied van de warme en de koude filters maximaal tot aan de thermische scheidslijn mag reiken. Figuur 5.2 monobron tussen de warme en koude strook in monobron Figuur 5.3 monobron in de (warme of) koude strook monobron 60376/DB/

30 Gesloten systemen Gesloten systemen (bodemwarmtewisselaars) dienen binnen 5 meter de kavelgrenzen te worden gepositioneerd. Er gelden verder geen beperkingen. Wel zal in het kader van de AMvB Bodemenergie (zie ook paragraaf 5.1) aangetoond moeten worden dat negatieve interferentie met aanwezige en toekomstige open bodemenergiesystemen niet optreedt. 5.2 Houthaven Het bodemenergieplan van de Houthaven is van toepassing op het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket. De zoekgebieden voor warme en koude bronnen zijn in overleg met Nuon vastgesteld. Het plan is gericht op de toepassing van grootschalige doubletsystemen in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket. Ordening voor het eerste watervoerende pakket en gesloten systemen zijn niet meegenomen. Zoekgebieden De inrichtingskaart geeft de voorkeurslocaties voor het positioneren van de bronnen weer middels de zoekgebieden voor koude en warme bronnen. Uitgangspunt voor de voorkeurslocaties is de toepassing van grootschalige doubletsystemen. Voor monobronnen zijn geen aparte zoekgebieden gedefinieerd. Deze kunnen binnen over binnen het monobronkader worden geplaatst. Thermische scheidslijn De thermische scheidslijn legt de maximale reikwijdte van de thermische straal 2 van de koude en warme bellen vast. Wanneer de thermische straal de thermische scheidslijn niet overschrijdt zal geen negatieve interactie ontstaan tussen de verschillende bronnen. Afwijkingen Eventuele afwijkingen van het plan dienen overlegd te worden met het projectbureau Houthaven. 2 De thermische straal (r) wordt berekend volgens: 60376/DB/

31 5.2.1 Thermische randvoorwaarden Ordeningsprincipe Nuon is voornemens alle ontwikkelingen in de Houthaven aan te sluiten op vier open doubletsystemen. De zoekgebieden zijn zo gekozen dat in ieder gebied een bron met maximale capaciteit (250 m 3 per uur) kan worden gerealiseerd. De doubletsystemen worden gefaseerd aangelegd. De locaties van de bronnen van de eerste twee doubletten in het westelijk deel van de Houthaven (Entreegebouw, Knik, Cluster en eiland 1) staan redelijk vast. Daarom zijn voor deze bronlocaties relatief kleine zoekgebieden gedefinieerd. Voor de ontwikkelingen in het oostelijk deel (eiland 2 t/m 7) is dit nog onzeker. De mogelijkheid bestaat de Nuon gebruik wil maken van monobronsystemen. Indien dit het geval is, kunnen de monobronnen overal binnen het monobronkader worden gepositioneerd. Omdat Nuon het Houthavengebied volledig exploiteert en hierbij kiest voor grootschalige bodemenergiesystemen in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket, worden de toepassing van kleine open systemen in het eerste watervoerende pakket niet verwacht. Daarom is geen ordening opgenomen voor het eerste watervoerende pakket. Afstand tussen warme en koude zones Tussen de koude en de warme bronnen is een minimale afstand nodig om te voorkomen dat interactie plaatsvindt tussen de opgeslagen koude en warmte. De benodigde afstand is bepaald aan de hand van de maximale waterverplaatsing ( m 3 per seizoen) en filterlengte (40 meter) en bedraagt 150 meter. De zoekgebieden zijn zodanig gekozen dat deze minimale afstand kan worden aangehouden Afweging bodemenergievariant Op basis van de thermische randvoorwaarden, de energievraag per deelgebied en de aanwezige grondwaterbelangen is vastgesteld hoe bodemenergie het best kan worden toegepast. Hierbij is de volgende onderverdeling gehanteerd: open doubletsystemen, monobronsystemen en gesloten systemen. Doubletsystemen Op basis van de gewenste energievraag en vermogens wordt het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket het meest geschikt geacht voor toepassing van bodemenergie in de Houthaven /DB/

32 Monobronsystemen Monobronsystemen kunnen overal in het monobronkader worden geplaatst. Gesloten systemen Het Houthaven gebied wordt volledig geëxploiteerd door Nuon. Nuon zet in op grootschalige open doubletsystemen. De kans dat gesloten systemen worden toegepast is daarmee erg klein. Het is echter niet uit te sluiten dat in een toekomst een gebouw wordt gerealiseerd waar gesloten systemen toch gewenst zijn. Om de techniek niet op voorbaat uit te sluiten en het plan zo flexibel mogelijk te houden, kunnen gesloten systemen onder bepaalde voorwaarden worden toegestaan: 1. Er moet worden aangetoond dat een gesloten systeem de beste optie is; 2. Het gesloten bodemenergiesysteem moet qua ruimtebeslag inpasbaar zijn in het bodemenergieplan; er moet worden aangetoond dat geen negatieve interactie optreed met bestaande én toekomstige bodemenergiesystemen. 3. Een gesloten bodemenergiesysteem mag worden toegepast tot een maximale diepte van 60 meter beneden maaiveld (tot en met de eerste scheidende laag). Hierdoor wordt negatieve thermische interferentie met open systemen in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket voorkomen. 5.3 Hydrologische effecten Er zijn berekeningen uitgevoerd om de maximale hydrologische effecten inzichtelijk te maken die kunnen optreden indien de capaciteit van de bodem maximaal benut wordt. Hierbij is alleen gekeken naar de effecten in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket, omdat geen grootschalige toepassing van bodemenergie in het eerste watervoerende pakket wordt verwacht. Vervolgens zijn de effecten van het systeem van de Houthaven op de Minervahaven beschreven. De uitgangspunten voor de berekeningen zijn weergegeven in tabel /DB/

33 Tabel 5.1 Uitgangspunten hydrologische berekeningen Houthaven Minervahaven debiet [m³/uur] waterverplaatsing [m³/seizoen] filterlengte [m] bronafstand warme/koude bron [m] bronafstand binnen strook [m] 30 bronafstand Minervahaven/Houthaven [m] Effecten binnen de Minervahaven Voor het gecombineerde tweede en derde watervoerende zijn de effecten bepaald van bronnen binnen dezelfde strook. Hierbij is in eerste plaats gekeken naar het effecten van één enkele bron. De worden veroorzaakt door de bron zelf. Ten tweede is gekeken naar de cumulatieve effecten bij een bron. Deze worden bepaald door de bron zelf en door bronnen in omgeving die tevens invloed hebben op de stijghoogte ter plaatse van de betreffende bron. Bij een debiet van 100 m³ per uur per bron bedragen de maximale effecten bij een individueel systeem 2 meter. Bij een bronafstand van 35 meter tussen de bronnen in een strook is een maximaal cumulatief effect van 4 meter berekend. Hieruit volgt dat bij het ontwerp van nieuwe systemen rekening moet worden gehouden met een extra stijghoogteverandering die wordt veroorzaakt door de omliggende systemen. Aanbevolen wordt om 2 meter extra stijghoogteverandering mee te nemen in het ontwerp. Invloed op toekomstige systemen Houthaven Om te bepalen wat de maximale invloed is van de toekomstige systemen in de Minervahaven op het systeem van de Houthaven, is gekeken naar de stijghoogteverandeingen in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket in de bronnen die zijn beoogd in Blok 0. De maximale invloed op de stijghoogte in de bronnen bedraagt 0,25 meter. Deze stijghoogteverandering hebben naar verwachting geen negatieve invloed op het functioneren van de toekomstige systeem in de Houthaven Effecten Houthaven op Minervahaven Het beoogde systeem van de Houthaven heeft hydrologische effecten op huidige en toekomstige belangen in de Minervahaven. Op basis van de uitgangspunten (zie tabel 5.1) zijn de hydrologische effecten van het totale systeem van de Houthaven (de vier doubletten gezamenlijk) op de aanwezige en toekomstige belangen in de Minervahaven berekend /DB/

