Miniconferentie leerateliers: detacheren in de Participatiewet

Transcriptie

1 Miniconferentie leerateliers: detacheren in de Participatiewet Workshop: tarieven, volumes, kosten en baten voor uitvoeringsorganisatie en gemeente 19/12/17

2 Programma voor workshop 1. Welkom! 2. Voorstelrondje 3. Introductie van het onderwerp 4. Businesscase vanuit perspectief sw-bedrijf Toelichting door Yvonne Pot (BIGA Groep) 5. Kosten en opbrengsten vanuit het perspectief van SW-bedrijf, gemeente en werkzoekende Door Paul Schenderling (Berenschot) 6. Brede gespreksronde: vraagstukken van deelnemers en wat we van elkaar kunnen leren 7. Conclusies en afronding

3 Biga Groep (Zeist e.o.) Werkatelier detacheren 19 december 2017

4 Biga Groep (Zeist e.o.) Biga Groep voert SW uit voor ca. 450 mensen verdeeld over de 5 gemeenten: Wat Zeist doet De Bilt Utrechtse Biga Heuvelrug Groep Bunnik al? Wijk bij Duurstede Groen & Schoonmaak 250 (56 %) Gedetacheerd / Begeleid Werk 100 (22 %) Intern Productie 100 (22 %) Totaal: 450 (100 %)

5 Yvonne Pot, Biga Groep (Zeist) Ambitie: 48 fte in 2020 Gebaseerd op 2/3 uitstroom SW 47 P-wetters in dienst (37 fte) 16 mensen (10,3 fte) gedetacheerd Gem. loonwaarde: 75% 31 mensen (26,7 fte) werkzaam bij Biga Gem. loonwaarde: 47% Beleidsuitgangspunten en inrichtingskeuze: Detacheren is een middel, met als doel dat mensen in dienst komen bij de inlener. Bedrijven waar dat niet de intentie is, gaan we niet mee aan het werk Meest trots op: Er zijn weinig plaatsingen die misgaan, en het is nu een gedragen product binnen onze organisatie Businesscase: Bij de doelgroep Participatiewet worden de tarieven bepaald op basis van de loonwaarde. We werken met een vaste factor, en die is niet onderhandelbaar. Daarmee is voor de inlener deze doelgroep duurder dan een SW-medewerker. Het is voor de inlener ook goedkoper de medewerker rechtstreeks in dienst te nemen.

6 Biga Groep Uitgangspunten: 1) Kaal arbeidsvoorwaardenreglement (36 uur) in een aparte BV, toepassen WAADI. 2) Individuele detacheringen; 3) Alleen mensen met een indicatie Baanafspraak 4) Woongemeente of uitkeringsachtergrond is niet relevant 5) Detaovereenkomst loopt gelijk met arbeidsovereenkomst en is niet opzegbaar door inlener. Tarief 1) Loonkostensubsidie ten bate van inlener (LKV-LIV-premiekorting niet) 2) Verlof-opname + 10 ziektedagen voor rekening inlener 3) 1 vaste factor over maandsalaris excl. LKS (afhankelijk van cao/reglement) Nadeel: Marge wordt sterk beïnvloed door het aantal contracturen, salaris (WML of meer) en of iemand loonkostensubsidie krijgt of loondispensatie. 2018: Evalueren afgelopen 2 jaar en vaststellen van nieuwe methodiek (en eventueel factor) voor detacheringstarief.

7 Paul Schenderling (Berenschot) KOSTEN EN OPBRENGSTEN VANUIT HET PERSPECTIEF VAN GEMEENTE, WERKGEVER EN WERKZOEKENDE

8 Agenda Onderwerpen om samen door te nemen 1. Inleiding en voorbeeld 2. Om welke aantallen gaat het? (kort) 3. Overzicht kosten en baten van detachering 4. Voorbeelduitwerking van verschillende typen kosten en baten 5. Wie betaalt welke kosten en wat betekent dit voor de minimale en maximale detacheringsvergoeding? 6. Afsluiting 8

9 1. Inleiding Welke vragen spelen er rond detachering? Gemeenten en werkbedrijven worstelen met vragen rond detachering van mensen uit de Participatiewetdoelgroep. Gedeeltelijk zijn deze vragen technisch: wat zijn de aantallen kosten en baten? Gedeeltelijk betreffen de vragen inhoudelijke dilemma s: wie draagt welke kosten? 9

