Ruimtelijke onderbouwing De Staart 3

Transcriptie

1 Ruimtelijke onderbouwing De Staart 3 croonen buro5

2

3 Ruimtelijke onderbouwing De Staart 3 Datum: 12 februari 2015 Projectgegevens: ROB B NL.IMRO PBSTAART3 Datum Opsteller(s) Projectleider Vrijgave HW E. Boonman croonenburo5 Vestiging Oosterhout Beneluxweg SJ Oosterhout T: +31 (0) Vestiging Maastricht Louis Loyensstraat AK Maastricht T: +31 (0) info@croonenburo5.com

4

5 Inhoud 1 inleiding Aanleiding Plangebied Vigerend bestemmingsplan Leeswijzer 2 2 Planbeschrijving Huidige situatie Het plan 3 3 Haalbaarheid Beleidskader Omgevingsaspecten Financiële haalbaarheid Maatschappelijk haalbaarheid 10 Bijlagen Bijlage 1 Definitief Ontwerp Steunpunt Houten Bijlage 2 Verkennend bodemonderzoek (Eindsituatie) Steunpunt RWS, De Staart 3 te Houten, 10 september 2013 Bijlage 3 Watertoets Herinrichting Steunpunt Houten, 12 februari 2015 Bijlage 4 Brief Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, vrijstelling vergunningplicht ex art. 11, 28 maart 2014 Bijlage 5 Quickscan Flora- en faunawet Uitbreiding zoutopslag Staart 3 te Houten, 9 januari 2014

6 Ligging en globale begrenzing plangebied (Google Maps)

7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Rijkswaterstaat heeft het voornemen om op de locatie voor zoutopslag aan De Staart 3 in Houten de bestaande bebouwing te slopen, nieuwbouw te realiseren en het terrein richting het noorden uit te breiden. De nieuwbouw heeft een grotere capaciteit voor het opslaan van zout en de daarbij behorende materialen. De uitbreiding past niet binnen de regels van het vigerende bestemmingsplan 'Laagraven - Oudwulverbroek'. De gemeente Houten heeft aangegeven het plan mogelijk te willen maken door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Ten behoeve van de omgevingsvergunning dient een ruimtelijke onderbouwing te worden opgesteld, waarin wordt onderbouwd op welke wijze er van het geldend bestemmingsplan wordt afgeweken en waarin gemotiveerd wordt weergegeven dat de afwijking niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Voorliggend document betreft de ruimtelijke onderbouwing die hoort bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning voor het afwijken van het geldend bestemmingsplan ten behoeve van het planologisch mogelijk maken van de uitbreiding van het zoutdepot op het perceel De Staart 3 in Houten. 1.2 Plangebied Het plangebied ligt ten westen van de kern Houten, tussen de A27 en de afslag Houten. Ten zuiden van het plangebied ligt De Staart en het Amsterdam - Rijnkanaal De ligging en begrenzing van het plangebied zijn weergegeven op afbeeldingen. nevenstaande 1.3 Vigerend bestemmingsplan Voor het plangebied vigeert het bestemmingsplan 'Laagraven - Oudwulverbroek' dat door de gemeenteraad op 20 juni 2013 is vastgesteld. In dit bestemmingsplan is het plangebied deels bestemd als 'Bedrijf' en deels als 'Verkeer - Wegverkeer'. Ter plaatse van de bestemming 'Bedrijf' is het depot van Rijkswaterstaat toegestaan. Het bebouwings- percentage is 1196 en de maximale goot- en bouwhoogte bedragen 6 respectievelijk 9 meter. Binnen de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' zijn de gronden bestemd voor verkeer en verblijf. 1

8 z z * f f f ì ŝ f ļ f f f f Uitsnede verbeelding bestemmingsplan 'Laagraven - Oudwulverbroek' (ruimtelijkeplannen.nl) 1.4 Leeswijzer Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2 waarin een beschrijving van het plan is opgenomen. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de haalbaarheid van het plan. 2