34 Invloed op gerealiseerde systemen Minervahaven De gerealiseerde systemen in de Minervahaven bevinden zich allen in het eerste watervoerende pakket. Uit de berekeningen volgt dat het totale systeem van de Houthaven geen noemenswaardige invloed heeft op de stijghoogte (minder dan 0,01 m) in het eerste watervoerende pakket. De weerstand van de eerste scheidende laag is dermate hoog dat de invloed op het eerste worden gedempt. Invloed op toekomstige systemen Minervahaven Om te bepalen wat de maximale invloed is van het totale systeem van de Houthaven op de toekomstige systemen in de Minervahaven, is gekeken naar de stijghoogteveranderingen in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket op de grens van de Minervahaven en Houthaven. De maximale invloed op de toekomstige systemen in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket bedraagt 0,6 meter. Deze stijghoogteverandering hebben naar verwachting geen negatieve invloed op het functioneren van de toekomstige systemen in de Minervahaven /DB/

35 6 Potentiële energiebesparing 6.1 Minervahaven en Pontsteiger Om de reductie in CO 2-uitstoot door de toepassing van bodemenergie te kwantificeren, is het duurzame energieconcept (monovalente warmte- en koudelevering) vergeleken met het conventionele energieconcept. Bij het duurzaam energieconcept wordt uitgegaan van verwarming en koeling middels bodemenergie. Bij de conventionele energielevering wordt uitgegaan van verwarming met gasketels en koeling met elektrisch aangedreven koelmachines (compressiekoelmachines). Voor de berekeningen zijn de kengetallen uit tabel 6.1 gehanteerd. Figuur 6.1 geeft een overzicht van de berekende energiebesparing en emissiereductie. Tabel 6.1 Kengetallen rendementen en basisgegevens ketel thermisch rendement 85% compressiekoelmachine coefficient of performance (COP) 3,5 warmtepomp coefficient of performance (COP) 4,0 grondwatersysteem coefficient of performance (COP) 40 aardgas energie-inhoud aardgas CO 2-gehalte elektriciteitscentrale elektrisch rendement verbrandingswaarde CO 2-gehalte 35,17 MJ/m³ 1,780 kg/m³ 41,40% 8,8 kwh t/m 3 0,566 kg/kwh e Bronnen: - Protocol monitoring duurzame energie update 2006 (Senter Novem, 2006) - Cijfers en tabellen 2007 (Senter Novem, 2007) 60376/DB/

36 Figuur 6.1 Energiebesparing en CO 2-emissiereductie Minervahaven en Pontsteiger referentie primair aardgasverbruik [m³ a.e. x 1.000] bodemenergie uitstoot CO2 [ton/jaar] 6.2 Houthaven Voor het bepalen van de energiebesparing en CO 2-emissiereductie wordt uitgegaan van een andere energieconcept. Uitgangspunt is dat de verwarming wordt geleverd door stadswarmtenet. Warmte wordt daarom niet meegenomen in de berekening. Voor de conventionele koudelevering wordt uitgegaan van koeling met elektrisch aangedreven koelmachines (compressiekoelmachines). Voor het duurzame energieconcept zijn twee varianten berekend. Bij de eerste variant wordt uitgegaan van koeling middels bodemenergie in combinatie met oppervlaktewater, bij de tweede variant van de combinatie bodemenergie en droge koelers. Voor de berekeningen zijn de kengetallen uit tabel 6.2 gehanteerd. Figuur 6.2 geeft een overzicht van de berekende energiebesparing en emissiereductie /DB/

37 Tabel 6.2 Kengetallen rendementen en basisgegevens compressiekoelmachine coefficient of performance (COP) 3,5 grondwatersysteem coefficient of performance (COP) 40 oppervlaktewater coefficient of performance (COP) 60 droge koelers coefficient of performance (COP) 25 elektriciteitscentrale elektrisch rendement verbrandingswaarde CO 2-gehalte 41,40% 8,8 kwh t/m 3 0,566 kg/kwh e Figuur 6.2 Energiebesparing en CO 2-emissiereductie Houthaven referentie oppervlaktewater droge koelers primair aardgasverbruik [m³ a.e. x 1.000] uitstoot CO2 [ton/jaar] 60376/DB/

38 7 Juridisch kader 7.1 Waterwet Voor individuele vergunningaanvragen voor open bodemenergiesystemen geldt het bestaande wettelijk kader. Dit betekent dat voor ieder open systeem een vergunning Waterwet aangevraagd moet worden. De vergunning dient te worden aangevraagd bij de provincie Noord-Holland. Belangrijke aandachtspunten uit het beleid van de provincie zijn: - een energiebalans in de bodem; na 5 jaar bedrijfsvoering dient de bodem energetisch in balans te zijn met een maximale afwijking van 10%; - bodemenergiesystemen mogen geen negatieve invloed hebben op reeds aanwezige bodemenergiesystemen of andere belanghebbenden in de omgeving; - verontreinigingen mogen niet extra verplaatst worden door het toepassen van een bodemenergiesysteem; - verzilting van de aanwezige zoetwatervoorraad wordt niet toegestaan. De gegevens uit dit bodemenergieplan (bodem en belangen) kunnen worden gebruikt voor de vergunningaanvraag. Wel dient gebruik gemaakt te worden van de meest nabijgelegen en meest recente informatie met betrekking tot de bodemopbouw en de belangen. In de vergunningaanvraag moeten de effecten van het beoogde bodemenergiesysteem en de invloed op de aanwezige belangen worden gekwantificeerd. De aanvraag dient rekening te houden met de ordeningsregels die bij het bodemenergieplan horen. 7.2 Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen Bij het opstellen van dit plan is geanticipeerd op de relevante beleidsontwikkelingen. De verwachting is dat per 1 juli 2013 het Wijzigingsbesluit Bodemenergiesystemen (beter bekend als de AMvB Bodemenergie) van kracht wordt. Dit besluit heeft vier belangrijke doelen: - de vergunningverlening voor open systemen vereenvoudigen; - gesloten systemen reguleren; - beter ordenen van de ondergrond en voorkomen van interferentie; - het borgen van de kwaliteit van de aanleg van bodemenergiesystemen o.a. door middel van het invoeren van certificering van bedrijven. De nieuwe regelgeving vanuit het wijzigingsbesluit heeft met name invloed op regelgeving voor gesloten systemen. Kleine systemen (kleiner dan 70 kw) worden meldingsplichtig en grote systemen vergunningplichtig. De gemeente wordt bevoegd gezag. De gemeente 60376/DB/

