IMPACTANALYSE BGT WATERSCHAPPEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "IMPACTANALYSE BGT WATERSCHAPPEN"

Transcriptie

1 HET WATERSCHAPSHUIS 1 april :A D

2 Inhoud Samenvatting 4 1 Inleiding Aanleiding Probleemstelling Aanpak impactanalyse Leeswijzer 8 2 Huidige situatie GBKN binnen waterschappen Inleiding Inwinning grootschalige topografie Huidig gebruik GBKN Ervaringen GBKN Financien Conclusies 13 3 Impact BGT Inleiding Impact invoering BGT Impact BGT voor de waterschappen Bronhouderschap Wat betekent bronhouderschap? Waterschappen als potentiele bronhouder Welke BGT inhoud? Mogelijke varianten Uitvoeringsscenario s bronhouder Conclusies 25 4 Kosten en baten Inleiding Basisregistratie Grootschalige Topografie Huidige situatie: kwaliteit en inhoud Huidige situatie: kosten en inhaalslag Kosten-batenanalyse Bronhouderschap Methodiek Beschrijving nulalternatief Beschrijving projectalternatief Beschrijving projectalternatief "zelf meten" Kosten-batenanalyse: vergelijking alternatieven Conclusies 35 5 Visie en aanbevelingen Inleiding :A ARCADIS 2

3 5.2 Adviesrichting voor de waterschappen Synthese Adviesrichting Hoe verder: aanbevelingen 40 Bijlage 1 Basisinfrastructuur e-overheid 41 Bijlage 2 Geïnterviewden 42 Bijlage 3 Vragenlijsten 43 Bijlage 4 Geraadpleegde documenten 47 Bijlage 5 Raakvlak BGT met Uniemodel-legger/technisch beheerregister 48 Bijlage 6 Doel IMGEO 49 Bijlage 7 Bronhouderschap 50 Colofon :A ARCADIS 3

4 Samenvatting Voor het grootste deel van de functionele taken van waterschappen, zowel in beleid als uitvoering is adequate geo-informatie essentieel. Momenteel heeft de huidige Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) hierin een beperkte waarde en investeren waterschappen naast de GBKN, jaarlijks ca 2,8 miljoen aan inwinning van grootschalige topografie, welke nu niet wordt geïntegreerd in de GBKN. De GBKN aangevuld met de grootschalige bestanden van andere bronhouders vormt de basis voor de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Wat zijn de consequenties van de invoering van de BGT, in het bijzonder als de waterschappen bronhouder worden? Ongeacht de keuze of de waterschappen bronhouder zijn, is het gebruik van de BGT door de waterschappen vanaf 2014 verplicht. Deze implementatie zorgt volgens de geïnterviewde, representatieve groep waterschappers - voor verbeteringen in uniformiteit, eenduidigheid en actualiteit van het beheerregister en waarborgt zij uitwisselbaarheid van informatie tussen de waterschappen en in de keten. De BGT heeft volgens de overgrote meerderheid van de ondervraagden een positieve invloed op de bedrijfsvoering en op het op orde houden van het beheerregister. Daarnaast voldoen de waterschappen met de komst van de BGT aan de Waterwet betreffende de verplichting tot het hebben van een overzichtskaart voor de waterstaatswerken en kan de BGT op termijn als bronbestand voor Inspire dienen. De waterschappen erkennen dat zij de logische partij zijn voor het bronhouderschap van de door haar beheerde objecten. Voorwaarde hierbij is dat de data van de BGT bij de vertreksituatie op orde is, want dan wordt het bronhouderschap een vanzelfsprekend bij de kernprocessen passende verantwoordelijkheid. Over de opname van watersystemen, waterkeringen, wegen en kunstwerken in de BGT bestaat in belangrijke mate overeenstemming. Voor meerdere specifieke waterschapsobjecten moet nog bepaald worden of ze tot de minimale inhoud van de BGT of tot de plustopografie behoren. Ten aanzien van het uitvoeringsscenario geven de waterschappen de voorkeur aan een regionale uitvoering waarin in samenspraak met andere bronhouders gewerkt wordt aan gezamenlijke inwinning en uitvoering om te voorkomen dat iedere bronhouder zijn eigen ding doet. Voor de kosten-batenanalyse is gebruik gemaakt van de OEI-methodiek die ook voor de kosten-batenanalyse van eerdere studies rond grootschalige topografie is gehanteerd. Hieruit blijkt dat door niet te kiezen voor bronhouderschap en af te wachten wat derden gaan inwinnen, de waterschappen op korte termijn mogelijk kosten besparen. Op de middellange termijn is bronhouderschap zowel in financieel als in kwalitatief opzicht voordelig. Bronhouderschap met regionale uitvoering levert de waterschappen per saldo, voor alle waterschappen, over een periode van 15 jaar een financieel voordeel op ten opzichte van niet-bronhouderschap van in totaal 5-12 mln. Bronhouderschap is daarmee voor de waterschappen op termijn financieel gunstiger dan afname van de BGT als gebruiker :A ARCADIS 4

5 Concluderend stellen we dat de waterschappen moeten gaan voor het bronhouderschap. Hierbij is het van belang dat zo spoedig mogelijk een gezamenlijk standpunt met in acht name van de diversiteit binnen de waterschappen wordt ingekomen die men kenbaar maakt bij het Ministerie van VROM. Voor het vervolg is professionalisering van de organisatie en aansturing van het BGT programma binnen het Waterschapshuis in nauwe samenwerking met de Unie van Waterschappen, een belangrijke succesfactor. Tot slot biedt een proces- en projectmatige aanpak van de BGT in de ogen van ARCADIS/KplusV een uitstekende opstap om binnen de waterschappen structureel aan de slag te gaan met uniformering en standaardisering van de geo-informatiehuishouding :A ARCADIS 5

6 HOOFDSTUK 1Inleiding 1.1 AANLEIDING Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben het Nationaal Uitvoerings Programma dienstverlening en e-overheid (NUP) opgesteld. Het NUP is een gezamenlijk initiatief van het Rijk, het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen, gebaseerd op een advies van de commissie Postma/Wallage. Het uitvoeringsprogramma richt zich vooral op die dienstverlening waar méér dan één overheidsorganisatie bij is betrokken. Het akkoord over het NUP is door de gezamenlijke partijen op 1 december 2008 ondertekend. In het Nationaal Uitvoerings Programma dienstverlening en e-overheid (NUP) staat: Voor een samenhangende en effectieve e-overheid is het noodzakelijk een beperkt aantal (basis)voorzieningen eenmalig te ontwikkelen, te bouwen en te implementeren. Dat bespaart geld, schept mogelijkheden om bedrijfsvoering te koppelen, en het bevordert standaardisatie. In het NUP wordt een keuze gemaakt voor een verplicht te gebruiken basisinfrastructuur voor de e-overheid, door de basisvoorzieningen te benoemen die daar onderdeel van uitmaken. De basisvoorzieningen die als prioriteit zijn aangemerkt zijn onder te verdelen in: e-toegang tot de overheid, e-authenticatie, nummers, basisregistraties en e-informatieuitwisseling. In bijlage 1 treft u de complete lijst met de basisinfrastructuur e-overheid onderdelen welke in feite het fundament vormt voor een publieksgerichte dienstverlening. Hierbij vormt de Nederlandse overheidsreferentie-architectuur (de NORA) de ruggengraat van de architectuur van de e-overheid. De NORA is leidend voor alle sectoren en op basis daarvan kunnen de overheidsorganisaties de ontwikkeling binnen hun eigen organisatie afstemmen. De urgentie om ook plaatsgebonden gegevens, meestal aangeduid met geo-informatie, op een zelfde wijze aan te pakken, wordt steeds groter. Ondanks het feit dat de overheid de afgelopen jaren flink heeft geïnvesteerd in het verzamelen van geo-informatie, wordt er nog onvoldoende gebruik van gemaakt en wordt de potentie van geo-informatie nog niet ten volle benut. De vastgelegde informatie is niet altijd goed uitwisselbaar en de bestanden, zijn niet goed op elkaar afgestemd. De overheidspartijen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en gebruik van plaatsgebonden informatie willen komen tot een basisvoorziening geo-informatie Nederland (GIDEON). Doel hiervan is te komen tot optimale benutting van de geoinformatie in Nederland. Het NUP beschrijft de basisinfrastructuur en moet daarmee de katalysator vormen voor optimaal gebruik en toepassing, ook in de veelal ruimtelijk georiënteerde - taken en activiteiten van de waterschappen :A ARCADIS 6

7 Binnen het stelsel van basisregistraties hebben de geo-basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), Kadaster, Topografie en de Grootschalige Basiskaart (BGT) dan ook een belangrijke plaats (zie oranje kader in afbeelding 1.1). Afbeelding 1.1 Stelsel van Basisregistraties Bron: Ministerie van VROM Een van de basisregistraties die momenteel wordt ontwikkeld is de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). De BGT wordt de opvolger van de Grootschalige Basis Kaart Nederland (GBKN). Daarbij zal het verplicht worden gesteld dat alle overheidsorganen gebruik maken van dezelfde basisset grootschalige topografie met als doel: Betere dienstverlening aan burgers en bedrijven Administratieve lastenverlichting Betere samenwerking binnen de overheid Kostenbesparing in ketens Het Ministerie van VROM voert het programmamanagement van de BGT. Het programma kent de volgende drie fasen: Fase 1: Beleidsmatige fase (ontwerpfase) : najaar 2009 eind 2010 Fase 2: Implementatie in de productieorganisatie (bouwfase) : eind 2010 eind 2012 Fase 3: Implementatie bij gebruikers (invoeringsfase) : eind 2012 eind 2014 Momenteel bevindt het programma zich in de ontwerpfase. Een belangrijk onderdeel van deze fase is de invulling van het bronhouderschap. Naast andere partijen als Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten wordt van de waterschappen verwacht dat zij bronhouder worden van een set van gegevens, namelijk van de door hen te beheren objecten zoals watergangen en waterkeringen. De waterschappen worden daarmee verantwoordelijk voor de validatie en bijhouding van deze gegevens, respectievelijk in de transitie en in de beheerfase. Doelstelling van VROM is om :A ARCADIS 7

8 met de betrokken partijen - die bronhouder worden van een set van gegevens - een convenant af te sluiten. Voordat de waterschappen haar rol als bronhouder willen aanvaarden en het convenant ondertekenen, willen zij meer inzicht in de vraag: Wat betekent dit voor de waterschappen? 1.2 PROBLEEMSTELLING De kern van de vraag is wat de BGT, en vooral het bronhouderschap, betekent voor de waterschappen. Het bronhouderschap omvat zowel een bestuurlijke verantwoordelijkheid als de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de uitvoering. Dit leidt tot de volgende hoofdvraag: WAT ZIJN DE CONSEQUENTIES VAN DE INVOERING VAN DE BGT VOOR DE WATERSCHAPPEN, IN HET BIJZONDER ALS ZIJ BRONHOUDER WORDEN? Vragen die hier onderdeel van zijn, zijn: Wat is de algemene impact van de BGT op de waterschappen? Wat houdt bronhouderschap in? Wat betekent het als de waterschappen bronhouder worden? Voor welke dataset? Wat zijn de kosten en baten die met het bronhouderschap samenhangen? 1.3 AANPAK IMPACTANALYSE Dit document is het resultaat van een iteratief proces. Allereerst is er een workshop georganiseerd met deelname van een kleine selecte groep materiedeskundigen. Op basis van de uitkomsten van deze workshop zijn in totaal zestien geo-informatie medewerkers van waterschappen geïnterviewd en hebben vijftien medewerkers de vragenlijsten ingevuld. Met de informatie van 16 van in totaal 26 waterschappen is sprake van een representatieve weergave van de diversiteit binnen de waterschappen. Hiernaast zijn er gesprekken gevoerd met een tweetal bestuurders van de waterschappen, de VROM BGT programmamanager en de projectleider BGT namens de gezamenlijke provincies (IPO). De geïnterviewde personen, de deelnemers aan de workshop en de vragenlijsten staan in bijlage 2 en 3. Op basis van de workshop, de interviews, de ingevulde vragenlijsten, de beschikbaar gestelde en overige relevante informatie (zie bijlage 4) en de kennis en ervaring van ARCADIS en KplusV zijn de inzichten en uitkomsten aan de hand van een conceptrapport besproken met de opdrachtgever zijnde het Waterschapshuis en een begeleidingsgroep. Hierbij zijn de aanvullingen verzameld en verwerkt zoals beschreven in voorliggend document. 1.4 LEESWIJZER Dit rapport beschrijft in hoofdstuk twee de huidige situatie binnen de waterschappen betreffende de GBKN. Hoofdstuk drie gaat in op de impact van de BGT en op de consequenties die dit heeft voor de waterschappen, zoals door de geïnterviewden is verwoord. Kosten en baten van al of niet bronhouderschap treft u in hoofdstuk vier. Tot slot bevat hoofdstuk vijf het advies richting de waterschappen met daarbij onze aanbevelingen hoe de waterschappen verder zouden kunnen handelen :A ARCADIS 8

9 HOOFDSTUK 2Huidige situatie GBKN binnen waterschappen 2.1 INLEIDING Zowel voor beleid als operationele taken kunnen waterschappen niet zonder actuele geoinformatie. Daarom hebben de waterschappen van oudsher topografische informatie over waterkeringen (dijken en kades), waterlopen (watergangen en sloten) en kunstwerken (gemalen, sluizen, stuwen, duikers, et cetera) verzameld, geregistreerd en getoetst. Naast deze eigen inwinning en registratie zijn de waterschappen in de laatste tien jaar in toenemende mate afnemer van de GBKN c.q. participant geworden in de regionale samenwerkingsverbanden GBKN. Omdat de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) de opvolger wordt van de huidige GBKN (Grootschalige BasisKaart van Nederland) zal dit hoofdstuk aandacht schenken aan: Inwinning grootschalige topografie door de waterschappen (zie paragraaf 2.2). Het huidige gebruik van de GBKN door de waterschappen (zie paragraaf 2.3). De ervaringen met de GBKN bij de waterschappen (zie paragraaf 2.4). De financiën die met de afname van de GBKN gemoeid zijn (zie paragraaf 2.5). De conclusies op basis van voorgaande paragrafen (zie paragraaf 2.6). 2.2 INWINNING GROOTSCHALIGE TOPOGRAFIE Bij de inwinning en registratie van waterkeringen, waterlopen en kunstwerken hebben waterschappen altijd een sterk accent gelegd op het opnemen van lengte en dwarsprofielen. Deze worden geregistreerd in het (technisch) beheerregister 1. De legger dient voor de vastlegging van de eisen waaraan de waterkering of de waterloop moet voldoen naar vorm, afmeting en constructie. Verder is in de legger de beheerverplichting vastgelegd. Er is geen sprake van een uniforme, gestandaardiseerde legger/beheerregister voor alle waterschappen. Door de Unie van Waterschappen zijn weliswaar modellen (voorbeelden) opgesteld, maar weergave (bijvoorbeeld schaal) en inhoud (bijvoorbeeld detaillering) van topografie kunnen per waterschap verschillen. Het doel van het beheerregister is het op handzame en overzichtelijke wijze vastleggen van de meest essentiële, actuele informatie over de waterkering of waterloop. Vooral om de situatie herkenbaar te maken wordt momenteel steeds vaker de GBKN als ondergrond of 1 In dit document wordt de term beheerregister gehanteerd, in wetsteksten en andere documenten wordt zowel gesproken van beheersregister als beheerregister :A ARCADIS 9

10 referentie gebruikt, al of niet aangevuld en geactualiseerd met de voor het waterschap relevante extra topografie, inclusief indelingen en zoneringen. Daarnaast vindt inwinning, verwerking, analyse en presentatie van topografie (in 2D maar ook in 3D) plaats ten behoeve van o.a. planvorming en realisatie, peilbeheer, vergunningen en calamiteitenzorg. Binnen de gezamenlijke waterschappen zijn circa 300 medewerkers actief met productie en facilitering van geo-bestanden. Daarnaast vindt inhuur en uitbesteding van uitvoeringsactiviteiten plaats, zowel door zelf-metende als door niet-zelf-metende waterschappen. Op zich niet verwonderlijk gezien de functionele taken van de waterschappen, waarbij voor beleid en operationele activiteiten vrijwel altijd geo-informatie noodzakelijk is. Er bestaat een grote diversiteit tussen de verschillende waterschappen, die in belangrijke mate wordt beïnvloed door het karakter van het gebied waar het waterschap verantwoordelijk voor is. Bijna de helft van de waterschappen bestaat grotendeels uit vrij afstromend gebied (oost), de andere waterschappen uit grotendeels bemalen gebied (west). Ook aard en omvang van de (primaire) waterkeringen binnen een waterschap bepaalt mede de aard en omvang van de inspanningen in inwinnen, verwerken en registreren van topografie. Dit draagt er ook toe bij dat er tussen de waterschappen nog in beperkte mate sprake is van standaardisering en uniformering van geo-data, zowel tussen waterschappen onderling, als in relatie tot bij andere overheden gebruikte geo-data. Omdat de leggers en beheerregisters periodiek opnieuw worden vastgesteld, wordt in veel gevallen dat moment aangegrepen om een actualisatieslag uit te voeren van de feitelijke toestand (beheerregister). Dit betekent dat op zo n moment zowel de situatietekeningen (topografie) als actuele dwars- en lengteprofielen worden vervaardigd. Dit betreft bij veel waterschappen, periodieke uitvoering van inwinprojecten van forse omvang, waarvoor meestal wordt gekozen voor uitbesteding van uitvoerende werkzaamheden 2.3 HUIDIG GEBRUIK GBKN In 1975 is gestart met de vervaardiging van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN). In 2000 is deze landsdekkend gereed gekomen. Bij de totstandkoming en definitie van de GBKN zijn de waterschappen niet of nauwelijks betrokken geweest. Voor het beheer en actualisatie zijn de landelijke stichting LSV GBKN en de regionale GBKN-stichtingen gevormd. Deze stichtingen zijn publiekprivate samenwerkingsverbanden waarin zowel overheidsorganisaties (m.n. gemeenten en Kadaster) als private partijen (Netbeheerders) deelnemen. Een aantal gemeenten is zelf verantwoordelijk voor de vervaardiging en de bijhouding van een eigen grootschalig bestand, de zogenaamde topografie producerende gemeenten. In de afgelopen 10 jaar zijn de meeste waterschappen gaan participeren in/afnemen van de samenwerkingsverbanden of van de topografie producerende gemeenten. De waterschappen vinden de inhoud en de actualiteit van de GBKN over het algemeen onvoldoende afgestemd op de waterschapsbehoefte. De reden hiervoor is dat de waterschappen niet of nauwelijks betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de GBKN, zij slechts een beperkte bijdrage leveren aan de exploitatie (bij participatie 5%) en dat :A ARCADIS 10