9 2 Planbeschrijving 2.1 Huidige situatie Het plangebied bestaat uit het zoutdepot van Rijkswaterstaat. Het zoutdepot bevindt zich tussen de A27 en de afslag Houten, ten westen van de kern Houten. Ten zuiden van het plangebied bevindt zich het Amsterdam - Rijnkanaal. De bebouwde kom van Houten ligt ten oosten van het plangebied. Ten westen van het plangebied, aan de overzijde van dea27, bevindt zich een golfterrein en kasteel Heemstede. Huidige situatie zoutdepot De Staart 3 Het huidige zoutdepot is circa m 2 groot en is geheel verhard. De bestaande opstallen op het terrein, een loods voor zoutopslag, een kantoorruimte en een overkapping voor voertuigen, zijn reeds gesloopt. Rondom het terrein zijn bomen en een greppel aanwezig. 2.2 Het plan Het plan bestaat uit de herinrichting en uitbreiding van het terrein. In het kader van herinrichting zal de bestaande verharding worden vervangen. Het verhard oppervlak bedraagt na herinrichting circa m 2. Dit is een toename van m 2. Ten behoeve van de opslag van zout wordt een grotere loods gebouwd. De zoutloods staat aan de voorzijde van de kavel, zodat strooiers die opnieuw moeten laden niet de hele kavel over hoeven te rijden. In het zuiden van het plangebied komt een beperkte kantine met werkplaats en afgesloten stallingen. De bomen en de ondergroei van struiken rondom het terrein worden/zijn gekapt. 3

10 Voor de herinrichting van het zoutdepot heeft Movares heeft het Voorlopig Ontwerp (VO) en het Definitief Ontwerp (DO) opgesteld. Het Definitief Ontwerp is als bijlage bij deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen. 1 Landschappelijke inpassing Landschappelijke inpassing is onderdeel van de herinrichting van het zoutdepot. Om te komen tot een zorgvuldige inpassing is een inventarisatie en analyse gemaakt van de situatie, de ligging in het grotere gebied, de relatie met de historische ontwikkeling en het beleid, maar ook van de voorgenomen architectonische maatregelen op het steunpunt zelf. In de rapportage Definitief Ontwerp Steunpunt Houten van Movares zijn de landschappelijke inpassing van de herinrichting uitgebreid beschreven. Duurzaamheid In het kader van het ontwerp van de herinrichting van het zoutdepot is gevraagd nadrukkelijk duurzaamheidaspecten mee te nemen in het ontwerp. Duurzaamheidaspecten zijn mogelijk op constructief f architectonisch en installatietechnisch gebied, de inpassing in het landschap. De duurzaamheidmaatregelen betreffen maatregelen op gebied van people, planet en profit. In de rapportage Definitief Ontwerp Steunpunt Houten van Movares zijn de duurzaamheidsmaatregelen uitgebreid toegelicht. minilm íļìfìľ T TTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTT T S E T Situatie herinrichting en uitbreiding zoutdepot 1 Movares, Definitief Ontwerp Steunpunt Houten, RM192137, 19 december

