BEGELEIDINGS- BUNDEL KIC 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BEGELEIDINGS- BUNDEL KIC 1"

Transcriptie

1 BEGELEIDINGS- BUNDEL KIC 1

2 Dankzij wie lees je dit De vernieuwde Instructeursvorming kwam tot stand dankzij noeste arbeid van de werkgroep KIC en de commissie Vorming. De volgende mensen sleutelden aan doelstellingen, theorieën en methodieken, deden naleeswerk, enzovoort: Karlien Winnelinckx, Maarten Ghequire, Tom Coucke, Broes De Cat, Marijn De Bont, Tom Herremans, Jeroen Van den Branden, Ine Bormans, Wouter Deferme, Veerle De Winter, Joeri Meers, Pieter Billiet, Tine Luyten, Vaeze 2

3 Dagschema KIC 1 Vrijdag uur Onthaal uur Kennismaking in leefgroep + oefeningen groepsdynamica + korte naverwerking + verwachtingen formuleren uur Leven in de ploeg 23 uur -... Laver Zaterdag 8 9 uur Ontbijt + start van de dag uur Taken van een kaderploeg en reflectie uur Pauze uur SOM - kennismaking uur 14 uur Middagpauze uur Nabespreking oefeningen groepsdynamica + introductie axenroos + de axenroos gebruiken uur Vieruurtje (+ keuze vormingsmoment KIC 2) + groepsspel uur Begeleiden op maat uur Avondmaal uur Deelnemers vormen deelnemers (vormingsmoment door KIC 2) uur Korte evaluatie vormingsmoment in leefgroep Met focus op begeleidingshouding uur Avondactiviteit 23 uur -... Laver Zondag 8 9 uur Ontbijt + start van de dag uur Feedback geven en krijgen uur Pauze uur Zelfevaluatie uur Evaluatie van de cursus en toelichting traject 3

4 Wees welkom... in deze bundel van de instructeursvorming van de Chiro. De KIC is een vorming met veel inhoud, diep doorgravend op soms zware thema s. Onze opdracht is dan ook bloedserieus: Wanneer het kader niet dient, dient het tot niks. We nemen de inhoud van de KIC au sérieux, daarom is deze bundel helaas geen humoristisch boek. De aanpak van de KIC is wel Chiro: speels, grappig, absurd, op maat van iedere deelnemer, maar met nog meer aandacht voor het groepsgevoel. Maak er iets moois van! Maar wat we dienen, is wel een speelse jeugdbeweging. Kinderen en jongeren gaan naar de Chiro omdat het er prettig is. Omdat ze er vrienden ontmoeten, omdat ze er zich kunnen uitleven. Dat lijkt op het eerste gezicht te evident om te vermelden. Maar dat is een van de voornaamste redenen van ons bestaan. De samenleving lijdt in toenemende mate aan de ziekte van de verzakelijking. Alles is serieus, alles moet efficiënt georganiseerd worden. Chiro niet. Chiro is humor, absurditeit. Door simpelweg te spelen, komt de realiteit in een ander daglicht te staan. Niets moet. Je kunt creatief je (spel)werkelijkheid veranderen, aanpassen. Het legt het fundament om (later) misschien de hele werkelijkheid te bekijken als veranderbaar. Wouter Van Besien in Overspel Roekeloze uitdagingen voor jeugdverantwoordelijken 4

5 Inhoudsopgave Dagschema KIC Wees welkom...4 Wat je vooraf moet weten...7 Het KIC-traject...7 Leefgroepsamenstelling...7 Deelnemingsvoorwaarden...7 Cursusvoorwaarden Eisen aan de organisatie...7 Suggesties bij samenstelling van de begeleidingsploeg...8 Doelstellingen voor KIC De blokken...11 Onthaal Doelstellingen Competenties binnen het instructeurstraject...12 Kennismaking en oefeningen groepsdynamica + peilen naar verwachtingen Doelstellingen Competenties binnen het instructeurstraject Overzicht en duur Materiaal Concrete aanpak...14 Leven in de ploeg Doelstellingen Competenties binnen een instructeurstraject Overzicht en duur Materiaal Theorie: Leven in de ploeg Concrete aanpak...20 Taken van een kaderploeg Doelstellingen Competenties in het instructeurstraject overzicht en duur Materiaal Theorie Concrete aanpak...25 Steun Op Maat (SOM) Doelstellingen Competenties in het instructeurstraject Overzicht en duur Materiaal Theorie Concrete aanpak...38 Groepsdynamica Doelstellingen Competenties binnen het instructeurstraject Overzicht en duur Materiaal Theorie Concrete aanpak...46 Vieruurtje + promotie vormingsmomenten + groepsspel Kort overzicht en aanpak Groepsspel...51 Begeleiden op maat Doelstellingen Competenties binnen een instructeurstraject Overzicht en duur Materiaal Theorie Concrete aanpak...52 Begeleidingshouding in vormingsmoment Doelstellingen Competenties binnen het instructeurstraject

6 6 3. Materiaal Praktisch...54 Nabespreking vormingsmoment Doelstellingen Competenties binnen het instructeurstraject Overzicht en duur Materiaal Theorie Concrete aanpak...56 Feedback geven en krijgen Doelstellingen Competenties binnen een instructeurstraject Overzicht en duur Materiaal Theorie Concrete aanpak...60 Zelfevaluatie ik als instructeur Doelstellingen Competenties in het instructeurstraject Overzicht en duur Materiaal Theorie Concrete aanpak...62 Het instructeurstraject en eindevaluatie Doelstellingen Competenties van het instructeurstraject Overzicht en duur Materiaal Theorie Concrete aanpak...65 Bijlagen...67

7 Wat je vooraf moet weten HET KIC-TRAJECT Het KIC-traject bestaat uit drie KIC-weekends, of voluit kaderinleidingscursus, die elk 16 uur en 40 minuten duren (vrijdagavond tot zondagmiddag). In het ideale geval volg je die in de logische volgorde van KIC 1, KIC 2 en tot slot KIC 3. Eventueel kan KIC 2 ook voor KIC 1. Hoe dan ook, KIC 3 vormt het eindpunt van de cursus, en dat is ook het startpunt van de stage. De KIC s worden begeleid door (ervaren) kadermedewerk(st)ers van de regio. Dat kunnen zowel gewesters, verbonders als nationale medewerk(st)ers van diensten, commissies of redacties zijn. De stage beslaat momenten (50 uur in totaal) die je binnen je kaderploeg of je engagement de mogelijkheid bieden om te bouwen aan je instructeursvaardigheden en -competenties, zoals een workshop voor groepsleiding uitwerken en organiseren, een Animatorcursus begeleiden, enz. Die stageactiviteiten vervul je op je eigen tempo. Om een instructeursstage te kunnen uitvoeren, heb je stagebegeleiding nodig. Die persoon is zelf instructeur, en is bij voorkeur iemand van je eigen ploeg. Zo kan de stagebegeleiding makkelijker tijd maken voor begeleidingsof coachingsgesprekken. Het is aangewezen om bij de start van je KIC-traject al een idee te hebben van wie voor jou goede stagebegeleiding zou zijn. Op het einde van je stage volg je een reflectiemoment. Tijdens die inhoudelijke sessie krijg je de kans om nog eens terug te blikken op waar het tijdens de vorming en stage uiteindelijk over ging. Het reflectiemoment wordt begeleid door mensen die deel uitmaken van de KIC-begeleidingsploeg. Aangezien je je stageperiode op eigen tempo mag afwerken, bieden de verschillende regio s op verschillende tijdstippen reflectiemomenten aan. Na afloop kun je je attest Instructeur in het Jeugdwerk zelf afprinten op en kun je het daar telkens herbekijken. Laat dit evenwel geen eindpunt zijn; blijf jezelf vragen stellen en help anderen vooruit om kwaliteitsvolle vorming en kaderwerking op punt te stellen. LEEFGROEPSAMENSTELLING De samenstelling van de leefgroepen is een beslissing die je best met de ploeg neemt. Intuïtief lijkt het het meest verrijkend om een gezonde mix te maken van jongens en meisjes (en x ), gewesters-verbonders-nationale medewerk(st)ers-beroepskrachten, leeftijden, ervaring, geografische achergrond, enz. Vergeet bij de inhoud van de blokken niet dat al die vrijwilligers uit ploegen komen met andere verwachtingen, en laat hen voornamelijk vertrekken vanuit hun eigen ervaring. Voor KIC 1 en KIC 2 zijn leefgroepen van een tiental deelnemers ideaal. De leefgroepen zijn dan net niet te groot zodat iedereen voldoende aan bod kan komen, maar ook niet te klein in het geval van een groep met relatief weinig ervaring of die minder spraakzaam is. Voor KIC 3 kunnen de leefgroepen nog ietsje kleiner gemaakt worden, tot een achttal personen. DEELNEMINGSVOORWAARDEN Je mag het KIC-traject aanvatten in het jaar dat je negentien wordt. Daarnaast moet je minstens één jaar leidingservaring hebben (honderd uur werken aan animatorcompetenties en/of een animatorattest hebben). De KIC s mikken in de eerste plaats op kadermedewerk(st)ers die vormingsmomenten begeleiden, georganiseerd door gewesten, verbonden of de bredere nationale werking. Die personen kunnen actief aangesloten zijn bij een kaderploeg, maar dat hoeft zeker niet. Nodig dus gerust ook freelancers uit voor de KIC s! Ook vrijwilligers uit andere jeugdbewegingen zijn welkom, maar zij moeten kunnen aantonen dat ze stagemogelijkheden hebben binnen hun huidige engagement. Leiding uit lokale groepen kan ook mee, op voorwaarde dat ze mogelijkheden hebben om hun stage uit te voeren. Het is de taak van de cursusverantwoordelijke/trekker om dat na te vragen. De KIC s kunnen voor lokale leiding in elk geval een opstap vormen naar een kaderploeg. CURSUSVOORWAARDEN EISEN AAN DE ORGANISATIE De eindverantwoordelijke van de cursus is de cursusverantwoordelijke. Die instructeur is inhoudelijk eigenaar van de cursus en begeleidde al KIC 1, KIC 2 en KIC 3. Omdat de KIC s afzonderlijke cursussen zijn, zijn er per regionaal KIC-weekend dus drie dergelijke cursusverantwoordelijken nodig. De cursusverantwoordelijken zijn het hele weekend aanwezig op de cursus. Bij hen kun je terecht met inhoudelijke vragen. De praktische organisatie gebeurt door een cursustrekker. Die persoon organiseert de vergaderingen, stelt een ploeg samen, zorgt dat alle methodiekenmateriaal gemaakt wordt, voorziet een deelnemersbrief, enzoverder. Een cursustrekker kan ook cursusverantwoordelijke zijn, maar dat hoeft niet. Er moeten per KIC minstens acht deelnemers zijn. Per dag mag er tussen 8 uur en 23 uur maximaal 10 uur vorming georganiseerd worden. De dagklapper en de competenties van de KIC s ligt vast en daar mag in principe niet van afgeweken worden. Per KIC moet er per vijftien deelnemers minstens één instructeur zijn. 7

8 SUGGESTIES BIJ SAMENSTELLING VAN DE BEGELEIDINGSPLOEG Het centrale thema van KIC 1 is (leef)groep en (kader)ploeg. Die KIC wordt bij voorkeur begeleid door mensen met enige ervaring met taken en werking van kaderploegen. Daarnaast lijkt het nuttig dat ze al wat begeleidingservaring hebben. 1 TRAJECTBOEKJE ANIMATOR Het centrale thema van KIC 2 is vorming. Die KIC wordt bij voorkeur begeleid door doorgewinterde vormingsmensen, met ervaring in enerzijds de cursus uitwerken en hem anderzijds begeleiden. Daarnaast beschikt KIC 2-begeleiding over een flinke portie geduld en maken ze van coaching hun levensmissie. TrajecTboekje deelnemer a boekje van: Het centrale thema van KIC 3 is coaching en evaluatie. Die KIC wordt bij voorkeur begeleid door personen met veel voeling voor mensen. KIC 3-begeleiding is zich sterk bewust van het belang van veiligheid creëren, is discreet en kan zich goed, vlot en genuanceerd uitdrukken. KIJK VOOR HET CONCRETE CURSUSAANBOD VAN JE WERKJAAR OP CHIRO.BE/CURSUSSEN. AAN DE SLAG MET HET TRAJECTBOEKJE OP KIC STAP 0: BOEKJES UITDELEN EN DE BEDOELING KADEREN (BEGIN EN TIJDENS CURSUS) De deelnemer ontvangt bij het begin van de cursus twee trajectboekjes: één van de overheid en één van de Chiro. Het deel van de Chiro is een echt werkinstrument, dit kan de deelnemer gebruiken om te reflecteren over zijn groeiproces tijdens het gehele traject (cursus, stage en reflectiemoment). Het is een werkinstrument, de deelnemer dus bepaalt zelf hoe ver hij/zij hierin meegaat. Het is echter wel belangrijk om minimaal enkele reflecties van doorheen de cursus en stage bij te houden. Geef de deelnemers bij voorkeur na elke blok een paar minuten tijd om te noteren in hun boekje. Deze input is cruciaal op het reflectiemoment en voor het behalen van het attest. Het bijhouden van elke stageactiviteit en de uren die daaraan gespendeerd zijn, is minder belangrijk, maar dit kan wel handig zijn om de stage goed op te volgen. De ruimte die voorzien is om reflecties van tijdens de cursus op te schrijven, is aangepast per cursus (enkel voor Animator, HA-weekends en KIC). STAP 1: VUL HET TRAJECTBOEKJE VAN DE OVERHEID IN (EINDE VAN DE CURSUS) Het officieel gedeelte van de Vlaamse overheid is een document waarmee de deelnemers zicht krijgen op de competenties en nadenken over waarin ze goed zijn en waaraan nog gewerkt moet worden. Dit officieel deel wordt op het einde van de cursus, op het einde van de stage en aan het einde van het reflectiemoment ingevuld door zowel de deelnemer als de cursus- en stagebegeleider. ]foto: dries vaes[ 8

9 Vul aan het einde van de cursus met elke deelnemer samen het boekje van de overheid in, op basis van de reflecties uit het Chiroboekje. Praktische elementen: De deelnemer vult zelf zijn eigen gegevens in (pag. 4) en de gegevens van de stageplaats (pag. 5) Je kan op voorhand stickers maken (of laten maken door je vrijgestelde) van de gegevens van je cursus (pag.4). Deze zijn toch voor alle deelnemers van dezelfde cursus dezelfde. Zo moet je dit niet dicteren aan de deelnemers. De competenties: Per competentie is er een rode hoofdbalk en daaronder een aantal witte balken voor de deelcompetenties: daarin duidt zowel de deelnemer als de cursusbegeleider aan in hoeverre de deelnemer deze competentie bezit.. Er is ook plaats voorzien om bij elke competentie wat extra uitleg te schrijven over specifieke sterke punten en werkpunten. Als cursusbegeleider vul je enkel de zaken aan waar expliciet cursus of cursusbegeleider staat. Overzichtspagina (na de competenties): ruimte voor de cursusgeleider om bedenkingen en feedback te noteren of om de belangrijkste sterke punten en werkpunten nog eens in de verf te zetten. Hoe pak je dit aan? Voer hierover een individueel coachingsgesprek met elke deelnemer. Laat vooral de deelnemer aan het woord en probeer door goede vragen te stellen tot de kern van de zaak te komen. De samenvatting daarvan kan je neerschrijven bij de competenties en als je meer ruimte nodig hebt ook op de overzichtspagina. Beoordelingspagina s: er is per trajectonderdeel (cursus, stage, reflectiemoment) een beoordelingspagina. Voor de cursus duidt je aan of de deelnemer geschikt is om aan de stage te beginnen. We gaan er vanuit dat elke deelnemer aan de stage kan beginnen na afloop van de cursus. Indien dit volgens jou niet het geval is, contacteer dan steeds de beroepskracht van je verbond of nationale ploeg of mail naar als tweede opinie. Bekijk steeds samen of er nog extra zaken ondernomen moeten worden door de deelnemer. BELANGRIJK: zorg dat alle gegevens zijn ingevuld en onderteken ook de beoordelingspagina. Als dit niet correct of onvolledig is ingevuld, kan de deelname aan het traject betwist worden door de overheid en kan de deelnemer zijn/haar attest mislopen! Omdat het veel tijd vraagt om alle competenties te evalueren bij KIC3, is er een verdeling gemaakt waarbij je bij elke KIC de meest toepasselijke competenties kan invullen. Zo is het boekje op het einde van KIC 3 volledig ingevuld, en wordt de tijd verspreid over de 3 KIC s. Het is belangrijk om bij elke competenties steeds zowel de hoofdcompetentie als de deelcompetenties in te vullen. Per competentie staan er ook werkpunten en sterktes. Deze mag je invullen als je er weet, als er dingen opgevallen zijn tijdens de cursus. BELANGRIJK: enkel de begeleiding van KIC3 mag op het einde op de beoordelingspagina invullen dat de cursus succesvol is afgerond! 9

10 Verdeling van de competenties over de verschillende KIC s KIC 1 1.Deelnemers begeleiden je past je manier van communiceren aan de deelnemers aan je weet wat de deelnemers kennen en kunnen en je houdt er rekening mee je hebt aandacht voor elke deelnemer en zijn plaats in de groep je kent de leefwereld van de deelnemers, je kent hun interesses en speelt daarop in je kent de evolutie en het groeiproces dat zowel de deelnemers als de groep doormaken en speelt daarop in 9. Communiceren met verschillende partners je communiceert met externen KIC 2 2. Vorming voorbereiden je bepaalt de competenties waaraan gewerkt wordt tijdens de vormingssessies je legt, samen met de andere instructeurs, op basis van de competenties waaraan gewerkt wordt, de inhoud, de vorm en de volgorde van de sessies vast je selecteert gepaste werkvormen en technieken of werkt ze uit om te werken aan de competenties tijdens vormingssessies 3. Vorming begeleiden je werkt aan de beoogde competenties aan de hand van geschikte en aangepaste werkvormen en technieken je houdt rekening met de vormingsbehoeften en verwachtingen van de deelnemers je motiveert de deelnemers om te leren 7. De eindverantwoordelijkheid nemen je voorziet in een duidelijk kader voor de vorming door afspraken te maken met de deelnemers je zorgt ervoor dat de afspraken worden nageleefd of bijgestuurd je hakt knopen door, je verantwoordt beslissingen en draagt de gevolgen ervan 8. Administratieve gegevens beheren je weet welke administratieve gegevens nodig zijn om de vorming te organiseren en de veiligheid te garanderen je registreert adminstratieve gegevens correct en houdt ze bij zodat ze bruikbaar zijn voor anderen je verwerkt administratieve gegevens correct en volgt ze op KIC 3 4. Vorming evalueren je gaat na of de beoogde competenties bereikt zijn je beoordeelt of de juiste werkvormen en technieken gehanteerd zijn en je formuleert verbeterpunten voor een volgende vorming 5. Over zichzelf reflecteren als instructeur je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in je rol als begeleider van deelnemers en gaat aan de slag met je verbeterpunten je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in het organiseren van vorming en je gaat aan de slag met je verbeterpunten 6. Deelnemers evalueren je schat de competenties van de deelnemers in en beoordeelt de competenties tijdens, en na afloop van de vorming je benoemt en bespreekt de groeikansen van en met de deelnemers, met respect voor de inbreng van de deelnemers 10

11 Doelstellingen voor KIC 1 VRIJDAG uur Onthaal uur Kennismaking in leefgroep + oefeningen groepsdynamica + korte naverwerking + verwachtingen formuleren uur Leven in de ploeg, De deelnemers leren elkaars naam en achtergrond kennen, er wordt gewerkt aan een veilige omgeving waarin alle deelnemers zich goed voelen. De deelnemers brengen verschillende opdrachten tot een goed einde. (De ervaringen tijdens dit blok worden verder in de cursus gebruikt om de theorie over groepsdynamica te illustreren)., De deelnemers kennen concrete voorbeelden van leven in de ploeg. De deelnemers weten waarom leven in de ploeg belangrijk is binnen hun kadertaak. De deelnemers worden geïnspireerd om ook in hun ploeg (nog meer) werk te maken van leven in de ploeg. ZATERDAG 8 9 uur Ontbijt + start van de dag uur Taken van een kaderploeg en reflectie De deelnemers kennen hun taak als kadermedewerk(st)er. De deelnemers kennen de taken van de verschillende kaderploegen. De deelnemers kennen concrete voorbeelden van taken. De deelnemers reflecteren over het belang van die taken in hun ploeg uur Pauze uur SOM kennismaking De deelnemers weten wat SOM inhoudt. De deelnemers kennen concrete voorbeelden van SOM. De deelnemers weten waarom SOM belangrijk is binnen hun kadertaak. De deelnemers wisselen uit over de concrete aanpak van SOM-situaties uur Middagpauze uur Groepsdynamica Deelnemers maken kennis met groepsdynamica en krijgen inzicht in een groepsproces. De deelnemers leren hoe ze zich als begeleiding het beste gedragen in verschillende fasen van groepsvorming. De deelnemers reflecteren over hun eigen gedrag, in het licht van de Roos van Leary uur Vieruurtje (+ keuze vormingsmoment KIC 2) + groepsspel uur Begeleiden op maat De deelnemers oefenen in groepsgesprekken begeleiden. De deelnemers geven feedback op de gevonden oplossingen. De deelnemers gebruiken de Roos van Leary om begeleidingsproblemen aan te pakken uur Avondmaal uur Deelnemers vormen deelnemers (vormingsmoment door KIC 2) Deelnemers formuleren feedback tijdens een inhoudelijk cursusblok. Deelnemers zijn zich bewust van het nut van verbreding uur Nabespreking vormingsmoment uur Avondactiviteit De deelnemers kunnen elementen van begeleiden op maat herkennen en hierover reflecteren. De deelnemers bundelen de theorie en hun ervaring tot de belangrijkste krachtlijnen om te komen tot begeleiden op maat. 11

12 ZONDAG 8 9 uur Ontbijt + start van de dag uur Feedback geven en krijgen Deelnemers weten hoe je feedback kunt geven. Deelnemers weten hoe je kunt omgaan met gekregen feedback. Deenemers zien de relevantie van feedback binnen het kader in uur Pauze uur Zelfevaluatie De deelnemers benoemen de verschillende competenties en vaardigheden waaraan er tijdens deze KIC 1 gewerkt werd, en denken na over andere vaardigheden die ze nog belangrijk vinden voor een instructeur. De deelnemers schatten in verschillende kleine gesprekjes in hoe ver ze hier zelf al mee staan uur Evaluatie van de cursus en toelichting traject De deelnemers weten wat er nog van hen verwacht wordt in het kader van hun vormingstraject: ze weten wat er administratief nog verwacht wordt, en welke acties ze verder nog moeten ondernemen. De deelnemers blikken terug op de verschillende inhouden die gedurende het KIC-traject aan bod komen. De deelnemers reflecteren over hun eigen competenties, gelinkt aan de gevolgde cursusblokken. ]foto: dries vaes[ 12

13 De blokken Enkele tips bij het begeleiden van inhoudelijke blokken Pols bij het begin van de cursus naar de inhoudelijke verwachtingen. Geef aan welke van die verwachtingen ingelost zullen worden in het eerste, tweede of derde cursusweekend. Het is ook altijd mogelijk de inhoud van de cursus aan te passen aan de vragen van je leefgroep. Verlies echter de vooropgestelde doelstellingen niet uit het oog. Kader een blok altijd in het groter geheel van de cursus. Maak dat vooral expliciet bij de start en het einde van een blok. Hou de doelstellingen van het blok voor ogen. Hou rekening met de verwachtingen van de deelnemers. Bekijk samen met je medebegeleid(st)er wanneer je bepaalde verwachtingen aan bod kunt laten komen. Stel eventueel een extra vraag in een nabespreking of trek een bepaalde situatie verder open. Maak het even expliciet op het moment dat een verwachting effectief aan bod komt. Noteer vragen of tussenkomsten die je wegens tijdsnood afblokt. Vergeet niet ze opnieuw aan bod te laten komen. Zorg dat je als begeleiding echt alle inhoud goed onder de knie hebt, en ook concrete voorbeelden kunt aanhalen gelinkt aan de cursusinhoud, bij voorkeur uit je eigen carrière. Het KIC 1-schriftje Bezorg de deelnemers bij aanvang van KIC 1 een schriftje waarin ze tijdens en na ieder blok weetjes, werkpunten en tips kunnen noteren. Stimuleer dat ook. Het kan de deelnemers helpen om eigen vragen of leerpunten tijdens de cursus nog op te schrijven. Het kan ook een leidraad bieden voor de evaluatie van de cursus. 13

14 Onthaal Vrijdagavond uur Voorzie een toffe onthaalactiviteit waarbij de deelnemers kennismaken met het thema en elkaar. Je kunt ervoor kiezen om een activiteit te voorzien waarbij de deelnemers al in leefgroepen terechtkomen. Zorg ervoor dat deelnemers die al eerder aankomen niet moeten wachten, maar dat ze dadelijk meegezogen worden in het enthousiasme van je begeleidingsploeg. We wijzen er graag op dat het onthaal deel uitmaakt van het vormingspakket en bijgevolg een volwaardig blok is (met doelstellingen). Bereid het dus zeker in die optiek voor; zorg dat je bij eventuele controle kunt aantonen hoe die doelstellingen gehaald worden. 1. DOELSTELLINGEN De deelnemers ervaren een goede start van een vormingsweekend, aangepast aan hun leefwereld, met aandacht voor iedere deelnemer. De aangeboden activiteit sluit aan bij het ontluikend groepsproces 2. COMPETENTIES BINNEN HET INSTRUCTEURSTRAJECT DEELNEMERS BEGELEIDEN Je past je manier van communiceren aan de deelnemers aan. Je hebt aandacht voor elke deelnemer en zijn of haar plaats in de groep. Je kent de leefwereld van de deelnemers, je kent hun interesses en speelt daarop in. ]foto: dries vaes[ Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok antwoorden op enkele vragen. 14 Op welke manier zorgde de begeleiding er tijdens het onthaal voor dat je geprikkeld werd voor de cursus? Op welke manier zorgde de begeleiding ervoor dat je je welkom voelde?

15 Kennismaking en oefeningen groepsdynamica + peilen naar verwachtingen Vrijdagavond uur 1. DOELSTELLINGEN De deelnemers leren elkaars naam en achtergrond kennen. Er wordt gewerkt aan een veilige omgeving waarin alle deelnemers zich goed voelen. De deelnemers brengen verschillende opdrachten tot een goed einde. (De ervaringen tijdens dit blok worden verder in de cursus gebruikt om de theorie over groepsdynamica te illustreren.) 2. COMPETENTIES BINNEN HET INSTRUCTEURSTRAJECT DEELNEMERS BEGELEIDEN Je past je manier van communiceren aan de deelnemers aan. Je weet wat de deelnemers kennen en kunnen en je houdt er rekening mee. Je hebt aandacht voor elke deelnemer en zijn of haar plaats in de groep. Je kent de evolutie en het groeiproces dat zowel de deelnemers als de groep doormaken en speelt daarop in. VORMING VOORBEREIDEN Je bepaalt de competenties waaraan gewerkt wordt tijdens de vormingssessies. VORMING BEGELEIDEN Je houdt rekening met de vormingsbehoeften en verwachtingen van de deelnemers. Je motiveert de deelnemers om te leren. 3. OVERZICHT EN DUUR Methodiek 1: De spelshow Inleiding 15 min Samenwerkingsopdrachten 60 min Afronden en invullen reflectiepapier 5 min Peilen naar verwachtingen 10 min Methodiek 2: Kleine spelletjes Kennismakingsspelletjes 20 min Groepsdynamicaspelletjes 45 min Korte nabespreking en invullen reflectiepapier 15 min Peilen naar verwachtingen 10 min 4. MATERIAAL Materiaal voor methodiek De spelshow Opdrachtenfiches (bijlage 1) Oplossingsblad voor leefgroepbegeleiding (bijlage 2) Invulbladen (voor nabespreking) (bijlage 3) Tafels (1 tafel per leefgroep) Scorebord Alcoholstift Showmasterkleren Pen en papier voor de begeleiding (observatie) Balpen per deelnemer 10 spijkers + 1 spijker op houten blokje Levensgrote etalagepop op papier getekend Stevige stoel Boek Waar is Wally? Dik touw Materiaal voor methodiek 2: kennismakingsspelletjes en groepsdynamica Invulbladen (voor nabespreking) (bijlage 3) Voor kennismakingsspelen en groepsdynamicaopdrachten: zie speluitleg voor materiaal Flappen Stiften Balpennen Papieren en schrijfmateriaal voor begeleiding (observatie) 15

16 5. CONCRETE AANPAK 5.1. VALKUILEN EN UITDAGINGEN VOOR DE BEGELEIDING In deze bundel vind je twee methodieken. Beslis samen met je medebegeleiding van de KIC 1 voor welke je kiest. Als je kiest voor methodiek 1 is het de bedoeling dat de leefgroepen het tegen elkaar opnemen. Zorg ervoor dat je voldoende materiaal hebt! In de tweede methodiek wordt gekozen voor opbouw met kennismaking en nadien oefeningen over groepsdynamica. Het is mogelijk om de kennismaking te laten vallen en in plaats hiervan een groot samenwerkingsspel in thema uit te werken. Op die manier leeft de groep zich dadelijk in het thema in en worden er (vermoedelijk) dadelijk leefgroepbanden gesmeed. Probeer er dan wel voor te zorgen dat je uit deze oefening voldoende materiaal haalt om het inhoudelijk blok van zaterdag over groepsdynamica op te bouwen. De belangrijkste taak voor de begeleiding tijdens deze oefening: OBSERVEREN. Hoe kun je dat het beste aanpakken? Noteer uitspraken die van belang zijn voor de groep. Let verder zowel op verbale als op non-verbale signalen. Wanneer jullie met meerdere mensen in begeleiding staan, is het misschien een goed idee om de groep mentaal te verdelen, zodat niet één begeleider of begeleidster de hele groep in de gaten moet houden. Je kunt met de begeleiding ook wisselen tussen een observerende rol en een sturende rol. Enkele vragen om je te helpen: Kijk wie initiatief neemt en wie niet. Wat maakt dat ze geen/ wel initiatief nemen? Wie voert het woord? Hoe werken ze samen? Loopt het vlot? Hoe verlopen interacties: wie pikt in op wie? Zijn er mensen die zich nog ongemakkelijk voelen? Zijn er kantelmomenten in het verloop van de samenwerking? Liggen de verhoudingen anders voor andere opdrachten? 5.2. PRAKTISCHE UITWERKING Methodiek 1: De spelshow In deze methodiek worden leefgroepen tegen elkaar opgezet en moeten ze kleine opdrachten doen tegen elkaar. Na afloop wordt hen gevraagd een vragenlijst in te vullen die peilt naar aspecten van groepsdynamica. Vergeet die niet in te vullen! Ze vormt de leidraad voor de nabespreking van deze oefening op zaterdag. Deel 1: Inleiding de opwarming samen starten We doen een samenwerkingsopdracht om de volgende dag te kunnen praten over groepsdynamica. Deze opdrachten zijn de inleiding op de methodiek van de dag erop. De deelnemers weten dat vooraf niet. Per leefgroep is er een tafel met opdrachtenfiches. Die liggen omgekeerd op tafel. De activiteit kun je het beste inkleden als een spelprogramma op televisie. Een showmaster geeft de speluitleg. De deelnemers houden zich aan wat op de opdrachtenfiches staat en moeten per leefgroep zo veel mogelijk opdrachten uitvoeren. De begeleiding moet de opdracht beoordelen. De punten geven ze door aan de showmaster, die ze op het scorebord noteert. De leefgroep met de hoogste eindscore wint het spel. De opdracht duurt een uur. De deelnemers geven hun horloges af aan de begeleiding. Na het startsignaal mogen de fiches omgedraaid worden en start de activiteit. Wie vragen heeft, kan gedurende vijf minuten na de start van de opdracht bij de showmaster terecht. Het is belangrijk dat je tijdens dit blok al met je deelnemers overloopt in welk soort ploeg ze zitten (aantal leden, groepssfeer, enz.). Dat is interessant om het volgende blok mee te starten. Deel 2: Samenwerkingsopdracht De deelnemers krijgen de volgende opdrachten, die je vindt in de bijlagen. 1. Wiskundeknobbel 2. Doolhof 3. Nagelspel 4. Uitdaging 5. Etalagepop 6. Elektrische stoel 7. Kunst-en-vliegwerk 8. Chiroweetjes 9. Stout liedje 10. Droedels 11. Zoek Wally 12. Nieuwe uitvinding 13. Woordspelletje 14. Telspel 15. Hét vierkant 16