11 zij vanouds een beperkte rol hebben gehad in de GBKN-gremia (besturen, adviesgroepen et cetera). De bijhouding van het landelijk gebied, waar de assets van de waterschappen zich bevinden, krijgt vanuit de GBKN organisaties in grote delen van het land onvoldoende prioriteit. In onderstaande tabel treft u een overzicht van de waterschappen die participant zijn in de GBKN / een Regionaal SamenwerkingsVerband en eigen meetcapaciteit beschikbaar hebben (type 1) of wel participant zijn en eigen meetcapaciteit niet hebben (type 2). De drie waterschappen die geen participant zijn in de GBKN, zijn de hieronder genoemde type 3 (met eigen meetcapaciteit) en type 4 (geen eigen meetcapaciteit). Tabel 2.1 Uitgangssituatie waterschappen wel/niet GBKN en wel/niet zelfmetend Zelf metend Niet zelf metend Participant GBKN/RSV Type 1 AGV/Waternet WS Noorderzijlvest WS Zuiderzeeland HHNK Brabantse Delta Velt en Vecht Rijnland Rivierenland Wetterskip Fryslan Roer en Overmaas Hollandse Delta Scheldestromen Aa en Maas Type 2 Vallei & Eem De Stichtse Rijnlanden Delfland Groot Salland Rijn & IJssel Veluwe Hunze en Aa s Geen participant GBKN/RSV Type 3 Regge & Dinkel Peel & Maasvallei (mee bezig) Type 4 Reest & Wieden 2.4 ERVARINGEN GBKN Vanwege de veelal niet afgestemde inhoud en de beperkte actualiteit van de waterschapsassets, heeft de huidige GBKN slechts een beperkte waarde voor de meeste waterschappen. De GBKN wordt desondanks door praktisch alle waterschappen gebruikt als ondergrond of referentie voor de verschillende waterschapstaken, in sommige gevallen beperkt tot stedelijk water. Binnen enkele waterschappen (onder andere type 3 en 4, tabel 2.1) wordt ook veelvuldig de Basisregistratie Topografie (BRT ofwel Top10) gebruikt als referentie of ondergrond, bijvoorbeeld ten behoeve van het beheerregister. De waterschappen melden slechts in enkele gevallen mutaties ten behoeve van de GBKN bijhouding en leveren in enkele gevallen gemeten mutaties aan, aan de GBKNsamenwerkingsverbanden (Zeeland, Noord-Brabant en Limburg). Opvallend is dat naarmate het betreffende waterschap actiever participeert, bijvoorbeeld door melding van mutaties en aanlevering van (revisie)metingen in de GBKN, de tevredenheid over het gebruik en de toepasbaarheid van het product, toeneemt :A ARCADIS 11

12 Er zijn ook diverse voorbeelden waarbij de ingewonnen en geactualiseerde topografie van de waterschappen niet wordt geaccepteerd, vanwege het GBKN-principe van rust in de kaart. Voor met name nutsbedrijven levert dit mutaties (en verwerkingskosten) op, die niet worden gewenst. Dit illustreert dat in bepaalde gevallen geen prioriteit wordt gegeven aan actualiteit van watergangen en waterkeringen en dat de onvolledige verouderde situatie wordt geprefereerd boven actuele data. Dit vanwege de te verrichten inspanningen en daarmee gepaard gaande kosten voor de andere GBKN participanten. In de afgelopen jaren hebben diverse waterschappen, ten behoeve van de actualisatie van legger- en beheerregister, grote inwinningsoperaties met bijbehorende substantiële investeringen uitgevoerd. Dit betreft niet uitsluitend profiel- en maaiveldmetingen, maar ook grootschalige topografie van waterkeringen en waterlopen (Rivierenland, Rijnland). De in deze projecten ingewonnen grootschalige topografie is momenteel niet geïncorporeerd in de GBKN, zodat er sprake is van volledig gescheiden bestanden. Dit staat haaks op het principe van enkelvoudig inwinnen, meervoudig gebruik, en hier is dus veel terrein te winnen. Zowel de toename in participatie door de waterschappen, de in de afgelopen jaren groeiende deelname in de GBKN-gremia (besturen en adviesgroepen), als de eigen inwinoperaties van betreffende grootschalige topografie, illustreren de toenemende behoefte van de waterschappen aan grootschalige topografie als ondergrond / referentie voor de verschillende bedrijfsprocessen. Hierbij moet worden gedacht aan de (technische) beheertaak, projectvoorbereiding, vergunningverlening, plantoetsing, opsporing veranderingen, belastingen, overdracht stedelijk water en handhaving. Vaak wordt met behulp van luchtfoto s de actualiteit en de volledigheid gecheckt. Voor daadwerkelijke uitvoering van projecten dient nagenoeg altijd nog aanvullend gemeten te worden, mede omdat de 3 e dimensie ontbreekt. Vanwege beperkte inhoud en actualiteit en het ontbreken van objecten, wordt het GBKN-bestand slechts bij uitzondering gebruikt voor (eenvoudige) GIS-analyses. 2.5 FINANCIEN Ondanks de beperkte bruikbaarheid en toepasbaarheid betalen de waterschappen momenteel circa op jaarbasis aan de participatie in, en de afname van de GBKN. Daarnaast geven de waterschappen volgens recente inventarisatie 2 van VROM ca 700K uit aan inwinning van grootschalige topografie middels uitbesteding en 2100K aan eigen inwinning. Hierbij moet worden opgemerkt dat dit bedrag niet volledig is omdat gegevens van enkele waterschappen ontbreken. Ook de periodieke en projectmatige inwin- en registratieprojecten, bijvoorbeeld voor de vaststelling nieuwe leggers en beheerregisters, zijn niet in deze bedragen opgenomen. 2 Geldstromen grootschalige topografie, Cirm Business in opdracht van LSV GBKN, februari :A ARCADIS 12

13 2.6 CONCLUSIES Op basis van de analyse en de uitkomsten uit de interviews kunnen de volgende conclusies worden getrokken: 1. Voor het grootste deel van de functionele taken van waterschappen, zowel in beleid als uitvoering, is adequate geo-informatie essentieel, en wordt dan ook in meerdere bedrijfsprocessen gebruikt. 2. Er bestaat een grote diversiteit in aard, omvang en organisatie van inwinning en registratie van geo-data tussen de verschillende waterschappen (onder andere afhankelijk van vrij afstromend / bemalend en omvang primaire keringen). 3. Er is geen sprake van een uniforme, gestandaardiseerde legger/beheerregister voor alle waterschappen. Door de UvW zijn weliswaar modellen (voorbeelden) opgesteld, maar weergave (bijvoorbeeld schaal) en inhoud (bijvoorbeeld detaillering) van topografie kunnen per waterschap verschillen. 4. Bij de totstandkoming en definitie van de GBKN zijn de waterschappen niet of nauwelijks betrokken geweest. 5. Vanwege de veelal niet afgestemde inhoud en de beperkte actualiteit van de waterschaps-assets, heeft de huidige GBKN slechts een beperkte waarde voor de meeste waterschappen (referentie of onderlegger), maar wordt wel voor meerdere bedrijfsprocessen gebruikt. 6. Veel waterschappen melden geen mutaties en leveren eigen metingen niet aan bij de regionale St. GBKN. Naarmate een waterschap actiever participeert, is de tevredenheid over gebruik en toepasbaarheid van de GBKN groter. 7. Ondanks de over het algemeen beperkte actualiteit en bruikbaarheid betalen de waterschappen op jaarbasis circa aan participatie en afname in de GBKN. 8. Waterschappen investeren jaarlijks circa 2,8 mln aan inwinning grootschalige topografie en winnen daarnaast periodiek geo-data in ten behoeve van de legger, welke nu niet wordt geïntegreerd in de GBKN :A ARCADIS 13

14 HOOFDSTUK 3Impact BGT 3.1 INLEIDING Het programma BGT is onderdeel van het Nationaal Uitvoeringsprogramma dienstverlening en e-overheid, dat door rijk, provincies, waterschappen en gemeenten is opgesteld. Dit programma beoogt - zoals in hoofdstuk 1 is weergegeven - een aantal bouwstenen van de elektronische overheid te realiseren en toe te passen in een aantal voorbeeldprojecten. BGT is één van de basisregistraties die in het NUP zijn aangeduid als noodzakelijke bouwstenen. Dit betekent dat de hele overheid (Rijk, provincie, gemeente, waterschappen en overige bestuursorganen) dezelfde grootschalige topografie van Nederland verplicht gebruikt. De definitie van een basisregistratie is als volgt: DEFINITIE BASISREGISTRATIE Bron: Ministerie van VROM Ongeacht de keuze of de waterschappen bronhouder zijn, zal het gebruik van de BGT bij afronding van de invoeringfase (eind 2014) verplicht zijn. Deze invoering heeft gevolgen voor de processen en taken binnen de waterschappen, die in paragraaf 3.2. worden toegelicht. Daarnaast zijn door het Ministerie van VROM verschillende bronhouders voorzien, die elk verantwoordelijk zijn voor de bijhouding van een deel van de BGT. De waterschappen zijn hierbij net als gemeenten, provincies, Rijkswaterstaat en Ministerie van Verkeer en Waterstaat (ProRail ) in beeld. Wat bronhouderschap inhoudt en wat dit betekent voor de waterschappen treft u in paragraaf 3.3. Van belang daarbij is welke specificaties de BGT bij afronding van de ontwerpfase (eind 2010) kent. Deze specificaties vloeien voort uit de behoefte van gebruikers zoals de waterschappen daar één van zijn. Een eerste verkenning van mogelijke specificaties is in paragraaf 3.4 verwoord met daarbij in paragraaf 3.5 de verschillende uitvoeringscenario s om het bronhouderschap in te richten. Tot slot treft u in paragraaf 3.6 de conclusies op basis van voorgaande paragrafen :A ARCADIS 14

15 3.2 IMPACT INVOERING BGT De GBKN is op dit moment de meest actuele en nauwkeurige nationale grootschalige beheerkaart die, met name door overheden en kabel- en leidingbedrijven, voor beheer van de openbare ruimte en registratie van infrastructuur wordt gebruikt. In de beoogde situatie wordt toegewerkt naar een breder en intensiever gebruik van de BGT (zie afbeelding 3.2). Te denken valt aan taakvelden als beleid, ruimtelijke plannen, vergunningen en handhaving en voor registratie- en navigatiegebruik door de Openbare Orde en Veiligheid-sector (OOV). Dit bredere en intensievere gebruik van de BGT zal bijdragen aan verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Tegelijkertijd zal door de standaardisatie en uniformiteit meer informatie gecombineerd kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is de aansluiting tussen de BGT (schaal 1:500 1:5000) en de BRT (Basisregistratie Topografie, schaal 1: en groter). Afbeelding 3.2 Taakvelden gebruik BGT en beoogde bronhouders Bron: Ministerie van VROM Beoogde Bronhouders ProRail Rijkswaterstaat Rechtszekerheid Handhaving Landelijke voorziening OOV Gebruikers Spoorwegbeheer Belasting Projectontwikkelaars Geo-referentie Leidingbeheerders Beleidsmakers Gemeenten BGT Terreinbeheer Waterbeheer Waterschappen Groenbeheer NWB en AHN (VenW) Provincies Ruimtelijke ordening Stedelijke ontwikkeling... Onderzoek... Wegbeheer Vastgoedbeheer Milieu en natuur- Planbureau (VROM) Vergunningverlening Uniformiteit, eenduidigheid en uitwisselbaarheid De voordelen van de BGT zitten in uniformiteit, eenduidigheid en uitwisselbaarheid van één integrale Grootschalige Topografie. Door het vastleggen van de landelijke uniforme specificaties, objectgericht en nauw aansluitend op het Informatiemodel Geografie (IMGEO) worden gebruikers niet meer geconfronteerd met dialectverschillen. Gebruikers kunnen hieraan vervolgens hun eigen thema s (plustopografie) toevoegen die geen onderdeel vormen van de verplichte basisset aan gegevens in de basisregistratie. Onderlinge uitwisseling en aansluiting van bestanden wordt door een uniform gegevensmodel gewaarborgd. Voor de waterschappen is afstemming van de beschrijving van gemeenschappelijke objecten tussen IMGEO en het sectormodel IMWA (Informatiemodel Water) essentieel (zie bijlage 6). Kwaliteitsverbetering De mate waarin de gebruikers op de kwaliteit van de gegevens kunnen vertrouwen bepaalt in belangrijke mate of de maatschappelijke effecten van het werken met de BGT worden bereikt :A ARCADIS 15

16 Dit betekent dat de initiële kwaliteit (volledigheid, actualiteit, nauwkeurigheid) van de gegevens goed moet zijn, zodat de verplichte, terugmelding slechts bij hoge uitzondering zal plaatsvinden. De precisie- en actualiteitseisen waaraan de inhoud van de BGT moet voldoen, zijn nog niet definitief bepaald. De normen voor de verschillende objecten kunnen verschillen en er kan onderscheid worden gemaakt naar het type gebied (zoals landelijk, bebouwd) waarin het object zich bevindt. Uit eerder onderzoek 3 is gebleken dat de invoering van de BGT op macroniveau voor Nederland leidt tot maatschappelijke baten: efficiency- en schaalvoordelen, kwaliteitsverbetering en onderlinge aansluiting van bestanden. Wat betekent de invoering van de BGT nu specifiek voor de waterschappen? De volgende paragraaf gaat hier op in IMPACT BGT VOOR DE WATERSCHAPPEN BGT in relatie tot beleid en nieuwe wetgeving De waterschappen zijn momenteel bezig om in het kader van Actie Storm te komen tot het opstellen van een implementatieplan waarmee vanaf 2011 een doelmatigheidsverbetering bereikt kan worden en waarmee tenminste 100 miljoen per jaar bespaard kan worden. Eén van de geformuleerde hoofdlijnen bevat het realiseren van efficiencywinst door betere samenwerking (met andere overheden en tussen waterschappen onderling) en opschaling van waterschappen. De geïnterviewden onderkennen dat de invoering van de BGT hierbij een hulpmiddel kan zijn doordat een uniforme standaard en uniforme definities van grootschalige topografie, opschaling van de waterschappen wat betreft het informatiemanagement vergemakkelijkt. Als kanttekening werd opgemerkt dat de BGT voor een optimale efficiencywinst mogelijk te laat komt. Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Ten aanzien van aanleg en beheer van waterstaatswerken staat in artikel 5.1 (zie hieronder) beschreven waar de beheerder aan moet voldoen: WATERWET ARTIKEL De beheerder draagt zorg voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. Van de legger maakt deel uit een overzichtskaart, waarop de ligging van waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones staat aangegeven. 2. De legger gaat vergezeld van een technisch beheerregister met betrekking tot primaire waterkeringen dan wel waterkeringen ten aanzien waarvan toepassing is gegeven aan artikel 2.4, waarin de voor het behoud van het waterkerend vermogen kenmerkende gegevens van de constructie en de feitelijke toestand nader zijn omschreven. 3. Bij of krachtens provinciale verordening of, ten aanzien van waterstaatswerken in beheer bij het Rijk, algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven ten aanzien van de inhoud, vorm en periodieke herziening van de legger voor daarbij te onderscheiden categorieën van waterstaatswerken. Voorts kan daarbij vrijstelling worden verleend van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen met betrekking tot bepaalde waterstaatswerken die zich naar hun aard of functie niet lenen voor het omschrijven van die elementen dan wel van geringe afmetingen zijn. 3 Businessmodel grootschalige topografie, opdrachtgever LSV GBKN/ministerie van VROM, door K+V organisatieadvies, 2006) :A ARCADIS 16

17 De geïnterviewden onderkennen dat de Waterwet raakvlak heeft met de BGT, met name betreffende de tekst zoals hierboven verwoord in lid 1: Van de legger maakt deel uit een overzichtskaart, waarop de ligging van waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones staat aangegeven en in lid 2 de feitelijke toestand. In de eerste tranche betreffende de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen onroerende zaken (WKPB) betrof het geen beperkingen die het waterschap oplegt. De feitelijke invoering van de tweede tranche zal op z'n vroegst pas eind 2010 geschieden. Momenteel is onbekend in hoeverre dit de processen van de waterschappen en de BGT raakt. Binnen de waterschappen gaat men er vanuit dat zones waarvoor publiekrechtelijke beperkingen gelden, op termijn zullen moeten worden vastgelegd. Om deze zones vast te kunnen leggen is het van belang dat de insteken van waterlopen en teenlijnen van keringen actueel in de kaart beschikbaar zijn. De BGT kan hierin een positieve bijdrage leveren. De Europese richtlijn Inspire stelt eisen aan de beschikbaarstelling van een aantal soorten geo-informatie (34 thema s). Voor zes thema s hebben de waterschappen aangegeven op dit moment (gedeeltelijk) dataprovider te zijn (bron: impactanalyse Inspire-richtlijn voor waterschappen). Wanneer de BGT gereed is, kan deze als bronbestand voor Inspire worden aangemerkt. Als dit plaatsvindt, hoeven de waterschappen niet meer hun waterlopen, kunstwerken en keringen separaat aan Inspire aan te leveren en hiervoor separate voorzieningen in te richten, omdat deze al in de BGT zitten. De relatie met het Uniemodellegger/technisch beheerregister treft u aan in bijlage 5. BGT in relatie tot processen en taken De volgende vraag is tijdens de interviews gesteld: De BGT wordt een basisregistratie en dient door alle overheden verplicht gebruikt te worden. Op welke processen en taken heeft dit in de bedrijfsvoering van uw waterschap invloed? In bijgaand schema treft u een overzicht van de uitkomsten. Tabel 3.2 Invloed BGT op processen en taken waterschappen Taak/proces Niet Positieve Negatieve N.v.t. ingevuld/ invloed invloed neutraal 1. Planvorming 80% 0% 0% 20% 2. Vergunningen en handhaving 73% 0% 0% 27% 3. Calamiteitenzorg 87% 0% 0% 13% 4. Beheer waterlopen 73% 7% 0% 20% 5. Beheer keringen 80% 7% 0% 13% 6. Beheer wegen 100% 1) 0% 0% 0% 7. Belastingheffing/ invordering 40% 0% 60% 0% Bij de overige genoemde zaken werden door in totaal zeven mensen de volgende taken en processen met positieve invloed toegevoegd: juridische zaken, gegevensbeheer van legger en beheerregister, kabels en leidingen, grondverwerving, vaarwegbeheer, zuiveringsbeheer en tarief differentiatie kaart met een eenduidige definitie van natuur. 1) De taak beheer wegen is voor een beperkt aantal waterschappen van toepassing. Het 100% percentage betreft alle drie geïnterviewde waterschappers met deze taak in hun waterschap. Ondanks dat de inhoud en dataspecificatie van de BGT nog niet vast staan, geeft een ruime meerderheid van de geïnterviewden aan dat de invoering van de BGT een positieve invloed :A ARCADIS 17