11 3 Haalbaarheid Voorliggende ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op de herinrichting en uitbreiding van het zoutdepot aan De Staart 3 in Houten. In dit hoofdstuk wordt de haalbaarheid van het plan aangetoond. 3.1 Beleidskader De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), die op 13 maart 2012 door de minister is vastgesteld, vormt de overkoepelende rijksstructuurvisie voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2028, met een doorkijk naar De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid. De kaderstellende uitspraken die in de SVIR zijn vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro bevat regels ter bescherming van de nationale belangen. Het plangebied ligt direct naast de rijksweg A27 en het Amsterdam - Rijnkanaal die onderdeel uitmaken van de nationale hoofdstructuur. Het plangebied ligt echter buiten het reserveringsgebied van de A27 en buiten de vrijwaringszone van het Amsterdam - Rijnkanaal zoals vastgelegd in het Barro. De beoogde ontwikkeling levert geen beperkingen op voor deze verkeersroutes. Provinciale Staten van Utrecht hebben op 4 februari 2013 de Provinciale Verordening 2013 (PRV) vastgesteld. Op 10 maart 2014 hebben Gedeputeerde Staten de eerste partiële herziening PRV 2013 vastgesteld. De Provinciale Verordening 2013 stelt eisen aan door de gemeenten in de provincie Utrecht op te stellen bestemmingsplannen en andere planologische maatregelen. Op de kaarten behorende bij de Verordening ruimte is het plangebied aangeduid als 'stedelijk gebied'. In de verordening is aangegeven dat een ruimtelijk plan bestemmingen en regels kan bevatten voor verstedelijking. De toelichting op het ruimtelijk plan bevat een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met energiebesparing en het toepassen van duurzame energiebronnen. Indien het ruimtelijk plan betrekking heeft op grootschalige verstedelijking bevat de toelichting een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met overstromingsgevaar. In de overige artikelen zijn geen relevante regels opgenomen met betrekking tot de voorgestane ontwikkeling van het plangebied. Het plan betreft de herinrichting en uitbreiding van een zoutdepot. Het uitgangspunt is een energie-neutraal project te maken (zie paragraaf 2.2). Het plan betreft een beperkte uitbreiding, een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met overstromingsgevaar is niet aan de orde. De beoogde ontwikkeling levert geen belemmeringen op voor het provinciaal beleid. 5

12 De gemeente heeft op 27 mei 2003 de Strategische Visie Houten 2015 en op 26 april 2005 de Ruimtelijke Visie Houten 2015 vastgesteld. De onderwerpen uit de strategische visie zijn onder meer uitgewerkt in de ruimtelijke visie. Voor het gebied West/Laagraven, waar het plangebied onderdeel van uitmaakt, wordt ingezet op het recreatief toegankelijk maken van het gebied en op aansluiting op de groene gebieden in de omgeving. Gezien de locatie en het karakter van de beoogde ontwikkeling is de beoogde ontwikkeling niet in strijd met het gemeentelijk beleid. 3.2 Omgevingsaspecten De herinrichting en uitbreiding van het zoutdepot tussen de A27, de ontsluitingsweg en het Amsterdam - Rijnkanaal. Gezien het karakter van het plan en de beperkte invloed op de omgeving is een uitgebreide beschrijving van de omgevingsaspecten niet aan de orde. In deze paragraaf worden de relevante aspecten kort beschreven. Geluid De herinrichting en uitbreiding van het zoutdepot is geen geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder. Een onderzoek naar verkeerslawaai is derhalve niet aan de orde. In de nabijheid van het plangebied zijn geen gevoelige objecten aanwezig. Daarnaast veroorzaakt het zoutdepot weinig milieuhinder. De activiteit an sich bestaat al, de voorziening wordt enkel uitgebreid en is inpasbaar in de infrastructurele omgeving. Een toetsing naar de effecten van de uitbreiding op de omgeving is derhalve niet aan de orde. Bodem Tauw heeft in opdracht van Rijkswaterstaat een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. 2 Uit het onderzoek is gebleken dat de activiteiten op de locatie hebben geleid tot bodemverontreiniging. Met name de opslag van zout heeft een verontreiniging veroorzaakt. Door de gemeente Houten is aangegeven dat de eindsituatie van de inrichting in voldoende mate is vastgelegd. Conform de Wet bodembescherming is er op basis van de aangetoonde parameter chloride wettelijk geen saneringsnoodzaak aanwezig. De bodemsituatie levert geen belemmeringen op voor de beoogde ontwikkeling. Luchtkwaliteit Hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer bevat de regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit. In de Wet milieubeheer zijn luchtkwaliteitseisen opgenomen voor diverse verontreinigende stoffen, waaronder stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). In artikel 5.16 van de Wet milieubeheer is vastgelegd dat bestuursorganen bevoegdheden (zoals het vaststellen van een bestemmingsplan) mogen uitoefenen wanneer sprake is van één of meer van de volgende gevallen: a er is geen sprake van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden; 2 Tauw, Verkennend bodemonderzoek (Eindsituatie) Steunpunt RWS, De Staart 3 te Houten, R HLM-agv-V02-NL, 10 september

