Versie 03/10/2016 em ( zorg )

Transcriptie

1 Versie 03/10/2016 em ( zorg ) Schoolwerkplan Onderwijsstraat Halle Gemeenveldstraat Beersel (Alsemberg) (filiaal lagere graad, gelegen naast CC De Meent)

2 Wie zijn wij? Onze academie is op het grondgebied van de stad Halle gelegen; we hebben een filiaal op het grondgebied van de gemeente Beersel. De stad Halle is inrichtende macht van het geheel. Samen met de Servaisacademie voor muziek, woord en dans vormen wij het DKO in de regio Halle. Andere academies in de regio zijn er in Sint-Pieters-Leeuw, Anderlecht, Alsemberg, Gooik, Herne, Ninove, Liedekerke, Eigenbrakel. Wat doen wij? Ons belangrijkste doel is kwalitatief kunstonderwijs (zie APP) aan te bieden aan de bevolking van deze regio. Hiermee zijn we in staat op langere termijn richting te geven aan het lokale en regionale kunstgebeuren. Bijkomend stellen we voorop om het culturele leven in de regio te versterken door naast kunstonderwijs aan te bieden ook effectief deel te nemen aan het cultuurleven.

3 Schoolteam en vakteams Onze academie kent een opbouw zoals die is vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse Regering houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting "Beeldende kunst". Daardoor bestaan er twee stromen doorheen onze academie: - lagere graad voor kinderen en middelbare graad voor jongeren, - middelbare graad, hogere graad en specialisatiegraad voor volwassenen. Leerkrachten en andere medewerkers groeperen zich in vakteams volgens dezelfde structuur. Deze vakteams zorgen voor een gelijkgerichtheid van leerkrachten om de leerlingen een optimaal leerkader te bieden. De vakteams respecteren de autonomie, stijl en opvattingen van de individuele leerkracht. Deze vakteams bespreken, doen voorstellen en nemen besluiten die betrekking hebben op het leerkader en de invulling ervan. Het team zorgt zelf voor initiatief en verslaggeving van hun overlegmomenten. Een pedagogisch coördinator heeft in de werking van het team een stimulerende en begeleidende opdracht. Het grote schoolteam vergadert viermaal per schooljaar. Het bespreekt, doet voorstellen en neemt besluiten over het totale onderwijskader en de invulling ervan. De directeur is voorzitter en het secretariaat zorgt voor verslaggeving. Pedagogische coördinatie Pedagogische coördinatie geeft de academie meer beleidskracht. Wij trekken een aantal lestijden uit voor pedagogische coördinatie. Wij verdelen die opdracht tussen hoger en lager secundair. Een pedagogisch coördinator kan ook overkoepelend voor beide groepen functioneren. De pedagogisch coördinatoren zwengelen de dynamiek van de vakteams aan. Ze zorgen ervoor dat meningen, standpunten, intenties, ideeën, doelstellingen, geformuleerd, gerealiseerd, opgevolgd en geëvalueerd worden. Het werkterrein van de pedagogisch coördinatoren ligt hoofdzakelijk op het pedagogisch vlak, maar heeft raakvlakken in organisatie, overleg,

4 Evalueren In onze academie evalueren wij het leerproces van onze leerlingen op regelmatige basis. Hierbij hanteren we vooral principes die erop gericht zijn de leerling in zijn artistieke ontwikkeling zoveel mogelijk te stimuleren. We inspireren ons hierbij op het gedachtegoed en praktijk van Kunstig competent, zoals uitgewerkt door de Hogeschool Limburg en het GO! Evaluatie houdt geen oordeel in, maar beschrijft de stand van zaken, zodanig dat de leerling te weten komt hoe die zijn of haar traject heeft afgelegd en hoe het verder kan gaan. De evaluatie gebeurt daarom het best verbaal. Quoteringen laten we hierbij achter ons.

5 Lagere graad Algemeen Beeldende Vorming Vanaf het eerste tot het zesde leerjaar (vanaf 6 tot 11 jaar). Je kunt hiervoor terecht in de Meiboom in Halle of in ons filiaal t Meiboompje in Alsemberg. Je volgt hetzelfde leerjaar dan in de lagere school. Je volgt 2 lestijden per week. Gedurende de zes leerjaren van de lagere graad begeleidt de leerkracht jou in je zoektocht naar mogelijkheden om je beeldend uit te drukken. De leerkracht zorgt ervoor dat je voortdurend verwonderd bent tegenover de buitenwereld maar ook ten aanzien van je eigen kunnen. Deze verwondering is een startschot om je wereld opnieuw te bedenken en zo tot beeldend werk of een eigen creatie te komen. In elk leerjaar gebruik je een werkschriftje waarin je ideeën en beelden bewaart, bewerkt of dingen uitprobeert. Om jouw ideeën gemakkelijker vorm te geven, bouw je gedurende de zes leerjaren, een basiskennis op van materialen en technieken en reikt je leerkracht je al het nodige aan: compositie, afsnijding, licht/donker, kleur, vorm Via allerlei projecten, door een tentoonstelling te bezoeken, prikkelt ze jou en probeert ze je heel erg te motiveren om steeds maar verder te gaan. Evalueren De leerkracht houdt rekening met je eigenheid en je mogelijkheden. Haar wijze van evalueren is hier ook op afgestemd.. Tweemaal per schooljaar krijg je een evaluatiefiche mee. Daarop zie je verschillende rollen staan: de onderzoeker, vakman, kunstenaar, samenspeler en unieke ik. Voor jouw leeftijdsgroep heeft je leerkracht deze rollen vertaald naar de Gedreven Harry, Handige Harry, Geniale Harry, Helpende Harry en de Unieke Harry ).