10 1. Inleiding Voorbeeld Kees is 56 jaar en heeft zijn hele werkzame leven bij dezelfde werkgever in de metaalsector gewerkt, tot hij werd ontslagen. Nu zit hij al weer enige tijd in de bijstand. Het is voor hem moeilijk om weer aan het werk te komen, want zijn productiviteit is verminderd als gevolg van een lichte verstandelijke beperking en vanwege zijn leeftijd zijn werkgevers niet bereid om hem in dienst te nemen. Wel hebben werkgevers interesse om Kees aan het werk te helpen met behulp van een detachering met loonkostensubsidie. De loonwaarde van Kees is 55 procent en Kees kan maximaal 0,8 fte werken. Het bedrag aan loonkostensubsidie bedraagt ongeveer op jaarbasis (incl. werkgeverslasten) en er is geen aanvullende uitkering nodig. De bruto besparing voor de gemeente bedraagt plusminus per jaar. Uit deze bruto besparing kunnen additionele kosten zoals begeleidingskosten, administratieve kosten en kosten van tijdelijke onderbezetting van Kees worden betaald. 10

11 2. Aantallen Wat zijn de aantallen? In de periode stijgt het aandeel mensen met een arbeidsbeperking in de doelgroep naar verwachting van enkele procenten naar 25 procent. Bron: Ministerie van SZW, Tweede Nota van Wijziging Participatiewet. 11

12 3. Overzicht kosten en baten Welke kosten en baten spelen een rol? Kosten en baten van detachering voor gemeente of werkbedrijf Kosten A. Kosten loonkostensubsidie (i-deel) C. Loondoorbetalingsrisico en ontslagrisico (meestal doorbelast aan werkgever; ontslagrisico geldt alleen bij detacheringen > 2 jaar) Baten B. Besparing Participatiewetuitkering (i-deel) D. Administratiekosten (soms doorbelast aan werkgever) E. Loonwaardemeting, begeleiding (meestal via w- deel) F. Kosten overhead (wie betaalt?) 12

13 4. Voorbeelduitwerking kosten en baten A. Loonwaarde De werkgever betaalt in principe alleen de loonwaarde. Opbouw inleenvergoeding A. Loonwaarde (excl. wglasten) 6,6 Het wettelijk minimumloon (WML) per maand, inclusief vakantietoeslag (VT) bedraagt per maand. Gecorrigeerd voor loonwaarde en fte-percentage bedragen de loonkosten excl. werkgeverslasten 744 per maand ( 6,6 per uur; zie volgende sheets). N.B.: voor de berekening van het maandbedrag naar het uurbedrag gaan we in dit rekenvoorbeeld uit van werkzame uren per jaar. Bron aantal werkzame uren per jaar: Madi Monitor. 13

14 4. Voorbeelduitwerking kosten en baten Gerichte nieuwe ideeën nodig Bron: Samen voor de klant (Programmaraad) 14

15 4. Voorbeelduitwerking kosten en baten Gerichte nieuwe ideeën nodig Let op: dit zijn werkgeverslasten over de LKS! 15

16 4. Voorbeelduitwerking kosten en baten Uitwerking voor gemeente 16

17 4. Voorbeelduitwerking kosten en baten Gerichte nieuwe ideeën nodig Uitwerking voor werkzoekende 17