17 Cruciale rol begeleiding Als begeleiding ben je observator. Je noteert zo goed mogelijk wat er allemaal gebeurt, verbetert een afgewerkte opdracht en geeft de punten door aan de showmaster. Het doel ligt bij de processen die zich afspelen in de groep, niet in je leefgroep laten winnen! Je laat de verantwoordelijkheid voor het geheel aan de groep over. Je komt enkel tussen als de veiligheid in het gedrang komt. De deelnemers zijn niet op de hoogte van de observatieopdracht van de begeleiding. Deel 3: Slot evaluatie, afronden Na de samenwerkingsopdracht krijgen de deelnemers vijf minuten de tijd om te noteren wat ze van de opdracht vonden en hoe ze die ervaren hebben. De invulblaadjes worden bijgehouden door de leefgroepbegeleiding, die ze kan overlopen om het volgende deel voor te bereiden. Methodiek 2: kleine spelletjes voor kennismaking en groepsdynamica Deel 1: Kennismaking (40 min) We starten met een aantal kennismakingsspelletjes. Hieronder vind je een lijstje met een aantal voorstellen. Uiteraard heb je de volledige vrijheid om zelf coolere kennismakingsspelen uit je mouw te schudden. Hebben jullie met de leefgroep een apart thema? Speel dit dadelijk ook uit bij de keuze van je kennismakingsspel. Probeer niet enkel te focussen op namen. Je kunt ook dadelijk te weten komen uit welk verbond of gewest mensen afkomstig zijn, hoelang ze al in het kader zitten, e.d. Het is belangrijk dat je tijdens dit blok al met je deelnemers overloopt in welk soort ploeg ze zitten (aantal leden, groepssfeer, enz.). Dat is interessant om het volgende blok mee te starten. Suggesties kennismakingsspelen - Ik ben Lore, Lore is tof De groep staat in een cirkel. Om de beurt loopt er iemand in de kring rond die roept: Ik ben...! De groep antwoordt: En... is TOF! Geen materiaal - Naamdeken Verdeel de groep in twee ploegen. Jij houdt een groot doek omhoog. Van elke ploeg gaat er iemand achter het doek zitten, zonder dat ze elkaar gezien hebben. Wanneer je het doek laat vallen, moeten ze zo snel mogelijk de naam zeggen van degene die tegenover hen zit. Je kunt hier ook een variant van spelen en bijvoorbeeld de kaderfunctie laten zeggen. Materiaal: wit doek - Allemaal samen aan de overkant Alle deelnemers staan op een rij. Iemand begint met een naam te zeggen. Die persoon mag één stap vooruit. Dan is die persoon aan de beurt om een naam te noemen. Je mag nooit achterom kijken, maar het is de bedoeling dat alle deelnemers zo gelijktijdig mogelijk aan de overkant geraken. Het is dus een kwestie van goed na te denken welke naam nog niet gezegd is en degenen voor jou even niet meer te noemen. Geen materiaal - Portefeuille Eén speler geeft zijn of haar portefeuille aan zijn of haar linkerbuur. (Op voorhand mag je er wel uit halen wat je niet wilt laten zien.) De buur vertelt aan de hand van de portefeuille wat hij of zij allemaal weet over speler 1. Materiaal: voor elke speler hun eigen portefeuille - Racen De deelnemers gaan in twee rijen achter elkaar staan. De eerste van elke rij begint met iets over zichzelf te vertellen (een eigenschap, iets typisch, enz.). De tweede herhaalt dat van de eerste en vult aan met iets van zichzelf. De derde herhaalt dat van de eerste twee en vult ook aan met iets van zichzelf. Enzovoort. Als de laatste van de rij alles juist kan zeggen, loopt hij of zij naar voren en begin je opnieuw. Iedereen vertelt nu wel iets anders over zichzelf. Als de laatste niet alles kan herhalen, begint de eerste opnieuw. Geen materiaal - Fotopuzzel Je stelt een aantal foto s uit tijdschriften ter beschikking van de deelnemers. Ieder kiest een foto uit en scheurt die in vier stukken. Op de achterkant van elk stuk schrijven ze telkens een persoonlijke eigenschap. Leg alle stukken kriskras door elkaar in het midden. Daarna probeert iedereen een volledige puzzel samen te stellen en aan de hand van de eigenschappen de eigenaar van de foto te vinden. Materiaal: tijdschriften en balpennen 17

18 - Geheimenbingo Elke deelnemer schrijft voor zichzelf drie geheimen op die niemand van de leefgroep kent. Bv. ik lust geen ice-tea, ik heb vijf jaar bij de scouts gezeten, enz. Daarna lees je dat om beurten voor. Nu moet elke deelnemer om beurten een geheim van iemand anders opnoemen. Wordt er iets van jou genoemd, dan streep je het door. Wie is als eerste al zijn of haar geheimen kwijt? Je kunt meerdere geheimen opschrijven als je een kleinere leefgroep hebt. Materiaal: papier en balpennen - Haka 1 Verdeel je leefgroep in twee groepen. Het is de bedoeling dat ze met hun namen het langste zelfverzonnen woord maken dat ze kunnen. De deelnemers mogen zowel hun voor- als achternaam gebruiken, of een deel van hun naam. Het woord dat ze maken, moet geen bestaand woord zijn maar het moet wel goed klinken. Laat de groepen hun woord tien keer na elkaar zeggen voor je aan het volgende deel begint. Vervolgens is het de bedoeling dat elke groep een haka maakt op het ritme van hun woord. Die haka moet intimiderend zijn, naar voren gericht zijn en meermaals achter elkaar gedaan worden. Kennen ze hun haka? Zet de twee groepen dan tegenover elkaar en laat hen het eerst een voor een doen. Daarna laat je de twee groepen tegelijkertijd hun haka doen. Materiaal: papier en balpen Let hier wel op de veiligheid van de deelnemers. Voor sommigen is dit te uitbundig. Laat hun talenten ook op andere manieren naar boven komen. Deze oefening zorgt meteen voor groepsdynamica. - Ploegen in kaart Het is de bedoeling dat je een beetje zicht krijgt op wie wat doet in het kader. Dat bespaart je in het blok over leven in de ploeg wat tijd. Hang bijvoorbeeld een landkaart op waar iedereen zijn of haar ploeg op aanduidt, met het aantal leden erbij. Materiaal: landkaart, schrijfgerief Suggesties voor spelen over groepsdynamica Hier alvast een lijst van spelen en activiteiten waarbij je de groepsdynamica perfect kunt observeren. Ken je een beter spel? Dat mag en kan zeker. Zorg dan natuurlijk wel dat je het materiaal ervoor hebt voorzien. Geblinddoekte opdrachten lenen zich er perfect toe om gedrag te observeren zonder dat de deelnemers door hebben dat ze geobserveerd worden. - Find the Key Dit is een bosspel. Hang op ongeveer twintig meter afstand een sleutelbos aan een tak. De groep krijgt de opdracht om volledig geblinddoekt zo snel mogelijk de sleutel terug te vinden. Vermeld even dat het wereldrecord sleutels terugvinden op twee minuten staat. Voor ze hun blinddoek aan doen, hebben ze tien minuten om te overleggen wat hun strategie zal zijn. Materiaal: sleutelbos, blinddoeken, koord om de sleutels vast te maken - Geblinddoekt een tent organiseren Blinddoek alle deelnemers, op één na. Ze krijgen een ouderwetse kampeertent (geen werptent, natuurlijk). Die moeten ze geblinddoekt opzetten. De niet-geblinddoekte speler zit op een stoel en geeft instructies. Als je het iets moeilijker wilt maken, kun je ook de hele groep blinddoeken. Dan moeten ze zonder instructies volledig geblinddoekt de tent opzetten. Pret gegarandeerd! Materiaal: een tent, blinddoeken Deel 2: Groepsdynamica (30 min) Na wat kennismakingsspelletjes schakelen we over naar groepsdynamica-spelen. Dit leggen we niet uit aan de groep. Ze hoeven nog niet te weten dat we nu inzoomen op groepsdynamica. Kies met de begeleiding een (of twee) van de onderstaande spelen. Tijdens het spel observeer je de deelnemers en noteer je nauwgezet wat er gebeurt. Met die observaties ga je morgen in de sessie over groepsdynamica verder aan de slag. - Plastic omdraaien De deelnemers staan op een stuk plastic. De bedoeling is dat ze het omdraaien zonder dat er iemand van valt of de grond raakt. Materiaal: groot stuk plastic - Met heel de groep touwtjespringen De groep moet met alle leden tegelijkertijd touwtjespringen, dus ook de draaiers zelf. Zo moeten ze samen in één keer minstens tien keer na elkaar springen. Materiaal: springtouw 18 1 Een dans die onder andere gebruikt wordt als intimidatie bij rugby. Er komen veel wilde gebaren en een zeer expressieve gezichtsuitdrukking aan te pas. Voorbeeld: youtube.com/watch?v=yikfytfj_kw.

19 Deel 3: Nabespreking (15 min) Overloop met de deelnemers hoe ze de opdrachten vonden, voornamelijk de laaste opdrachten die om groepsdynamica draaiden. Laat elke deelnemer het invulblaadje invullen over hun ervaringen (zie bijlage). Dat heb je morgen nodig bij de nabespreking van het blok over groepsdynamica. Deel 4: Verwachtingen Alle deelnemers blazen een ballon op. Daarop schrijven ze hun verwachtingen van de cursus. De deelnemers stoppen hun ballon onder hun trui en bevallen een voor een, waarna ze hun verwachtingen voorstellen. Noteer zeker wat er aan bod komt. Zo kun je daar tijdens het weekend op inspelen. Uit die verwachtingen kun je nog specifieke onderwerpen halen om door te geven aan de KIC 2-begeleiding, voor de opmaak van de vormingsmomenten door de deelnemers van KIC 2. Wanneer er hier op dit moment nog niet zoveel suggesties uitkomen, kun je er ook voor kiezen om tijdens de laver of op een ander onbewaakt moment deze vragen te stellen, en de antwoorden uiterlijk vrijdagavond laat door te spelen aan de KIC 2-begeleiding. Nadat de deelnemers hun verwachtingen duidelijk gemaakt hebben, vertel je hoe het weekend eruit zal zien. Hier kun je ook al linken leggen met wat de deelnemers aangaven. Wat kun je meegeven? Overzicht van dagklapper. Geef natuurlijk niet alles prijs, zodat de cursus interessant blijft en de deelnemers geprikkeld blijven. Toets hierbij zeker af of de planning strookt met hun verwachtingen. Je kunt hierbij kort verwijzen naar KIC 2 en 3, en het traject waar dit weekend in kadert. Overloop de leefregels. Toets dit even af met de trekkers, het kan zijn dat dit in grote groep al gebeurt. Het kan wel de moeite zijn om dit in kleine groep nog even te herhalen als er nog onduidelijkheden zijn ]foto: dries vaes[ Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje. Daarin formuleren ze na elk blok een antwoord op enkele vragen. Wat heeft je verbaasd over de ploeg van iemand uit je leefgroep? Heb je de leiding genomen tijdens de opdrachten? Wat maakt dat je dat doet? Is dat ook zo in jouw ploeg? Hoe gaan anderen hiermee om? Op welke manier werd er naar de verwachtingen van de deelnemers gevraagd? Op welke andere manier had dat kunnen gebeuren? Wat maakt volgens jou dat de begeleiding voor deze methodiek koos om het te hebben over je verwachtingen? 19

20 Leven in de ploeg Vrijdag, uur 1. DOELSTELLINGEN De deelnemers kennen concrete voorbeelden van leven in de ploeg. De deelnemers weten waarom leven in de ploeg belangrijk is binnen hun kadertaak. De deelnemers worden geïnspireerd om ook in hun ploeg (nog meer) werk te maken van leven in de ploeg. 2. COMPETENTIES BINNEN EEN INSTRUCTEURSTRAJECT DEELNEMERS BEGELEIDEN Je past je manier van communiceren aan de deelnemers aan. Je hebt aandacht voor elke deelnemer en zijn of haar plaats in de groep. Je kent de leefwereld van de deelnemers, je kent hun interesses en speelt hierop in. Je kent de evolutie en het groeiproces dat zowel de deelnemers als de groep doormaken en speelt daarop in. VORMING BEGELEIDEN Je werkt aan de beoogde competenties aan de hand van geschikte en aangepaste werkvormen en technieken. Je houdt rekening met de vormingsbehoeften en verwachtingen van de deelnemers Je motiveert de deelnemers om te leren. DE EINDVERANTWOORDELIJKHEID NEMEN Je voorziet in een duidelijk kader voor de vorming door afspraken te maken met de deelnemers. Je zorgt ervoor dat afspraken nageleefd of bijgestuurd worden. 3. OVERZICHT EN DUUR Korte inleiding Voorbereiding: En bij ons... Korte nabespreking Leuk, Leuker, Leven Nabespreking 5 min 20 min 5 min 15 min 10 min 4. MATERIAAL Strookjes Leven in de ploeg (1 pakketje per 2 deelnemers) (bijlage 4) 5. THEORIE: LEVEN IN DE PLOEG 5.1. WAAROM BESTAAT HET KADER? Een Chirogroep op een eiland? Dat bestaat niet! Of: dat zou toch niet mogen. Op dat eiland ontvang je als Chirogroep geen informatie. Niet over wat Chiro nog kan betekenen, waar jongeren nog mee bezig kunnen zijn, wat er allemaal op jongeren of Chirogroepen afkomt, enzovoort. Je ziet er nooit een andere groep die eens nieuwe ideeën of andere oplossingen kan aanreiken. Je kunt er nooit op zoek gaan naar nieuwe kennis of vaardigheden. En er is niemand om je te ondersteunen als je het moeilijk krijgt DAAROM IS ER EEN KADERPLOEG! Om er mee voor te zorgen dat Chirogroepen op de hoogte blijven van wat er gebeurt in de Chiro, met kinderen en jongeren, en in de wereld om hen heen. Om ervoor te zorgen dat allerhande belangrijke informatie vlot kan doorstromen van boven naar beneden én omgekeerd. Om groepen met elkaar in contact te brengen, zodat ze eens een ander verhaal horen en kunnen uitwisselen. Zodat ze nieuwe wegen ontdekken, die ze ook kunnen bewandelen. Zodat ze horen dat ze niet de enigen zijn die met Chiro bezig zijn. Om Chiroleiding te vormen. Om hen te helpen om vaardigheden onder de knie te krijgen (spelen en activiteiten maken en begeleiden, tochttechnieken, expressie, enz.) en zich te verdiepen in thema s (Groepsleidingsweekend, VB-dag, enz.). Om leiding de weg te tonen naar allerhande vorming, georganiseerd door het gewest, het verbond of nationale ploegen. Om groepen te ondersteunen: groepen die even niet weten tot wie ze zich moeten wenden, die geen antwoord vinden bij zichzelf, bij hun volwassen begeleiding of proost of de rest van hun netwerk. Kortom, een kaderploeg is er altijd op gericht om Chirogroepen zo veel mogelijk kansen aan te bieden op allerlei vlakken, opdat ze zouden groeien en sterker worden. Zo maken ze Chiro mogelijk voor zo veel mogelijk kinderen en jongeren. 20

21 Wat doet een kaderploeg? In het eerste weekend van het instructeurstraject geven we aandacht aan de taken van een kaderploeg (op zaterdag) maar evenzeer aan het belang van leven in de ploeg. Daarmee benoemen we alles wat je met je groep doet om te werken aan de onderlinge relatie, en dat misschien niet direct te maken heeft met een bepaalde taak van je ploeg maar daar indirect wel aan bijdraagt. Taken De taken zijn die dingen waar je met je ploeg concreet aan werkt, die vaak je agenda vullen en ook vaak het grootste gewicht krijgen op je vergaderingen. Gewesten, verbonden, commissies, diensten en redacties hebben elk een andere opdracht binnen Chirojeugd Vlaanderen, en de focus van de opdrachten kan soms veranderen. Toch zijn er wel enkele lijnen te trekken. Die taken worden tijdens de KIC 1 besproken, op zaterdagochtend. Inhoud Informatie doorgeven? Een workshop begeleiden? Groepen ondersteunen? En vooral goed kiezen wat je als kaderploeg zal doen? Dat doe je allemaal niet zonder enige achtergrond! Daarom is Inhoud ook een belangrijke pijler in de kaderwerking. Dat gaat dan niet over urenlange theoretische uiteenzettingen of een handvol vlugschriften over politiek. Wel vanuit je eigen Chiro-ervaring, je eigen kaderervaring en informatie van andere kaderploegen (gewest, verbond, nationaal) bewuste keuzes maken over wat je wel en niet wilt doen met je ploeg en wat je wilt doorgeven aan je groepen. Je hoeft het dus niet ver te gaan zoeken, maar verlies het niet uit het oog en gebruik je eigen ervaring in de dingen die je doet! Cursussen volgen kan je natuurlijk ook helpen om inhoud op te doen die je helpt om je taken richting te geven. Het leven in de ploeg Het leven in de ploeg valt binnen je werking vaak minder op, maar het is onmisbaar om die werking overeind te houden! Zoals elke ploeg in de Chiro heeft ook een kaderploeg nood aan een stevige ploeggeest, aan een goede sfeer en aan een pak informele dingen die niets met de kadertaken te maken hebben. Toch is het dikwijls zo dat de ontspannende activiteiten als eerste geschrapt worden uit de volle agenda s. Die dingen kunnen er echter wel voor zorgen dat mensen het volgende jaar al dan niet nog zien zitten. Hou op geregelde tijdstippen een bijeenkomst. De ploeg zou elkaar gemiddeld één keer per drie weken moeten zien. Veel gewesten spreken een vast vergadermoment af per maand. Maak werk van een evenwichtige ploeg. Probeer bewust samen na te denken over welke mensen je aantrekt en hoe. Werk met profielen, denk na over open of gericht vragen, verdeling man/vrouw, mensen in je ploeg uit de verschillende groepen, podiumbeesten, denkers en inhoudelijke wroeters, enzovoort. Je maakt ook best afspraken over ieders engagement. Niet iedereen kan en wil evenveel tijd spenderen aan de activiteiten. Ga de discussie over een diverse ploeg niet uit de weg. Zorg voor een tijdige en volledige planning. Het is aan te raden om ten laatste begin augustus met je ploeg een planningsweekend te organiseren en rekening te houden met de nationale en verbondelijke planning. Plan ook meteen jullie vergaderingen en ontspannende activiteiten. En vergeet niet om voldoende aandacht te schenken aan de taakverdeling! Samen je schouders onder een activiteit zetten, is erg ploegbevorderend. Een workshopavond of galabal voor leiding, bijvoorbeeld. Je leeft er allemaal samen naartoe én je beleeft samen de activiteit. Zorg er wel voor dat je vlak erna niet nóg een activiteit hebt, maar plan een ontspannende bijeenkomst voor de ploeg. Maak ruimte voor ontspanning: samen gaan bowlen, een gezellige filmavond bij iemand thuis, een verrassingsreis, een gezelschapsspellennacht, noem maar op. Je kunt ook proberen zo veel mogelijk af te spreken om samen groepsfeesten en fuiven te bezoeken. Hierdoor leer je tegelijk je groepen beter kennen en sla je dus twee vliegen in één klap. Zorgen voor de ploeg is een zaak van iedereen. Toch is het goed dat iemand (bv. voorzitter of voorzitster) het ploegleven extra in het oog houdt. Een cadeautje voor je verjaardag, een leuke foto als bedanking na de Animatorcursus, een belletje of een bezoekje als iemand het hoofd wat laat hangen, een ploegevaluatie, een kerst- of nieuwjaarsfeestje, een barbecue op het eind van het werkjaar, een afscheidsfeestje voor wie de ploeg verlaat, enz. Zorgen voor de ploeg houdt ook in dat er rekening wordt gehouden met de draagkracht van elk individu en de ploeg in zijn geheel. Het betekent dat je stop durft te zeggen en de planning bijschaaft als het takenpakket jullie boven het hoofd dreigt te groeien! Hou rekening met de verschillen in de ploeg. Jullie komen uit verschillende groepen en elke groep heeft zijn eigen cultuur. Er zijn verschillende verwachtingen, verschillende manieren van vergaderen, verschillen in engagement, enz. Duidelijke afspraken kunnen je al een eind op weg helpen. Evalueer op tijd en stond. Het is vrij evident dat je na een activiteit eens op een rijtje zet wat er allemaal goed en slecht verliep, maar ga ook op zoek naar momenten en manieren om elkaar en de ploeg op een constructieve manier te evalueren. Zo kun je elkaar en de ploeg sterker maken. Hou minstens één keer per jaar een evaluatie van het ploegleven. Dat doe je het beste halverwege het werkjaar, wanneer iedereen al wat in de ploeg zit. Daarnaast is het soms nodig dat je kort op de bal kunt spelen bij eventuele spanningen. 21

22 6. CONCRETE AANPAK 6.1. VALKUILEN EN UITDAGINGEN BIJ DE BEGELEIDING Tijdens de kennismakingsactiviteiten heb je ieders ploeg wat gekaderd ( Ploegen in kaart ). Zo win je wat tijd, want je kunt nu sneller tot de kern van de zaak komen. In dit blok ligt de nadruk op uitwisseling. Zorg er dan ook voor dat dit optimaal lukt. Pas de methodiek aan van grote groep naar kleine groep, of omgekeerd, als je voelt dat je groep dit nodig heeft PRAKTISCHE UITWERKING Dit blok wil de deelnemers aanzetten tot uitwisselen over zaken die zij binnen hun ploeg doen op het vlak van leven in de ploeg en over hoe zij bepaalde aspecten van groepsgevoel bewaken. We willen hier zeker niet beweren dat elke ploeg evenveel aandacht moet geven aan elk aspect, maar we willen de deelnemers er wel over doen nadenken. Voorbereiding: En bij ons min De deelnemers zetten zich per twee, aan een tafel of op de grond, als ze maar comfortabel zitten. Ze krijgen elk een pakketje strookjes. In eerste instantie is het de bedoeling dat ze: de strookjes concretiseren: hoe is dat in mijn ploeg? de strookjes in volgorde leggen: wat vinden wij het belangrijkste in onze ploeg en/of waar zijn we het meeste mee bezig? Geef die vragen niet tegelijkertijd mee, maar laat de duo s eerst focussen op de eerste vraag. Nadien is de opdracht om de strookjes in een piramidevorm te leggen, waarbij de deelnemers de zaken die in hun ploegen het meeste aandacht krijgen bovenaan leggen. In grote groep bespreek je dan kort hoe die zaken ingevuld worden en wat de belangrijkste of minst belangrijke dingen zijn. Maak tijdens dit blok veel ruimte voor uitwisseling. Leuk, Leuker, Leven Tijdens dit onderdeel is het de bedoeling om in een sneltempo aandacht te schenken aan alle activiteiten die ploegen doen om leven in de ploeg te brengen. We spelen levenketting. De begeleiding gooit telkens een gelegenheid (activiteit van de ploeg) in de leefgroep. Zoek met heel de groep naar tien manieren om dit op een leuke manier aan te pakken. De eerste letter van het idee moet dezelfde zijn als de laatste letter van het het voorgaande. Dit is een brainstormmethodiek die misschien niet bij elke leefgroep werkt. Als je als leefgroepbegeleiding graag een andere gebruikt, mag je zeker je fantasie de vrije loop laten. Bijvoorbeeld: Verwelkoming nieuwe leden = samen op fietstocht taart eten naamspelletjes doen... Andere gelegenheden: 15 min Evaluatie Verjaardag Groepsbindende activiteit Opener van een vergadering... 5 min Slotvragen Heb je andere ideeën, naast wat er al naar boven kwam? Hoeveel belang hecht je zelf aan leven in ploeg? Wat is volgens jou het effect van leven in de ploeg op jullie werking? Heb je ideeën voor leven in de ploeg tijdens een Chirocursus? (Dat kunnen ze nadien meenemen wanneer ze zelf een cursus begeleiden.) Als je voelt dat er animo voor is, kun je de deelnemers van KIC 1 de verantwoordelijkheid geven voor een initiatief dat leven in de ploeg op deze cursus stimuleert. Hebben ze een tof idee voor een algemene gotcha, of een stiekeme verwenactie, waarbij alle deelnemers van de regionale KIC s betrokken worden? Maak samen met hen werk van leven tijdens de cursus. 22

23 Waar je best tijd voor maakt op vrijdagavond Geef onderwerpen die jouw leefgroep interesseren door aan de begeleiding van de KIC 2-groepen. Bespreek met je medebegeleiding de oefening van de groepsdynamica. De concrete gedragingen en uitspraken die jullie opgemerkt hebben, kunnen je al helpen om je team een plaats te geven op de Roos van Leary. Dat zal je helpen om op zaterdag een sterker en geloofwaardig blok te brengen. ]foto: dries vaes[ Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok een antwoord op enkele vragen. Wat maakt dat er bij jou wel of geen leven is in de ploeg? Welke concrete initiatieven die tijdens dit blok naar voren kwamen, zou je weleens bij jouw ploeg willen proberen? 23

24 Taken van een kaderploeg Zaterdag uur 1. DOELSTELLINGEN De deelnemers kennen hun taak als kadermedewerk(st)er. De deelnemers kennen concrete voorbeelden van kadertaken. De deelnemers kennen de taken van de verschillende kaderploegen. De deelnemers reflecteren over het belang van die taken in hun ploeg. 2. COMPETENTIES IN HET INSTRUCTEURSTRAJECT DE EINDVERANTWOORDELIJKHEID NEMEN Je zorgt ervoor dat de afspraken nageleefd en bijgestuurd worden. Je hakt knopen door, je verantwoordt beslissingen en draagt de gevolgen ervan. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS BEHEREN Je weet welke administratieve gegevens nodig zijn om de vorming te organiseren en de veiligheid te garanderen. COMMUNICEREN MET EXTERNEN Je communiceert met externen. 3. OVERZICHT EN DUUR Inleiding: kiekeboe spelen Post-its samenvoegen tot taken van ploegen en veralgemenen in het schema Verdiepingsvragen Slot: uitsmijters stageboekje invullen 4. MATERIAAL 15 min 35 min 30 min 15 min Post-its Balpennen Flappen Alcoholstiften 1 megagrote-aaneengeplakte-flap-met-hokjesdie-je-als-kruisjesschema-kunt-gebruiken 5. THEORIE 5.1. DE GEWESTPLOEG TAKEN De vijf basistaken van een gewestwerking 1) De groepen kennen, hen elkaar leren kennen en hen steunen op maat (SOM) 2) Groepsleiding samenbrengen 3) Leiding samenbrengen 4) Vorming organiseren, waaronder workshop Stagebegeleiding en actieve participatie in het animatortraject 5) Ledeninitiatieven organiseren 1) Eerste en voornaamste taak: SOM De eerste en voornaamste taak van het gewest bestaat uit: Al je groepen leren kennen Hen elkáár leren kennen Hen ondersteunen op maat Als gewest moet je ernaar streven om al je groepen te leren kennen. Waarom zouden ze dan luisteren als je hen iets komt vertellen? Waarom zouden ze naar activiteiten komen van mensen die ze niet kennen? Waarom zouden ze vorming volgen bij mensen die niet weten hoe het er in hun groep aan toe gaat? Waarom zouden ze hulp vragen aan mensen die niet geïnteresseerd zijn in hun werking? Hoe zouden jullie je activiteiten dan kunnen aanpassen aan de noden van jullie groepen? Hoe zou je dan weten wie je in een ploeg moet aanspreken om je activiteiten te promoten of om de groep iets te vragen? Hoe zou je dan weten dat een groep zo in de nesten zit dat ze er zelf niet meer aan uit kunnen? Maar hoe kun je hen leren kennen? Zorg dat de gewestploeg bestaat uit mensen van zo veel mogelijk groepen. Zoek maandelijks contact met je groepen, zeker met diegene die je niet goed bereikt op activiteiten. Stap er naartoe en neem de tijd om met de mensen in contact te komen. Maak je activiteiten zo aantrekkelijk mogelijk zodat er zo veel mogelijk volk opaf komt. Organiseer een peter-en-meterschap (zie verder: theorie SOM). 24

25 Met dit als vertrekpunt ga je als gewestploeg bekijken waar je in je andere taken de nadruk op wilt leggen. Hou rekening met wat je als ploeg aankunt, met de wensen én de noden van de groepen, met de mogelijkheden en inhouden die je door anderen aangeboden worden (bv. een Krakmomentaanbod 2 van Chirojeugd Vlaanderen). Het is de taak van het gewest om extra aandacht te besteden aan ploegen in moeilijkheden, om er langs te gaan tot ze jou kennen en jij hen kent. Om hen tips te geven, hen de weg te tonen en mensen te zoeken in hun omgeving die hen kunnen en willen helpen om de Chirowerking weer op rails te zetten. Dat vraagt tijd. Daarom moet dit grondig opgenomen worden in de gewestplanning! Verder gaan we nog uitgebreid in op SOM (zie verder: theorie SOM). Taak 2: Groepsleiding samenbrengen Groepsleiding is een team, dat bestaat uit de groepsleid(st)ers, de VB s en de proost. Als trekkers van een groep vervullen zij een sleutelfunctie. Zij dragen namelijk veel verantwoordelijkheid en krijgen vaak de bal toegespeeld bij problemen. Het is immers vaak niet wenselijk of niet mogelijk om met de hele leidingsploeg uit te wisselen over een bepaald probleem. Ze hebben ook een sleutelfunctie omdat hun stem zwaar weegt binnen de groep, omdat zij het uithangbord van de groep kunnen zijn, omdat zij de toegang tot de rest van de groep voor het gewest kunnen openhouden én sluiten. Groepsleiding aan je zijde krijgen is voor gewesten dan ook vaak essentieel om toegang te krijgen tot de bredere groep. Je brengt hen samen om hen een forum te bieden waar zij terechtkunnen met hun vragen én waar ze met gelijkgezinden kunnen groeien in hun taak. Om hen mogelijke antwoorden te bieden, door vorming of door uitwisseling te organiseren met anderen die in dezelfde positie zitten. Om de klanken uit de groepen te vernemen en hen beter te leren kennen. Om je gewestwerking te kunnen evalueren. Taak 3: Alle leiding samenbrengen Leiding breng je in de eerste plaats samen om elkaar te leren kennen. Je zorgt met het gewest voor goed georganiseerde activiteiten: een avond met vernieuwende spelen, een workshop over het jaarthema of het bivak, een activiteit over de afdeling, een blok EHBO, enz. Er zijn mogelijkheden in overvloed. Ga geen inhoud zoeken louter om er te kunnen aanbieden, maar speel in op vragen van je groepen. Zo zal de bereidheid stijgen om naar de activiteiten af te zakken. Je kunt natuurlijk ook een ontspannende activiteit plannen, en misschien kun je dat wel combineren. Een goed evenwicht tussen ontspanning en inhoud in je jaarprogramma is aangewezen. Taak 4: Vorming organiseren, waaronder workshop Stagebegeleiding en actieve participatie in het animatortraject De Chiro vindt vorming voor leiding heel belangrijk: deelnemen aan vorming kan hun blik verruimen, het biedt hen handvaten om (verder) te bouwen aan een kwaliteitsvol aanbod, het zet leiding ertoe aan om hun eigen werking in vraag te stellen en om bewuste keuzes te maken. Gewesten staan heel dicht bij hun groepen en zijn dan ook de partners bij uitstek om leiding en leiding in spe vorming aan te bieden. Het kan een alternatieve manier zijn om groepen op maat te ondersteunen. Gewesten maken deel uit van de begeleidingsploeg van Animatorcursussen en bieden extra vorming aan. Een luik daarvan is de workshop Stagebegeleiding. Leiding (in spe) die animator of hoofdanimator wil worden, heeft een stagebegeleid(st)er nodig. Die persoon is zelf hoofdanimator of instructeur, heeft een pedagogisch diploma, werkt binnen het jeugdwerk of een jeugddienst, of volgde de workshop Stagebegeleiding. Op het einde van de stage is er het reflectiemoment, dat door de ploeg van de Animatorcursus begeleid wordt in principe zijn de gewesten hier dus ook vertegenwoordigd. Daarnaast zijn gewesten in principe vrij om andere en extra vorming uit te werken en aan te bieden, op maat van hun Chirogroepen. Ze kunnen daarvoor ook een beroep doen op het netwerk van de Chiro (bv. via verbond of commissies). Taak 5: Ledeninitiatieven ondersteunen Ledeninitiatieven hebben verschillende voordelen: je betrekt leiding bij de gewestwerking, zij leren elkaar kennen op de voorbereidende vergaderingen, die leiding bekijkt activiteiten eens vanuit een andere hoek (uitwisseling), oudere leden leren het gewest kennen, de groepen krijgen er concrete activiteiten voor terug en je hebt als gewestmedewerk(st)er de kans om leiding meer bij te brengen over de leefwereld van hun afdeling. Let wel: een ledeninitiatief organiseren is geen doel op zich, wel een middel om leiding samen te brengen! Voor de -12-jarigen stimuleren we geen grote gewestactiviteiten. Kinderen voelen zich vaak onwennig en dat houdt hen later eerder van gewestactiviteiten weg. Je kunt wel samen met de leiding een spel ineen steken dat ze nadien zelf in hun groep kunnen spelen. Je kunt er ook een gewestelement in steken door het gebruik van een kettingbrief of de telefoon of het internet. Voor +12 zijn gewestactiviteiten gedroomde plaatsen om contacten te leggen. Een knalgewestactiviteit voor tito s, een ketidag of een aspiweekend vallen gegarandeerd in de smaak. Bekijk echter goed wat je kunt aanbieden en of je niet beter mee gaat begeleiden met het verbond in plaats van te concurreren (bv. voor aspi s is er tweejaarlijks Aspitrant een vijfdaags bivak en veel verbonden organiseren ook zelf zo n bivak in het tussenliggende jaar). 2 Krakmoment = een actiemoment waarop we met de hele beweging stilstaan bij een bepaald aspect van het jaarthema en hiermee naar buiten komen (bv. Chiromantisch kampvuur, Olé Pistolé, enz.) 25