18 heeft op de zes eerst genoemde processen. De geïnterviewden van waterschappen die de belastingheffing uitvoeren, onderkennen daarbij ook een positieve invloed van de BGT op dit proces. Met betrekking tot de eerste drie processen geeft men aan dat landelijke uniforme standaarden, de uitwisseling en afstemming van plaatsgebonden informatie met andere partijen naar verwachting beter gaat verlopen. Degenen die neutraal hebben ingevuld geven aan dat de invoering van de BGT alleen een positief effect kan hebben als dit daadwerkelijk bijdraagt aan het verbeteren van de kwaliteit van de legger en/of beheerregister. Op deze kernregistraties zijn namelijk bovengenoemde processen ingericht. BGT in relatie tot beheerregister De volgende vraag is tijdens de interviews gesteld: In hoeverre kan volgens u de BGT bijdragen aan het op orde brengen en houden (actueel, betrouwbaar, compleet) van uw beheerregister? En in hoeverre bijt dit elkaar? In bijgaand schema treft u een overzicht van de uitkomsten. Tabel 3.3 Bijdrage BGT aan het beheerregister Aspect invloed Positieve Negatieve Positief en invloed invloed Negatieve Niet ingevuld 1. Inhoud BGT/beheerregister 73% 13% 13% 0% 2. Uniformiteit 93% 7% 0% 0% 3. Definities 87% 7% 0% 7% 4. Actualiteit 73% 13% 0% 13% 5. Kosten 27% 60% 0% 13% Met betrekking tot het aspect Inhoud BGT/beheerregister geeft een ruime meerderheid aan dat de invoering van de BGT een positief effect heeft op het beheerregister. Twee van de vijftien geïnterviewden onderkennen een negatieve invloed. Argumenten die hierbij door hen genoemd zijn: BGT komt te laat en BGT bevat geen hoogtegegevens waardoor het minder waarde voor het beheerregister heeft. Voor twee geïnterviewden is het momenteel niet duidelijk of de BGT een positieve of een negatieve invloed heeft. Dit heeft te maken met het feit dat de inhoud nog niet vast staat en dus de exacte gevolgen met betrekking tot het beheerregister niet duidelijk zijn. Duidelijk is dat een overgrote meerderheid onderkent dat de invoering van de BGT positieve gevolgen heeft voor de uniformiteit, gehanteerde definities en actualiteit binnen het beheerregister. Hiermee wordt uitwisselbaarheid van informatie tussen waterschappen en in de keten gewaarborgd. Met betrekking tot het aspect Actualiteit geven twee geïnterviewden aan dat dit een negatieve invloed heeft. Men geeft aan dat momenteel niet duidelijk is hoe vaak de BGT wordt uitgeleverd en daarmee mogelijk niet is afgestemd op de eigen behoefte. Tot slot geeft zestig procent (negen van de vijftien geïnterviewden) aan dat de invoering van de BGT een negatieve invloed heeft op het aspect Kosten. Niet verrassend is dat het alle type 3 en type 4 waterschappen betreft die op dit moment de GBKN niet afnemen (zie tabel 2.1). Daarnaast geven vier type 1 waterschappen en twee type 2 waterschappen aan dat zij stijging van de kosten verwachten. De uitwerking van de kosten en baten bevindt zich in hoofdstuk vier :A ARCADIS 18

19 BGT in relatie tot AHN Het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is een bestand met voor heel Nederland gedetailleerde en precieze hoogtegegevens. Vanaf 2007 laten de waterschappen en Rijkswaterstaat het AHN-2 produceren, met een precisie van 5 centimeter standaardafwijking van 5 centimeter. De komende jaren wordt geheel Nederland met deze specificaties ingemeten. De 26 waterschappen nemen deel volgens een abonnementsstructuur. Elk jaar betaalt een waterschap een bijdrage en eens per vijf jaar wordt het AHN van het betreffende beheergebied geactualiseerd. Er is dus sprake van een vijfjaarlijkse cyclus. In de interviews is gevraagd hoe AHN zich verhoudt tot de BGT. De geïnterviewden zien voor AHN vooral een aanvullende rol ten opzichte van de BGT. Zo wordt uit de combinatie van AHN en BGT de hoogte van de BGT objecten bekend, zodat voor de waterschappen de gewenste derde dimensie kan worden gecreëerd. Enkelen geven aan dat uit hoge resolutie luchtfoto s en AHN, de voor de waterschappen relevante BGT elementen goed zijn af te leiden, verbeteren of actualiseren. De huidige beperkte dekking van Nederland en de actualisatiecyclus van vijf jaar leveren nog beperkingen op voor structurele inzet. 3.3 BRONHOUDERSCHAP WAT BETEKENT BRONHOUDERSCHAP? Voor de BGT wordt de term bronhouder gehanteerd voor de partij die verantwoordelijk is voor de bijhouding van een bepaald gebied. Het kan hierbij gaan om alle topografische objecten in zo'n gebied of om bepaalde soorten. Essentie is dat heel Nederland wordt bestreken door deze bronhouders en dat voor ieder object op in de BGT één bronhouder verantwoordelijk is. De verantwoordelijkheid valt uiteen in twee rollen 4 : Bestuurlijke verantwoordelijkheid: verklaring dat de BGT conform werkelijkheid is in het gebied waarvoor de bronhouder verantwoordelijk is. Aansturing van de uitvoering: directievoering van de feitelijke bijhoudingswerkzaamheden. Deze werkzaamheden kunnen door de eigen organisatie worden uitgevoerd of worden uitbesteed. Samenwerking in de uitvoering mag. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van samenwerkingsverbanden. Deze kunnen de directievoeringstaak uitvoeren. De daadwerkelijke aanwijzing en definitie van het bronhouderschap van de BGT moeten nog worden vastgesteld. Een en ander vanuit de basisgedachte: een bronhouder van bepaalde objecten binnen de BGT is die partij die er het meeste belang bij heeft dat zijn of haar objecten juist en actueel geregistreerd zijn. Als er voor bepaalde objecten geen bronhouder te vinden is zal er wel niemand belang bij hebben! Zo is voor rijkswegen en hoofdvaarwegen Rijkswaterstaat de logische bronhouder, voor provinciale wegen de provincie en voor waterlopen en waterkeringen de waterschappen en Rijkswaterstaat. Waterschappen leggen de topografie van hun objecten vast voor hun eigen processen en de BGT is daarvan een afgeleide. Wel moet de BGT voldoen aan landelijk overeen te komen standaarden. 4 Aldus de beschrijving van het bronhouderschap in de Beleidsvisie BGT (zie ook bijlage 7) :A ARCADIS 19

20 De belangrijkste veranderingen ten opzichte van de huidige GBKN-situatie zijn de volgende: SAMENVATTING PRODUCTIEPROCES BGT Bron: Ministerie van VROM Bij waterschappen (en provincies) speelt de vraag of men wel of niet bronhouder moet worden. Bij de opzet van de BGT zijn deze partijen als bronhouder benoemd omdat hiermee een vrij fundamenteel probleem kon worden opgelost: verplichte gebruikers van de BGT mochten geen nadeel gaan ondervinden vergeleken met de bestaande situatie. Dit probleem hield, en houdt, in dat deze beoogde bronhouders zelf topografie (laten) vervaardigen die indien gewenst actueler is, meer inhoud bevat of een hogere kwaliteit heeft dan de GBKN (BGT). Alléén als de beoogde bronhouder genoegen kan nemen met de standaard kwaliteit van de BGT wat betreft inhoud, nauwkeurigheid en actualiteit is een keuze om wel of niet bronhouder te worden aan de orde. In alle andere gevallen is er feitelijk geen keus. Dit laatste zou namelijk betekenen dat er sprake is van twee gebruikte topografische bestanden: een eigen bestand met een hogere kwaliteit (inhoud, actualiteit, nauwkeurigheid) en de verplicht te gebruiken BGT. De BGT is de verplichte basis voor de uitwisseling van gegevens met andere overheden en derden. De BGT krijgt tenslotte een wettelijke basis, overheden moeten deze gebruiken. Op de standaarden van de BGT kan de gebruiker, al of niet bronhouder, invloed uitoefenen. Zo kunnen de waterschappen overwegen om via deze lijn de BGT aan hun eisen te laten voldoen en daarmee de keuze wel of niet bronhouder te worden open te houden. De objecten waar de waterschappen groot belang aan hechten zijn voor de meeste andere gebruikers van secundair belang. Een bronhouder kan informatie inwinnen en bijhouden van een hogere kwaliteit en actualiteit en een grotere omvang. De te leveren BGT onderdelen worden hiervan afgeleid en liggen dan boven de standaard norm. Voor de landelijke gebruikers van de BGT moet dat geen probleem zijn, hooguit minder rust in de kaart. Indien een beoogd bronhouder genoegen wil en kan nemen met de specificaties ten aanzien van inhoud en kwaliteit van de BGT -standaard heeft hij de keuze om al of niet bronhouder te worden. Bovendien heeft een bronhouder de optie om de inwinning van de BGT-data te combineren met de inwinning van plustopografie. Voor de rol van bronhouder wordt vooralsnog gedacht aan gemeenten, Provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat en Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dit betekent dat er een verkaveling van Nederland in bronhoudergebieden tot stand komt (zie :A ARCADIS 20

21 afbeelding 3.3). De bronhouder kan de uitvoering van zijn wettelijke taken (met name de inwinning van data) delegeren of uitbesteden, echter hij blijft wel verantwoordelijk. Tot slot participeert de bronhouder (of wordt vertegenwoordigd) in het Bronhouders en Landelijke voorziening overleg. Afbeelding 3.3 Afbakening van WATERLOOP verantwoordelijkheidsgebieden van bronhouders GEMEENTE Bron: Ministerie van VROM GEMEENTE KOM Buitengebied GEMEENTE RIJKSWEG KOM S P O O R L IJ N P. W E G WATERSCHAPPEN ALS POTENTIELE BRONHOUDER De volgende vraag is tijdens de interviews gesteld: Is er draagvlak onder de waterschappen voor het bronhouderschap? Zo ja, waarom wel of zo nee, waarom niet? De uitkomst is weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 3.4 Draagvlak bronhouderschap onder de waterschappen Draagvlak Bronhouderschap % Argumenten Ja 67% Als beheerder van waterschapsobjecten wil je bronhouder zijn. Het is het van belang dat alle partijen in de keten zoveel mogelijk van dezelfde gegevens gebruik maken. Waterschappen willen als regionale waterautoriteit worden gezien. Nee 0% Onbekend 33% Afhankelijk van wat bronhouderschap precies betekent en de kosten die hiermee gemoeid gaan. Op de vraag: Wat zijn de kansen en bedreigingen (vanuit strategisch, organisatorisch en operationeel oogpunt) die ontstaan voor de waterschappen als ze bronhouder worden? zijn de volgende antwoorden gegeven :A ARCADIS 21

22 Tabel 3.5 Kansen en bedreigingen bronhouderschap Kansen bronhouderschap Strategisch: + Profilering als water autoriteit die verantwoordelijkheid neemt op het domein van waterbeheer en waterkeringen. Dit kan het standpunt voor de onmisbaarheid van waterschappen als een bestuurslaag ondersteunen. Organisatorisch: + Strakker neerzetten van gegevensbeheer en profilering van het GIS werkveld. + Op termijn minder gegevensinwinners nodig. Operationeel: + Verbetering van uniforme gegevensinwinning, - uitwisseling en vermindering van interpretatieverschillen. Bedreigingen bronhouderschap Strategisch: - Het overgangstraject zal qua organisatie en middelen goed geregisseerd moeten worden om het bronhouderschap succesvol uit te voeren en aan de wettelijke verantwoordelijkheid te kunnen voldoen. Organisatorisch: - Hoge kosten doordat mogelijk standaardeisen die voor objecten gelden, moeten worden overgenomen. Op bestuurlijk niveau is de vraag voorgelegd of de waterschappen de rol van bronhouder op zich moeten nemen. De bestuurders geven aan dat de waterschappen vooral vanuit het oogpunt van bedrijfsvoering (eigen belang) deze rol zouden moeten pakken en niet zozeer vanuit strategisch oogpunt, zoals de regionale waterautoriteit zijn. Voorwaarde hierbij is dat de vertreksituatie op orde is want dan wordt het bronhouder zijn een vanzelfsprekende, bij de kernprocessen passende verantwoordelijkheid. Men realiseert zich dat dit op korte termijn energie, tijd en kosten vraagt (bedreiging) maar geeft ook aan dat een eenduidige objectenonderlegger (aangezien het waterschap rond 80% ruimtelijk georiënteerd is) een absolute winst is. Tot slot geeft men aan dat er, in het kader van organisatie en efficiency, in samenspraak met andere bronhouders absoluut moet worden gewerkt aan gezamenlijke inwinning en uitvoering om te voorkomen dat iedere bronhouder zijn eigen ding doet. 3.4 WELKE BGT INHOUD? MOGELIJKE VARIANTEN Aan de geïnterviewden is de vraag gesteld: Welke objecten / begrenzingen moeten er volgens u minimaal in de BGT komen (minimaal vereist) om voor de waterschappen als goed functionerende Basisregistratie Grootschalige Topografie te kunnen dienen? In de workshop van de werkgroep BGT d.d. 27 augustus 2009 is reeds een verkenning gedaan voor de waterschapsrelevante geoobjecten. De uitkomst uit de interviews is weergegeven in onderstaande tabel. De kolom weergave/nauwkeurigheid bevat de range van waarden die door de geïnterviewden zijn genoemd. Tabel 3.6 Uitkomsten inhoud BGT en Plustopografie Minimaal in BGT Plus Topo N.v.t./niet ingevuld Weergave/Nauwkeurigheid (range) Watersysteem Waterlopen 87% 13% 0% cm Oppervlaktewater 93% 0% 7% cm Oppervlaktewaterlozingspunt 13% 67% 20% cm Oppervlaktewateronttrekkingspunt 13% 67% 20% cm Oppervlaktewaterpeilmeting 13% 67% 20% cm :A ARCADIS 22

23 Waterkeringen Wegen Minimaal in BGT Plus Topo N.v.t./niet ingevuld Weergave/Nauwkeurigheid (range) Kenmerkende profiellijnen 100% 0% 0% cm Waterkeringvakken / delen 60% 33% 7% cm Bekledingen 40% 40% 20% cm Wegvakken / wegdelen 100% 1) 0% 0% 15 cm Kunstwerken / inrichtingselementen Gemalen 87% 7% 7% cm Sluizen 87% 7% 7% cm Stuwen 87% 7% 7% cm Vispassages 53% 27% 20% cm Vaste dammen 93% 0% 7% cm Duikers / inlaten 87% 7% 7% cm Syphons 87% 7% 7% cm Bruggen 87% 7% 7% cm Aquaducten 80% 7% 13% cm Steigerwerk 40% 53% 7% cm Kademuren 53% 33% 13% cm Keermuren 47% 33% 20% cm Damwanden 40% 47% 13% cm Beschoeiing / oeverbescherming 47% 40% 13% cm Coupure 40% 47% 13% cm Compartimenteringsvak 20% 47% 33% cm Voorzieningen (bv dijkmeubilair) 13% 47% 40% cm Lichtmasten 20% 40% 40% cm Borden 13% 40% 47% cm Meerpalen 27% 47% 27% cm Kunstobject / monument 20% 40% 40% cm Overig genoemde zaken: Noodkeringen/keerschotten Bomen 27% 47% 27% cm Kribben 40% 33% 27% cm Strekdammen 40% 33% 27% cm Rioolgemalen Riooloverstorten Afvalwatertransportwerken AWZI/RWZI Grenzen (waterschap, polders, gemeente, provincie etc) Wegbermen Golfbreker Afrastering Inspectieputten + putdeksels Hectometerpalen Peilbuizen Grondwaterontrekkingsput Appendages Inspectieputten + putdeksels X X X X X X X 1) Het 100% percentage betreft alle drie geïnterviewde waterschappers met deze taak in hun waterschap. X X X X X X X X :A ARCADIS 23

24 Op basis van deze uitkomsten kan de minimale variant van de BGT vanuit oogpunt van de waterschappen worden gedefinieerd. Daarbij wordt de richtlijn gehanteerd dat meer dan 75% van de geïnterviewden dit aspect genoemd heeft. Tabel 3.7 Gewenste BGT inhoud vanuit de waterschappen Gewenste BGT inhoud vanuit de waterschappen Watersysteem: Waterlopen, Oppervlaktewater Waterkeringen: Kenmerkende profiellijnen waterkeringen Wegen: Wegvakken/wegdelen Kunstwerken/ Inrichtingselementen: Gemalen, Sluizen, Stuwen, Vaste dammen, Duikers/inlaten, Syphons, Bruggen, Aquaducten. Plustopografie Alle overige in tabel 3.6 genoemde topografische objecten. Momenteel is inhoud van de BGT nog onderwerp van gesprek en kan uit kostenoverwegingen inhoud geschrapt worden. Op basis van de huidige definities zoals deze gedefinieerd zijn in VIPU 5 en IMGeo 6, concluderen we dat: 1. Waterlopen en oppervlaktewater met zowel insteek (kant insteek) als waterlijn (kant water) tot de standaard inhoud gaan behoren. 2. Waterkeringen mogelijk niet als object worden benoemd maar dat de kruin- en teenlijnen die de waterkeringen vormen, als standaard inhoud zijn beschreven, en talud als terreindeel is benoemd. 3. Wegen standaard inhoud worden. 4. Kunstwerken zijn gedefinieerd als standaard inhoud. Bruggen en grotere kunstwerken zullen worden opgenomen. In hoeverre vooral kleinere lijngerichte kunstwerken als duikers tot de standaard zullen gaan behoren, is te betwijfelen. 3.5 UITVOERINGSSCENARIO S BRONHOUDER Aan de geïnterviewden is de vraag gesteld om aan te geven voor welk scenario de waterschappen zouden moeten gaan. In de tabel hieronder treft u de uitkomsten. Op de horizontale as zijn de opties voor de inhoud aangegeven: een minimale variant, een variant met plustopo en een maximale variant, alle informatie. Op de verticale as de opties voor de uitvoering van de daadwerkelijke inwinning en bijhouding van de BGT data: centraal/landelijk, regionaal of lokaal/in eigen beheer. Afbeelding 3.4 Gewenste uitvoeringscenario BGT In BGT minimaal vereiste informatie t.b.v. ws In BGT naast vereiste info óók de plustopo voor ws opnemen In BGT alle informatie opnemen die voor (1 of meerdere) ws relevant is Centrale uitvoering BGT Regionale uitvoering BGT Lokale uitvoering BGT 5 GBKN handboek Verbanden, inwinning, presentatie en uitwisseling versie 2.1 Stichting Landelijk Samenwerkingsverband GBKN Apeldoorn, juli 2007, documentnummer: 07.05/052 6 Informatiemodel Geografie (IMGeo) beschrijving van het model, Versie 1.0, 17 oktober :A ARCADIS 24