39 heeft de bevoegdheid om interferentiegebieden aan te wijzen. Gesloten systemen binnen een interferentiegebied zijn vergunningplichtig. Het aanwijzen van interferentiegebieden biedt op deze manier de mogelijkheid om te sturen op gesloten bodemenergiesystemen in een gebied, omdat het mogelijk is extra eisen op te nemen via de vergunning. Bij een melding is dit niet mogelijk. De gemeente moet hiervoor beleid opstellen voor interferentiegebieden. In dit beleid kunnen regels worden opgenomen die eisen stellen aan de toepassing van gesloten bodemenergiesystemen in een interferentiegebied (bijvoorbeeld een maximale diepte). De gemeente heeft ook de mogelijkheid gesloten bodemenergiesystemen te verbieden binnen een interferentiegebied. Voor open systemen blijft de provincie bevoegd gezag, maar de vergunningprocedure zal in de meeste gevallen teruggebracht worden van zes maanden naar acht weken. Ook wordt de provincie door het wijzigingsbesluit verplicht om bepaalde voorschriften in de vergunning op te nemen. 7.3 Juridische verankering Het voorliggende bodemenergieplan vormt samen met de bijbehorende ordeningsregels (zie bijlage 5) de basis voor het beleid binnen de Minervahaven en Houthaven. Het is van belang om het bodemenergieplan juridisch te verankeren, zodat initiatiefnemers binnen een plangebied zich houden aan de randvoorwaarden voor ondergrondse ordening ( ordeningsregels ) die in het bodemenergieplan zijn opgenomen. Omdat zowel de gemeente als de provinciale belang heeft bij het handhaven van het bodemenergieplan zal de juridische verankering zowel op provinciaal als gemeentelijk niveau plaats moeten vinden. De provincie Noord-Holland zal het bodemenergieplan verankeren wanneer het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen wordt ingevoerd (verwachte datum 1 juli 2013). Tot die tijd toetst de provincie vergunningaanvragen aan het bodemenergieplan. Om het bodemenergieplan op gemeentelijk niveau te verankeren, dient de gemeente het plangebied aan te wijzen als interferentiegebied, zodat alle gesloten systemen binnen dit plangebied vergunningplichtig worden. In het beleid dat wordt gekoppeld aan dit interferentiegebied dienen regels te worden opgenomen die de toepassing van gesloten bodemener /DB/

40 giesystemen beperkt. De uiteindelijke invulling van de beleidsregels dient in overleg met de gemeente worden bepaald. Het aanwijzen van interferentiegebieden gebeurt via een gemeentelijke verordening. De regels voor aanleg moeten opgenomen worden in beleidsregels die gebruikt worden bij vergunningverlening /DB/

41 8 Aanbevelingen 8.1 Realisatie bodemenergiesystemen Dit bodemenergieplan is geen vergunning, maar een beleidsplan. Voor realisatie van individuele bodemenergiesystemen binnen het plangebied geldt het wettelijk kader en moet een vergunning Waterwet aangevraagd worden. De gegevens uit dit bodemenergieplan (bodem en belangen) kunnen worden gebruikt voor de vergunningaanvraag. Het bodemenergieplan is gebaseerd op de informatie die op dit moment beschikbaar is. In de toekomst kunnen bouwplannen en energetische uitgangspunten wijzigen en komen er steeds meer belanghebbenden bij. Dit betekent dat het bodemenergieplan geen statisch product is, maar continu moet worden getoetst aan de actuele situatie. Hierbij is het van belang om het bodemenergieplan up-to-date te houden en deze ontwikkelingen in het plan te integreren. Het eerste watervoerende pakket bestaat uit matig fijn tot grof zand. Op basis van de regionale informatie heeft dit pakket een dikte van circa 10 meter. Ter plaatse van de systemen van Ydek en Barts 2 loopt het eerste watervoerende pakket door tot circa 50 meter beneden maaiveld. Op deze locaties is het pakket geschikt voor kleinschalige toepassing van bodemenergie. Het maximale debiet dat kan worden onttrokken bedraagt circa 40 m 3 per uur. Binnen het plangebied is verder geen informatie beschikbaar over het eerste watervoerende pakket. Daarom kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat het eerste watervoerende pakket binnen het gehele plangebied geschikt is voor de toepassing van open bodemenergiesystemen. Geadviseerd wordt om dit voor ieder nieuw initiatief nader te onderzoeken. 8.2 Bodemenergiecoördinator Om te garanderen dat het bodemenergieplan op een optimale manier wordt toegepast, wordt geadviseerd een bodemenergiecoördinator aan te stellen. De bodemenergiecoördinator kan invulling geven aan de volgende taken: - Nieuwe bodemenergiesystemen dienen aan het bodemenergieplan te worden getoetst. Dit om te beoordelen of het beoogde bodemenergiesysteem binnen de gestelde randvoorwaarden van het plan past. Maar ook om te garanderen dat het nieuwe systeem toekomstige ontwikkelingen niet belemmert /DB/

42 - Om het bodemenergieplan up-to-date te houden, wordt aanbevolen om een overzicht bij te houden van alle gerealiseerde systemen. De bodemenergiecoördinator kan hiermee sturen op afstemming van verschillende ontwikkelingen zodat bijvoorbeeld voor diverse kleinere ontwikkelingen collectieve oplossingen bedacht kunnen worden. Ontwikkelingen die minder capaciteit gebruiken dan hiervoor gereserveerd is, kunnen wellicht voorzien in de energievraag van anderen door het uitwisselen van energie. Hiermee kan worden gestuurd op een optimaal gebruik van de bodem. - Om ervoor te zorgen dat verschillende partijen van dezelfde uitgangspunten uitgaan bij het aanvragen van een vergunning is het aan te bevelen dat van hetzelfde grondwatermodel gebruik gemaakt wordt. Geadviseerd wordt om één grondwatermodel te maken voor het gehele plangebied. Dit model kan telkens worden aangevuld met de revisiegegevens van gerealiseerde systemen. Hiermee wordt meteen gegarandeerd dat deze revisiegegevens op een centraal punt worden opgeslagen. Zodoende gaan alle gebruikers uit van hetzelfde gekalibreerde model en ontstaat geen discussie over de grootte van de berekende effecten. Het beheer van dit model ligt bij de bodemenergiecoördinator. 8.3 Juridische verankering Om het plangebied juridisch te verankeren, dient de gemeente het gebied aan te wijzen als interferentiegebied. Hierdoor worden alle gesloten systemen binnen dit plangebied vergunningplichtig. In het beleid dat wordt gekoppeld aan dit interferentiegebied dienen regels te worden opgenomen die de toepassing van gesloten bodemenergiesystemen beperkt. De uiteindelijke invulling van de beleidsregels dient in overleg met de gemeente Amsterdam worden bepaald /DB/

43 BIJLAGE 1 Belangen gesloten systeem Houthaven

44 Tabel B1.1 Coordinaten bronnen binnen plangebied naam type systeem type bron x-coordinaat y-coordinaat WKO Danzigerkade 9 recirculatie injectie recirculatie onttrekking WKO Ydek doublet warm doublet koud WKO Barts2 doublet warm doublet koud Sole (Koivistokade) 1 monobron warm (boven) monobron koud (onder) Pontsteiger 1 doublet warm doublet koud Mediahaven gesloten gesloten beoogd systeem, exacte bronlocatie nog niet bekend 2 middelpunt lussenveld bepaald

