[ DATUM - B IUNí

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "[ DATUM - B IUNí"

Transcriptie

1 pp.~j-?,jg~ 5%,.,CfiE ZEELAND Directie Ruimte, Milieu en Water AFD. 36Q AMBT. i AFD. IERlr(lJN %, Qa l lee bu 3 Provincie Zeeland [ DATUM - B IUNí ZAAK N[ CLASS. bericht op brief van: - uw kenmerk: Voorzitter van Provinciale Staten van Zeeland t.a.v. Statengriffier ons kenmerk: afdeling: Water en Natuur behandeld door: Reinier van Nispen doorkiesnummer: onderwerp: Nota: Natte ecologische verbindingszones Zeeland verzonden. c- 4 J G i zojo Middelburg, 2 juni Geachte voorzitter, Hierbij zenden wij u ter kennisneming de nota natte ecologische verbindingszones Zeelznd Deze nota is op 6 april 2010 door Gedeputeerde Staten vastgesteld ter vervanging van het voor 2010 vigerende uit Natte verbindingszones vormen een integraal onderdeel van de Ecologische hoofdstructuur (EHS) zoals deze in het recente natuurbeheerplan Zeeland 2009 is opgenomen. Vanwege de verouderde status van de '96 nota - verouderde inrichtingseisen, aangewezen traces en achterhaalde doelsoorten - is het oude beleid geëvalueerd en opnieuw beoordeeld op ecologische relevantie. Bij het herzien van het beleid is gezocht naar maximale koppeling of synergie mogelijkheden met de maatregelen die vanuit de wateropgaven Europese Kaderrichtlijn Water en Waterbeheer 2Ie eeuw gedurende de jaren (en verder) door het waterschap Scheldestromen i.o. wordt uitgevoerd. Een verdere toelichtende notitie incl. de nieuwe nota zijn bij deze brief als bijlage toegevoegd. De nota zal voor de zomervakantieperiode in huisstijl worden opgemaakt. Wij hopen u hiermee voorlopig voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, gedeputeerde staten, namens dezen, dir Directie Ruimte, Milieu en Water.

2 Bijlage l Aan Onderwerp Datum Status Provinciale Staten Nota Natte ecologische verbindingszones Zeeland 201 0, toelichting 25 mei Ter kennisneming 1. Inleiding Natte ecologische verbindingszones (nevz1s) vormen een integraal onderdeel van de Ecologische hoofdstructuur (EHS) zoals deze in het natuurbeheerplan Zeeland 2009 is opgenomen. Wetenschappelijk is aangetoond dat realisatie van de landelijke ecologische hoofdstructuur en het onderling verbinden hiervan via droge - en natte verbindingszones, absoluut noodzakelijk is voor het voortbestaan van vele dier- en plantensoorten. Steeds meer groepen van dier- en plantensoorten zijn geïsoleerd van elkaar geraakt door de aanleg van spoorwegen, steden, industrie en grootschalige landbouwgebieden. Deze niet natuurlijke barrières voorkomen uitwisseling van soorten en belemmeren kolonisatie van nieuwe geschikte (natuur)gebieden. Natte ecologische verbindingszones worden daardoor beschouwd als een belangrijke ontsnipperingsmaatregel waarlangs diersoorten van het ene (natuur)gebied naar het andere kunnen migreren. Bovendien vormen verbindingszones volgens de laatste wetenschappelijke inzichten ook belangrijke klimaatadaptieve structuren voor de instandhouding van soorten vanwege klimatologische veranderingen. Door het opschuiven van klimaatgordels kunnen soorten (nog) geschikte leefgebieden bereiken en wordt uitsterving voorkomen. De functie van provinciale natte ecologische verbindingszone is gekoppeld aan (hoofd)waterlopen die in het beheer zijn bij het waterschap Scheldestromen i.o. De inrichtingsopgave bestaat doorgaans uit een verbrede flauwe oever met een daaraan gekoppelde wat drogere zone. Maximale koppeling aan de wateropgaven. Als uitwerking van de actie uit het huidige omgevingsplan , par. 4.6 waterkwantiteit, is de verouderde nota Natte ecologische verbindingszones Zeeland uit 1996 op basis van nieuwe inzichten grondig herzien. Bij het herzien van het beleid is de maximale koppeling of synergie mogelijkheden met voorziene fysieke watermaatregelen meegenomen. Dit betreft de aanleg van verbrede flauwe - of natuurvriendelijke oevers die in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water of Waterbeheer 2Ie eeuw gedurende de jaren (en verder) door het waterschap worden gerealiseerd. De natte ecologische verbindingszones vallen dan ook voor meer dan 80% samen met wateropgaven langs waterlopen. Domburgse watergang Bij de aanwijzing van natte ecologische verbindingszones in 1996 is er niet gekeken naar koppelmogelijkheden met andere doelen. Integrale praktijkervaringen zoals opgedaan bij de herinrichting van de oevers Domburgse watergang wijzen uit dat het meekoppelen en het combineren van meerdere doelen (ook Nationaal landschap en recreatie) kostenefficiënt zijn, een groot draagvlak hebben en de druk op de beschikbare benodigde ruimte (aantal ha) verminderd. Behoort bij brief d.d. 2 juni met ons kenmerk: van de afdeling Water en Natuur

3 2. Verschillen oude nota uit 1996 versus herziene nota 2009 In de nieuwe herziene nota zijn twee verschillende typen verbindingszones uitgewerkt: - Type l : Natte ecologische verbindingszones met een inrichtingsopgave van 1,5 halkm. - Type 2: Natte as corridors, robuuste natte ecologische verbindingszones met een inrichtingsopgave van 2,O halkm als onderdeel van de te realiseren Natte as opgave voor Zeeland. Natte ecologische verbindingszones Zeeland Type 1, Natte ecologische verbindingszones (hoofdstuk 4) (15 m. breed of 1,s halkm) Type 2, Robuuste Natte ecologische verbindingwones of Natte As corridors (hoofdstuk 5) (20 m. breed of 2,0 hdkm) Verder gaat de nieuwe nota uit naar de noodzakelijk te koppelen gebieden die deel uit maken van de ecologische hoofdstructuur door aanduiding van voorkeurtracés en niet specifieke aangewezen of vastliggende nevz tracés. Vanwege deze flexibiliteit kunnen andere tracés worden gekozen indien zich o.a. nieuwe koppelings- of grondvenvervingskansen voordoen. De nieuwe nota sluit aan bij de relevante Zeeuwse doelsoorten die in de provinciale nota soortenbeleid en Leefgebiedbenadering zijn opgenomen. Het einddoel van realisatie van de verbindingszones is 201 8, uiterlijk 2027, vanwege de fasering van de uitvoering van Europese Kaderrichtlijn Water inrichtingsmaatregelen waarmee de nevz's grotendeels samenvallen. Bouwsteen Regionale Bestuursakkoorden Water De koppelingsmogelijkheden tussen nevz's met waterdoelen zijn als opgave opgenomen in de Regionale Bestuursakkoorden Water die tussen de provincie en de Zeeuwse waterschappen zijn afgesloten. De nieuwe herziene nota Natte ecologische verbindingszones Zeeland (als bepalend kader) vormt daarbij een onmisbare noodzakelijke beleidskader. Behoort bij brief d.d. 2 juni met ons kenmerk: van de afdeling Water en Natuur

4 Afstemming De in de herziene nota opgenomen streefbeelden, randvoorwaarden en kaders zijn met beide waterschappen afgestemd. De voorgestelde kaders en voorkeurtracés zijn daardoor overgenomen in beide waterbeheerplannen De herziene nota natte ecologische verbindingszones Zeeland is voorgelegd aan de Provinciale Commissie Groen en Ruimte (PCGR) van 8 oktober 2009 en akkoord bevonden. Vanwege de synergie met kaderrichtlijn water maatregelen zijn de nevz tracés met bijbehorende ambitie (halkm) ook verwoord in de planherziening omgevingsplan Zeeland: Europese Kaderrichtlijn Water die op 13 november 2009 door Provinciale Staten is vastgesteld. Tijdens de inspraakperiode op dit ontwerpplan zijn er op het onderdeel natte ecologische verbindingszones geen inspraakreacties binnengekomen. Beleidsafspraken De realisatie van natte ecologische verbindingszones is een provinciale verantwoording (inspanningsdoel). De benodigde grondverwerving vindt plaats op basis van vrijwilligheid. Door deze (maximaal) te koppelen aan wateropgaven worden de waterschappen grotendeels uitvoerder van de in de nota opgenomen natte ecologische verbindingszone opgave. De natte ecologische verbindingszones houden de bestemming water (wateropgave is prioritair) zodat ook het beheer en onderhoud door de waterschappen kan worden ondergebracht. Voor de Natte ecologische verbindingszones worden geen natuurdoeltypen of andere hoogwaardige natuurdoelen geformuleerd, de hoofdfunctie is migratie. Ook zijn geen beperkingen geformuleerd voor aangrenzend landbouwkundig - of ander landgebruik. Prioritering De gerealiseerde tracés op basis van oud beleid worden als afgerond beschouwd. Bij de realisatie van natte ecologische verbindingszones wordt voor de periode prioriteit gegeven aan de realisatie van deeltracés die gekoppeld zijn aan de wateropgaven kaderrichtlijn water en waterbeheer 2Ie eeuw. De overige deeltracés die niet samen vallen met wateropgaven en waarvoor de provincie 100% zelf aan de lat staat zijn gefaseerd naar de periode Door het waterschap als uitvoerder te benoemen in situaties waar nevz's samenvallen met wateropgaven wordt voorzien dat van de in de nota opgenomen ambitie van circa 115 km nevz voor circa 80% is gerealiseerd in 2018 (Nationaal einddoel voor de EHS-realisatie). Behoort bij brief d.d. 2 juni 2010 met ons kenmerk: van de afdeling Water en Natuur

5 3. Geraamde realisatiekosten Op basis van kentallen (normpeil 2009) is een inschatting gemaakt van de totale investeringskosten tot 2027: provincie waterschap EHS-budget Type I : Natte evz 84 km x = : Type 2: Natte as -corridors 27 km x = : Ambitie is de nevzrs (type 1 en 2) in 2018 te hebben gerealiseerd voor zover deze samenvallen met een wateropgave. Voor het gedeelte dat niet samenvalt met de wateropgave (circa 20%) is realisering na voorzien. Tot en met 2018 betekent het voor zowel provincie als waterschap een financiële inzet van ca. E ,- per jaar (opgave circa 10 km per jaar). Plus voor de provincie een inzet van ILG-EHS middelen. De provincie beoogt haar aandeel voor 50% uit reguliere middelen te dekken (op dit moment de blauwe impuls) en voor 50% (taakstelling) uit externe middelen (waaronder POP, Interreg, ILG, KRW-synergiegelden). De huidige praktijk laat zien dat 50% externe financiering aanvullend op provinciale middelen een reële taakstelling is (voorbeeld project Domburgse watergang, Veerse kreek en Veerse Veste, etc.). Afspraken financiering In het kader van de jaarlijkse programmering van de wateropgave bekijken provincie en waterschap de financiële mogelijkheden voor uitvoering van nevz's conform de hierboven aangegeven ambitie en gemaakte afspraken binnen de Regionale Bestuursakkoorden Water (opgave circa 10 km per jaar). Periodiek bekijkt de provincie haar financiële mogelijkheden, bv. in kader collegeprogramma en ILG-2. Daarbij wordt de uitvoering van de nevzrs verder gefaseerd indien er onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn. In onderling overleg wordt bekeken welke prioriteiten dan moeten worden gelegd. R. van Nispen, 25 mei Cluster water, directie RMW Behoort bij brief d.d. 2 juni 2010 met ons kenmerk: van de afdeling Water en Natuur

6 2010 \\

7 Nota : Herziening natte ecologische verbindingszones in Zeeland. versie februari 2010 Auteurs: Drs. R. van Nispen Ir. H. Benschop provincie Zeeland cluster water, afd. W&N 2

8 Inhoud 1. Waarom herziening beleid natte ecologische verbindingszones? Aanleiding voor deze beleidsnota Relevante beleidskaders Beleidsnota's Taken en verantwoordelijkheden Type 1: Natte ecologische verbindingszones Ecologische uitgangspunten (streefbeeld) Streefbeeld Natte ecologische verbindingszone Aanvullende beleidsuitgangspunten Natte ecologische verbindingszones (nevz) per deelgebied Herziene tracés natte ecologische verbindingszones Voorkeurtracés per deelgebied Type 2: Robuuste ecologische verbindingszones of Natte As corridors Algemeen: De Natte As 'van Zijpe tot Zwin' Ecologische uitgangspunten Natte As corridors Voorkeurtracés per deelgebied Nazorg ecologische verbindingszones Beheer en onderhoud Voorlichting rond ecologische verbindingszones Monitoring Literatuur...53 Bijlage A: Stappenplan...55 Bijlage B: Begrippen en definities...57 Bijlage C: Inrichtingskosten ecologische verbindingszones...58 Bijlage D: Overzicht type 1: Natte Ecologische Verbindingszones Zeeland...61 Bijlage E: Overzicht type 2: Natte As corridors Zeeland...62 Bijlage F: Overzicht type 1 en

9 1. Waarom herziening beleid natte ecologische verbindingszones? 1.1 Aanleiding voor deze beleidsnota Natte ecologische verbindingszones verbinden twee of meerdere gebieden die zijn opgenomen binnen de Ecologische hoofdstructuur. De eerste uitwerking van het beleid voor de natte ecologische verbindingszones (nevz) is in 1996 vastgesteld in de nota Natte ecologische verbindingzones Zeeland [21]. Deze uitwerking van verbindingszones maakte onderdeel uit van de provinciale uitwerking van de Ecologische Hoofdstructuur [24] (fig.1). De in de nota '96 geformuleerde inrichtingseisen en gemaakte keuzes voor natte ecologische verbindingszones zijn toen voornamelijk gebaseerd op bestaande kennis en inzichten uit die tijd. Daarbij werd als inrichting langs waterlopen een standaardprofiel van de oever gehanteerd die aansloot bij de minimale migratie eisen voor enkel de doelsoort Otter. Door de komst van nieuwe beleidskaders, ontwikkelingen en inzichten is het beleid uit 1996 herzien. In de herziene nota worden daardoor twee typen verbindingszones - Natte ecologische verbindingszones en robuuste ecologische verbindingszones uitgewerkt, die beide aangrenzend aan waterlopen of hoofdwaterlopen zijn gekoppeld. Nieuwe beleidskaders Gedurende de afgelopen 10 jaar zijn een aantal nieuwe beleidskaders uitgewerkt die direct of indirecte invloed hebben op de ligging en het referentiebeeld van natte ecologische verbindingzones (nevz's). In 2001 is o.a. de provinciale nota Soortenbeleid vastgesteld [23] met daarin per landschapstype geformuleerde Zeeuwse aandachtsoorten. Deze soorten zijn sterk gebaat bij ecologische verbindingszones en stellen doorgaans specifieke eisen aan inrichting. Als gevolg van de Rijksnota "Natuur voor mensen, mensen voor natuur" [11] zijn door het rijk een aantal robuuste verbindingen aangewezen om de EHS te versterken. Deze zogenaamde Natte-as van van Lauwersmeer tot en met de Zeeuwse Delta bestaat uit grote natte nieuwe of bestaande - natuurgebieden die onderling zijn verbonden door robuuste lijnvormige ecologische verbindingszones of natte as corridors (zie verder hoofdstuk 5). Het beschreven streefbeeld van natte ecologische verbindingszones uit de nota van 1996 dient daardoor te worden herzien en meer aan te sluiten op de voorkomende aandachtsoorten binnen de provincie Zeeland [23], [27] Ook zullen de tracés van de natte (robuuste) ecologische verbindingzones hierbij worden bekeken op relevantie en op koppel mogelijkheden met andere doelen. Synergie In het Omgevingsplan Zeeland [26] is nadrukkelijk de ambitie verwoord om beleidsopgaven of doelen zoveel mogelijk te combineren of te koppelen (synergie). Voor het realiseren van natte (robuuste) ecologische verbindingszones wordt daarbij vooral synergie gezocht met de te realiseren wateropgaven (waterbeheer 21 ste eeuw en Europese Kaderrichtlijn Water) langs (hoofd)waterlopen en kreekrestanten. Daarnaast kunnen ook cultuurhistorische en recreatieve opgaven worden mee gekoppeld. Robuuste ecologische verbindingszones of Natte as corridors Vanwege de overlap tussen natte ecologische verbindingszones en robuuste Natte As verbindingen, zijn binnen deze beleidsnota tevens de beleidsuitgangspunten en het streefbeeld voor de Natte as corridors uiteengezet (hoofdstuk 5). Als onderdeel van de landelijke robuuste centrale Natte As wordt in Zeeland, aanvullend op de EHS, gestreefd naar 1400 ha extra nieuwe natuur die in combinatie met bestaande gebieden - onderling door robuuste verbindingszones of natte as corridors worden verbonden. Langs de oostkant van Zeeland en dwars door Zeeuws-Vlaanderen ('Van Zijpe tot Zwin') maken nu al een reeks bestaande wateren en kreekresten onderdeel uit van de grootschalige natte as. Deze bestaat Natte As bestaat dus uit kerngebieden en robuuste brede verbindingen (natte as corridors). [--] = literatuur verwijzing 4