25 Uit bovenstaande matrix kan de conclusie worden getrokken dat een regionale uitvoering de voorkeur verdient. Wat betreft de inhoud gaat het merendeel voor de minimale variant, enkelen zouden ook plustopo op willen nemen in de BGT standaard. 3.6 CONCLUSIES Op basis van de analyse van de interviews, de enquêtes en de wet- en regelgeving komen we tot de volgende conclusies: Ongeacht de keuze of de waterschappen bronhouder zijn, is het gebruik van de BGT door waterschappen verplicht vanaf De implementatie van de BGT zorgt voor verbeteringen in uniformiteit, eenduidigheid en uitwisselbaarheid. Daarnaast leidt de invoering tot efficiency- en schaalvoordelen. Vanuit de Waterwet hebben de waterschappen de verplichting om een overzichtskaart te hebben met daarop de ligging van de waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones en in het beheerregister een actuele weergave van de feitelijke toestand. Met het voldoen aan de eisen vanuit de Waterwet gaan de waterschappen voor een deel voldoen aan de eisen vanuit de BGT. Andersom geredeneerd zou met de komst van de BGT, de waterschappen alle informatie hebben waarmee men voldoet aan de Waterwet betreffende de verplichting tot het hebben van een overzichtskaart voor de waterstaatswerken. Binnen de waterschappen gaat men er vanuit dat zones waarvoor publiekrechtelijke beperkingen gelden, op termijn zullen moeten worden vastgelegd (WKPB). Om deze zones vast te kunnen leggen is het van belang dat de insteken van waterlopen en teenlijnen van keringen actueel in de kaart beschikbaar zijn. De BGT kan hierin een positieve bijdrage leveren. Ook de implementatie van de Europese richtlijn Inspire heeft raakvlak met de BGT. Wanneer de BGT gereed is, kan deze als bronbestand voor Inspire dienen. De BGT heeft volgens de overgrote meerderheid van de ondervraagde waterschappen een positieve invloed op de bedrijfsvoering en het op orde houden van het beheerregister. AHN vervult een aanvullende rol ten opzichte van de BGT. Uit de combinatie van AHN en BGT kan mogelijk de hoogte van de BGT objecten worden gecreëerd. Mogelijk kan AHN worden ingezet bij opbouw en actualisatie van de BGT. De huidige beperkte dekking van Nederland en de actualisatiecyclus van vijf jaar leveren nog beperkingen op voor structurele inzet. Waterschappen zijn de logische partij voor het bronhouderschap van de door haar beheerde objecten. Waterschappen erkennen dit, maar de kosten zijn voor veel waterschappen een aandachtspunt. Over de opname van watersystemen, waterkeringen, wegen en kunstwerken in de BGT bestaat in belangrijke mate overeenstemming tussen de waterschappen. Voor meerdere specifieke waterschapsobjecten moet nog bepaald worden of ze tot de minimale inhoud van de BGT behoren, of tot de plustopografie. Op te merken valt dat het definiëren van veel plustopo tot basis inhoud, alle waterschappen verplicht tot het inwinnen van deze data, ook als men hieraan geen behoefte heeft. Waterschappen geven de voorkeur aan een uitvoeringsscenario waarbij de uitvoering regionaal plaatsvindt. De BGT bevat in dit gewenste uitvoeringsscenario uitsluitend de minimaal vereiste informatie. De overige topografie wordt plustopografie. Ook voor de bijhouding van plustopografie moeten standaarden worden opgesteld, zodat de uitwisselbaarheid geborgd is :A ARCADIS 25

26 HOOFDSTUK 4Kosten en baten 4.1 INLEIDING Om een goede afweging te maken over al dan niet bronhouderschap voor de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) voor de waterschappen is het raadzaam de kosten en baten in kaart te brengen door middel van een kosten-batenanalyse. Alvorens dit te doen is het nodig om het vraagstuk af te bakenen. Het gaat in deze kosten-batenanalyse om het vraagstuk van bronhouderschap, niet om het vraagstuk van implementatie van de BGT binnen de waterschappen. Met andere woorden: de BGT gaat hoe dan ook op termijn het grootschalige bestand van de waterschappen worden. De waterschappen zijn vanwege de status van basisregistratie verplicht de basiselementen van dit geo-bestand te gebruiken. De vraag is daarbij welke rol de waterschappen spelen bij het bepalen van de precieze inhoud. De inhoud en kwaliteit van de BGT is in hoofdlijnen bekend. Over de precieze inhoud en kwaliteit van de waterschapsrelevante objecten en de onderverdeling in basis- en plustopografie is nog overleg mogelijk. De BGT gaat ingevoerd worden en leidt dan tot de volgende voordelen: Betere dienstverlening voor burgers en bedrijven. Administratieve lastenverlichting. Betere samenwerking binnen de overheid. Kostenbesparing in ketens. Dit zijn algemene voordelen voor de waterschappen onafhankelijk van bronhouderschap. In deze kosten-batenanalyse draait het om de specifieke kosten en baten van bronhouderschap. We definiëren de probleemstelling als volgt: WAT ZIJN DE KOSTEN EN BATEN VAN HET BRONHOUDERSCHAP VAN DE BGT VOOR DE WATERSCHAPPEN? 4.2 BASISREGISTRATIE GROOTSCHALIGE TOPOGRAFIE HUIDIGE SITUATIE: KWALITEIT EN INHOUD Voor een verdere toespitsing van het vraagstuk is het wenselijk in te zoomen op de huidige kwaliteit en inhoud van de grootschalige bestanden van de waterschappen. De uitkomst van de enquête (zie vragenlijst kosten-baten, bijlage 3) is weergegeven in de onderstaande figuur :A ARCADIS 26

27 Afbeelding 4.5 Mate waarin waterschappen voldoen aan BGT-eisen in de huidige situatie Kwaliteit voldoende Inhoud voldoende Inhoud onvoldoende Kwaliteit onvoldoende Inh: 95% Kwl: 95% Inh: 80% Kwl: 80% Inh: 70% Inh: 75% Inh: 30% Kwl: 80% Kwl: 85% Inh: 50% Kwl: 90% Kwl: 80% Inh: 90% Kwl: 60% Inh: 50% Kwl: 50% Inh: 30% Kwl: 30% Inh: 20% Kwl: 50% Inh: 0% Kwl: 95% Inh: 0% Kwl: 40% Inh: 0% Kwl: 0% Een belangrijk issue is dat voor de overgang naar de BGT de transitie naar het kwadrant linksboven gemaakt moet worden: zowel de inhoud als ook de kwaliteit van de huidige grootschalige waterschapsbestanden moeten beter. Dit is een inhaalslag die voor een belangrijk deel ook volgt uit de in paragraaf genoemde aspecten t.a.v. wetgeving. Indien een waterschap volledig voldoet aan de eisen vanuit de wetgeving (vastlegging waterkeringen en kunstwerken), dan is daarmee al voor een belangrijk deel voldaan aan de eisen vanuit de BGT. Geen van de bevraagde waterschappen geeft aan dat de eigen grootschalige bestanden volledig voldoen aan de eigen kwaliteits- en inhoudseisen. Voor de huidige bedrijfsvoering zijn betere grootschalige bestanden nodig (zie paragraaf 3.2). Samenvattend is er een inhaalslag nodig. Deze inhaalslag staat in beginsel los van de BGT. Implementatie van de BGT en bronhouderschap kan deze inhaalslag vergemakkelijken HUIDIGE SITUATIE: KOSTEN EN INHAALSLAG Ten aanzien van de kosten van de BGT voor de waterschappen is het wenselijk een onderscheid te maken in enerzijds de kosten van het inhalen van achterstanden en de opwaardering naar BGT (eenmalig) en anderzijds de bijhoudingskosten (jaarlijks). We laten even buiten beschouwing wie deze kosten in de huidige opzet draagt of zou moeten dragen en focussen uitsluitend op de hoogte van de kosten. De huidige kosten van de bijhouding van de grootschalige topografie van de waterschappen zijn zeer moeilijk precies te bepalen. Dit omdat de waterschappen deze kosten niet of nauwelijks specificeren in de eigen jaarrekeningen. Volgens de meest recente inschatting 7 bedragen de bijhoudingskosten van de grootschalige topografie van de waterschappen ruim 3 miljoen per jaar. 7 Geldstromen grootschalige topografie, Cirm Business in opdracht van LSV GBKN, februari :A ARCADIS 27

28 Dit bedrag bestaat uit de volgende uitgavenposten: Zelf meten: ,- Uitbesteding: ,- Bijdrage RSV 8 : ,- Totaal: ,- We gaan uit van dat bedrag als de best beschikbare schatting. De in het kader van dit onderzoek uitgevoerde enquête onder zestien waterschappen (zie vragenlijst kosten-baten, bijlage 3) bevestigt de ordegrootte van circa 3 mln., maar levert onvoldoende volledige en eenduidige informatie op om een nauwkeuriger schatting 9 te maken. Ten aanzien van het bedrag van 3 mln. maken we de volgende kanttekening. Er kan sprake zijn van onderschatting ten opzichte van reële jaarlijkse bijhoudingskosten, doordat: Enkele waterschappen de bijhoudingskosten niet in beeld hebben waardoor ze in de berekening op nul zijn gezet. Waterschappen projectmatig grote inhaalslagen in de inwinning doen. Dit zijn kosten die bij een procesmatige (jaarlijkse) inwinning in de jaarlijkse kosten tot uiting hadden moeten komen. In de schatting van 3 mln. zijn ze terecht buiten beschouwing gebleven omdat ze anders tot een vertekening hadden geleid. Het kwaliteitsniveau (compleet, nauwkeurig, actueel) nog niet conform de geldende standaard is. De kosten (fte) van zelf meten met per fte relatief laag zijn ingeschat (overhead, etc.) Het is aannemelijk dat de reële jaarlijkse bijhoudingskosten beduidend hoger liggen dan 3 miljoen per jaar. De precieze kwaliteits- en inhoudseisen van de BGT zijn nog niet uitgekristalliseerd. Het is aannemelijk dat de eisen in lijn liggen van de huidige GBKN-specificaties. Het toekomstige waterschapsdeel van de BGT voldoet nog niet volledig aan deze eisen ten aanzien van kwaliteit en inhoud. Dit geldt overigens niet alleen voor het waterschapsdeel, ook bronhouders als gemeenten en Rijkswaterstaat hebben een aanzienlijke achterstand. Binnen LSV GBKN wordt onderscheid gemaakt tussen het inhalen van achterstanden in de huidige GBKN en de opwaardering van GBKN naar BGT, zowel wat betreft verantwoordelijkheid als financiering 10 : LSV GBKN stelt dat de GBKN-stichtingen verantwoordelijk zijn voor een actueel bestand volgens de eigen specificaties. In een aantal stichtingen zijn hier reeds afspraken over gemaakt en wordt gewerkt aan het inhalen van de achterstand. De hieraan verbonden richtlijn van LSV GBKN is: haal op een zo doelmatig mogelijke wijze de achterstand in actualiteit in. Maak hierbij waar mogelijk gebruik van geschikte luchtfoto s en bij bronhouders beschikbare gegevens en sluit zoveel mogelijk aan bij BGT-transitieprojecten. 8 uit RSV jaarverslag Zeven van de zestien geënquêteerde waterschappen hebben bruikbare data aangeleverd met betrekking tot de jaarlijkse kosten van topografie-inwinning en -beheer. Extrapolatie van de bruikbare data van deze zeven waterschappen levert een schatting van 2,9 mln. op. 10 Van GBKN naar BGT, Richtlijn voor regionale GBKN-Stichtingen, versie 2.0, LSV GBKN, 30 oktober :A ARCADIS 28

29 De kosten van opwaardering GBKN naar BGT zijn onderdeel van het investeringsbudget BGT. Deze kosten komen, met uitzondering van inwinning specifiek ten behoeve van de BAG, ten laste van de GBKN-stichtingen. De kosten worden volgens de binnen de GBKNstichtingen geldende kostenverdeling toegerekend aan de in de betreffende stichting samenwerkende partijen. Samenvattend: een inhaalslag is nodig om het toekomstig waterschapsdeel op basis van de huidige GBKN bestanden conform BGT in te vullen. De verantwoordelijkheid (voor de kosten) hiervan ligt bij de Stichtingen GBKN. Een deel van de waterschappen heeft een voor 70-90% compleet, nauwkeurig en actueel grootschalige topografisch bestand. Een groter deel heeft het bestand voor 0% tot 50% op orde voor de nieuwe/toekomstige wetgeving. Als het bestand voor de helft op orde is, dan betekent dat dat het zinvol wordt het gehele bestand opnieuw in te winnen. In de praktijk hebben meerdere waterschappen voor het actualiseren van de topografie voor legger en beheerregister van hun gehele beheergebied tussen 1 en 2 miljoen betaald. In dit bedrag zit echter meer dan alleen de BGT-data; er is een integrale inhaalslag gemaakt waarin ook plustopografie is meegenomen. De inhaalslag die noodzakelijk is om de huidige GBKN-bestanden op BGT niveau te krijgen kan door de waterschappen prima worden benut om hun eigen topografiebestanden toekomstbestendig op orde te brengen. 4.3 KOSTEN-BATENANALYSE BRONHOUDERSCHAP METHODIEK Voor de kosten-batenanalyse gebruiken we de OEI-methodiek 11 die ook voor de kostenbatenanalyse van eerdere studies rond grootschalige topografie (Inspire, GBKN) is gehanteerd; een methodiek die uitgaat van een nulalternatief en een projectalternatief. Afbeelding 4.6 Schematische weergave huidige situatie en nul- en projectalternatief Kwaliteit voldoende Inhoud voldoende Bronhouderschap Projectalternatief Zelf meten Inhoud onvoldoende BGT Nulalternatief Kwaliteit onvoldoende Huidige situatie 11 Dit om aan te sluiten bij eerdere kosten-batenanalyses, OEI staat voor Overzicht Effecten Infrastructuur. Zie voor de algemene uitgangspunten die ook in voor dit onderzoek gelden bladzijde 28 van de Kosten-batenanalyse Inspire, Ecorys & Grontmij in opdracht van Geonovum, 17 november :A ARCADIS 29

30 Huidige situatie: Circa 1/5 van de waterschappen voldoet voor een belangrijk deel aan de BGT-eisen. Van circa 4/5 van de waterschappen voldoen de beschikbare eigen grootschalige bestanden niet aan de eisen wat betreft inhoud en kwaliteit. Nulalternatief: Implementatie van de BGT waarbij waterschappen geen bronhouder zijn. De uitvoering is in deze variant in belangrijke mate regionaal georganiseerd. Projectalternatief: Implementatie van de BGT waarbij waterschappen bronhouders zijn van de authentieke waterschap specifieke objecten. De uitvoering is in ook deze variant in belangrijke mate regionaal georganiseerd en gefaciliteerd (bijvoorbeeld met gemeente en provincie). Projectalternatief zelf meten: Als projectalternatief, maar met beperktere samenwerking met andere bronhouders (bijvoorbeeld met andere waterschappen) in de uitvoering. Als we in dit rapport spreken over kosten en baten, dan gaat het om de meerkosten ten opzichte van het nulalternatief en om de additionele baten ten opzichte van het nulalternatief. Voor de berekeningen zijn de dezelfde algemene uitgangspunten gehanteerd als in de kosten-batenanalyse Inspire BESCHRIJVING NULALTERNATIEF Het nulalternatief is een basisscenario waarin een aantal onontkoombare ontwikkelingen al zijn opgenomen. In dit nulalternatief zijn de waterschappen geen bronhouder. De keuze om geen bronhouder te zijn heeft enkele logische gevolgen. Zo zijn de waterschappen bij dit nulalternatief afnemer van het bestand en staan op grotere afstand van de productie. We beschrijven het nulalternatief als een toekomstscenario. De belangrijkste kenmerken van het nulalternatief zijn: De waterschappen dragen geen verantwoordelijkheid voor de BGT, ze zijn afnemer van het bestand. De BGT is ingevoerd en is het door alle waterschappen verplicht te gebruiken grootschalige bestand. Dit betekent dat waterschappen de authentieke objecten uit het BGT, met name voor alle communicatie met overheden, burgers en bedrijven, moeten gebruiken. De BGT voldoet aan wettelijk vastgestelde minimale inhoud- en kwaliteitseisen (BGT basisset conform IMGeo). Het is aannemelijk dat bronhouders deze minimale eisen zullen beperken tot die inhoud en kwaliteit die zij voor hun eigen processen nodig hebben. De bronhouders hebben in de praktijk een doorslaggevende invloed in het bepalen van deze minimale eisen. In dit nulalternatief hebben de waterschappen inspraak als gebruikers, maar zijn zij afhankelijk van de wensen van de andere bronhouders zoals de gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat. Waterschappen moeten zelf zorgen voor aansluiting of inpassing van plustopografie op de BGT. Dit draagt het risico in zich dat de aansluiting niet optimaal is en er vanuit waterschappen twee parallelle bestanden ontstaan: een BGT-bestand met een beperkte set waterschapsrelevante objecten voor algemeen gebruik door overheden en een beter :A ARCADIS 30