6 . Gedurende het hele jaar volgt zij wat je allemaal realiseert. Iedere leerkracht van de lagere graad kiest hiervoor een eigen werkwijze. Zit je bij de allerjongsten, dan vinden wij het als leerkracht heel belangrijk om je aan te moedigen en je heel veel positieve feedback te geven. Naarmate je ouder wordt, zal je op de evaluatiefiche zien dat we ons ook stilaan meer op inhoud richten. Om tijdens de zomervakantie al eens te proeven van wat de Meiboom je te bieden heeft, kun je naar de vakantieacademie komen: Vakantieacademie de Meiboom Halle Zit je na de zomervakantie in de lagere school dan kun je terecht in onze vakantieacademie. Je schrijft je op voorhand in voor één of meerdere weken. Dit zijn steeds de eerste twee weken van juli en de laatste twee weken van augustus. De activiteiten worden uitgewerkt en begeleid door enthousiaste monitoren. Je sluit aan bij een groep volgens je interesse. Op het einde van elke week is er voor de ouders telkens een toonmoment ingelast. De monitoren zijn minstens 17 jaar en student uit het (deeltijds) kunstonderwijs of hebben er een diploma van.

7 Middelbare graad jongeren Beeldende vorming Vanaf het eerste tot het zesde middelbaar (vanaf 12 tot 17 jaar) Je volgt hetzelfde leerjaar dan in de middelbare school. Je volgt 4 lestijden per week. De leerkracht bereidt je voor op doorstroming naar het hoger kunstonderwijs of de hogere graad van onze academie. Je kan deze cursus ook zien als een op zichzelf staande opleiding. Je krijgt drie vakken: waarnemingstekenen, vormstudie en kleurstudie. Je leerkracht geeft die echter zodanig door elkaar dat het wel lijkt dat je maar één vak krijgt. Je tekent, schildert, je maakt 3D-werken, grafisch werk, je leert alles over kleur, De meeste opdrachten starten met een grondige voorbereiding: je bestudeert en herinterpreteert inspirerende documentatie, je zoekt al tekenend je weg (waarnemingstekenen of ontwerptekenen) of je experimenteert met materialen en technieken. Je schetsboek is onmisbaar in je zoektocht naar een persoonlijke interpretatie van de opdracht. Je schetsboek toont de weg die je aflegt. Elke schets die je maakt(e) is waardevol en maakt deel uit van jouw ontwerp- en denkproces. Hoe degelijker en meer uitgediept je voorbereiding is, hoe meer dit leidt tot een beter afgewerkt resultaat. Naast je grondig voorbereide opdrachten (voorstudies) is er ook ruimte voor je opdrachten waar spontaniteit centraal staat. Inspiratie voor onderwerpen en thema s vind je in je eigen omgeving en leefwereld maar ook in de kunstwereld en de actualiteit.

8 In de middelbare graad voor jongeren ligt de nadruk op: - verscheidenheid en afwisseling van activiteiten, onderwerpen, thema s, technieken en materialen - de zoektocht naar je persoonlijke voorkeuren: stijl, beeldtaal, schriftuur, kleurkeuze, - originaliteit en creativiteit - leren weergeven, interpreteren, abstraheren, stileren, fantaseren, creëren, experimenteren, - leren hanteren en combineren van materialen en technieken - perspectief, kleurenleer, compositieleer, - waardering en respect voor je eigen werk en het werk van anderen - open en onbevooroordeeld leren kijken naar het werk van kunstenaars Evalueren Het hele jaar door krijg je feedback van de leerkracht: mondelinge evaluaties en permanente begeleiding. Daarnaast streef je naar zelfstandigheid. Tweemaal per schooljaar krijg je een schriftelijke evaluatie. Op het einde van het zesde jaar worden je werken geëvalueerd door een jury. De jury heeft oog voor het verdere verloop van je studies in het hoger onderwijs, in de hogere graad of voor je mogelijkheden in het verdere artistieke leven. Tijdens de jurywerkzaamheden is je leerkracht aanwezig om werken van haar studenten toe te lichten. Leerlingen kunnen ook zelf hun werk toelichten. De jury maakt je een schriftelijk verslag over.