26 5.2. DE VERBONDSPLOEG TAKEN Taak 1: Gewesten ondersteunen Gewesten kennen en Steunen Op Maat (SOM1) Het verbond is vaak als een evenementenbureau, we organiseren het ene na het andere. Al te vaak vallen daardoor kleine gewesten of gewesten in moeilijkheden door de mazen van ons net. Elk jaar slaagt een aantal gewesten er niet in om een werking van de grond te krijgen. Vaak zijn dat de gewesten die het verbond niet bereikt: het gewest dat nooit naar verbondsactiviteiten of -vergaderingen komt, het gewest dat geen inhoud wil aanbieden, het gewest waar je wantrouwig bekeken wordt als je op bezoek komt. Het is de taak van het verbond om aan die gewesten extra aandacht te besteden, om er langs te gaan tot ze jou kennen en jij hen kent (peter-en-metersysteem). Om hen tips te geven, om hen de weg te tonen en om mensen te zoeken in hun omgeving die hen kunnen en willen helpen. Dat is niet makkelijk en niet altijd het meest aangename. Besteed daarom binnen het verbond genoeg tijd en energie aan ondersteuning van de peters en meters van de gewesten. Gewesten helpen bij de ondersteuning van hun groepen (SOM2) De eerste en meest belangrijke taak van een gewest is hun groepen kennen, hen elkaar leren kennen en hen steunen op maat (SOM). Groepen ondersteunenis niet altijd evident als de gewestploeg jong of klein is of wanneer er zich moeilijkheden voordoen in een of meerdere groepen. Het kan voor het gewest zinvol zijn om eens van gedachten te wisselen of hierbij ondersteund te worden. Het verbond kan hierin een belangrijke rol spelen: ze kunnen ideeën aanleveren, interessante brochures bezorgen, uitwisselingsmomenten organiseren, eens met de meter of peter meegaan naar de groep, enz. Taak 2: Gewestleiding samenbrengen De trekkers van een gewest vervullen vaak een moeilijke sleutelfunctie. Moeilijk omdat ze veel verantwoordelijkheid dragen, veel evenwichten moeten bewaren, vaak de bal toegespeeld krijgen bij moeilijkheden, en vaak niet met de rest van de gewestploeg kunnen uitwisselen over problemen. Een sleutelfunctie omdat ze de agenda binnen het gewest vaak bepalen, omdat hun stem zwaar weegt, omdat ze het uithangbord van het gewest kunnen zijn, omdat ze de toegang tot de rest van de gewestploeg voor het verbond kunnen openhouden of sluiten. Je brengt hen samen om hen een forum te bieden, een plaats waar zij terecht kunnen met hun vragen. Om hen mogelijke antwoorden te bieden door de uitwisseling met anderen die in dezelfde positie zitten of door vorming te organiseren. Om de klanken over de groepen te vernemen en hen beter te leren kennen. Om je verbondswerking te kunnen evalueren. Én om hen de nodige informatie door te geven over wat er in de Chiro gebeurt en wat ze moeten doorgeven aan de groepen. Je beslist hierbij zelf hoe vaak je bijeenkomt. Taak 3: Gewestmedewerk(st)ers samenbrengen Gewestmensen breng je in de eerste plaats samen om elkaar te leren kennen. Zorg dus voor voldoende sfeer, spel en contactmogelijkheden. Is de sfeer gecreëerd, dan kun je ook inhouden aanbieden. Een avond over de Animatorcursus, groepen Steunen Op Maat (SOM), leiding samenbrengen er zijn mogelijkheden in overvloed. Ga geen inhoud zoeken louter om er te kunnen aanbieden, maar speel in op vragen van gewesten en op kansen van de Chiro. Het is hierbij vooral de bedoeling om de gewesten te ondersteunen in hún opdracht. Taak 4: Vorming organiseren voor kaderleiding, leiding en leden (waaronder KIC, Animatorcursus, Aspitrant) Aspitrant en Animatorcursus organiseren (Pre)leidingsinitiatieven hebben verschillende voordelen. Het zijn enorm ploegbevorderende ervaringen, je kunt gewestmensen én leiding (bv. aspileiding voor Aspitrant) betrekken bij de verbondswerking, je leert (hen) elkaar kennen, die gewestmensen bekijken activiteiten zo eens uit een andere hoek, je leert leiding het verbond kennen en ze krijgen er concrete activiteiten voor terug. KIC organiseren De KIC s zijn drie weekendcursussen die veel energie vragen van de verbondsploeg maar heel veel vruchten kunnen afwerpen. Je leert elkaar beter kennen, je bereikt veel nieuwe gewestmensen, enz. De begeleidingsploeg bestaat uit gewesters, verbonders en nationale medewerk(st)ers. Opvolging Dag van de Jeugdbeweging We werken mee aan provinciale initiatieven: bv. ontbijt serveren, promotie voeren, pleinen organiseren, enz. Taak 5: Nationale werking mee uitbouwen en prioriteiten mee opnemen Mee beslissen in nationale thema s Nationale Planning Chiroraad De beleidsnota opvolgen De nationale werking ondersteunen Het jaarthema levendig houden Gewesten betrekken bij nationale discussies Alive levendig houden Meewerken aan het beheer van de Chiro, via de beheersgroep Chiro (verbondelijke penningmeesters) en contacten met vertegenwoordigers op de Beleidsraad Een vertegenwoordiger per provincie zoeken voor de Dag van de Jeugdbeweging Vragen van groepen op het gebied van lokalen doorspelen aan de commissie Jeugdbeleid Vrijwilligers zoeken en stimuleren voor een engagement in verschillende commissies Met de Stadscommissie de middelgrote steden ondersteunen Meewerken aan externe initiatieven (bv. Diversiteitscampagne, Vredesweek, enz.) Regionale en nationale Startdag mee organiseren 26

27 5.3. COMMISSIES/DIENSTEN/REDACTIEPLOEGEN TAKEN Op nationaal niveau zijn er commissies, diensten en redacties actief. Die ploegen hebben vaak een thematisch afgebakend domein, en hun werking dient als ondersteuning voor verbonden, gewesten en lokale groepen. Wanneer een gewest specifieke ondersteuning wil in hun SOM-opdracht is er een grote kans dat er al expertise is binnen een van die ploegen. Verder zijn er verschillende diensten die workshops uitwerken voor lokale leiding en kaderploegen, ideaal om een gewestavond of een Animatorcursus mee te versterken. De redacties verzorgen onder meer Dubbelpunt en Vlam, ze zorgen voor een goed aangevulde website of zijn bezig met het uitwerken van ChiroTV door filmpjes te maken. De specifieke taken van commissies, diensten en redacties zijn vaak heel specifiek en er is niet altijd één duidelijke lijn in te trekken. Op de kaderwebsite worden de specifieke opdrachten opgesomd. Zeven commissies De afdelingscommissies, bestaande uit Spelenclub en Afdelingscafé (worden gecoördineerd door het Afdelingsoverleg) Groepsleidingscommissie (GLC) Commissie Vorming (CV) Commissie Jeugdbeleid (CJB) Assortimentscommissie (assc) Commissie Continuïteit (Coco) Commissie Diversiteit (CODI) Vier diensten Dienst Avontuurlijke Activiteiten Dienst Artistieke Activiteiten Dienst Internationale Activiteiten Spoor ZeS Vier redacties Websiteredactie Dubbelpuntredactie Vlamredactie Videoredactie 6. CONCRETE AANPAK VALKUILEN EN UITDAGINGEN VOOR BEGELEIDING Als begeleiding kun je een aantal minder evidente dingen op de post-its zetten. Zorg ervoor dat je voldoende concrete voorbeelden kunt geven van taken van commissies, diensten en redacties. Niet alle deelnemers zijn hier even vertrouwd mee. Er zullen zeker en vast ook zaken genoteerd worden over inhoud en leven. Die hang je op twee aparte flappen (Inhoud en Leven) en koppel je terug naar het cursusblok over leven in de ploeg op vrijdagavond. Inhoud is moeilijk specifiek te vatten en beslaat de bredere werking van je kaderploeg. De taken van ploegen zijn niet exact opgenomen in het rooster. De deelnemers kunnen zelf bekijken hoe hun taak binnen de bredere missie past. Er zijn nog meer (vrijwilligers)ploegen die de nationale werking uitbouwen. Denk onder meer aan stadswerkingen en werkgroepen. Daar hoef je niet op in te gaan, tenzij de vraag expliciet komt. Dit blok beoogt niet per se een oplijsting te geven van álle verschillende ploegen die bestaan. Sommige taken van ploegen overlappen. Wees je ervan bewust dat het idee erachter wel kan verschillen. Gewesten organiseren bijvoorbeeld vorming om hun groepen beter te leren kennen, terwijl commissies dat doen om inhoudelijke expertise te delen. BEGIN MET DE TAKEN VAN DE PLOEGEN DIE VERTEGEN- WOORDIGD ZIJN ROND DE TAFEL. DEEL 1: VOORBEREIDING Zoek een leeg lokaal of een gang met verstopmogelijkheden. Teken het lege rooster op een hele grote affiche en leg dit alvast centraal klaar op de leefgroeptafel in het lokaal. (zie volgende bladzijde). DEEL 2: INLEIDING - DE OPWARMING - SAMEN STARTEN (15 ) Kader kort even dat het in dit en het volgende blok gaat over de T van TIL: de taken. Tijdens dit eerste blok willen we graag meer klaarheid scheppen in die taken: Wat moeten kaderploegen nu in feite doen? En doen ze dat zomaar? Spel: kiekeboe. Vraag de deelnemers op post-its te noteren wat zij als kaderploeg doen. Ze kleven telkens een aantal post-its op iemand van de begeleiding die in het midden staat. Tel dus best niet te snel af, zodat de deelnemers tijd hebben om telkens nieuwe dingen te verzinnen. De rest van de begeleiding doet ook mee en kan zaken noteren die eigen zijn aan ploegen die niet in de leefgroep vertegenwoordigd zijn. Ook de deelnemers mogen zaken noteren die andere ploegen organiseren waar ze zelf geen deel van uitmaken. Wanneer het spel ten einde is, verzamel je de post-its en ga je naar het leefgroeplokaal. DEEL 3: KERN - ERIN VLIEGEN: INZICHTEN AANBRENGEN ZICH INZICHTEN EIGEN MAKEN (35 MIN) Overloop in grote groep wat er allemaal op de post-its genoteerd werd. De begeleiding groepeert de post-its op de affiche met hokjes. Laat de deelnemers gerust vertellen wat ze specifiek met de genoteerde zaken bedoelen als dat niet zo duidelijk is en vraag ook wat ze er specifiek mee willen bereiken. De zaken die ze in het laatste geval vermelden, kun je op een aparte flap noteren. Wanneer alle post-its overlopen zijn, vraag je aan de leefgroep op welke algemene taak de post-its per vakje en in een tweede fase 27

28 per kolom slaan. Zo kom je tot de taken van de ploegen. (Een visueel overzicht hiervan vind je in het schema hieronder.) Mogelijk heb je die zaken ook al vermeld op de aparte flap. Probeer samen tot de juiste taken te komen. Is het te moeilijk? Probeer dan de taken op te schrijven, maar de niveaus door de deelnemers te laten zoeken. Wees je er wel van bewust dat de diensten, commissies en redacties hun eigen accenten leggen en dat niet al die ploegen noodzakelijk alle kruisjes opnemen in hun taken. De taken van de kaderploegen (Merk op dat ze niet exact terugkeren in het rooster.) Taken gewestploeg Je groepen kennen, hen elkaar leren kennen en hen steunen op maat (= SOM) Groepsleiding samenbrengen Alle leiding samenbrengen Vorming organiseren waaronder workshop Stagebegeleiding en actieve participatie in het animatortraject Ledeninitiatieven ondersteunen Taken verbondsploeg Gewesten ondersteunen (SOM) Gewestleiding samenbrengen Gewestmedewerk(st)ers samenbrengen Vorming organiseren voor kaderleiding, leiding, leden (KIC, Aspitrant, Animatorcursus) Nationale werking mee uitbouwen en prioriteiten opnemen Taken commissies, diensten en redacties Aanbod uitbouwen voor de kaderploegen en lokale groepen (commissies, diensten) Vorming en initiatieven organiseren (vooral diensten; bij commissies en redacties als een manier om hun expertise te delen) Nationale werking mee uitbouwen en prioriteiten mee opnemen (commissies, diensten en redacties) Inhoudelijke expertise opbouwen (commissies, diensten en redacties) SOM (sommige commissies) Enkele toelichtingen Leiding samenbrengen kan zowel lokaal als op grote natio- SOM (groepen, gewesten, verbonden) Vorming organiseren (geattesteerde vorming, workshops, enz.) Ledeninitiatieven organiseren (Kader)leiding samenbrengen Groeps-/gewestleiding samenbrengen Nationale werking inhoudelijk vormgeven Ontspannend aanbod uitwerken en verspreiden Inhoudelijk aanbod (informatie, methodieken, enz) uitwerken en verspreiden Gewest X X X X X Verbond X X X X X X Dienst X X X X X X Redactie X X X Commissie X X X X 28

29 nale evenementen (type Startdag of Krinkel). De respectieve bijdrage kan organiseren, vertegenwoordigen of ondersteunen zijn. Wijs op die diversiteit! Bij vorming kun je zeker toelichten wat de verschillende trajecten zijn (A, HA, KIC). Elke ploeg legt zijn eigen accenten. Het is interessant voor de deelnemers om te kunnen uitwisselen en zo hun zicht te kunnen verbreden op de verschillende taken van hun ploeg. Zorg dat je genoeg voorbeelden kunt geven van taken van verschillende ploegen, ook van de commissies, diensten en redacties. Je kunt je op voorhand zeker informeren via chiro.be. (De Groepsleidingscommissie brengt weliswaar groepsleiding samen, maar ze doen dit bv. op Groepsleidingsweekend om expertise te delen, en niet zozeer opdat die groepsleiding elkaar leert kennen. Vandaar: geen kruisje.) DEEL 4: VERDIEPINGSVRAGEN (30 MIN) Welke taken hiervan neemt je ploeg op en welke niet? Is dat een bewuste keuze? Motiveer je antwoord. Aan welke taken zou je meer aandacht willen besteden binnen je ploeg? Maak voor jezelf een prioriteitenlijstje van die taken, bv. in de vorm van een top 5. Welke taken zouden volgens jou toegevoegd of geschrapt mogen worden? De grootte van jullie ploeg is niet elk jaar dezelfde. Hoe ga je ermee om als het te veel wordt? Wat vind je van de spreiding van het takenpakket? Een groot deel van de taken van kaderploegen heeft te maken met inhoudelijke materie delen. Komt dat niet belerend over bij leidingsploegen? Vind je dat het aantal keren dat een kruisje terugkeert, aanduidt hoe belangrijk een taak is? Of hoe zie je dat? Heb je met je ploeg al eens gebruik gemaakt van een dienst, commissie of redactie voor inhoudelijke expertise? Geef concrete voorbeelden van hoe commissies, redacties en diensten de werking van gewesten, verbonden en lokale Chirogroepen kunnen ondersteunen. Veel kruisjes keren terug, soms bij andere ploegen. Wordt er dan niet veel dubbel werk geleverd? Denk je dat er ploegen zijn waar jullie ideeën kunnen verkrijgen voor de uitvoering van jullie taken? Soms is het goed om eens omgekeerd te denken. Leiding moet dit, leiding moet dat? Nee: leiding kiest vooral wat ze zelf willen. Het aanbod voor leiding binnen de Chiro is momenteel enorm groot, en misschien ook wel een beetje versnipperd. Waar denk jij dat leiding vooral naar op zoek is, en zit dat vervat in deze taken? Of vind je de taken van kaderploegen soms te veel van het type iemand moet het doen? DEEL 5: AFRONDEN SLOT (10 MIN) Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok een antwoord op enkele vragen. Quasi alle kaderploegen houden zich op een rechtstreekse of onrechtstreekse manier bezig met vorming en met inhoudelijke expertise delen. Op welke manier is jouw ploeg hiermee bezig? Krijgt dat naar jouw aanvoelen voldoende gewicht, te veel of te weinig? 29

30 Steun Op Maat (SOM) Zaterdag uur DOELSTELLINGEN De deelnemers weten wat SOM inhoudt. De deelnemers kennen concrete voorbeelden van SOM. De deelnemers weten waarom SOM belangrijk is binnen hun kadertaak. De deelnemers wisselen uit over de concrete aanpak van SOM-situaties. 2. COMPETENTIES IN HET IN- STRUCTEURSTRAJECT DEELNEMERS BEGELEIDEN Je past je manier van communiceren aan de deelnemers aan. Je weet wat deelnemers kennen en kunnen en je houdt er rekening mee. Je kent de leefwereld van de deelnemers en je speelt daarop in. COMMUNICEREN MET VERSCHILLENDE PARTNERS Je communiceert met externen. 3. OVERZICHT EN DUUR Oefening 1: Lijstjes afstrepen Oefening 2: Cases onder de loep: actieplan opmaken in kleine groepjes Onderlinge presentatie en bespreking Nabespreking 4. MATERIAAL 20 min 30 min 20 min 20 min Papier en balpennen Stiften Eventueel affiches om SOM-aanpak uit te werken Afgeprinte cases op om te hangen (bijlage 5) SOM-stappenplan afgeprint (bijlage 5) Eventueel internet en een laptop, en toegang tot SOM-fichebak Bekijk of je het materiaal wilt voor de alternatieve methodiek SOM light/strong (bijlage 7) 5. THEORIE Steun Op Maat is de eerste en voornaamste taak van de gewest. Ook aan verbonden wordt gevraagd om hun gewesten op maat te ondersteunen, en voor bepaalde materie gaan ze ook langs bij groepen. Commissies staan soms iets verderaf, maar krijgen ook regelmatig vragen binnen. Diensten en redacties doen normaal niet aan SOM-werking, maar gezien de relevantie hiervan binnen onze koepelwerking lijkt het ons nuttig dat ze hier toch enigszins wegwijs in zijn. Bovendien kunnen heel wat publicaties of workshops wel bruikbaar zijn in het ruimer kader van een SOM-geval. We gaan in een apart hoofdstuk dieper in op wat SOM kan betekenen, waar het allemaal voor staat, en wat het inhoudt voor de gewestelijke maar ook voor de verbondelijke en nationale kaderploegen! 5.1. STEUN OP MAAT DOOR GEWESTEN Algemeen Deel van de eerste taak De eerste en voornaamste taak van het gewest bestaat uit: ál je groepen leren kennen, hen elkáár leren kennen en hen ondersteunen op maat. Vanuit dat vertrekpunt ga je als gewestploeg kijken waar je in je andere taken de nadruk op wil leggen. Het is belangrijk rekening te houden met wat je als gewestploeg aankunt maar ook met de wensen én de noden van de groepen, met hun mogelijkheden en de inhouden die door anderen al aangeboden worden. Het Chirokader staat in de eerste plaats ten dienste van de plaatselijke groepen. Een gewest dat zijn groepen goed kent, kan met zijn activiteitenprogramma inspelen op de vragen en noden van zijn groepen. Bepaalde groepen hebben daarnaast nood aan aangepaste steun. Gewest als draaischijf Het gewest is een spilorgaan bij de ondersteuning van de groepen. Een gewestploeg staat binnen het kader het dichtst bij een plaatselijke groep of dat is in ieder geval de bedoeling. Een gewest krijgt op zijn beurt ondersteuning van de verbondswerking en van het nationaal kader. Vaak leveren de verschillende partners in die ideaal lijkende structuur prima werk, maar soms volstaat de klassieke manier van ondersteunen niet. Groep in nood Groepen die het moeilijk hebben, zijn dikwijls niet aanwezig op gewestactiviteiten. Neem hen dat dus niet direct kwalijk. Het kan juist een signaal zijn dat ze nood hebben aan specifieke ondersteuning. Je voelt dat je anders moet gaan werken, wil je ook die groep bereiken. Voor we zo ver zijn, moeten we het eens zijn over wat we verstaan onder een groep in nood. Een groep in nood heeft meestal problemen met een of meerdere van de volgende elementen: leidingsploeg, Chirokennis, trekkers in de ploeg, leden, activiteiten, hun netwerk, lokalen, financiële middelen, speelruimte, communicatie met alle partners, energie... Daardoor krijgt ze het moeilijk om het hoofd boven water te houden, en komen ook andere noodzakelijke elementen van de basiswerking in het gedrang. Noodgevallen worden meestal opgelost door Eerste Hulp Bij Ongevallen, reanimeren, plots inspringen wanneer het probleem zich overduidelijk stelt. Na de EHBO volgt hopelijk het herstelproces. Maar je moet niet zo lang wachten. We hopen dat het Chirokader voorkómt dat zich noodsituaties voordoen. Beter voorkomen dan genezen dus.

31 Voorkomen is beter dan genezen SOM betekent ook dat je problemen moet kunnen zien aankomen. SOM betekent dat je de groep sterk maakt om gelijkaardige situaties in de toekomst te vermijden. Je doet dat door met en zonodig in de groep te werken. Maar je doet dat ook door rond de groep steun te zoeken: netwerkversterking. STEUN OP MAAT BETEKENT DUS: 1. Meer persoonlijke aandacht besteden aan de groepen (zie 1.2) Het gewest stapt naar de groep toe in plaats van de groep naar het gewest. Je leert dus éérst de groep kennen en je wint het vertrouwen van de leiding. Wij geloven dat dit het beste lukt via peter-en-meterschap. Dat betekent dat elke gewestmedewerk- (st)er speciale aandacht heeft voor een van de groepen. Zo bouw je aan een sterke en persoonlijke band met een groep. Problemen kunnen hierdoor sneller waargenomen worden. 2. Werken aan de problemen mét en ín de leidingsploeg (zie 1.3) 3. Binnen het netwerk van de groep steun zoeken (zie 1.4) Ga op zoek naar derden die mee kunnen ondersteunen, en dus het plaatselijk engagement van de gewestmedewerk(st)er(s) kunnen verlichten. Een VB, oud-leiding, de jeugddienst, ouders, enz. kortom: het netwerk. Zij kunnen waarschijnlijk op langere termijn dichter bij de groep blijven werken dan jij. Jij engageert je tijdelijk, met het oog op verzelfstandiging Op maat van de groep Om tot SOM te komen, moeten er eerst twee basisvoorwaarden vervuld zijn: leer je groep kennen en win hun vertrouwen. Dat vormt ook de basis voor de TIL-werking en betekent dus geen extra werk. We vragen wel extra aandacht omdat het zo belangrijk is. Basisvoorwaarde 1: ken je groepen Voor je kunt ondersteunen, moet je de groep leren kennen. Dat dit verder gaat dan de namen van de leiding onthouden, hoeft geen betoog. Dit kan helpen: Een identiteitskaart opmaken van een groep: leiding, leden, netwerk, lokalen, relatie met het gewest, enz. (Je vindt een voorbeeld als bijlage.) De SOM-fichebak raadplegen Je verdiepen in de GTP-cijfers De SOM-fichebak Deze elektronische fichebak op het Chiro-extranet is een hulpmiddel om groepen en gewesten beter te kunnen opvolgen. Het is vooral de bedoeling dat je hier informatie vindt waar je iets aan kunt hebben als je een bepaalde groep of een bepaald gewest wilt ondersteunen. In tweede instantie willen we kunnen leren uit hoe bepaalde situaties aangepakt en eventueel opgelost werden. Je krijgt inzage in de meest recente aansluitingsgegevens en GTP-cijfers. Bovendien kun je dossiers toevoegen en lezen in allerhande categorieën zoals leidingstekort, netwerk, lokalen... Je moet je wel aan strikte regels houden om info in te voegen. We willen immers geen Big Brother-instrument maar een dankbaar en leerrijk hulpmiddel bij de ondersteuning van groepen. GTP-cijfers Een index die het Gezond Toekomstperspectief aanduidt. Hoe wordt de GTP-index berekend? Het aantal -12-leden deel je door 3 Het aantal tito s hou je zoals het is Het aantal keti s doe je maal 2 Het aantal aspi s doe je maal 3 Het aantal leiding doe je maal 2 Je neemt het aantal vb s en proosten samen Tel dat allemaal samen Deel het aantal leden door het aantal leiding en doe dat maal 2 Trek dat laatste af van het vorige totaal Wat kun je daaruit afleiden? Om eerlijk te zijn: bitter weinig. Het zegt niets over de kwaliteit van de werking of de relatie met bijvoorbeeld het gewest, en je kunt er geen betrouwbare voorspellingen mee doen. Waarom gebruiken we het dan? Omdat we niet overal tegelijk kunnen zijn. De GTP-index is een louter statistisch hulpmiddel voor kaderploegen om dreigende leidingstekorten te kunnen opsporen. Zie je ineens een sterke daling? Dan is er waarschijnlijk iets aan de hand. Waarschijnlijk, maar zolang je het verhaal van de groep niet kent, kun je er niet zeker van zijn. Heeft het dan wel zin om ermee te werken? Natuurlijk wel, anders zouden we er onze handen niet aan vuil maken. Maar het heeft alleen zin als we ook de rest van het plaatje erbij betrekken. Daarom is er het SOM-spel, daarom is er de fichebak. 31

32 32 Wat betekent de GTP-index? Als de waarde: hoger ligt dan 100, dan zit de toekomst van de groep veilig, alleen een ramp kan onheil brengen. tussen 80 en 100 ligt, dan kan je groep tegen een stootje. tussen 60 en 80 ligt, kan de toekomst vele richtingen uit, er is geen onmiddellijke dreiging. tussen 40 en 60 zit, dan moet je toch alles eens goed bekijken. lager ligt dan 40, dan is er wel wat werk aan de winkel, wees voorzichtig. Evoluties zijn belangrijker Belangrijker dan de huidige score is de evolutie. Zo stelt er zich bij een groep die in drie jaar tijd terugvalt van 140 naar 80 waarschijnlijk een groter probleem dan bij een kleine groep die al tien jaar schommelt tussen 30 en 50. Ledencijfers Interessant is ook de ledencijfers zelf te bekijken. Sommige groepen hebben bv. een redelijk goede GTP, maar hebben een omgekeerde ledenpiramide, met erg weinig jonge leden en nog veel keti s, aspi s en leiding. De oudste afdelingen wegen harder door in de GTP maar het ontbreken van nieuwe jonge leden stelt toch een probleem op wat langere termijn. Werk aan de winkel dus, ook al is er nog geen reden om paniekvoetbal te spelen. Basisvoorwaarde 2: win hun vertrouwen De volgende stap is het vertrouwen winnen van de groep: wederzijds vertrouwen. Het woord wederzijds is hier enorm belangrijk. Als je wilt dat ze jou vertrouwen, dan moet jij hetzelfde doen met hen. Het vertrouwen winnen van een groep is niet altijd eenvoudig. Soms staat een groep of een deel van de leiding toch wel wat sceptisch tegenover het gewest of de grote Chiro. Ze denken weleens dat je komt controleren of dat je hen de les komt lezen. Dat is natuurlijk niet het geval, zorg ervoor dat je niet in die val trapt. Cadeautjestijd Een EERSTE TIP is daarom: kom niet met lege handen. Breng een gewestelijke-activiteitenkalender-schrinkel-sleutelhanger mee, een prikbord met een promotieaffiche voor de Animatorcursus op geschilderd, een zak Chocotoffs met in ieder papiertje de datum van de volgende gewestavond, enz. Het is niet de bedoeling om sinterklaas te spelen maar een beetje suikernonkel of suikertante zijn, is niet slecht. Tabula rasa TWEEDE TIP: laat je eigen idee/beeld van wat Chiro is achter bij de deur. Iedere groep beleeft Chiro op het eerste gezicht anders. Als jij vanuit jouw gewoonten vertrekt, word je al vlug die controlerende of belerende Grote Chiro. Je zult het vertrouwen van de groep pas krijgen als je hen aanvaardt zoals ze zijn zonder dat je daarom met alles akkoord moet gaan of in alles moet meegaan. Hou je in het begin wat op de vlakte bij dingen waarmee je niet akkoord gaat. Pas later kun je zeggen dat je dat zelf misschien anders zou doen. Probeer vooral te begrijpen hoe de groep Chiro beleeft. Zoek naar de positieve kanten, naar wat ze effectief op poten zetten, waar ze naar streven, en bevestig hen in wat ze goed doen. Koffieklets DERDE TIP: blijf voor de informele momenten. Je zou kunnen binnenkomen, even tijd vragen om de gewestactiviteiten voor te stellen, dat doen en vlug naar de volgende groep sjezen. Vermijd dat. Als de groepsleiding aanbiedt om jou eerst aan bod te laten komen, laat hen dan weten dat ze gerust eerst hun agenda mogen afwerken, dat je nog wel wat tijd hebt (ze kunnen dit dan natuurlijk nog weigeren). Blijf mee nakaarten na de vergadering of ga even mee op café. Als de groep handen tekortkomt op zondag, of op een fuif of eetfeest, bied dan aan om wat te helpen. Je kunt ook spontaan wat helpen opruimen na een feest. Op die manier leer je de groep van binnen en van buiten kennen en leren zij jou vertrouwen. Je concrete engagement voor de groep is meer waard dan alle geschenkjes. Het blijft aftasten. Ben ik niet te veel? In Brussel hebben ze een leuk woordje: incrusteren, binnendringen in een groep zonder dat het storend is. We merken dat net de groepen in nood vaak hun poorten gesloten houden, ze hebben geen zin in pottenkijkers. Vaak zijn dat de groepen die niet op je gewestactiviteit komen opdagen, en afwezigheid wordt dikwijls (onbewust, ongewild) bestraft: Als zij (zelf) niet komen, dan... Maar moet het kader niet net naar die groepen durven stappen? Is dat niet belangrijker dan jaar in jaar uit gewestactiviteiten te organiseren voor altijd diezelfde groepen? Durf dus naar de groepen toe te stappen! Dikke vrienden TIP VIER: continuïteit in de vertrouwensfiguur kan ook bijdragen tot de vertrouwensband. Als de nieuwe leiding merkt dat de leidingsploeg vertrouwelijk omgaat met die persoon van het gewest die altijd komt, dan is de stap al heel wat kleiner om er zelf contact mee te krijgen. Als een groep een nieuwe peter of meter krijgt vanuit het gewest kan de oude peter of meter de eerste keer beter meegaan om hem of haar voor te stellen Peter-en-meterschap Peter-en-meterschap is een goede manier om aan de twee basisvoorwaarden te werken. We gaan er hier dieper op in omdat het volgens ons dé basis is voor een goede SOM. Wat? Een peter of meter is iemand uit de gewestploeg die een speciale band met een groep probeert op te bouwen. Het is in de eerste plaats de bedoeling dat hij of zij de groep leert kennen en omgekeerd, en dat er wederzijds vertrouwen wordt opgebouwd. Hij of zij probeert in te schatten welke ondersteuning de groep nodig heeft en zorgt ervoor dat de gewestploeg die ondersteuning ook biedt. Peter-en-meterschap is een opdracht die nooit af is. Het is moeilijk in te schatten hoever je als gewestmedewerk(st)er kunt of moet gaan. Het is immers een moeilijker engagement dan een mooi afgerond project zoals een Animatorcursus of een afde-

33 ]foto: dries vaes[ 33

34 lingsdag. Juist daarom is het belangrijk dat de gewestploeg voldoende aandacht besteedt aan het peter-en-meterschap en dat ze de peters en meters goed begeleidt. Hou er als gewestploeg zeker rekening mee dat peter of meter zijn van een groep veel aandacht nodig heeft, een volwaardige taak is naast de andere (evenwaardig aan bv. een cursus trekken). Bij de taakverdeling tijdens de planning moet je hiermee voldoende rekening houden! Ook de verbondswerking kan versterkt worden door met een peter-en-meterschap te werken. Op die manier leg je goede contacten met de gewestploegen. Peter-en-meterschap is een tijdrovende zaak maar de voordelen maken het zeker de moeite waard. Hoe? Peter-en-meterschap gebeurt door een heel jaar regelmatig contact op te nemen met de groep, ongeveer een keer per maand. Dat kan door langs te gaan op de leidingskring, eens af te spreken met de groepsleiding, een bezoek te brengen op kampen, fuiven of eetfestijnen, eens te tappen op een groepsfeest, meewerken als vervangleiding, enz. Telefoneren of iets versturen via post of mail is hierbij maar ondersteunend, bijvoorbeeld om concreet af te spreken of om dringende boodschappen over te brengen. Een goed contact is persoonlijk. Je kunt dan immers zien waarmee de ploeg bezig is, je ziet hun eigen werksituatie, je komt veel meer te weten uit lichaamstaal, enz. Het is belangrijk om vooral datgene te doen waar de groep zelf nood aan heeft of op datgene aanwezig te zijn waar de groep je kan gebruiken. Bij Chiro Wehebbenbijnageenleidingmeer is het veel belangrijker om eens vervangleiding te zijn dan zoals bij Chiro Alleslooptopwieltjes maandelijks een hapje mee te brengen tijdens het bezoek op de leidingskring. Welke ondersteuning je biedt, hangt natuurlijk ook af van de draagkracht van je gewestploeg. Maar een gewestploeg met weinig draagkracht schrapt beter bepaalde activiteiten zodat ze toch concrete ondersteuning kan bieden. Waarom? Via de peter of meter krijgt de groep een aanspreekpunt bij het gewest en de grotere Chiro. Daarbij krijgen ze het gevoel dat die dan toch niet zo ver van hen af staan. Het gewest leert zijn groepen kennen. Het komt te weten waar de verschillende groepen nood aan hebben, wat ze vinden van de gewestactiviteiten, waarom ze wel of niet komen, welke mensen voor de gewestploeg gevraagd kunnen worden, welke groepen eventueel een andere groep met het één of het ander kunnen helpen. Bovendien kan het gewest zijn activiteiten, uitnodigingen en krantjes persoonlijk voorstellen op een leidingskring en er extra promotie voor maken. Dat alles vormt een basis voor een gewestwerking die aangepast is aan de groepen en waar de groepen met goesting op af komen. Voor welke groepen? Het is mogelijk dat de gewestploeg wat klein is om zo naar alle groepen toe te stappen. Dan kun je ook overwegen om de groepen uit te kiezen 3 die jullie niet bereiken of waarvan jullie denken dat ze jullie steun het meest nodig hebben. Wie? Peter-en-meterschap is niet iedereen meteen op het lijf geschreven. Je kunt er natuurlijk wel in groeien. Als je er wat aarzelend tegenover staat, kun je er ook voor kiezen om per twee voor een of meerdere groepen peter en meter te zijn. Zo kun je eventuele zenuwen makkelijker overwinnen. En als jullie elkaar wat aansporen, komt het er misschien vlugger van om langs te gaan. Soms bestaat de gewestploeg vooral uit mensen die nog in de plaatselijke groep zitten. Voor hen is het moeilijker om langs te gaan op een leidingskring als die op hetzelfde moment valt als hun eigen leidingskring. Dan moet je als gewestploeg goed bekijken welke groepen je kunt bereiken. Misschien is dat dan voldoende. Denk niet dat het gemakkelijker is om peter of meter van je eigen groep te zijn. Misschien draag je daar uit vroegere conflicten nog wel wat geschiedenis mee. Bovendien verandert jouw positie in je eigen groep als je daar de gewestactiviteiten moet voorstellen op de leidingskring. Denk hier dus eerst goed over na. Je beweegt je als een vis in het vertrouwde water maar misschien merk je een aantal zaken niet op die een buitenstaander wel zou merken. Wie ondersteunt de peter/meter? Het is van groot belang dat je op de gewestvergadering regelmatig een ronde van de groepen houdt, liefst in het begin van de vergadering. Dan kunnen de peters en meters vertellen over de klanken die ze uit de groepen opgevangen hebben. Let op dat dit geen opsomming van de activiteiten wordt, maar dat de nadruk ligt op hoe het met de groepen gaat en hoe de peters en meters zich in hun opdracht voelen. De rest van de gewestploeg kan aanvullen met klanken van de groepsleidingsbijeenkomsten of andere gewestactiviteiten. Zo houdt ook iedereen samen mee in het oog dat alle groepen genoeg gekend zijn. Bij eventuele problemen in een groep kan de peter of meter overleggen met de rest van de gewestploeg over wat hij of zij het beste doet in die situatie. Het helpt hem of haar vooruit en de groep voelt dat iedereen uit de gewestploeg aan dezelfde koord trekt. Er komen immers geen tegenstrijdige klanken vanuit de gewestploeg. Peter-en-meterschap mag geen eenzame job worden. Het is een opdracht die vanuit de gewestploeg gedragen wordt. Er moet dus tijd voor vrijgemaakt worden bij de planning van het nieuwe werkjaar. Je kunt ervoor zorgen dat de groep die er het meeste nood aan heeft een peter of meter met extra tijd en aandacht toegewezen krijgt Welke groepen het meeste ondersteuning nodig hebben kan je uitmaken aan de hand van het SOM-spel.