10 Ecologisch migratienetwerk Zeeland De natte ecologische verbindingszones en de robuuste ecologische verbindingen (Natte-as) vormen binnen de provincie Zeeland incl. de droge verbindingszones een samenhangend ecologisch migratienetwerk die is gekoppeld aan (hoofd)waterlopen. Zie onderstaand schema. Natte ecologische verbindingszones Zeeland Type 1, Natte ecologische verbindingszones (hoofdstuk 4) (15 m. breed of 1,5 ha/km) Type 2, Robuuste Natte ecologische verbindingszones of Natte As corridors (hoofdstuk 5) (20 m. breed of 2,0 ha/km) 5

11 Figuur 1: Oude opgave 1996: Natte ecologische verbindingszones, 205 km. 6

12 2. Relevante beleidskaders 2.1 Beleidsnota's Ontsnipperingsmogelijkheden voor fauna in Zeeland, 1995 [20] In dit rapport is een analyse gemaakt van knelpunten voor de fauna in de provincie Zeeland en zijn oplossingsmaatregelen uitgewerkt. Het rapport fungeert als handboek, waarin voor de meest voorkomende probleemsituaties in Zeeland een oplossingsrichting is gegeven. Provinciale Nota natte ecologische verbindingszones 1996 [21] Hierin zijn als laatste fase van de uitwerking van het natuurgebiedsplan Zeeland, de natte ecologische verbindingszones binnen Zeeland omschreven. Het onderzoek "Ontwikkeling van een ecologische infrastructuur ten behoeve van de Otter in Zeeuws-Vlaanderen, 1989" werd voor de tracés in Zeeuws Vlaanderen daarbij als basis gebruikt. De nota omvat naast een uiteenzetting van het uitvoeringsbeleid ook een beschrijving van inrichtingseisen, tracés, prioritering en kostenraming. De nota is indertijd tot stand gekomen in samenwerking met het ministerie van LNV en de Zeeuwse waterschappen. In de nota is opgenomen dat het initiatief tot de inrichting van verbindingswateren in principe bij het waterschap ligt. Ook gaat de nota vrij diep in op de te verkrijgen subsidies voor het aanleggen van de zones. In de nota wordt nog uitgegaan dat de EVZ s, als onderdeel van de EHS binnen 25 jaar, dus uiterlijk in 2015, afgerond zou zijn. Later is dit bijgesteld naar De natte ecologische verbindingszones krijgen geen aparte status als natuurgebied, met andere woorden de huidige bestemming behoeft niet te worden gewijzigd. Er is dan ook geen sprake van extra planologische beperkingen voor de landbouw. Wel is aangegeven dat de nevz's in het nieuwe Omgevingsplan zullen worden opgenomen. Indien gronden moeten worden verworven voor de realisatie van nevz's, gebeurt dat op basis van vrijwilligheid. Het eigendom, beheer en onderhoud van de verbindingszones wordt, als onderdeel van de watergang, ondergebracht bij de waterschappen. In de nota natte ecologische verbindingszones van 1996 is uitgegaan van de aanleg van 205 km nevz. In de afgelopen tien jaar is ruim 150 km natuurvriendelijke oevers door waterschappen gerealiseerd. Waterschaps Ecologische Infrastructuur (WEI) van waterschap Zeeuwse Eilanden, 1999 Het waterschap Zeeuwse Eilanden heeft Gedeputeerde Staten van Zeeland (GS) verzocht de WEI (Waterschaps Ecologische Infrastructuur), circa 315 km extra waterlopen, op te nemen als natte ecologische verbindingszones binnen de Zeeuwse Ecologische Hoofdstructuur. De Provinciale Commissie Groene Ruimte heeft voorgesteld in te stemmen met dit verzoek en Gedeputeerde Staten te adviseren de WEI op te nemen in het provinciale stelsel van natte ecologische verbindingszones. Dit besluit (bekrachtiging) van Gedeputeerde Staten heeft niet plaatsgevonden omdat dit zou worden meegenomen bij de herziening van de nota natte ecologische verbindingszones. Bij de huidige herziening is hier rekening meegehouden waardoor een deel van de WEI overlap heeft met de te realiseren natte EVZ tracés. 7

13 Figuur 2: Waterschap Ecologische Infrastructuur (WEI) van waterschap Zeeuwse Eilanden Provinciale 10 puntenplan voor het Zeeuwse natuurbeleid "Werk in uitvoering", 2000 [22] Naast een overzicht van het huidige beleid worden in het 10 puntenplan de belangrijkste (landelijke) ontwikkelingen geschetst. Vervolgens wordt in een 10-puntenplan het nieuwe provinciale natuurbeleid voor de komende jaren gepresenteerd, inclusief de daarbij behorende concrete acties. Hierbij is het motto ga door met wat goed gaat, verbeter waar het nog aan schort. De nadruk ligt daarbij op daadwerkelijke resultaten in het veld, vandaar de titel Werk in uitvoering. Het beleid is immers slechts een middel, een gezonde Zeeuwse natuur en een fraai landschap het doel. Actiepunt 3 is van toepassing op de realisatie van (natte) ecologische verbindingszones binnen Zeeland. Provinciale nota soortenbeleid, 2001 [23] De provinciale nota soortenbeleid omvat maatregelen voor behoud van zeldzame planten- en diersoorten die onvoldoende kunnen profiteren van het gangbare beleid voor natuur, milieu en water en die daardoor een groot risico lopen te verdwijnen uit Zeeland. Het soortenbeleid is specifiek gericht op de meest kwetsbare en bedreigde planten - en diersoorten in Zeeland zoals Noordse Woelmuis en Boomkikker. Europese kaderrichtlijn water, 2002 [17] Deze richtlijn is sinds 2002 van kracht en is gericht op een sterke verbetering van de ecologische en chemische toestand van zowel Rijks- als regionale wateren. De nadruk ligt op de ecologie. Voor Zeeland zijn voor de kaderrichtlijn aangeduide waterlichamen ecologische doelstellingen per waterlichaam afgeleid. Voor het behalen van deze doelstellingen zijn maatregelpakketten bepaald die eind 2009 zijn vastgesteld in de waterplannen van het Rijk, provincies en waterschappen. 8

14 Figuur 3: Oppervlakte waterlichamen stroomgebied van de Schelde Waterbeheer 21ste eeuw (WB21) in Zeeland 'Deelstroomgebiedsvisie Zeeland', 2004 [25] Voor de doorwerking van de voorstellen van de commissie 'Waterbeheer 21 ste eeuw' is een deelstroomgebiedsvisie voor Zeeland opgesteld. Deze bevat een beschrijving van waterhuishoudkundige problemen van het regionale watersysteem op hoofdlijnen. Deze knelpunten zijn zowel voor de huidige toestand als voor 2050 en 2100 in kaart gebracht. De visie omvat aanvullend hierop mogelijke maatregelen om knelpunten op te heffen (op basis van de drietrapsstrategie 'vasthouden-bergen-afvoeren') met een kostenraming. De waterschappen hebben dit in 2005 nader uitgewerkt en de wateropgave bepaald. 9

15 Provinciaal Omgevingsplan Zeeland [26] Het Omgevingsplan omvat de ontwikkeling van de fysieke ruimte in de provincie Zeeland. In het plan staat per beleidsthema de ambitie, doelstellingen en het uitvoeringskader uitgewerkt. Het omgevingsplan Zeeland is een integratie van het streekplan, milieubeleidsplan en waterhuishoudingsplan. In het kader op de volgende pagina is de tekst uit het Omgevingsplan over nevz overgenomen. Ecologische verbindingszones, uit Omgevingsplan Zeeland Via natte en droge ecologische verbindingszones worden de uitgebouwde kerngebieden van de EHS tot één ecologisch netwerk gesmeed. Bestaande wegbermen en binnendijken fungeren daarbij, mits sprake van een goed (ecologisch) beheer, als droge verbindingszones. Op de geselecteerde Zeeuwse bloemdijken wordt conform het provinciale dijkenactieplan actief natuurbeheer gepleegd door de natuurbeschermingsorganisaties, particulieren, boeren en met schaapskudden. De natte ecologische infrastructuur wordt gerealiseerd door de aanleg van natuurvriendelijke oevers langs, strategisch tussen natuurkerngebieden gelegen, watergangen. Het streven is de natuurvriendelijke oevers, als onderdeel van de watergang, in 2018 gerealiseerd te hebben. Via ontsnipperingsmaatregelen worden ecologische barrières weggenomen. Daar waar noodzakelijk wordt bij nieuwe (en te reconstrueren) infrastructuur rekening gehouden met het creëren/in stand houden van ecologische verbindingszones (bijvoorbeeld in de vorm van ecoduikers en/of faunapassages). Voor de grootste knelpunten wordt aangesloten bij het rijksbeleid van het Meerjarenprogramma ontsnippering. In 2018 moeten alle ecologische barrières in de rijksinfrastructuur zijn opgeheven. Acties en prestaties - Voor de nationale landschappen worden, buiten de gebieden van de Natte As, aanvullend op de reeds vastgestelde verbindingszones, extra natte verbindingszones vastgesteld om 50% van de wateropgave op te lossen, gecombineerd met het landschapsnetwerk. - Waterschappen leveren, gecombineerd met maatregelen voor realisatie van de wateropgave, een bijdrage aan andere in het omgevingsplan genoemde opgaven zoals het landschapsnetwerk, Natte As, natte ecologische verbindingszones, de visie Staats-Spaanse Linies en nationaal landschap. Afspraken waterschappen De Regionale Bestuursakkoorden Water geven zicht op de treffen maatregelen om te komen tot een robuust en betaalbaar watersysteem, de kosten daarvan en de wijze van financiering. Daarbij worden afspraken gemaakt in hoeverre gelijktijdig andere functies die met het watersysteem samenhangen, kunnen worden meegenomen. Provinciale Natuurbeheerplan, 2009 [24] Het Natuurbeheerplan Zeeland 2009 vormt het beleidskader voor verwerving, inrichting en beheer van de natuurgebieden en agrarische beheersgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur. Hierdoor vormt het Natuurgebiedsplan het kader voor de provinciale ambities voor behoud en herstel van de Ecologische Hoofdstructuur binnen Zeeland. De opgave voor de realisering van de Natte As (1400 ha extra natuur) komt daar bovenop. De extra Natte As natuur maakt deel uit van de nationale Zuidwestelijke robuuste verbindingszone: Delta-Biesbosch (Zwin-Saeftinge-Hollandsdiep en Biesbosch). De kaarten behorende bij het plan worden ieder jaar herzien en in dit rapport is uitgegaan van de EHS zoals deze gedurende 2009 stand van zaken juli is vastgelegd. 10

16 Natte As Biesbosch-Deltagebied Als gevolg van de Rijksnota "Natuur voor mensen, mensen voor natuur" (min. LNV, 2000) zijn door het rijk een aantal robuuste verbindingen aangewezen om de EHS te versterken. Een van deze verbindingen is de Natte As van Lauwersmeer tot en met de Zeeuwse Delta. Doel is om een verbinding te realiseren tussen verschillende grote natte robuuste gebieden. De Natte As omvat grotendeels bestaande natuurgebieden (2300 ha), daarnaast is circa 1400 ha nieuwe Natte as natuur noodzakelijk om het Zuidwestelijke deeltracé Biesbosch-delta van de robuuste verbinding Zeeuwse Delta-Lauwersmeer op Zeeuws grondgebied te realiseren. De belangrijkste doelsoort voor de Natte As is de Otter. Natte As corridors Binnen deze EVZ-nota is als onderdeel van de Natte As, de robuuste ecologische lijnvormige verbindingen (Natte As corridors) uitgewerkt die gekoppeld zijn aan watergangen. Leefgebiedenbenadering, ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij, 2007 en Uitwerking provincie Zeeland, 2009 [27] De leefgebiedenbenadering staat voor een bundeling van te beschermen soorten binnen bepaalde typen van gebieden (habitats). Hierdoor kan voor een grote groep van bedreigde soorten in een bepaalde omgeving een samenhangend pakket van activiteiten wordt gebundeld. Het soortenbeleid verschuift daarmee van een benadering gericht op individuele soorten naar het creëren en in stand houden van leefgebied voor een grote groep soorten die vergelijkbare maatregelen verlangt. De verschillende betrokken partijen kunnen rond de maatregelen voor leefgebieden tot samenwerking komen. Deze beleidsstrategie soorten geeft invulling aan de uitwerking en implementatie van de leefgebiedenbenadering. Want ondanks de passieve bescherming van soorten via de Flora en faunawet of Natuurbeschermingswet 1998, hebben verschillende planten en dieren in ons land moeite met overleven. Voor een aantal van deze soorten zijn (pro-)actieve maatregelen gewenst om ze te behouden. De leefgebiedenbenadering gaat over die actieve soortenbescherming. Doel Het doel van de leefgebiedenbenadering is: Een impuls geven aan het behalen van de biodiversiteitsdoelstelling door het duurzaam verbeteren van het leefgebied van geselecteerde soorten via een verbreding van de maatschappelijke betrokkenheid bij de uitvoering en implementatie van het actieve soortenbeleid. Klimaateffectschetsboek Zeeland, 2009 [4] Het klimaateffectschetsboek beschrijft gevolgen en globale effecten als gevolg van de klimaatwijziging op Zeeland. Het schetsboek vormt een aanzet voor het aanpassen van bestaand beleid adaptatie -in relatie tot klimatologische veranderingen. Één van de belangrijkste klimaateffecten op natuur is het verlies aan biodiversiteit als gevolg van toenemende dynamische omstandigheden door toenemende extremen van hevige droogte, temperatuur en neerslag. Door temperatuurstijging schuiven de verspreidingsgrenzen van koudeminnende soorten op richting het Noorden. Het aanleggen van migratieverbindingen zoals ecologische verbindingszones wordt als een belangrijke adaptatie maatregel gezien voor behoud van biodiversiteit binnen en buiten bestaande EHS-gebieden. Het herziene netwerk, streefbeeld en ambitie van de natte ecologische verbindingszones, incl. de natte-as corridors of robuuste verbindingszones zijn op basis hiervan dan ook te beschouwen als belangrijke klimaatadaptatiemaatregel op de klimatologische veranderingen binnen Zeeland. Het geheel aan verbindingszones is gebaseerd op het creëren van voldoende migratiemogelijkheden voor soorten binnen Zeeland en op de instandhouding van deze soorten. 11