9 Middelbare graad jongeren Textiele vorming Vanaf het eerste tot het zesde middelbaar (vanaf 12 tot 17 jaar) Je volgt hetzelfde leerjaar als in de middelbare school. Je volgt 4 lestijden per week. De middelbare graad textiel is een kennismaking met wat textielkunst kan zijn. Je volgt gezamenlijk les met volwassen leerlingen. Je krijgt één lestijd waarnemingstekenen en drie lestijden textiele werkvormen. Je leerkracht geeft die echter zodanig door elkaar dat het wel lijkt dat je maar één vak krijgt. In het atelier textiel: - ontwikkel je je eigen beeldtaal en visie op textielkunst. - verwerk je en gebruik je impressies en visuele informatie (tentoonstellingen, modeshows, films, toneel, boeken, historisch en etnografisch textiel, kunst, internet, ) als inspiratiebron voor persoonlijk en origineel werk. - streef je naar verscheidenheid en afwisseling van onderwerpen, thema s, technieken, materialen, - maak je kennis met de verschillende toepassingsmogelijkheden van textiel, d.i. het zelfstandig kunstwerk (object, sculptuur, installatie, wandtapijt, ) of toegepast textiel (textiel in functie van bv architectuur, binnenhuisarchitectuur, theater, mode, natuur ) - experimenteer je met en combineer je materialen en technieken - werk je met losse vezels (vilten, papier gieten of scheppen, lijmen, spinnen, ) - werk je met draden (haken, breien, weven, knopen, macramé, vlechten, omwikkelen, ) - werk je met stoffen (appliqueren, stapelen, rimpelen, knippen, scheuren, stikken, wateren, draperen, sculptureren, smelten, ) - werk je met kleuren (batikken, shibori, tie &dye, zijde-schilderen, stempelen, dompelen, )

10 - verwerk je met niet-textiele materialen op een textiele manier (takken, metaaldraad, plastic, papier, ) Bij de meeste opdrachten start je met grondige voorbereidingen: - je zoekt en bestudeert inspirerende documentatie, - je maakt tekeningen (waarnemingstekenen of ontwerptekenen), - je experimenteert met materialen en technieken, - je maakt stalen, patronen, kleurstudies, Dit hele proces vormt de basis voor een doordacht en persoonlijk textiel eindresultaat dat zowel visueel als tactiel interessant is. Evalueren Het hele jaar door krijg je feedback van de leerkracht; mondelinge evaluaties en permanente begeleiding maar daarnaast streef je ook naar zelfstandig werken. Tweemaal per schooljaar krijg je een schriftelijke evaluatie. Op het einde van het zesde jaar worden je werken geëvalueerd door een jury. De jury heeft oog voor verdere studies in het hoger kunstonderwijs, in de hogere graad van een andere academie of voor de mogelijkheden van de leerling in het artistieke leven. Tijdens de jurywerkzaamheden is je leerkracht aanwezig om werken van haar studenten toe te lichten. Leerlingen kunnen ook zelf hun werk toelichten. De jury maakt je een schriftelijk verslag over.

11 Middelbare Graad Volwassenen Oriëntatie (2 focussen) Volwassenen (+16) beginnen in het vijfde leerjaar. Je volgt 4 lestijden per week. Je kunt deze opleiding beginnen zonder enige voorkennis. De leerkracht bereidt je voor op doorstroming naar de hogere graad of je kan deze cursus ook zien als een op zichzelf staande basiscursus. Je kiest tussen één van de twee aangeboden focussen. In beide ateliers ligt de nadruk op : - Je verwerkt impressies (waarneming) en visuele informatie - in de zoektocht naar je persoonlijk en origineel werk bestudeer je en bekijk je kunst, inspirerende documentatie, tentoonstellingen, en gebruik je dit als inspiratiebron. - je stimuleert je creativiteit en creatief denken, originaliteit, zelfstandigheid - je leert kijken, weergeven, interpreteren, stileren, abstraheren. - je leert en combineert verschillende technieken. - je leert materialen hanteren en combineren. - perspectieftekenen, kleurenleer, compositieleer, Evalueren Het hele jaar door krijg je feedback van de leerkracht; mondelinge evaluaties en permanente begeleiding. Tweemaal per schooljaar krijg je een schriftelijke evaluatie. Op het einde van het zesde jaar worden je werken geëvalueerd door een jury. De jury bekijkt je werk met het oog op je verdere studie in de hogere graad. Tijdens de jurywerkzaamheden is je leerkracht aanwezig om werken van haar studenten toe te lichten. Leerlingen kunnen ook zelf hun werk toelichten. De jury maakt je een schriftelijk verslag over.

12 Focus 1 Middelbare graad volwassenen Oriëntatie focus Waarneming Van de vier lestijden zijn er drie waarnemingstekenen en één kunstinitiatie. In de focus waarneming vertrek je vanuit je eigen waarneming. Ruim geïnterpreteerd betekent dit dat je kijkt. Meer specifiek uitgedrukt: je ziet, voelt en ervaart. Dit leidt tot een meer bewuste waarneming. Bewust leren waarnemen kan je zien als een basis om je beeldend uit te drukken. Je benut je tekenvermogen ten volle, wanneer je niet enkel vanuit het denken en het weten tracht te tekenen maar ook vanuit het gericht kijken of zien. Een ruim aanbod van technieken en inzichten in diverse beeldaspecten stelt je in staat om tal van uitdrukkingsmogelijkheden te exploreren en te ervaren. Alhoewel tekenen en schilderen het meeste aan bod komen, maak je ook kennis met andere beeldende middelen, zoals collage, mixed media, keramiek, monotype.