45 BIJLAGE 2 Data bouwontwikkelingen Minervahaven en Pontsteiger Tabel B2.1 Overzicht bouwvolumes ontwikkelingen Minervahaven (bron: Haven Amsterdam) cluster woningen [m 2 bvo] utiliteit [m 2 bvo] hotel [m 2 bvo] A B C D E F G H I J Pontsteiger totaal Houthaven Tabel B2.2 Overzicht bouwvolumes ontwikkelingen Houthaven (bron: Nuon) cluster woningen [aantal]* utiliteit [m 2 bvo] 1. Entreegebouw Knik + cluster Blok E1 + E E3a E3b E E E6 + E totaal * 1 woning = 100 m 2 bvo

46 BIJLAGE 3 Energievraag en energieconcepten Energievraag Minervahaven en Pontsteiger Om het bouwoppervlak om te rekenen naar debieten en waterhoeveelheden zijn de volgende stappen doorlopen (figuur B3.1). Hieronder worden deze stappen toegelicht. Figuur B3.1 Stappenplan van energievraag naar debiet en waterhoeveelheid bouwoppervlak energievraag gebouwzijdig energievraag bodemzijdig debiet en waterhoeveelheid Bouwoppervlak en gebouwzijdige energievraag De bouwontwikkelingen zijn weergeven in m² bruto vloeroppervlak (bvo), zie tabel B2.1. Op basis van het bouwoppervlak is een hoeveelheid warmte en koude ingeschat die het gebouw naar verwachting nodig heeft (gebouwzijdige energievraag). Hiervoor zijn de kengetallen in tabel B3.1 gebruikt. Deze kengetallen zijn gebaseerd op de Uniforme Maatlat en projectervaring. Tabel B3.1 Kengetallen vermogens en energie (bron: Uniforme Maatlat) koelvermogen [Wt/m²] koudevraag [kwh/m²] verwarmingsvermogen [Wt/m²] wonen (EPC = 0,6) utiliteit hotel warmtevraag [kwh/m²] Bodemzijdige energievraag De gebouwzijdige energievraag is vertaald in de bodemzijdige energievraag. Dit is de hoeveelheid warmte en koude die aan de bodem moet worden onttrokken om de gevraagde hoeveelheid energie te leveren. De bodemzijdige energievraag wordt berekend aan de hand van een energieconcept. De meest voorkomende energieconcepten zijn het monovalente concept en het bivalente concept. Uitleg over deze energieconcepten is te vinden in de volgende paragraaf. Het energieconcept van de ontwikkelingen in de Minervahaven is in de meeste gevallen nog niet vastgesteld. Het bodemenergieplan moet dus zodanig robuust worden ingericht, dat alle energieconcepten kunnen worden toegepast. Hiertoe dient het maximale ondergrondse ruimtebeslag door toepassing van bodemenergie inzichtelijk te worden gemaakt. Bij een monovalent energieconcept is hoeveelheid warmte en koude die een

47 bodemenergiesysteem levert het grootst. Daarom wordt dit concept toegepast bij de invulling van het bodemenergieplan. Debiet en waterhoeveelheid Als laatste wordt de bodemzijdige energievraag omgerekend naar een debiet en waterhoeveelheid per jaar. Hierbij wordt alleen gekeken naar de koudevraag, omdat deze leidend is in dit gedeelte het plangebied. De berekende debieten en waterhoeveelheden van de koudevraag vormen de basis voor de inrichting van het plangebied. Energieconcepten Het energieconcept bepaalt in welke mate de bodemenergie wordt ingezet om in de gebouwzijdige energievraag te voorzien. Er bestaan verschillende varianten. In het monovalente energieconcept wordt de totale koudelast direct vanuit het grondwatersysteem geleverd. De warmtelast wordt geleverd door de combinatie warmtepomp met grondwatersysteem (zie figuur B3.2). Bij dit energieconcept is de hoeveelheid warmte en koude die een bodemenergiesysteem moet leveren het grootst. Figuur B3.2 Monovalente koudeen warmtelevering De tweede variant is het bivalente energieconcept. Bij dit concept wordt de basislast voor koeling en verwarming geleverd met het bodemenergiesysteem. De pieklast van de koeling wordt geleverd met warmtepompen die als compressie-koelmachines functioneren. De

48 pieklast van de verwarming en het warm tapwater wordt door stadsverwarming of relatief goedkope ketels geleverd. Figuur B3.3 geeft dit concept weer. Figuur B3.3 Bivalente koude- en warmtelevering Energievraag Houthavens De uitgangspunten voor de ontwikkelingen op de Houthavens zijn bepaald in overleg met Nuon. Nuon hanteert de volgende kengetallen. Deze kengetallen geven de bodemzijdige energievraag weer. Uitgangspunt is dat de hoeveelheid warmte gelijk is aan de hoeveelheid koude. Tabel B3.2 Kengetallen voor vermogens en energie (bron: Nuon) koelvermogen [Wt/m²] woning* utiliteit * 1 woning = 100 m 2 bvo koudevraag [kwh/m²] Debiet en waterhoeveelheid De bodemzijdige energievraag wordt omgerekend naar een debiet en waterhoeveelheid per jaar. Hierbij wordt alleen gekeken naar de koudevraag, omdat deze leidend is in dit gedeelte het plangebied. De berekende debieten en waterhoeveelheden van de koudevraag vormen de basis voor de inrichting van het plangebied.

49 BIJLAGE 4 Plankaart

50

Masterplan Bodemenergie Stationskwartier

Masterplan Bodemenergie Stationskwartier Masterplan Bodemenergie Stationskwartier Gemeente Breda Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Ruimtelijke ontwikkeling, Wonen en Milieu Postbus 90156 4800 RH BREDA Contactpersoon: mevr. S.B. Schripsema

Nadere informatie

WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld. Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012

WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld. Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012 WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012 Inhoud 1. Introductie 2. Inventarisatie a. Bodemgeschiktheid b. Bouwontwikkelingen c. Omgevingsbelangen

Nadere informatie

Bodemenergieplan Science Park Amsterdam

Bodemenergieplan Science Park Amsterdam Bodemenergieplan Science Park Amsterdam -DEFINITIEF- Opdrachtgevers Projectbureau NWO Postbus 93138 2509 AC DEN HAAG Contactpersoon: dhr. J. van Echtelt Gemeente Amsterdam Projectbureau Zuidoostlob Postbus

Nadere informatie

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen Open en gesloten WKO systemen Open systemen Een kenmerk van open systemen is dat er grondwater onttrokken en geïnfiltreerd wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen doubletsystemen, monobronsystemen

Nadere informatie

Masterplan energieopslag Kop Zuidas te Amsterdam

Masterplan energieopslag Kop Zuidas te Amsterdam Masterplan energieopslag Kop Zuidas te Amsterdam Opdrachtgever Gemeente Amsterdam Kop Zuidas Postbus 79092 1070 NC AMSTERDAM Contactpersoon: mevrouw A. de Jong Adviseur bodemenergie IF Technology Velperweg

Nadere informatie

Effectenstudie. Onderwerp: Bodemenergiesysteem Hudson Bay Amstelveen Datum: Referentie: 16BB161

Effectenstudie. Onderwerp: Bodemenergiesysteem Hudson Bay Amstelveen Datum: Referentie: 16BB161 Effectenstudie Onderwerp: Bodemenergiesysteem Hudson Bay Amstelveen Datum: 5-1-2016 Referentie: 16BB161 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1. Aanleiding... 3 1.2. Bodemenergieplan... 3 1.3. Leeswijzer...