35 Crisismanagement Soms gebeurt het dat je het proces van elkaar leren kennen en elkaars vertrouwen winnen nog niet hebt meegemaakt maar dat je toch al met een problematische situatie geconfronteerd wordt. Het is ook hier belangrijk dat je oog hebt voor het vertrouwen en dat je daar aan werkt, hoe groot de crisis ook is en hoe vlug er ook gehandeld moet worden. Voorbeeld: Een groepsleidster belde in paniek. Ze had net leidingskring gehad. De ploeg had al het hele jaar een kleine bezetting maar nu hadden nog enkele leidsters laten weten dat ze niet mee konden op bivak. Ze had een gsm-nummer van de gewestsite gehaald en gebeld. Ze zag het niet meer zitten. Om die paniek op te vangen, luisterden we aan de telefoon eerst naar het verhaal. We benadrukten dat we haar gevoel begrepen, dat we voelden dat dit echt wel een zware klap voor haar was en dat ze het ongetwijfeld even niet meer zag zitten. Tegelijkertijd probeerden we haar te doen begrijpen dat er al heel wat groepen geweest zijn met een leidingsprobleem en dat we daar wel wat ervaring mee hadden. Er waren nog wel mogelijkheden die ze nog niet geprobeerd had (hulp zoeken bij de andere groepen, bij de jongensgroep, enz.), maar waar ze in eerste instantie niet zo voor open stond. Geen probleem, want we zouden zo vlug mogelijk overleggen op de gewestvergadering om met de peters en meters en met haar of de leidingsploeg af te spreken Met de groep en in de groep Ingrijpen in een groep kan een oplossing zijn op korte termijn, maar wat als jij ermee ophoudt? Ondersteuning moet met en in de groep groeien. Het kader ondersteunt een groep in haar activiteiten en moet dus al eens plaatselijk wroeten. Hoever je wilt en kunt gaan, is uit te maken en afhankelijk van de noden van de groep. Bij alles wat we doen, betrekken we daarom zo veel mogelijk de leidingsmensen zodat ze zelf sterker worden en de groep (opnieuw) zelfstandig kan werken. Geef de leiding de kans om alles wat je doet zelf ook te leren zodat de ploeg niet als een kaartenhuisje ineen stuikt eens jij hen als ondersteuner verlaat! Het is namelijk niet moeilijk om je binnen een ploeg met problemen als redder in nood op te werpen. Die hulp is echter van korte duur. Er bestaan dus vele gradaties in ondersteuning. Er zijn heel veel tussenvormen tussen de werking haast volledig overnemen en een groep volledig zelfstandig laten draaien. De ondersteuner zal hier het juiste evenwicht moeten vinden. Als een groep het echt moeilijk heeft, zul je misschien veel overnemen. In elk geval zul je samen met de groep moeten zoeken hoe je de ondersteuning kunt opbouwen en nadien ook stap voor stap kunt afbouwen. Het is belangrijk dat je dat goed laat weten aan de groep, zodat er geen verkeerde verwachtingen ontstaan Het netwerk De Chiro is geen eiland. Niet alleen leden en leiding voelen zich betrokken bij het reilen en zeilen van de groep. Een soms verrassend groot aantal mensen volgt geïnteresseerd de gang van zaken, zij het vanop afstand. Je mag de betrokkenheid van de meeste ouders niet onderschatten. Hetzelfde geldt voor de kookploeg die s zomers mee op bivak trekt, of voor de oud-leiding: hun Chirogroep laat hen zeker niet onverschillig. Die mensen maken op hun beurt ook deel uit van andere organisaties, zoals volwassenenbewegingen, derdewereldgroepen, onderwijs, parochie, gemeente, politieke partijen, noem maar op. Die wirwar van contacten noemen we het netwerk. De verhalen van de Chiro worden in het netwerk relatief snel doorverteld. Medestanders zoeken oplossingen voor praktische vraagstukken of bemiddelen bij conflicten. Als ondersteuner van een groep is het van niet te overschatten belang om dit netwerk te betrekken bij SOM. Ten eerste kun je de expertise van al die mensen goed gebruiken om het verhaal van een groep volledig te maken. Bovendien is het dat netwerk dat op termijn jouw rol voor een stuk zal moeten overnemen. Zij zijn het die de groep op termijn moeten steunen, helpen, begeleiden, enz. Door het netwerk er van in het begin bij te betrekken, werk je dus aan verzelfstandiging van de groep. We hebben het hier dan vooral over het beschermlaagje dat de groep in de toekomst telkens opnieuw kan aanspreken als er zich nog eens problemen stellen of raadplegen om problemen te vermijden. Hiermee wordt een groep weerbaarder om binnen de eigen omgeving vlugger ondersteuning te zoeken en te krijgen, en hierdoor moeilijkheden vlugger aan te pakken. Voorbeelden van het netwerk: Ouders Oud-leiding De andere groepen van het gewest De buurt, andere jeugd- en jongerenbewegingen (WMKJ s 4 niet vergeten!) Het verenigingsleven Parochiale verenigingen Sportclubs Scholen Gemeentebestuur... 4 WMKJ: Werking Maatschappelijk Kwetsbare Jeugd. Die manier van werken wordt in een aantal gemeenten toegepast waar veel jongeren de weg naar het klassieke jeugdwerk niet vinden. 35

36 AAN DE SLAG! Netwerkspel Speel met de groep het netwerkspel. Dat kan op de leidingskring, en het helpt de groep om hun netwerk in kaart te brengen, erin te investeren en het te benutten. Het netwerk kan een vangnet zijn voor groepen in nood. Leidingstekort Bij het werken aan een leidingstekort is gebruikmaken van het netwerk cruciaal, al was het maar om de vijver om naar leiding te vissen zo groot mogelijk te maken en het aantal vissers uit te breiden. In de brochure Leiding zoeken, binnenhalen en houden staat daarom van alles over netwerkcontacten. Er is ook een methodiek aan gekoppeld die je met de leidingsploeg kunt gebruiken op de leidingskring om een concreet actieplan uit te werken. Het Netwerkspel en de brochure en methodiek over leidingstekort kun je op je regionaal secretariaat krijgen SOM BINNEN VERBOND EN NATIONALE WERKING Ook binnen de werking van verbonden en nationale ploegen moet SOM een prioriteit zijn: gewesten sterker maken in het peter-en-meterschap, hen helpen bij het kennen van de groepen, mee zoeken naar antwoorden op concrete vragen die opduiken (zoals lokalendossiers, leidingstekort, zwakke netwerken, enz.), hen informeren wanneer er klanken doorsijpelen over problemen in de groepen (bv. via de bivakpermanentie of het secretariaat), fiches invullen, het Solidariteitsfonds bekendmaken, enz. Het verbond en de nationale werking hebben een voorbeeldfunctie voor gewesten! SOM kan soms lijken op klimmen zonder doel. Is er wel een top of eindpunt te bereiken? SOM mikt hoger dan een mooi afgerond project zoals een afdelingsdag. Daarom is het belangrijk dat onze peters en meters goed gecoacht worden. Het is een zaak van de hele beweging. Het is pas een succes als we de kwaliteit van het Chirowerk in heel Vlaanderen en Brussel in stand kunnen houden. Alleen zo kunnen we als kader een zinvolle invulling geven aan ons bestaan De eindsom Als we willen vermijden dat er elk jaar weer een paar Chirogroepen minder zijn, moeten we anders gaan werken. We moeten op zoek naar een manier om de groepen te ondersteunen die dreigen weg te vallen. SOM kan daarop een antwoord bieden. SOM vraagt een belangrijke inspanning van het Chirokader. Nu al wordt er stevige ondersteuning aangeboden aan onze groepen, maar misschien kan het net iets anders. Als je met je gewestploeg echt wilt werken aan een concrete en directe ondersteuning van de plaatselijke groepen, moet je met je ploeg de gewestwerking grondig en eerlijk evalueren. Na die evaluatie kun je de werking bijsturen. Dat is altijd een kwestie van prioriteiten durven vooropstellen. Zijn er binnen ons gewest groepen die SOM nodig hebben en kunnen wij die bieden? Zijn er binnen de TIL taken die we een jaartje opzij durven schuiven als dat nodig is? Waar ligt het juiste evenwicht? Er dringt zich dus een jaarlijkse grondige planning op. SOM en het peter-en-meterschap zijn een voortdurend leerproces dat op termijn ook voor de gewestploeg rendeert. STEUN OP MAAT = Persoonlijk, op maat van de groep Met en in de groep Op zoek naar een netwerk met het oog op verzelfstandiging 5.3. VOORBEELDEN VAN SOM Leidingstekort 5 Toen er midden in het werkjaar een paar leidingsmensen stopten, stond de groep voor een dilemma. Ofwel konden ze de hele leidingsverdeling door elkaar gooien, ofwel zochten ze hulp van buitenaf. In gewest Oe-Est?! vonden ze twee mensen bereid om afwisselend activiteiten te geven voor de rest van het werkjaar en op bivak. Organiseer met je groep eens een spel waaraan de jeugdhuisbezoekers kunnen meedoen. Ga als gewestmedewerk(st)er eens een pint drinken in het jeugdhuis en probeer wat mensen aan te spreken. Verwacht niet dat je onmiddellijk leiding vindt, maar eerder dat je een beeld krijgt van hoe het jeugdhuis tegenover de Chiro staat Lokalen Bij gewest Zenne ondersteunt een gewestmedewerkster een groep bij hun lokalenprobleem. Die persoon gaat met iemand van de leidingsploeg langs bij de verschillende stadsdiensten, op zoek naar een oplossing Handen in het haar bij een leidingstekort? Neem de brochure Leiding zoeken, binnenhalen en houden en de bijbe horende methodiek mee naar de leidingskring.

37 We organiseerden vanuit het verbond een infoavond voor gewestmensen over lokalen. Ook heel wat groepen met lokalenproblemen kwamen daaropaf. Een daarvan was een kleine groep. Zij zaten eigenlijk in een gehucht, in het dorp zelf was een grotere groep. Ze zaten in een school, maar de school probeerde hen lokaal per lokaal buiten te zetten. Op zich wilden ze wel verder kijken voor een eigen lokaal. Maar ja, ze waren zo n kleine groep, de andere groep wou wel fusioneren (maar dan in het dorp), er kwamen nog klanken over of het zo n goed idee was om door te doen (bv. van de VB). We planden een overleg met de groepsleidster. We kwamen tot het besluit dat we haar konden ondersteunen bij het zoeken naar een lokaal. Maar... los daarvan en eerst en vooral moest vaststaan wat de groep wilde: onafhankelijk verder werken, fusioneren, stoppen... en wat daarbij haalbaar was. Algauw bleek dat de groep wel klein was, maar toch nog kansen had om lange tijd verder te doen. Ze hadden hun eigen cultuur en een goed netwerk. De leidingsploeg besliste op een gesprek waar het verbond ook bij was om verder te doen. Eens die discussie van de baan was, kon er volop gewerkt worden aan het lokalendossier. Het netwerk rond de groep, de jeugdconsulent en de groepsleidster gingen op zoek en vonden een locatie. Toen de groepsleidster stopte, bleef zij het lokalenproject opvolgen en na nog een tweetal jaar stond er een mooie chalet klaar voor de groep. Sommige groepen hebben het moeilijk om in bepaalde scholen binnen te geraken. Sommige directies weten onvoldoende wat jeugdbewegingen zijn of lijken er niet mee geassocieerd te willen worden. Als ondersteuner kun je eens een gesprek hebben met de directie, om de Chiro toch in een positief daglicht te stellen. GEZOCHT: LEDEN M/V, -12 EN +12 zijn brochures over ledenwerving die je kunt aanvragen op het nationaal secretariaat en de regionale secretariaten, of via chiro.be/brochures. Vraag ook naar de methodiek voor op gewestavonden of het spel om als peter of meter op een leidingskring te spelen Netwerk Bij Chiro Laken was er een leidingstekort. Een paar mensen van de oud-leiding waren bereid om een werkgroepje op te starten om nieuwe leiding en een nieuwe VB te zoeken. Met lijsten van speelpleinwerkingen, parochies, ex-leden, enzovoort gingen ze aan de slag! Resultaat: ze vonden een vijftal nieuwe mensen! Nu richten ze zich op de uitbreiding van de ketiploeg. Lokalen@chiro.be is het aanspreekpunt Lokalen in de Chiro. Achter dat mailadres zit een schat aan informatie, onder andere in de vorm van brochures over allerlei technische en minder technische aspecten van beheer van gebouwen, subsidiëring, verbouwen, bouwen, enzovoort. Op chiro.be/lokalen kun je ook zelf al op zoek naar info Ledenwerving Je kunt helpen om een startinformatiemoment uit te werken waarop de ouders uitgenodigd worden. Op zo n moment stelt de leidingsploeg zich voor, lichten ze het komende werkjaar toe en is er tijd om een babbeltje te slaan met de leiding. Op die manier leren de ouders de leiding kennen en vinden ze aanspreekpunten binnen de leidingsploeg. Maak gebruik van de bekendmakingsfolder voor ouders, gratis te verkrijgen na een telefoontje naar het nationaal secretariaat ( ). Toen de nieuwe Chirogroep in Molenbeek enkele weken was opgestart, hebben ze de Molenbeekse scouts uitgenodigd om het tegen hen op te nemen in een baseballwedstrijd. Beide groepen vonden dat de moeite waard. In Sint-Niklaas gaan ze nog iets verder: de verschillende jeugdbewegingen (Chiro, scouts en KSJ) hebben daar de vzw Bison opgericht om hun groepen te ondersteunen en een buurtwerking te promoten. Ga eens samen met iemand van de leiding langs bij de jeugddienst en vraag een gesprek met de jeugdconsulent(e). Hij of zij zal je haarfijn kunnen uitleggen waarvoor je op de gemeente een beroep kunt doen. Je kunt ook aan de mouw trekken van de jeugddienst. Misschien zijn ze helemaal niet op de hoogte van de moeilijke situatie van de groepen en blijven ze daardoor afzijdig. Jouw alarmsignaal kan ondersteuning vanuit de jeugddienst op gang brengen. Bij Chiro Schaarbeek hebben ze via een werkster van KAV-Intercultureel contact gelegd met een aantal Turkse moeders. In het begin waren ze wel wat terughoudend: vertrouwen moet je winnen, en dat kan een werk van lange adem zijn. Na verloop van tijd was er wel contact mogelijk zonder een tussenpersoon. 37

38 Stadswerking Administratieve ondersteuning Verbond Brussel heeft de goede gewoonte om jaarlijks een workshop over stadswerking te geven op hun trefdag voor de gewesten. Op die manier kunnen de niet-stadsgewesten iets opsteken van werken met groepen in de stad. Verbond West-Vlaanderen duidde iemand aan als een soort VB voor een net opgestarte en dus kwetsbare groep in Tielt. Als afsluiter van de verbondelijke Startdag organiseerde een ploegje mensen uit de groepen van stad Gent, uit de stuurgroep Chiro in de Stad en uit de verbondsploeg samen een fuif ten voordele van de groepen. Wat de groepen afzonderlijk niet kunnen, lukte nu wel omdat ze samenwerkten. In Gent organiseerde het gewest een vlottentocht voor leiding en de oudste afdelingen. De media-aandacht zorgde voor bekendmaking van Chirogroepen in die stad Diversiteit Gewest Metro ging in het verleden met een aantal Chirogroepen en WMKJ s 6 uit eenzelfde buurt op avonturenweekend. Zowel in Gent (Chiro Mengelmoesh) als in Brussel (Chiro Jijippeke) werden er nieuwe Chirogroepen opgestart in samenwerking met WMKJ s. De koepels en de jeugdhuizen hebben hier een kader geschapen waarin een groep kan groeien. Hier werd dat wel opgenomen door de stadswerkers, maar met het gewest kun je iets gelijkaardigs doen. Wees je er wel van bewust dat dit een tijdrovend initiatief is, maar het is zeker waardevol. Als je merkt dat een groep het moeilijk heeft met het invullen van papieren kun je dat eerst eens samen met hen doen. In Brussel heeft de jeugddienst een boekje gemaakt, Brussel Gekaft, met daarin alle mogelijke subsidies die je kunt aanvragen: voor de werking, voor kadervorming, projecten, kampen, enz. Heel overzichtelijk voor gewone Chiroleiding. Misschien een ideetje voor jouw jeugddienst! Ondersteuning van nieuw opgestarte groepen Een opstartende groep vroeg ondersteuning aan het verbond. We vroegen een oud-verbonder om die groep wat te volgen. Hij kon terugkoppelen op onze bijeenkomst voor gewestondersteuners. De groep richtte zich nogal sterk op een achtergestelde buurt. Elke week zat er andere leiding rond de tafel: mensen die meekwamen met de een of de ander, niet echt wisten waarover het ging en het ook niet lang volhielden. Dat was probleem 1. De groep was meteen begonnen met alle afdelingen, tot en met keti s. Het verbond vond dat een goed idee voor de leidingsopvolging. De leiding was echter amper ouder dan de keti s en ze waren elkaars beste vrienden. Het lukte in die afdeling dus helemaal niet om grenzen te stellen en het ging daarbij van kwaad naar erger. De onervaren, jonge en constant wisselende leidingsploeg maakte heel veel ruzie en slaagde er niet echt in om goede activiteiten te maken. Het liep fout, ze zouden wellicht stoppen. Het verbond ging het gesprek aan. We beslisten samen om de keti-afdeling op te heffen en op de jongere afdelingen te focussen. Bovendien brachten we de frequentie van de activiteiten voor de tweede helft van het jaar terug naar één per maand. Om de twee weken zou de leidingsploeg op zondagnamiddag samenkomen. De ene keer zouden ze de activiteiten voorbereiden, de andere keer ze aanbieden. Elke keer kwamen twee (andere) mensen van het verbond hen daarbij ondersteunen. Tegen het eind van het jaar hadden ze hun vertrouwen terug, was er rust in de ploeg en zagen ze het weer wat zitten. De activiteiten waren goed geweest. We vroegen aan een sterke Chirogroep of de nieuwe groep met hen mee kon op bivak, zodat ook daar de nieuwe ploeg kon leren. Ook dat was een positieve ervaring. Vanuit het verbond is iemand de groep nog een jaar van nabij blijven opvolgen om de kleine crisissen mee te helpen doorworstelen. Ook voor het volgende bivak hebben we ervaren leiding gezocht om mee te helpen. 38 ⁶ WMKJ: Werking Maatschappelijk Kwetsbare Jeugd. Deze werkvorm werd in een aantal gemeenten opgericht waar veel jongeren de weg naar het klassieke jeugdwerk niet vonden.

39 Crisismanagement We volgden een heropgestarte Chirogroep. De groepsleider was de enige persoon met ervaring maar tegelijkertijd vertegenwoordigde hij de cultuur van de vorige groep: overmatig drankgebruik en de kinderen te weinig centraal stellen. We hielden daarom ook contact met een nieuwe leidster die ons zeer betrouwbaar leek. Alles leek goed te gaan. Tegen het bivak kregen we opeens een heel ander beeld. De groepsleiding was al een paar maanden gestopt en had geld van de kas meegenomen. De leidster met wie wij extra in contact stonden, bleek ondertussen het lief van de groepsleiding en hield al een paar maanden de schijn op dat alles goed liep. Maar nu was de bom gebarsten. Enkelen van de leidingsploeg stelden die problemen aan de kaak. De ouders van de leiding bemoeiden zich fel met de ploeg, met veel verwijten en geroep. Er begonnen zich ook elders geruchten te verspreiden over hoe het eraan toeging. Twee mensen van het verbond stapten naar de leidingsploeg en hebben de situatie in handen genomen. Ze hebben apart vergaderd met de leidingsploeg en de verschillende betrokken partijen. Binnen de twee weken hebben ze: de situatie met de groepsleiding uit de handen van de jonge leidingsploeg genomen, zelf met de groepsleiding aan tafel gezeten en een afbetalingsplan gemaakt. overlegd met de leidingsploeg hoe zij verder de situatie zagen en welke mogelijkheden ze zagen voor de voorlopige leidingsverdeling, voor het komende bivak, enz. een infoavond georganiseerd voor ouders om te vertellen dat de situatie door ervaren volwassenen aangepakt werd en dat de rest van de leidingsploeg het vertrouwen van de Chiro had. Ook werden de verdere plannen toegelicht. Bij al die dingen lag het initiatief heel sterk bij de twee ondersteuners. In de ploeg zaten gelukkig nog enkele zeer geëngageerde jonge krachten. Die eerste crisis werd gevolgd door: een sterke ondersteuning van de jonge leidingsploeg bij het verder organiseren van hun eerste bivak. een verbondelijke opvolging van het terugbetalingsdossier, met af en toe een brief van een advocaat om wat meer druk te zetten. 39

40 40 6. CONCRETE AANPAK 6.1. VALKUILEN EN KNELPUNTEN Niet alle deelnemers hebben al van SOM gehoord. Voor sommigen kan het dus moeilijk zijn om vlot voorbeelden te geven. Hou rekening met die verschillen, en zorg ervoor dat vragen van deelnemers die hier minder in thuis zijn ook ruimte krijgen. In dit blok is er soms ruimte voor uitwisseling tussen de ploegen. Het kan helpen dat je vrijdag tijdens de kennismaking ook al tijd maakte om ieders ploeg wat te leren kennen, het aantal leden per ploeg, enz. Dat helpt om grote SOM-inspanningen te kaderen. Bovendien is het hier belangrijk om de nationale ploegen er op een positieve manier bij te betrekken. Commissies, redacties en diensten zijn minder direct bezig met SOM dan gewesten en verbonden, maar ook zij kunnen zeker meepraten en suggesties formuleren. Het kan een meerwaarde zijn als je kadert uit welke ploeg je komt. Verder is het goed uit eigen voorbeelden te putten, maar onderstreep dat het altijd wat zoeken blijft. Vermijd dat jij als begeleiding als enige vlot met een advies klaarstaat, maar maak ruimte voor de deelnemers om zelf uit te wisselen. Het is tijdens dit blok niet gemakkelijk om af te blokken. Deelnemers willen vaak wat graag uitwisselen over een specifieke case. Het is dan ook niet altijd makkelijk om te kiezen tussen verder doen met de methodiek of ruimte te laten om uit te wisselen. In deze methodiek kun je de veelvoorkomende SOM-gevallen verwerken in de bespreking in kleine groepjes. Wat je zeker moet meegeven: als gewester, verbonder of Chirogroep sta je niet alleen. Heel het nationaal kader is als het ware een grote kast met laden die je kunt opentrekken naargelang je vraag. Zorg dat de cases bij de tweede oefening divers genoeg zijn. Zo wordt de nabespreking ook interessanter. Zorg dat alle deelnemers mee kunnen nadenken over een case die ze zelf interessant vinden. De opener (Lijstjes afstrepen) mag niet te lang duren. Dit is een eerste blok waar de deelnemers diep op kunnen doorgaan, zorg dat ze daar dan ook de ruimte en de tijd voor hebben CONCRETE AANPAK Kader kort even dat dit blok gaat over de eerste en voornaamste taak van een kaderploeg en dat iedereen ermee in contact komt, van gewest en verbond tot coredi (commissie, redactie en dienst). Oefening 1: Lijstjes afstrepen De deelnemers zitten in groepjes. Ze maken een lijstje van zo veel mogelijk voorbeelden van SOM die ze zich kunnen voorstellen (bv. peter-en-meterschap, vervangleiding zijn wegens tijdelijk leidingstekort in een groep, iemand van het verbond naar een begrafenis van een overleden lid, bemiddelen bij een jeugddienst na een conflict, een mail beantwoorden van groepsleiding die een verzekeringsvraag heeft, enz.). Het moeten concrete voorbeelden zijn. Na een vijftal minuten stop je. De groepjes lezen om beurten hun voorbeelden voor. Groepjes die hetzelfde voorbeeld hebben, doorstrepen dat op hun lijst. Ga op zoek naar zo veel mogelijk unieke voorbeelden. Dit zal aantonen hoe divers het soms kan zijn! Oefening 2: Cases onder de loep Er hangen een vijftal cases uit van serieuze SOM-klanken. (Je kunt het beste wachten met die op te hangen tot je de cases hebt gehoord die uit de groep komen in de voorgaande oefening.) Laat de deelnemers rondwandelen in het lokaal en KORT een aantal ideeën opschrijven voor de aanpak, en potentiële valkuilen. Laat hen daarna plaatsnemen bij een case die hen echt wel interessant lijkt, en laat hen die per drie of vier uitwerken. De bedoeling is dat de deelnemers in groep een actieplan opmaken om een dergelijke SOM-klank aan te pakken. Als begeleiding wandel je rond en kun je hen met bijvragen prikkelen. Als ze heel snel opschieten met het uitschrijven hiervan kun je hen even het vuur aan de schenen leggen met een aantal complicaties bij het behandelen van de SOM-klank. Vraag hen te streven naar een gestructureerde oplossing, want het doel is om uiteindelijk tot een actieplan te komen. Bespreek daarna de cases. Elk groepje stelt zijn aanpak voor aan de groep. De rest van de ploeg geeft feedback of stelt bijvragen. Situatie 1: Chiro Kletskoek 48 leden 10 leidsters GTP-cijfer: 42 Probleem: tijdens de fuif van Chiro kletskoek hoort de gewestmeter van groepsleidster Loes dat er erg veel leiding zal stoppen volgend werkjaar. De meeste leidsters zitten al heel erg lang in de leidingsploeg. Zoals het er nu naar uitziet, zullen er drie leidsters overblijven en worden er maar twee aspi s leiding. Loes vertelt ook dat ze eigenlijk niet weet wat ze moet doen. Mogelijke ondersteuning: Met Loes samen zoeken hoe de ploeg dit kan aanpakken Aangeven dat het niet alleen haar probleem is, maar een probleem van de groep ook van de leiding die stopt De brochure Leiding zoeken, werven en houden raadplegen De commissie Continuïteit aanspreken Het netwerk aanspreken (oud-leiding, VB s, enz.?) Situatie 2: Chiro Dobbelsteen 82 leden 15 leiders GTP-cijfer: 98 Probleem: in het dorp doet het de ronde dat er in Chiro Dobbelsteen drugs gerookt worden. Gewestmedewerker Peter was vroeger lid van Chiro Dobbelsteen. Zijn vader heeft het gerucht opgevangen doordat hij een van de kookouders tegen het lijf was gelopen.

41 Mogelijke ondersteuning: Naar wie stap je? (de kookouders, de groepsleiding, enz.) Samen een drugsbeleid uitwerken? Het aanspreekpunt Drugs inschakelen raadplegen Situatie 3: Chiro Jamaïca 64 leden 9 leiders GTP-cijfer: 65 Probleem: de erg jonge leidingsploeg van Chirojongens Jamaïca is het noorden een beetje kwijt. Ze zijn uit hun lokalen gezet omdat die op instorten staan. De gewestleidster leest dit in de streekkrant. Mogelijke ondersteuning: Bij de groep nagaan wat er gebeurd is Netwerk aanspreken (oud-leiding, naburige verenigingen, ouders, enz.) De brochure Recepten voor Chirolokalen raadplegen De commissie Jeugdbeleid inschakelen Situatie 4: Chiro t Zandbakske 115 leden 18 leiders en leidsters GTP-cijfer: 151 Probleem: Ruth hoort op de jeugdraad dat Chiro t Zandbakske, een van haar metergroepen, hun subsidiedossier nog niet heeft ingediend. Volgens de jeugdconsulent werd het vorig jaar maar op het nippertje ingediend. Ze zijn ook altijd te laat als ze materiaal willen ontlenen. De jeugdconsulent stuurt aan op een sanctie. Mogelijke ondersteuning: Het subsidiedossier samen met iemand van de groep in orde brengen (de groepsleiding, de financieel verantwoordelijke, de jeugdraadvertegenwoordiger, enz.) De communicatie met de Jeugddienst ter sprake brengen bij Chiro t Zandbakske Eventueel een jaarkalender opstellen met wat er wanneer precies moet gebeuren Samen afspraken maken met de jeugdconsulent Situatie 5: Chiro Prettig Gestoord 82 leden 20 leiders en leidsters GTP-cijfer: 128 Probleem: na de gewestavond raakt Joke aan de praat met Korneel. Hij is groepsleiding bij Chiro Prettig Gestoord. Hij verontschuldigt zich voor het feit dat hij en zijn medegroepsleiding alleen aanwezig zijn op de gewestactiviteit. Iedereen ging nochtans komen. Korneel vertelt in één ruk verder dat het eigenlijk heel moeilijk is voor hen om de ploeg gemotiveerd te krijgen. Ze hebben heel veel leiding maar ze zijn heel erg jong en sommigen hebben nooit in de Chiro gezeten. Op zondag merkt hij dat heel veel afdelingen geen programma hebben, alsof ze niet weten hoe ze dat moeten voorbereiden. Het ledenaantal is hierdoor al flink gezakt. De sfeer zit er wel in maar niet echt om aan Chiro te doen. Mogelijke ondersteuning: Een afspraak maken om hierover eens te babbelen met de groepsleiding en strategieën te bedenken (bv. op de leidingskringen een uurtje tijd voorzien om per afdeling een programma voor volgende week uit te werken) De Animatorcursus aanprijzen bij de leiding die hem nog niet volgde Eventueel een vorming organiseren voor de hele leidingsploeg Vorming over motiveren aanreiken aan de groepsleiding Situatie 6: Chiro Grassprietje 45 leden 6 leiders GTP-cijfer: 50 Probleem: de verbondsploeg is langsgekomen op de gewestvergadering met de GTP-cijfers. Bij het overlopen van de cijfers blijkt Chiro Grassprietje al enkele jaren dalende GTP-cijfers heeft. Aangezien die groep nooit aanwezig is op gewestavonden kan niemand toelichting geven. Ook de peter van het gewest heeft weinig informatie. Hij lijkt hen maar niet te kunnen treffen. Mogelijke ondersteuning: Aan de jeugdconsulent vragen of hij of zij meer info heeft over de groep Activiteiten bezoeken van Chiro Grassprietje (bonte avond, eetdag, enz.) Vragen of de volgende gewestavond in hun lokalen kan plaatsvinden Situatie 7: Chiro Zonnedorp 30 leden 6 leidsters GTP-cijfer: 12 Probleem: Chiro Zonnedorp heeft geen oudste afdelingen. Hun oudste leden moeten nog 14 jaar worden en daarvan hebben ze er drie. De leiding zelf staat al ontelbare jaren in leiding en ziet het niet zitten om dit nog verder te doen tot de oudste leden oud genoeg zijn om zelf leiding te worden. In juni komt het gewest te weten dat de groep beslist te stoppen na het bivak. Als gewest had je dit niet zien aankomen, want de groep werkt eigenlijk al jaren op die manier en had nog niet eerder aangegeven dat ze het niet meer zagen zitten. De buurt waar de Chirogroep zit, is erg jong. Er wonen veel jonge gezinnen waarvan de ouders te oud zijn en de kinderen te jong om leiding te geven Mogelijke ondersteuning: Langsgaan bij de groep en luisteren of ze echt definitief van plan zijn te stoppen Een inventaris opmaken van wie nu echt wil stoppen als leiding en wie eventueel nog zou overblijven Helpen zoeken naar nieuwe leiding: leiding uit naburige Chirogroepen die misschien wel een paar jaar in een andere groep willen helpen, oud-leiding opvissen, jongeren iets verder uit de buurt die misschien wel leiding willen geven Actief op zoek gaan naar jongeren van tito- en ketileeftijd zodat de volgende jaren niet telkens hetzelfde probleem ontstaat 41

42 42 Zelf inspringen op momenten dat het nodig blijkt Contacten leggen met andere Chirogroepen die misschien wel activiteiten samen willen organiseren Situatie 8: Chiro Tandem 112 leden 13 leidsters GTP-cijfer: 98 Probleem: bij Chiro tandem zijn ze na elke kasactiviteit verbaasd over de opbrengst. Zat er maar zoveel in onze kas? Het leek meer. Ook de kassa in de lokalen, met het geld van de drankjes, lijkt vaak niet te kloppen. Ze vermoeden dat iemand van de leiding of aspi s een manier heeft gevonden om snel rijk te worden, maar ze weten niet wie. Ze willen ook geen mensen vals gaan beschuldigen. Mogelijke ondersteuning: Afspreken met de VB en de groepsleiding en luisteren naar het probleem Samen met hen naar een oplossing zoeken Desnoods op een leidingskring tussenpersoon gaan spelen Als de dief de kans wordt gegeven om alles terug te geven, dan kun jij diegene zijn aan wie ze het geld teruggeeft. Zo hoeft zij zich niet bekend te maken bij de andere leiding. Situatie 9: Chiro Ziggezagge 230 leden 36 leiders en leidsters GTP-cijfer: 203 Probleem: groepsleidster Karen had een relatie met leider Jeroen. Jeroen heeft Karen bedrogen met een andere leidster. De hele leidingsploeg heeft zich wat tegen die twee gekeerd. Bij Jeroen is dat in het verkeerde keelgat geschoten en die is holderdebolder gestopt. Hij was materiaalmeester en heeft als enige de sleutels van de loods waar het grote, dure materiaal in staat en wil die dus niet afgeven. Groepsleidster Karen belt de meter van het gewest op met de vraag of zij kan helpen. Mogelijke ondersteuning: Langsgaan op de leidingskring en samen met de groep naar een oplossing zoeken Afspreken met groepsleiding en VB om met hen naar een oplossing te zoeken Wie gaat met Jeroen praten? Situatie 10: Chiro Rollebolle 84 leden 15 leiders GTP-cijfer: 112 Probleem: de groepsleider van Chiro Rollebolle is heel wat ouder dan de rest van de ploeg. Hij denkt dat hij alles weet en alles mag beslissen omdat hij de oudste is en de groepsleiding. Hij neemt in zijn eentje dus ook heel wat beslissingen waar de groep niet achter staat. Zo legt hij kampplaatsen vast die de groep eigenlijk niet kan betalen en veel meer. De VB belt naar het gewest. Mogelijke ondersteuning: De meter en peter van het gewest gaan langs bij de VB Wie gaat praten met de groepsleiding? Presentatie van het SOM-actieplan Na vijftien minuten bespreek je de situaties en de voorgestelde ondersteuning in grote groep. De begeleiding trekt de zaken open: Welke mogelijkheden zijn er nog? Op welke plaatsen van onze Chirostructuur kan dit ook nog bekeken worden? Door wie kun je als gewest ondersteund worden? De begeleiding komt er samen met de deelnemers toe dat er heel wat inhoud en ondersteuning te vinden zijn bij de verschillende commissies en diensten van Chirojeugd Vlaanderen. De tweede conclusie is dat verbond en gewesten als taak hebben om hier een zicht op te hebben, zodat ze er bij concrete SOM-gevallen een beroep op kunnen doen. Nabespreking na de presentaties: Actieplan Nu kijken we samen met de leefgroep of er in de situaties die we net besproken hebben bepaalde acties terugkeren. Je kunt er als begeleiding het actieplan bij nemen, en samen met je deelnemers bekijken welke acties telkens terugkomen. Het actieplan vind je in de bijlagen. Het staat je natuurlijk vrij om samen met je leefgroep een eigen actieplan op te bouwen, maar daar zullen sowieso bepaalde van deze aspecten in terugkomen. Suggestie: je kunt tijdens de voorstellingen van de groepjes af en toe een (kern)woord opschrijven om zo tot de volgende samenvatting te komen. STEUN OP MAAT = Persoonlijk, op maat van de groep Met en in de groep Op zoek naar een netwerk Met het oog op verzelfstandiging Vragen voor de nabespreking In welke mate doen jullie aan SOM binnen jullie ploeg? Hoeveel tijd spendeer je als gewest/verbond/commissie aan SOM? Heb je zelf concrete voorbeelden van SOM of problemen waar jullie nu proberen te ondersteunen? Hoe heb je dit aangepakt? SOM is een speerpunt van de beweging. Wat is jouw mening daarover? Wanneer gaan we hierin te ver, vind je? Toelichting: SOM-fichebak Het is in dit kader belangrijk om de SOM-fichebak te leren kennen. Spreek per cursus af hoe jullie dit gaan doen. Op de website vind je een beknopte toelichting die je kan helpen. Zorg er zeker voor dat je inloggegevens hebt om de werking van de SOM-fichebak te tonen. Overloop wat je er in vindt en ermee kunt doen. Let bij de demonstratie wel op voor privacy: open geen dossiers, of gebruik de demogegevens (Demogroep, Demogewest, Demoverbond).