13 Focus 2 Middelbare graad volwassenen Oriëntatie focus Kunstinitiatie Van de vier lestijden is er één waarnemingstekenen en drie kunstinitiatie. Inspiratie voor onderwerpen en thema s vind je in je eigen leefwereld maar ook in de kunstwereld en (kunst-)actualiteit (tentoonstellingen). Je werkt met verschillende initiatieateliers (toegepaste grafiek, grafiek, keramiek, tekenen, schilderen, textielkunst, mixed-media ). Bij de meeste opdrachten start je met grondige voorbereidingen: je zoekt en bestudeert inspirerende documentatie, je maakt tekeningen (waarnemingstekenen of ontwerptekenen), je experimenteert met materialen en technieken, je maakt stalen, patronen, kleurstudies, Dit hele proces vormt de basis voor een doordacht en persoonlijk eindresultaat.

14 Middelbare graad volwassenen Textiele vorming Vijfde en zesde middelbaar (16+) Je volgt 4 lestijden per week. De middelbare graad textiel is een kennismaking met wat textielkunst kan zijn. Je volgt gezamenlijk les met jongere leerlingen. Je krijgt één lestijd waarnemingstekenen en drie lestijden textiele werkvormen. Je leerkracht geeft die echter zodanig door elkaar dat het wel lijkt dat je maar één vak krijgt. In het atelier textiel: - ontwikkel je je eigen beeldtaal en visie op textielkunst. - verwerk je en gebruik je impressies en visuele informatie (tentoonstellingen, modeshows, films, toneel, boeken, historisch en etnografisch textiel, kunst, internet, ) als inspiratiebron voor persoonlijk en origineel werk. - streef je naar verscheidenheid en afwisseling van onderwerpen, thema s, technieken, materialen, - maak je kennis met de verschillende toepassingsmogelijkheden van textiel, d.i. het zelfstandig kunstwerk (object, sculptuur, installatie, wandtapijt, ) of toegepast textiel (textiel in functie van bv architectuur, binnenhuisarchitectuur, theater, mode, natuur ) - experimenteer je met en combineert materialen en technieken - werk je met losse vezels (vilten, papier gieten of scheppen, lijmen, spinnen, ) - werk je met draden (haken, breien, weven, knopen, macramé, vlechten, omwikkelen, ) - werk je met stoffen (appliqueren, stapelen, rimpelen, knippen, scheuren, stikken, wateren, draperen, sculptureren, smelten, )

15 - werk je met kleuren (batikken, shibori, tie &dye, zijde-schilderen, stempelen, dompelen, ) - verwerk je niet-textiele materialen op een textiele manier (takken, metaaldraad, plastic, papier, ) Bij de meeste opdrachten start je met grondige voorbereidingen: - je zoekt en bestudeert inspirerende documentatie, - je maakt tekeningen (waarnemingstekenen of ontwerptekenen), - je experimenteert met materialen en technieken, - je maakt stalen, patronen, kleurstudies, Dit hele proces vormt de basis voor een doordacht en persoonlijk textiel eindresultaat dat zowel visueel als tactiel interessant is. Evalueren Het hele jaar door krijg je feedback van de leerkracht: mondelinge evaluaties en permanente begeleiding. Daarnaast streef je ook naar zelfstandig werken. Tweemaal per schooljaar krijg je een schriftelijke evaluatie. Op het einde van het zesde jaar worden je werken geëvalueerd door een jury. De jury heeft oog voor verdere studies in de hogere graad van een andere academie of voor je mogelijkheden in het artistieke leven. Tijdens de jurywerkzaamheden is je leerkracht aanwezig om werken van haar studenten toe te lichten. Leerlingen kunnen ook zelf hun werk toelichten. De jury maakt je een schriftelijk verslag over.

16 Hogere Graad Kunstgeschiedenis Vanaf 18jaar 2 lestijden om de 14 dagen (3 de en 4 de leerjaar van de hogere graad) Het vak kunstgeschiedenis sluit aan bij de vier opties van de hogere graad. Het is een verplicht vak. Je kan deze cursus ook als een op zichzelf staande basiscursus volgen. levenslange artistieke bewogenheid, eigen ontdekkingstocht, expressiekracht vergroten, kritische houding, verbeelding verscherpen, nieuwsgierig maken, kennis delen, De bedoeling van de lessen kunstgeschiedenis is een leerproces bij jou op gang te brengen en te stimuleren. Je leert kijken naar en praten over je eigen werk en het werk van anderen. Daarnaast krijg je een algemene oriëntatie met een zekere niet-strikte chronologie en een tijdsband die je als skelet kan hanteren. In de lessen kunstgeschiedenis is het van belang je interesse voor kunst in het algemeen te wekken. Je bekijkt de kunst vanuit verschillende vertrekpunten zoals morfologie, context, historisch kader Je benadert kunst niet alleen theoretisch, maar je werkt ook praktijkgericht op beeldaspecten (vb. kleur, compositie, lichtwerking).

17 In de lessen kunstgeschiedenis word je actief gestimuleerd om tentoonstellingen en musea te bezoeken. Je ontdekt parallellen tussen schilderkunst, beeldhouwkunst, bouwkunst, binnenhuiskunst, mode, design, toegepaste kunst, en de wereld van muziek en literatuur, filosofie, film en computer. Evalueren Op het einde van het schooljaar voer je een gesprek over je eigen werk, werk van een kunstenaar en/of een kunstmanifestatie waar je bij betrokken was. Tweemaal per jaar krijg je een schriftelijke evaluatie. Deze aparte evaluatiefiche wordt bij de evaluatiefiche van je atelier gevoegd.