13 b de concentratie van de desbetreffende stoffen in de buitenlucht verbetert of blijft tenminste gelijk; c het plan draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de concentratie van de desbetreffende stoffen in de buitenlucht; d de ontwikkeling is opgenomen in een vastgesteld programma, zoals het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het aantal verkeersbewegingen vanwege het zoutdepot is zeer beperkt. Door de uitbreiding van het zoutdepot neemt het aantal verkeersbewegingen minimaal toe. Er is derhalve geen sprake van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden. Uit oogpunt van luchtkwaliteit zijn er geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkeling. Bedrijvigheid Ter bescherming van het woon- en leefklimaat dient een ruimtelijke scheiding te worden aangebracht tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Een zoutopslag kan worden gecategoriseerd als milieucategorie 2. Hiervoor geldt een richtafstand van 30 meter tot milieugevoelige functies. De dichtstbijzijnde milieugevoelige functies liggen op meer dan 300 meter afstand. Het zoutdepot veroorzaakt daarnaast weinig milieuhinder. Gezien de afstand tot milieugevoelige functies en de beperkte invloed op de omgeving kan geconcludeerd worden dat er uit oogpunt van bedrijfshinder geen belemmeringen zijn voor de beoogde ontwikkeling. Externe veiligheid Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten is verbonden voor niet bij de activiteit betrokken personen. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport. Het gaat daarbij om de bescherming van individuele burgers en groepen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Over de A27, die direct ten westen van het plangebied ligt, vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Ook over het Amsterdam - Rijnkanaal, ten zuiden van het plangebied, vindt vervoer van gevaarlijke stoffen. De contour van het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar ten aanzien van de A27 bedraagt 10 meter, gemeten vanaf de wegas. Deze contour valt niet buiten de rijbanen. Daarom vormt het plaatsgebonden risico van de A27 geen belemmering voor het plangebied. Het plangebied ligt ook niet binnen de PR 10-6 contour van het Amsterdam - Rijnkanaal. Het plangebied ligt wel binnen het invloedsgebied van beide routes. In het plangebied verblijven maar zeer beperkt en voor zeer korte tijd individuele personen. Er is dan ook geen sprake van een toename van het groepsrisico en een verantwoording van het groepsrisico is niet aan de orde. Geconcludeerd kan worden dat er uit het oogpunt van externe veiligheid geen belemmeringen zijn voor de beoogde ontwikkeling. 7

14 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is de opstelling van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie tot de watertoets. In deze paragraaf wordt verwoord hoe er in het plan met de aspecten water en ruimte rekening wordt gehouden, in relatie tot enerzijds het waterbeleid en anderzijds de waterhuishouding. Het plangebied valt onder het beheer van Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden. De doelen van het waterschap voor de periode 2010 tot 2015 staan beschreven in het waterbeheerplan 'Water Voorop!'. In het plan staat hoe het hoogheemraadschap zorgt voor een duurzaam, schoon en veilig watersysteem. Het uitgangspunt voor planontwikkeling is dat het gebied hydrologisch neutraal moet worden ontwikkeld met als doel dat de planontwikkeling geen gevolgen heeft voor het grond- en oppervlaktewater en de waterkwaliteit. Daarmee wordt geborgd dat de ontwikkeling van het gebied met betrekking tot wateraspecten duurzaam is. Movares heeft een waterparagraaf opgesteld waarin de effecten van het plan op de waterhuishouding zijn beschreven. 3 Geconcludeerd wordt dat het plan leidt tot een toename van het verhard oppervlak. Deze toename van gecompenseerd door middel van het verbreden van de bestaande greppel aan de noordzijde van het terrein. Voor de wijziging wordt een watervergunning aangevraagd. Ten aanzien van het aspect water zijn er geen belemmeringen zijn voor het plan. De waterparagraaf is als bijlage bij deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen. Archeologie Een klein deel van het perceel, ter plaatse van het bestaande bouwvlak, is in het bestemmingsplan 'Laagraven - Oudwulverbroek' bestemd als 'Waarde - Archeologie 1' en aangeduid als archeologisch monument. De voor deze bestemming aangewezen gronden zijn bestemd voor de instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden en voor het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. Voor het omgevingsvergunning voor het bouwen moet op basis van deze bestemming een archeologisch onderzoeksrapport worden overlegd. In de brief d.d. 28 maart 2014 heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aan Rijkswaterstaat vrijstelling verleend voor de vergunningplicht voor de werkzaamheden ter plaatse van het archeologisch monument.4 Het gebied ligt ver van de kern van het monument af en de verwachting is dat zich hier geen hiermee samenhangende archeologische resten in de bodem bevinden. Geconcludeerd kan worden dat er uit het oogpunt van archeologie geen belemmeringen zijn voor de beoogde ontwikkeling. 3 Movares, Herinrichting Steunpunt Houten, watertoets, MDN-BO , 12 februari Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, vrijstelling vergunningplicht ex. Art. 11, RO/2014/21, 28 maart