17 2.2 Taken en verantwoordelijkheden Waterschappen en provincie geven de natte ecologische verbindingszones samen vorm, ieder vanuit zijn eigen taak en verantwoordelijkheid. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het op orde krijgen van het regionale watersysteem: de WB21- en KRW-opgave. Zij voeren de daarvoor benodigde maatregelen uit en dragen in beginsel ook de uitvoeringskosten. Afspraken over realisatie en financiering zijn vastgelegd in de Regionale Bestuursakkoorden Water tussen de provincie en de Zeeuwse waterschappen. Natte ecologische verbindingszones maken onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur: zij vormen de verbinding tussen EHS-gebieden en stoppen bij de begrenzing hiervan. Vanwege haar verantwoordelijkheid voor de totstandkoming van de Ecologische Hoofdstructuur rekent de provincie het tot haar verantwoordelijkheid dat de nevz's tot stand komen. De aanleg van nevz's wordt vooral gekoppeld aan vanuit de WB21- en KRW-opgave te treffen herinrichtingsmaatregelen. De waterschappen nemen de taak op zich als er een koppeling ligt met de uitvoering van de WB21- en KRW-maatregelen de in deze nota voorziene natte ecologische verbindingen daadwerkelijk te realiseren. De niet-samenvallende trajecten worden op een nader te bepalen termijn gerealiseerd door de provincie gerealiseerd. De provincie draagt voor 50 procent bij in de uitvoeringskosten van de aan te leggen nevz's. Jaarlijks maken provincie en waterschappen in de, op basis van de met de waterschappen afgesloten Bestuursakkoorden Water, op te stellen jaarprogrammering een afspraak over het aantal te realiseren kilometers nevz. Het streven is de in deze nota aangegeven natte ecologische verbindingszones in 2018 te hebben gerealiseerd. Door de koppeling van de nevz's met de wateropgave kan dit vanwege de met name voor de KRW-opgave beoogde fasering vóór en na 2015 voor enkele trajecten enkele jaren uitlopen (uiterlijk tot 2027). De in deze nota aangegeven tracés van natte ecologische verbindingszones dienen te worden beschouwd als richtinggevend als voorkeurstracés nevz tussen twee te verbinden EHS-gebieden. De waterschappen hebben de vrijheid om in samenspraak met de provincie tracés te herzien om meer synergie te verkrijgen met watermaatregelen, aanwezige kansen en op basis van haalbaarheid. Bij de aanleg wordt door de waterschappen geprobeerd maximaal invulling te geven aan de in deze nota geformuleerde uitgangspunten en streefbeeld voor de inrichting van ecologische verbindingen. Principes voor inrichting worden met de waterschappen verder afgestemd binnen de af te sluiten Bestuursakkoorden Water. In overleg met de provincie kan worden afgeweken. De functionaliteit van de verbindingszone dient daarbij zoveel mogelijk te worden gewaarborgd. Het eigendom, beheer en onderhoud van de natte ecologische verbindingszones wordt, als onderdeel van de watergang, conform de huidige praktijk ondergebracht bij de waterschappen. Stapstenen of leefgebieden die deel uitmaken van ecologische verbindingszones kunnen mogelijk ondergebracht worden bij een terreinbeheerder. Deze stapstenen dienen dan wel bijvoorkeur uit praktisch oogpunt - dichtbij de door de terreinbeheerder beheerde natuurgebieden liggen. 12

18 Regionale Bestuursakkoorden Water, financiering ecologische verbindingszones Zeeland [30] Provincie en de Zeeuwse waterschappen maken in de jaarprogrammering in relatie tot de Bestuursakkoorden Water afspraken over het aantal te realiseren km nevz.. De waterschappen dragen zorg voor deze realisatie in combinatie met de uitvoering van de door hen te treffen WB21- en KRW-maatregelen. De Bestuursakkoorden Water bevatten ook afspraken over cofinanciering van de te realiseren doelen. Daarbij wordt bekeken of naast provinciale (blauwe impuls) en waterschapsmiddelen ook andere budgetten voor de financiering van de natte ecologische verbindingszones kunnen worden ingezet. Daarbij valt te denken aan: * Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG), waaronder gelden voor EHS, Natte As, * Nationaal landschap en KRW-synergiegelden; * Plattelandsontwikkelingsprogramma POP-2 * Interreg middelen. * Leefgebiedenbenadering Veelal is voorwaarde voor de inzet van genoemde financieringsbronnen dat er sprake is van synergie met andere doelen zoals Nationaal Landschap, recreatie, cultuurhistorie of KRW. Waterschapsfusie Per zullen de waterschappen Zeeuwse Eilanden en Zeeuws Vlaanderen bestuurlijk gefuseerd zijn tot het waterschap Scheldestromen. 13

19 Uitvoering op projectniveau De in deze nota opgenomen uitgangspunten en streefbeelden vormen een leidraad voor visievorming en inrichting. Op projectniveau wordt daadwerkelijk getoetst of het streefbeeld met de daaraan vereiste inrichtingen en uitgangspunten ook daadwerkelijk kunnen worden behaald. In de praktijk zal dit betekenen dat bepaalde delen van een ecologische verbindingszone conform het geschetste streefbeeld kan worden ingericht en dat andere delen minimaal op basis van beschikbare ruimte - flexibel worden ingericht. Bijvoorbeeld: Een instabiele oever van een waterloop dient bijvoorkeur beschoeid te blijven, ook de beschikbare ruimte en hoogte van de oever is zodanig dat een flauw talud niet te realiseren is. De werkelijke inrichting hangt sterk af met de situatie in het veld (zie verder ook par. 3.2). Ook doelsoorten vereisen specifieke inrichtingen die op projectniveau nader dienen te worden bepaald. In samenwerkingsverband wordt uiteindelijk het totale inrichtingsbeeld voor een EVZ-tracé bepaald en verder uitgewerkt. Naast de inrichting zullen daarbij ook afspraken over het beheer en onderhoud, monitoring etc. worden gemaakt. Beheer en onderhoud van natte stapstenen kunnen bijvoorbeeld door het waterschap worden uitgevoerd. De meer drogere elementen kunnen - waar mogelijk- overgedragen worden aan een terreinbeheerder. Bij het bepaling van de inrichting en de realisatie van ecologische verbindingen kunnen naast provincie en waterschappen, ook terreinbeheerders, agrariërs of andere belanghebbenden een mogelijk een belangrijke rol vervullen. 14

20 3. Type 1: Natte ecologische verbindingszones Provinciale uitgangspunten Natte ecologische verbindingszones zijn veelal langgerekte landschappelijke elementen die zoveel mogelijk niet of extensief worden beheerd. De term "nat" is gebaseerd op het realiseren van een ecologische verbindingszone langs een (primaire) waterloop. De verbindingszone heeft een functie als corridor voor migrerende faunasoorten tussen twee EHS-gebieden. De ingerichte natte ecologische verbindingszone vervult doorgaans een waterfunctie zoals het extra bergen van water (kwantitatief) of het laten toenemen van de ecologische waterkwaliteit (kwalitatief). Andere nevenfuncties zijn vaak recreatie of landschap. Ook fungeert een natte ecologische verbindingszone als corridor voor vissoorten die gewenst zijn voor bepaalde EHS-gebieden en/of Natura 2000 gebieden. Als voorbeeld daarvan is de soort Driedoornige stekelbaars die vanuit de zoute wateren naar de brakke of zoete polderwateren migreert om daar te paaien en op te groeien. Daarbij fungeert de Driedoornige stekelbaars ook als voedselbron voor diverse vogelsoorten zoals Lepelaars. Ecologische verbindingszones bestaan uit een langgerekt aaneengesloten lint (corridor) met op relatief korte afstand van elkaar gelegen leefgebieden (stapstenen). Daarnaast vormen faunapassages een belangrijk onderdeel van een verbindingszone om de barrièrewerking van wegen en brede wateren te compenseren. De stapstenen zijn vaak bestaande overhoeken en landschapselementen die onderdeel kunnen gaan uitmaken van de verbinding [18]. Doel natte ecologische verbindingszones Ecologische versnippering en isolatie van leefgebieden is één van de oorzaken voor het verarmen van de Zeeuwse natuur. Een maatregel tegen de gevolgen van versnippering is het realiseren van natte ecologische verbindingen tussen natuurkerngebieden (EHS). Het doel van de ecologische verbindingszones is de verspreiding en uitwisseling van soorten tussen bestaande en toekomstige natuurgebieden en andere (potentiële) leefgebieden mogelijk te maken. Door ontsnippering ontstaat uitwisseling tussen populaties van soorten waardoor de genetische diversiteit van planten en diersoorten en de hieraan gekoppelde biodiversiteit voor Zeeland blijft behouden. Ook kunnen ecologische verbindingszones functioneren als leefgebied voor soorten die hun totale levenscyclus binnen de verbindingszone kunnen voltooien [19]. Effecten versnippering [1] 15

21 De noodzaak om uitwisseling tussen verschillende gebieden via natte ecologische verbindingszones te bewerkstelligen kan worden toegelicht op basis van de volgende argumenten: Door versnippering tegen te gaan kunnen (kwetsbare) soorten hun ecologische optimale leefgebied weer beter benutten. Behoud van genetische diversiteit en bereikbaarheid van verschillende biotopen. Dit stelt soorten in staat om zich aan te passen aan veranderende milieufactoren. De verandering van het klimaat gaat sneller dan het aanpassingsvermogen van bepaalde specialistische planten - en diersoorten. Een van oorsprong nat gebied kan voor bepaalde soorten "te nat"of "te droog" worden. Door het vergroten van de bereikbaarheid van gebieden ontstaat een toename van overlevingskans voor deze soorten. Het bewerkstelligen van metapopulaties, Bij acute verstoring of andere externe beïnvloeding van bestaande EHS-gebieden kunnen de omstandigheden voor bepaalde soorten acuut verslechteren. Indien sprake is van een netwerk kan de functie van het ene leefgebied worden overgenomen door het andere. De totale populatie wordt dan minder kwetsbaar en blijft behouden. Het bevorderen van migratiebewegingen van kleine zoogdieren waardoor zaadverspreiding van kwetsbare plantensoorten wordt bevorderd. Populaties Onder een populatie wordt een groep van individuen verstaan van dezelfde soort die zich onderling kunnen voortplanten en voorkomen in een specifiek leefgebied. Ze komen binnen de Ecologische Hoofdstructuur in Zeeland in verschillende leefgebieden, bijv. moerassen, duinen etc. voor met de daarbij horende populaties van verschillende planten en diersoorten. Door de versnipperde populaties en leefgebieden van soorten met elkaar te verbinden ontstaan metapopulaties van soorten (som van alle versnipperde deelpopulaties). 16

22 Biologische waterkwaliteit De waterkwaliteit van oppervlaktewateren wordt uitgedrukt in stoffen (chemie) en de diversiteit aan waterdieren en waterplanten die representatief zijn voor een bepaald watertype. Dit laatste hangt in combinatie met de chemische waterkwaliteit ook sterk samen met de aanwezige gradiënten in de waterloop die veroorzaakt worden door dynamiek zoals stroming, windinvloed en peilbeheer. Daarnaast is de fysieke vorm van de waterloop (inrichting of morfologie) belangrijk zoals flauwe en steile begroeide oevers, vorm van de waterbodem, waterdiepte en breedte van de waterloop. De waterschappen kunnen de biologische waterkwaliteit bepalen op basis van onderzoek naar voorkomen van verschillende watergebonden dieren en planten. De biologische waterkwaliteit wordt dan uitgedrukt op een specifiek ontwikkelde maatlat met als onderverdeling slecht, ontoereikend, matig, goed en zeer goed. Verbetering biologische waterkwaliteit. Natuurvriendelijke oever: Aanpassing van morfologie of inrichting van een waterloop, natuurvriendelijke oever (Royal Haskoning, 2008). 17

23 3.1 Ecologische uitgangspunten (streefbeeld) De eerste natte ecologische verbindingszones werden volgens de minimumeisen ingericht (standaardprofiel), d.w.z. met een plasberm van 1 meter breed en/of een talud van 1:4. Vaak wordt nu aan beide zijden van de betreffende waterloop 5 tot 7 meter grond aangekocht waardoor ruimte is om de oevers naar een talud van 1:5 à 1:7 te vergraven. Vooral de laatste jaren worden natuurvriendelijke oevers in het kader van waterbeheer 21 ste eeuw aangelegd of uit oogpunt voor het verbeteren van de biologische waterkwaliteit. De aangelegde natuurvriendelijke oevers worden daarbij ook door migrerende faunasoorten benut en vormt daardoor een essentieel onderdeel van een natte ecologische verbindingszone. Een goed functionerende verbindingszone omvat echter meer dan alleen een natuurvriendelijke oever langs een waterloop en vereist daarom een nadere uiteenzetting. Voor het optimaal functioneren van natte ecologische verbindingszones zijn enkele beleidsuitgangspunten van belang [1,19 en 21]. A. Een goed ingerichte ecologische verbindingszone heeft de functie van: 1. corridor: migratie is mogelijk tussen twee of meerdere (bestaande) natuurgebieden en/of leefgebieden; 2. refugium of tijdelijke verblijf- en rustplaats voor soorten; 3. permanente verblijfsfunctie: De ecologische verbindingszone vormt een geschikt leef- en voortplantingsgebied voor bepaalde planten -en kleinere faunasoorten; 4. verspreiding: De ecologische verbindingszone fungeert als gunstig leefgebied voor bepaalde soorten waardoor een populatie zich kan uitbreiden en daardoor over de omgeving kan verspreiden. B. Om een verbindingszone goed te laten functioneren, dient gestreefd te worden naar een zo groot mogelijke variatie in milieuomstandigheden (abiotische gradiënten). Het streefbeeld van de verbindingszone wordt hoofdzakelijk bepaald door: de te verbinden gebieden; het aanwezige landschap; geselecteerde doelsoorten; meegekoppelde functies. C. Optimale migratie en ecologische functie: hoe breder de corridor, des te beter; hoe geringer de afstand tussen de stapstenen, des te beter; hoe groter de stapstenen in oppervlak, des te beter; hoe meer gradiënten, des te beter; 18

24 Streefbeeld Natte ecologische verbindingszone Het optimale streefbeeld van een natte ecologische verbindingszone wordt gezien als een aaneengesloten of tweezijdige corridor langs een (hoofd) waterloop in combinatie met kleinere stapstenen of leefgebieden van minimaal 0,2 ha grootte, die afhankelijk van de doelsoorten op een bepaalde afstand van elkaar liggen. Voor het optimaal functioneren dienen de natte ecologische verbindingszones aan te sluiten op bestaande landschapselementen zoals houtwallen, dijken, overhoeken en andere kleine landschapselementen. Streefbeeld: Het streefbeeld van de natte ecologische verbindingszone bestaat uit: 1,5 ha per km incl. het oppervlak van bestaande (of nieuwe) aangrenzende landschapselementen of ecologische stapstenen; de afstand tussen stapstenen bedraagt maximaal 400m voor amfibieën en maximaal 1 km voor (kleine) zoogdieren [1,18]; bij voorkeur een duidelijke fysieke scheiding (duidelijke landschappelijke overgang) tussen landbouwkundige functies en de ecologische verbindingszone; een te realiseren stapsteen of landschapselement heeft een oppervlak van minimaal 0,2 ha; Natte ecologische verbindingszone-oever [30]: o Boven water flauwer talud (minimaal 1:5). o Knikpunt net boven waterpeil i.v.m. stabiliteit. o Flauw variabel talud tot 0,2 m onder gemiddeld waterpeil. o Eenzijdig, 15 m breed, tweezijdig, 2* 7,5 m breed. o Oever met voorkeur zonder beschoeiing. de maximale onderbreking van een ingerichte verbindingszone mag niet langer zijn dan 100m. Brede wegen, spoorwegen, stedelijk gebied en kanalen vallen daarbuiten en zijn vaak een migratiebarrière [1,19]. Schema Corridor model met stapstenen [1,18] Bovenstaan corridor model is eveneens toepasbaar op de Zeeuwse situatie. Natte ecologische verbindingszones dienen zodanig te worden ingericht dat soorten zich langs deze zone kunnen verplaatsen en ook in deze zone kunnen verblijven. Dat wil zeggen dat de verbindingszone is opgebouwd uit de volgende onderdelen: - Een natuurvriendelijke oeverzone; - Een aan de natuurvriendelijke oeverzone die gekoppeld kan worden aan een structuurrijke zone die bestaat uit een (ruige) kruidenrijke begroeiing met (incidentele) struiken en bomen (zie kader structuur) - Een stapsteen of klein bestaand of nieuw leefgebied 19

