13 FE9 2O1. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Datum. Beslissing op uw Wob-verzoek art 37 ARAR. Geachte

Transcriptie

1 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties fl1 www twiter. com/minbzk Kenmerk Uw kenmerk Bijlage ( n) Datum Betreft 13 FE9 2O1 Beslissing op uw Wob-verzoek art 37 ARAR Geachte Bij brief van 28 november 2017 heeft u bij mijn ministerie een verzoek ingediend als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob). Uw verzoek heeft betrekking op de naleving van artikel 37 Algemeen Rijksambtenarenreglement (hierna: ARAR). U wilt controleren hoeveel uitzonderingen de overheid maakt op de regel dat ambtenaren na één jaar van ziekte 70 procent ontvangen van hun salaris en zo ja, welke overheidsorganisatie dit het vaakst doet. Bij brief van 4 december 2017 heb ik de ontvangst van uw verzoek aan u bevestigd. Bij brief van 21 december 2017 is de termijn om op uw verzoek te beslissen met vier weken verlengd. Op 18 januari ji. heeft u contact gehad met de heer Gielen, communicatleadviseur van mijn ministerie. Daarin gaf u aan akkoord te zijn met enige weken uitstel om te besluiten op uw Wob-verzoek. Met betrekking tot uw verzoek om informatie bericht ik u als volgt. In de eerste plaats attendeer ik u erop dat de Wob niet van toepassing is op informatie die reeds openbaar is. Verder heeft de Wob uitsluitend betrekking op bij het bestuursorgaan berustende informatie die is neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid. Bestaan desbetreffende documenten niet, dan kunnen deze ook niet openbaar worden gemaakt. Ook kent de Wob geen verplichting om gegevens te verzamelen of te vervaardigen. Op grond van het eerste lid van artikel 37 van het ARAR geldt als hoofdregel dat als een ambtenaar wegens ziekte ongeschikt is om te werken, zijn bezoldiging wordt gekort na 52 weken. In het vierde lid van het artikel staat een uitzondering op deze hoofd regel. Als de ongeschiktheid zijn oorzaak vindt in een beroepsincident wordt de bezoldiging niet gekort na 52 weken. Ook vindt er geen Pagina 1 van 3

2 Kenmerk korting op de bezoldiging plaats als de ambtenaar passende arbeid verricht, op grond van artikel 37 lid 5 ARAR. Naast deze wettelijke uitzondering is er een afspraak gemaakt met de vakbonden dat indien een ambtenaar terminaal ziek is de bezoldiging 100% kan worden doorbetaald. Zoals u verzocht, maak ik een uitzonderingslijst openbaar op grond van de Wob, met daarin een geanonimiseerd overzicht van ambtenaren werkzaam bij de verschillende overheidsdiensten die na één jaar ziekte 1O0 / bezoldiging ontvangen. Deze lijst is om te kunnen voldoen aan uw verzoek om informatie opgesteld door P-Direkt. Deze informatie betreft de ambtenaren werkzaam bij de sector Rijk waarop het ARAR van toepassing is, inclusief de uitvoeringsdiensten. De lijst is als bijlage gevoegd bij dit besluit. Hieruit volgt dat er sprake is van 19 gevallen in totaal waarin geen korting op de bezoldiging wordt ingehouden. Het vaakst gebeurt dit bij de 6elastingdienst. Van deze 19 gevallen is er in 7 gevallen sprake van een beroepsincident, uit hoofde waarvan het vierde lid van artikel 37 ARAR een reden geeft om 100% bezoldiging door te betalen. Van de overgebleven 12 gevallen is er sprake van 10 ambtenaren die terminaal ziek zijn. De overgebleven 2 ambtenaren hebben een bijzondere reden. Kortheidshalve betreft het een billijkheidsvergoeding als bedoeld in artikel 69 ARAR en in het andere geval een ziekte die haar oorsprong vindt in een zwangerschap. Tevens verzocht u om documenten die gaan over uitzonderingsgevallen op artikel 37 ARAR. In dat verband heb ik vijf verslagen gevonden die bij mijn ministerie berusten, het betreft (onderdelen van) verslagen van het Sectoroverleg Rijk (hierna: 5CR) over de afspraak om bij terminaal zieke ambtenaren geen korting op hun bezoldiging toe te passen. Het SOR is een georganiseerd overleg tussen werkgevers en vakbonden over arbeidsvoorwaarden, op het niveau van de sector Rijk. De verslagen van het SOR maak ik niet openbaar met een beroep op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob. Het 5CR moet vrijuit kunnen spreken over looninhoudingen en de toepassing van artikel 37 ARAR en moet niet worden belemmerd door de mogelijkheid dat een verslag in de openbaarheid wordt gebracht. Cm die reden ben ik van oordeel dat het belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden in dit geval meer gewicht toekomt dan aan het belang van openbaarmaking. Daarnaast staan in de verslagen persoonsgegevens. De persoonsgegevens maak ik niet openbaar met een beroep op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob. Ik ben van oordeel dat ten aanzien van de genoemde namen de privacy van betrokkenen prevaleert boven het belang van openbaarmaking. Verder staan in de verslagen persoonlijke beleidsopvattingen. Ik verstrek over persoonlijke beleidsopvattingen geen informatie met een beroep op artikel 11 van de Wob; het betreft de standpunten van bij de aangelegenheid betrokken ambtenaren over looninhoudingen en de toepassing van artikel 37 ARAR. Ik acht het niet in het belang van een goede democratische bestuursvoering indien de standpunten van ambtenaren zelfstandig worden betrokken in de publieke discussie. Pagina 2 van 3