43 6.3. ALTERNATIEVE METHODIEK De methodiek om achter de hand te houden: light strong Als je leefgroep niet zo sterk is, kun je hen strookjes geven met de volgende SOM-situaties. Die moeten ze in volgorde leggen naargelang hoe groot de inspanning volgens hen is om steun op maat te geven, van SOM light naar SOM strong. Het gaat hier over de manier waarop een ploeg een situatie aanpakt en hoeveel tijd ze daarin investeren. Hoe ver staat de ploeg in deze situatie in de stappen van het SOM-actieplan? De draagkracht van een gewest/verbond wordt dus niet in rekening gebracht. Nadat iedereen de kaartjes geschikt heeft (15 min) hou je een nabespreking. Situaties Op zoek naar gewestleiding Jo heeft net KIC begeleid. Hij heeft horen zeggen dat er erg veel leiding zal stoppen in gewest Kanjo. Hij signaleert dat op de verbondsvergadering. Ilse is meter van gewest Kanjo. Zij zegt dat ze dit weekend naar de gewestfuif gaat. Ze zal daar eens polsen bij de gewestleiding. Bevraging Verbond Hopsakee doet een bevraging van zijn groepen. Ze proberen zo zicht te krijgen op de brede werking van iedere Chirogroep, op de sterke en de zwakke kanten. De verbondsploeg bespreekt het resultaat en concludeert dat in het algemeen blijkt dat het aantal jonge leden erg stijgt en dat heel wat groepen kampen met onveilige lokalen. Die belangrijkste conclusies worden besproken op de verbondsraad. Drugsproblemen Serge leest in de krant over drugsproblemen bij Chiro Trip. Als peter van gewest Stapper brengt hij dit punt op de gewestvergadering. Iedereen zegt: Dat verwondert ons niet, da s die rare Chirogroep die we nooit op onze activiteiten zien. Volwassen begeleiding Op de laatste VB-bijeenkomst van het gewest vernam de gewestleiding dat Chiro Stroming zonder VB zal vallen. Frank en Katrien geven er na acht jaar de brui aan. Frank vertelde dat de ploeg niet goed weet waar ze voor staan. De gewestleiding meldt dit op een gewestvergadering maar weet niet goed hoe dit aan te pakken. Jurgen is peter van het gewest, vanuit het verbond. Hij suggereert dat de peter en meter van Chiro Stroming samen met de groepsleiding nadenken over wat ze van een VB verwachten. Aan de hand daarvan kunnen ze een profiel opstellen en actief mensen zoeken. Jurgen wil dit wel mee voorbereiden. Hij geeft hen alvast een stuk uit het Groepsleidingsboek waarin meer staat over op zoek gaan naar een VB. Jurgen plant met de peter en meter van Chiro Stroming binnen de vier weken een voorbereidingsmoment en wil eventueel wel mee naar de Chirogroep. Handicap De leidingsploeg van Chiro Centrum Stad ligt in de clinch met de ouders van een van hun leden. De leidingsploeg wil tito Jasper doorverwijzen wegens zijn mentale en fysieke handicap. Zijn ouders willen hem alle kansen geven binnen een Chirowerking in hun buurt, en willen dus niet wijken. De ouders stortten al hun hart uit op het nationaal Chirosecretariaat. De leidingsploeg vraagt aan de stadswerker om te bemiddelen. De stadswerker en meter Ann uit de stadswerking bespreken de situatie grondig met de leidingsploeg. Ze nemen contact op met het nationaal secretariaat om te horen wat de wensen van de ouders zijn. Ze nemen contact op met de ouders en hebben ook met hen een gesprek. Nadien brengen ze de ouders en de leidingsploeg bijeen. Er worden zinvolle afspraken gemaakt, waardoor Jasper kan blijven en de leidingsploeg minder belast wordt. Een maand later vraagt Ann nog eens na hoe de integratie loopt. Subsidiedossier Meter Ruth hoort op de verbondsvergadering dat haar metergewest hun subsidiedossier nog niet ingediend heeft. Ze belt gewestleidster Hilde en zegt dat zij dat wel in orde zal brengen. Ze vult voor hen de papieren in en brengt ze binnen. Fuif Op de Ronde van de Gewesten blijkt dat het gewest in de uiterste uithoek van het verbond wat in verval zit. Misschien moeten we ons weleens wat meer op hen richten, denkt Joke. Ze weet echter dat het verbond voor dit gewest een ver-van-mijn-bedshow is. Ze zakt af naar hun fuif, blijft tot het einde en biedt zelf aan om met een dweil door de zaal te trekken. Ze raakt aan de praat met Kathleen, die ook staat te dweilen. De week erop raapt ze haar moed bijeen. Ze belt Kathleen en vraagt of ze eens mee mag vergaderen op vrijdag. Kathleen weet niet of iedereen dat een goed idee vindt, maar ze zegt: Kom maar af, ik zal de gewestleiding wel overtuigen. Om de spanning te breken, brengt Joke wat lekkers mee. Ze toont zich erg geïnteresseerd maar luistert vooral. Op het einde komen er spontane vragen los: wie ze is, waarom ze in het verbond zit, wat die nu eigenlijk doen, en in de variaronde: of ze hun ploeg voor de quiz van Chiro Ikuu nog kan aanvullen? Lokalen De erg jonge leidingsploeg van Chiromeisjes Klinker is het noorden een beetje kwijt. Ze zijn uit hun lokalen gezet omdat die op instorten staan. Stijn, de peter vanuit het gewest, belt groepsleidster Karlien. Karlien vertelt het verhaal en aan de chaos van het gesprek en de vaagheid van de antwoorden te horen, weet ze niet goed wat te doen. Ze vraagt of Stijn kan helpen. Natuurlijk! Stijn gaat naar de eerstvolgende leidingskring. Hij brengt de ploeg tot rust en zet met hen enkele vragen op een rijtje waarop ze samen een antwoord moeten krijgen. Samen gaan ze praten met de parochie. Stijn helpt de leiding om hun voorbereide vragen gesteld te krijgen. Af en toe neemt hij het gesprek even over om zaken scherp te stellen. De week erop maakt de groep samen met Stijn een planning 43

44 met mogelijke acties. De groep roept een sympathisantenvergadering bijeen. Stijn schrijft oud-leiding en ouders aan met de vraag om zich te verenigen. Na enkele weken hebben Stijn en de leiding een ploeg mensen gevonden die het bouwplan ten gronde willen aanpakken. Na enkele vergaderingen met die ploeg neemt Stijn wat afstand. De leiding begrijpt dit ten volle en bedankt Stijn voor zijn hulp. Anderhalf jaar later bedankt de voorzitter van het bouwcomité het gewest tijdens de opening van de nieuwe lokalen. GTP-cijfers De peter van gewest Speedy gaat langs op de gewestvergadering om de GTP-cijfers toe te lichten. Hij geeft aan dat Chiro t Eilandje de laatste jaren een dalend GTP-cijfer heeft. Niemand kan toelichting geven, want ze kennen Chiro t Eilandje niet goed. Daarop besluit de gewestploeg eens langs te gaan. Op een avond gaan de gewestmensen langs op de leidingskring. Daar vertellen ze dat t Eilandje de laatste jaren een dalend GTP-cijfer heeft. De gewestmensen zeggen dat de groep best eens wat leden werft door in de scholen spelletjes te gaan spelen en voor de +12-jarigen een avontuurlijke open speldag te doen. Chiro t Eilandje schiet direct in actie en nodigt het gewest alvast uit voor hun avontuurlijke open speldag. De gewestploeg bedankt de groep en vertrekt. t Eilandje vergadert verder over de ledenwerving in de nabije basisschool. Animatorcursus Jaarlijks screent de verbondsploeg van verbond Check de deelnemers van de voorbije Animatorcursussen. Ze gaan na uit welke Chiroploegen hun deelnemers komen. Het verbond gaat met de begeleidingsploeg langs bij die Chiroploegen waarvan ze merken dat niemand de voorbije drie jaar een Animatorcursus gevolgd heeft. Het verbond bedenkt een eye-catcher die ze kunnen meenemen naar die groepen om reclame te maken voor de Animatorcursus. Daarnaast gaan de verbonden langs op een gewestactiviteit om de Animatorcursussen te promoten. Evaluatie Gewest Pienter komt naar de evaluatie die verbond Spirit jaarlijks organiseert op het einde van het werkjaar. Gewest Pienter geeft aan dat ze hun activiteiten moeilijk verkocht krijgen aan hun groepen. Andere gewesten herkennen dat. Bij het opstellen van de activiteitenkalender voor het volgende werkjaar bespreekt verbond Spirit die klanken en plant ze een vorming over promotie ]foto: dries vaes[ Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok een antwoord op enkele vragen. Ken je groepen die steun op maat kunnen gebruiken? Wat heb je nog nodig om op hen toe te stappen? Denk je dat je voldoende zicht hebt op de hulplijnen bij Chirojeugd Vlaanderen om hulp te kunnen vragen bij een SOM-geval? Bedenk een concreet SOM-geval: wie zijn mogelijke partners om erbij te betrekken? 44

45 Groepsdynamica Zaterdag uur 1. DOELSTELLINGEN Deelnemers maken kennis met groepsdynamica en krijgen inzicht in een groepsproces. De deelnemers leren hoe ze zich in verschillende fasen van het bestaan van een groep als begeleiding moeten gedragen. De deelnemers reflecteren over hun eigen gedrag aan de hand van de Roos van Leary. 2. COMPETENTIES BINNEN HET INSTRUCTEURSTRAJECT DEELNEMERS BEGELEIDEN Je weet wat de deelnemers kennen en kunnen, en houdt er rekening mee. Je hebt aandacht voor elke deelnemer en zijn of haar plaats in de groep. Je kent de leefwereld van de deelnemers, je kent hun interesses en speelt daarop in. Je kent de evolutie en het groeiproces dat zowel de deelnemers als de groep doormaken en speelt hierop in. VORMING BEGELEIDEN Je houdt rekening met de vormingsbehoeften en verwachtingen van deelnemers. Je motiveert de deelnemers om te leren. OVER JEZELF REFLECTEREN ALS INSTRUCTEUR Je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in je rol als begeleiding van deelnemers en gaat aan de slag met je verbeterpunten. Je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in het organiseren van vorming en je gaat aan de slag met je verbeterpunten. 3. OVERZICHT EN DUUR 4. MATERIAAL Papiertape Kaartjes Benamingen van de delen van de Roos van Leary (zie bijlage 8) Kaartjes Zinnen bij de delen van de Roos van Leary (zie bijlage 9) Fases van het groepsproces op A3 (zie bijlage 11) Flappen 5. THEORIE Wat hier volgt, is een theoretisch kader voor begeleiding. We spitsen ons toe op twee theorieën van de groepsdynamica: De Roos van Leary (5.1.) & De fasen van groepsvorming (5.2.) 5.1. ROOS VAN LEARY De Roos van Leary is een methode om je houding in een groep te kaderen. Via die roos kun je ook verklaren waarom anderen in een groep een bepaalde houding aannemen. In de Roos van Leary is er geen slechte positie, wel is het zo dat elke positie een andere positie uitlokt en dat je je daar dus van bewust moet zijn. Volgens Leary zijn er twee assen. De as boven-onder BOVEN-gedrag: actief, initiatiefnemend, beïnvloedend, beheersend. Het gaat met andere woorden om leidend gedrag. ONDER-gedrag: passief, afhankelijk, onderdanig, conformerend. Hier gaat het om volgzaam gedrag. De as samentegen TEGEN-gedrag: gedrag dat vertragend werkt op het proces, het is niet per definitie negatief. Mensen met tegen-gedrag zullen zich vrij zakelijk opstellen en zijn niet in eerste instantie gericht op samenwerken. Eerder kritisch gedrag. SAMEN-gedrag: meewerkend, aardig gedrag waarbij het gemeenschappelijke doel voorop staat. Terugblikken op vrijdagavond en toelichting Roos van Leary Fasen van groepsvorming Nabespreking 60 min 60 min 10 min Boven Tegen Samen Onder 45

46 46 Als je dat schematisch voorstelt, ziet het er als volgt uit. Verder zijn er diagonalen waardoor de cirkel verdeeld wordt in acht gelijke delen. Elk deel is dan een unieke combinatie van beide assen met een eigen benaming/gedragsvariant. (Heb je graag meer info over de gedragsvarianten? In bijlage 10 vind je meer uitleg.) De roos ziet er dan als volgt uit. Tegen aanvallend opstandig concurrerend teruggetrokken Boven Onder leidend helpend meewerkend volgend Samen Om dit gedrag gemakkelijker te herkennen in gesprekken geeft Leary een aantal voorbeeldzinnetjes die vaak gezegd worden op bepaalde posities. Boven Tegen ik breek af ik ga niet akkoord ik weet het beter ik haak af ik wil Onder ik volg ik zal je helpen ik werk mee Samen Er zijn wat basisprincipes aan de roos die belangrijk zijn in groepsdynamica. 1. Boven-gedrag lokt onder-gedrag uit en omgekeerd Met andere woorden: leiden lokt volgen uit en volgen lokt leiden uit. Voorbeeld: Je merkt dat sommige deelnemers tijdens de voorbereiding telkens achterover leunen en nooit zelf eens initiatief tonen. Door zelf de leiding in handen te nemen, is de kans groot dat de anderen zich niet geroepen voelen om het voortouw te nemen, want er is al iemand die dat doet. Ook het omgekeerde geldt. In een groep deelnemers waar niemand het initiatief neemt en iedereen zich nestelt in volggedrag zal de kans groter zijn dat er iemand rechtstaat om de boel op gang te trekken. 2. Tegen-gedrag lokt tegen-gedrag uit en samen-gedrag lokt samen-gedrag uit Met andere woorden: streven naar gezamenlijk belang leidt ook tot hetzelfde samenwerkend gedrag bij anderen... Voorbeeld: Een moeder komt na een Chironamiddag furieus naar jou toe en begint je uit te maken voor slechte leiding omdat haar kind zegt dat het gepest wordt. Wanneer jij daardoor in de aanval gaat om jezelf te verdedigen, dan bestaat er kans op escalatie. Kies liever voor de positie van samen, om zo samen naar een oplossing te kunnen zoeken. 3. Twee dezelfde gedragingen houden elkaar in stand Als twee mensen hetzelfde gedrag vertonen, houden ze bij elkaar dat gedrag in stand. De volgende effecten kunnen dan voorkomen: Allebei boven en tegen: Ze belanden in een machtsstrijd. Allebei boven en samen: Ze willen beiden graag hun eigen plan uitvoeren, maar tegelijk gewaardeerd worden. Allebei onder en samen: Ze komen niet veel verder omdat initiatief ontbreekt. Allebei onder en tegen: Ze versterken elkaar in hun kritische blik. Bijvoorbeeld: te veel leidersfiguren in één groep zal er voor zorgen dat ze tegen elkaar willen opboksen. Als er te veel volgers zijn, zullen er waarschijnlijk geen kritische vragen meer gesteld worden. 4. Twee tegenoverliggende gedragingen heffen elkaar op Als mensen zich tegenovergesteld gedragen, vervalt het effect. Voorbeeld: Iemand neemt de concurrerende rol op en weet altijd alles beter. In diezelfde groep zitten enkel personen die volgen. Degene die de concurrerende rol opneemt, heeft nu geen concurrentie meer, waardoor de concurrerende rol vervalt. 5. Er is geen negatieve positie! Geen enkele positie is op zich negatief, maar je kunt wel negatief gedrag uitlokken. (Hierover is vaak weleens discussie. Er zijn interpretaties van de roos die aangeven dat je via een bepaalde strategie altijd groepsconflicten kunt aanpassen en dat dit telkens vanuit de samen moet. Die benadering benoemt de tegen wel als negatief, dus nuanceer die uitspraak!) 6. Je staat als persoon NIET vast in één positie De bedoeling is net dat je afhankelijk van je groep en van de noden van je groep een positie inneemt. Ga bijvoorbeeld niet leiden als er al iemand de leiding neemt. Een goede instructeur voelt dus de groep aan en speelt in op de noden van die groep. Bij de start van een cursus zul je hoogstwaarschijnlijk je leefgroep meer moeten leiden (= eerste fase van groepsvorming). Later, naargelang de leefgroep hechter wordt, zul je meer moeten volgen. Dat is ook meteen de overgang naar het andere deel van de theorie: Fasen van groepsvorming.

47 5.2. FASEN VAN GROEPSVORMING + HOUDING VAN BEGELEIDING De fasen FASEN BEGINNENDE GROEP EVOLUERENDE GROEP GEÏNTEGREERDE GROEP STRUCTUUR Hoe kun je als begeleiding inspelen op de fasen van groepsvorming? ROL BEGELEIDING ZORGEN DAT DE DEELNEMERS ELKAAR LEREN KENNEN GESPREK OP GANG BRENGEN EN BEGELEIDEN JE STAAT TUSSEN DE GROEP VEILIGHEID EN UITDAGING BIEDEN DOOR STERK STUREND TE BEGELEIDEN TE ZORGEN DAT IEDEREEN AAN BOD KOMT DE GROEP VERANTWOOR- DELIJKHEID TE GEVEN TOELICHTING BIJ HET SCHEMA Beginnende groep De fase De groep vormt zich. Je hebt als groepslid nog geen duidelijke rol en positie. Er is nog geen duidelijke structuur binnen de groep. Je ziet een aantal losse individuen met eigen verlangens, verwachtingen en motivatie. Langzaamaan zie je deelgroepjes ontstaan. In een beginnende groep is er vooral nood aan informatie over elkaar en aan veiligheid. Jouw rol als begeleiding Als begeleiding moet je ervoor zorgen dat iedereen de kans krijgt om elkaar te leren kennen. Bouw je kennismakingsspelen rustig 47

48 48 op, dat zorgt voor de nodige veiligheid. Zorg ervoor dat iedereen aan bod komt. Geef structuur door een actief programma aan te bieden, duidelijk de leiding te nemen en veel samen te doen. Leg uit hoe de vorming zal verlopen en wat ze van jou als begeleiding mogen verwachten. Zorg voor een ontspannen sfeer, pols naar de verwachtingen en heb aandacht voor wie weinig aan bod komt. Wees zelf betrokken bij de groep, bv. door zelf mee te spelen. Jouw gedrag geldt als voorbeeld voor de groep. Stimuleer groepsopbouwend gedrag. Evoluerende groep De fase beschreven De manier van werken en de gemaakte afspraken worden besproken en in vraag gesteld. De deelnemers tasten grenzen af en proberen de begeleiding te beïnvloeden. Iedereen probeert in deze fase een goeie positie te verwerven. Deelnemers gaan op zoek naar gelijkgestemden en er ontstaan kliekjes. Die middenfase is zeer belangrijk voor de groepsontwikkeling. De groep evolueert niet als deze fase vermeden of ontkend wordt. Ofwel zal de groep sterker gaan samenhangen, ofwel zal hij uiteen vallen. De subgroepjes die zijn ontstaan, zullen verder evolueren. Er zullen conflicten zijn tussen die subgroepen. Belangrijke thema s zijn macht, je eigen positie en je invloed. De groep heeft nood aan ruimte om te experimenteren maar ook aan veiligheid. Jouw rol als begeleiding Met de begeleiding moet je zorgen voor een duidelijk kader en een structuur, maar bied telkens ruimte voor inbreng van de deelnemers. Neem met de begeleiding minder de trekkersrol op. Stimuleer de groep om elkaar op een veilige manier feedback te geven (feedback komt nog uitgebreid aan bod op KIC 2). Stimuleer initiatief en moedig mensen op de achtergrond aan om een actievere rol op te nemen. Stuur de totstandkoming van een gesprek, niet de inhoud. Geïntegreerde groep De fase beschreven Iedereen heeft nu een bepaalde rol en plaats in de groep. Er is veel vertrouwen en de groep hangt goed samen. Iedereen communiceert open met elkaar, de groepsleden weten wat ze aan elkaar hebben. Ze nemen verantwoordelijkheid op ten aanzien van elkaar, van de begeleiding en van de activiteit. Vertrouwen, vertrouwelijkheid en nabijheid zijn belangrijk. Iedereen houdt rekening met elkaars mogelijkheden en heeft het gevoel dat ze zichzelf kunnen zijn. De groep is zelfstandig geworden. Nu is er ruimte voor gevoelens van aantrekking en afstoting, van sympathie en antipathie, al dan niet openlijk geuit. Je wilt weten welke gevoelens anderen tegenover jou hebben. Er ontstaan verbindingen tussen de verschillende subgroepen. De groep evolueert naar één hechte groep toe. De groep heeft nood aan ruimte voor eigen initiatief en aan samen zijn. Jouw rol als begeleiding Met de begeleiding sta je tussen de groep en geef je de groepsleden verantwoordelijkheid. Geef hen veel ruimte voor eigen initiatief, heb aandacht voor informele momenten en voor eventuele persoonlijke problemen die ontstaan. Werk veel met kleine, wisselende groepjes. Let ook op non-verbale communicatie in de groep: achterover hangen getuigt bv. van desinteresse. 6. CONCRETE AANPAK Dit is een sessie over groepsdynamica waar we twee grote kaders aangeven. Eerst en vooral zullen we iets vertellen over de Roos van Leary. Die vertelt iets over je eigen positie in de groep. Daarna kijken we naar de fasen die een groep doorloopt en hoe jij je als begeleiding moet gedragen tijdens die verschillende fasen. t Is zeker niet het gemakkelijkste blok, maar als je t mij vraagt wel de interessantste! Dit blok vraagt vanuit de begeleiding veel bijsturing voor de deelnemers. Leg alles zeer goed uit en zorg ervoor dat iedereen mee is. DEEL 1: TERUGBLIKKEN OP GROEPSDYNAMICA-OPDRACHT VAN VRIJDAGAVOND MET DE ROOS VAN LEARY 60 MIN In verschillende stappen leggen we de cursisten de basisprincipes van de Roos van Leary uit. Overleg voor dit blok (bijvoorbeeld op vrijdagvond) met je medebegeleiding welke observaties een voorbeeld kunnen zijn bij welke posities op de roos (sleutelmomenten tijdens de groepsdynamicaspelen). Gebruik ook de voorbeelden die de deelnemers op vrijdag noteerden. As 1: boven- en onder-gedrag Plak met tape de eerste as van de Roos van Leary op de grond. BOVEN-gedrag : actief, initiatiefnemend, beïnvloedend, beheersend. Het gaat met andere woorden om leidend gedrag. ONDER-gedrag: passief, afhankelijk, onderdanig, conformerend. Hier gaat het om volgzaam gedrag. Vraag de deelnemers om zich op deze as te plaatsen, op basis van de oefening van vrijdag. Je kunt hen best eerst het formulier teruggeven dat ze vrijdagavond na de oefening ingevuld hebben, zodat ze weer mee zijn met wat ze toen genoteerd hebben. Enkele voorbeeldvragen die je kan stellen: Waar positioneren ze zichzelf op deze as tijdens de activiteit? Wat maakt dat je jezelf daar zet? Aan welke houdingen, handelingen, uitspraken herken je boven- of onder-gedrag? Heb je zelf het gevoel dat je op één positie te plaatsen bent voor de hele oefening? Je geeft hier als begeleiding bepaalde voorbeelden die je zelf hebt geobserveerd. We vragen ook aan de andere deelnemers of ze de positie die iemand inneemt correct vinden of

49 niet. Hier is het belangrijk dat je deelnemers eventueel wel wat corrigeert als ze niet de juiste positie innemen, maar dat kun je alleen doen als je het kunt staven met een voorbeeld, bv. dingen die ze zeiden op bepaalde momenten. Goed observeren én noteren tijdens de oefening van vrijdagavond kan je hierbij helpen, en bespreek alles met de begeleiding. Denk eraan: Leary claimt dat geen enkele van de posities negatief is. De tegen-kant van de as wordt nochtans vaak zo ingeschat, maar ook mensen op die posities zijn nodig binnen een proces. Denk maar een troep enthousiastelingen die zich smijten op een opdracht en de kritische vragensteller die wijst op de dingen die ze in hun enthousiasme aan het vergeten zijn. As 2: tegen- en samen-gedrag Plak met tape de tweede as van de Roos op de grond (tegen vs. samen). Zo kom je tot een kruis. TEGEN-gedrag: gedrag dat vertragend werkt op het proces, het is niet per definitie negatief. Mensen met tegen-gedrag zullen zich vrij zakelijk opstellen en zijn niet in eerste instantie gericht op samenwerken. Eerder kritisch gedrag. SAMEN-gedrag: meewerkend, aardig gedrag waarbij het gemeenschappelijke doel voorop staat. Enkele voorbeeldvragen die je kunt stellen: Waar positioneren ze zichzelf op deze as tijdens de activiteit? Wat maakt dat je jezelf daar zet? Aan welke houdingen, handelingen of uitspraken herken je boven- of onder-gedrag? Heb je zelf het gevoel dat je op één positie te plaatsen bent voor de hele oefening? Je geeft hier met de begeleiding bepaalde voorbeelden die je zelf hebt geobserveerd. Vraag ook aan de andere deelnemers of ze de positie die iemand inneemt correct vinden of niet. Het kruis + de diagonalen Plak nu de diagonalen, zonder de taartpunten te benoemen. Laat de deelnemers zich in het tweedimensionale vlak positioneren. Ze zullen zich dus hoogstwaarschijnlijk niet op een as zetten, maar ergens tussen de twee. Daarna geef je hen twee stapels kaarten (zie bijlagen 8 en 9). Het ene hoopje bevat alle benamingen van de delen en het andere de vaak gebruikte zinnetjes. Laat de deelnemers zelf die kaartjes leggen en er uitleg bij geven. Heb je graag meer uitleg over de gedragsvarianten? In bijlage 10 vind je meer uitleg. Eenmaal dit gelukt is: laat je hen opnieuw zichzelf op de roos zetten voor de oefening van vrijdag. zet je hen zelf op de roos voor hun gedrag tijdens de laatste oefening. Als de groep het principe doorheeft en zichzelf goed kan inschatten, kun je hen deze oefening ook zelf laten doen. De basisprincipes van Leary Tot nu toe hebben we posities leren herkennen en benoemen. Nu komt het belangrijkste van deze theorie, namelijk: hoe kan ik de posities beinvloeden? Hiermee zoeken we een antwoord op het feit dat ze tijdens een oefening niet op één plaats staan, maar telkens veranderen van positie. Hoe komt dat? Wat zorgt hiervoor? Geef de deelnemers de basisprincipes van de roos mee. 49

50 1. Boven-gedrag lokt onder-gedrag uit en omgekeerd Met andere woorden: leiden lokt volgen uit en volgen lokt leiden uit. Voorbeeld: Je merkt dat sommige deelnemers tijdens de voorbereiding telkens achterover leunen en nooit zelf eens initiatief tonen. Door zelf de leiding in handen te nemen, is de kans groot dat de anderen zich niet geroepen voelen om het voortouw te nemen, want er is al iemand die dat doet. Ook het omgekeerde geldt. In een groep deelnemers waar niemand het initiatief neemt en iedereen zich nestelt in volggedrag zal de kans groter zijn dat er iemand rechtstaat om de boel op gang te trekken. 2. Tegen-gedrag lokt tegen-gedrag uit en samen-gedrag lokt samen-gedrag uit Met andere woorden: streven naar gezamenlijk belang leidt ook tot hetzelfde samenwerkend gedrag bij anderen... Voorbeeld: Een moeder komt na een Chironamiddag furieus naar jou toe en begint je uit te maken voor slechte leiding omdat haar kind zegt dat het gepest wordt. Wanneer jij daardoor in de aanval gaat om jezelf te verdedigen, dan bestaat er kans op escalatie. Kies liever voor de positie van samen, om zo samen naar een oplossing te kunnen zoeken. 3. Twee dezelfde gedragingen houden elkaar in stand Als twee mensen hetzelfde gedrag vertonen, houden ze bij elkaar dat gedrag in stand. De volgende effecten kunnen dan voorkomen: Allebei boven en tegen: Ze belanden in een machtsstrijd. Allebei boven en samen: Ze willen beiden graag hun eigen plan uitvoeren, maar tegelijk gewaardeerd worden. Allebei onder en samen: Ze komen niet veel verder omdat initiatief ontbreekt. Allebei onder en tegen: Ze versterken elkaar in hun kritische blik. Bijvoorbeeld: te veel leidersfiguren in één groep zal ervoor zorgen dat ze tegen elkaar willen opboksen. Als er te veel volgers zijn, zullen er waarschijnlijk geen kritische vragen meer gesteld worden. 4. Twee tegenoverliggende gedragingen heffen elkaar op Als mensen zich tegenovergesteld gedragen, vervalt het effect. Voorbeeld: Iemand neemt de concurrerende rol op en weet altijd alles beter. In diezelfde groep zitten enkel personen die volgen. Degene die de concurrerende rol opneemt, heeft nu geen concurrentie meer, waardoor de concurrerende rol vervalt. 5. Er is geen negatieve positie! Geen enkele positie is op zich negatief, maar je kunt wel negatief gedrag uitlokken. (Hierover is vaak weleens discussie. Er zijn interpretaties van de roos die aangeven dat je via een bepaalde strategie altijd groepsconflicten kunt aanpassen en dat dit telkens vanuit de samen moet. Die benadering benoemt de tegen wel als negatief, dus nuanceer die uitspraak!) leiden als er al iemand de leiding neemt. Een goede instructeur voelt dus de groep aan en speelt in op de noden van die groep. Deze basisprincipes meegeven doe je aan de hand van voorbeelden uit de observatie van de dag ervoor en van vandaag. Link naar de werkelijkheid Welke redenen kun je vinden om dit in het KIC-traject op te nemen? Wanneer kunnen we dit gebruiken? Op welke manier? Dit is het begin van alle manipulatie. Door je de basisprincipes eigen te maken, kun je je op zo n manier positioneren op de roos dat ongewenst gedrag verdwijnt en gewenst gedrag verschijnt. In plaats van te denken Jan zijn gedrag stoort me, hij moet er iets aan doen, denk dan Jan zijn gedrag stoort me, wat ga ik eraan doen?. Geef voorbeelden om de roos te linken aan instructeurschap. Laat de deelnemers eerst zelf oplossingen zoeken. Maak aan de groep duidelijk dat die basisprincipes van groot belang zijn in groepsdynamica. Je kunt er een groep mee sturen. Als je bv. wilt dat je groep meer initiatief neemt, ga dan niet in een leidings- of bovenpositie staan, want dan gaan je deelnemers volgen. Als er een conflict is in je team, ga dan niet in de tegen staan, maar in de samen. Zorg ervoor dat je samen aan de oplossing werkt en niet tegen de oplossing bent. Als je ziet dat iemand altijd de leiding neemt in een groep, spreek hem of haar dan aan en benoem dit, zodat ook andere deelnemers uit hun kot kunnen komen. Anders verstoppen ze zich altijd achter de leidersfiguur. Je kunt dat heel simpel duiden door te zeggen: Jij hebt al veel input gegeven. Is er nog iemand anders die een idee heeft? Zie je iemand consequent in de ik-weet-het-beter-rol, geef dan aan dat het goed is om een mening te hebben maar vraag ook om argumenten. Is het een goede denkpiste, dan is het misschien de moeite om de groep te splitsen en ze het in groepen te laten uitwerken. Zorg dat je tien ton concrete voorbeelden kunt geven, want voor sommige deelnemers zal dit zeer theoretisch zijn. Het mag uit je eigen ervaring zijn, maar ook verzonnen. Heb je graag wat inspiratie? Kijk dan in de bijlagen (p ). Daar vind je al een hele reeks voorbeelden. Zorg dat de assen ook duidelijk zijn, want de deelnemers zullen vaak ter herinnering vragen wat wat ook alweer was Je staat als persoon NIET vast in één positie De bedoeling is net dat je afhankelijk van je groep en van de noden van je groep een positie inneemt. Ga bijvoorbeeld niet

51 DEEL 2: FASEN IN DE GROEPSVORMING - 30 MIN Verdeel de deelnemers in groepjes van drie of vier. Ze krijgen een flap met een tijdslijn op. Die tijdslijn loopt van het moment dat de groep bij elkaar komt tot de groep elkaar goed kent. Vraag de deelnemers om op die tijdslijn drie dingen aan te duiden. 1. Fasen die de groep doorloopt (van losse individuen naar één groep). Vermeld dat er drie fasen zijn. Zo moeten ze hun hoofd hier al niet over breken. 2. Per fase: Rol van de begeleiding, die inspeelt op die fase (komt dus onder de fasen). Hoe speelt de begeleiding in op die verschillende fasen van groepsvorming? Wat is het verschil in de begeleidingshouding bij de verschillende fasen? Hoe stelt de begeleiding zich op? 3. Voorbeelden bij elke fase en/of begeleidingshouding Kun je een voorbeeld geven van deze fase vanuit je eigen ervaring met een groep? Ze komen, als ze wat nadenken, tot het volgende schema of de volgende tijdslijn. De fasen FASEN BEGINNENDE GROEP EVOLUERENDE GROEP GEÏNTEGREERDE GROEP STRUCTUUR Hoe kun je als begeleiding inspelen op de fasen van groepsvorming? ROL BEGELEIDING ZORGEN DAT DE DEELNEMERS ELKAAR LEREN KENNEN GESPREK OP GANG BRENGEN EN BEGELEIDEN JE STAAT TUSSEN DE GROEP VEILIGHEID EN UITDAGING BIEDEN DOOR STERK STUREND TE BEGELEIDEN TE ZORGEN DAT IEDEREEN AAN BOD KOMT DE GROEP VERANTWOOR- DELIJKHEID TE GEVEN Nadat elke groep haar tijdslijn getekend heeft, zetten we ons weer bij elkaar en wisselen we uit. Vanuit al die input komen we tot het bovenstaande schema. 51

52 Geef aan dat het dus van belang is om feeling te hebben met in welk stadium de groep zich bevindt en om je begeleidingshouding hieraan aan te passen. Het is hier vooral van belang dat je uitlegt dat je als begeleiding dus een andere rol kan of moet aannemen, afhankelijk van in welke fase ze zitten. Uiteraard doorlopen niet alle groepen dit schema op hetzelfde tempo. De zaken die deze groepsdynamica in de war brengen, zijn zaken die we bespreken in het blok over conficthantering. Het is immers goed mogelijk dat de spanning zich opbouwt in een conflict, en dat je hier als begeleiding op een goede manier mee moet omgaan. Link met Leary: start met meer leidend gedrag en ga naar meer onder-gedrag, want de groep zal dan zelf voldoende verantwoordelijkheid opnemen. Bij conflicten kies je als begeleiding altijd de samen. Zo zal je groep ook in de samen blijven, in welke fase dan ook. In een gewone toestand van een gevorderde groep mag je met de begeleiding gerust eens de tegen-positie innemen, je groep is dan rijp genoeg voor een kritische blik. DEEL 3: NABESPREKEN (10 MIN) Wat vond je van de sessie? Wat maakt dat het goed/slecht was? Som vijf dingen op die je uit deze sessie zal meenemen Wat zul je nog doen met deze theoretische kaders? Wat vond je van de terugkoppeling naar de opdracht van vrijdagavond? Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok een antwoord op enkele vragen. 52 Beschrijf een situatie in je ploeg aan de hand van de Roos van Leary. Hoe gedroeg je je? Welke andere positie zou je kunnen innemen, en hoe zou dat de situatie beïnvloeden? Heb je al eens een groep begeleid? Heb je toen de verschillende fasen herkend? Zou je hier nu anders mee omgaan? Noteer enkele tips voor jezelf.