Nadere informatie

Bodemenergieplan. Medisch Centrum Slotervaart Amsterdam

Bodemenergieplan. Medisch Centrum Slotervaart Amsterdam Bodemenergieplan Medisch Centrum Slotervaart Amsterdam Bodemenergieplan Medisch Centrum Slotervaart Amsterdam Opdrachtgever Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West Plein 40-45 nr.1 Postbus 2003 1000 CA

Nadere informatie

Effectenstudie bodemenergiesysteem

Effectenstudie bodemenergiesysteem voor open bodemenergiesystemen: tot 50 m³/uur en 250.000 m³/jaar en dieper dan 20 m-mv Project: Kinder- en Jeugdcentrum Heliomare (KJC Zuid) en Multifunctionele sportaccomodatie (MFS) Projectlocatie: De

Nadere informatie

Notitie. 1. Inleiding

Notitie. 1. Inleiding Installect Rozenstraat 11 7223 KA Baak www.installect.nl W.H. Bruil T 0575 441187 wbruil@installect.nl Notitie Project : Sanquin Amsterdam Onderwerp : aanmeldingsnotitie voor de m.e.r.-beoordelingsplicht

Nadere informatie

Bodemenergieplan Waarderpolder en Oostradiaal

Bodemenergieplan Waarderpolder en Oostradiaal Reageren antwoord@haarlem.nl Meer informatie www.haarlem.nl Vragen 023 _ 511 51 15 Gemeente Haarlem Stadszaken Ruimtelijk Beleid en Milieu Ontwerp Bodemenergieplan Waarderpolder en Oostradiaal Haarlem,

Nadere informatie

Effectenstudie. Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: Referentie: 16BB128

Effectenstudie. Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: Referentie: 16BB128 Effectenstudie Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: 1-2-2017 Referentie: 16BB128 Inhoudsopgave Effectenstudie...1 Inhoudsopgave...2 1. Inleiding...3 1.1. Aanleiding...3 1.2. Leeswijzer...3

Nadere informatie

Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015

Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Delft Nr. 172372 4 oktober 2017 Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 Met het per 1-7-2013 van kracht zijnde Besluit bodemenergiesystemen

Nadere informatie

Bodemenergieplan Bedrijventerrein A12 (Noord en Zuid)

Bodemenergieplan Bedrijventerrein A12 (Noord en Zuid) Bodemenergieplan Bedrijventerrein A12 (Noord en Zuid) Gemeente Ede Opdrachtgever Gemeente Ede Postbus 9022 6710 HK EDE Contactpersoon: dhr. Erik van Tol Adviseur bodemenergie IF Technology Velperweg 37

Nadere informatie

Effectenstudie bodemenergiesysteem

Effectenstudie bodemenergiesysteem voor open bodemenergiesystemen: tot 50 m³/uur en 250.000 m³/jaar en dieper dan 20 m-mv Project: Projectlocatie: OLO-nummer: Datum: Referentie: Vergunningaanvrager: Adviseur: Klik hier als u een datum wilt

Nadere informatie

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen 1 juli 2014 zaaknummer 2013-018143 Beleidsregels masterplannen bodemenergie Gelderland 2014 GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 6.4, eerste

Nadere informatie

Masterplan open bodemenergiebronnen De Dam I. Stadsdeel Centrum, Amsterdam

Masterplan open bodemenergiebronnen De Dam I. Stadsdeel Centrum, Amsterdam Masterplan open bodemenergiebronnen De Dam I Stadsdeel Centrum, Amsterdam Masterplan open bodemenergiebronnen De Dam I Stadsdeel Centrum, Amsterdam Masterplan open bodemenergiebronnen De Dam I Stadsdeel

Nadere informatie

Bodemenergieplan Buiksloterham. Plan voor stimuleren en ordening van bodemenergie

Bodemenergieplan Buiksloterham. Plan voor stimuleren en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan Buiksloterham Plan voor stimuleren en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan Buiksloterham Plan voor stimuleren en ordening van bodemenergie DEFINITIEF Opdrachtgever Gemeente Amsterdam

Nadere informatie

Thermische energie uit oppervlaktewater. Business case stadhuis Harderwijk

Thermische energie uit oppervlaktewater. Business case stadhuis Harderwijk Thermische energie uit oppervlaktewater Business case stadhuis Harderwijk Colofon Datum 28 februari 2018 Referentie Betreft Behandeld door Gecontroleerd door Versienummer 67149/LH/20180228 Thermische

Nadere informatie

White Paper Warmtepompsysteem

White Paper Warmtepompsysteem White Paper Warmtepompsysteem Inleiding Een warmtepompsysteem is voor veel mensen inmiddels een bekend begrip, toch ontstaat er nog steeds veel onduidelijkheid over de werking van het systeem. Dit blijkt

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie

Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan gemeente Dordrecht Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Opdrachtgever Gemeente Dordrecht Spuiboulevard 300 Postbus 8 3300

Nadere informatie

Bodemenergieplan Nieuw Delft. Ordeningsplan voor de ondergrond

Bodemenergieplan Nieuw Delft. Ordeningsplan voor de ondergrond Bodemenergieplan Nieuw Delft Ordeningsplan voor de ondergrond Bodemenergieplan Nieuw Delft Ordeningsplan voor de ondergrond Bodemenergieplan Nieuw Delft Ordeningsplan voor de ondergrond Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Bodemenergie in de gemeente Arnhem

Bodemenergie in de gemeente Arnhem Bodemenergie in de gemeente Arnhem Congres ILB 14 februari 2012 Marc van der Burght Beleidsadviseur Energie en Bodem Open systeem Gesloten systeem 1 Arnhem wil bodemenergie als bron van duurzame energie

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

Bodemenergieplan Centrumgebied Rotterdam

Bodemenergieplan Centrumgebied Rotterdam Bodemenergieplan Centrumgebied Rotterdam Hoofddocument definitief Opdrachtgever Rotterdam Climate Initiative Gemeente Rotterdam Postbus 70012 3000 KP ROTTERDAM T 010-267 29 28 Contactpersoon: dhr. W. Verhoeven

Nadere informatie

Bodemenergieplan gemeente Dordrecht. Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie

Bodemenergieplan gemeente Dordrecht. Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan gemeente Dordrecht Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie 3 juni 2015 Bodemenergieplan gemeente Dordrecht Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Opdrachtgever Gemeente

Nadere informatie

Bodemenergieplan Doornsteeg Nijkerk. Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie

Bodemenergieplan Doornsteeg Nijkerk. Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan Doornsteeg Nijkerk Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan Doornsteeg Nijkerk Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie DEFINITIEF Opdrachtgever Adviseur