25 Figuur 4: Streefbeelden Natte ecologische verbindingszones (n EVZ) in combinatie met een WB21 en/of Kaderrichtlijn wateropgave (Royal Haskoning, 2008). 20

26 3.2 Aanvullende beleidsuitgangspunten Natuurwaarde en landschapsbeeld Natte ecologische verbindingzones maken onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur en zijn veelal lijnvormige ecologisch getinte structuren die passen in het huidige landschapsbeeld. De verbindingen zijn uit oogpunt van meekoppelen en duurzaamheid voornamelijk gekoppeld aan primaire waterlopen. Voor ecologische verbindingszones worden geen natuurdoeltypen benoemd. De bestemming is 'water'. Het waterdoel is leidend waarbij er geen beperkingen voor aangrenzende landbouwkundige functies optreden. Bij een ecologische verbindingszone gaat vooral om de aanwezigheid van bepaalde ecologische structuurelementen en in mindere mate om de directe ecologische waarde hiervan. Met dit laatste wordt bedoeld dat een verbindingszone niet wordt ingericht voor het realiseren van zeldzame en kritische plantengemeenschappen. Het landschapsbeeld van een natte ecologische verbindingszone kan bestaan uit een lijnvormig aaneengesloten (met een maximale onderbreking van 100meter) lint van kruiden en/of struiken, inclusief kleinere opeenvolgende landschapselementen. De invulling van de nevz is flexibel en kan worden afgestemd op haalbaarheid en op soorten binnen een bepaald gebied. Daarnaast kunnen kansen worden benut voor het meekoppelen van andere (water)functies zoals WB21-maatregelenen opgaven vanuit de Kaderrichtlijn Water heeft een grote belevingswaarde. Dit zal door de aanleg van natte ecologische verbindingszones worden versterkt waardoor er meekoppelkansen liggen voor opgaven vanuit Nationaal Landschap, andere landschappelijke opgaven (bv. in het kader van Staats Spaanse Linies) en recreatieve opgaven zoals de implementatie van de nota Wandelnetwerk Zeeland (2006). Meegekoppelde functies mogen geen knelpunt gaan vormen voor het functioneren van een natte verbindingszone. Voor de doelsoorten van de nevz zal dit niet zo snel het geval zijn. Eerder legt de functie van aangrenzende terreinen een beperking op aan het recreatief medegebruik. Doelsoorten De keuze van doelsoorten voor inrichting van een natte ecologische verbindingszone hangt af van de te verbinden gebieden en de gevoeligheid of kwetsbaarheid van soorten. Doelsoorten kunnen zowel land als water gebonden of aquatische soorten zijn. Doelsoorten gekoppeld aan EHS gebieden, de aandachtssoorten uit de provinciale nota soortenbeleid (2001) en de genoemde soorten uit de uitwerking leefgebiedenbenadering Zeeland (2009) dienen daarbij als uitgangspunt. Doelsoorten Doelsoorten van een ecologische verbindingszone zijn de planten- of diersoorten die de inrichting van het een natte ecologische verbindingszone bepalen, de keuze hiervan is gebaseerd aan verspreiding van de soorten en het voorkomen in de te verbinden leefgebieden. Verder zal de ecologische verbindingszone ook worden benut door planten- en diersoorten die meeliften met de doelsoorten, deze worden gidssoorten genoemd. Onder terrestische doelsoorten worden planten en diersoorten verstaan die sterk aan het land verbonden zijn zoals allerlei orchideeën en zoogdieren als Bunzing en Hermelijn. (Semi) aquatische soorten zijn soorten die alleen in het water voorkomen of op de overgang van land naar water (oeverzone). Ook kunnen soorten zowel voorkomen op het land als in het water (diverse amfibieën en watervogels gebruik maken van een overgang van land naar water (natuurvriendelijke oever) 21

27 Provinciale aandachtsoorten [23, 27] Otter Noordse Woelmuis Driedoornige stekelbaars Flexibiliteit Flexibele invulling van het streefbeeld houdt in dat de landschappelijke invulling van verbindingszones per gebied zal gaan verschillen. Uitgangspunt is een streefbeeld van 1,5 ha/km incl. aansluitende landschapselementen die fungeren als stapsteen. Zo zal een ecologische verbindingszone in het ene geval kunnen bestaan uit een begeleidende strook van 15 m langs een waterloop inclusief natuurvriendelijke oever. In een ander geval varieert de breedte tussen de 5 en 15 meter en maken bestaande of nieuwe stapstenen onderdeel uit van de verbindingszone. Ook kan de verbindingzone bestaan uit enkel een keten van opeenvolgende kleinere stapstenen die verbonden worden door smallere oeverzones. Het belangrijkste uitgangspunt voor de aanleg van natte ecologische verbindingszones is: smeed het ijzer wanneer het heet is! Flexibiliteit in zowel tijd als ruimte is daarbij noodzakelijk. Alleen bij landinrichtingsprojecten is het vaak mogelijk om een verbindingszone in zijn geheel te realiseren. Via Plan van Toedeling kunnen door vrijwillige kavelruil stroken grond worden vrij gemaakt. Daarbuiten ontstaan ecologische verbindingszones meestal in fasen. Door de koppeling van natte ecologische verbindingszones aan watermaatregelen kan voor de realisering van de nevz aansluiting worden gezocht bij het proces dat waterschappen en provincie hebben ingezet rond de inzet van het WILGinstrumentarium voor de effectuering van de watermaatregelen. Uiteindelijk moet gestreefd worden naar een flexibele invulling van gemiddeld 1,5 hectare per strekkende kilometer. Dat kan in de vorm van een doorlopende corridor en stapstenen. Een verbindingszone kan dus stukje bij beetje worden opgebouwd: de ene keer een gedeelte van een corridor en de andere keer een stapsteen. In de praktijk wordt bij een streefbeeld nog te vaak alleen gedacht aan een corridor, zodat kansen om stapstenen aan te leggen worden gemist. Waterschap, provincie maar ook gemeenten kunnen bijvoorbeeld alvast een aantal stapstenen aanleggen. Een waterschap kan dan later een brede natuurvriendelijke oever aanleggen. Bij de inrichting van verbindingszones dient dus rekening te worden gehouden met het lange termijn streefbeeld. Hierdoor kan de verbindingszone, ondanks het feit dat hij nog niet compleet is, toch al zo goed mogelijk functioneren. Erg kansrijk is de inrichting van agrarische overhoeken langs watergangen of het verbreden van watergangen met natuurvriendelijke oevers waarbij de agrarische perceelsvorm verbetert. Dergelijke stapstenen dragen direct bij aan een betere kavelvorm voor de landbouw. 22

28 Ecologische structuur Onder de ecologische structuur wordt de horizontale en verticale begroeiingsvariatie verstaan. De verticale variatie bestaat uit een kruidenlaag in combinatie met struiken en solitaire bomen. De horizontale variatie of zonatie bestaat vaak uit een natuurvriendelijke oever met moerasplanten (gradiënt nat droog) die overgaat naar een wat drogere begeleidende kruidenrijkere zone. De invulling van de verticale structuur hangt af van het landschappelijke karakter en heersende omgevingsfactoren. Als de ecologische verbindingszone onderdeel uitmaakt van een open landschap zal deze doorgaans bestaan uit een natuurvriendelijke oever met een begeleidende kruidenrijke zone. Voorbeeld structuurrijke oever met aangrenzende drogere zone. Hoge elementen zoals bomen worden door moerasvogels als uitkijkpost gebruikt en maken onderdeel uit van het leefgebied. Stapstenen Onder stapstenen worden bestaande of nieuwe leefgebieden voor soorten verstaan. Hieronder vallen bijvoorbeeld overhoeken tussen waterlopen en agrarische percelen, bestaande houtwallen, bestaande bosjes, poelen e.d. Door deze te koppelen aan een verbindingszone ontstaat een invulling van het gewenste streefbeeld: lijnvormige corridor met stapstenen. Door het beschikbaar komen van gronden kunnen ook nieuwe stapstenen zoals poelen of moeraszones worden gerealiseerd. 23

29 4. Natte ecologische verbindingszones (nevz) per deelgebied 4.1 Herziene tracés natte ecologische verbindingszones Afwegingskader Bij het herzien van de tracés voor de ecologische verbindingszone heeft de ecologische relevantie voorop gestaan. Bovendien is gekeken naar kansen op synergie met andere beleidsdoelen (Europa, Rijk, provincie en waterschap), zoals het aanleggen van natte ecologische verbindingszones in combinatie met maatregelen voor WB21 en de kaderrichtlijnwater. Ook is rekening gehouden met cultuurhistorische (Staats Spaanse Linies) en landschappelijke doelen (Nationaal Landschap). Synergie leidt naast het maken van 'werk met werk' tot een geringe grondvraag, lagere verwervingskosten én lagere inrichtingskosten. Als doelen los van elkaar worden gerealiseerd zijn daar meer hectares voor nodig. Voor het realiseren van natuurvriendelijke oevers met een breedte van 10 m als Kaderrichtlijn water maatregel moet 1 ha grond per km worden verworven. Voor het realiseren van enkel een ecologische verbindingszone langs een watergang is gemiddeld 1,5 ha per km aan grond nodig. Bij koppeling van beide doelen op één plaats is een besparing van 1 ha/km mogelijk. De 'extra opgave' voor de nevz blijft beperkt tot 0,5 ha/km. En wordt voor de nevz gebruik gemaakt van bestaande overhoeken en landschapselementen, is er geen sprake van een extra opgave; dan volstaat 1 ha/km. In de zoektocht naar in de komende jaren te realiseren nevz-tracés heeft dan ook nadrukkelijk een rol gespeeld de mogelijkheden van synergie met de watermaatregelen, de aanwezigheid van voor de nevz bruikbare landschapselementen en overhoeken en de wensen vanuit cultuurhistorische en landschappelijke doelen naar meer ruimte voor het water. Geselecteerde doelsoorten zijn provinciale aandachtssoorten en mede bepaald op verspreidingsdata en de aanwezige natuurkerngebieden van de Ecologische Hoofdstructuur. De soorten zijn in veel gevallen opgenomen in de provinciale nota soortenbeleid uit 2001 of in de provinciale uitwerking van de leefgebiedbenadering van LNV [23,27]. De soorten uit deze beleidsnota behalen qua leefgebiedbescherming en - verbetering veelal geen maximaal voordeel uit de gerealiseerde provinciale EHS. De inrichting van natte ecologische verbindingszones biedt dan extra kansen voor versterking van deze soorten door bijvoorbeeld aanleg van specifieke elementen of leefgebieden binnen de ecologische verbindingszones. Moeras (par. 2.3.) leefgebiedbenadering Zeeland 2009 [27] De Zeeuwse moerassen herbergen veel bijzondere diersoorten, zoals Roerdomp, Otter, Noordse woelmuis en Grote karekiet. Deze soorten zijn gebonden aan zoete tot lichtbrakke moerassen in de afgesloten zeearmen en in de binnengedijkte voormalige getijdekreken. Ook het Verdronken land van Saeftingen is rijk aan moerasvogels. Bij de uitvoering van het Natuurbeleidsplan worden veel moeraskernen opgeknapt. Ook zijn op veel plaatsen al kreken en waterkanten natuurtechnisch ingericht. Uiteindelijk moeten de moerassen en natuuroevers een netwerk gaan vormen waarbinnen de moerasdieren zich kunnen voortplanten en verplaatsen. Dergelijke migratieroutes zijn ook van noodzakelijk om de verwachte verschuivingen in de leefgebieden van deze soorten door de klimaatverandering te kunnen opvangen. Een kwaliteitsimpuls is met name nodig voor het opheffen van barrières en voor het verkrijgen van gevarieerde oeverzones in kreken en moerasgebieden. De soortgerichte maatregelen worden zoveel mogelijk gecombineerd met gebiedsgerichte projecten zoals wateropgave WB21, Kaderrichtlijn water, ontwikkeling Natte As, ontwikkeling recreatieroutes en recreatievoorzieningen. Het Zeeuwse leefgebiedprogramma voor moeras bestaat uit een Impuls natte verbindingen. 24

30 Opgave Natte ecologische verbindingszones uit 1996 versus herziening 2009 Van de oorspronkelijke 205 km opgave uit 1996, is door de waterschappen al ruim 150 km gerealiseerd (fig. 5). De tracés van de natte ecologische verbindingszones die nog niet zijn gerealiseerd zijn herzien en overlappen deels de oude opgave uit 1996 (sluiten hierbij aan). km Gerealiseerd (km 2008) waterschap. Zeeuws- vlaanderen waterschap Zeeuwse -Eilanden Totaal km natte EVZ (1996) Bij het realiseren van nieuwe natte ecologische verbindingszones gelden na vaststelling van het herziene beleid de nieuwe provinciale uitgangspunten als randvoorwaarde. De totale herziene opgave van natte ecologische verbindingszones - tot 2018, uitloop 2027 wordt geraamd op 84 km (zie par. 4.3). 25

31 Figuur 5: Natte Ecologische verbindingszones, tracés 2009 versus 1996 en gerealiseerde tracés (aanleg natuurvriendelijke oevers 2008). 26

32 4.2 Voorkeurtracés per deelgebied Een aantal tracés is (groten)deels voorzien van natuurvriendelijke oevers. Deeltracés die al zijn ingericht zijn niet meegenomen in de totale resterende opgave (zwarte lijn in onderstaande figuren). De bij de deelgebieden benoemden doelsoorten zijn indicatief. Tijdens de daadwerkelijke uitwerking op projectniveau zullen per EVZ-tracé doelsoorten worden benoemd. Een kostenraming van de opgave per deelgebied is uitgewerkt in bijlage C van deze nota. Schouwen-Duiveland Visintreklocaties buitenwater-binnenwater [29} Tracé nr. verbinding Totale lengte Gereed Opgave (km) 1 Koudekerkse inlaag Westenschouwse inlaag 1,7-1,7 2 Bootpolder EVZ tracé nr. 3 9,5 7,3 2,2 3 Langedijk Karrevelden Prommelsluis 6,6 6 0,6 4 Nieuw Nataarspolder Schuddebeurs 7,2 2,9 4,3 Raming totale doelrealisatie Schouwen-Duiveland 25 16,2 8,8 27

33 Indicatieve doelsoorten Soortengroep soort Aandachtsoort Landschapstype, habitat Zoogdieren Waterspitsmuis Kreken en moerassen Noordse woelmuis x Kreken en moerassen Bunzing Cultuurlandschap, Duinlandschap Vogels Baardmannetje x Kreken en moerassen Kleine karakiet x Kreken en moerassen Amfibieën Heikikker x Cultuurlandschap Vissen Paling x Kreken en moerassen Driedoornige stekelbaars x Kreken en moerassen 28

34 Tholen Visintreklocaties buitenwater-binnenwater [29} Tracé nr. Verbinding Totale lengte Gereed Opgave (km) 5 Nieuw Kempenshofstede polder Het diepe gat 4 0,6 3,4 Ter hoogte van Stavenisse is een lekkende klep aanwezig die een mogelijkheid tot visintrek biedt Raming totale doelrealisatie Tholen 4 0,6 3,4 Indicatieve doelsoorten Soortengroep soort Aandachtsoort Landschapstype, habitat Zoogdieren Waterspitsmuis Kreken en moerassen Noordse woelmuis x Kreken en moerassen Vogels Baardmannetje x Kreken en moerassen Vissen Paling x Kreken en moerassen Driedoornige stekelbaars x Kreken en moerassen 29

35 Walcheren Visintreklocaties buitenwater-binnenwater [29} Tracé Verbinding Totale Gereed Opgave (km) nr. lengte 6 Westkapelsche kreek Zandvoortseweg (st- 10,5 4 6,5 Laurense welhoek) 7 Zandvoortseweg EVZ tracé nr. 10 4,7-4,7 8 Veerse kreek Oude veerse weg 6,1 4,1 2,0 Raming totale doelrealisatie Walcheren 21,3 8,1 13,2 30