53 Vieruurtje + promotie vormingsmomenten + groepsspel Zaterdag, uur 1. KORT OVERZICHT EN AANPAK In dit half uur moet er veel gebeuren. De deelnemers verdienen een halfviertje. Er moet ruimte gemaakt worden voor de deelnemers om in duo hun vormingsmoment te promoten. (Als er verschillende reeksen vormingsmomenten aangeboden worden, moet op dit moment ook duidelijk zijn welk vormingsmoment wanneer plaatsheeft). Je kunt ervoor kiezen om eerst het groepsspel te doen, maar we raden aan om allereerst het promomoment in te lassen. KIC 1 vindt namelijk tegelijkertijd plaats met KIC 2. De KIC 2-deelnemers hebben vormingsmomenten voorbereid waar de mensen van KIC 1 aan zullen deelnemen. Hun feedback is waardevolle input voor de KIC 2-deelnemers. Zorg ervoor dat de trekker van je cursus duidelijk weet wat de titels en de duo s van de KIC 2 ers zijn. Op die manier kan hij of zij alvast een inschrijfsysteem voorbereiden, en het geheel hier wat vlot laten lopen. Vaak wordt er bij het avondeten gevraagd om zich in te schrijven voor de vormingsmomenten. 2. GROEPSSPEL Een groepsspel zorgt ervoor dat de deelnemers zich even kunnen laten gaan, en een voorbeeld van een goed gebracht spel kunnen beleven, aangepast aan hen als doelgroep COMPETENTIES VOOR HET INSTRUCTEURSTRAJECT Deelnemers begeleiden Je past je manier van communiceren aan de deelnemers aan. Je hebt aandacht voor elke deelnemer en zijn of haar plaats in de groep. Je kent de leefwereld van je deelnemers, je kent hun interesses en speelt hierop in. Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok een antwoord op enkele vragen. Hoe kon deze activiteit nog beter aangepast zijn aan jullie leefwereld? Wat als dit groepsspel ingepland stond als eerste activiteit van het weekend? Zou dit ook gewerkt hebben? Zou er iets anders gelopen zijn? 53

54 Begeleiden op maat Zaterdag uur 1. DOELSTELLINGEN De deelnemers oefenen zich in het begeleiden van groepsgesprekken. De deelnemers geven feedback op de gevonden oplossingen. De deelnemers gebruiken de Roos van Leary om begeleidingsproblemen aan te pakken. 2. COMPETENTIES BINNEN EEN INSTRUCTEURSTRAJECT DEELNEMERS BEGELEIDEN Je past je manier van communiceren aan aan de deelnemers. Je weet wat de deelnemers kennen en houdt er rekening mee. Je hebt aandacht voor elke deelnemer en zijn of haar plaats in de groep. Je kent de evolutie en het groeiproces dat zowel de deelnemers als de groep doormaken en speelt daarop in. VORMING BEGELEIDEN Je werkt aan de beoogde competenties aan de hand van geschikte en aangepaste werkvormen en technieken. Je houdt rekening met de vormingsbehoeften en verwachtingen van deelnemers. Je motiveert de deelnemers om te leren. DE EINDVERANTWOORDELIJKHEID NEMEN Je zorgt voor een duidelijk kader voor de vorming door afspraken te maken met de deelnemers. Je zorgt ervoor dat de afspraken nageleefd of bijgestuurd worden. Je hakt knopen door, je verantwoordt beslissingen en draagt de gevolgen ervan. 3. OVERZICHT EN DUUR Individueel: een netelige situatie In kleine groepjes De show situaties spelen Nabespreking 4. MATERIAAL 10 min 20 min 45 min 15 min Afgeprinte roos waar deelnemers verder mee aan de slag kunnen (zie bijlage 12) Balpennen 5. THEORIE Voor de theorie verwijzen we terug naar de theorie over groepsdynamica. Het is de bedoeling om verder aan de slag te gaan met de Roos van Leary. Vanuit concrete ervaringen proberen deelnemers te reflecteren over het praktisch gebruik van de Roos van Leary. Tijdens dit vormingsblok willen we dit allereerst erg concreet en op behoorlijk kleine schaal oefenen. We vertrekken vanuit een leefgroep / groepsgesprek. Probeer de deelnemers niet dadelijk in termen van de roos te laten denken. Dat is voor in de laatste fase. 6. CONCRETE AANPAK 6.1. VALKUILEN EN UITDAGINGEN Rollenspelen? Niet twijfelen! Vaak gaat de mythe rond dat deelnemers niet graag rollenspel spelen. Het is echter een goede manier om iets aan te brengen en aan den lijve te ervaren. Daarom: niet zeggen dat je er gaat doen, maar gewoon starten. En wedden dat er een aantal deelnemers in je leefgroep zitten die dit gewoon graag doen? 6.2. PRAKTISCHE UITWERKING Individueel: Een netelige situatie Elke deelnemer schrijft voor zichzelf een situatie op waarbij de groepsdyncamica of het groepsproces verkeerd loopt of gelopen is. Bij de situaties is het de bedoelding dat er een tussenkomst van gespreksleiding nodig is, omdat de groepsdynamica anders niet in orde is. Het moeten situaties zijn waar er in de groep iets verkeerd zit dat het groepsproces in de weg staat. Dat kunnen fictieve situaties zijn, of dingen die ze al meegemaakt hebben. Voorbeelden van situaties: Een deelnemer loopt huilend naar buiten. Je medebegeleiding breekt deelnemers of jou als begeleiding af. Je medebegeleiding zit dingen te vertellen die aan geen kanten kloppen. Je medebegeleiding zegt niets. Iemand van de leefgroep neemt altijd het woord. Begeleiding probeert een deelnemer te versieren. Er zijn kliekjes. Een koppige deelnemer gaat niet akkoord met de theoretische basis maar kan geen alternatief formuleren. Een deelnemer met een pedagogisch diploma laat duidelijk blijken dat dit niet nieuw is. Je hebt een anderstalige deelnemer die er geen bal van begrijpt. Iemand wordt gepest in de leefgroep. 54

55 In kleine groepjes Zet je nu per drie bijeen. Probeer voor elk van jullie situaties een zo slecht mogelijke manier en een constructieve manier van reageren te bedenken. Schrijf dat er gerust bij op het situatiepapiertje. Probeer te formuleren wat maakt dat die constructieve manier voor jullie de beste is. Formulier op die manier drie concrete adviezen voor de begeleiding in deze situatie. De show situaties spelen Ieder groepje is een toneeltrio. Je kiest een situatie (als begeleiding zorg je er dan voor dat ze niet overal dezelfde situaties kiezen, dat ze divers genoeg zijn). Dan verdeel je de rollen per groepje en spelen ze hun eigen situatie na. Zorg er telkens voor dat iemand van de spelers de rol van gesprekspleiding opneemt. Na elk toneeltje geeft de groep feedback op de gespeelde oplossing en kunnen de groepjes bespreken wat er goed/minder was aan hun adviezen. Is er een groepje dat een concreet advies heeft opgeschreven dat bij deze situatie past? Wat was goed? Wat zou je anders doen? Wie heeft er hier al ervaring mee? Wat werkte toen? Laat de deelnemers de personages positioneren op de roos, en nagaan hoe dat evolueert in de loop van de situatie. Wie was er hier in de tegenpositie? Wie was er in de samenpositie? Wie was er hier in de bovenpositie? Wie was er in de onderpositie? Heeft de begeleiding hier optimaal op gereageerd, bekeken vanuit de Roos van Leary? Voorbeeld: Je merkt dat sommige deelnemers tijdens de voorbereiding telkens achterover leunen en nooit zelf eens initiatief tonen. Door zelf de leiding in handen te nemen, is de kans groot dat de anderen zich niet geroepen voelen om het voortouw te nemen, want er is al iemand die dat doet. Ook het omgekeerde geldt. In een groep deelnemers waar niemand het initiatief neemt en iedereen zich nestelt in volggedrag zal de kans groter zijn dat er iemand rechtstaat om de boel op gang te trekken. Voorbeeld: Een deelnemer komt tijdens een Chirocursus furieus naar jou toe en begint je te beledigen omdat hij vindt dat ze te vroeg moeten gaan slapen. Wanneer jij daardoor in de aanval gaat om jezelf te verdedigen, bestaat de kans op escalatie. Kies liever voor de positie van samen. Vraag aan die andere persoon om toe te lichten wat hij zelf verwacht op dat vlak, hoe het bij hen gaat, en probeer uit dat gesprek te halen waarom hij het belangrijk vindt om zo lang mogelijk op te blijven. Is het om plezier te maken? Voorbeeld: Bij een startende groep: met de begeleiding moet je zorgen voor een duidelijk kader en een structuur, maar bied je telkens ruimte voor inbreng van de deelnemers. Neem met de begeleiding minder de trekkersrol op. Stimuleer initiatief en moedig mensen op de achtergrond aan om een actievere rol op te nemen. Stuur de totstandkoming van een gesprek, niet de inhoud. Voorbeeld: Als begeleiding sta je tussen de groep en geef je de groepsleden verantwoordelijkheid. Geef hen veel ruimte voor eigen initiatief, heb aandacht voor informele momenten en voor eventuele persoonlijke problemen die in de groep ontstaan. Werk veel met kleine, wisselende groepjes. Let ook op non-verbale communicatie in de groep: achterover hangen getuigt bv. van desinteresse. Nabespreking Schrijf op wat je van het geheel hebt meegenomen Ga nu in gesprek met de persoon met wie je het meest interessante gesprek kunt voeren. Vat het gesprek even samen en deel je bevindingen met de groep. Zijn er nog vragen? Opmerkingen? Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok een antwoord op enkele vragen. Schrijf drie tips op voor jezelf, die voor jou belangrijk zijn bij begeleiden op maat. Met welke situatie kwam je al eens in contact waar je toen geen antwoord op wist? Hoe zou je dat nu aanpakken? 55

56 56 Begeleidingshouding in vormingsmoment Zaterdag uur 1.DOELSTELLINGEN Doelstellingen KIC 1 Deelnemers formuleren feedback tijdens een inhoudelijk cursusblok. Deelnemers zijn zich bewust van het nut van verbreding. Doelstellingen KIC 2 Deelnemers kunnen doelstellingen formuleren op maat van inhoud en doelgroep, en toetsen die af. Deelnemers kunnen een inhoudelijk cursusblok begeleiden. Deelnemers zijn in staat vragen te stellen in functie van het verloop van een cursusblok. Deelnemers kunnen een cursusblok evalueren. Doelstellingen KIC 3 Deelnemers formuleren feedback tijdens een inhoudelijk cursusblok. Deelnemers zijn zich bewust van het nut van verbreding. Deelnemers herkennen competenties van cursisten in opleiding. 2. COMPETENTIES BINNEN HET INSTRUCTEURSTRAJECT DEELNEMERS BEGELEIDEN Je past je manier van communiceren aan de deelnemers aan. Je weet wat de deelnemers kennen en kunnen en je houdt er rekening mee. Je hebt aandacht voor elke deelnemer en zijn of haar plaats in de groep. Je kent de leefwereld van de deelnemers, je kent hun interesses en speelt daarop in. Je kent de evolutie en het groeiproces dat zowel de deelnemers als de groep doormaken en speelt daarop in. VORMING BEGELEIDEN Je werkt aan de beoogde competenties aan de hand van geschikte en aangepaste werkvormen en technieken. Je houdt rekening met de vormingsbehoeften en verwachtingen van de deelnemers. Je motiveert de deelnemers om te leren. VORMING EVALUEREN Je gaat na of de beoogde competenties bereikt zijn. Je beoordeelt of de juiste werkvormen en technieken gehanteerd zijn en je formuleert verbeterpunten voor een volgende vorming. OVER JEZELF REFLECTEREN ALS INSTRUCTEUR Je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in je rol als begeleiding van deelnemers en gaat aan de slag met je verbeterpunten. Je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in het organiseren van vorming en je gaat aan de slag met je verbeterpunten. Uitleg die je op het einde van vrijdagavond na het cursusblok nog moet geven: Als deel van de cursusinhoud van KIC 2 zullen de KIC 2-deelnemers een aantal cursusblokken of workshops uitwerken die zij zullen aanbieden op zaterdagavond. Jullie zullen samen met de KIC 1/3-deelnemers een van die blokken kunnen volgen dat maakt voor iedereen deel uit van het programma. De inhoud van de uit te werken blokken ligt nog niet vast. Als jullie voorstellen of ideeën hebben voor onderwerpen waar jullie graag iets meer over te weten zouden komen, kunnen jullie die nu noteren en doorgeven aan jullie begeleiding. Welke onderwerpen effectief uitgewerkt zullen worden, laten we in de deskundige handen van de KIC 2-deelnemers. Zaterdagnamiddag worden de onderwerpen bekendgemaakt en kunnen jullie zich hiervoor inschrijven. Die onderwerpen kunnen uitgewerkt zijn op maat van leiding en/of kaderleiding. Voorbeelden (ter inspiratie): Taken en profiel van een evenementstrekker/een VB/groepsleiding Een groepsleidingsbijeenkomt organiseren Omgaan met moeilijk gedrag Leidingswerving Sociale media BELANGRIJK! Het is de verantwoordelijkheid van de begeleiding van KIC 2 om er samen met de trekkers voor te zorgen dat er een ruim aanbod aan brochures mee is, waaruit deelnemers kunnen putten om hun blok voor te bereiden. Daarnaast kunnen er bijvoorbeeld laptops met draadloos internet of boeken en dergelijke aanwezig zijn. 3. MATERIAAL De KIC 2-deelnemers vragen bij begeleiding materiaal. 4. PRAKTISCH De deelnemers van KIC 1 en KIC 3 hebben zich tijdens het vieruurtje ingeschreven voor een van de onderwerpen die voorbereid werden door KIC 2-deelnemers. De begeleiding bewaakt een evenwichtige verdeling van de deelnemers. Iedereen van de begeleiding volgt ook een blok mee. Per KIC 2-cursusblokje is er minstens één iemand van de begeleiding aanwezig. Afhankelijk van de grootte van de aanwezige groep kan die observator zijn, of gewoon deelnemen. De KIC 3-deelnemers proberen met zo weinig mogelijk mensen van hun eigen leefgroep een cursusblok te volgen (maximaal spreiden). De KIC 3-deelnemers worden voor de keuze in kleine (compatibele) groepjes verdeeld, die dan ook de evaluatiegesprekken van de KIC 2-vorminggevers zullen doen. Ze kiezen

57 dan per groepje een onderwerp. De KIC 1-deelnemers verspreiden zich maximaal. De begeleiding van KIC 2 verspreidt zich maximaal. Je kunt er eventueel wel voor zorgen dat die KIC 2-duo s bij wie je denkt dat een goede feedbacksessie nadien nodig zal zijn, eventueel eigen leefgroepbegeleiding hebben. Na het avondeten wordt de verdeling van de KIC 2-cursusblokken bekendgemaakt, met de werkruimte waar de respectieve blokken zullen plaatsvinden. De KIC 2-deelnemers moeten niet afwassen en kunnen de resterende tijd in afwachting van de start van het avonddeel eventueel gebruiken om het leefgroeplokaal klaar te zetten of hun voorbereiding een laatste keer te doorlopen. De begeleiding gedraagt zich tijdens het cursusblok als (voorbeeldige!) deelnemers en probeert geen oplossingen aan te reiken. Begeleiding mag onder geen enkel beding de taak van moderator van de KIC 2-deelnemers verstoren! Neem deel als een low profile -deelnemer, het gaat vooral om de leerkansen en oefenkansen van de KIC 2-deelnemers. De KIC 2 ers verzorgen ook een kort evaluatiemomentje op het einde van hun blok.... de leefgroepen van KIC 1 en KIC 3 relatief klein zijn? Haal er de kookploeg, oud-verbonders en externen bij om de KIC 2-cursusblokken te versterken met deelnemers. We adviseren graag twee KIC 2-deelnemers als moderator per KIC 2-cursusblok, maximaal drie personen. We adviseren minstens vier deelnemers + minstens één iemand van de begeleiding per KIC 2-cursusblokje.... er een oneven aantal KIC 2-deelnemers zijn? Een van de KIC 2-cursusblokken kan door een trio begeleid worden. Eventueel kan iemand ook alleen een cursusblok begeleiden. We willen dat laatste niet aanmoedigen omdat de wisselwerking in de voorbereiding en kansen voor de deelnemers om elkaar vooruit te helpen in de voorbereiding hierdoor deels verloren gaan. Na afloop van het blok bedankt de aanwezige begeleiding de KIC 2-deelnemers voor het uitwerken en begeleiden het cursusblok. Benadruk graag nog even dat het niet evident is om op korte tijd een blok ineen te boksen. Knap werk, iedereen! Wat als er geen acht KIC 2-deelnemers zijn? Er kan geen geldige KIC 2 georganiseerd worden. De trekker adviseert in dat geval de ingeschreven deelnemers te laten deelnemen aan een andere KIC 2-cursus. De begeleidingsploeg bereidt zelf een viertal verdiepende onderwerpen voor. In een noodsituatie (bv. laattijdige afzegging van een KIC 2-deelnemer waardoor het minimum van acht niet bereikt wordt) kan beslist worden een KIC 1-deelnemer eerst KIC 2 te laten volgen. Het is de verantwoordelijkheid van de trekker om te zorgen dat de geselecteerde deelnemer(s) hiervoor inhoudelijk voldoende sterk is/zijn. We willen dit niet promoten.... er te veel KIC 2-deelnemers zijn? We adviseren de cursustrekkers om niet meer dan twintig KIC 2-deelnemers mee te nemen. Extra deelnemers worden best doorverwezen omdat de KIC 2-cursusblokken anders te weinig deelnemers tellen. We adviseren graag twee KIC 2-deelnemers als moderator per KIC 2-cursusblok, maximaal drie personen. Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok een antwoord op enkele vragen. Schrijf drie tips op voor jezelf die voor jou belangrijk zijn bij begeleiden op maat. Met welke situatie kwam je al eens in contact waar je toen geen antwoord op wist? Hoe zou je dat nu aanpakken? 57

58 Nabespreking vormingsmoment Zaterdag, 21 uur tot 22 uur 1. DOELSTELLINGEN - De deelnemers kunnen elementen van Begeleiden op maat herkennen en hierover reflecteren. - De deelnemers bundelen de theorie en hun ervaring tot de belangrijkste krachtlijnen om te komen tot Begeleiden op maat. 2. COMPETENTIES BINNEN HET INSTRUCTEURSTRAJECT VORMING BEGELEIDEN Je werkt aan de beoogde competenties aan de hand van geschikte en aangepaste werkvormen en technieken. Je houdt rekening met de vormingsbehoeften en verwachtingen van de deelnemers. Je motiveert deelnemers om te leren. DEELNEMERS EVALUEREN Je schat de competenties van de deelnemers in en beoordeelt de competenties tijdens en na afloop van de vorming. Je benoemt en bespreekt de groeikansen van en met de deelnemers, met respect voor de inbreng van de deelnemers. 3. OVERZICHT EN DUUR Even ventileren en vertellen Nabespreking gericht op begeleiding op maat Nabespreking gericht op opbouwen vormingsmoment Nabespreking gericht op formuleren van feedback Terugmelding in grote groep 4. MATERIAAL 10 min 15 min 15 min 10 min 10 min Flap met adviezen m.b.t. begeleidingshouding (opgemaakt tijdens vormingsblok Begeleiden op maat ) Afgeprinte kaartjes met vragen voor de nabespreking Begeleiden op maat (1 pakketje per 2 dlnrs, bijlage 13) Afgeprinte kaartjes met vragen voor de nabespreking Een vormingsmoment opbouwen (1 pakketje per 2 dlnrs) Afgeprinte kaartjes met vragen voor de nabespreking Feedback formuleren (1 pakketje per 2 dlnrs) 5. THEORIE Wat het theoretisch kader betreft, is dit blok gelinkt aan Begeleiden op maat: theorie en oefeningen, dat op zaterdagnamiddag aan bod komt. De KIC 1-deelnemers hebben net een vormingsmoment beleefd, aangeboden door de KIC 2-deelnemers. Het is de bedoeling dat ze in een tweede deel van dit blok in de praktijk de richtlijnen herkennen die tijdens het vormingsblok begeleiden op maat aangegeven werden. 6. CONCRETE AANPAK 6.1. VALKUILEN EN UITDAGINGEN VOOR DE BEGELEIDING Tijdens dit blok waakt de begeleiding erover dat er voldoende concrete brugjes gemaakt worden tussen concepten/ theorie en praktijk. Het is vooral een oefening waarin de deelnemers vaardigheden herkennen in concrete gedragingen en praktijken. Probeer dan ook tijdens de gesprekjes in kleine groepen over te gaan, en uitdagende vragen te stellen. Probeer uitspraken altijd te concretiseren, bv. Oké, maar wat maakt dat je het gevoel had dat je geen vragen mocht stellen? De hoofddoelstelling is hier dat Begeleiden op maat wordt herkend in concrete gedragingen. Daag de deelnemers expliciet uit om de lijst van aandachtspunten bij Begeleiden op maat aan te vullen vanuit hun observatie en ervaring. Zorg ervoor dat dit niet vervalt in een roddeluurtje. Verplicht de deelnemers eventueel om tips positief te formuleren. De nadruk in deze bespreking ligt op begeleidingshouding. Hoe de inhoud werd aangebracht, maakt geen deel uit van de essentie PRAKTISCHE UITWERKING Even ventileren en vertellen 10 min De hele leefgroep zet zich rond de tafel. Overloop kort wie wat volgde en wat er aan bod kwam. Het gaat dus niet over hoe er begeleid werd. Je kunt hierbij de volgende richtvragen gebruiken. Wat was de inhoud van het vormingsblok? Vertel aan je teamgenoten in enkele zinnen de essentie van wat er werd meegegeven. Was dit bruikbaar voor je ploeg? Voor welke andere ploegen zou dit ook bruikbaar zijn? Kwam de inhoud overeen met je verwachtingen? 58

59 Nabespreking gericht op Begeleiden op maat 15 min De deelnemers gaan in groepjes zitten, zodat ze bijeen zitten met iedereen die hetzelfde vormingsmoment volgde. Ze krijgen kaartjes met vragen die hun gesprek richting geven. Voelde je je welkom? Was de sfeer in de groep anders in het begin van de vormingssessie dan aan het einde? Op welke manier werd dit door de begeleiding beïnvloed? Kwam iedereen aan het woord? Waren er deelnemers die al meer wisten over het onderwerp dan andere? Hoe ging de begeleiding daarmee om? Was de begeleiding op hun gemak? Waaraan kon je dit merken? Hadden beide begeleid(st)ers evenveel input? Stoorde dat? Welke aspecten van Begeleiden op maat heb je concreet gezien of opgemerkt (verbaal of non-verbaal)? Uitwisseling in grote groep 10 min Het is niet de bedoeling een beoordeling van de verschillende begeleid(st)ers binnen de hele leefgroep te bespreken. Wel wordt het antwoord op verschillende vragen nog even uitgewisseld in grote groep: Welk aspect van begeleiden op maat leek de grootste uitdaging? Op welke manier bleek dat uit de praktijk? Wat maakt dat je dat aspect kiest? Waren er nog zaken die niet meegegeven werden tijdens de evaluatie net na het vormingsmoment? Het is belangrijk om die feedback kort op te schrijven. Er is niet echt een moment voorzien waarop de mening van de KIC 1- tot bij de KIC 2-deelnemers raakt. Via een briefje is dus wel mogelijk/ wenselijk. Nabespreking gericht op Een vormingsmoment opbouwen 15 min Wat was de doelstelling van de vormingssessie? Ging het om informatieoverdracht, om uitwisselen of om nieuwe dingen bedenken? Heb je het gevoel dat de doelstellingen gehaald zijn? Was de methodiek naar jouw gevoel aangepast aan deze doelstelling(en)? Heb je verschillende onderdelen opgemerkt in het vormingsmoment? Zouden jullie een inleiding, een midden en een slot kunnen aanduiden? Nabespreking gericht op Feedback formuleren 15 min Bespreek de feedback die op het einde van het vormingsmoment gegeven werd. Vind je hierin de verschillende aspecten van begeleidingshouding terug die jullie bespraken? Zijn er nog zaken die jullie zouden toevoegen aan de evaluatie? Vond je dat de feedback op een goede manier geformuleerd werd? Konden er zaken beter? Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok een antwoord op enkele vragen. Welke 3 eigenschappen vind jij het belangrijkste voor het begeleiden van een vormingsmoment? En hoe kun je dat concreet uiten (in gedrag?) 59

60 Feedback geven en krijgen Zondag, uur 1. DOELSTELLINGEN Deelnemers kunnen feedback geven. Deelnemers kunnen feedback krijgen. Deenemers kunnen de relevantie van feedback binnen het kader inschatten. 2. COMPETENTIES BINNEN EEN INSTRUCTEURSTRAJECT DEELNEMERS BEGELEIDEN Je past je manier van communiceren aan de deelnemers aan. Je weet wat de deelnemers kennen en kunnen en je houdt er rekening mee. Je hebt aandacht voor elke deelnemer en zijn of haar plaats in de groep. Je kent de evolutie in het groeiproces dat zowel de deelnemers als de groep doormaken en speelt daarop in. DEELNEMERS EVALUEREN Je schat de competenties van de deelnemers in en beoordeelt die competenties tijdens en na afloop van de vorming. Je benoemt en bespreekt de groeikansen van en met de deelnemers, met respect voor de inbreng van de deelnemers. 3. OVERZICHT EN DUUR Korte opdracht + nabespreking 30 min Feedbackfilmpjes en bespreking 45 min Nabespreking en betrekken op eigen gedrag 15 min 4. MATERIAAL Materiaal voor samenwerkingsopdracht kwartetten Verschillende kwartetten van gekleurde vormen Blinddoeken Materiaal voor samenwerkingsopdracht Schapen en herders Blinddoeken Pen en papier Flappen Laptop (met juiste software), eventueel boxjes Links naar Facebookfilmpjes, of die filmpjes op usb 5. THEORIE 5.1. FEEDBACK: WAT IS HET EN WAAROM IS HET ZO BE- LANGRIJK? Wat is feedback? Kort gezegd kun je feedback als volgt definiëren. Feedback = terugkoppeling. Feedback geven is positieve of negatieve commentaar geven op het gedrag van anderen. Feedback ontvangen is positieve of negatieve commentaar op je gedrag krijgen van iemand. Feedback als motor voor een groep Als leider of leidster in een groep, voorzitter of voorzitster van een commissie, als peter of meter van een ploeg, als cursusbegeleiding, noem maar op: het is belangrijk om positief om te gaan met feedback en om een sfeer te creëren waarin er vlot feedback gegeven en ontvangen kan worden. Door de leden van een team concrete, uitnodigende feedback te geven, kun je de motivatie en inzet van de teamleden bevorderen. Ze voelen zich ook meer thuis in de ploeg, weten wat er van hen verwacht wordt, worden bijgestuurd als het fout loopt, krijgen een compliment en voelen zich geapprecieerd als de dingen goed gaan. Daarnaast is feedback geven en ontvangen ook voor je eigen leren een belangrijke bron. Feedback is dus een belangrijk instrument voor elke ploeg waar mensen op een open en eerlijke manier met elkaar willen omgaan. Ons Chirowerk zal er enkel bij gebaat zijn. Functies van feedback Door positief gedrag te erkennen en te benoemen, bekrachtigen en stimuleren we dat gedrag. Door negatief gedrag te benoemen en te bespreken, kunnen we dat gedrag corrigeren. Door feedback te geven en te ontvangen, verduidelijken mensen hun relatie met elkaar. Zo kunnen het wederzijdse begrip en de waardering voor elkaar toenemen. Door feedback te geven en te krijgen, weet je wat de ander aan jou apprecieert, waar de ander het moeilijk mee heeft, wat de uitdagingen in jullie relatie zijn, waar je voorzichtig mee moet omspringen en waar je elkaar kunt vinden. Gebrek aan feedback is demotiverend 60 Als je geen feedback geeft, wordt er op geen enkele manier een onderscheid gemaakt tussen wie zich wel of niet inzet, wie wel of niet betrokken is, wie wel of geen verantwoordelijkheid draagt.