Nadere informatie

Warmte Koude Opslag. Wat is WKO? Diep onder Drenthe

Warmte Koude Opslag. Wat is WKO? Diep onder Drenthe Warmte Koude Opslag Wat is WKO? Diep onder Drenthe Klimaatbestendig Drenthe Klimaatveranderingen van vele eeuwen zijn nog steeds zichtbaar in het Drentse landschap. Voorbeelden hiervan zijn de Hondsrug

Nadere informatie

Bodemenergieplan. TU Delft en omgeving

Bodemenergieplan. TU Delft en omgeving Bodemenergieplan TU Delft en omgeving Bodemenergieplan TU Delft en omgeving Bodemenergieplan TU Delft en omgeving Opdrachtgever TU Delft Directie Facilitiair Management & Vastgoed Kluyverweg 6 Postbus

Nadere informatie

Bodemenergieplan IBF Heerenveen. Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie

Bodemenergieplan IBF Heerenveen. Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan IBF Heerenveen Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie Bodemenergieplan IBF Heerenveen Plan voor stimulering en ordening van bodemenergie 28 oktober 2014 Bodemenergieplan

Nadere informatie

Bijlage 1: Kaart Aanwijzing Interferentiegebied

Bijlage 1: Kaart Aanwijzing Interferentiegebied Bijlage 1: Kaart Aanwijzing Interferentiegebied Toelichting Algemeen Artikel 1 Begripsomschrijving Op 1 juli 2013 treedt het Besluit bodemenergiesystemen in werking. Het besluit bevat regels over het installeren

Nadere informatie

Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 Artikel 1. De rechtsgronden Artikel 2. Begripsomschrijving

Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 Artikel 1. De rechtsgronden Artikel 2. Begripsomschrijving Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 Met het per 1-7-2013 van kracht zijnde Besluit bodemenergiesystemen wil de rijksoverheid toepassing van bodemenergie stimuleren en een impuls

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00511178 ODH-2018-00028002 0 3 MEI 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking Besluit m.e.r. 499409 ODH-2018-00001310 1 8 JAN. 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

1 f. Alto.. Engineering the earth. r-- College van Gedeputeerde Staten van Utrecht t.a.v. mevr. C. Marskamp Postbus TH UTRECHT

1 f. Alto.. Engineering the earth. r-- College van Gedeputeerde Staten van Utrecht t.a.v. mevr. C. Marskamp Postbus TH UTRECHT GESCAND - 033 0 2. 0 2. 2012 r-- Alto.. 1 f College van Gedeputeerde Staten van Utrecht t.a.v. mevr. C. Marskamp Postbus 80300 3508 TH UTRECHT IF Technology velperweg 37 6824 BE Arnhem Postbus 6o5 6800

Nadere informatie

1 Inleiding en projectinformatie

1 Inleiding en projectinformatie Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de

Nadere informatie

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y = Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Projectbureau Leidsche Rijn voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de aanleg van een duiker in de Veldhoenwetering, deelgebied

Nadere informatie

Bronverplaatsing. Verplaatsing bestaande bronnen wko Datum: 12 maart Gecontroleerd door: Wilfried Huis in t Veld. Samenvatting van de vergunning

Bronverplaatsing. Verplaatsing bestaande bronnen wko Datum: 12 maart Gecontroleerd door: Wilfried Huis in t Veld. Samenvatting van de vergunning 12 maart 2015 Bronverplaatsing Project: Jaarbeurs Utrecht Onderwerp: Verplaatsing bestaande bronnen wko Datum: 12 maart 2015 Referentie: 64319/WH/20150312 Auteur: Hetty Mathijssen Gecontroleerd door: Wilfried

Nadere informatie

Bodemenergieplan Centrumgebied Rotterdam

Bodemenergieplan Centrumgebied Rotterdam Bodemenergieplan Centrumgebied Rotterdam Achtergronddocument definitief Opdrachtgever Rotterdam Climate Initiative Gemeente Rotterdam Postbus 70012 3000 KP ROTTERDAM T 010-267 29 28 Contactpersoon: dhr.

Nadere informatie

Bodemenergieplan 2 e Daalsedijk en Cartesiusdriehoek te Utrecht. Projectnummer: C17020 Status: definitief 25 oktober 2018

Bodemenergieplan 2 e Daalsedijk en Cartesiusdriehoek te Utrecht. Projectnummer: C17020 Status: definitief 25 oktober 2018 Bodemenergieplan 2 e Daalsedijk en Cartesiusdriehoek te Utrecht Projectnummer: C17020 Status: definitief 25 oktober 2018 Colofon Auteur Niels Schuurman (Buro Bron) Ko Hage (TTE) Coen Dijxhoorn (Buro Bron)

Nadere informatie

DNB Cashcentrum Zeist Geohydrologisch vooronderzoek bodemenergie

DNB Cashcentrum Zeist Geohydrologisch vooronderzoek bodemenergie DNB Cashcentrum Zeist Geohydrologisch vooronderzoek bodemenergie Betreft Geohydrologisch vooronderzoek bodemenergie Behandeld door Femke van Aken Gecontroleerd door Stijn Verplak Versienummer 1 OPDRACHTGEVER

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Beleidsregel open bodemenergiesystemen in bodemenergieplannen Zuid-Holland 2016

PROVINCIAAL BLAD. Beleidsregel open bodemenergiesystemen in bodemenergieplannen Zuid-Holland 2016 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zuid-Holland. Nr. 8608 29 december 2015 Beleidsregel open bodemenergiesystemen in bodemenergieplannen Zuid-Holland 2016 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Wolf Dikken adviseurs t.a.v. de heer R.T.M. Wolf Plein 4 2291 CC WATERINGEN omgevingsdienst Bezoelodres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E

Nadere informatie

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 2 februari 2006 Kenmerk N001-4425137TER-pla-V01-NL 1.1 Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland 1 en boorgegevens

Nadere informatie

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00496929 ODH-2017-00107215 2 4 OKT. 2017 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

1.2 Adres van de initiatiefnemer Naam bedrijf/instelling: Geomec4p realisatie en exploitatie bv Rietgorsweg 6, 3356 LJ Papendrecht

1.2 Adres van de initiatiefnemer Naam bedrijf/instelling: Geomec4p realisatie en exploitatie bv Rietgorsweg 6, 3356 LJ Papendrecht Project: hoge temperatuuropslag GeoMEC te Brielle Onderwerp: aanmeldingsnotitie voor de vormvrije m.e.r.-beoordelingsplicht Datum: 08-05-2011 Referentie: 26.468/58182/BG 0. Inleiding Voor het glastuinbouw

Nadere informatie

VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET verleend aan Woningcorporatie Lefier Ontwikkelbedrijf De activiteit water in de bodem brengen en eraan ontrekken (Locatie: Berkenstraat 2

Nadere informatie

Verordening bodemenergiesystemen gemeente Dordrecht

Verordening bodemenergiesystemen gemeente Dordrecht CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR600026_1 11 maart 2016 Verordening bodemenergiesystemen gemeente Dordrecht De raad van de gemeente Dordrecht, gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET (ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET verleend aan Telecom Service Leek B.V. De activiteit water in de bodem brengen of eraan te onttrekken Locatie: De Hoogte 1 leek

Nadere informatie

Bodemenergieplan Goese Diep Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II