36 Indicatieve doelsoorten Soortengroep soort Aandachtsoort Landschapstype, habitat Zoogdieren Waterspitsmuis Kreken en moerassen Noordse woelmuis x Kreken en moerassen Ondergrondse woelmuis x Cultuurlandschap Hermelijn Cultuurlandschap, Duinlandschap Hermelijn, Sint-Laurens- Singelweg, Walcheren (bron: Vogels Baardmannetje x Kreken en moerassen Driedoornige stekelbaars en Glasaal 31

37 Noord-Beveland Tracé Verbinding Totale Gereed Opgave (km) nr. lengte 9 Inlagen Oosterschelde Bokkegat 5,7-5,7 Raming totale doelrealisatie Noord- Beveland 5,7-5,7 Indicatieve doelsoorten Soortengroep soort Aandachtsoort Landschapstype, habitat Zoogdieren Waterspitsmuis Kreken en moerassen Noordse woelmuis x Kreken en moerassen Vogels Baardmannetje x Kreken en moerassen 32

38 Zuid Beveland Visintreklocaties buitenwater-binnenwater [29} 33

39 Visintreklocaties buitenwater-binnenwater [29} Tracé nr. Verbinding Totale lengte Gereed Opgave (km) 10 Westerschenge Oosterschenge 2,3-2,3 11 Poelbos De Poel Zwaaksche weel Kapelse moer Deesche watergang Inlagen 8,1 0,1 8,5 Kattendijke 13 Verdronken land van Zuid-Beveland Den Inkel 3,8 2,2 1,6 Raming totale doelrealisatie Zuid-Beveland 27,2 2,3 24,9 Indicatieve doelsoorten Soortengroep soort Aandachtsoort Landschapstype, habitat Zoogdieren Waterspitsmuis Kreken en moerassen Noordse woelmuis x Kreken en moerassen Ondergrondse woelmuis x Cultuurlandschap Bunzing/hermelijn Cultuurlandschap Vogels Baardmannetje x Kreken en moerassen Vissen Paling x Kreken en moerassen Driedoornige stekelbaars x Kreken en moerassen 34

40 Zeeuws-Vlaanderen West Relevante visintreklocaties [ 10] 35

41 Relevante visintreklocaties [ 10] Tracé nr. verbinding Totale lengte gereed 14 Verdronken Zwarte polder Strijdersgat polder 1,7-1,7 15 Zwinpolder Strijdersgatpolder 5,6 4,4 2,2 16 Wallen Sluis Stierskreek 5,7 3,1 2,6 17 Stierskreek Heile 1,2 0,4 0,8 18 Aardenburg Bontekof/Zoute vaart 1,7 1,7-19 Zwinpolder Sophia polder 4,9 4,9-20 Groote gat Linie West 1,7 1,7-21 Blikken De Reep 0,5-0,5 22 Zwarte Gat Nieuwerkerkse kreek 3,6-3,6 23 Linie Oost Passageule Plaskreek 16,4 13,7 2,7 Opgave km 24 Koninginne haven Braakman Zuid 0,5 0,2 0,3 Raming totale doelrealisatie Zeeuws Vlaanderen West 13,4 km 36

42 Zeeuws-Vlaanderen Oost Relevante visintreklocaties [ 10] Tracé nr. verbinding Totale lengte gereed 25 Axelse kreek Canisvliet 11,6 2, Otheense kreek Axelse kreek 2,9-2,9 27 Bosch kreek Dries Arendskreek 1,2 1,2-28 Kampen Hengstdijkse putting De Vogel 5,5 5,5-29 De Vogel Pols Vliet 5,2-5,2 Opgave km 30 Bonte koe Moerspuise watergang Vlaanderen 1,7-1,8 Raming totale doelrealisatie Zeeuws Vlaanderen Oost 18,6 km 37

43 Indicatieve doelsoorten Zeeuws-Vlaanderen Soortengroep Soort Aandachtsoort Landschapstype, habitat Zoogdieren Otter x Kreken en moerassen Waterspitsmuis Kreken en moerassen Ondergrondse woelmuis x Cultuurlandschap Veldspitsmuis x Cultuurlandschap Bunzing Cultuurlandschap Vogels Baardmannetje x Kreken en moerassen Oeverzwaluw x Kreken en moerassen Amfibieën Boomkikker x Cultuurlandschap Kamsalamander x Cultuurlandschap Vissen Paling x Kreken en moerassen Driedoornige stekelbaars x Kreken en moerassen 38

44 5. Type 2: Robuuste ecologische verbindingszones of Natte As corridors 5.1. Algemeen: De Natte As 'van Zijpe tot Zwin' De Natte As is in de nota "Natuur voor mensen, mensen voor natuur" [11] aangewezen als één van de robuuste aaneenschakeling van bestaande of nieuwe natte natuurgebieden ter versterking van de landelijke ecologische hoofdstructuur of EHS. Doel van de Natte As is om de bestaande grootschalige moerasgebieden Lauwersmeer en de Zeeuwse Delta ecologisch met elkaar te verbinden door realisatie van meer vlakvormige natte natuur en lijnvormige robuuste ecologische verbindingen waardoor de versnippering van deze gebieden wordt tegengegaan. In totaal is hiervoor in Zeeland studie Waardenburg uit circa 4230 ha moerasgebied en 550 ha verbindingszone benodigd. Een groot deel van de te ontwikkelen moerasgebieden valt samen met bestaande of al begrensde natuurgebieden. In aanvulling op de bestaande EHS behelst de opgave voor de Natte As in Zeeland circa 1400 ha. De Natte As opgave wordt niet actief begrensd maar ingevuld op basis van kansen waarbij met name een koppeling wordt gemaakt tussen natuurontwikkeling met wateropgaven of andere initiatieven, zie ook benedenstaand kader uit het omgevingsplan Zeeland Omgevingsplan , par [26] Als onderdeel van de landelijke robuuste verbindingszone de Natte As wordt in Zeeland, aanvullend op de EHS, circa 1400 ha extra nieuwe natuur ontwikkeld. Langs de oostkust van Zeeuws-Vlaanderen (van Zijpe tot Zwin) worden reeks bestaande wateren en kreekresten uitgebreid tot een grootschalige Natte As. Hierdoor ontstaat een robuust leefgebied voor landelijk belangrijke moerassoorten, zoals de Otter. De aanleg van de Natte As wordt uitdrukkelijk gekoppeld aan de opgave voor o.a. waterberging. Ook wordt recreatief medegebruik zoveel mogelijk bevordert binnen de voorwaarden van de te realiseren doelen. In Zeeuws-Vlaanderen zal waar mogelijk aangesloten worden bij de historische situatie van de Staats-Spaanse Linie. De Natte As opgave valt uiteen in de realisatie van nieuwe (of te vergroten) vlakvormige natte EHS kerngebieden en Natte As-corridors of lijnvormige robuuste ecologische verbindingszone langs waterlopen. De corridors fungeren als ecologische verbindingszones tussen bestaande of nieuwe aaneengesloten grotere (Natte As) EHS-gebieden, maar zijn robuuster dan de nevz. De realisatie van de Natte As dient bij voorkeur te worden gekoppeld meerdere beleidsopgaven zoals WB21 maatregelen of Kaderichtlijn water opgaven. Binnen Zeeuws-Vlaanderen kan mogelijk de Natte As ook worden gecombineerd met delen van de cultuurhistorische Staats Spaanse linie. Zoekgebied en afbakening De begrenzing van de Natte As Zeeland vindt dus hoofdzakelijk plaats op basis van synergiekansen of het meekoppelen van meerdere gebiedsopgaven. De Natte As Biesbosch-Deltagebied bestaat daardoor uit een hoofdzoektraject met enkele zijtakken. Het hoofdzoektraject loopt van Biesbosch tot Zwin. Via de Zeeuwse kreken worden ook waar mogelijk de Vlaamse kreken aangetakt (grensoverschrijdende verbinding). Ter hoogte van Saeftinge loopt het zoekgebied van de Natte As naar het Noorden richting Tholen en St-Philipsland waar deze aansluit op het zoekgebied van de Natte As voor het benedenrivierengebied (Biesbosch-gebied). Via Tholen loopt het zoekgebied ook richting het westen zodat ook het Zuidelijke deel van Schouwen-Duiveland wordt verbonden met de Natte As (fig. 6) 39

45 Figuur 6: Schematisch zoekgebied Natte As Zeeland 40

46 Streefbeeld Natte As Zeeland Het globale streefbeeld van de Natte As bestaat uit grotere aaneengesloten vlakvormige natuurlijke bestaande of nieuwe natte gebieden die onderling zijn verbonden door bredere verbindingszones. De vlakvormige gebieden bestaan bijvoorkeur uit een combinatie van open water (bijvoorbeeld kreekherstel) met begeleidende verlande en halfverlande voedselrijke moerasnatuurdoeltypen. De gebieden worden gekenmerkt door hoge grondwaterstanden vanwege aanwezige kwel. Tijdens perioden met een hoge neerslagintensiteit of neerslagoverschot inunderen de gebieden met voornamelijk zoet neerslagwater. De Natte As gebieden worden verbonden door corridors die gekoppeld zijn aan hoofdwaterlopen (migratiefunctie). Het globale streefbeeld van een Natte As corridor is 2 ha per km. De breedte varieert van 10-15m met stapstenen of kleine leefgebieden van minimaal 0,5 ha (overhoeken). Het verschil met natte ecologische verbindingszone zit in de opgave. Natte As corridors zijn robuuster, dat wil zeggen breder en de stapstenen zijn groter in oppervlak (fig. 7 en 8). De daadwerkelijke visie en inrichting zal per gebied verschillen en apart worden uitgewerkt. Nate As kerngebied (EHS) Natte as corridor, robuuste ecologische verbindingszone Schema Natte As concept Zeeland: vlakvormige bestaande of nieuwe natte natuurgebieden die onderling zijn verbonden door bredere verbindingszones (parallel aan (hoofd)waterlopen (fig. 7 en 8) Natte As corridors, robuuste ecologische verbindingen Natte As corridors zijn robuuste natte verbindingszones die de kerngebieden van de Natte As en bestaande natte EHS-gebieden met elkaar verbinden. De Natte As corridors zijn breder en gevarieerder dan de natte ecologische verbindingszones. Een belangrijk uitgangspunt voor de langgerekte Natte As corridors is dat deze worden gecombineerd met een wateropgave zoals KRW en WB21. Binnen de Natte As corridors wordt niet gestreefd naar hoogwaardige natuur of natuurdoeltypen. De vegetatie is niet kwetsbaar voor nutriënten en goed bestand tegen peilfluctuatie. De corridors leveren geen gebruiksbeperkingen op voor aangrenzende landbouwkundige functies. Het streven is het beheer van de Natte As corridors te combineren met het beheer van de aanliggende watergang door het waterschap. Zodra er tussen alle betrokken partijen (waterschap, provincie en eigenaar) overeenstemming is dat gronden ingezet kunnen worden voor de Natte As, worden deze concreet begrensd, waardoor ILGmiddelen (voor verwerving, inrichting en beheer) kunnen worden ingezet. De omvorming van landbouw naar natuur kan plaatsvinden via verwerving of particulier beheer met functieverandering. De keuze voor verwerving of particulier natuurbeheer is met name afhankelijk van de belangstelling van de grondeigenaar. Bij functieverandering blijft het eigendom in stand en wordt de waardevermindering van de grond aan de eigenaar vergoed. Beheer en onderhoud zijn de verantwoordelijkheid van de particuliere eigenaar. 41

47 De verplichtingen voor de particuliere eigenaar (zowel met betrekking tot de natuur als de waterfunctie) worden zoals gebruikelijk vastgelegd in een kwalitatieve overeenkomst. Deze kan hierbij gebruik maken van de subsidiemogelijkheden van het Programma Beheer. Indien er sprake is van verwerving, zijn beheer en onderhoud de verantwoordelijkheid van het waterschap. De inrichtingsmaatregelen voor de Natte As corridors die tevens een functie hebben voor de wateropgaven (WB21 en/of KRW) worden bekostigd door waterschap en provincie. Het streefbeeld van de Natte As corridors is afgestemd met het waterschap. Doelsoorten Natte As Biesbosch-Deltagebied, Veel landelijke doelsoorten zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van de landelijk te realiseren Natte As. Sommige soorten als ganzen, moerasvogels en Otter, gebruiken de gehele robuuste verbinding of het landelijke netwerk. Andere soorten zoals de Noordse Woelmuis gebruiken een beperkt deel van de Natte As verbinding en blijven binnen een bepaald leefgebied (regionaal netwerk). Daarnaast kunnen soorten lokaal de Natte As als leefgebied gebruiken (lokale netwerk). Een voorbeeld daarvan is boomkikker of rugstreeppad. De Natte As heeft dus een functie voor verschillende groepen soorten. De gehele landelijke geformuleerde Natte As is er op gericht de landelijke en lokale netwerken te versterken. De doelstelling van de Natte As is gericht op de realisatie van voedselrijke moerasgebieden in combinatie met mogelijke specifieke soortgebonden leefgebieden. Voor de Natte As Zeeland zijn er door Waardenburg in 2002 [6] in samenspraak met regionale specialisten de volgende doelsoorten geformuleerd: Otter Noordse woelmuis Bever Grutto Roerdomp Grote Karekiet De Europese otter (Lutra lutra) 42

48 5.2 Ecologische uitgangspunten Natte As corridors Versnippering en isolatie van grote robuuste leefgebieden is één van de oorzaken voor het verarmen van de Zeeuwse natuur. Een maatregel tegen de gevolgen van versnippering is het realiseren van natte lijnvormige Natte As corridors tussen natuurgebieden (EHS). Het doel van de lijnvormige corridors is de verspreiding en uitwisseling van soorten tussen bestaande en toekomstige natuurgebieden en andere (potentiële) leefgebieden mogelijk te maken (doelsoort voornamelijk Otter). Door ontsnippering blijft de genetische diversiteit en de daarmee gerelateerde aanpassingsvermogen van soorten gewaarborgd. Natte As corridors Natte As corridors zijn veelal langgerekte landschapselementen en zijn qua ecologische functie en inrichting direct vergelijkbaar met de geformuleerde uitgangspunten voor natte ecologische verbindingszones. Het globale streefbeeld van een Natte As corridor wordt gezien als een aaneengesloten corridor langs een primaire watergang in combinatie met grotere stapstenen of leefgebieden van minimaal 0,5 ha, die afhankelijk van de doelsoorten op een bepaalde afstand van elkaar liggen. Uitgangspunten zijn daarbij: Hoe breder de corridor hoe beter; Hoe geringer de afstand tussen de stapstenen hoe beter; Hoe groter de stapstenen in oppervlak hoe beter; Hoe meer gradiënten hoe beter. Schema corridor model met stapstenen (handboek robuuste verbindingen, [1] Voor het optimaal functioneren dienen de Natte As corridors of robuuste ecologische verbindingszones bijvoorkeur aan te sluiten op bestaande landsschappelijke elementen zoals houtwallen, dijken, overhoeken en andere kleine landschapselementen. De doelrealisatie van een Natte As verbindingszone is minimaal 2,0 ha per km inclusief aangekoppelde bestaande landschapselementen en dient te voldoen aan de randvoorwaarden: Een gemiddelde breedte van 15 m, (minimaal 10 m, maximaal 25 m breed). De afstand tussen stapstenen bedraagt maximaal 400m voor amfibieën en maximaal 1 km voor (kleine) zoogdieren [1]. Een stapsteen heeft een oppervlak van minimaal 0,5 ha. Natte As corridor oever [30] : Boven water flauwer talud (minimaal 1:5). Knikpunt net boven waterpeil i.v.m. stabiliteit. Flauw variabel talud tot 0,2 m onder gemiddeld waterpeil. Eenzijdig is 20 m breed, twee zijdig is 2* 10 m breed. Hoofddoel: migratie en berging. de maximale onderbreking van de Natte As corridor mag niet langer zijn dan 50m. Hieronder vallen geen brede wegen,spoorwegen, watergangen of kanalen en stedelijkgebied [1]. Natte As corridors dienen zodanig te worden ingericht dat soorten (met name doelsoort Otter) zich langs deze zone kunnen verplaatsen. De aanwezige begroeiing biedt voldoende schuilmogelijkheden en voedsel. Het gaat daarbij primair om de aanwezigheid van bepaalde structuurelementen en in mindere mate om de kwaliteit. 43