18 Hogere graad Keramiek Vanaf 18 jaar 5 leerjaren, 8 lestijden per week, waarvan 1 lestijd ontwerpen en 1 lestijd kunstgeschiedenis in het derde en vierde jaar Ben je soms verwonderd door mooi aardewerk? Ben je geïnteresseerd in hedendaagse vormgeving en sculptuur? Benieuwd naar de hele culturele erfenis, geschiedenis en métier dat omsloten ligt in keramiek? Dan ben je klaar voor de kleiproef! Keramiek is een materiegebonden kunst waar een dialoog ontstaat tussen idee, materie, vormgeving en vuur. Een complexe aangelegenheid. Hoe klei in het kunstwerk wordt gekneed en geboetseerd, maakt deel uit van het creatieve denkproces. Het bepaalt het karakter van het kunstwerk. Daarom wordt een groot deel van de lessen toegespitst op verschillende keramische technieken. Dit gebeurt over de gehele cyclus. Je bouwt op met rollen of lappen klei, je draait op de pottenbakkersschijf, je boetseert naar levend model, je maakt mallen in gips, je maakt gietwerk, je werkt in steengoed, aardewerk, porselein, je leert raku en je maakt glazuurstudie. Je ervaart zo de verschillende, unieke mogelijkheden in klei en je krijgt hierdoor een inzicht in je artistieke mogelijkheden. Je wordt gestimuleerd om de materie, de klei en de vormgeving te onderzoeken, dit blijven in vraag te stellen en zelfs te veranderen. Je besteedt ook veel aandacht aan het ontwerpen van een welbepaald idee, vorm of concept. Daarom trek je een deel van de tijd uit voor de les ontwerpen. Je ontwerpt je kleiwerk al tekenend, maar ook in klei. De observatie van de elementen uit de natuur die

19 orde en ritme schept is heel wezenlijk. Je leert over verhouding en harmonie, naar vormgroei en vormsamenhang, naar kleur en decoratie. Regelmatig bezoek je tentoonstellingen met hedendaagse en historische keramiek en kunst. Ook bekijk je en bespreek je diavoorstellingen, documentatiemappen en boeken die verband houden met de interesse of aandachtspunt voor keramiek. Evalueren Het hele jaar door is er feedback van de leerkracht: mondelinge evaluaties en permanente begeleiding. Daarnaast streef je ook naar zelfstandig werken. Tweemaal per jaar krijg je een schriftelijke evaluatie. Op het einde van het vijfde jaar wordt je werk voorgesteld aan een externe jury. De jury heeft oog voor het metier en voor het artistieke denkproces dat via het tekenen tot stand komt in de klei. De jury is extern en heeft een brede kijk. Ze heeft voeling met het deeltijds kunstonderwijs. De eigen leerkracht is aanwezig om werken van haar studenten toe te lichten. De jury maakt een schriftelijk verslag voor de leerling.

20 Hogere graad Schilderkunst Vanaf 18 jaar 5 leerjaren, 8 lestijden per week, waarvan 1 lestijd kunstgeschiedenis in het derde en vierde jaar In de hogere graad schilderkunst begeleidt de leerkracht jou in de ontwikkeling van een eigen beeldtaal. Dit doet zij aan de hand van verschillende leerdoelen, die samen als een rode draad doorheen de hogere graad lopen. Een eerste leerdoel gaat over het beheersen van het schildersvak : je leert kijken en omgaan met vormen, je krijgt technische kennis (soorten verf, pigmenten, bindmiddelen, ondergronden), kleurenleer Tweede doel is het aanleren van de artistieke vaardigheden: je krijgt motorische vaardigheden, je leert omgaan met compositie, met ritme Het derde leerdoel gaat over het beleven van het kunstenaarschap: je eigen beeldtaal, je eigen visie op schilderkunst, je durf om naar buiten te komen De leerkracht diept deze leerdoelen elk jaar verder uit. Zij doet dit rond volgende aandachtspunten : cognitieve aspecten, vaardigheden, concrete opdrachten. Haar aanpak is stimulerend en leerlinggericht. Zij houdt rekening met je eigenheid en je individuele mogelijkheden.

21 Evalueren Het hele jaar door is er feedback van de leerkracht: mondelinge evaluaties en permanente begeleiding. Daarnaast wordt ook gestreefd naar zelfstandig werken. Tweemaal per jaar krijg je een schriftelijke evaluatie. Op het einde van het vijfde jaar wordt je werk voorgesteld aan een externe jury. De jury heeft oog voor het metier en voor het artistieke denkproces. De jury is extern en heeft een brede kijk. Ze heeft voeling met het deeltijds kunstonderwijs. De eigen leerkracht is aanwezig om werken van haar studenten toe te lichten. De jury maakt een schriftelijk verslag voor de leerling.