31 bestand inclusief plustopografie en 3D-data dat daadwerkelijk gebruikt wordt binnen het waterschap. Het risico zit er met name in dat er in de doorontwikkeling (plustopo, 3D) verschillen gaan ontstaan tussen de topografische bestanden van waterschappen en de BGT en tussen waterschappen onderling. Alle overheden, dus ook de waterschappen, krijgen de beschikking over de volledige BGT. Er is een grote inhaalslag in de geobestanden van de waterschappen gemaakt. Omdat deze volgt uit algemene verplichtingen van de waterschappen (Waterwet, Inspire) maakt dit geen onderdeel uit van de bronhouderafweging BESCHRIJVING PROJECTALTERNATIEF Het projectalternatief is het scenario dat overwogen wordt; het scenario waarvan vermoed wordt dat het een meerwaarde heeft boven het nulalternatief. De belangrijkste kenmerken van het projectalternatief zijn: De waterschappen dragen als bronhouder verantwoordelijkheid voor de BGT. Ze zijn verantwoordelijk voor de inwinning van de authentieke waterschapsrelevante objecten. Dat betekent echter niet dat de waterschappen zelf inwinnen. Dit projectalternatief gaat ervan uit dat waterschappen de inwinning samen met andere bronhouders organiseren. met name bij fotogrammetrische inwinning, maar ook bij terrestrische inwinning, zijn met name regionaal samenwerkende gemeenten logische samenwerkingspartners. De BGT is ingevoerd en is het door alle waterschappen verplicht te gebruiken grootschalige bestand. Dit betekent dat waterschappen de authentieke objecten uit de BGT moeten gebruiken. De BGT voldoet aan wettelijk vastgestelde minimale inhoud- en kwaliteitseisen (BGT basisset conform IMGeo). Als bronhouders hebben waterschappen directe en doorslaggevende invloed op de eisen voor waterschapsrelevante objecten. In dit projectalternatief zal de BGT optimaal aansluiten op de specifieke wensen vanuit de waterschappen. Een van die specifieke wensen zou kunnen zijn dat voor verschillende waterschappen verschillende minimumeisen worden gehanteerd, maar wel binnen de landelijke minimale BGT-norm. De aansluiting en inpassing van waterschapsrelevante plustopografie wordt door de waterschappen direct meegenomen bij de specificaties van de BGT. Als waterschappen verantwoordelijk zijn voor zowel BGT als plustopografie, dan ligt het voor de hand dat een waterschap de inwinning van basisinhoud en plustopografie combineert, al of niet samen met derden. Hier ligt een belangrijk voordeel ten opzichte van het nulalternatief. Bij dit nulalternatief ligt deze combinatie minder voor de hand aangezien andere bronhouders geen belang hebben bij inwinning van waterschapspecifieke plustopografie. Het voordeel van bronhouderschap wordt uiteraard nog groter wanneer meerdere waterschappen gezamenlijk gecombineerd de basisinhoud en de plustopografie inwinnen. Net als in het nulalternatief krijgen alle overheden de beschikking over de volledige BGT. Net als in het nulalternatief is er een grote inhaalslag in de geo-bestanden van de waterschappen gemaakt. Omdat deze volgt uit algemene verplichtingen van de waterschappen (Waterwet, Inspire, BGT (op basis van IMGEO en IMWA)) maakt dit geen onderdeel uit van de bronhouderafweging :A ARCADIS 31

32 4.3.4 BESCHRIJVING PROJECTALTERNATIEF "ZELF METEN" Het projectalternatief zelf meten is een variant van het projectalternatief. Het komt op de meeste punten overeen met het projectalternatief. Het wijkt af op het punt van de inwinning. Waar het standaard projectalternatief uitgaat van gezamenlijke inwinning, gaat dit projectalternatief zelf meten uit van eigen inwinning door waterschappen. Het lijkt daarmee in zekere zin op de huidige situatie waarin waterschappen zeer beperkt samenwerken bij de inwinning van grootschalige topografie. Uit het onderzoek volgt dat momenteel ruim 80% van de bevraagde waterschappen niet samenwerkt met andere bronhouders bij de inwinning van grootschalige topografie KOSTEN-BATENANALYSE: VERGELIJKING ALTERNATIEVEN De essentie van de kosten-batenanalyse is dat het verschil tussen het project- en het nulalternatief moet worden bepaald. In de onderstaande tabel 4.3 zijn de belangrijkste punten samengevat. Tabel 4.8 Vergelijking tussen nul- en projectalternatief Achtergrond Resultaat BGT Uitdagingen en risico s Nulalternatief: (geen bronhouderschap) BGT wordt ingevoerd en waterschappen worden afnemer van de BGT. Een volledig actuele, nauwkeurige en volledige BGT conform eisen (BGT basisset conform IMGeo). Eenmalige actualisatieslag Afstand tot bepaling inhoud BGT. Projectalternatief : Projectalternatief : (bronhouderschap + "zelf (bronhouderschap ) meten") BGT wordt ingevoerd BGT wordt ingevoerd en en waterschappen waterschappen worden worden bronhouder. bronhouder. Waterschappen Waterschappen winnen werken in de voor een belangrijk deel inwinning samen met zelf in. andere bronhouders. Een volledig actuele, nauwkeurige en volledige BGT. Eenmalige actualisatieslag. Directe verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor kwaliteit BGT. Mogelijkheid tot combineren basisinhoud en plusinhoud inwinning. In de onderstaande tabel zijn de uitkomsten van de kosten-batenanalyse weergegeven. Dit zijn de netto contante waarden van de kosten en baten over een periode van 15 jaar. Deze methodiek dient om het verschil tussen nulalternatief (geen bronhouderschap) en projectalternatief (bronhouderschap) in kaart te brengen. De kosten zijn de meerkosten ten opzichte van niet-bronhouderschap. De baten zijn de extra baten ten opzichte van nietbronhouderschap. Het betreft het totaal bekeken over alle waterschappen. Er zijn op dit moment aanzienlijke verschillen tussen waterschappen. De uiteindelijke kosten en baten per individueel waterschap zullen eveneens verschillen. De onderstaande getallen zijn tot stand gekomen op basis van een indicatieve opgave van 16 waterschappen in combinatie met een oordeel van adviseurs van ARCADIS en KplusV. Afhankelijk van de kosten/batenpost is het getal weergegeven in: Een bedrag ( ). Full time equivalent (fte), functie schaal 12, tegen kosten van per jaar. Een percentage (%) van de jaarlijkse bijhoudingskosten van 3 mln :A ARCADIS 32

33 Een aantal getallen betreft kosten/baten per jaar, een aantal is eenmalig. Tabel 4.9 Kosten/Baten bronhouderschap t.o.v. niet bronhouderschap voor de waterschappen in Nederland Berekening voordeel bronhouderschap Baten t.o.v. nulalternatief Kosten t.o.v. nulalternatief Netto contante waarde (15 jaar) Projectalternatief (bronhouderschap) Netto contante waarde (15 jaar) Projectalternatief (bronhouderschap + "zelf meten") Baten: a) Inspraak inhoud BGT/ basiskwaliteit per 0,4-0,8 mln/ jr 5-10 mln idem definitie conform wens waterschap b) Goede aansluiting op productie plustopo 5-10% / jr 2-4 mln idem incl. 3D c) Goede aansluiting op Inspire 0,1-0,2 mln 0,1-0,2 mln idem d) Urgentie van meten: niet wachten op 0,3 mln / jr 4 mln idem reguliere bijhouding voorkomt dubbel meten e) Nauwkeurigheid hoger dan GBKNnauwkeurigheid 0,2 mln / jr 3 mln idem voorkomt dubbel meten f) Vermeden indirecte kosten van niet p.m. idem bronhouderschap Kosten: g) Eenmalige inzet deskundige gedurende 1 fte 0,1 mln idem een jaar in voortraject (afstemming) h) Eenmalige extra investering in ICT door 1 mln 1 mln idem bronhouderschap i) Extra ICT- en trainingskosten 0,5 mln / jr 6 mln idem j) Kwaliteitscontrole als bronhouder 1 fte / jr 1 mln idem k) Efficiencyverlies zelf meten (minder 10% / jr n.v.t. 4 mln schaalvoordeel, meer afstemming) Saldo Netto contante waarde baten -/- kosten over een periode van 15 jaar (afgerond op mln.) 5 tot 12 mln 1 tot 8 mln Uit de weergegeven range blijkt dat de onzekerheid aanzienlijk is. De verwachting is gerechtvaardigd dat over een periode van 15 jaar de baten duidelijk groter zijn dan de kosten. Onderstaand zijn de baten en kosten toegelicht. Voor de goede orde: de baten betreffen de meeropbrengsten (besparingen) ten opzichte van het nulalternatief (geen bronhouderschap) en de kosten betreffen de meerkosten ten opzichte van het nulalternatief. Toelichting baten: a) Inspraak inhoud BGT/ basiskwaliteit per definitie conform wens waterschap In het nulalternatief hebben de waterschappen in theorie ook inspraak als gebruiker. Maar naar verwachting is de positie van het waterschap als bronhouder robuuster. De status van bronhouder levert door de grotere inspraak in de basisset per waterschap een jaarlijkse besparing van op ten opzichte van het nulalternatief. Dit komt door vermeden extra inwinningskosten :A ARCADIS 33

34 b) Goede aansluiting op productie plustopo (incl. 3D) In het nulalternatief gaat op regionale schaal samengewerkt worden bij de inwinning van de basisset. Voor 80% van de bevraagde waterschappen is regionale samenwerking in de inwinning nieuw. Daarnaast biedt bronhouderschap betere mogelijkheden om ook de inwinning van plustopografie gezamenlijk te organiseren, conform landelijk uniforme standaards. Op basis van ervaringscijfers levert dit door schaalvoordelen naar verwachting een besparing op van 5-10% op de jaarlijkse bijhoudingskosten. c) Goede aansluiting op Inspire De Impactanalyse Inspire-richtlijn voor waterschappen vermeldt dat de BGT gebruikt kan worden als bron voor INSPIRE-data. De aanname die wordt gedaan is dat het dataproviderschap en bijhouding van INSPIRE-data wordt vastgelegd. Ook moeten de kwaliteit(seisen) van de INSPIRE-data gelijk worden getrokken. Deze aanname is alleen reëel in geval van bronhouderschap. Bronhouderschap zorgt voor optimale uniformering met het oog op Inspire. Ieder waterschap legt dan op hetzelfde schaalniveau zijn/haar data vast. De (eenmalige) implementatiekosten voor de INSPIRE-richtlijn bedragen naar verwachting tussen de , ofwel per waterschap. In geval van bronhouderschap wordt dit bedrag bespaard. d) Urgentie van meten: voorkomt dubbel meten In het nulalternatief zal een waterschap als gebruiker van de BGT mutaties aan de eigen objecten melden en in theorie - de inmeting daarvan afwachten. De verwerking duurt maximaal een half jaar. In de praktijk zal het waterschap in een deel van de gevallen zelf metingen laten uitvoeren. Hierdoor ontstaat dubbel werk. Bronhouderschap voorkomt dit en levert daardoor per waterschap naar schatting een jaarlijkse besparing van circa aan vermeden dubbel werk op. e) Nauwkeurigheid is hoger dan BGT-nauwkeurigheid en voorkomt dubbel meten In het nulalternatief zal het waterschap in sommige gevallen behoefte hebben aan betere nauwkeurigheid dan de overeengekomen standaard. Dit betekent dat hiervoor extra metingen gedaan moeten worden. Ook hierdoor ontstaat dubbel werk. Bronhouderschap voorkomt dit en levert daardoor per waterschap naar schatting een besparing van circa aan vermeden dubbel werk op. f) Vermeden indirecte kosten van niet-bronhouderschap Niet-bronhouderschap kan diverse indirecte kosten tot gevolg hebben. Bijvoorbeeld extra conversie uitwisseling, conflicten door verschillende ondergrond, verplicht gebruik van minder nauwkeurige BGT data. Bronhouderschap voorkomt deze indirecte kosten. Er is onvoldoende basis om deze vermeden indirecte kosten te kwantificeren. Toelichting kosten: g) Eenmalige inzet deskundige gedurende één jaar in voortraject (afstemming) Bronhouderschap vraagt extra kennis en expertise en professionalisering van de inbreng vanuit de waterschappen gedurende het voortraject. Overleg tussen waterschappen (standaarden, werkwijze) en tussen waterschappen, VROM en overige bronhouders/partners zal gedurende een jaar de nodige tijd in beslag nemen. Vooralsnog is dit begroot op één fte gedurende een jaar. Dit bestaat uit de inhuur van een intern of extern aan te trekken deskundige (schaal 12) :A ARCADIS 34

35 h) Eenmalige extra investering in ICT door bronhouderschap Uit de enquête uitgevoerd onder 16 waterschappen blijkt dat de beelden hierover sterk verschillen. De meeste bevraagde waterschappen geven aan dit niet goed te kunnen inschatten. De door de waterschappen verwachte extra investeringen liggen tussen 0 en , met één uitschieter naar 1,9 mln. De in dit onderzoek geraadpleegde adviseurs verwachten een beperkte extra investering als gevolg van bronhouderschap. Wel zal er een investering gedaan moeten worden die samenhangt met de implementatie van de BGT. Maar deze is al onderdeel van het nulalternatief en daarmee niet specifiek aan bronhouderschap toe te rekenen. De eenmalige extra investering in ICT als gevolg van bronhouderschap bedraagt naar schatting 1 mln. Dit is per waterschap. Dit zal bestaan uit kosten in eigen ICT en bijdrage in ICT voor regionale facilitering. i) Extra ICT- en trainingskosten Indien een investering in ICT wordt gedaan, dan hangt daar een jaarlijks bedrag voor afschrijving en training mee samen. We begroten dit op 50% van de investeringskosten op jaarbasis. Dit betekent per waterschap per jaar. j) Kwaliteitscontrole als bronhouder Met de verantwoordelijkheid als bronhouder komt ook de verantwoordelijkheid voor de controle van de data. De extra inspanning boven het nulalternatief begroten we op één fte per jaar. Dit is voor ieder waterschap 55 uur op jaarbasis of kan bij regionale facilitering ook bestaan uit bijdrage aan de regionale (faciliterings) organisatie. k) Efficiencyverlies zelf meten (minder schaalvoordeel, meer afstemming) Het project alternatief Bronhouderschap + "zelf meten" behelst dat waterschappen voor een belangrijk deel besluiten zelf in te winnen in plaats van regionaal samen te werken met andere bronhouders. Dit is minder gunstig dan het nulalternatief waarin wordt gestreefd naar optimale regionale samenwerking met andere bronhouders. Het efficiencyverlies wordt ingeschat op 10% van de jaarlijkse bijhoudingskosten. 4.4 CONCLUSIES De waterschappen geven aan dat er een inhaalslag gemaakt moet worden voordat de bestanden voldoen aan de BGT-eisen. Afhankelijk van de te maken keuzes wat betreft inhoud, kwaliteit en actualiteit vergen het inhalen van achterstanden en de opwaardering naar de BGT een grote of minder grote investering. De verantwoordelijkheid voor (de kosten van) de inhaalslag ligt bij de huidige regionale St GBKN, en daarmee voor een beperkt gedeelte bij de participerende waterschappen. De kosten van opwaardering GBKN naar BGT zijn onderdeel van het investeringsbudget BGT. Het nulalternatief is hiermee al een grote verbetering ten opzichte van de huidige situatie, al zullen de waterschappen deze opgewaardeerde bestanden nog wel moeten integreren met hun huidige eigen bestanden. Omdat geen overzicht bestaat van de kwaliteit van de individuele bestanden van de waterschappen, kunnen op voorhand geen uitspraken worden gedaan over verschil in kosten voor wel / niet zelf-metende of wel / niet participerende waterschappen. Bovenstaande aspecten zijn nog onafhankelijk van wel of niet bronhouderschap. Door niet te kiezen voor bronhouderschap en af te wachten wat derden gaan inwinnen kunnen waterschappen op korte termijn mogelijk kosten besparen. Op de middellange :A ARCADIS 35

36 termijn is bronhouderschap zowel in financieel als in kwalitatief opzicht voordelig. Bronhouderschap levert de waterschappen per saldo, voor alle waterschappen, over een periode van 15 jaar een financieel voordeel op ten opzichte van niet-bronhouderschap van in totaal 5-12 mln in het optimale model en 1-8 mln in geval van bronhouderschap in combinatie met zelf meten. Kortom, bronhouderschap is voordeliger dan nietbronhouderschap. In dit alles zijn meerdere baten van bronhouderschap nog niet gekwantificeerd (extra efficiencyvoordelen, toename kwaliteit, vermeden indirecte kosten, waarde nauwkeurige BGT data). Bronhouderschap is daarmee voor de waterschappen op termijn financieel gezien gunstiger dan afname van de BGT als gebruiker. De basisvariant gaat uit van regionale samenwerking bij de inwinning, iets wat 80% van de waterschappen op dit moment nog niet doen. Samenwerking levert schaalvoordelen op. De variant waarbij waterschappen zelf meten is duidelijk minder gunstig. In elk geval kunnen we op basis van deze analyse de zorg wegnemen dat juist de keuze voor het bronhouderschap, voor de waterschappen grote extra kosten met zich meebrengt :A ARCADIS 36

37 HOOFDSTUK 5Visie en aanbevelingen 5.1 INLEIDING In dit hoofdstuk treft u een samenvatting van de uitkomsten zoals deze in de vorige hoofdstukken zijn weergegeven. Op basis hiervan formuleren wij conclusies en een adviesrichting voor de waterschappen (paragraaf 5.2). De laatste paragraaf bevat onze aanbevelingen welke volgende stappen de waterschappen met betrekking tot de invoering van de BGT kunnen zetten. 5.2 ADVIESRICHTING VOOR DE WATERSCHAPPEN SYNTHESE De kern van de vraag is wat de BGT en met name het bronhouderschap, betekent voor de waterschappen. Het bronhouderschap omvat zowel een bestuurlijke verantwoordelijkheid als de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de uitvoering. Dit leidde in paragraaf 1.2 tot de volgende probleemstelling: Wat zijn de consequenties van de invoering van de BGT voor de waterschappen, in het bijzonder als zij bronhouder worden? Om deze vraag te kunnen beantwoorden hebben we in dit onderzoek gekeken naar de verschillende aspecten van de aansturing en de bedrijfsvoering waarop de BGT impact heeft, zijnde: 1. Strategisch/Politiek 2. Juridisch/Bedrijfsprocessen 3. Organisatorisch 4. Inhoud 5. (ICT)Technisch 6. Financieel Hieronder treft u de bevindingen komende uit dit onderzoek op bovengenoemde zes aspecten. Strategisch/Politiek De waterschappen hebben het NUP gezamenlijk mee opgesteld en op 1 december 2008 als één van de overheidslagen ondertekend. De waterschappen geven hiermee aan dat zij de verantwoordelijkheid nemen voor de (ontwikkeling van de) uitvoering van het NUP programma. Binnen dit programma valt de Basisregistratie Grootschalige Topografie. Hiernaast biedt een actieve bijdrage aan de invoering van de BGT de waterschappen de kans om de positie van waterautoriteit (met Rijkswaterstaat) in Nederland in te nemen. Vanuit die gedachte werken waterschappen aan een scala van projecten mee, die er vaak op :A ARCADIS 37