61 Als je geen feedback meer krijgt, begin je je zorgen te maken over het belang van jouw plaats in het team of over het werk dat jij in de ploeg verzet. Formeel en informeel Feedback geven gaat verder dan het formele evaluatiemoment dat je misschien met je ploeg gepland hebt of dat klassiek gezien plaatsvindt na elke activiteit. Als je regelmatig feedback geeft en krijgt, als je regelmatig bijstuurt en zelf wordt bijgestuurd, kom je op formele evaluatiemomenten niet voor verrassingen te staan. Formele en informele feedback vullen elkaar dus aan. Feedback geven blijkt moeilijk Ondanks het belang en nut van feedback is het verbazingwekkend hoeveel moeite mensen hebben met feedback krijgen en het geven. De manier waarop je feedback geeft, speelt hierbij een cruciale rol FEEDBACK GEVEN EN KRIJGEN: AANDACHTSPUNTEN Goede feedback geven twaalf regels Goede feedback = Snel Tactvol Concreet Bemoedigend 1) Waarneming Geef aan wat je hebt waargenomen, niet wat je er bij hebt gefantaseerd of hoe je de situatie hebt geïnterpreteerd. 2) Kort op de bal Geef feedback zo snel mogelijk nadat je de situatie hebt waargenomen. Als je te lang wacht, vergroot de kans dat de situatie waarop de feedback betrekking heeft voor een of voor alle partijen vervaagd is. Bovendien bestaat het gevaar dat de emotie de bovenhand krijgt omdat het gevoel een hele tijd opgekropt werd. Let wel op dat kort op de bal niet kort op de persoon wordt. 3) Concreet Breng je feedback gebaseerd op concrete feiten, specifiek en to the point. Feedback heeft altijd betrekking op concreet gedrag of op iets dat concreet is misgelopen. Beschrijf dan ook dat concreet gedrag of die concrete fout zodat de ander duidelijk weet waarover het gaat. Vermijd alleszins de andere op zijn of haar persoonlijkheid aan te pakken. Door het concreet te houden, komt feedback ook minder bedreigend over. Hou je dus bij zaken die de ander of de ploeg kan veranderen. 4) Gevoel Geef de gevoelens weer die het waargenomen gedrag bij je heeft opgeroepen. Om goed op de feedback te reageren, moet de andere weten hoe jij je bij iets voelt of voelde. 5) Ik Gebruik ik-boodschappen in plaats van jij-boodschappen. Zeg: Ik zie... en ik voel... Zeg wat je ziet, geef aan wat je hierbij voelt en denkt, en wat het effect van dit alles is op jou. Zeg dus niet: Jij bent..., jij doet... 6) Toetsen Ga na of de ontvanger de feedback heeft begrepen en vraag er desnoods expliciet naar. Wees uitnodigend en vraag om een reactie van de ander. 7) Voordeel Zorg dat de ontvanger iets heeft aan de feedback, dat hij of zij er voordeel uit kan halen. Doe eventueel suggesties ter verbetering dat is vooral van belang bij negatieve feedbackinformatie. Vertel erbij wat volgens jou beter zou zijn. Zorg er ook voor dat die informatie niet dwingend overkomt, zodat de ander nog ruimte heeft om zelf met nieuwe ideeën te komen. 8) Belang Wijs op het belang van de feedback voor de ontvanger. Door mensen feedback te geven, maak je hen misschien iets duidelijk wat ze nog niet wisten en waarmee ze aan het werk kunnen. Misschien kunnen ze door jouw feedback spanningen oplossen, voorkomen ze stommiteiten, kunnen ze groeien, enz. Als jij iemand op een opbouwende manier vertelt dat hij of zij eigenlijk toch niet zo toonvast zingt, voorkomt dat misschien dat hij of zij zich belachelijk maakt voor een heel publiek. 9) Respect Toon respect voor de ontvanger. Hou ook rekening met het incasseringsvermogen van de ander: veel hangt af van met wie je te maken hebt. Wat bij de ene wel kan, kan bij de andere niet. 10) Doseer Als je wilt dat je boodschap aankomt, zeg je best niet te veel ineens en begin je best niet met de felste emotie. Wees kort en bondig: hoe langer het feedbackverhaal, hoe groter de kans dat er (nieuwe) misverstanden ontstaan. 11) Pluim Neem niet alleen negatieve elementen op in de feedbackinformatie maar ook positieve. Zo voorkom je dat de andere denkt dat hij of zij alleen maar dingen verkeerd doet of dat de ploeg een activiteit als eenzijdig mislukt ziet. 12) Krediet Maak ook duidelijk welk gedrag je graag behouden wilt zien. Feedback betreft evengoed het gedrag dat op prijs gesteld wordt. Door dat gedrag te benoemen, moedig je elkaar aan. Als je regelmatig positieve feedback geeft, werf je hierdoor genoeg krediet om af en toe ook commentaar op negatief gedrag te mogen geven. 61

62 Reageren op feedback drie basisregels 1) Luister actief, sta open voor de boodschap a. Luister. Probeer zo goed mogelijk te luisteren naar de boodschap van de ander. Zo laat je zien dat je bereid bent feedback van de ander te ontvangen. Ga niet direct over tot een verdedigende houding. b. Beschouw feedback als goede raad en niet als een persoonlijke aanval. c. Sta ook open voor complimenten. Begin niet onmiddellijk te relativeren. 2) Vraag door a. Reageer niet onmiddellijk maar neem de tijd om de boodschap tot je door te laten dringen. Rem emoties af en ga niet onmiddellijk in de verdediging. b. Vraag naar verdere concretisering als de boodschap te vaag of te algemeen is en je niet juist aanvoelt of begrijpt welke zaken je onder de loep moet nemen, wat er juist is misgelopen, wat beter zou kunnen of op welke manier er bijsturing wordt verwacht. 3) Reageer en schiet in actie a. Beoordeel de feedback en deel die mee aan de feedbackgever. Laat eerlijk blijken wat de feedbackinformatie je doet. b. Toon respect voor de feedbackgever. Vaak hebben die mensen het goed met je voor en is het voor de persoon in kwestie ook niet makkelijk jou deze boodschap te brengen. c. Doe iets met de feedback. Vraag eventueel ook nog even na bij anderen of je gedrag bij hen op dezelfde manier overkomt. Gebruik dit niet als truc om de feedbackgever de wind uit de zeilen te nemen, maar gewoon om nog meer verduidelijking en nuancering voor jezelf te krijgen. 6. CONCRETE AANPAK 6.1. VALKUILEN Deelnemers kennen hier doorgaans al heel wat over. Vanuit hun opleiding of gewoon vanuit ervaring, en hun gezond verstand. Vertrek hiervan. Ook dat motiveert, in plaats van hen te vertellen wat ze misschien al weten. Zorg dat je zelf eventueel ook een anekdote klaar hebt uit jouw leven, om het gesprek op gang te trekken bij de nabespreking, en de vertaling te maken naar je eigen gedrag en dat van de deelnemers. Zowel in het samenwerken in een ploeg als bij het opvolgen van een stage is een goede manier van feedback geven erg belangrijk PRAKTISCHE UITWERKING Een stevige samenwerkingsopdracht met korte nabespreking (30 min) Beslis op voorhand welke opdracht jullie zullen gebruiken. Hiervoor kunnen jullie zelf een andere samenwerkingsopdracht voorzien, of eventueel terugverwijzen naar de groepsopdrachten van vrijdagavond. Anderzijds is het ook fijn om de deelnemers nog eens met elkaar te laten samenwerken, om kort iets te bereiken. Leg het materiaal klaar voor de opdracht die je kiest. A) Kwartetten Voorzie verschillende kwartetten van gekleurde vormen (bv. gele, rode en blauwe hartjes, driehoekjes of nog exotischer vormen en kleurtjes). Zorg voor een twee à drietal kwartetten per deelnemer. De deelnemers gaan in een cirkel staan en iedereen doet een blinddoek aan. Vervolgens deel je de vormen uit. Zorg dat iedereen er (ongeveer) evenveel heeft. Nu moeten ze kwartetten vormen door de juiste vorm en kleur combineren. Als ze de kleur van een vorm willen weten, steken ze die omhoog. De begeleiding komt het dan influisteren. Let er wel op dat de deelnemers maar één vormpje tegelijk opsteken. B) Schapen en herders De groep krijgt eerst tien minuten de tijd om een systeem te bedenken, en dan nog eens tien minuten om de opdracht te doen slagen. De opdacht luidt als volgt: OPDRACHT Straks worden jullie allemaal geblinddoekt en verspreid over het terrein. Een van jullie wordt herder (zijn of haar blinddoek wordt afgedaan). De herder moet proberen met behulp van niet-menselijke geluiden de schapen in de stal te krijgen. Waar de herder staat en waar de stal zich bevindt, weten jullie nog niet. De schapen mogen elkaar aanraken, maar de herder mag niet aan de schapen komen. De herder mag zich ook niet verplaatsen, want hij of zij heeft een gebroken been. De schapen mogen enkel mééééé zeggen. Leid nu de schapen geblinddoekt naar buiten en plaats ze ver genoeg uit elkaar. Sommige schapen kun je in een bos plaatsen, misschien eentje half achter het gebouw, eentje zit misschien al in de stal, enzovoort. Maak het de groep niet te makkelijk. Korte nabespreking (maximaal vijf min): Is het resultaat bereikt? Wat had beter gekund, wat niet? Verliep alles volgens plan? Hoe is er omgegaan met onverwachte wendingen of dingen aan het oorspronkelijke plan die niet bleken te werken? Hoe verliep de discussie om tot afspraken te komen? Welke indrukken neem je mee? Feedbackfilmpjes (45 min) Verdeel je leefgroep in drie ploegen. Elke ploeg is een personage uit de filmpjes. Tijdens het filmpje moeten ze hun personage goed observeren i.v.m. feedback geven en krijgen. 62

63 Bekijk die filmpjes op voorhand zelf al eens. Verspreid vier flappen in jullie lokaal: Do s bij feedback geven Don ts bij feedback geven Do s bij feedback krijgen Don ts bij feedback krijgen Na elk filmpje moeten ze over hun personage op de flappen noteren wat ze geobserveerd hebben op het vlak van feedback. Bijvoorbeeld: Hoe werd de feedback gegeven? Wat was er goed of minder goed aan de manier waarop de feedback gegeven werd? Waarom is de feedback goed/niet goed aangekomen? Welke aspecten speelden hier nog in mee? Hoe werd er gereageerd op de feedback? Had de reactie een positieve bijdrage tot het verwerken van de feedback? Filmpje 1: borsten Roos Personages: Alain / Roos / Sammy Videolink: Feedback: Roos stelt bijvragen. Ze stelt vragen opnieuw om na te gaan of ze alles goed begrepen heeft. Filmpje 2: okselvijvers Personages: Alain / Franky / Guido Videolink: Feedback: Franky zegt direct wat er fout is volgens hem, zonder na te denken over hoe hij zoiets het beste aanbrengt. Hij heeft niets afgetoetst, hij wijst direct een schuldige aan. Vraag of de deelnemers zelf al eens geconfronteerd werden met ernstige situaties waarbij ze feedback moesten geven of krijgen. Laat deelnemers voorbeelden opsommen. Vragen: Vind je dit moeilijk? Wat maakt dat dit zo is? Zou je zelf feedback geven als het je gevraagd wordt? Vind je feedback belangrijk? Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat feedback mogelijk is in jullie ploeg? Is er nu al ruimte voor? Slot afronden (15 min) Nadat je het laatste filmpje hebt gezien en iedereen heeft genoteerd, overloop je kort de vier flappen. Je kunt telkens een deelnemer één flap laten samenvatten. Je kunt de tips (zie theorie) erbij leggen en eventueel nog aanvullingen geven. Zorg ervoor dat deelnemers de vertaling maken naar hun eigen gedrag. Op welke manier geven zij hun mening? Respecteren ze altijd deze regels? Hoe zouden ze zich anders kunnen uitdrukken, en welk effect zou dat hebben op de andere persoon? Deze methodiekjes gaven al een opstart voor het verdere verloop van het KIC-traject. Ook in volgende weekends zal er veel gewerkt worden met evaluatie, waarbij feedback regelmatig in de praktijk wordt toegepast. Moedig de deelnemers aan hun weetjes, tips en leerpunten te noteren in hun persoonlijke KIC-schriftje. Filmpje 3: bol het af personages: Michel / Sammy / Alain Videolink: Feedback: De persoon die de feedback krijgt, begrijpt het niet en wordt nog eens geholpen met de feedback te verwerken. Welke invloed heeft het stemgebruik? Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok een antwoord op enkele vragen.ief> Gebruik je zelf vaak de feedbackregels? Wanneer heb je hier recent nog eens tegen gezondigd? Welk effect zou het hebben (gehad) als je je mening wél volgens de feedbackregels had doorgegeven? In welke situatie had jij het moeilijk met feedback ontvangen? Hoe zou je dat nu anders aanpakken? 63

64 Zelfevaluatie ik als instructeur Zondag, uur DOELSTELLINGEN De deelnemers benoemen de verschillende competenties en vaardigheden waaraan er tijdens deze KIC 1 gewerkt werd, en denken na over andere vaardigheden die ze nog belangrijk vinden voor een instructeur. De deelnemers schatten in hoe ver ze hier zelf al mee staan. 2. COMPETENTIES IN HET INSTRUCTEURSTRAJECT OVER ZICHZELF REFLECTEREN ALS INSTRUCTEUR Je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in je rol als begeleiding van deelnemers en gaat aan de slag met je verbeterpunten. Je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in het organiseren van vorming en je gaat aan de slag met je verbeterpunten. 3. OVERZICHT EN DUUR Individuele voorbereiding 20 min Op pad 40 min 4. MATERIAAL Balpennen Papier/schriftjes per deelnemer Strookjes/post-its (ter voorbereiding van het volgende deel) 5. THEORIE In dit blok worden de deelnemers gestimuleerd om zelf na te denken over de verschillende vormingsblokken die ze al achter de rug hebben, en te identificeren over welke vaardigheid het telkens voornamelijk gaat. Zorg dat je een goed beeld hebt van de verschillende blokken en de beoogde doelstellingen. 6. CONCRETE AANPAK 6.1. VALKUILEN EN UITDAGINGEN VOOR DE BEGELEIDING Geef bij de individuele opstart de vraagjes niet allemaal tegelijkertijd. Het is belangrijker dat de deelnemers uit dit vormingsblok voor hen persoonlijk zaken halen, dan dat dit in grote groep wordt teruggekoppeld. Zorg ervoor dat je opvangt wanneer gesprekken stroppen, of ga zelf met deelnemers in gesprek over competenties. Er gebeurt behoorlijk wat in dit blok. Je zult merken dat niet alle deelnemers komen tot het uitwisselen van concrete tips. Dat is op zich geen probleem, maar onderstreep dat ze in hun directe omgeving ongetwijfeld ook personen hebben met wie ze een dergelijk gesprek kunnen voeren. Gebruik ook de antwoorden die ze al noteerden bij de vragen in hun trajectboekje. Hierdoor kunnen ze sneller door naar de volgende vragen. Het is makkelijk wanneer je met de begeleiding op voorhand al een korte wandeling hebt uitgestippeld CONCRETE AANPAK Dit blok begint met een korte individuele denkoefening, om nadien op wandel te gaan met de leefgroep. Dit is een goede methodiek om de deelnemers te stimuleren om met elkaar in gesprek te gaan over bepaalde competenties. Individuele voorbereiding: Wandeling door de cursus We starten met een mentale wandeling door het weekend. In grote groep overloop je de vormingsblokken en vermeld je telkens hun thema. De deelnemers krijgen telkens individueel de kans om het antwoord op de onderstaande vragen voor zichzelf op te schrijven. Als begeleiding kun je hiervoor de dagklapper gebruiken of het overzicht van de blokken en hun doelstellingen in het begin van de bundel. De deelnemers kunnen de vraagjes in hun trajectboekje gebruiken en die aanvullen. 1. De deelnemers krijgen als opdracht om per vormingsblok het volgens hen belangrijkste punt te noteren. Waarover ging dit voor jou? Over welke vaardigheid/competentie van een instructeur? (Dit mag zeker in je eigen woorden. Wat was voor jou de kern van dat vormingsblok? Je kunt vragen om hier drie punten per blok te noteren. 2. Geef jezelf een score op 10 voor elke vaardigheid: kun je dit al, gebruik je dit veel, kun je hier nog in groeien? Heb je hier iets nieuws geleerd of kende en gebruikte je het al in je Chirocarrrière (of erbuiten)? Wat is voor jou nog onontgonnen terrein? 3. Bedenk per punt ook wie van je teamgenoten hier hoger op zou scoren dan jijzelf (volgens jouw indruk). Schrijf zijn of haar naam erbij. Probeer iedereen van de groep eens te vermelden. 4. Zijn er nog andere aanvullende vaardigheden die jij verwacht van een instructeur (die zijn er uiteraard maar ze komen aan bod op andere KIC s)? Die noteer je op aparte strookjes of post-its, ze komen nadien nog van pas. Zorg ook dat je tijdens de wandeling enkele stroken op zak hebt om nog aanvullende zaken op te schrijven. Zelfevaluatie: op pad De leefgroep gaat op pad. Je gaat op zoek naar de persoon die je bij de inleidende opdracht noteerde, van wie je ervan uitgaat dat hij of zij hoger scoort op een bepaalde vaardigheid. Vertel hoe je jezelf inschat in de geoefende vaardigheid of de opgedane kennis. Vertel wat maakte dat je de naam van die andere persoon noteerde. Door welk concreet gedrag of welke verhalen ging jij ervan uit dat hij of zij hoger scoorde op die bepaalde vaardigheid. Als ontvanger van die complimentjes luister je naar degene die bij jou komt aankloppen. Had je jezelf ook op die manier gezien? Klopt dat met hoe jij dat ervaart? Vind je ook van

65 jezelf dat je dat ook best wel goed kunt? Ga op zoek naar hoe die ander zo bedreven werd: heb je dit al veel moeten oefenen, heb je andere taken binnen je kaderploeg waar die vaardigheden meer of minder van pas komen, enz. De ontvanger zoekt zo samen met diegene die de score gaf naar manieren om hier (nog) in te groeien. Het kan erg interessant zijn om ook tijdens deze wandeling een schriftje bij de hand te houden en suggesties voor jezelf te noteren. Ga met zo veel mogelijk mensen van je team in gesprek. Wanneer je uitgepraat bent over de inhoud van de vormingsblokken kun je uitwisselen over de competenties of vaardigheden die je ook belangrijk vindt voor een instructeur, maar die nog niet aan bod kwamen tijdens het voorbije cursusweekend. Je schreef die al op strookjes of post-its, maar kunt die nu nog aanvullen. Hou deze stroken goed bij, ze worden tijdens het volgende blok gebruikt. ]foto: dries vaes[ Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok een antwoord op enkele vragen. Wie uit je netwerk is volgens jou een goede instructeur? Welke zijn voor jou drie belangrijke competenties van een instructeur (in je eigen woorden), en hoe merk je dat die persoon ze bezit? Wat is voor jou de meest uitdagende competentie? 65

66 Het instructeurstraject en eindevaluatie Zondag, van tot 13 uur 1. DOELSTELLINGEN 4. MATERIAAL De deelnemers weten wat er nog van hen verwacht wordt in het kader van hun vormingstraject: ze weten wat er administratief nog verwacht wordt, en welke acties ze verder moeten ondernemen. De deelnemers blikken terug op de verschillende inhouden die gedurende het KIC-traject aangeraakt worden. De deelnemers reflecteren over hun eigen competenties gelinkt aan de cursusblokken van dit weekend. 2. COMPETENTIES VAN HET INSTRUCTEURSTRAJECT VORMING EVALUEREN Je gaat na of de beoogde competenties bereikt zijn. Je beoordeelt of de juiste werkvormen en technieken gehanteerd zijn en je formuleert verbeterpunten voor een volgende vorming. Strookjes waar de deelnemers op schreven welke eigenschappen instructeurs moeten hebben Een goede wandelkaart van de omgeving van je cursuslocatie Balpennen Materiaal voor de eindevaluatie (die je met je begeleidingsduo zelf moet uitwerken) 5. THEORIE Dit vormingsblok vormt het sluitstuk van het eerste weekend van de Kaderinleidingscursus. Het is belangrijk om aan het begin van het traject even stil te staan bij de verschillende stappen die een deelnemer moet afleggen voor hij of zij zichzelf officieel Instructeur in het Jeugdwerk mag noemen. Dit korte informatieve deeltje lijkt ook goed aan te sluiten bij het vorige blok. Hierbij denken de deelnemers na over de competenties die al aangeraakt werden op KIC 1, en worden er verder andere competenties benoemd, die behandeld zullen worden tijdens de komende KIC s. DE EINDVERANTWOORDELIJKHEID OPNEMEN Je voorziet een duidelijk kader voor de vorming door afspraken te maken met de deelnemers. Je zorgt ervoor dat de afspraken nageleefd en bijgestuurd worden. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS BEHEREN Je weet welke administratieve gegevens nodig zijn om de vorming te organiseren en de veiligheid te garanderen. Je registreert administratieve gegevens correct en houdt ze bij zodat ze bruikbaar zijn voor anderen. Je verwerkt administratieve gegevens correct en volgt ze op. 3. OVERZICHT EN DUUR Kruispuntkwis KIC-traject aanvullen Evaluatie van de cursus 66

67 De verschillende fasen van het KIC-traject Cursus (50 uur) KIC 1 (16 uur en 40 min) Termijn: Maximum 3 jaar. KIC 2 (16 uur en 40 min) KIC 3 (16 uur en 40 min) Stage (50 uur) Collectief Reflectiemoment (4 uur) Inhoudelijke focus van de KIC-weekends KIC 1 KIC 2 KIC 3 Groepsdynamica Vormingsmoment op maat opbouwen en Wat maakt Chiro tot Chiro? hier kritisch bij stilstaan Leven in de ploeg Vormingsmoment op maat geven Ken jezelf en je competenties, en geef jezelf een plek in kernkwadranten Taken van kaderploegen Evaluatiemoment voorzien en uitvoeren Hoe kun je deelnemers evalueren? SOM Organisatie van een (geldige) cursus of Hoe kun je een stage begeleiden? een geslaagd vormingsmoment Begeleiden op maat Coaching Chirovisie Feedback geven en krijgen Evalueren Chirostructuur Zelfevaluatie Krachtige vragen stellen Oefening: competenties herkennen en evaluatie leiden 6. CONCRETE AANPAK Je kunt deze informatie op verschillende manieren doorgeven aan de deelnemers. We suggereren om het mee op te nemen in een tweede deel van de wandeling (zie het voorgaande vormingsblok). Stel bijvoorbeeld aan elk kruispunt een feitelijke vraag over het instructeurstraject bij de Chiro. Zorg dat je ook goed weet hoe de vork aan de steel zit. Wanneer je iets niet weet, schrijf de vraag dan op en vraag het na bij je trekker. Bezorg nadien de juiste informatie. Kruispuntkwis: Traject naar een instructeursattest in het jeugdwerk Om de weg van de wandeling terug naar het cursusgebouw te lopen, kun je een kwisje doen bij elk kruispunt. Zorg dat hier de hele ploeg bij betrokken blijft. De begeleiding geeft telkens een stelling over het KIC-traject. De deelnemers moeten kiezen of die stelling waar is of niet. Geef daarna het juiste antwoord, en de groep wandelt verder. Nadat je je derde KIC-weekend hebt doorlopen, moet je 60 uur stage doen. NIET WAAR De stage duurt 50 uur. Dat is ook zo in het animator- en het hoofdanimatortraject. Je kunt je stage ook doen bij de scouts. WAAR Yup, dat kan. Het is mogelijk om je cursus bij de ene organisatie te volgen en je stage bij een andere te doen. Dat wordt vanuit de Afdeling Jeugd van de Vlaamse overheid gestroomlijnd, en er zou een gemeenschappelijk stageboekje komen. Het is wel belangrijk je reflectiemoment bij dezelfde organisatie te doen als waar je je cursus gevolgd hebt (bij de Chiro, dus). Je mag kiezen of je eerst je KIC 2 of KIC 1 doet, en dan eindig je met je KIC 3. NIET WAAR Op dit moment vinden de drie KIC-weekends tegelijkertijd plaats, en is er geen reden om het traject niet in de logische volgorde af te werken (tenzij KIC 1 vol zit). We houden dit dan ook als richtlijn aan. Je hebt vier jaar tijd om je KIC-traject af te werken. NIET WAAR Je hebt maximaal 3 jaar om je traject af te werken, vanaf de start van je eerste KIC-weekend tot het einde van je stage en het reflectiemoment. Je gaat best enkel mee met de KIC-weekends in je eigen regio. NIET WAAR Om binnen de wettelijke termijn het hele traject af te ronden, zal het misschien juist makkelijker zijn als je eens in een andere regio meegaat op KIC. Zo maak je ook nieuwe vrienden, en leer je misschien heel wat zaken door uitwisseling met Chiromensen van de andere kant van het land! 67

68 Nadat je je stageperiode afgerond hebt, volgt er een schriftelijke test. NIET WAAR: Tijdens je stageperiode zul je opgevolgd worden door een stagebegeleider of stagebegeleidster, en moet je nog één iets doen nadat je alle administratie in orde bracht: je wordt uitgenodigd op een reflectiemoment. Dit sluitstuk van je stage zet je ertoe aan je verworven en geoefende competenties in kaart te brengen, en eerlijk na te gaan welke stappen je tijdens je stagetraject al hebt kunnen zetten. Als je in het kader zit, moet je instructeur zijn. NIET WAAR Niet alle kadervrijwilligers moeten instructeur zijn. Deze KIC, als Kader-Inleidings-Cursus, wil in de eerste plaats instructeurs vormen, en maar in de tweede plaats inhouden meegeven over de kaderwerking in de Chiro. Er wordt tijdens heel wat blokken ook toelichting gegeven over de grote Chiro en taken van de kaderploegen. Het is fijn als mensen uit gewesten, verbonden of andere ploegen meegaan op KIC, maar dat is geen verplichting. In elke ploeg moet er minstens één geattesteerde instructeur zijn. NIET WAAR Het is natuurlijk erg handig als je een geattesteerde instructeur in de ploeg hebt. Die kan immers als cursusverantwoordelijke optreden als je vorming organiseert (bv. Animatorcursus). Kijk wel telkens goed na wat de exacte voorwaarden zijn daarvoor. Bepaalde cursussen moet je al eens begeleid hebben voor je officieel verantwoordelijk kunt zijn voor die inhoud. KIC-traject aanvullen De deelnemers hebben tijdens het blok zelfreflectie enkele vaardigheden opgeschreven die volgens hen belangrijk zijn voor een instructeur maar die nog niet aan bod kwamen. Neem een moment tijdens de wandeling om de groep even te verzamelen, en het te hebben over de verschillende competenties of vaardigheden die volgens de deelnemers belangrijk zijn maar die nog niet aan bod kwamen. Zorg dat je hier met de begeleiding ook al over nadacht. Tijdens een groepsgesprek geef je aan wanneer die vaardigheden nog voorkomen in KIC 2 en 3. Eindevaluatie Neem nog even de tijd om het hele cursusweekend kritisch te bekijken met je deelnemers. Voldeed het aan je verwachtingen? Wat kon er beter of anders? Welk onderdeel was voor de deelnemers het meest waardevol? Met de begeleiding mag je hier gerust uit je hart spreken en ook je eigen indruk toetsen aan die van de deelnemers. Het is bij een dergelijke eindevaluatie belangrijk te focussen op de cursusinhoud en aspecten van de organisatie waar verbetering aan mogelijk is. Navraag doen over het eten of de zachtheid van de bedden is minder relevant. Je kunt per duo een methodiek bedenken voor deze evaluatie, die past in het thema van jullie KIC. Je stagebegeleider of stagebegeleidster moet een hoofdinstructeur zijn. NIET WAAR Je stagebegeleiding mag hoofdinstructeur zijn, maar om een stage te begeleiden is een instructeursattest voldoende. De KIC-weekends vallen vooral in het najaar. NIET WAAR Bij het spreiden van de cursussen wordt er geprobeerd om een evenredige verdeling over het hele jaar te krijgen. Op de vormingskaartjes en op chiro.be/vorming kun je zien wanneer de KIC-weekends zijn. Neem dadelijk je agenda erbij en blokkeer alvast die data! Nog even een korte samenvatting: Cursus (50 uur) KIC 1 (16 uur en 40 min) Termijn: Maximaal 3 jaar. KIC 2 (16 uur en 40 min) KIC 3 (16 uur en 40 min) Stage (50 uur) Collectief Reflectiemoment (4 uur) Vragen aan de deelnemers De deelnemers krijgen in het begin van de cursus een stageboekje en formuleren na elk blok een antwoord op enkele vragen. 68 Lijst vijf concrete activiteiten op die je in/met je ploeg kunt uitvoeren en waarmee je enkele instructeurscompetenties oefent.

69 Bijlagen Materiaaloverzicht MATERIAAL MEEBRENGEN ALGEMEEN Trajectboekjes/stageboekjes voor de deelnemers 1 per deelnemer Cursusadministratie inschrijvingspapieren Pakketje per erkende cursus Flappen Voldoende per LG Alcoholstiften 3 per LG Balpennen 1 per deelnemer kladpapier Voldoende voor alle LG KENNISMAKING EN GROEPSDYNAMICA Methodiek 1 de spelshow Tafel 1 per LG Scorebord 1 per LG Alcoholstift 1 per LG Showmasterkleren 1 per LG Pen en papier voor observatie door begeleiding Balpennen 1 per deelnemer 10 spijkers + 1 spijker op houten blokje 11 per LG etalagepop op papier 1 per LG Stevige stoel 1 per LG boek Zoek Wally 1 per LG dik touw (zeel / kommel) 1 per LG Methodiek 2 kleine spelletjes (materiaal afhankelijk van de keuze voor bepaalde spelletjes) Wit doek 1 per LG Tijdschriften Een stuk op 5 per LG Landkaart 1 per LG Sleutelbos 1 per LG Koord om sleutelbos aan te hangen 1 per LG Tent 1 per LG Groot stuk plastic 1 per LG Springtouw 1 per LG Flappen Stiften Balpennen Pen en papier voor observatie door begeleiding TAKEN VAN EEN KADERPLOEG Post-its Voldoende voor alle LG Flappen Balpennen Alcoholstiften 1 mega groot aaneengeplakte flap met hokjes à kruisjesschema 1 per LG STEUN OP MAAT Papier en balpennen Stiften Eventueel affiches om SOM-aanpak uit te werken Eventueel internet en een laptop, en toegang tot SOM-fichebak GROEPSDYNAMICA Papiertape Flappen BEGELEIDEN OP MAAT Balpennen 69

70 Bijlagen MEEBRENGEN NABESPREKING VORMINGSMOMENT Flap met adviezen m.b.t. begeleidingshouding (opgemaakt tijdens vormingsblok begeleiden op maat FEEDBACK GEVEN EN KRIJGEN Materiaal voor kwartetten: verschillende kwartetten van gekleurde vormen, blinddoekemer 2-3 kwartetten per deelne- Pen en papier Flappen Laptop + eventueel boxen Links naar filmpjes ZELFEVALUATIE IK ALS INSTRUCTEUR Balpennen Papier/schriftje per deelnemer Strookjes/post-its INSTRUCTEURSTRAJECT EN EINDEVALUATIE Strookjes waar de deelnemers op schreven welke eigenschappen instructeurs moeten hebben Materiaal voor de eindevaluatie Wandelkaart van de omgeving 1 per LG Balpennen KENNISMAKING & GROEPSDYNAMICA Enkel voor methodiek 1 de spelshow Opdrachtenfiches op tafel per leefgroep (samenwerkingsopdrachten spelshow) 1 pakket per LG bijlage 1 zie bijlage 70 GEPRINT Deze documenten zijn niet allemaal te vinden in de bijlagen aangezien sommige te groot zijn. Vraag na bij je beroepskracht! oplossingsblad aan leefgroepbegeleiding (samenwerkingsopdrachten spelshow) - (zie bijlage) 1 A4 per LG bijlage 2 Voor beide methodieken Invulblad na samenwerkingsoefening 1 A4 per LG bijlage 3 LEVEN IN DE PLOEG 1 pakketje per 2 à 3 dlnrs Leven in de ploeg praatstrookjes idealiter elk geprint op een andere kleur bijlage 4 STEUN OP MAAT (SOM) SOM-cases SOM-stappenplan Een pakketje per LG - bijlage 5 1 per 2 à 3 deelnemers bijlage 6 Materiaal SOM light/strong 1 pakket per LG bijlage 7 GROEPSDYNAMICA Kaartjes 'Benamingen van de delen van de Roos van Leary' 1 pakket per LG bijlage 8 Kaartjes 'Zinnen bij de delen van de Roos van Leary' 1 pakket per LG bijlage 9 Roos van Leary in het groot 1 A3 per LG deelnemers bijlage 12 Fasen van het groepsproces op A3 1 A3 per LG bijlage 11 BEGELEIDEN OP MAAT Afgeprinte Roos van Leary 1 per 2 à 3 dlnrs bijlage 12 NABESPREKING VORMINGSMOMENT Afgeprinte kaartjes met vragen voor de nabespreking vormingsmoment focus begeleiding op maat Afgeprinte kaartjes met vragen voor de nabespreking vormingsmoment - opbouwen vormingsmoment Afgeprinte kaartjes met vragen voor de nabespreking vormingsmoment - feedback formuleren 1 pakketje per 2 dlnrs bijlage 13 1 pakketje per 2 dlnrs bijlage 13 1 pakketje per 2 dlnrs bijlage 13

71 Bijlagen GEDOWNLOAD Filmpjes over feedback geven

72 72 Bijlagen

73 Bijlagen Kennismaking OPDRACHTEN BIJ KENNISMAKING - BIJLAGE 1 OPDRACHT 1: WISKUNDEKNOBBEL Hoeveel is: 7 x x : : 5 Het elfde priemgetal 4 x x dozijn (35 3) : (3-3) x x 33 3/4 + 7/5 Punten: 1 punt per juist antwoord. OPDRACHT 2: DOOLHOF Zoek de uitgang Punten: 10 punten extra als je de juiste weg vindt. 73

74 Bijlagen OPDRACHT 3: HET NAGELSPEL Hoe kun je (zonder lijm of iets dergelijks te gebruiken) tien spijkers op de kop van een rechtopstaande spijker krijgen? De uiteindelijke constructie moet stabiel zijn. Punten: 10 punten als dit lukt. OPDRACHT 4: DE UITDAGING Jullie dagen de andere ploegen uit in iets dat jullie denken beter te kunnen. Iedereen doet mee! Wanneer je een proef voorstelt, worden de andere ploegen samengeroepen. Punten: bij winst verdien je 20 punten, bij verlies krijgen de anderen 10 punten. 74

75 Bijlagen OPDRACHT 5: ETALAGEPOP Kleed de levensgrote pop aan met verschillende kledingstukken van verschillende deelnemers uit de leefgroep. Punten: 1 punt per kledingstuk OPDRACHT 6: DE ELEKTRISCHE STOEL Met de hele groep probeer je op één stoel te staan. Punten: aantal spelers op de stoel min het aantal spelers niet op de stoel. 75

76 Bijlagen OPDRACHT 7: KUNST- EN VLIEGWERK Jullie moeten zo snel mogelijk alle identiteitskaarten van jullie groep verzamelen en rangschikken volgens leeftijd. Start! Punten: het aantal seconden gedeeld door 10 is het aantal strafpunten! OPDRACHT 8: CHIROWEETJES 1. Geef de namen van alle gewesten in het verbond van de meeste deelnemers. 2. Leg de volgende afkortingen uit: SOM - TTB - CR - KIC 3. Hoe heten de jaarthemafiguurtjes? 4. Wat is Vlam? 5. Welke cursus moet je volgen om de volgende attesten te halen? Animator - Hoofdanimator - Instructeur Punten: 1 punt per juist antwoord 76

77 Bijlagen OPDRACHT 9: STOUT LIEDJE Hoeveel keer komt de letter e voor in het Stout liedje als je maar één keer het refrein zou zingen? Ik ben het beu,... Punten: 5 punten voor het juiste antwoord. OPDRACHT 10: DROEDELS Wat betekenen deze droedels? 1 Jan: vanz11 2 I kust 3 L + 4 Es p 5 Rie k 6 E + d Punten: 1 punt per juist antwoord. 77

78 Bijlagen OPDRACHT 11: ZOEK WALLY Zoek Wally op een Waar is Wally -prent en toon hem aan de begeleiding. Je krijgt het boek van de begeleiding Punten: 10 punten als je Wally vindt! OPDRACHT 12: NIEUWE UITVINDING Na jarenlang moeizaam onderzoek is een scheikundige eindelijk met zijn uitvinding klaar: een vloeistof die alles oplost. Maar algauw wordt de uitvinder mateloos teleurgesteld. De eerste collega aan wie hij zijn vloeistof toont, lacht hem in zijn gezicht uit. Waarom? Punten: 10 punten als de juiste verklaring wordt gegeven. 78

79 Bijlagen OPDRACHT 13: WOORDSPELLETJE Als je de letters van de onderstaande combinaties in de goede volgorde zet, merk je dat er telkens één woord is dat klopt. De drie andere zijn correct op 1 letter na. Scheid het kaf van het koren. Muziekinstrumenten SCROTNBA NIETLARKT METMOLR GIETLAN Landen TANUSDLR NEWZED ASEILIR LITEITA Steden RUGEGSB TROMERSAF HAANGHED ERTNNPEWA Punten: 2 punten per goed antwoord (max. 6). OPDRACHT 14: HÉT TELSPEL Alle deelnemers van de groep gaan plat op hun rug liggen, zonder dat ze de anderen kunnen zien. De groep probeert tot tien te tellen zonder dat ze afspreken wie welk getal zal zeggen. Als iedereen zwijgt of als twee mensen tegelijk iets zeggen, moeten ze weer bij nul beginnen. De groep moet dus aanvoelen wanneer ze het volgende nummer moeten zeggen, of wanneer iemand anders het zal doen. Punten: 20 punten min het aantal keer dat je moet herbeginnen. 79

80 Bijlagen OPDRACHT 15: HÉT VIERKANT We blinddoeken iedereen, behalve één gids. De gids moet nu de groep vanop afstand instructies geven om een speelkoord in een perfect vierkant te leggen. Punten: 20 punten als de gids een perfect vierkant kan leggen. 80

81 ANTWOORDEN - BIJLAGE 2 Bijlagen Opdracht 1: Wiskundeknobbel Je kunt niet delen door /20 Opdracht 3: Nagelspel Leg eerst de spijkers neer zoals in het plaatje hieronder. Leg er dan een spijker over zoals hieronder. Opdracht 2: Doolhof Til de hele constructie voorzichtig op en zet ze op de volgende manier op de staande spijker. Als je het goed gedaan hebt, zul je misschien tot je grote verbazing zien dat de constructie stabiel is. 81

82 Bijlagen Opdracht 8: Chiroweetjes Gewestnamen:... Afkortingen: Steun Op Maat, Tochtenbivak, Chiroraad, Kaderinleidingscursus Naam afdelingsfiguurtjes: Rupsje Ribbel, Mazzel, Sjoepap, Flamm en Spetter, Boris, Freek Vlam = tweemaandelijks tijdschrift voor keti s en aspi s Welke cursus volgen? Animator: Animatorcursus Hoofdanimator: Hoofdanimatorweekend + themacursus (Tochtenbivak, Groepsleidingsweekend, Afdelingsboost, Expressieweekend, Workshopweekend) Instructeur: Kaderinleidingscursus 1, 2 en 3 Opdracht 9: Stout liedje Antwoord: 48 Opdracht 10: Droedels - Vanzelfsprekend - Ivoorkust - Lopen - Pachteres - Kanarie - Eend Opdracht 12: Nieuwe uitvinding< Antwoord: de vloeistof werkt niet, want als ze werkt, kun je ze niet tonen. Ze lost alles op waar je ze in zou doen. Opdracht 11: Woordspelletje - Trommel - Zweden - Antwerpen 82

83 Bijlagen GROEPSDYNAMICA: INVULBLAD DEELNEMERS - BIJLAGE 3 IS/WERDEN DE OPDRACHT(EN) VOLGENS JOU GOED UITGEVOERD? WIE VAN JE GROEP NAM HET VAAKST DE LEIDING? GEEF MAXIMAAL DRIE NAMEN OP. HEB JE ZELF DE LEIDING GENOMEN? WAAROM WEL/NIET? WIE VAN JE LEEFGROEP LIET DE REST EERDER DE LEIDING NEMEN? GEEF MAXIMAAL DRIE NAMEN OP. HEB JE ZELF VOORAL GEVOLGD? WAAROM WEL/NIET? WERKTE IEDEREEN MEE AAN DE VOORGESTELDE AANPAK? WAS DE HELE GROEP OVERTUIGD VAN DE AANPAK? 83

BEGELEIDINGS- BUNDEL KIC 2

BEGELEIDINGS- BUNDEL KIC 2 BEGELEIDINGS- BUNDEL KIC 2 Dankzij wie lees je dit De vernieuwde Instructeursvorming kwam tot stand dankzij noeste arbeid van de werkgroep KIC. De volgende mensen sleutelden aan doelstellingen, theorieën

Nadere informatie

Kinderen en jongeren begeleiden. Je hebt aandacht voor elk kind of elke jongere en hun plaats in de groep

Kinderen en jongeren begeleiden. Je hebt aandacht voor elk kind of elke jongere en hun plaats in de groep DE COMPETENTIEKAARTEN ANIMATOR Competentie 1: Je past je manier van communiceren aan de kinderen en jongeren aan Je weet wat de kinderen en jongeren kunnen en kennen en je houdt daar rekening mee Je hebt

Nadere informatie

SAMENVATTING COMPETENTIEPROFIELEN ANIMATOR HOOFDANIMATOR INSTRUCTEUR

SAMENVATTING COMPETENTIEPROFIELEN ANIMATOR HOOFDANIMATOR INSTRUCTEUR SAMENVATTING COMPETENTIEPROFIELEN ANIMATOR HOOFDANIMATOR INSTRUCTEUR COMPETENTIES CLUSTER ANIMATOR HOOFDANIMATOR INSTRUCTEUR 1. BEGELEIDEN 1.1. Kinderen en jongeren begeleiden 1.1. Animatoren begeleiden

Nadere informatie

HOE AAN DE SLAG MET HET TRAJECTBOEKJE OP CURSUS

HOE AAN DE SLAG MET HET TRAJECTBOEKJE OP CURSUS HOE AAN DE SLAG MET HET TRAJECTBOEKJE OP CURSUS DOEL Tijdens de cursus maakt de deelnemer kennis met de competenties van animator, hoofdanimator of instructeur. Op het einde van de cursus blikt de deelnemer

Nadere informatie

Hoe aan de slag met het trajectboekje op cursus?