22 Hogere graad Tekenkunst Vanaf 18 jaar 5 leerjaren, 8 lestijden per week, waarvan 1 lestijd kunstgeschiedenis in het derde en vierde jaar In de hogere graad tekenkunst heb je de gelegenheid om alle technieken toe te passen. Ook aquarel en aanverwante technieken komen aan bod. Een belangrijk onderdeel van de cursus is verschillende teken- en schildertechnieken leren kennen en gebruiken. Daarna worden deze technieken verder uitgediept, zodat je het materiaal bewuster en op een geïntegreerde manier steeds meer spelenderwijs kan toepassen. In het algemeen legt de leerkracht in de eerste jaren de nadruk op werken in zwart/wit of met een andere kleurbeperking. Zo leer je de toonwaarden (grijswaarden) bepalen, de basis voor de meeste goede werken. In de eerste jaren van de hogere graad tekenkunst hecht de leerkracht veel belang aan een goede waarneming. In deze jaren zijn de opdrachten meer bindend. Door eerst zelf verschillende elementen in de praktijk toe te passen leg je een zo breed mogelijke en stevige basis. Van hieruit kun je dan bewustere keuzes maken. Geleidelijk aan leer je vanuit deze figuratieve werkwijze hoe je kan abstraheren. Stilaan worden de opdrachten steeds persoonlijker geïnterpreteerd en naarmate je vordert en je jouw specifieke voorkeuren, mogelijkheden en moeilijkheden leert kennen, is het de bedoeling dat je komt tot het voor jezelf stellen van een doel en specifieke opdrachten in functie daarvan. Zo kan je steeds verder doordringen tot de essentie van wat je wil weergeven en zo een eigen beeldtaal ontwikkelen.

23 Naast het werk in het atelier werk je af en toe buiten in de natuur. Wekelijks wordt er naar levend model gewerkt. Door zelf te tekenen en te schilderen, door de discussies in klasverband, door tentoonstellingen te bezoeken en de visieverruimende toelichtingen leer je goed werk te onderscheiden. Zo evolueert je smaak en ga je een bewuster en kritischer standpunt innemen tegenover kunst. Doorheen de hele cyclus werk je aan de versterking van het zelfbewustzijn en de plaats van jou, de student als kunstenaar. Persoonlijk leren werken vindt de leerkracht erg belangrijk. Om dit geleidelijk aan te leren is er vanaf het eerste jaar gedurende enkele weken ruimte voor een persoonlijke opdracht. Deze groeit in samenspraak met de leerkracht. Het laatste jaar heb je de gelegenheid gedurende het volledige schooljaar naar keuze te werken, mits er een lijn in zit in datgene wat je realiseert. Het uiteindelijke doel van deze cyclus is immers jou zelfstandig te leren kijken, interpreteren, tekenen en/of te schilderen. Evalueren Het hele jaar door is er feedback van de leerkracht: mondelinge evaluaties en permanente begeleiding. Daarnaast wordt ook gestreefd naar zelfstandig werken. Tweemaal per jaar krijg je een schriftelijke evaluatie. Op het einde van het vijfde jaar wordt je werk voorgesteld aan een externe jury. De jury heeft oog voor het metier en voor het artisitieke denkproces. De jury is extern en heeft een brede kijk. Ze heeft voeling met het deeltijds kunstonderwijs. De eigen leerkracht is aanwezig om werken van haar studenten toe te lichten. De jury maakt een schriftelijk verslag voor de leerling.

24 Hogere graad Toegepaste Grafiek Vanaf 18 jaar 5 leerjaren, 8 lestijden per week, waarvan 1 lestijd kunstgeschiedenis in het derde en vierde jaar Illustratie, typografie, publicatie- en boekontwerp De originaliteit binnen het atelier toegepaste grafiek situeert zich in de ontwikkeling van verschillende creatieve ideeën en het leren probleemoplossend denken binnen de grenzen van een gekozen project. Centraal in deze opleiding staat de individuele begeleiding op maat van elke student. Je leert vormgeven aan functioneel gelegenheidsdrukwerk, geïllustreerde boeken en layouts door het gebruik van allerhande teken- en schildertechnieken. Deze algemene kennis van materialen en technieken wordt je aangeleerd. Vanuit dit basispakket met onder andere grafische computer, typografie, lay-out, illustratie, papierkennis, druktechnische kennis, studie van de beeldelementen, kunstgeschiedenis krijg je talrijke hulpmiddelen aangereikt om je persoonlijke ontwikkeling zelf vorm te geven. Ook (foto)grafische druktechnieken komen aan bod. Je ontdekt een onuitputtelijke wereld van materialen en door met deze technieken te experimenteren ontwikkel je je eigen beeldtaal. Typografie en illustratie en/of foto worden samengebracht in een lay-out. Dit wordt door het gebruik van de grafische computer (Photoshop, Imovie, Indesign ) omgezet tot een afgewerkt product. Ontwerpproces In alle grafische richtingen ligt tekenvaardigheid aan de basis van alle ontwerpen. Door de observatie van de dingen kom je uiteindelijk tot een indruk. Je verwerkt alles tot een afgewerkt grafisch geheel. Je creatieve geest en bekwaamheid worden getoetst aan de hand van opdrachten voor gelegenheidsdrukwerk (geboorte- en huwelijkskaarten, kerstkaartjes, folders, uitnodigingen allerhande, huisstijlen en logo's ), kinderboekillustraties, fotoalbums, verpakkingen op gekocht en zelfgemaakt papier.