Bodemenergieplan Goese Diep Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II Bodemenergieplan Goese Diep Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II Groenholland Geo-energiesystemen Rapport GHNL 06/08/2018 Bodemenergieplan Goese Diep Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II

Nadere informatie

Ervaringen met gesloten bodemenergiesystemen in Goes. Dag van de Zeeuwse Bodem - 21 april 2016 Ronald Wennekes - IF Technology

Ervaringen met gesloten bodemenergiesystemen in Goes. Dag van de Zeeuwse Bodem - 21 april 2016 Ronald Wennekes - IF Technology Ervaringen met gesloten bodemenergiesystemen in Goes Dag van de Zeeuwse Bodem - 21 april 2016 Ronald Wennekes - IF Technology 1 Inhoud 1. Bodemenergie in het kort 2. Melding en vergunning gesloten systemen

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y = Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Bouwbedrijf De Waal voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een kelder aan de Duwboot 2 te Houten. De projectlocatie

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. REIKWIJDTE BELEIDSKADER

1. INLEIDING 2. REIKWIJDTE BELEIDSKADER 1. INLEIDING In het POL 2006 is vastgelegd dat de Provincie Limburg warmte en koude opslag (WKO) actief zal stimuleren, rekening houdend met de belangen van grondwaterkwaliteit en grondwateronttrekkingen.

Nadere informatie

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: 110301.001725) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ Nijkerk Het betreft het plangebied voor het toekomstige

Nadere informatie

Verkorte Effectenstudie. Bodemenergiesysteem Danzigerkade 9 - Amsterdam. Dit rapport is opgesteld in opdracht van Dedato ontwerpers en architecten

Verkorte Effectenstudie. Bodemenergiesysteem Danzigerkade 9 - Amsterdam. Dit rapport is opgesteld in opdracht van Dedato ontwerpers en architecten VHGM Deken Zondaglaan 51 2114 EB Vogelenzang (N-H) Verkorte Effectenstudie Bodemenergiesysteem Danzigerkade 9 - Amsterdam Dit rapport is opgesteld in opdracht van Dedato ontwerpers en architecten KENMERK

Nadere informatie

Masterplan Bodemenergie

Masterplan Bodemenergie Masterplan Bodemenergie Gemeente Amersfoort Opdrachtgever Gemeente Amersfoort T.a.v. de heer P.P.J. Camps Postbus 4000 3800 EA AMERSFOORT Adviseur IF Technology bodemenergiesysteem Velperweg 37 Postbus

Nadere informatie

BESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL

BESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL BESLUIT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 7.17 lid 1 VAN DE WET MILIEUBEHEER (BEOORDELINGSPLICHT m.e.r.) Indiener Aanmeldnotitie betreft Locatie : BAM Energy Systems. : Grondwateronttrekking ten behoeve van een bodemenergiesysteem

Nadere informatie

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling Aan Waternet, T.a.v. de afdeling vergunningverlening & handhaving, Korte Ouderkerkerdijk 7, 1096 AC Amsterdam Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling In het kader van project De Nieuwe N200 zal de

Nadere informatie

Bodemenergieplan Merwedekanaalzone te Utrecht

Bodemenergieplan Merwedekanaalzone te Utrecht Bodemenergieplan Merwedekanaalzone te Utrecht Projectnummer: C17020 Status: definitief 25 oktober 2018 Colofon Auteur Niels Schuurman (Buro Bron) Ko Hage (TTE) Coen Dijxhoorn (Buro Bron) Datum 25 oktober

Nadere informatie

Bodemenergieplan. RijswijkBuiten

Bodemenergieplan. RijswijkBuiten Bodemenergieplan RijswijkBuiten Bodemenergieplan RijswijkBuiten Bodemenergieplan RijswijkBuiten DEFINITIEF Opdrachtgever Programmabureau RijswijkBuiten Van Rijnweg 1d Postbus 5305 2280 HH RIJSWIJK T 070-326

Nadere informatie

Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012

Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012 Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012 1 Hypothese Een onttrekking van 10 m³/uur met één bron heeft dezelfde hydrologische

Nadere informatie

Bodemenergieplan Mannee Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II

Bodemenergieplan Mannee Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II Bodemenergieplan Mannee Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II Groenholland Geo-energiesystemen Rapport GHNL 0150790 25/09/2015 Bodemenergieplan Mannee Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II

Nadere informatie

Kwaliteitsborging Bodemenergie

Kwaliteitsborging Bodemenergie Kwaliteitsborging Bodemenergie van het gas af met behoud van comfort 11 oktober 2018 Energiebeurs ir. H.J.(Henk) Broekhuizen Wat is het? Bodemenergie? Kwaliteitsborging met BRL s Randvoorwaarden voor succes.

Nadere informatie

Lessons learned KWO praktijkervaringen bodemenergie in NL. Bijeenkomst WCTB Sanne de Boer - IF Technology 21 oktober 2014

Lessons learned KWO praktijkervaringen bodemenergie in NL. Bijeenkomst WCTB Sanne de Boer - IF Technology 21 oktober 2014 Lessons learned KWO praktijkervaringen bodemenergie in NL Bijeenkomst WCTB Sanne de Boer - IF Technology 21 oktober 2014 Praktijkervaringen met Bodemenergie Open of Gesloten systemen?.... Allebei geschikt!

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; Verordening bodemenergiesystemen gemeente Papendrecht De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; gelet op de artikelen

Nadere informatie

De Verordening gesloten bodemenergiesystemen TU Delft en omgeving 2013 vast te stellen.

De Verordening gesloten bodemenergiesystemen TU Delft en omgeving 2013 vast te stellen. 1301110 Verordening gesloten bodemenergiesystemen TU Delft en omgeving 2013 De raad van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van 14 mei 2013 gelet op de artikelen 121 en 147 van de Gemeentewet,

Nadere informatie

WKO en sanering gecombineerd in Spoorzone Woerden

WKO en sanering gecombineerd in Spoorzone Woerden WKO en sanering gecombineerd in Spoorzone Woerden Ko Hage (TTE) Delft, 1 december 2010 TTE consultants verbinden van ondergrond en bovengrond - Opgericht in 1999 door drie ingenieurs (The Three Engineers)

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00513856 ODH-2018-00046784 2

Nadere informatie

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam Notitie Projectleider drs. A.J. (Arjan) Varkevisser Adviseur drs I.A. (Inger) de Groot Datum 19 november 2013 Kenmerk N001-1217942AJA-vvv-V01-NL Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt

Nadere informatie

Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII

Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII Stichting Spaarnesant 04 februari 2014 9X3803 Entrada 301 Postbus 94241 1090 GE Amsterdam +31 20 569 77 00 Telefoon 020-5697701 Fax info@amsterdam.royalhaskoning.com

Nadere informatie

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging Aan Omgevingsdienst West-Holland Behandeld door Eline Heemskerk T.a.v. De heer H.M. de Boo E eline.heemskerk@mwhglobal.com Van E. Heemskerk T 015-7511880 Betreft Actualiserend bodemonderzoek Van Leeuwenpark

Nadere informatie

Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject N381 Drachten Drentse grens

Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject N381 Drachten Drentse grens Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject 381 Drachten Drentse grens Rapportage Auteur: C.H. van Immerzeel 15 oktober 2010 - IDO-Doesburg B.V. 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Uitgangspunten en