49 Natte As corridor A A 1 Kreekherstel Moerasgebied (EHS) Stapsteen Figuur 7: Voorbeeld streefbeeld invulling Natte As (Moerasgebied met corridor) gecombineerd met Waterberging (WB21) en recreatie [1] A A 1 Figuur 8: Voorbeelden streefbeelden Robuuste ecologische verbindingszones of Natte As corridor ([14] Royal Haskoning, 2008) 44

50 5.3 Voorkeurtracés per deelgebied Een aantal tracés is (groten)deels voorzien van natuurvriendelijke oevers. Deeltracés die al zijn ingericht zijn niet meegenomen in de totale resterende opgave (zwarte lijn in onderstaande figuren). De bij de deelgebieden benoemden doelsoorten zijn indicatief. Tijdens de daadwerkelijke uitwerking op projectniveau zullen per EVZ-tracé doelsoorten worden benoemd. Een kostenraming van de opgave per deelgebied is uitgewerkt in bijlage C van deze nota. Schouwen-Duiveland Code Natte-as corridor Km Gerealiseerd of voldoet (km) Opgave (km) A Krekengebied Ouwerkerk Gull De Maire 4,6 1,2 3,4 Totale raming opgave Schouwen - Duiveland 4,6 1,2 3,4 45

51 West en Oost Zeeuws-Vlaanderen 46

52 47

53 Doelrealisatie Zeeuws-Vlaanderen Code Natte-as corridor km Gerealiseerd of voldoet (km) B Braakman Zuid Isabella haven Vlaanderen C Grote Kil kreek (Vlaanderen) EHS Opgave (km) 0,7 0, Eugeniapolder D Zwartenhoekse kreek Westerdorpe Noord 2,8-2,8 E Othense kreek Bosch kreek 3,8-3,8 F Bosch kreek Groot Eiland G Axelse kreek Groot Eiland 5,5 0,8 4,7 H Groot Eiland Het Koegat 1,6-1,6 I Het Koegat De Vogel 5,5 - J Saeftinge Vlaamsche kreek 4,8 4,8 - K Vlaamsche kreek Groot Eiland 4,7-4,7 Totale Raming Zeeuws-Vlaanderen 18,6 48

54 6. Nazorg ecologische verbindingszones 6.1 Beheer en onderhoud Het afstemmen van beheer en onderhoud is vaak maatwerk. Het beheer en onderhoud van ecologische verbindingszones is voornamelijk gebaseerd op de instandhouding van de waterhuishoudkundige functie in combinatie met handhaving van geselecteerde doelsoorten. Afhankelijk van de ligging en inrichting van de EVZ kunnen met name wilgen de overhand krijgen. In relatie tot het vooraf geformuleerde streefbeeld en inrichting is dit wel of niet wenselijk en zal intensiever onderhoud mogelijk noodzakelijk zijn. Over het algemeen kan het beheer en onderhoud tot een minimum beperkt blijven. De waterschappen dragen zorg voor de realisatie van de natte ecologische verbindingszones als er een koppeling ligt met de uitvoering van de door hen te treffen WB21- en KRW-maatregelen. Van de niet-samenvallende trajecten moet worden betwijfeld of deze op korte termijn in de gewenstd vorm kunnen worden gerealiseerd. De ecologische barrières worden opgeheven en onderhouden door de beheerder van de infrastructuur. Grotere stapstenen zoals overhoeken, poelen etc. dienen afhankelijk van de functie en doelsoorten om de 5 tot 10 jaar te worden teruggezet in successie. Bij de inrichting van de ecologische verbindingszones wordt rekening gehouden met het onderhoud van deze stapstenen. Het onderhoud van droge stapstenen indien deze liggen aan naburige beheerobjecten- kunnen mogelijk worden ondergebracht bij terreinbeheerders. Indien dit niet mogelijk is zullen de stapstenen in een natte vorm moeras, poelen etc. - in samenhang met het watersysteem worden aangelegd. Het waterschap zal dan het beheer en onderhoud van deze stapstenen op zich nemen. Indien sprake is van een direct aangrenzend beheerobject kan het beheer en onderhoud worden overgedragen aan een terreinbeheerder. De eventuele extra maaiwerkzaamheden worden gedifferentieerd en gefaseerd uitgevoerd. In overleg met aangrenzende grondeigenaren kan ook begrazing als onderhoudsmaatregel binnen de ecologische verbindingszone plaatsvinden. Faunapassages of andere migratiecompenserende kunstwerken dienen voor het behoud van optimale werking periodiek te worden onderhouden. Het beheer en onderhoud hiervan dient te worden uitgevoerd door de wegbeheerder. Onderhoudsplannen De waterbeheerders beschikken over beheer en onderhoudplannen van primaire of hoofdwatergangen of afwateringsgebieden. Op basis van de gedragscode Flora en Faunawet voor waterschappen dienen de waterbeheerders in hun onderhoudsplannen op te nemen hoe ze met aanwezige natuurwaarden in en rond watergangen omgaan. Het onderhoud van een ecologische verbindingszone heeft daardoor een sterke overlap met deze onderhoudsplannen zodat het onderhoud hiervan gelijktijdig bij het uitvoeren van waterhuishoudkundige onderhoudswerkzaamheden kunnen worden meegenomen. Afhankelijk van het aantal elementen kan dit een toename van de onderhoudskosten veroorzaken. Daar staat tegenover dat natuurvriendelijke oevers tevens onderhoudsvriendelijker en daardoor goedkoper in beheer zijn. De kosten voor beheer en onderhoud van een verbindingszone verschillen per gebied en zijn afhankelijk van meegekoppelde andere functies. Eventuele medefinanciering van het beheer en onderhoud dienen tussen verschillende partijen te worden afgestemd. 49

55 6.2 Voorlichting rond ecologische verbindingszones De aanleg van een verbindingszone in combinatie met andere (water)opgaven is de kans voor overheden om zich te profileren naar de burger. Het blijkt vaak lastig en niet alleen in Zeeland om de voor watermaatregelen en voor natte ecologische verbindingszones benodigde grond te verwerven. Voor een deel is dat gebaseerd op onbekendheid bij de grondeigenaren en gebruikers van de gevolgen en effecten. Ook spelen er vaak misverstanden. Een goede voorlichting vooraf bij begin van het planproces vergroot het draagvlak en beantwoordt de meeste vragen en onzekerheden. Bij de realisatie van ecologische verbindingszones in combinatie met andere (water)opgaven spelen veelal de volgende onderwerpen: 1. Recreatief medegebruik 2. Onkruiden en muskusratten 3. Beperking van de bedrijfsvoering of aangrenzend landgebruik Recreatief medegebruik Het hoofddoel van een natte ecologische verbindingszone is het bewerkstelligen van migratiebewegingen van dieren tussen leefgebieden of grotere EHS-gebieden. De migratie van zoogdieren vindt hoofdzakelijk na zonsondergang plaats. Dagrecreatie heeft hier geen invloed op, wel kan verstoring plaatsvinden van fauna die aanwezig is binnen de ecologische verbindingszone zoals broedende vogels. Afhankelijk van het gebied is regulatie van recreatie noodzakelijk. Dat wil zeggen dat niet alle elementen van de verbindingszone toegankelijk zijn maar dat de beleving en recreatief medegebruik vooral aan de rand van de verbindingszone plaatsvindt [16]. Het negatieve effect van dagrecreatie op het ecologisch functioneren van verbindingszones is sterk gerelateerd aan extensieve of intensieve recreatie. Van intensieve recreatie is vaak sprake als er gedurende de dag grootschalig gebruik van de ecologische verbindingszones door vele wandelaars, fietsers of kanovaarders wordt gebruikt. Vaak is sprake van intensieve recreatie op korte afstand van parkeerplaatsen nabij natuurgebieden, Noordzeestranden, campings en nabij stedelijk gebied. Vaak worden honden uitgelaten waardoor de een deel van de verbindingszone als ommetje wordt gebruikt. Een dergelijke intensieve recreatie vraagt om regulatie om de functie van de verbindingszone te kunnen waarborgen. Bij de realisering van het Zeeuwse wandelnetwerk vindt hiervan een verdere uitwerking plaats. Lange afstandswandelaars en individuele groepen die incidenteel gebruik maken van de ecologische verbindingszone hebben een gering effect op het ecologische functioneren. Regulatie hiervan blijft echter wel noodzakelijk om de rustfunctie en verblijfsfunctie van de ecologische verbindingszone te kunnen waarborgen. Agrariërs die te maken krijgen met recreatief medegebruik van ecologische verbindingszones langs hun land stellen zich vaak voorzichtig op. De reden hiervan is de onzekerheden over ziekteverspreiding, regelgeving en de toename moerasplanten zoals Riet en Zeebies en schending van de privacy. Dit maakt dat veel agrariërs zeker in het begin sceptisch zijn staan tegenover het idee over recreatief medegebruik van ecologische verbindingszones evenals het recreatief medegebruik over hun land, de zogenaamde boerenlandpaden. Onnodig te zeggen dat de medewerking van agrariërs bij de realisatie van boerenlandpaden op vrijwillige basis geschiedt [3]. Dierziekten en ziekteverspreiding Kort samengevat kan worden gezegd dat de kans hierop zeer klein is. Alleen als er sprake is van zeer besmettelijke ziekten moet recreatief medegebruik van ecologische verbindingszones (tijdelijk) niet plaatsvinden. Een ziekte zoals BSE wordt verspreid door besmet voedsel. Neosporen zijn parasieten die abortus bij koeien kunnen veroorzaken. Deze parasieten kunnen door honden worden verspreid. Onderzoek wijst uit dat met name boerderijhonden voor verspreiding zorgen en huishonden niet [3]. 50

56 Afval In de praktijk blijkt dat recreanten soms afval achterlaten langs het wandelpad. Toch gebeurt dit weinig. De meeste verbindingszones zullen extensief worden bezocht door recreanten die met name geïnteresseerd zijn in de beleving van het landschap, water, rust en natuur. Schade aan eigendommen, schending van de privacy Uit de praktijk blijkt dat wandelaars soms schade toebrengen aan afrasteringen, gewassen en wandelvoorzieningen. Vaak veroorzaken gemotiveerde wandelaars geen problemen. Het is zaak om te zorgen dat mountainbikers, scooters e.d. niet de ecologische verbindingszones kunnen gaan benutten. Dit kan door gebruik te maken van overstapjes, palen etc. Uit de praktijk is bekend dat recreatief medegebruik van inrichtingen langs waterlopen intensief plaatsvindt rondom stedelijk gebied en dan vaak binnen de eerste paar kilometer. Het overige tracé wordt slechts extensief gebruikt door gemotiveerde wandelaars of natuurliefhebbers. Onkruiden en muskusratten Het gevaar bestaat dat er vanuit de ecologische verbindingszones onkruiden of schimmels overwaaien en overslaan naar aangrenzende (landbouw)percelen. Hiernaar is door het Praktijkonderzoek Plant en omgeving van de universiteit Wageningen onderzoek gedaan (2001) [16]. Zij komen tot de conclusie dat er geen extra onkruiddruk op het perceel ontstaat als gevolg van de aanleg van de ecologische verbindingszones. Door de realisatie van natte ecologische verbindingszones kan sprake zijn van een toename van moerasplanten zoals Riet en Zeebies. Deze oevervegetatie zou op den duur de waterafvoer kunnen gaan belemmeren. Ook is vaak sprake van een toenemende ontvangplicht van gemaaide planten na onderhoudswerkzaamheden en wordt een toename van zaden verwacht die kiemen op aangrenzende landbouwpercelen. De realisatie van natuurvriendelijke oevers langs primaire waterlopen leidt tot een verbreding van deze waterlopen. De waterhuishoudkundige functie blijft hierdoor gehandhaafd of wordt zelfs verbeterd. De hoeveelheid maaisel die vrijkomt is gerelateerd aan het gevoerde beheer - en onderhoud. Als de totale oeverlengte wordt gemaaid zal de hoeveelheid vrijgekomen maaisel aanzienlijk meer zijn dan bij een gefaseerde uitvoering van het onderhoud. Een toenemende onkruiddruk in agrarische percelen door met name Riet of andere moerasplanten is sterk gerelateerd aan het aangrenzende landbouwkundig gebruik. Vaak zijn agrarische percelen te dynamisch of te droog voor vestiging van moerasplanten. Riet breidt zich nagenoeg alleen vegetatief uit (zonder kieming van zaden) omdat zaden alleen kiemen op drooggevallen - of zeer vochtige bodems. Kieming van wilgen Vooral plasdras oevers met wisselende waterstanden (zoet milieu) vormen een goed kiemsubstraat voor wilgensoorten. Dit zou kunnen leiden tot een extra onderhoudsinspanning. Broekbos ontwikkeling kan echter ook gewenst zijn. Per verbindingszone moet de afweging worden gemaakt of wilgen ontwikkeling (beperkt) gewenst is in relatie met beoogde leefgebieden voor doelsoorten en uit landschapsecologische overweging. Muskusratten Een mogelijk probleem dat de aanleg van een ecologische verbindingszone met zich meebrengt is extra leefgebied voor muskusratten. Muskusratten graven hun burcht rond de waterlijn. Een beschoeide watergang is daarom niet aantrekkelijk voor muskusratten. Als de beschoeiing vervangen wordt door een natuurvriendelijke oever kan dit dus tot verbeteringen van de omstandigheden voor muskusratten leiden. Muskusratten kunnen met hun gegraaf gevaar opleveren voor waterkeringen [28]. Door de aanleg van ecologische verbindingszones zouden de aantallen muskusratten mogelijk kunnen gaan toenemen. Vanuit de Zeeuwse waterschappen zijn hierover geen signalen gekomen. Een aantal ervaringen uit de praktijk wijzen uit dat de impact hiervan niet zondermeer is vast te stellen [studiedag exoten WEW (Werkgroep Ecologisch Waterbeheer 6 maart 2007)] en [28]: 51

57 Beperking van de bedrijfsvoering of aangrenzend landgebruik Ecologische verbindingszones krijgen geen natuurbestemming maar behouden hun bestemming "water". Er worden dus na realisatie geen beperkingen opgelegd voor aangrenzend (landbouwkundig) grondgebruik. Binnen de ecologische verbindingszone is het grondgebruik gericht op het behoud van met name de waterhuishoudkundige functies. 6.3 Monitoring Bij de monitoring dient onderscheid te worden gemaakt in beleidsmonitoring en de monitoring in ecologische effectiviteit [1]. Deze paragraaf zal met name in gaan op de monitoring van de ecologische effectiviteit van ecologische verbindingszones. Beleidsmonitoring aantal km realisatie - vindt plaats in het kader van de omgevingsbalans en/of evaluaties van de voortgang van afspraken die zijn vastgelegd in de Regionaal Bestuursakkoorden Water tussen de provincie en de Zeeuwse Waterschappen. Natuurvriendelijke oever De toestand van de natuurvriendelijke oever (aanwezige begroeiing, vegetatiestructuur etc.) wordt ook meegnomen bij de monitoring die in het kader vanuit het waterbeheer wordt uitgevoerd (o.a. doelrealisatie kaderrichtlijn water). Bij de effectmonitoring in relatie tot de ecologische verbindingszone functie zal ook de toestand van de natuurvriendelijke oever worden meegenomen. Ecologische effectmonitoring Of de gewenste migratiewerking en/of verblijfsfunctie voor doelsoorten na aanleg van een ecologische verbindingszone daadwerkelijk ook aanwezig is dient hiernaar onderzoek of monitoring plaats te vinden. Daarbij zijn de volgende aspecten van belang [2] : Vaststellen of de doelsoorten aanwezig zijn in de te verbinden gebieden. Uitvoeren van een 0-meting, bepalen van de aanwezigheid van doelsoorten voordat de ecologische verbindingszone wordt gerealiseerd. Onderzoek en monitoring 5 jaar na realisatie van een ecologische verbindingszone. De selectie van de te monitoren ecologische verbindingszones vindt plaats in overleg met de waterschappen en/of terreinbeheerders en zal op projectniveau verder worden uitgewerkt. 52