25 Reproductieproces De samenwerking met de drukkerij is belangrijk. Van ontwerp tot nettekening maw kleuren bepalen, papier leren kiezen en alles drukklaar maken. Zeefdruk als drukmiddel komt ook aan bod. Het boek (illustratie, lay-out en typografie) is een belangrijk einddoel Doorheen de opleiding wordt stap voor stap het ontwerpen en maken van één van de belangrijkste autonome dragers van inhoudelijke informatie, nl. het boek, aangeleerd. Kinderboeken, prentenboeken, fotoboeken, omslagontwerpen allemaal voorbeelden die aan bod kunnen komen. Je eigen boeken leren lumbecken (= term uit de boekbinderij voor het garenloos binden) en naaien. Zowel commerciële- als kunstboekvormen komen aan bod (eenvoudige lijmloze bindingen, ingekast boek, Japanse- en bradelbindingen ). Papierkennis, typografie, lay-out, kleurenleer, papierformaten, boekbandmaterialen en boekbindtechnieken zijn pijlers die je grondig aangeleerd worden. Regelmatig bezoek je tentoonstellingen in binnen- en buitenland in verband met hedendaagse en historische toegepaste grafiek, typografie, boekkunst en kunst. Ook bekijk je en bespreek je documentaires, documentatiemappen en boeken die verband houden met de interesses of aandachtspunten in ons atelier. Evalueren Het hele jaar door is er feedback van de leerkracht: mondelinge evaluaties en permanente begeleiding. Daarnaast wordt ook gestreefd naar zelfstandig werken. Tweemaal per jaar krijg je een schriftelijke evaluatie. Op het einde van het vijfde jaar hogere graad wordt je eindwerk voorgesteld aan een externe jury. De jury heeft oog voor het metier en voor het artistieke denkproces. De jury is extern en heeft een brede kijk. Ze heeft voeling met het deeltijds kunstonderwijs. De eigen leerkracht is aanwezig om werken van haar studenten toe te lichten. De jury maakt een schriftelijk verslag voor de leerling.

26 Specialisatiegraad Na afstuderen in de hogere graad in onze of een andere academie 2 leerjaren, 8 lestijden per week, waarvan 1 lestijd Bijzondere Kunstgeschiedenis in het eerste jaar Wil je verder gaan? Wil je nog dieper gaan? Ben je echt gebeten door kunst? Wil je werk maken van een eigen atelier? Ben je op zoek naar een toekomst na de academie? Bijzondere kunstgeschiedenis Het vak Bijzondere kunstgeschiedenis (1 lestijd per week) wordt als artistiek vak geïntegreerd in het eerste jaar van het specifiek artistiek atelier. Er wordt voor dit vak geen vast uurrooster bepaald maar de leerkracht maakt een plan op basis van de voortgang in het atelier en van de kunstactualiteit. Je krijgt voor dit vak geen afzonderlijke evaluatie. Die wordt verwerkt in de evaluatiefiche van het atelier. Evalueren Het hele jaar door is er feedback van de leerkracht: mondelinge evaluaties en permanente begeleiding. Daarnaast wordt ook gestreefd naar zelfstandig werken.

27 Tweemaal per jaar krijg je een schriftelijke evaluatie. Op het einde van het tweede jaar wordt je werk voorgesteld aan een externe jury. De jury heeft oog voor het unieke persoonlijke en voor de verdere weg in je artistieke leven. De jury is extern en heeft voeling met het deeltijds kunstonderwijs. De eigen leerkracht is aanwezig om werken van haar studenten toe te lichten. De jury maakt een schriftelijk verslag voor de leerling.

28 Specialisatiegraad Keramiek De specialisatiejaren in de opleiding keramiek zijn erop gericht om je op een persoonlijke en unieke wijze te ontplooien en uit te drukken in je beeldend artistiek werk. Het blijft een uitdaging om klei te kiezen voor het realiseren van je concept of vorm; Idee Klei, vorm, contour, structuur Kleur, licht oppervlaktextuur Oxidatie, reductie Continuïteit, verdieping, vernieuwing Vaatwerk, autonome potvorm, vormgeving, monumentale toepassingen, figuratie, architectonische sculptuur, installatie

29 Specialisatiegraad Schilderkunst In de specialisatiegraad is de leerkracht mentor en klankbord bij de aanzet tot jouw persoonlijk schilderkunstig oeuvre. Bijzondere kunstgeschiedenis, het hedendaags kunstgebeuren volgen en persoonlijke coaching brengen jou de nodige bagage bij. Je krijgt begeleiding bij de realisatie van een serie eigen werken, als afsluiter van je opleiding en start van je artistieke carrière.