Nadere informatie

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018 Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018 De raad van de gemeente Groningen; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. [datum]; Gelet

Nadere informatie

Effectenstudie open bodemenergiesysteem. G-pier op Schiphol

Effectenstudie open bodemenergiesysteem. G-pier op Schiphol G-pier op Schiphol Effectenstudie open bodemenergiesysteem G-pier op Schiphol Effectenstudie open bodemenergiesysteem G-pier op Schiphol Effectenstudie open bodemenergiesysteem Deze studie is geen ontwerpdocument

Nadere informatie

datum ondertekening; bron bekendmaking

datum ondertekening; bron bekendmaking Behoort bij raadsbesluit zaaknr. 9901 Wetstechnische informatie GEGEVENS VAN DE REGELING Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Realisatie WKO. WKO-coach Drenthe - Voorlichtingsbijeenkomst WKO

Realisatie WKO. WKO-coach Drenthe - Voorlichtingsbijeenkomst WKO Realisatie WKO WKO-coach Drenthe - Voorlichtingsbijeenkomst WKO 1 Bouwopgave: Case: realisatie 4 woontorens, totaal 200 appartementen 2 gemeente convenant (stap 2) duurzame ambities DE scan besluit gemeenteraad

Nadere informatie

De ondergrond als basis voor een duurzame toekomst.

De ondergrond als basis voor een duurzame toekomst. De ondergrond als basis voor een duurzame toekomst. Bodemenergie in Haarlem Marc van Someren (Bodem en Water Consultancy) 14 februari 2012 ILB Congres Media Plaza - Utrecht De ondergrond als basis voor

Nadere informatie

Stadhuisplein te Eindhoven

Stadhuisplein te Eindhoven Stadhuisplein te Eindhoven Masterplan koude-/warmteopslag in de bodem Opdrachtgever Gemeente Eindoven Waagstraat 1 Postbus 90150 5600 RB EINDHOVEN T 040-238 61 02 E a.verboom@eindhoven.nl Contactpersonen:

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR301360_1

CVDR. Nr. CVDR301360_1 CVDR Officiële uitgave van Rotterdam. Nr. CVDR301360_1 3 juli 2018 Verordening bodemenergiesystemen Rotterdam Gemeenteblad 2013 Verordening bodemenergiesystemen Rotterdam De Raad van de gemeente Rotterdam,

Nadere informatie

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y =

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y = Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsbedrijf Vathorst voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het bouwrijp maken van deelgebied Boulevard Oost van Vinex

Nadere informatie

Potentieel thermische energie uit oppervlaktewater (TEO)

Potentieel thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) Potentieel thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) Beheergebied van Waterschap Rijn en IJssel Eindrapportage 7 juli 2017 1 Voorblad Opdrachtgevers: Waterschap Rijn en IJssel Postbus 148 7000 AC Doetinchem

Nadere informatie

DNB Cashcentrum Zeist Effectenstudie open bodemenergiesysteem

DNB Cashcentrum Zeist Effectenstudie open bodemenergiesysteem DNB Cashcentrum Zeist Effectenstudie open bodemenergiesysteem Betreft DNB Cashcentrum Zeist Behandeld door Femke van Aken Gecontroleerd door Stijn Verplak Versienummer 1 ADVISEUR BODEMENERGIE IF Technology

Nadere informatie

1 b-g I 5213 JG 's-hertogenboschl Gildekamp 8 I 5431 SP Cuijk Postbus 88 I 5430 AB Cuijk (0485) I

1 b-g I 5213 JG 's-hertogenboschl Gildekamp 8 I 5431 SP Cuijk Postbus 88 I 5430 AB Cuijk (0485) I Victorialaan 1 b-g I 5213 JG 's-hertogenboschl Gildekamp 8 I 5431 SP Cuijk Postbus 88 I 543 AB Cuijk (485) 338 3 info@odbn.nl I www.odbn.nl Wijziging Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie

Nadere informatie

Kansrijke WKO concepten

Kansrijke WKO concepten Kansrijke WKO concepten Wilfried Huis in t Veld IF Technology Kansen voor bodemenergie? Beperken van: - emissie broeikasgassen: Verdrag Kyoto, Kopenhagen? - afhankelijkheid van fossiele brandstoffen Hoger

Nadere informatie

Energieopslag TU Delft

Energieopslag TU Delft Energieopslag TU Delft Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 januari 2012 / rapportnummer 2443 62 1. Oordeel over het MER De Technische Universiteit Delft (TUD) heeft het voornemen om een ondergronds

Nadere informatie

bevoegd gezag gesloten in de praktijk zeer weinig voorkomt.

bevoegd gezag gesloten in de praktijk zeer weinig voorkomt. telefoon 085-4862450 www.sikb.nl Pagina 1 van 9 OVERZICHT WIJZIGINGEN BUM S EN HUMS S BODEMENERGIE OKTOBER 2015 Voorgenomen wijzigingen in versie 2.4 ten opzichte van versie 2.3 Tabel 1. Wijzigingen BUM

Nadere informatie

Begeleidende notitie bij bodemenergie kansenkaarten Achterhoek

Begeleidende notitie bij bodemenergie kansenkaarten Achterhoek Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 20 maart 2013 2 Begeleidende notitie bij bodemenergie kansenkaarten Achterhoek BODEMENERGIE KANSENKAARTEN ACHTERHOEK Bodemenergie wordt toegepast

Nadere informatie

Bodemenergieplan Beurskwartier te Utrecht

Bodemenergieplan Beurskwartier te Utrecht BODEMENERGIEPLAN BEURSKWARTIER UTRECHT Bodemenergieplan Beurskwartier te Utrecht Projectnummer: C17020 Status: definitief 3 mei 2018 BODEMENERGIEPLAN BEURSKWARTIER UTRECHT Colofon Auteur Niels Schuurman

Nadere informatie

Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft

Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Delft. Nr. 55896 23 juni 2015 Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft De raad van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Een goed ontwerp voor 50 jaar bedrijfszekerheid

Een goed ontwerp voor 50 jaar bedrijfszekerheid Een goed ontwerp voor 50 jaar bedrijfszekerheid Ronald Wennekes IF Technology bv, Arnhem Inhoud 1. Fasering 2. Ontwerp en kwaliteitseisen 3. Voorbeelden 1 1 Fasering 1. Programma / haalbaarheid 2. Ontwerp

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg Notitie Contactpersoon Johannes Weemstra Datum 21 november 2012 Kenmerk N003-1210450WEJ-rrt-V01-NL Geohydrologische situatie Burg. Slompweg 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Steenwijkerland heeft

Nadere informatie

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar

Nadere informatie

Onderzoek naar interferentie. tussen open en gesloten bodemenergiesystemen

Onderzoek naar interferentie. tussen open en gesloten bodemenergiesystemen Onderzoek naar interferentie tussen open en gesloten bodemenergiesystemen Onderzoek naar interferentie tussen open en gesloten bodemenergiesystemen Onderzoek naar interferentie tussen open en gesloten

Nadere informatie

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = 168.480 en Y = 448.450

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = 168.480 en Y = 448.450 Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het bouwrijp maken van deelgebied De Buurtstede

Nadere informatie