58 7. Literatuur [1] Alterra, Handboek robuuste verbindingen, visualisaties en voorbeelden. In opdracht van LNV directie natuur, december 2001 [2] Alterra, Monitoring ecologische effectiviteit van verbindingszones; een inventarisatie ten behoeve van een integraal monitoringsprogramma voor provinciale en robuuste verbindingen (Alterrarapport ) Vos Jg:2004 [3] Alterra, Recreatief medegebruik van EVZ, HEN en SED in waterschap Rijn en IJssel. In opdracht van waterschap Rijn en IJssel, Alterrarapport nr [4] Alterra, DHV, KNMI en VU, Klimaateffectschetsboek Zeeland. In opdracht van de provincie Zeeland [5] Beentjes, R.A. & J.C.M. Koopman Kloppende Aders. Een impuls aan de realisatie van Ecologische Verbindingszones in Nederland. Projectgroep Ecologische Verbindingszones. [6] Bureau Waardenburg B.V., Natte As Biesbosch-Deltagebied, Verkenning van knelpunten en mogelijkheden voor Moerasnatuur in Zeeland. In opdracht van de provincie Zeeland. [7] CUR, Natuurvriendelijke oevers, deel 203 Fauna/. In opdracht van Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, dienst Weg- en Waterbouwkunde. [8] DHV B.V., Klimaateffecten schetsboek Zeeland. In opdracht van de provincie Zeeland, consortium Alterra, KNMI, DHV B.V. en de Vrije Universiteit Amsterdam, mei 2009 [9] Dienst Landelijke Gebied, Grondprijsmonitor Recente ontwikkelingen in de agrarische grondmarkt. [10] Linkit consult, Naar een gezonde Zuidwestelijke Delta. Verbetering vismigratie en kleinschalige zoet-zout overgangen in de Zuidwestelijke Delta. In opdracht van Rijkswaterstaat Zeeland, januari [11] Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, "Natuur voor mensen, mensen voor natuur" (min. LNV, 2000) [12] Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Beschermingsplan Noordse Woelmuis. [13] Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De leefgebiedbenadering, een nieuwe beleidsstrategie voor soorten. Brochure. [14] Royal Haskoning, Streefbeelden voor beken en kreken in Noord-Brabant. In opdracht van de provincie Noord-Brabant. [15] Royal Haskoning, Op weg naar verbetering. Brochure KRW. Inhoudelijk deel kaderrichtlijn water. In opdracht van het projectbureau kaderrichtlijn water Schelde [16] Praktijk onderzoek plant en omgeving, Wageningen universiteit, Uit de voeten met wandelpaden over boerenland. Leidraad voor de aanleg van wandelroutes. [17] Projectbureau Scheldestroomgebied, Overwegingen bij het stroomgebiedbeheerplan Schelde". RBO-nota in opdracht van het Regionaal Bestuurlijk Overleg Schelde, [18] Provincie Noord-Brabant, Leidraad ecologische verbindingszones. 's-hertogenbosch. [19] Provincie Noord-brabant, Handboek Groene Schakels. 's-hertogenbosch. 53

59 [20] Provincie Zeeland, Ontsnipperingsmogelijkheden voor fauna in Zeeland, Afdeling LNG, directie RMW. [21] Provincie Zeeland, Natte ecologische verbindingszones in Zeeland. Directie Ruimte, Milieu en Water. [22] Provincie Zeeland, punten plan "Werk in uitvoering", directie Ruimte, Milieu en Water [23] Provincie Zeeland, Nota soortenbeleid, flora en fauna van Zeeland. Afdeling LNG, directie Ruimte, Milieu en Water. [24] Provincie Zeeland, Natuurbeheerplan zeeland 2009, directie Ruimte, Milieu en Water. [25] Provincie Zeeland, WB 21 in Zeeland, Deelstroomgebiedsvisie Zeeland. Projectgroep WB 21, [26] Provincie Zeeland, Omgevingsplan Zeeland , directie Ruimte, Milieu en Water. [27] Provincie Zeeland, Uitwerking leefgebiedenbenadering Zeeland, ILG-periode Directie Ruimte, Milieu en Water [28] Verkaik A. J. (1991). Verspreidings- en Verplaatsingspatronen van Muskusratten (Ondatra zibethicus). RIN rapport, Arnhem. [29] Waterschap Zeeuwse Eilanden, Beleidsnota Visbeheer, Wouter Quist waterschap Zeeuwse Eilanden. [30] Waterschap Zeeuws Vlaanderen en Provincie Zeeland, Regionaal Bestuursakkoord Water (RBW) Directie Ruimte, Milieu en Water [31] Winter, L. & de Jongh, A.W.J.J.,1989. Ontwikkeling van een ecologische infrastructuur ten behoeve van de otter in Zeeuwsch-Vlaanderen. In opdracht van provinciale waterstaat Zeeland. Foto's Pagina 23: - Otter: - Driedoornige stekelbaars: commons/thumb/6/62/gasterosteusaculeatusmalehead.jpg/300px- GasterosteusAculeatusMaleHead.JPG - Noordse Woelmuis: / Pagina 32: - Driedoornige stekelbaars: Pagina 44 Otter: en pag. 43 : Overige foto's en figuren: Provincie Zeeland 54

60 Bijlage A: Stappenplan Elke situatie vraagt een specifieke uitwerking; geen twee verbindingszones zijn hetzelfde. Onderstaand stappenplan kan helpen om te komen tot een uitvoeringsplan [19] Stap 1 Inventariseer de huidige situatie in de praktijk Het globale streefbeeld dient te worden getoetst aan de actuele situatie in het veld. Dit voorkomt bijvoorbeeld dat plannen in het eindstadium moeten worden aangepast of dat uitvoeringswerkzaamheden moeten worden stilgelegd. Aandachtspunten (veld)inventarisatie: Welke natuur - of leefgebieden (met welke soorten) worden door de natte ecologische verbindingszone verbonden? Welke bestaande landschapselementen (leefgebieden) kunnen worden gekoppeld aan de verbindingszone? Zijn er in het gebied waar de verbindingszone wordt gerealiseerd beschermde - of aandachtssoorten aanwezig. Is er sprake van archeologische- cultuurhistorische- of landschappelijke waarden die moeten worden beschermd? Zijn er verontreinigde locaties aanwezig. Dat wil zeggen of er mogelijk sprake is van bodemvervuiling, zodat bij de inrichting sanering noodzakelijk is? Specifieke gegevens over soorten zijn op te vragen bij natuurbeschermingsorganisaties, plaatselijke natuurverenigingen, waterschappen, provincie of organisaties als RAVON (reptielen en amfibieën) en de Vlinderstichting. Stap 2 Stel een inrichtingsvisie op van de ecologische verbindingszone (in combinatie met andere doelen) Als stap 1 is doorlopen, kan met behulp van de verkregen informatie een of meerdere inrichtingsvarianten worden gesteld. Bij het ontwikkelen van inrichtingsvarianten dienen ook de directe belanghebbenden te worden betrokken zoals agrariërs of ZLTO, gemeenten en terreinbeheerders. Voor elk van de varianten kan in kaart worden gebracht: welke consequenties de verschillende varianten voor andere functies van het gebied hebben; welke mogelijkheden er zijn om de verbindingszone te combineren met andere functies als waterberging, KRW, wandel- en fietspaden, recreatie of agrarisch natuurbeheer; welke ontsnipperingsknelpunten (wegen etc.) moeten worden opgelost. Het is noodzakelijk om de verkregen inrichtingsvisie met alle betrokken partijen te bespreken. Op die manier ontstaat er voldoende draagvlak voor de te kiezen variant. Het verdient ook aanbeveling om de inrichtingsvisie voor te leggen aan de provinciale Zeeland voor ecologische verbindingszones. Op die manier krijgt men in een vroeg stadium advies, waardoor een eventuele subsidieaanvraag op een later tijdstip sneller wordt afgehandeld. 55

61 Stap 3 Stel een uitvoeringsplan op Op basis van de inrichtingsvisie kunt u een concreet uitvoeringsplan opstellen. Hierin kunt u aangeven: het definitieve inrichtingsplan; een begroting voor de uitvoeringskosten (basis voor subsidies); een indicatie waar gronden moeten worden aangekocht, zodat mogelijkheden voor strategische aankopen en de inzet van ruilgronden optimaal kunnen worden benut; aanwezige knelpunten; noodzakelijke vergunningen; dient bij uitvoering een ontheffing te worden aangevraagd? fasering van de werkzaamheden. 56

62 Bijlage B: Begrippen en definities Corridor Dimensionering Doelsoort EHS (n-)evz Ha Migratie Morfologie Natuurvriendelijke oever Natuurbeheerplan Zeeland Overhoeken KRW (Hoofd) waterloop RBW RWS Standaard profiel Stapstenen Synergie WB21 : Een smalle of brede strook grond langs een hoofdwatergang tussen twee natuurgebieden. : Breedte en diepte van een waterloop in relatie tot de afvoerfunctie. : Of gidssoort: Een plant- of diersoort die bepaalde eisen stelt aan zijn leefmilieu en zo gebruikt kan worden voor het inrichten van ecologische verbindingszones. Vaak staat de aanwezigheid van de soort garant voor de aanwezigheid van diverse andere soorten. : Ecologische Hoofdstructuur. : (Natte)- ecologische verbindingszone. : Hectare. : De verplaatsing van plant- en diersoorten over grotere afstand : De ruimtelijke vorm of inrichting van oppervlaktewateren. : Het aanbrengen van een geleidelijke overgang van land naar water. : Bevat de begrenzingen van de ecologische hoofdstructuur binnen Zeeland : Een stuk grond wat gezien de ligging en inrichting niet is geschikt voor de agrarische bedrijfsvoering. Vaak zijn dit gronden die worden ingesloten door watergangen, wegen enz. : Europese Kaderrichtlijn Water. : Een watergang in het beheer bij waterschappen voor het afvoeren van overtollig neerslag water richting een hoofdgemaal. : Regionaal Bestuursakkoord Water. Bestuursovereenkomst tussen waterschappen en provincie met daarin opgenomen afspraken in relatie tot het realiseren van waterdoelen in combinatie met andere doelen en de daarvoor afgesproken (co)financiering daarbij. : Rijkswaterstaat. : Het algemene ontwerp en inrichting van een waterloop, specifiek gericht op de waterafvoerfunctie : Kleine bosjes, struwelen, poelen, moeraszones of andere landschappelijke elementen die kunnen dienen als leefgebied, rustof doortrekgebiedjes tussen twee grotere natuurgebieden. : Het meekoppelen van meerdere doelen binnen één gebied. : Waterbeheer 21 ste eeuw. 57

63 Bijlage C: Inrichtingskosten ecologische verbindingszones Type 1: Inrichtingskosten Natte ecologische verbindingszones Normbedragen Voor het berekenen van de kosten is gebruik gemaakt van normkosten die zijn bepaald in het Regionaal Bestuursakkoord Water tussen de provincie Zeeland en het waterschap Zeeuws Vlaanderen. Deze kosten zijn ook voor de overige delen van de provincie hanteerbaar. De kosten voor inrichting zijn bepaald op basis van het volgende inrichtingsprofiel: Natte ecologische verbindingszone-oever Boven water flauwer talud (minimaal 1:5). Knikpunt net boven waterpeil i.v.m. stabiliteit. Flauw variabel talud tot 0,2 m onder gemiddeld waterpeil. Eenzijdig is 15 m breed, tweezijdig is 2* 7,5 m breed. Hoofddoel: migratie. Kostenraming inrichting Natte ecologische verbindingszone per km Inrichting per km Eenheid Euro Aankoop 1.5 ha Oevertalud gemiddeld 1:5 circa m Totaal ,- incl. BTW per km (Bron [30]: RBW Zeeuws-Vlaanderen, 2008) Kostenraming realisatie natte ecologische verbindingszones Deelgebied Opgave (km) Euro Schouwen-Duiveland 8, ,- Tholen 3, ,- Noord-Beveland 5, ,- Zuid-Beveland 24, ,- Walcheren 13, ,- West Zeeuws Vlaanderen 13, ,- Oost Zeeuws-Vlaanderen 18, ,- Totaal ,- Totale doelrealisatie zonder aftrek van synergie. Bij benutting van bestaande (bruikbare) landschapselementen en overhoeken kunnen de realisatiekosten worden gedrukt. Realisatie Bij het opstellen van Regionale Bestuursakkoorden Water tussen de provincie en de Zeeuwse waterschappen wordt nadrukkelijk gezocht naar de maximale synergie tussen wateropgaven en andere provinciale doelen of doelen van het Rijk. Op basis van samenvallende doelen worden binnen de Bestuursakkoorden bestuurlijke afspraken rondom cofinanciering van opgaven gemaakt. 58

64 Type 2: Inrichtingskosten Natte as corridors of Robuuste natte ecologische verbindingszones Normbedragen Voor het berekenen van de kosten is gebruik gemaakt van normkosten die zijn bepaald in het Regionaal Bestuursakkoord Water tussen de provincie Zeeland en het waterschap Zeeuws Vlaanderen. Deze kosten zijn ook voor de overige delen van de provincie hanteerbaar. De kosten voor inrichting zijn bepaald op basis van het volgende inrichtingsprofiel: Natte as-oever Boven water flauwer talud (minimaal 1:5). Knikpunt net boven waterpeil i.v.m. stabiliteit. Flauw variabel talud tot 0,2 m onder gemiddeld waterpeil. Eenzijdig is 20 m breed, tweezijdig is 2* 10 m breed. Hoofddoel: migratie en berging. I.v.m. onderhoud waterschap is hele strook ingericht. Kostenberekening inrichting Natte As corridor per km Inrichting per km Eenheid Euro Aankoop 2.0 ha Oevertalud gemiddeld 1:5 circa m Totaal ,- incl. BTW per km (Bron: [30]: RBW Zeeuws-Vlaanderen, 2008) Kostenraming natte As corridor opgave Zeeland Code Natte-as corridor Opgave Kostenraming (Eur) (km) A Krekengebied Ouwerkerk 3, ,- Gull De Maire B Braakman Zuid Isabella - - haven Vlaanderen C Grote Kil kreek (Vlaanderen) ,- EHS Eugeniapolder D Zwartenhoekse kreek 2, ,- Westerdorpe Noord E Othense kreek Bosch kreek 3, ,- F Bosch kreek Groot Eiland - - G Axelse kreek Groot Eiland 4, ,- H Groot Eiland Het Koegat 1, ,- I Het Koegat De Vogel 5, ,- J Saeftinge Vlaamsche kreek - - K Vlaamsche kreek Groot 4,7 1, ,- Eiland Totaal 27, ,- Totale doelrealisatie zonder aftrek van synergie. Bij benutting van bestaande (bruikbare) landschapselementen en overhoeken kunnen de realisatiekosten worden gedrukt. Realisatie Bij het opstellen van Regionale Bestuursakkoorden Water tussen de provincie en de Zeeuwse waterschappen wordt nadrukkelijk gezocht naar de maximale synergie tussen wateropgaven en andere provinciale doelen of doelen van het Rijk. Op basis van samenvallende doelen worden binnen de Bestuursakkoorden bestuurlijke afspraken rondom cofinanciering van opgaven gemaakt. 59

65 Overzichtskaarten: Bijlage D: Type 1: Natte ecologische verbindingszones. Bijlage E: Type 2: Natte as corridors. Bijlage F: Totaal overzicht Type 1 en 2. 60

66 Bijlage D: Overzicht type 1: Natte Ecologische Verbindingszones Zeeland 61

67 Bijlage E: Overzicht type 2: Natte As corridors Zeeland 62

68 Bijlage F: Overzicht type 1 en 2: Natte ecologische verbindingszones en Natte As corridors Zeeland 63

Natte ecologische verbindingszones Zeeland 2010

Natte ecologische verbindingszones Zeeland 2010 2010 \\ www.zeeland.nl Nota : Herziening natte ecologische verbindingszones in Zeeland. versie februari 2010 Auteurs: Drs. R. van Nispen Ir. H. Benschop provincie Zeeland cluster water, afd. W&N 2 Inhoud

Nadere informatie

Natuur- en waterbeleid Zeeland

Natuur- en waterbeleid Zeeland Natuur- en waterbeleid Zeeland EHS, Natura 2000,KRW en VIS.. Reinier van Nispen, provincie Zeeland Inhoud: Kenmerken Zeeland. Natuurbeleid, o.a.: - Natuurgebiedsplan Zeeland, EHS. - Natte ecologische verbindingszones.