30 Specialisatiegraad Tekenkunst Door de specialisatiegraad te volgen geef je te kennen aan een eigen oeuvre te willen werken en een geheel eigen stijl verder te willen ontwikkelen en/of uitdrukking te geven aan jouw persoonlijke artistieke visie. Hier komt de oorspronkelijkheid en de eigenheid van jou nog méér naar voor. Je werkt ook zelfstandiger. De dialoog leerkracht-student vormt ondersteuning in het zelf de weg gaan. Het verwoorden van de artistieke visie en ambities vormt jou eveneens als performer. De leerkracht fungeert als mentor; zij luistert aandachtig, stelt in vraag, reikt aan en verwijst. Technisch gezien wordt het gedisciplineerde en het spontane steeds meer verenigd door het voortdurend beoefenen van zowel het beter leren kijken, waarnemen en het regelmatig tekenen. Je onderzoekt, experimenteert, tast af, laat zo het beeldend werk groeien. Je doorleeft dit alles; zo vormt het beeldend werk een brug tussen de innerlijke beleving en emotie enerzijds en de waarneming, de buitenwereld anderzijds. Je documenteert je in de bibliotheek of via internet, laat je zo inspireren door andere kunstenaars via bezoek aan tentoonstellingen. Je bestudeert tekenend hun werk. Je laat je inspireren met wat je persoonlijk raakt, met wat aansluit bij jou als kunstenaar.

31 Zo vul je bijzondere kunstgeschiedenis in, los van een bepaalde tijd of plaats, zuiver aansluitend qua moment op de actualiteit en volgens de nood voor het creëren van jouw werk. Kunstenaar zijn is iets wat je steeds bewoont. Het is een houding van in het leven staan; open, nieuwsgierig, met kritische zin, observerend, gepassioneerd en met durf.

32 Specialisatiegraad Toegepaste Grafiek In deze fase in de opleiding wordt aan jou de mogelijkheid gegeven, naargelang je persoonlijke voorkeur, te kiezen tussen verschillende parcours. Met het oog op een beroepsmatige toekomst kan je kiezen voor echte functionele opdrachten of je kan vanuit artistiek oogpunt kiezen voor een experimenteel grafisch onderzoek (bv het kunstenaarsboek, kalenderontwerp, prentenboek ). Een combinatie van beide is natuurlijk ook mogelijk. Ook hier bezoek je regelmatig tentoonstellingen in binnen- en buitenland in verband met hedendaagse en historische toegepaste grafiek, typografie, boekkunst en kunst. Ook bekijk je en bespreek je documentaires, documentatiemappen en boeken die verband houden met de interesses of aandachtspunten in ons atelier. In het tweede specialisatiejaar ga je op onderzoek enerzijds voor het maken en presenteren van echte functionele opdrachten of anderzijds kan je vanuit artistiek oogpunt kiezen voor een experimenteel grafisch onderzoek. Een map/schetsboek die de weg naar de realisatie van jouw werken illustreert hoort hier ook bij.

33 Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte In onze academie worden personen met een specifieke zorg zoveel mogelijk in de gewone werking ingeschakeld. Personen met een handicap hebben recht om op een gelijkwaardige manier deel te nemen aan het maatschappelijke en artistieke leven. Het is mede aan de omgeving om open te staan voor deze leerlingen/studenten. Wij sluiten niemand uit omwille van zijn of haar mentale, fysieke, motorische, beperking. In alle geledingen van de academie zijn zorg -leerlingen aanwezig. Voor elkaar zorg dragen zien wij als een verrijking voor elke leerling of leerkracht. Hun manier van zich beeldend spontaan te uiten werkt vaak genoeg aanstekelijk en verrassend. Als academie focussen wij sterk op de ontwikkeling en de eigenheid van de persoon zelf Voelt deze persoon zich goed in onze omgeving? Leerlingen met een attest van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) of een attest Buitengewoon onderwijs, leerlingen met het syndroom van Down, ADHD, autismespectrumstoornis, kunnen een aangepast traject volgen, uitgestippeld door de betrokken leerkracht(en) en in samenspraak met (de ouders of begeleider van) deze leerling. Dit traject staat beschreven en is aanpasbaar. De te behalen doelstellingen zijn specifiek. Hieruit vloeit ook een eigen, betrouwbare evaluatie voort, zodat een leerbewijs kan afgeleverd worden. Wij merken dat leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte soms opmerkelijk goed gedijen in een creatieve omgeving. Na een doorverwijzing door de school vinden sommigen toch de weg naar de reguliere opleiding in de academie. Zorgbeleid in het algemeen valt onder interne kwaliteitszorg.

34 Stagiairs Wij bieden in onze academie toekomstige leerkrachten graag een platform aan. Deze kruisbestuiving zien wij als een enorme verrijking. Als student van de lerarenopleiding dien je via een oefenstage ingeschakeld te worden in jouw toekomstig werkveld. Tijdens deze stage zal je je visie op het vak, zoals die zich op dat ogenblik ontwikkeld heeft, concretiseren in een werkplan voor een specifieke doelgroep. Visie en werkplan worden via enkele stagelessen getoetst aan de praktijk. Hierbij houd je rekening met de criteria van de stageschool met betrekking tot het leerplan en/of schoolwerkplan. De pedagogische coördinator is het aanspreekpunt. Om te vermijden dat leerkrachten over bevraagd worden, maakt zij afspraken met het leerkrachtenteam : het aantal stagiairs wordt beperkt tot max. 2 per leerkracht per schooljaar, met uitzondering als het een bijkomende observatiestage betreft. De stageperiode waarin stagiairs stage lopen kan vanaf oktober tot de paasvakantie. Indien de vraag groter is dan het aanbod, kan afgeweken worden van vooropgestelde afspraken maar steeds in overleg met de leerkracht. De aanstelling van stagiairs word door de stedelijke overheid goedgekeurd.