Hoe aan de slag met het trajectboekje op cursus? Hoe aan de slag met het trajectboekje op cursus? Doel Tijdens de cursus maakt de deelnemer kennis met de competenties van animator, hoofdanimator of instructeur. Op het einde van de cursus blikt de deelnemer

Nadere informatie

Trajectboekje deelnemer I

Trajectboekje deelnemer I Trajectboekje deelnemer I PrakTIScH In dit deel kun je je memoires noteren. Gebruik dat als een werkinstrument en laat het je inspireren om te groeien in jouw kwaliteiten als instructeur. Het is niet de

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kadervormingstrajecten, vermeld in artikel 17/1 van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

TRAJECTBOEKJE hoofdanimator

TRAJECTBOEKJE hoofdanimator 1 TRAJECTBOEKJE hoofdanimator boekje van: 2 In het trajectboekje wordt steeds over hij, hem of zijn gesproken om de leesbaarheid te verhogen. Uiteraard is dit boekje ook bestemd voor meisjes. Vlaanderen

Nadere informatie

TRAJECTBOEKJE instructeur

TRAJECTBOEKJE instructeur 1 TRAJECTBOEKJE instructeur boekje van: 2 In het trajectboekje wordt steeds over hij, hem of zijn gesproken om de leesbaarheid te verhogen. Uiteraard is dit boekje ook bestemd voor meisjes. Vlaanderen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Opschrift Datum Gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kadervormingstrajecten, vermeld in artikel 17/1 van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid

Nadere informatie

TRAJECTBOEKJE ANIMATOR

TRAJECTBOEKJE ANIMATOR 1 TRAJECTBOEKJE ANIMATOR boekje van: 2 In het trajectboekje wordt steeds over hij, hem of zijn gesproken om de leesbaarheid te verhogen. Uiteraard is dit boekje ook bestemd voor meisjes. Vlaanderen is

Nadere informatie

TRAJECTBOEKJE ANIMATOR

TRAJECTBOEKJE ANIMATOR 1 TRAJECTBOEKJE ANIMATOR boekje van: 2 In het trajectboekje wordt steeds over hij, hem of zijn gesproken om de leesbaarheid te verhogen. Uiteraard is dit boekje ook bestemd voor meisjes. Vlaanderen is

Nadere informatie

Trajectboekje deelnemer HA

Trajectboekje deelnemer HA Trajectboekje deelnemer HA PrakTIScH In dit deel kun je je memoires noteren. Gebruik dat als een werkinstrument en laat het je inspireren om te groeien in jouw kwaliteiten als hoofdanimator. Het is niet

Nadere informatie

BEGELEIDINGS- BUNDEL KIC 3

BEGELEIDINGS- BUNDEL KIC 3 BEGELEIDINGS- BUNDEL KIC 3 Dankzij wie lees je dit De vernieuwde Instructeursvorming kwam tot stand dankzij noeste arbeid van de werkgroep KIC en de commissie Vorming. De volgende mensen sleutelden aan

Nadere informatie

Beste Stagiair. Eerst en vooral, fijn dat je er voor wil gaan als hoofdanimator!

Beste Stagiair. Eerst en vooral, fijn dat je er voor wil gaan als hoofdanimator! Beste Stagiair Eerst en vooral, fijn dat je er voor wil gaan als hoofdanimator! Na de eerste stap, namelijk een spetterende cursus, ben je klaar om er volledig in te duiken tijdens je stage! Na de cursus,

Nadere informatie

Teambuilding = vormen van een goedwerkende groep

Teambuilding = vormen van een goedwerkende groep Inspiratiedag 2/02/ 08 Werkwinkel Groep vormen met je begeleidingsploeg Hoe werken aan een toffe sfeer in de begeleidingsploeg? Hoe kan je als hoofdverantwoordelijke de verstandhouding en samenwerking

Nadere informatie

Stagebegeleid(st)er?

Stagebegeleid(st)er? Stagebegeleid(st)er? dit moet je weten 1 1. INHOUDSTAFEL Waarom is stagebegeleiding belangrijk? 3 Wettelijk kader 4 Traject 4 www.mijnkadervorming.be 6 Regels stage 10 Planning voor een goede stagebegeleiding

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS Een goede spelbegeleider biedt ruimte en tijd om te spelen, maakt een weldoordachte keuze in het aanbod, biedt kansen om te exploreren, toont interesse,

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS Een goede spelbegeleider biedt ruimte en tijd om te spelen, maakt een weldoordachte keuze in het aanbod, biedt kansen om te exploreren, toont interesse,

Nadere informatie

Trajectboekje co-animator

Trajectboekje co-animator Trajectboekje co-animator Boekje van: Doel van het trajectboekje Voor je ligt een trajectboekje co-animator Dit trajectboekje is een werkinstrument. Als co-animator kan je hierin zaken opschrijven en

Nadere informatie

TRAJECTBOEKJE co-animator

TRAJECTBOEKJE co-animator 1 TRAJECTBOEKJE co-animator boekje van: 2 3 In het trajectboekje wordt steeds over hij, hem of zijn gesproken om de leesbaarheid te verhogen. Uiteraard is dit boekje ook bestemd voor meisjes. Departement

Nadere informatie

Overijse Overlegt. Samen dromen & denken over de toekomst van onze gemeente. Leidraad voor grotere toekomsttafel

Overijse Overlegt. Samen dromen & denken over de toekomst van onze gemeente. Leidraad voor grotere toekomsttafel Overijse Overlegt Samen dromen & denken over de toekomst van onze gemeente Leidraad voor grotere toekomsttafel Leidraad voor een toekomsttafel 6 tot 14 personen 30 tot 60 min (afhankelijk van aantal deelnemers)

Nadere informatie

Leidraad voor een groepsgesprek Tijd:30 à 45 minuten, met 4 tot 16 personen/benodigdheden: post-its of blaadjes papier balpennen - flap

Leidraad voor een groepsgesprek Tijd:30 à 45 minuten, met 4 tot 16 personen/benodigdheden: post-its of blaadjes papier balpennen - flap Organiseer zelf je babbel over Mortsel! Leidraad voor een groepsgesprek Tijd:30 à 45 minuten, met 4 tot 16 personen/benodigdheden: post-its of blaadjes papier balpennen - flap Enkele tips: Zoek iemand

Nadere informatie

in ZICHT CHIRO IN 2020

in ZICHT CHIRO IN 2020 in ZICHT CHIRO IN 2020 Dag Chiroleiding Chirojeugd Vlaanderen telt maar liefst 960 Chirogroepen, van Adinkerke tot Zutendaal. Allemaal met hun eigen gewoontes en tradities, afdelingen en leiding. En wat

Nadere informatie

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten 1 OP VRIJWILLIGE VOETEN In het huidige vrijwilligerslandschap is het niet altijd gemakkelijk om vrijwilligers bij te houden als organisatie

Nadere informatie

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A 4 opdrachten! 60 minuten! Bij iedere opdracht zet iemand zijn wekker/ chronometer (op gsm of uurwerk), zodat je zeker niet veel langer dan een kwartier bezig bent.

Nadere informatie

1 People Do Change/IVA Onderwijs

1 People Do Change/IVA Onderwijs 1 People Do Change/IVA Onderwijs 2 People Do Change/IVA Onderwijs 3 People Do Change/IVA Onderwijs 1 Dit vergt minimaal 1 dagdeel van 4 klokuren. De werkwijze kan tot 10 teamleden door 1 facilitator worden

Nadere informatie

Stageboekje HOOFDanimator in het jeugdwerk

Stageboekje HOOFDanimator in het jeugdwerk Stageboekje HOOFDanimator in het jeugdwerk Jeugd Rode Kruis vzw Motstraat 40 2800 Mechelen www.jeugdrodekruis.be jeugdrodekruis@rodekruis.be 1 INHOUDSTAFEL Praktische gegevens 3 Stage info 4 Voor de start

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 4 Eigenwaarde Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 4 Eigenwaarde Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 4 Eigenwaarde Inhoud 2 1. Hoe zit het met je gevoel van eigenwaarde? 3 2. Welke talenten van jezelf ken je al? 4 3. Verborgen talenten & bewondering 6 4. Verborgen talenten & feedback

Nadere informatie

Werkvolk gezocht. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Werkvolk gezocht. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Werk graad 1 Lesvoorbereiding Werkvolk gezocht Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print de beroepenkaartjes 2 uit als er maximum 18 kinderen in jouw

Nadere informatie

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. Het Kindgesprek. Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. 1 Inleiding. Door gesprekken met kinderen te voeren willen we de betrokkenheid

Nadere informatie

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel is een leermiddel voor de loopbaanoriëntatie van mensen in de leeftijd van twaalf jaar en ouder. Het spel heeft als doel de speler bewust te maken

Nadere informatie

STAGE evaluatie BOEKJE

STAGE evaluatie BOEKJE STAGE evaluatie BOEKJE Dit stageboekje is van niemand minder dan naam :. adres :..... e-mail : rekeningnummer :... geboorteplaats- en datum :... lidnummer KV :... stageplaats:... stageperiode:... 1 Eerst

Nadere informatie

SPELFICHE: WIE ZIT ER IN DE LEERLINGENRAAD?

SPELFICHE: WIE ZIT ER IN DE LEERLINGENRAAD? SPELFICHE: WIE ZIT ER IN DE LEERLINGENRAAD? 5 minuten of meer onbeperkt 10 tot 50 8 tot 20 Praten Praten Praten, schrijven niksnadanoppes! bingoblaadje en schrijfgerief groot papier en schrijfgerief onbeperkt

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt.

Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt. Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt. In je eentje Time-out reflectie Time-out reflectie is een snelle manier om in je eentje

Nadere informatie

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr Bijlage nr. 1

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr Bijlage nr. 1 Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr. 20152016-0124 29-10-2015 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Jaaractieplan 2015-2016 van vzw Chirojeugd-Vlaanderen Jaaractieplan 2015-2016 Situering Dit is het jaaractieplan

Nadere informatie

INSTRUMENTEN. Organiseer zelf Zorg aan zet gesprekken

INSTRUMENTEN. Organiseer zelf Zorg aan zet gesprekken INSTRUMENTEN Organiseer zelf Zorg aan zet gesprekken Mensen kunnen makkelijker hun ideeën over de vragen formuleren wanneer ze hierover met anderen in gesprek gaan. Dit kan op vele manieren: in een gesprek

Nadere informatie

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper Extra spullen - Stickers met de namen van de kinderen. - Voldoende kopieën van het uitdeelvel Loop van de stukken ; 1

Nadere informatie

Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie

Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie In tegenstelling tot de eerste vragenlijst is het doel van de taakspecifieke vragenlijst niet om over verschillende leersituaties heen het zelfregulerend

Nadere informatie

Kwaliteitsinstrument. Til je afdeling naar een hoger niveau. Het kwaliteitsinstrument in het kort. Doel van het instrument. Inhoud van het instrument

Kwaliteitsinstrument. Til je afdeling naar een hoger niveau. Het kwaliteitsinstrument in het kort. Doel van het instrument. Inhoud van het instrument Kwaliteitsinstrument Til je afdeling naar een hoger niveau Het kwaliteitsinstrument in het kort Het KLJ-kwaliteitsinstrument werd ontwikkeld door KLJ zodat je als leiding/bestuur zelf jouw afdeling kan

Nadere informatie

Voorbeeldprogramma startbijeenkomst

Voorbeeldprogramma startbijeenkomst BIJLAGE 3 Voorbeeldprogramma startbijeenkomst Inleiding De startbijeenkomst vindt plaats vooraf aan iedere activiteit, ook wanneer jongeren al vaker mee hebben gedaan met M25. Natuurlijk kun je variëren

Nadere informatie

23/12/15. Startsessie groepsprogramma. Wat gaan we doen vandaag? Doelstelling

23/12/15. Startsessie  groepsprogramma. Wat gaan we doen vandaag? Doelstelling Medefinanciering door Wat gaan we doen vandaag? Opfrissing: Back@work? Praktische afspraken Kennismaking (ijsbreker) Trajectboekje Startsessie Back@work Vragenlijsten Vragenronde Doelstelling Back@work

Nadere informatie

Doel. Vertrekpunt: Santé! De beste gesprekken voer je... op café

Doel. Vertrekpunt: Santé! De beste gesprekken voer je... op café Doel Geanimeerde gesprekken voeren over belangrijke vragen of thema s in verschillende rondes. Elke deelnemer komt aan het woord. Een worldcafé kan je gebruiken om informatie te verzamelen binnen één thema

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 7 PROFESSIONELE GESPREKKEN

OPDRACHTEN BIJ THEMA 7 PROFESSIONELE GESPREKKEN OPDRACHTEN BIJ THEMA 7 PROFESSIONELE GESPREKKEN Een professioneel gesprek moet je altijd voorbereiden! INLEIDING Je voert dagelijks gesprekken. En dat doe je vaak op de automatische piloot. Professionele

Nadere informatie

cursus Dit stageboekje is van niemand minder dan... naam: adres:

cursus Dit stageboekje is van niemand minder dan... naam: adres: cursus R U E T C U R T S N I k r e w d g u e j in het Dit stageboekje is van niemand minder dan... naam: adres: geboortedatum: erkenningsnummer van je cursus:ljw/e45/20.../ stageplaats: stageperiode: Lange

Nadere informatie

DE 7 TAKEN VAN HET GEWEST

DE 7 TAKEN VAN HET GEWEST DE 7 TAKEN VAN HET GEWEST Leiding samenbrengen WAAROM LEIDING SAMENBRENGEN? Door samen te komen en uit te wisselen, leert leiding van elkaar. Leiding leert het gewest beter kennen, zo zetten ze gemakkelijker

Nadere informatie

In tien weken vaardig in Verbindende Communicatie Hoe? Zo!

In tien weken vaardig in Verbindende Communicatie Hoe? Zo! In tien weken vaardig in Verbindende Communicatie Hoe? Zo! Geef tien weken bijzondere aandacht aan Verbindende Communicatie met behulp van onderstaande oefeningen. Bespreek je ervaringen in een buddygroepje.

Nadere informatie

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zonder dat we het door hebben worden we steeds asocialer. Dit

Nadere informatie

Amuseer je zes dagen met zalig Chirovolk. Ontdek heerlijke Chiro-ideeën.

Amuseer je zes dagen met zalig Chirovolk. Ontdek heerlijke Chiro-ideeën. 2018-2019 Amuseer je zes dagen met zalig Chirovolk. Ontdek heerlijke Chiro-ideeën. Accu is dé Chirocursus voor leiding of wie leiding wil worden. Dit ontdek je op Accu Is Chiro ook een belangrijk stuk

Nadere informatie

SUGGESTIES VOOR GEBRUIK VAN PROGRAMMA S MET LEERLINGEN

SUGGESTIES VOOR GEBRUIK VAN PROGRAMMA S MET LEERLINGEN Werken met het materiaal Het materiaal is kosteloos beschikbaar voor iedereen die het wil gebruiken. Gebruikers kunnen zelf selecteren welke hoofd- en reflectieprogramma s of inzoom s op welk moment voor

Nadere informatie

werkbladen, telefoons en opnametoestel

werkbladen, telefoons en opnametoestel DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

In je kracht. Spelhandleiding

In je kracht. Spelhandleiding In je kracht Spelhandleiding Inhoud Introductie 3 1. Kennismakingsspel 4 2. Inspiratiespel 7 3. Kwaliteitenspel 11 Colofon De aanpak EVA (Educatie voor Vrouwen met Ambitie) is een verdieping op het ondersteuningsprogramma

Nadere informatie

Geef een. Over rapportgesprekken en eigenaarschap

Geef een. Over rapportgesprekken en eigenaarschap Over rapportgesprekken en eigenaarschap Geef een Het is voor een kind heel fijn om te weten waar het staat, hoe het daar gekomen is, waar het naartoe gaat werken én hoe het daar kan komen. Renée van Eijk

Nadere informatie

Aan de slag met het evaluatiemoment

Aan de slag met het evaluatiemoment KENNISDOSSIER KADERVORMING Aan de slag met het evaluatiemoment Modellen en denkoefeningen om je te ondersteunen bij een kadervormingsbeleid Inhoudsopgave 0 Inleidend... 1 0.1 Wat vraagt afdeling Jeugd?...

Nadere informatie

Overijse Overlegt. Samen dromen & denken over de toekomst van onze gemeente. Leidraad voor korte toekomstbabbel

Overijse Overlegt. Samen dromen & denken over de toekomst van onze gemeente. Leidraad voor korte toekomstbabbel Overijse Overlegt Samen dromen & denken over de toekomst van onze gemeente Leidraad voor korte toekomstbabbel Leidraad voor toekomstbabbel 4 tot 8 personen 20 min Nodig enkele buren, vrienden, een groepje

Nadere informatie

ÇA VA?! Jaarthemabivakspel. Een spel om te spelen op kamp - voor alle afdelingen.

ÇA VA?! Jaarthemabivakspel. Een spel om te spelen op kamp - voor alle afdelingen. ÇA VA?! Jaarthemabivakspel Een spel om te spelen op kamp - voor alle afdelingen. Praktisch WAT HEB JE NODIG? Afgedrukte foto's (zie verder) Waslijn Wasknijpers (1 per deelnemer) DUUR 1 à 2 uur, afhankelijk

Nadere informatie

Voorbereiding op je bezoek bij het muzieum

Voorbereiding op je bezoek bij het muzieum Voorbereiding op je bezoek bij het muzieum Inhoud handleiding: - Wat ga je doen bij het muzieum - Huisregels - Media opdrachten - Doe opdrachten Wat ga je doen bij het muzieum? De donkerbeleving (hoofdonderdeel)

Nadere informatie

6 Coaching van de cliënt

6 Coaching van de cliënt 6.1 6 Coaching van de cliënt De begeleiding of coaching op de werkvloer is afhankelijk van de noden van de cliënt én van de noden van de collega s en werkgever. Samen starten op de stage/ tewerkstelling

Nadere informatie

Autonomie ervaren betekent dat je je werk graag doet en zinvol vindt. De volgende vragen peilen naar jouw ervaringen.

Autonomie ervaren betekent dat je je werk graag doet en zinvol vindt. De volgende vragen peilen naar jouw ervaringen. 5.3.1 AUTONOMIE Autonomie ervaren betekent dat je je werk graag doet en zinvol vindt. De volgende vragen peilen naar jouw ervaringen. Met deze vraag / vragen krijg je een zicht op hoe de medewerker autonomie

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging

Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging Info@piresearch.nl www.piresearch.nl Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging Een beloningskaart helpt ouders gericht aandacht te besteden aan gewenst gedrag van hun

Nadere informatie

Cosis Begeleid Leren

Cosis Begeleid Leren Vaardigheidslessen: Hulp bij studeren Om met succes een opleiding te kunnen volgen is het voor jongeren belangrijk dat ze over een aantal specifieke vaardigheden beschikken. Daarom hebben we een cursus

Nadere informatie

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

In je kracht. Werkboek voor deelnemers In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers

Nadere informatie

Training Netwerken Forum 12-5-2014

Training Netwerken Forum 12-5-2014 Training Netwerken Forum 12-5-2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 Doelen 4 Deelnemers 4 Werkvormen 4 Programma 4 Voorstellen & introductie 5 Inleiding 6 Opdracht Je eigen netwerk 7 Theorie 8 Opdracht In gesprek

Nadere informatie

Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader.

Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader. 3. Samen eten Een Afrikaanse vrouw nodigt de Vlaamse buurkinderen uit voor het eten. De buurvrouw komt thuis en vindt haar kinderen niet. Ze is ongerust en maakt zich kwaad. Je gaat toch niet zomaar bij

Nadere informatie

Training. Vergaderen

Training. Vergaderen Training Vergaderen Halide Temel 1-5-2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 Doelen 4 Deelnemers 4 Werkvormen 4 Programma 4 Voorstellen & introductie 5 Opdracht Luciferspel 6 Theorie 7 Opdracht - Vergaderen 12

Nadere informatie

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

Seksualiteit: Grenzen en Wensen IJBURGCOLLEGE.NL Seksualiteit: Grenzen en Wensen Leerlingen handleiding Michiel Kroon Lieve leerling, Het is belangrijk om op een open en goede manier over seks te kunnen praten. De lessenserie die in

Nadere informatie

Werkvorm groepsgesprek professionals

Werkvorm groepsgesprek professionals Werkvorm groepsgesprek professionals Creëren van een stimulerende werkomgeving en het vergroten van professionele autonomie Deze werkvorm kan worden gebruikt om met medewerkers van Justitiële Jeugdinrichtingen

Nadere informatie

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team. SPELVARIANTEN Wil jij weten waar je in jouw huidige werk goed in bent? Hoe jij communiceert en je gedraagt en vooral hoe de ander dat ziet? En wil jij dit graag uitwisselen met je teamgenoten zodat jullie

Nadere informatie

Lesleidraad. Beste docent

Lesleidraad. Beste docent 2 Lesleidraad Beste docent De zomer van Atlas komt eraan. Honderden anderstaligen kunnen zich de laatste week van juni inschrijven voor het zomeraanbod bij Atlas. We willen de cursisten de kans geven om

Nadere informatie

1. Doel: de themagesprekken kunnen inzichten verschaffen over de werkmotieven (wie ben ik en wat wil ik) en zijn kwaliteiten (wat kan ik).

1. Doel: de themagesprekken kunnen inzichten verschaffen over de werkmotieven (wie ben ik en wat wil ik) en zijn kwaliteiten (wat kan ik). 1.16. Themagesprek A. Situering Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik? Wat zijn mijn opties? Wat is mijn actieplan? B. Gebruik 1. Doel: de themagesprekken kunnen inzichten verschaffen over de werkmotieven

Nadere informatie

Profileringstool Innerspective BV April 2018

Profileringstool Innerspective BV April 2018 01 TALENT AAN ZET! Profileringstool Innerspective BV April 2018 Auteur: Wout Plevier SLiM! Talent-ontwikkeling Innerspective BV 02 WAAROM TALENT SLIM! AAN ZET? De maatschappij gaat steeds sneller. Organisaties

Nadere informatie

tijd voor geletterdheid

tijd voor geletterdheid tijd voor geletterdheid weekvandegeletterdheid.be HANDLEIDING TIJD VOOR GELETTERDHEID Een toolkit om het geletterdheidbeleid van je school vorm te geven INLEIDING Een gezond vieruurtje meegeven, dat doe

Nadere informatie

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 > NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 Leerlingen uit het secundair onderwijs mogen vertegenwoordigd zijn als partner op de schoolraad.

Nadere informatie

Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student?

Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student? Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student? Tijdens de keuzestage heb je de mogelijkheid om ook andere invullingen van het leraar zijn te leren kennen en zo bijvoorbeeld stage te lopen in het

Nadere informatie

Vragen Hoe kan je veiligheid inbouwen zodat je alle leerlingen kan betrekken? Vraag Hoe kan je de ideeënbus actief en betekenisvol maken?

Vragen Hoe kan je veiligheid inbouwen zodat je alle leerlingen kan betrekken? Vraag Hoe kan je de ideeënbus actief en betekenisvol maken? Methodiek Kringgesprek Beter samen leven en meer leren in de klas. Een participatieve sfeer in de klas of op de school kan men op verschillende manieren bewerkstelligen. Werken met kringgesprekken is hierbij

Nadere informatie

Eerste Hulp bij Teamontwikkeling. Inhoud. Doel. Een set tools die je kunt inzetten tijdens teamvergaderingen.

Eerste Hulp bij Teamontwikkeling. Inhoud. Doel. Een set tools die je kunt inzetten tijdens teamvergaderingen. Eerste Hulp bij Teamontwikkeling Inhoud Een set tools die je kunt inzetten tijdens teamvergaderingen. Doel Teamleiders en teamcoördinatoren helpen om vergaderingen effectiever en leuker te maken, en de

Nadere informatie

WAT NA DE CURSUS? Free-Time vzw

WAT NA DE CURSUS? Free-Time vzw WAT NA DE CURSUS? Free-Time vzw RODE DRAAD Kamp Zoeken Extranet Voorbereiding Stage Groeipad Bureau Werkgroep Monitoren 2 KAMP ZOEKEN 3 Soorten Kampen Vakantieperiodes Waar zoeken? Hoe aanvragen? Uitstappen

Nadere informatie

Verantwoordelijkheid ontwikkelen. Informatiekit om uw medewerkers te helpen bij het voorkomen van werkstress

Verantwoordelijkheid ontwikkelen. Informatiekit om uw medewerkers te helpen bij het voorkomen van werkstress Verantwoordelijkheid ontwikkelen Informatiekit om uw medewerkers te helpen bij het voorkomen van werkstress 1 Inhoud Inleiding 3 A Verantwoordelijkheid nemen voor jezelf 4 - Goede afspraken maken - Stel

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

Spelonderdelen. Wonderkaarten, Wonderschriften en Wonderpaspoorten

Spelonderdelen. Wonderkaarten, Wonderschriften en Wonderpaspoorten Handleiding Iedereen heeft de wens om iets goed te kunnen. Iedereen bezit de wijsheid om te weten wat hij kan. Het wonderspel geeft je de mogelijkheid om jouw eigen kwaliteiten te onderzoeken, inzicht

Nadere informatie

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les 1 Lesschemaformulier (LSF) Handleiding versie 2009-2010 / Pedagogogische Hogeschool De Kempel Helmond Kop Op ieder lesschemaformulier noteer je jouw voor- en achternaam en de jaargroep op de Kempel. Je

Nadere informatie

Reflectie-opdrachten

Reflectie-opdrachten Reflectie-opdrachten In deze bundel vinden jullie een reeks fiches met reflectie-opdrachten. De bedoeling is om iedere week één fiche te overlopen tijdens het wekelijks gesprek met je mentor. Deze vragen

Nadere informatie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

GROEIDOSSIER Praktijk SOV GROEIDOSSIER Praktijk SOV 2017 2018 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

Draaiboek mini-burgerkabinet

Draaiboek mini-burgerkabinet Draaiboek mini-burgerkabinet 31 januari 2018 7 april 2018 Wat is het burgerkabinet en wanneer vindt dit alles plaats? Vlaams minister van Cultuur,, Jeugd en Brussel Sven Gatz wil burgers betrekken bij

Nadere informatie

TOOLKIT voor co-creatie. Download Acrobat Reader voor tablet / computer / etc om deze interactieve pdf te gebruiken.

TOOLKIT voor co-creatie. Download Acrobat Reader voor tablet / computer / etc om deze interactieve pdf te gebruiken. Download Acrobat Reader voor tablet / computer / etc om deze interactieve pdf te gebruiken. welkom Binnen een co-creatie ontwikkel je samen met een leerkracht een antwoord op de vraag van de school vanuit

Nadere informatie

Doel. Vertrekpunt: Santé! De beste gesprekken voer je... op café

Doel. Vertrekpunt: Santé! De beste gesprekken voer je... op café Doel Geanimeerde gesprekken voeren over belangrijke vragen of thema s in verschillende rondes. Elke deelnemer komt aan het woord. Een worldcafé kan je gebruiken om informatie te verzamelen binnen één thema

Nadere informatie

Introductieles schaken voor beginners Voor groepen 3 en 4 op de basisschool

Introductieles schaken voor beginners Voor groepen 3 en 4 op de basisschool Introductieles schaken voor beginners Voor groepen 3 en 4 op de basisschool Duur: 30 minuten Wat is een introductieles? Een introductieles gaat vooraf aan de inschrijving voor een schaaktraining. De les

Nadere informatie

Kwaliteitsinstrument. Til je afdeling naar een hoger niveau. Het kwaliteitsinstrument in het kort. Doel van het instrument. Inhoud van het instrument

Kwaliteitsinstrument. Til je afdeling naar een hoger niveau. Het kwaliteitsinstrument in het kort. Doel van het instrument. Inhoud van het instrument Kwaliteitsinstrument Til je afdeling naar een hoger niveau Het kwaliteitsinstrument in het kort Het KLJ-kwaliteitsinstrument werd ontwikkeld door KLJ zodat je als leiding/bestuur zelf jouw afdeling kan

Nadere informatie

Wie ben jij? HANDLEIDING

Wie ben jij? HANDLEIDING HANDLEIDING Wie ben jij? Korte omschrijving lesactiviteit Iedereen legt vijf vingers op tafel. Om de beurt vertel je iets over jezelf, waarvan je denkt dat het uniek is. Als het inderdaad uniek is, dan

Nadere informatie

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk Let op!!! Dit is een groeidocument. Dat wil zeggen dat dit werkplan regelmatig bijgesteld zal moeten worden. Bekijk per competentie eerst waar je mee wilt beginnen. Vul nog niet meteen alles in. Zorg er

Nadere informatie

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: De beginstelling, de Toren en de Loper

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: De beginstelling, de Toren en de Loper Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: De beginstelling, de Toren en de Loper Extra spullen - Lijst van alle kinderen. - Stickers met de voornamen van de kinderen. - Werkboek 1 (SamenSchaken) voor

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen

Nadere informatie

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) 602 94 25 of e-mail: zorg@matchcare.nl

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) 602 94 25 of e-mail: zorg@matchcare.nl Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) 602 94 25 of e-mail: zorg@matchcare.nl Hoe presenteer ik mijzelf? Wat wil ik? Zorg voor je carrière Door het dagelijkse contact met mijn coach

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld APQ-vragenlijst 28 maart 2018 Bea Voorbeeld Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN! Naam: Klas: Handboek Maatschappelijke Stage (MaS) Heerbeeck College Best Schooljaar 2018-2019 MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN! Sociaal MaS Extra Handen Samenwerken Vrijwillig Inzet Bijdrage Maatschappij

Nadere informatie