38 zijn gericht om de rol als waterautoriteit verder voor het voetlicht te brengen. Bronhouder worden voor de assets van de waterschappen sluit hier naadloos op aan. Juridisch/bedrijfsprocessen Conform de huidige planning is de bouwfase van de BGT in gepland en zal de invoeringsfase bij gebruikers in plaatsvinden. Dit betekent dat vanaf 2015 wettelijk verplicht zal worden dat alle overheidsorganen gebruik gaan maken van de BGT. Deze invoering heeft volgens de geïnterviewden een positieve bijdrage op de andere wetgevingen die op de waterschappen af komen, zoals de Waterwet, WKPB en Inspire en op een zevental bedrijfsprocessen (zie par , tabel 3.2). Wat de impact precies is, is mede gezien de globale wetgeving die momenteel beschikbaar is niet specifiek te duiden. Vanzelfsprekend hierbij is wel dat, hoe specifieker de inhoud van de grootschalige topografie is afgestemd op de processen van de waterschappen, hoe positiever de bijdrage is aan bovengenoemde wetgeving en bedrijfsprocessen. Organisatorisch Uit de gesprekken met de bestuurders en inhoudelijk deskundigen constateren we dat er betreffende de invoering van de BGT draagvlak is voor bronhouderschap. Men verwacht dat dit een positieve bijdrage levert aan de bedrijfsvoering. Doordat de bronhouder de verantwoordelijkheid heeft om de gegevens op orde te houden, verwacht men dat het strakker neerzetten van gegevensbeheer en profilering van informatiemanagement bij het management hoger op de agenda komt, waarbij gegevens-inwinning (op termijn) zal worden geprofessionaliseerd. Het overgangstraject zal hierbij qua organisatie (professionalisering) en middelen goed geregisseerd moeten worden. Bij de organisatorische invulling kiezen de waterschappen nadrukkelijke een regionale facilitering voor (een deel van) de uitvoeringstaken. Inhoud BGT Als uitvoeringsscenario geeft de meerderheid aan om te starten met een minimale gezamenlijke verplichte inhoud van de BGT (zie par , tabel 3.7), omdat daarmee zoveel als mogelijk rekening wordt gehouden met de diversiteit van de waterschappen. Van belang hierbij is wel om de bredere dataset (plustopografie) binnen de waterschappen eenduidig te definiëren op basis waarvan beheerregisters (als groeimodel) uniform worden ingericht. (ICT)Technisch Voor het ontsluiten van landelijke basisregistraties en de waterschapsspecifieke kernregistraties (legger/beheerregisters) inclusief gebruik en distributie hebben de waterschappen de Overheidsdatabase (ODB) laten ontwikkelen. Bij de invoering van de BGT zal dit in eerste instantie niet wijzigen. Mogelijk dat er stekkers ontwikkeld moeten worden om de BGT voor intern waterschapsgebruik uit te wisselen en te koppelen aan het beheerregister, waarvoor ODB kan worden uitgebouwd. Hierbij kan het Waterschapshuis de waterschappen faciliteren. Voor de (verplichte) uitwisseling met de Landelijke Voorziening lijkt het vooral raadzaam gebruik te maken van regionale facilitering. Financieel Uit de interviews en de enquêtes is gebleken dat er draagvlak is voor bronhouderschap, maar dat de kosten ten opzichte van de baten nog onvoldoende duidelijk zijn. Belangrijkste voorbehoud voor de keuze voor bronhouderschap is de hoogte van de kosten. Steeds werden de kosten van de inhaalslag van de GBKN en opwaardering naar BGT genoemd. De verantwoordelijkheid voor ( de kosten van) de inhaalslag ligt bij de huidige regionale St :A ARCADIS 38

39 GBKN, en daarmee voor een beperkt gedeelte bij de participerende waterschappen. De kosten van opwaardering GBKN naar BGT zijn onderdeel van het investeringsbudget BGT. In hoofdstuk 4 is een analyse gemaakt van alle kosten en baten die op dit moment voorzien worden. Per waterschap zijn er grote verschillen en herleiding van de huidige kosten voor grootschalige topografie kan uit de beschikbare informatie slechts op hoofdlijnen plaatsvinden. Wel is duidelijk gebleken dat bronhouderschap per saldo voordeliger is voor de waterschappen. Het vergt een beperkte investering in de aanloopfase, maar deze kosten worden snel terugverdiend. Bovendien sluit een belangrijk deel van deze investering aan op de investeringen die de waterschappen moeten doen om aan wettelijke verplichtingen te voldoen en om de eigen informatiehuishouding op orde te brengen. Onderdeel daarvan is de standaardisatie ADVIESRICHTING Samenvattend komen we tot de volgende adviesrichting: DE WATERSCHAPPEN ZOUDEN IN ONZE OGEN MOETEN GAAN VOOR HET BRONHOUDERSCHAP. HIERBIJ IS HET VAN BELANG DAT EEN GEZAMENLIJK STANDPUNT MET IN ACHT NAME VAN DE DIVERSITEIT BINNEN DE WATERSCHAPPEN - WORDT INGENOMEN DIE MEN KENBAAR MAAKT BIJ HET MINISTERIE VAN VROM. Wij adviseren om het bronhouderschap van de waterschappen als volgt in te vullen: Organisatie van bronhouderschap met regionale facilitering. Dit is ook de wens van veel gemeenten en provincies. Uitdaging ligt erin om ervoor te zorgen dat dit met de overige regio-partners wordt gerealiseerd, waarbij ruimte is voor inbreng van eigen metingen. Starten met een beperkte waterschapsset als verplichte BGT inhoud. De in paragraaf weergegeven tabel 3.7 zou in onze ogen een prima vertrekpunt zijn. ICT technisch zal de uitwisseling van BGT gegevens met de Landelijke Voorziening tussen de waterschappen en andere bronhouders naar verwachting op regionaal niveau plaatsvinden. Dit zal ook voor andere lokale/regionale bronhouders (gemeentes, provincies) moeten worden ingericht. Het Waterschapshuis kan het gebruik (van de BGT binnen de waterschappen faciliteren, in een vergelijkbare rol van facilitering als bij ODB en IRIS. Financieel: om maximaal te profiteren van de kansen is het van belang om samen te werken met andere bronhouders bij de inwinning en de bijhouding. Aanbevolen wordt dan ook om op korte termijn te starten met het verkennen van de samenwerkingsopties en de mogelijkheden om inwinning van BGT data en eigen data (plustopo) te combineren en daarnaast te kijken naar nationale programma's waaronder de plannen voor landelijke fotogrammetrie. Bij het overleg met de beoogde partners kan ook de AHN als optie voor aanvulling van de topografische data worden ingebracht. Dit levert een schets op van de toekomstige situatie waar de waterschappen op moeten inzetten, door afgestemde, professionele inbreng in BGT besluitvormingstraject, in stuurgroep, kernteam en actielijnen. De volgende paragraaf gaat hier op in :A ARCADIS 39

40 5.3 HOE VERDER: AANBEVELINGEN Samenvattend komen we tot de volgende aanbevelingen: Organisatie en aansturing Stel zo spoedig mogelijk de uitkomsten van deze impactanalyse vast en communiceer deze integraal naar de waterschappen, zowel op bestuurlijk als operationeel niveau. Neem zo spoedig mogelijk een besluit over bronhouderschap en het al of niet tekenen van het convenant. Definieer daarbij de van belang zijnde randvoorwaarden in organisatorische en financiële zin en zorg ervoor dat deze op de bestuurlijke agenda geplaatst worden. Veranker en professionaliseer de organisatie en aansturing van het BGT programma binnen het Waterschapshuis in nauwe samenwerking met de Unie van Waterschappen. De UvW definieert het beleid en formaliseert de standaarden; het Waterschapshuis komt tot voorstellen voor standaarden, voert het beleid uit en beheert de financiële middelen. Professionaliseer de inbreng in de VROM BGT actielijnen op basis van integrale waterschapsvisie. Spreek hiervoor een duidelijke, gecoördineerde rolverdeling af, welke in samenhang met vorige punt, beleidsmatig wordt gestuurd vanuit UvW en uitvoerend vanuit het Waterschapshuis. Stel hiervoor voor de periode van een jaar één fte beschikbaar. Stimuleer alle waterschappen tot actieve participatie in de regionale GBKN-gremia en BGT-initiatieven en faciliteer dit door middel van een coördinatiepunt en vraagbaak. Beleid en Inhoud Zie de BGT als aanleiding, kans en katalysator om structureel aan de slag te gaan met uniformering en standaardisering van de geo-informatiehuishouding. Dit draagt bij aan verbetering uitwisseling, bedrijfsprocessen en voldoen aan wettelijke maatregelen. Stel op basis van de gemaakte keuzes een plan van aanpak op en benoem daarbij zo concreet mogelijke doelstellingen. Definieer de interne standaarden, te beginnen bij 1) BGT inhoud 2) Plustopo 3) wat hier op volgt. Zoek naar logische partners in VROM-BGT discussie (LNV, Provincie, RWS) voor definitie BGT-inhoud en belang van weergave van het landelijk gebied en zoek actief samenwerking met gemeenten (VNG) en provincies (IPO) voor organisatie van regionale facilitering. AHN kan voor de BGT objecten de hoogte toevoegen. AHN kan mogelijk bijdragen bij opbouw en actualisatie, maar dit is nog onvoldoende praktisch en operationeel bewezen en de huidige beperkte landelijke dekking vormt een belemmering. Het is zinvol AHN beschikbaar te stellen voor BGT-pilots om de toepasbaarheid te toetsen. Start een traject op om vanuit processen de kwaliteit van de data te beoordelen en te verbeteren. Formuleer kwaliteitseisen waaraan de data moet voldoen en monitor hierop :A ARCADIS 40

41 BIJLAGE 1 Basisinfrastructuur e-overheid Basisinfrastructuur e-overheid E-toegang 1. Webrichtlijnen 2. Samenwerkende catalogi (onderdeel overheid heeft antwoord) 3. Antwoord voor Bedrijven 4. MijnOverheid.nl 5. Overheid heeft Antwoord E-authenticatie 6. DigiD burger 7. Gemeenschappelijke machtigings- en vertegenwoordigingsvoorziening (GMV) 8. DigiD bedrijven Nummers 9. Burger Service Nummer (BSN) Basisregistraties 10. Gemeentelijke Basisregistratie Personen (GBA) 11. Registratie Niet Ingezetenen (RNI) 12. Nieuw Handelsregister (NHR) 13. Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) 14. Topografie 15. Kadaster 16. Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT ook bekend als Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) E-informatieuitwisseling 17. Overheidsservicebus (OSB) 18. Terugmeldfaciliteit (TMF) 19. Gemeenschappelijke ontsluiting basisregistraties (GOB) :A ARCADIS 41

42 BIJLAGE 2 Geïnterviewden WORKSHOPDEELNEMERS Het Waterschapshuis Vallei en Eem Hollands Noorderkwartier Unie van Waterschappen Boris Everwijn Rene Verhage Kier van Gijssel Marianne Krug GEÏNTERVIEWDEN/ GEËNQUÊTEERDEN AGV/Waternet Brabantse Delta Delfland Groot Salland Hollands Noorderkwartier Noorderzijlvest Peel en Maasvallei Reest en Wieden Regge en Dinkel Rijn en Ijssel Rijnland Rivierenland Scheldestromen Stichtse Rijnlanden Vallei en Eem Velt en Vecht Zuiderzeeland Roderik Bijlard Willem-Jan Janssen Gerjon Gelling Johan Buitenkamp Kier van Gijssel Tamar Bakker Erik van Putten Wolfram Schmidt Silvia Verkleij Henk Kerkwijk Guus Huls Arjen de Boer Johan van Cranenburgh Ellen de Graaf-Loopstra Rene Verhage Bert Ludikhuize Wouter Hamel BESTUURDERS WS Noorderzijlvest Zuiderzeeland Henk in t Land Jaap van der Veen VROM/IPO IPO Projectleider BGT VROM Programmamanager BGT Patrick Strootman Ruud van Rossem :A ARCADIS 42

43 BIJLAGE 3 Vragenlijsten VRAGENLIJST 1. De BGT wordt een basisregistratie en dient door alle overheden verplicht gebruikt te worden. Op welke processen en taken heeft dit in de bedrijfsvoering van uw waterschap invloed? Taak/proces type WS positief negatief waarom Vergunningen en handhaving Beheer waterlopen Beheer keringen Beheer wegen Calamiteitenzorg Planvorming Belastingheffing/invordering Overig bv.. 2. In hoeverre kan volgens u de BGT bijdragen aan het op orde brengen en houden (actueel, betrouwbaar, compleet) van uw beheerregister? En in hoeverre bijt dit elkaar? Aspect type WS positief negatief waarom Inhoud BGT/beheerregister Uniformiteit Definities Actualiteit Kosten 3. Diverse ontwikkelingen bij waterschappen, zoals nieuwe wetgeving (Waterwet, Wkpb) en schaalvergroting (een waterschap is gelegen in meerdere provincies) maken standaardisatie gewenst en/of noodzakelijk. Zo geeft bijvoorbeeld de Waterwet aan dat vorm en ligging gedetailleerd moeten worden weergegeven. a. In hoeverre kan de invoering van de BGT hieraan een bijdrage leveren? b. Wat is volgens u de impact van de invoering van de BGT op de legger en het beheerregister (kernregistratie)? Nu en in de toekomst? 4. Welke objecten/begrenzingen moeten er volgens u minimaal in de BGT komen (minimaal vereist) om voor de waterschappen als goed functionerende basisregistratie grootschalige topografie te kunnen dienen? In de workshop van de werkgroep BGT op 27 augustus 2009 is reeds een verkenning gedaan voor de waterschaps-relevante geoobjecten. Wilt u onderstaande tabel invullen door aan te kruisen / aan te vullen :A ARCADIS 43

44 Geo-object Watersysteem Waterlopen Oppervlaktewater Oppervlaktewaterlozingspunt Oppervlaktewateronttrekkingspunt Oppervlaktewaterpeilmeting Waterkeringen Kenmerkende profiellijnen Waterkeringvakken / delen Bekledingen Wegen Wegvakken / wegdelen Kunstwerken / inrichtingselementen Gemalen Sluizen Stuwen Vispassages Vaste dammen Duikers / inlaten Minimaal vereist in BGT Plustopo Waterschappen Niet van toepassing Weergave / nauwkeurigheid Syphons Bruggen Aquaducten Steigerwerk Kademuren Keermuren Damwanden Beschoeiing / oeverbescherming Coupure Compartimenteringsvak Voorzieningen (bv dijkmeubilair) Lichtmasten Borden Meerpalen Kunstobject / monument Bomen Kribben Strekdammen 5. Ziet u de invoering van de BGT als een kans om hiermee de processen beter te standaardiseren of ziet u dit als een bedreiging omdat u in een keurslijf terecht komt? 6. Hoe verhoudt BGT zicht tot andere informatiebronnen en gegevensbronnen, zoals het door waterschappen en RWS genomen initiatief AHN en eigen metingen? :A ARCADIS 44

45 7. Het bronhouderschap van de BGT betekent verantwoordelijkheid voor de inwinning en bijhouding van de betreffende objecten conform de nationale standaard. De uitvoering kan in eigen beheer, al of niet door middel van uitbesteding. De uitvoering kan ook opgedragen/gedelegeerd worden aan een nationaal of regionaal samenwerkingsverband of een derde, bijvoorbeeld aan gemeenten. a. Is er draagvlak onder de waterschappen voor het bronhouderschap? Zo ja, waarom wel of zo nee, waarom niet? b. Wat zijn de kansen die ontstaan voor de waterschappen als ze bronhouder worden (vanuit strategisch, organisatorisch en operationeel oogpunt)? c. Zijn er ook bedreigingen aan verbonden, en zo ja welke? 8. Kosten bronhouderschap: Op dit moment wordt door een deel van de waterschappen tegen betaling gebruik gemaakt van de GBKN. In de opzet van de BGT worden de waterschappen voor 5% aangeslagen, los van de vraag of ze bronhouder zijn. a. Vindt u een percentage van 5% realistisch? b. Zou er een onderscheid gemaakt moeten worden tussen waterschappen met eigen wegenbeheer en de waterschappen die geen wegen beheren? c. Onder welke minimale financiële voorwaarden zou u de rol van bronhouder op u willen nemen? 9. Baten bronhouderschap: Wat denkt u wat een uniforme BGT gaat opleveren voor de waterschappen? a. Denk aan interoperabiliteit, in- en externe uitwisseling van gegeven b. Eenmalig inwinnen, meervoudig gebruik c. Uniforme aanbesteding/uitvoering van werkzaamheden d. Overige baten: 10. Voor welke scenario zouden de waterschappen moeten gaan m.b.t. de BGT? Kruis 1 vakje aan en geef argument waarom u hiervoor kiest. Centrale uitvoering BGT In BGT minimaal vereiste informatie t.b.v. waterschappen opnemen In BGT naast vereiste info ook de gewenste plustopo voor waterschappen opnemen In BGT alle informatie opnemen die voor (een of meerdere) waterschappen relevant zijn. Regionale uitvoering BGT Lokale uitvoering BGT 11. Wat is er voor nodig om dit scenario succesvol te laten zijn? Wat zijn de randvoorwaarden? :A ARCADIS 45

46 VRAGENLIJST KOSTEN EN BATEN ANALYSE Waterschap: Ingevuld door: 1 Wat geeft uw waterschap jaarlijks in totaal uit aan geo-data-inwinning en beheer: 2 Kunt u onderscheid maken in: a) 2D metingen (topografie) b) Profielmetingen (droog en nat (bijv bagger)) c) 3D metingen d) AHN bijdrage e) IRIS bijdrage f) geo-ict g) overige apparaatskosten 2 hoeveel medewerkers zijn er met geo bezig in productie/facilitering(in fte's) fte 3 hoeveel fte zijn gebruikers fte 4 Hoeveel procent van uw huidige grootschalige bestand van waterschapsrelevante geo-objecten voldoet aan de beoogde eisen van de BGT wat betreft: a) nauwkeurigheid en compleetheid (bevat alle waterschapsrelevante objecten)? % b) actualiteit? % 5 Hoeveel procent van uw huidige grootschalige bestand van waterschapsrelevante geo-objecten muteert per jaar? 6 Hoeveel procent van uw huidige grootschalige bestand van waterschapsrelevante geo-objecten wordt nu gezamelijk met andere bronhouders ingewonnen (RSV, gemeente, provincie)? % % 7 Hoeveel uur/jaar wordt naar schatting in uw waterschap besteed aan beheer en interne en externe afstemming (NB niet inwinning) rond waterschapsrelevante geoobjecten: a) in de huidige situatie? uur/jaar b) in een toekomstige situatie waarin u permanent beschikt over een optimale uur/jaar BGT? 8 Welke extra investering in uw geo-ict systeem verwacht u: a) als gebruiker door de overgang naar de BGT (objectgericht, etc) b) daar bovenop: als uw waterschap bronhouder is toelichting op het antwoord: 9 Welke efficiencywinst is te verwachten: a) als gebruiker door de overgang naar de BGT (objectgericht, etc) % b) daar bovenop: als uw waterschap bronhouder is % toelichting op het antwoord: 10 Hoeveel km weg heeft uw waterschap in beheer? km :A ARCADIS 46