18 Scenario Leeftijd Loonwaarde Cao-werkweek Uren per week Woon- en gezinssituatie Netto eigen inkomen Netto inkomen partner WML per maand excl. VT WML per maand incl. VT Loonwaarde LKS excl. werkgeverslasten Werkgeverslasten Bijstandsnorm LKS incl. werkgeverslasten Kosten netto bijstand Hoogste loonheffing op bijstand Bruto bijstand Netto inkomen zonder werk Loonheffing Bruto inkomen met werk Netto inkomen met werk Netto resultaat gemeenten 1 23 jaar of ouder 30% Alleenstaande of alle jaar of ouder 35% Alleenstaande of alle jaar of ouder 40% Alleenstaande of alle jaar of ouder 45% Alleenstaande of alle jaar of ouder 50% Alleenstaande of alle jaar of ouder 55% Alleenstaande of alle jaar of ouder 60% Alleenstaande of alle jaar of ouder 65% Alleenstaande of alle jaar of ouder 70% Alleenstaande of alle jaar of ouder 75% Alleenstaande of alle jaar of ouder 80% Alleenstaande of alle jaar of ouder 30% Alleenstaande of alle jaar of ouder 35% Alleenstaande of alle jaar of ouder 40% Alleenstaande of alle jaar of ouder 45% Alleenstaande of alle jaar of ouder 50% Alleenstaande of alle jaar of ouder 55% Alleenstaande of alle jaar of ouder 60% Alleenstaande of alle jaar of ouder 65% Alleenstaande of alle jaar of ouder 70% Alleenstaande of alle jaar of ouder 75% Alleenstaande of alle jaar of ouder 80% Alleenstaande of alle jaar of ouder 30% Alleenstaande of alle jaar of ouder 35% Alleenstaande of alle jaar of ouder 40% Alleenstaande of alle jaar of ouder 45% Alleenstaande of alle jaar of ouder 50% Alleenstaande of alle jaar of ouder 55% Alleenstaande of alle jaar of ouder 60% Alleenstaande of alle jaar of ouder 65% Alleenstaande of alle jaar of ouder 70% Alleenstaande of alle jaar of ouder 75% Alleenstaande of alle jaar of ouder 80% Alleenstaande of alle jaar of ouder 30% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 35% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 40% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 45% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 50% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 55% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 60% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 65% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 70% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 75% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 80% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 30% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 35% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 40% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 45% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 50% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 55% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 60% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 65% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 70% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 75% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 80% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 30% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 35% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 40% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 45% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 50% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 55% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 60% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 65% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 70% Gehuw den 21 jaar to jaar of ouder 75% Gehuw den 21 jaar to Netto resultaat werkzoekende Uitwerking kosten en baten voor gemeente en werkzoekende in de vorm van scenario s

19 4. Voorbeelduitwerking kosten en baten B. Werkgeverslasten Werkgevers betalen gemiddeld 23% werkgeverslasten voor de gedetacheerde medewerkers. Opbouw inleenvergoeding A. Loonwaarde (excl. wglasten) 6,6 B. Werkgeverslasten 0,5 De werkgeverslasten (sociale lasten) bedragen 171 per maand ( 1,5 per uur). De loonwaarde incl. wg-lasten bedraagt 915 per maand ( 8,1 per uur). N.B.: per 1 januari 2018 wordt de premiekorting vervangen door het loonkostenvoordeel (LKV). Voor werknemers uit de doelgroep Banenafspraak bedraagt het LKV 1,01 per verloond uur (maximaal per jaar). De werkgeverslasten per uur worden daarmee verlaagd tot 0,5 per uur. 19

20 4. Voorbeelduitwerking kosten en baten C. Opslag loondoorbetaling Wanneer een werknemer ziek is, dan is de werkgever verplicht om loon door te betalen en reintegratieinspanningen te verrichten. Dit geldt zowel voor werknemers met een vast dienstverband als werknemers met een tijdelijk dienstverband. WeenerXL, dat ruime ervaring heeft met detacheren van mensen uit de Participatiewetdoelgroep, hanteert een opslag van 5%, i.e. plusminus 67 per maand ( 0,6 per uur). Opbouw inleenvergoeding A. Loonwaarde (excl. wglasten) 6,6 B. Werkgeverslasten 0,5 C. Opslag ontslagrisico en loondoorbetalingsrisico Zie vervolg N.B.: in de berekening van WeenerXL is rekening gehouden met het feit dat alleen mensen die tot het Doelgroepenregister behoren recht hebben op een no risk polis. Voor de overige mensen uit de doelgroep zet WeenerXL een zogenoemde low-risk polis in. De kosten bedragen gemiddeld 5%. 20

21 4. Voorbeelduitwerking kosten en baten C. Opslag ontslagrisico Werknemers die minstens 2 jaar in dienst zijn en ontslagen worden, hebben bij ontslag recht op een transitievergoeding in het kader van de WWZ. De hoogte van de vergoeding hangt af van: (a) het aantal dienstjaren en (b) leeftijd. 50-plussers hebben recht op een hogere transitievergoeding (namelijk: 1/2 maandsalaris per gehele periode van 6 maanden voor 50-plussers versus 1/6 maandsalaris per gehele periode van 6 maanden voor 50- minners). Het berekende gemiddelde bedrag: 125 p.p. per jaar ( 0,1 per uur). Opbouw inleenvergoeding A. Loonwaarde (excl. wglasten) 6,6 B. Werkgeverslasten 0,5 C. Opslag ontslagrisico en loondoorbetalingsrisico Subtotaal inleenvergoeding 0,7 7,8 N.B.: de assumpties van Berenschot bij de berekening zijn: (a) 30% detachering voor onbepaalde tijd; (b) ontslagpercentage van 5% per jaar; (c) gemiddelde van 8,7 dienstjaren; (d) 30% van de doelgroep is 50-plus. Bron leeftijden en dienstjaren: CBS. 21