15 7 i í Bestemming Waarde Uitsnede verbeelding bestemmingsplan 'Laagraven Oudwulverbroek (ruimtelijkeplannen.nl) met bestemming Waatde - Archeologie 1 Flora en fauna Het plangebied ligt niet in of in directe nabijheid van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Er is in dit geval dus geen sprake van directe aantasting van de EHS. Er zijn vanwege de EHS dus geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkeling. De locatie ligt ook niet in de nabijheid van een Natura 2000-gebied. Er worden dan ook geen effecten op het Natura 2000-gebied verwacht. Op basis van de afstand en de beperkte invloed van de ruimtelijke ontwikkeling is er geen sprake van negatieve effecten op het Natura 2000-gebied. Een nader onderzoek (Voortoets) vanuit de Natuurbeschermings wet 1998 is dan ook niet aan de orde. Het bureau ATKB heeft een quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van beschermde flora en fauna in het plangebied uitgevoerd. 5 In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de geschiktheid van het plangebied voor beschermde soorten uit tabel 2 en 3 van de Flora- faunawet. Soortgroep Effecten Onderzoek en/of maatregelen Ontheffingsplicht Jaarrond beschermde vogels (buizerd) Geen Geen Nee Overige algemene Aanwezig in Werken buiten het Nee broedvogels bouwwerken en broedseizoen en controle beplanting door ecoloog bij aanhoudend zacht weer in de winter. 5 ATKB, Quickscan Flora- en faunawet Uitbreiding zoutopslag Staart 3 te Houten, Aap01, 9 januari

16 Bij broedgevallen een verstoringsvrije zone in acht nemen totdat het nest niet meer gebruikt wordt. Vleermuizen Geen Overdag werken Nee Aanvullend onderzoek en een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is niet noodzakelijk. 3.3 Financiële haalbaarheid Artikel 6.12 lid 2 van de Wet ruimtelijk ordening en artikel a van het Bro zijn van belang voor het bepalen dat de gemeenteraad, als er sprake is van één of meer aangewezen bouwplannen, verplicht is een exploitatieplan vast te stellen indien het verhaal van kosten van grondexploitatie niet anderszins is verzekerd. In voorliggend geval is het kostenverhaal vastgelegd door middel van een anterieure overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer, zodat een exploitatieplan niet noodzakelijk is. 3.4 Maatschappelijk haalbaarheid De gemeente Houten heeft het voornemen een omgevingsvergunning te verlenen voor de herinrichting en uitbreiding van het zoutdepot op het perceel De Staart 3 in Houten. De ontwerp-omgevingsvergunning inclusief ruimtelijke onderbouwing wordt ter inzage gelegd, waarbij de mogelijkheid wordt geboden een zienswijze in te dienen op het plan. Gedurende de ter inzage termijn wordt het plan in het kader van het vooroverleg onder meer aan de provincie en het hoogheemraadschap gestuurd volgens artikel Bro en artikel 6.18 van het Bor. 10