3 Kenmerk t)0359 Dit Wob-besluit wordt enkele werkdagen na toezending gepubliceerd op de website Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geinformeerd. Hoogachtend, De m!çwtei Vci namers da2e, Binneniartse Zaken en Koninkrijksrelaties, 1-ja der Vlist d, scretaris-geheraai n Belangtiieen kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Directie Ambtenaar en Organisatie, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Pensioen Postbus 20011, 2500 EA Den Haag. Het bezwaarschrift moet iijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. Pagina 3 van 3

4 BD MEDEWERKER DOUANE E terminaal BD Senior Medew. Informatievoorziening 511 terminaal BD bijzondere omstandigheden MEDEWERKER ADMINISTRATIE BD Expert Informatievoorziening schaal 13 terminaal BD BEHANDELFUNCTIONARIS ivm ziektewetuitkering UWV BD Senior Medew. Informatievoorziening 510 terminaal SZW Inspecteur/Medewerker Toezicht schaal 10 dienstongeva 1 VWS Medewerker Administratie schaal 06 terminaal VWS Adviseur Bedrijfsvoering schaal 10 die nstongeval J&V (Senior) Adviseur schaal 11 terminaal J&V lnrichtingswerker schaal 07 dienstongeval i&v Inrichtingswerker schaal 06 dienstongeval EZK Inspecteur/Medewerker Toezicht schaal 10 terminaal J&V Forensisch Therapeutisch Werker schaal07 dienstongeval J&V Managementondersteuner schaal 06 dienstongeval J&V Medewerker Behandelen en Ontwikkelen 511 dienstongeval

5 echter rekening houdend met de bijzondere omstandigheden, die mede hebben bijgedragen aan uw voortdurende arbeidsongeschiktheid, vind ik het niet te billijken om in uw geval de loonkorting ex art 37 lid 1 (ARAR) door te voeren Op 26-1Q2Q1 7 heeft UWV achteraf besloten om betrokkene een ziektewet uitkering toe te kennen wegens zwongerschaps-ofbevallingsklachten (vangnetregeling). De uitkering bedraagt 100% von het dag/aan voor max 2 jaar. De uitkering wordt overgemaakt aan de werkgever. Op basis van het bovenstaande besluit van UWV heeft het bevoegd gezag met dagtekening 1 december2017 het besluit genomen tot nabetaling. De werkgever heeft echter op 6november2017 een pro forma bezwaar ingediend omdat de werkgever van mening is dat de arbeidsongeschiktheid van betrokkene niet is veroorzaakt door zwangerschap.