22 4. Voorbeelduitwerking kosten en baten D. Opslag administratiekosten De gemeente/het werkbedrijf maakt administratiekosten, onder andere voor het organiseren van de loonwaardemeting en voor het vaststellen en administreren van de loonkostensubsidie. Berenschot hanteert voor administratie een ervaringscijfer van 375 per plaatsing. We vermenigvuldigen deze met een factor twee, omdat er meestal meerdere pogingen nodig zijn voor een plaatsing. Dit leidt tot een opslag van 0,5 per uur. Opbouw inleenvergoeding A. Loonwaarde (excl. wglasten) 6,6 B. Werkgeverslasten 0,5 C. Opslag ontslagrisico en loondoorbetalingsrisico Subtotaal inleenvergoeding D. Opslag voor administratie Subtotaal inleenvergoeding 0,7 7,8 0,5 8,3 22

23 4. Voorbeelduitwerking kosten en baten E. Begeleiding en loonwaardemeting De kosten voor begeleiding lopen sterk uiteen en zijn zowel afhankelijk van de persoon (vaak de loonwaarde), als het type werk en de uitvoeringsorganisatie. Berenschot hanteert daarom een bandbreedte van per jaar (het gemiddelde bedrag is 1,4 per uur). De kosten voor de jaarlijkse loonwaardemeting bedragen naar schatting 500 per jaar ( 0,4 per uur). Opbouw inleenvergoeding A. Loonwaarde (excl. wglasten) 6,6 B. Werkgeverslasten 0,5 C. Opslag ontslagrisico en loondoorbetalingsrisico Subtotaal inleenvergoeding D. Opslag voor administratie Subtotaal inleenvergoeding E. Opslag voor begeleiding en loonwaardemeting 0,7 7,8 0,5 8,3 1,8 23

24 4. Voorbeelduitwerking kosten en baten F. Eventuele opslag voor overhead Er bestaat discussie of, en zo ja, in welke gevallen gemeenten overhead in rekening brengen. Het antwoord hangt af van: (a) marginale of integrale kostprijs, (b) juridische overwegingen (Wet Markt en Overheid). Uit de Overheadbenchmark van Berenschot blijkt dat de overhead van gemeenten gemiddeld 32,9% bedraagt. Toegepast op (a) de loonwaardemeting, (b) begeleiding, (c) administratie bedraagt de overhead 0,8 per uur. Opbouw inleenvergoeding A. Loonwaarde (excl. wglasten) 6,6 B. Werkgeverslasten 0,5 C. Opslag ontslagrisico en loondoorbetalingsrisico 0,7 Subtotaal inleenvergoeding 7,8 D. Opslag voor administratie 0,5 Subtotaal inleenvergoeding 8,3 E. Opslag voor begeleiding en loonwaardemeting 1,8 F. Opslag voor overhead 0,8 Totale inleenvergoeding 10,9 24

25 5. Wie betaalt welke kosten? Kostencomponenten en inleenvergoeding Afhankelijk van de vraag welke kostencomponenten wel en niet worden doorberekend in de inleenvergoeding, ontstaat er een minimale, gemiddelde en maximale variant van de inleenvergoeding. Bevinding Berenschot uit eerder onderzoek: bij inleentarieven van meer dan 12,- per uur wordt het voor inleners niet meer rendabel om medewerkers met een loonwaarde van rond de 50% in te zetten. Opbouw inleenvergoeding A. Loonwaarde (excl. wglasten) 6,6 B. Werkgeverslasten 0,5 C. Opslag ontslagrisico en loondoorbetalingsrisico 0,7 Minimale inleenvergoeding 7,8 D. Opslag voor administratie 0,5 Gemiddelde inleenvergoeding 8,3 E. Opslag voor begeleiding en loonwaardemeting 1,8 F. Opslag voor overhead 0,8 Maximale inleenvergoeding 10,9 25

26 Tot slot Colofon Deze presentatie is opgesteld door Paul Schenderling, senior adviseur sociaal domein bij Berenschot. Vragen of opmerkingen? Neem gerust contact op via of 26

27 Brede gespreksronde WELKE VRAAGSTUKKEN SPELEN ER EN WAT KUNNEN WE VAN ELKAAR LEREN?

28 7. Afsluiting Wat neem je mee naar de praktijk?