47 BIJLAGE 4 Geraadpleegde documenten Nr Titel/onderwerp Auteur Datum 1 Waterschapspeil 2009 Waterschappen vergeleken Unie van Waterschappen Basisregistratie Grootschalige Topografie - Beleidsvisie (schetsontwerp) versie 0.9d Ministerie van VROM 31-jul-09 3 Programmaplan Basisregistratie Grootschalige Topografie fase 1 Ministerie van VROM 1-okt-09 4 Format businesscase Basisregistratie Grootschalige topografie Ministerie van VROM 8-okt-09 5 Basisregistratie Grootschalige Topografie Ministerie van VROM 2-feb-10 6 Geldstromen grootschalige topografie in kaart van GBKN naar BGT Cirm Feb Opzet regelgeving BGT Ministerie van VROM 28-jan-10 8 Overleg waterschappen Ministerie van VROM 12-dec-09 9 Nulmeting Grootschalige Topografie Colfield Nov Verslag Unie werkgroep BGT Unie van Waterschappen 15-jan Memo Samenvatting Workshop werkgroep BGT Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 27-aug Nulmeting Grootschalige Topografie Ministerie van VROM Nov Presentatie Ruud van Rossem Ministerie van VROM 19-jan Rapportage Roadmap Informatievoorziening Waterschappen (conceptversie 1.0) Stuurgroep WIA 3-okt Enquête GBKN onder de waterschappen Waterschappen Jan Kosten-batenanalyse INSPIRE Ecorys & Grontmij 17 november Impactanalyse INSPIRE-richtlijn voor waterschappen, versie 2.1 Unie van Waterschappen 29-dec Samenvatting workshop werkgroep BGT d.d. 27 augustus 2009 Geo-overleg UvW 7-nov Artikel "Waterschappen als mogelijke bronhouder" John Ekkelboom/ vakblad Het Waterschap Juli GBKN handboek VIPU versie 2.1 LSV GBKN Juli Informatiemodel Geografie (IMGeo), beschrijving model, versie 1.0 Werkgroep IM Geo Geonovum 1 okt Uniemodel-legger/technisch beheerregister ten behoeve van primaire waterkeringen Unie van Waterschappen Maart :A ARCADIS 47

48 BIJLAGE 5 Raakvlak BGT met Uniemodel-legger/technisch beheerregister 12 In de Wet op de Waterkering wordt gesteld dat in een legger is omschreven waaraan de waterkering moet voldoen naar richting, vorm, afmeting en constructie. Het beheerregister omschrijft de voor het behoud van het waterkerend vermogen kenmerkende gegevens van de constructie en de feitelijke toestand op dat moment. De legger heeft min of meer een permanent karakter, het technisch beheerregister wordt verondersteld de actuele toestand te beschrijven hetgeen strijdig is met het karakter van de legger. Om die reden wordt daarom de actuele toestand van de gegevens van de waterkering ondergebracht in het beheerregister, dat door de beheerder voortdurend kan worden geactualiseerd. Onder 3: Inhoud van de legger: B: situatietekening(schaal vrij, bijvoorbeeld 1:1000) Hierop dienen te worden aangegeven et cetera. Onder 4: Inhoud van het beheerregister C: Situatietekening (schaal overeenkomend met de schaal van de situatietekening van de legger). Hierop dienen te worden aangegeven: Referentielijn van de waterkering. De actuele ligging van de kruinlijnen van de waterkering. De actuele ligging van de teenlijnen van de waterkering. De actuele ligging van de begrenzingen van de bermen van de waterkering. De bekleding van de waterkering. De werken, bijzondere constructies en voorzieningen in de waterkering. Opstallen in het keurgebied. Wegen, op- en afritten in het keurgebied. Leidingen in het keurgebied. De invloedslijnen. De uiterste begrenzingen van het profiel van vrije ruimte. NB bovenstaande geeft aan dat voor het technisch beheerregister, bijvoorbeeld schaal 1: 1000 als legger, de volgende topografie - actueel- moet worden aangegeven: kruin en teenlijnen, bermen, bekleding, werken/kunstwerken, opstallen (in keurzone) en wegen, open afritten. Voor deze situatietekeningen kan een actuele BGT uitstekend dienen. 12 Uniemodel-legger/technisch beheerregister ten behoeve van waterkeringen, uitgave Unie van waterschappen maart :A ARCADIS 48

49 BIJLAGE 6 Doel IMGEO :A ARCADIS 49

Eindpresentatie Impactanalyse BGT op de waterschappen

Eindpresentatie Impactanalyse BGT op de waterschappen Eindpresentatie Impactanalyse BGT op de waterschappen 13 april 2010 Amersfoort Imagine the result Probleemstelling Wat zijn de consequenties van de invoering van de BGT voor de waterschappen, in het bijzonder

Nadere informatie

De BGT: Steen in de vijver

De BGT: Steen in de vijver De BGT: Steen in de vijver 20 november 2013, Gebruikersdag Ruud van Rossem, Programmamanager BGT 6 december 2013 De BGT als ondergrond voor andere informatie 2 6 december 2013 Doel van de BGT De hele overheid

Nadere informatie

De BGT: de kaart van Nederland

De BGT: de kaart van Nederland De BGT: de kaart van Nederland AGIV 27 november 2014 Ruud van Rossem, Programmamanager BGT 1 december 2014 Waarom de BGT? 2 1 december 2014 Doel van de BGT De hele overheid gebruikt dezelfde basisset grootschalige

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 65537 Datum : 8 juli 2014 Programma : bestuur Blad : 1 van 6 Cluster : Bestuur Portefeuillehouder: dhr. H.C.V. Veldhuijsen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2012 Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTER

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenmerk Bijlage(n)

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenmerk Bijlage(n) > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070 456

Nadere informatie

Basisregistratie Grootschalige Topografie

Basisregistratie Grootschalige Topografie Basisregistratie Grootschalige Topografie Brandende Vraag 27 mei 2010 Drs. J.A.B. Walschots MPIM Dr. Ir. F. Penninga 22-6-2010 Opzet presentatie 1. Doel van de BGT 2. Programma-aanpak 3. Stand van zaken

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2013 Rockanje, 1 oktober 2013 Nr. 83169/74225

Raadsvoorstel 2013 Rockanje, 1 oktober 2013 Nr. 83169/74225 Raadsvoorstel 2013 Rockanje, 1 oktober 2013 Nr. 83169/74225 Raadsvergadering van 28 en 31 oktober 2013 Agendanummer 11 Aan Onderwerp: de gemeenteraad. Krediet Basisregistratie Grootschalige Topografie

Nadere informatie

: : 22 september. : dhr. C.L. Jonkers :

: : 22 september. : dhr. C.L. Jonkers : RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid : : 22 september : dhr. C.L. Jonkers : Zaaknummer : 65564 Onderwerp:

Nadere informatie

Nieuwe Sturing op de Basisregistraties. Doorontwikkeling in Samenhang. De I-agenda van IenM. Presentatie DGRW. Ruud van Rossem

Nieuwe Sturing op de Basisregistraties. Doorontwikkeling in Samenhang. De I-agenda van IenM. Presentatie DGRW. Ruud van Rossem Nieuwe Sturing op de Basisregistraties De I-agenda van IenM. Presentatie DGRW Doorontwikkeling in Samenhang Ruud van Rossem Open Geo Dag 31 mei 2017 6 juni 2017 Basisregistraties In het kader van de Generieke

Nadere informatie

III IIIIIIIIII III IINil 15IN015993-08/05/2015

III IIIIIIIIII III IINil 15IN015993-08/05/2015 III IIIIIIIIII III IINil 15IN015993-08/05/2015 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Waterschap Brabantse Delta T.a.v. Algemeen bestuur Postbus 5520 4801 DZ BREDA Datum 6 mei 2015 Betreft De BGT: ligt

Nadere informatie

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Visie op de legger Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Visie op de legger Nummer: Voorstel VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 6 Onderwerp: Visie op de legger Nummer: 775122 In D&H: 07-01-2014 Steller: M. de Burger In Cie: BMZ 21-01-2014 Telefoonnummer: (030) 634 5849 SKK Afdeling:

Nadere informatie

LSV GBKN Het Heden: de veranderende rol van de partijen

LSV GBKN Het Heden: de veranderende rol van de partijen LSV GBKN Het Heden: de veranderende rol van de partijen De Technisch / Inhoudelijk uitdagingen tijdens de mars Gebruikersmiddag Stichting GBKN Zuid-Holland en Utrecht 2008 "Qui audet adipiscitur" Woensdag

Nadere informatie

KARTERING OPPERVLAKTEWATER

KARTERING OPPERVLAKTEWATER KARTERING OPPERVLAKTEWATER Inwinning insteken met behulp van fotogrammetrie en AHN-2 BeheergebiedWaterschap EEN PAAR CIJFERS: 83.000 ha oppervlakte 775.000 inwoners 283.000 huishoudens 21.000 bedrijven

Nadere informatie

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie Feiten over de BGT op zakformaat Basisregistratie Grootschalige Topografie Inhoud Samenwerking is de sleutel tot succes 4 Wat is de BGT? 7 De BGT is onderdeel van een groter geheel 9 Meerwaarde door standaarden

Nadere informatie

LSV-workshop 19 oktober 2006 afstemmen bronhouderdata grootschalige topografie

LSV-workshop 19 oktober 2006 afstemmen bronhouderdata grootschalige topografie LSV-workshop 19 oktober 2006 afstemmen bronhouderdata grootschalige topografie De GBK Rotterdam en de GBK (stad en haven) Topografie Producerende Gemeente voor eigen risico/rekening, volledig eigenaar

Nadere informatie

Opdrachtgever: Klaas de Veen

Opdrachtgever: Klaas de Veen Onderwerp: 2e Tranche realisatie Basisregistratie Grootschalige Topografie Nummer: Bestuursstukken\2468 Agendapunt: 8 DB: Ja 9-10-2017 BPP: Nee FAZ: Ja 1-11-2017 VVSW: Ja 1-11-2017 AB: Ja 15-11-2017 Opsteller:

Nadere informatie

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie Feiten over de BGT op zakformaat Basisregistratie Grootschalige Topografie Inhoud Samenwerking is de sleutel tot succes 4 Wat is de BGT? 7 De BGT is onderdeel van een groter geheel 9 Meerwaarde door standaarden

Nadere informatie

INGEKfìMFN ne NOV.?0Î5. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier T.a.v. Algemeen bestuur Postbus AG HEERHUGOWAARD

INGEKfìMFN ne NOV.?0Î5. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier T.a.v. Algemeen bestuur Postbus AG HEERHUGOWAARD INGEKfìMFN ne NOV.?0Î5 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier T.a.v. Algemeen bestuur Postbus 250 1700 AG HEERHUGOWAARD Datum 5 november 2015 Betreft De BGT: is de finish voor u al in zicht? Geacht

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Datum: 2018 Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder Bloemendaal Datum dagelijks bestuur vaststelling: [verplicht invulveld] Rapportage BGT 2018

Nadere informatie

Stichting GBKN-Zuid. Contactmiddag GBKN Zuid 2010. Frans Olthof

Stichting GBKN-Zuid. Contactmiddag GBKN Zuid 2010. Frans Olthof Stichting GBKN-Zuid Contactmiddag GBKN Zuid 2010 Frans Olthof Programma 1. Opening (Harrie Nuijten, voorzitter Stichting GBKN-Zuid) 2. Bijhouding 2010 en Aanbesteding 2011 (Frans Olthof - Manager RIB GBKN-Zuid)

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Datum:2018 Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder Waterschap Rijn en IJssel Datum dagelijks bestuur vaststelling: 26 maart 2019 Rapportage BGT

Nadere informatie

FAZ: Ja 15-5-2013. Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: Ja 15-5-2013. Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Realisatie Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Nummer: Bestuursstukken\1365 Agendapunt: 8 DB: Ja 22-4-2013 BPP: Nee Workflow Opsteller: Schelte Kooistra, 0598-693280 Beleid, Projecten

Nadere informatie

Bijlage 1. Overzicht van de basisvoorziening in het NUP: afspraken en gevolgen voor de gemeente

Bijlage 1. Overzicht van de basisvoorziening in het NUP: afspraken en gevolgen voor de gemeente Bijlage 1. Overzicht van de basisvoorziening in het NUP: afspraken en gevolgen voor de gemeente Waar hieronder wordt gesproken over partijen is bedoeld: gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44665 8 december 2015 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 7 december 2015, nr. IENM/BSK-2015/161734,

Nadere informatie

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie

Feiten over de BGT op zakformaat. Basisregistratie Grootschalige Topografie Feiten over de BGT op zakformaat Basisregistratie Grootschalige Topografie Inhoud Samenwerking is de sleutel tot succes 4 Wat is de BGT? 7 De BGT is onderdeel van een groter geheel 9 Meerwaarde door standaarden

Nadere informatie

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra. Aanvullende eisen aan de inhoud van de legger

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra. Aanvullende eisen aan de inhoud van de legger Onderwerp: Legger boezemwaterkeringen Nummer: Bestuursstukken\1431 Agendapunt: 4 DB: Ja 26-8-2013 Workflow Opsteller: Schelte Kooistra, 0598-693280 Beleid, Projecten en Geoinformatie BPP: Nee FAZ: Nee

Nadere informatie

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018

ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken. November 2018 ILT-rapportages zorgplicht primaire waterkeringen Eerste landelijke indrukken November 2018 Introductie > Sinds 2015 trekken waterschappen met elkaar op om te kijken hoe we samen de zorgplicht kunnen verbeteren

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Datum:2018 Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder Gouda Datum collegebesluit vaststelling: 19 maart 2019 ibabs dossier 2812 Rapportage BGT 2018

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder Midden-Delfland Datum vaststelling rapportage: Datum dagelijks bestuur vaststelling: 24 april 2018 Datum

Nadere informatie

Reactie in kader van consultatie StUF. Geachte lezer, Hierbij onze reactie op de consultatieprocedure StUF

Reactie in kader van consultatie StUF. Geachte lezer, Hierbij onze reactie op de consultatieprocedure StUF Reactie in kader van consultatie StUF Geachte lezer, Hierbij onze reactie op de consultatieprocedure StUF 1. In de beschrijving wordt niet ingegaan op de huidige situatie dat met de 'uitrol' van het stelsel

Nadere informatie

Doorontwikkeling in samenhang van de geo-basisregistraties. Eerste stappen naar een nationale geo-informatie-infrastructuur.

Doorontwikkeling in samenhang van de geo-basisregistraties. Eerste stappen naar een nationale geo-informatie-infrastructuur. Doorontwikkeling in samenhang van de geo-basisregistraties Eerste stappen naar een nationale geo-informatie-infrastructuur Ruud van Rossem Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties GeoBuzz,

Nadere informatie

Beleidsregel tariefdifferentie wegen Hunze & Aa s

Beleidsregel tariefdifferentie wegen Hunze & Aa s Beleidsregel tariefdifferentie wegen Hunze & Aa s Het dagelijks bestuur van Hefpunt, Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 123 van de Waterschapswet en Bijlage I, punt 4 van

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder Landgraaf Datum vaststelling rapportage: Datum dagelijks bestuur vaststelling: 17-04-2018 Datum agendering

Nadere informatie

Digitale Plannen en de nieuwe WRO

Digitale Plannen en de nieuwe WRO Digitale Plannen en de nieuwe WRO Afstemming tussen Geo-Informatiemodellen Paul Janssen, Geonovum Presentatie Wie is Geonovum? Wat is een geo-informatiemodel? Rol van een geo-informatiemodel Stelsel van

Nadere informatie

BABVI/U201101511 Lbr. 11/056

BABVI/U201101511 Lbr. 11/056 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Overheidsbrede inkoop van beeldmateriaal uw kenmerk ons kenmerk BABVI/U201101511 Lbr. 11/056 bijlage(n) -

Nadere informatie

BEANTWOORDING VAN VRAGEN UIT VERGADERINGEN VAN HET DAGELIJKS BESTUUR, DE COMMISSIES EN HET ALGEMEEN BESTUUR

BEANTWOORDING VAN VRAGEN UIT VERGADERINGEN VAN HET DAGELIJKS BESTUUR, DE COMMISSIES EN HET ALGEMEEN BESTUUR DB-vergadering 08-02-2010 BEANTWOORDING VAN VRAGEN UIT VERGADERINGEN VAN HET DAGELIJKS BESTUUR, DE COMMISSIES EN HET ALGEMEEN BESTUUR vraag van uit de vergadering van dagelijks bestuur dagelijks bestuur

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 7 Behandelend gremium Algemeen Bestuur Datum voorgelegd 6 juli 2017 Agendapunt, Onderwerp, Actualisatie begroting 2017 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder Renswoude Datum vaststelling rapportage: Datum dagelijks bestuur vaststelling: Datum agendering algemeen

Nadere informatie

BGT/IMGEO gisib voorbeeld weg. BGT/IMGEO gisib?

BGT/IMGEO gisib voorbeeld weg. BGT/IMGEO gisib? De BGT/IMGEO en BGT en IMGEO De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is een gedetailleerde (invaktaal: grootschalige) digitale kaart van heel Nederland. Daarin worden alle objecten als gebouwen,

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder ZZ-ICTU-1 Datum vaststelling rapportage: Datum dagelijks bestuur vaststelling: Datum agendering algemeen

Nadere informatie

Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH

Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH Kenmerk: V0051/1988 Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH ONDERGETEKENDEN 1. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

Nadere informatie

lei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap

lei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap waterschap lei en uwe uw WATERSCHAP Adres Telefoon E-Mail Website Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn (055) 527 29 11 info@vallei-veluwe.nl \www.vallei-veluwe.nl Register gemeenschappelijke

Nadere informatie

Inschrijving RBB-AWARD 2018

Inschrijving RBB-AWARD 2018 Inschrijving RBB-AWARD 2018 Organisatie: het Kadaster Contactpersonen voor de RBB over deze good practice: Esther van Kooten Niekerk (esther.kootenniekerk@kadaster.nl, 0652481542) Akkoord lid Raad van

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Basisregistratie Ondergrond 2018 Bronhouder: Gooise Meren Datum dagelijks bestuur vaststelling: [verplicht invulveld] Rapportage BRO 2018 - bronhouder Gooise Meren - Pagina 1

Nadere informatie

Paul Janssen (RAVI), Wilko Quak (TU Delft), Paul van Asperen (RWS-AGI)

Paul Janssen (RAVI), Wilko Quak (TU Delft), Paul van Asperen (RWS-AGI) Jeroen Overbeek (GEON), Jandirk Bulens (Alterra), 116 Paul Janssen (RAVI), Wilko Quak (TU Delft), Paul van Asperen (RWS-AGI) Ontwikkeling van een Grootschalige Basiskaart Rijkswaterstaat als onderdeel

Nadere informatie

ons kenmerk BABVI/U201200418 Lbr. 12/035

ons kenmerk BABVI/U201200418 Lbr. 12/035 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Basisregistratie Grootschalige Topografie en Geo-informatie uw kenmerk ons kenmerk BABVI/U201200418 Lbr. 12/035

Nadere informatie

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen Bijlage 2 Bijlage EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen 1. Aanleiding Gegeven de huidige situatie van de overheidsfinanciën en het EMU-tekort van Nederland krijgt het EMU-saldo van de waterschappen

Nadere informatie

Data (model) voor Waterveiligheid

Data (model) voor Waterveiligheid Data (model) voor Waterveiligheid Lennaert Denekamp Adviseur Waterkeringen Dinsdag 13 december 2016 11:30 12:15 Inhoud presentatie Voorstellen en inhoud presentatie Algemeen beeld van DAMO Aan de slag

Nadere informatie

GBKN het einde van een tijdperk. BGT contactdag Zuid, 1 oktober 2015 Harrie Nuijten voorzitter St GBKN Zuid

GBKN het einde van een tijdperk. BGT contactdag Zuid, 1 oktober 2015 Harrie Nuijten voorzitter St GBKN Zuid GBKN het einde van een tijdperk GBKN de route naar uniforme grootschalige topografie In de 30 er jaren, zorgen over schade aan kabels en leidingen 1975-1985: Kadaster taakstelling GBKN vervaardiging Fotogrammetrie

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam Dienst Persoons- en Geo-informatie Het nut van basisregistraties bij de gemeente

Gemeente Amsterdam Dienst Persoons- en Geo-informatie Het nut van basisregistraties bij de gemeente Gemeente Amsterdam Dienst Persoons- en Geo-informatie Het nut van basisregistraties bij de gemeente Ad van der Meer Manager unit Geo-Informatie, gemeente Amsterdam Scope Algemene waarnemingen: typisch

Nadere informatie

Het Digitaal Topografisch Bestand

Het Digitaal Topografisch Bestand Het Digitaal Topografisch Bestand het basisbestand voor Rijkswaterstaat Rob van der Schoot (RWS-AGI) Voorbeeld DTB Het Digitaal Topografisch Bestand 2 Kenmerken DTB Het Digitaal Topografisch Bestand 3

Nadere informatie

Inleiding Organisatie en kosten Bestek 2010 GBKN bijhouding Procedure Werkwijze Overeenkomst tussen gemeente en GBKN stichting

Inleiding Organisatie en kosten Bestek 2010 GBKN bijhouding Procedure Werkwijze Overeenkomst tussen gemeente en GBKN stichting Integratie bijhouding GBKN + BAG-geometrie Inleiding Organisatie en kosten Bestek 2010 GBKN bijhouding Procedure Werkwijze Overeenkomst tussen gemeente en GBKN stichting Deelnemersdag Apeldoorn 17 maart

Nadere informatie

Business case Digikoppeling

Business case Digikoppeling Business case Digikoppeling Versie 1.0 Datum 02/06/2014 Status Definitief Van toepassing op Digikoppeling versies: 1.0, 1.1, 2.0, 3.0 Colofon Logius Servicecentrum: Postbus 96810 2509 JE Den Haag t. 0900

Nadere informatie

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Toelichting Waterschappen onderling, dan wel waterschappen en provincies en/of waterschappen,

Nadere informatie

Samenwerking en bestrijding

Samenwerking en bestrijding Samenwerking en bestrijding Onderzoek naar organisatorische grenzen voor de muskusrattenbestrijding 8 april 2009 2009-0962/AS/jg/md Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 4 1 Inleiding... 7 Achtergrond en

Nadere informatie

Distributie. Centrale. Laag

Distributie. Centrale. Laag Distributie Centrale Laag Wat levert de CDL: Geografische data van het watersysteem, waterkeringen, kabels/leidingen en administratieve grenzen Eén landsdekkend beeld van alle waterschappen gezamenlijk

Nadere informatie

SamenwerkingsVerband Bronhouders BGT. Voortgang transitiepilots BGT

SamenwerkingsVerband Bronhouders BGT. Voortgang transitiepilots BGT SamenwerkingsVerband Bronhouders BGT en Voortgang transitiepilots BGT Adrie Noorlander Bouwteam SVB-BGT Deelnemersbijeenkomst Stichting GBKN Gelderland/Flevoland, 5 oktober 2011 Inhoud deel SVB-BGT Belang

Nadere informatie

Vragen commissie Bestuur en Middelen over raadsvoorstel kredietaanvraag BGT.

Vragen commissie Bestuur en Middelen over raadsvoorstel kredietaanvraag BGT. Memo Aan De leden van de commissie Bestuur en Middelen Van J.W. van Dongen Doorkiesnummer Datum 4 juli 2014 Afschriften aan Betreft Vragen commissie Bestuur en Middelen over raadsvoorstel kredietaanvraag

Nadere informatie

De stand van de BGT. Monitorrapportage november 2013

De stand van de BGT. Monitorrapportage november 2013 De stand van de BGT Monitorrapportage november 2013 De stand van de BGT Monitorrapportage november 2013 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 7 Rapportage november 2013 8 Leeswijzer 9 1 Organisatie 11 2

Nadere informatie

Legger van de waterkeringen

Legger van de waterkeringen katern: kade waterberging Eendragtspolder Legger van de waterkeringen Katern: Versie: maart 2012 : , katern Inleiding Het leggerkatern maakt deel uit van de legger van de waterstaatswerken van het, leggeronderdeel

Nadere informatie

Beheer Grootschalige Topografie voor nietbronhouders

Beheer Grootschalige Topografie voor nietbronhouders Beheer Grootschalige Topografie voor nietbronhouders Campus, recreatie- of bedrijventerrein uniform in beeld Nu alle bronhouders van de Basisregistratie Grootschalige Topografie BGT aangesloten zijn op

Nadere informatie

Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering

Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering Wat zijn primaire waterkeringen? Primaire waterkeringen zijn dijken en kades die het Rivierengebied beschermen tegen het rivierwater van de

Nadere informatie

Legger van de waterkeringen

Legger van de waterkeringen katern: Legger van de waterkeringen Katern: Versie: maart 0 : , katern Inleiding Het leggerkatern maakt deel uit van de legger van de waterstaatswerken van het, leggeronderdeel Boezemwaterkeringen. Deze

Nadere informatie

Startbijeenkomst Transitieregio N-Limburg 1 e ervaringen. Rudolf van Summeren

Startbijeenkomst Transitieregio N-Limburg 1 e ervaringen. Rudolf van Summeren Startbijeenkomst Transitieregio N-Limburg 1 e ervaringen Rudolf van Summeren Basisregistratie Grootschalige Topografie I IMGEO IMBGT Agenda: - Venray? - Waarom doen we het? - Venray naar IMGeo 1.0: wat

Nadere informatie

Legger waterkeringen. Dijkring 78 dijkvak Sleydal

Legger waterkeringen. Dijkring 78 dijkvak Sleydal Legger waterkeringen Dijkring 78 dijkvak Sleydal Toelichting legger waterkeringen Inleiding Voor u ligt de legger waterkeringen van Dijkring 78, dijkvak Sleydal. Het waterschap is beheerder van de waterkeringen

Nadere informatie

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Legger watersysteem regio Zuid-West Nummer: Bestuursstukken\1743 Agendapunt: 6 DB: Ja 10-11-2014 BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja 21-01-2015 AB: Ja 04-02-2015 Opsteller: Schelte Kooistra, 0598-693280

Nadere informatie

verwachten? Symposium BGT Ernst Koperdraat, wnd directeur SVB BGT Doel van de wet BGT

verwachten? Symposium BGT Ernst Koperdraat, wnd directeur SVB BGT Doel van de wet BGT Wat kunt u van het SVB BGT verwachten? Symposium BGT Ernst Koperdraat, wnd directeur SVB BGT Doel van de wet BGT lleoverheden gebruiken de zelfde basisset aan gegevens lle overheden gebruiken de zelfde

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage

Verantwoordingsrapportage Verantwoordingsrapportage Basisregistratie Ondergrond 2018 Bronhouder Waterschap Rijn en IJssel Datum dagelijks bestuur vaststelling: 26 maart 2019 Rapportage BRO 2018 - bronhouder Waterschap Rijn en IJssel

Nadere informatie

Met de BGT eenvoudig je beheerkaarten op orde.

Met de BGT eenvoudig je beheerkaarten op orde. Met de BGT eenvoudig je beheerkaarten op orde. Rotterdam, 5 juni 2018 kennis, klankbord, inspiratie www.stadswerk.nl 1 Programma 14.00 uur Welkom 14.15 uur Aanpak BOR-BGT, Sandra Leijten, VNG realisatie

Nadere informatie

BAG BGT Bert ten Brinke Nieuwland Geo-Informatie 16 oktober 2014

BAG BGT Bert ten Brinke Nieuwland Geo-Informatie 16 oktober 2014 BAG BGT Bert ten Brinke Nieuwland Geo-Informatie 16 oktober 2014 Agenda Kennismaken Relatie basisregistraties / BAG / BGT Wat is de BGT LSV-BGT Relatie BAG BGT Relatie BGT / Maatschappij en binnengemeentelijke

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Algemeen bestuur Datum voorgelegd 6 juli 2017 Agendapunt, Onderwerp 5.2c, Begroting 2018 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013

Nadere informatie

Workshop IMGeo 2.2 Impactanalyse

Workshop IMGeo 2.2 Impactanalyse Workshop IMGeo 2.2 Impactanalyse BGT-contactdagen Najaar 2018 Silvy Horbach Regisseur SVB-BGT IMGEO 2.2 Proces tot nu toe: 2017: Inventarisatie van wensen, praktische issues, fouten en aanvullingen 2017-2018:

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Algemeen bestuur Datum voorgelegd 6 juli 2017 Agendapunt, Onderwerp.., Begroting 2018 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013 Intern

Nadere informatie

Resultaten GeoMonitor Water. Geanonimiseerd

Resultaten GeoMonitor Water. Geanonimiseerd Resultaten GeoMonitor Water Geanonimiseerd Versie: 0.4 13-10-2015 1 Inleiding... 3 2 Vergelijking GIS / Geo voorziening... 4 2.1 GIS / Geo personeel... 4 2.2 Gebruik... 6 2.3 Kwaliteit... 8 2.4 Kosten...

Nadere informatie

Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Heeze, 3 oktober 2007 Ir.L.M.Murre, LSV GBKN

Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Heeze, 3 oktober 2007 Ir.L.M.Murre, LSV GBKN Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Heeze, 3 oktober 2007 Ir.L.M.Murre, LSV GBKN Inhoud Basisregistraties Wat is een basisregistratie? Eisen, het stelsel en andere basisregistraties; Basisregistratie

Nadere informatie

Basisregistratie Grootschalige Topografie RSV Noord Holland 29 september 2008 Ruud van Rossem

Basisregistratie Grootschalige Topografie RSV Noord Holland 29 september 2008 Ruud van Rossem Basisregistratie Grootschalige Topografie RSV Noord Holland 29 september 2008 Ruud van Rossem 29 september Basisregistratie Grootschalige Topografie - E-Overheid - Basisregistraties -BGT 29 september Basisregistratie

Nadere informatie

Kadaster. Bijeenkomst VIAG 28 augustus 2015. Henk Polet Key accountmanager

Kadaster. Bijeenkomst VIAG 28 augustus 2015. Henk Polet Key accountmanager Kadaster Henk Polet Key accountmanager Wie, wat en hoe Organisatie Taken Kadaster Uitvoering Continuering Rechtzekerheid Gids Platform 2 Organisatie 3 Taken Wettelijke taken het bijhouden van de openbare

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer Der Staten-Generaal Binnenhof 21-23 2513 AA Den Haag

De Voorzitter van de Eerste Kamer Der Staten-Generaal Binnenhof 21-23 2513 AA Den Haag > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer Der Staten-Generaal Binnenhof 21-23 2513 AA Den Haag Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag Bijlage(n) 3 Datum

Nadere informatie

Op weg naar een uniforme BGT Ingrid Hugen (SVB-BGT) en Arnoud de Boer (Geonovum) Workshop BGT contactmiddag 6 oktober 2016

Op weg naar een uniforme BGT Ingrid Hugen (SVB-BGT) en Arnoud de Boer (Geonovum) Workshop BGT contactmiddag 6 oktober 2016 Op weg naar een uniforme BGT 2020 Ingrid Hugen (SVB-BGT) en Arnoud de Boer (Geonovum) Workshop BGT contactmiddag 6 oktober 2016 Inspanningen SMARTdoelen ER-doelen (beter, meer,) Doelen en inspanningen

Nadere informatie

Gelderland Flevoland en Overijssel

Gelderland Flevoland en Overijssel Gelderland Flevoland en Overijssel Rijn en IJssel Rivierenland Groot Salland Reest en Wieden Vallei en Veluwe Provincie Gelderland Provincie Overijssel Twente IJsselland Flevoland Flevoland - Koploper

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur Opsteller Adrie-Jan de Korte Aantal pagina s 9 Behandelend gremium Algemeen bestuur Datum voorgelegd 1 juli 2013 Agendapunt, Onderwerp 5, Begroting 2014 Agendering Ter besluitvorming Kopie aan 19-2-2013

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014 Besluit van gedeputeerde staten van Noord-Holland van 8 juli 2014, van Zuid- Holland van 15 juli 2014 en van Utrecht van 1 juli 2014 houdende nadere regels met betrekking tot regionale waterkeringen (Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

LSV GBKN 25 jaar Publiek Private samenwerking in de keten tijd voor verandering Basisregistratie Grootschalige Topografie BGT

LSV GBKN 25 jaar Publiek Private samenwerking in de keten tijd voor verandering Basisregistratie Grootschalige Topografie BGT LSV GBKN 25 jaar Publiek Private samenwerking in de keten tijd voor verandering Basisregistratie Grootschalige Topografie BGT meeting GIN regio Zuid en AGIV "Qui audet adipiscitur" Vrijdag 25 juni 2010

Nadere informatie

De stand van de BGT. Monitorrapportage oktober Ministerie van Infrastructuur en Milieu in samenwerking met het SVB-BGT

De stand van de BGT. Monitorrapportage oktober Ministerie van Infrastructuur en Milieu in samenwerking met het SVB-BGT De stand van de BGT Monitorrapportage oktober 2014 Dit is een uitgave van het programmabureau BGT van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in samenwerking met het SVB-BGT Kaarten en grafieken Geodan

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen 2014-2015 Inhoudsopgave 1. Regionale samenwerking 3 1.1. Inleiding 3 1.2. Bestuurlijke afspraken 3 1.3. Doelen en resultaten 4 1.4. Visitatiecommissie

Nadere informatie

iei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap Adres

iei en uwe Register gemeenschappelijke regelingen uw WATERSCHAP waterschap Adres waterschap iei en uwe uw WATERSCHAP Adres Telefoon E-Mail Website Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn (055) 527 29 11 info@vallei-veluwe.nl www.vallei-veluwe.nl Register gemeenschappelijke

Nadere informatie

Van GBKN naar BGT Lijngericht vector naar BGT

Van GBKN naar BGT Lijngericht vector naar BGT Van GBKN naar BGT Lijngericht vector naar BGT Den Bosch 24 november 2015 Geobuzz Hendrik van der Berg(Alliander) Geobuzz GBKN naar BGT 1 Netbeheerder Liander Liander is de netbeheerder binnen Alliander

Nadere informatie

Verantwoordingsrapportage BGT 2017

Verantwoordingsrapportage BGT 2017 Verantwoordingsrapportage BGT 2017 Beheer en Bestuur Basisregistratie Grootschalige Topografie Bronhouder Datum vaststelling rapportage: Datum dagelijks bestuur vaststelling: Datum agendering algemeen

Nadere informatie

Statenvoorstel nr. PS/2007/125

Statenvoorstel nr. PS/2007/125 Statenvoorstel nr. PS/2007/125 Vaststelling onderdeel primaire waterkeringen Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland Jaargang Datum Ons kenmerk Inlichtingen bij 2007-14 13 februari 2007 2007/0053858

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer

MJA-Sectorrapport Afvalwaterzuiveringsbeheer MJA-Sectorrapport 2015 Afvalwaterzuiveringsbeheer Colofon Projectnaam: MJA-monitoring 2015 Sector: Afvalwaterzuiveringsbeheer Datum: 161017 Status: Kenmerk: Locatie: Contactpersoon: Definitief HVDK/156024

Nadere informatie

Een Geo-Dynamisch Omgevingsplan. De BGT, Een onmisbare informatieregisseur In een dynamische omgeving

Een Geo-Dynamisch Omgevingsplan. De BGT, Een onmisbare informatieregisseur In een dynamische omgeving Een Geo-Dynamisch Omgevingsplan De BGT, Een onmisbare informatieregisseur In een dynamische omgeving Participatie Domein Ruimtelijk beleid en visie Domein WABO Domein Geo Domein bestuur UITFASEREN VISIE

Nadere informatie

Basisregistratie Grootschalige Topografie

Basisregistratie Grootschalige Topografie Basisregistratie Grootschalige Topografie 12 november 2015, Provero bijeenkomst Irina Entrop (Geonovum)& Coby Arts (I&M) 17 november 2015 Er was eens 2 30 januari 2014 3 Doel van de BGT De hele overheid

Nadere informatie

Offerte Transitie en bijhouding BGT. Bronhouder

Offerte Transitie en bijhouding BGT. Bronhouder Offerte Transitie en bijhouding BGT Bronhouder Amersfoort, 6 januari 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Informatiemodel geografie een basis voor informatieuitwisseling. Linda van den Brink, Geonovum 30 april 2015

Informatiemodel geografie een basis voor informatieuitwisseling. Linda van den Brink, Geonovum 30 april 2015 Informatiemodel geografie een basis voor informatieuitwisseling Linda van den Brink, Geonovum 30 april 2015 Geonovum De overheid beter laten presteren met geo-informatie. Beschikbaarheid Bruikbaarheid

Nadere informatie

CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA

CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA BIJLAGE CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA MODERNISERING GBA De documenten waarnaar wordt verwezen zijn opgesteld met inachtneming van de kabinetsrichtlijnen voor grote ICT-projecten.

Nadere informatie

BGT migratie Spijkenisse

BGT migratie Spijkenisse BGT migratie Spijkenisse Erwin van Leiden Teamcoördinator Geo-informatie Plv directeur Syntrophos Matty Lakerveld, directeur, Crotec 12/11/2014 Even voorstellen: 2 Korte introductie Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL Concept Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen Contactpersoon M.C.E. Faasse Doorkiesnummer 1 AANLEIDING EN DOEL De direct secundaire waterkering langs de Vecht rond Slot

Nadere informatie

Kernregistratie Openbare Ruimte Overheid & ICT, Utrecht

Kernregistratie Openbare Ruimte Overheid & ICT, Utrecht Kernregistratie Openbare Ruimte Overheid & ICT, Utrecht DE KERNREGISTRATIE OPENBARE RUIMTE IS EEN ONMISBAAR INSTRUMENT VOOR IEDERE OVERHEIDSORGANISATIE DIE BEHEERTAKEN IN DE OPENBARE RUIMTE HEEFT René

Nadere informatie

BGT in de keten van inwinning en beheer

BGT in de keten van inwinning en beheer BGT in de keten van inwinning en beheer Bart van der Lely bart.vanderlely@grontmij.nl 1 Grontmij Intranet Internet GeoWeb Ruimtelijke Ordening Beheer Openbare Ruimte Belastingen Raadpleeg Milieuvergunningen

Nadere informatie