Nadere informatie

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Conclusie Er zijn veel ontwikkelingen in het natuurbeleid sinds 2010 Er zijn aanpassingen doorgevoerd of noodzakelijk Natuurbeleid in

Nadere informatie

Regionaal Bestuursakkoord Water

Regionaal Bestuursakkoord Water Regionaal Bestuursakkoord Water 2008-2015 november 2008 Op 12 november 2008 hebben de provincie Zeeland en het waterschap Zeeuws-Vlaanderen de afspraken in het Regionaal Bestuursakkoord Water bekrachtigd.

Nadere informatie

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN De Holendrechter- en Bullewijkerpolder als ontbrekende schakel

Nadere informatie

Harderbos en Harderbroek verbonden

Harderbos en Harderbroek verbonden Harderbos en Harderbroek verbonden De Ganzenweg is een verbinding voor mensen, maar een barrière voor dieren. Er ligt al een faunapassage onderdoor. De route daar naar toe is voor dieren nog niet ideaal.

Nadere informatie

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

Effectiviteit KRW maatregelen. Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen?

Effectiviteit KRW maatregelen. Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen? Effectiviteit KRW maatregelen Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen? 1 Maatregelen Kaderrichtlijn Water Kwaliteit Doelstelling Beleidstekort Maatregelen 2 Welke maatregelen worden

Nadere informatie

Programma. Informatieavond Amerdiep 21 januari Welkom. 1. Bestaand beleid Beleidsopgaven in het Amerdiep. Bestaand beleid.

Programma. Informatieavond Amerdiep 21 januari Welkom. 1. Bestaand beleid Beleidsopgaven in het Amerdiep. Bestaand beleid. Informatieavond Amerdiep 21 januari 2010 Programma 1. Presentatie Provincie (Kees Folkertsma) en beleidsopgaven 2015 Welkom Rein Munniksma en Helmer van der Wal 2. Presentatie Waterschap (Harriët Bosman)

Nadere informatie

BIJLAGE 3: Toetsingskader

BIJLAGE 3: Toetsingskader BIJLAGE 3: Toetsingskader In dit toetsingskader geven partijen een nadere invulling en uitwerking aan de kaders die in de PKB Plus PMR met betrekking tot het deelproject 750 hectare natuur en recreatie

Nadere informatie

5 minuten versie voor Provinciale Staten

5 minuten versie voor Provinciale Staten 5 minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2015-511135845 (DOS-2014-0006785) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 14 april

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Raadsvoorstel Vergadering: : 28 april 2008 Agendanummer : 7 Opiniërende vergadering : 14 april 2008 Portefeuillehouder : L.C.J. Lijmbach Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Aan de raad,

Nadere informatie

Kees Steur Waterschap Zeeuwse Eilanden coördinator Waterkwaliteit en Milieu

Kees Steur Waterschap Zeeuwse Eilanden coördinator Waterkwaliteit en Milieu Implementatie Kaderrichtlijn Water (KRW) Kees Steur Waterschap Zeeuwse Eilanden coördinator Waterkwaliteit en Milieu 1 februari 2008 Inhoud Waterkwaliteit probleemstoffen bronnen Uitgangspunten en taakverdeling

Nadere informatie

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen Heeft u een perceel of grenst uw woning of bedrijf aan een watergang en wilt u uw oever veranderen in een natuurvriendelijke oever? Dan

Nadere informatie

Datum : 14 september 2017 Versie : 0.1 Registratienummer:

Datum : 14 september 2017 Versie : 0.1 Registratienummer: Antwoordnota Beleidsnota Watersystemen 2016-2021 Datum : 14 september 2017 Versie : 0.1 Registratienummer: 2017033060 Behandeld in db: 18 oktober 2017 Behandeld in commissie WB: 7 november 2017 Behandeld

Nadere informatie

In de periode legt Waterschap Zuiderzeeland 184 kilometer duurzame en natuurvriendelijke oevers in Flevoland aan. De aanleg van deze oevers

In de periode legt Waterschap Zuiderzeeland 184 kilometer duurzame en natuurvriendelijke oevers in Flevoland aan. De aanleg van deze oevers duurzame oevers In de periode 2012-2015 legt Waterschap Zuiderzeeland 184 kilometer duurzame en natuurvriendelijke oevers in Flevoland aan. De aanleg van deze oevers dragen bij aan het bereiken van de

Nadere informatie

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen. Was-Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 (versie 17 jan18) Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 Pagina Natuurbeheerplan 2018 Ontwerp Natuurbeheerplan 2019

Nadere informatie

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen Het belang van natuurvriendelijke oevers Christa Groshart Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Opbouw Beleid en Maatregelen Verwachtingen Knelpunten KRW innovatie-onderzoek Waterbeleid Europese

Nadere informatie

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal

Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal Inhoud presentatie Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal 1. Aanleiding 2. Het gebied 3. Doel van het project 4. Ontwerpproces en uitdagingen 5. Voorbeelden Frank Gerritsen, projectmanager

Nadere informatie

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Toelichting ontwerp peilbesluit Zuid-Beveland-Oost Versie 1.1 Bijlagen Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Peilgebied GJP555 Afvoergebied Huidig peilgebied Oppervlakte Peilregulerend kunstwerk GAF57; Spuikom

Nadere informatie

De beleidsopgave vanaf 1990

De beleidsopgave vanaf 1990 1 De beleidsopgave vanaf 1990 Kustzone Slufter in de duinenrij bij Bergen, bij (hoge) vloed kan zeewater in de eerste duinvallei binnenstromen. Dit biedt een geschikt milieu voor veel zeldzame (planten)soorten.

Nadere informatie

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt :

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Aan de Raad Made, 23 december 2008 Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Raadsvergadering: 29 januari 2009 Nummer raadsnota: 8 Onderwerp: Beheer natte ecologische verbindingszones / Uitvoeringsproject

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer VERGADERDATUM SECTOR/AFDELING 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer STUKDATUM NAAM STELLER 9 september 2011 R. van Wolfswinkel ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP 10 Versnelling aanleg duurzame

Nadere informatie

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering Pina Dekker Gemeente Ooststellingwerf, beleidsmedewerker en ondersteunend lid van de werkgroep Es van Tronde. Deze notitie

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen. Nummer Onderwerp : B-3.11.2008 : Beslisnota Kaderrichtlijn Water Korte inhoud : Water Beheer 21 e eeuw, 2008, Schoon en gezond water in Noord-Nederland 1. Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water in

Nadere informatie

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. 1 veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. verbeteren van chemische water kwaliteit verbeteren van de oever stabiliteit verbeteren van de ecologische kwaliteit 2 waarom aandacht voor NVO

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 26 februari 2013 SSO. 25 januari 2013 R.J.E. Peeters. Opstelling waterschappen t.a.v. GLB en POP3. Schelwald, A.J.M..

ALGEMENE VERGADERING. 26 februari 2013 SSO. 25 januari 2013 R.J.E. Peeters. Opstelling waterschappen t.a.v. GLB en POP3. Schelwald, A.J.M.. V E R G A D E R D A T U M 26 februari 2013 SSO S E C T O R / A F D E L I N G S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 25 januari 2013 R.J.E. Peeters ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 18 Voorstel Kennisnemen

Nadere informatie

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta Waterschap Hollandse Delta dynamiek in de delta Inhoud De dynamiek in de tijd Een dynamische ruimte De opgaven nu en voor de toekomst Water besturen Functionele overheid Algemeen belang en specifiek belang

Nadere informatie

Waterschap Vechtstromen benut voor blauwe diensten de mogelijkheid van cofinanciering vanuit POP3, te weten:

Waterschap Vechtstromen benut voor blauwe diensten de mogelijkheid van cofinanciering vanuit POP3, te weten: Blauwe diensten NOT 1. Bronbeekpakket Inleiding blauwe diensten Het waterschap streeft naar doelmatig waterbeheer en toekomstbestendige, robuuste en duurzaam ingerichte watersystemen. Dat betekent onder

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 22 november 2010) Nummer Onderwerp Kreekherstel Strypse Wetering

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 22 november 2010) Nummer Onderwerp Kreekherstel Strypse Wetering van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 22 november 2010) Nummer 2420 Onderwerp Kreekherstel Strypse Wetering Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller

Nadere informatie

Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011

Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011 Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011 Deze dijkendag werd georganiseerd door de Provinciale Landbouwkamer Oost Vlaanderen en Stichting Landschapsbeheer Zeeland in het kader van het project

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers. Droge voeten, schoon water

Natuurvriendelijke oevers. Droge voeten, schoon water Natuurvriendelijke oevers Droge voeten, schoon water VOOR WIE IS DEZE FOLDER BESTEMD? Deze folder is bestemd voor eigenaren van oevers die in aanmerking komen om hun oever natuurvriendelijk in te richten.

Nadere informatie

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen Heeft u een perceel of grenst uw woning of bedrijf aan een watergang en wilt u uw oever veranderen in een natuurvriendelijke oever? Dan

Nadere informatie

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009 Levende Beerze Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009 Vanavond: Den Bosch De Levende Beerze structuurvisie planmer Esche Stroom en De Levende Beerze Procedure Bergeijk Waarom aan de slag? Nota Ruimte:

Nadere informatie

Informatieve presentatie Waterplan Land van Cuijk

Informatieve presentatie Waterplan Land van Cuijk Waterplan Land van Cuijk 1 Inhoud Waterplan land van Cuijk: 1. Waarom het 2. Wat is het 3. Totstandkoming 4. Communicatie over 5. Uitvoeringsprogramma 6. Vragen 2 1 Raad gemeente Heeft u nog iets te kiezen?

Nadere informatie

Gebied: De Drie Polders

Gebied: De Drie Polders Gebied: De Drie Polders Basisschets De basisschets is het resultaat voort gekomen uit twee schetssessies. Onderstaande schets is het streefbeeld waar draagvlak voor is en is de basis geweest voor de nadere

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS Visie op Zuid-Holland Verordening Ruimte Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS GS 21 mei 2013 ONTWERP VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING RUIMTE Provinciale Staten van

Nadere informatie

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden Indicator 26 september 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage. 2 VIER MODELLEN In dit hoofdstuk beschrijven we vier verschillende inrichtingsmodellen: Kleinschalig landschap, Moeraszone, Nat kralensnoer en Droog kralensnoer. In extra informatiepagina s geven we aan

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

Leden van Provinciate Staten

Leden van Provinciate Staten www.overijssel.nl Leden van Provinciate Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Telefax 038 425 48 60 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk LNL/2006/2975 Datum

Nadere informatie

nummer 46 van 2012 Vaststelling subsidieplafonds 2013

nummer 46 van 2012 Vaststelling subsidieplafonds 2013 nummer 46 van 2012 Vaststelling subsidieplafonds 2013 Besluit namens gedeputeerde staten van Drenthe van 20 december 2012, kenmerk 51/MO/2012008753, afdeling Management Ondersteuning 1 Nummer 46 van 2012

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een

Nadere informatie

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland Bijlage bij Statenbrief Plan van aanpak Natuurvisie- zaaknummer 2016-012209 Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland 1. Aanleiding In 2012 hebben Provinciale Staten de Beleidsuitwerking Natuur en Landschap

Nadere informatie

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING 2 BELEIDSKADER EN WETGEVING De kern van deze bewonersvisie is dat natuur de belangrijkste beleidsfunctie is van het gebied waarbij de gebiedswaarden rust, stilte en donkerte centraal moeten staan en dat

Nadere informatie

Verzoek tot aanwijzing ter onteigening ex artikel 78 Onteigeningswet. Bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, van de gemeente Dordrecht,

Verzoek tot aanwijzing ter onteigening ex artikel 78 Onteigeningswet. Bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, van de gemeente Dordrecht, Verzoek tot aanwijzing ter onteigening ex artikel 78 Onteigeningswet Bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, van de gemeente Dordrecht, Gemeente Dordrecht Zakelijke beschrijving Administratieve onteigening

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Natuurverkenning 2030

Natuurverkenning 2030 Natuurverkenning 2030 Aanpak Terrestrische verkenning Scenario s Verlies en versnippering van leefgebied Vermesting Klimaatverandering Aquatische verkenning Scenario s Verontreiniging Versnippering van

Nadere informatie

Leefgebieden droge en natte dooradering

Leefgebieden droge en natte dooradering ELAN Agrarische Natuurverenigingen Zuidoost-Friesland Nieuwe stelsel ANLB 2016 Leefgebieden droge en natte dooradering Wilco de Jong Voorzitter ELAN 12 februari 2015 Ooststellingwerf ELAN Agrarische Natuurcollectief

Nadere informatie

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Voorlegger Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam : Inzetten LOP-gelden ter realisatie

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets BIJLAGE 2 Resultaten watertoets Watertoets Ter voorbereiding van het actualiseringstraject van de bestemmingsplannen is een Plantoets Omgevingsaspecten 8) uitgevoerd. In het kader van deze plantoets heeft

Nadere informatie

Financiering van het gezamenlijke voorstel voor de herijking EHS in het Reggegebied

Financiering van het gezamenlijke voorstel voor de herijking EHS in het Reggegebied Financiering van het gezamenlijke voorstel voor de herijking EHS in het Reggegebied Inleiding Op 11 mei 2012 hebben Landschap Overijssel, LTO-Noord, waterschap Regge en Dinkel en de gemeenten Ommen en

Nadere informatie

Opgave beekpassages InnovA58

Opgave beekpassages InnovA58 Zuidwal 58 5211 JK Den Bosch Postbus 25 6200 MA Maastricht T 088-7974880 InnovA58@rws.nl www.rijkswaterstaat.nl Opgave beekpassages InnovA58 Contactpersoon Michèle van der Vlies Omgevingsmanager Michèle.vander.vlies@rws.nl

Nadere informatie

Actief soortenbeleid en natuurinclusiefbouwen

Actief soortenbeleid en natuurinclusiefbouwen Actief soortenbeleid en natuurinclusiefbouwen Actief soortenbeleid in stad en dorp: natuurinclusief bouwen en inrichten Bijeenkomst Vereniging Stadswerk Regio Overijssel 27 maart 2019 Arjan Otten, provincie

Nadere informatie

Uitvoeringsovereenkomst Gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Vecht Agendapunt 6 Kenmerk

Uitvoeringsovereenkomst Gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Vecht Agendapunt 6 Kenmerk Voorstel voor algemeen bestuur Vergaderdatum 26 maart 2014 Onderwerp Uitvoeringsovereenkomst Gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Vecht Agendapunt 6 Kenmerk B2014/u73 Portefeuillehouder/Aandachtsveldhouder

Nadere informatie

Statencommissie REW 1 februari KRW maatregelen rijkswateren

Statencommissie REW 1 februari KRW maatregelen rijkswateren Statencommissie REW 1 februari 2008 Kaderrichtlijn Water in Scheldestroomgebied KRW maatregelen rijkswateren Loes de Jong RWS Zeeland Projectbureau KRW Schelde Rijkswateren Zeeland Inhoud presentatie:

Nadere informatie

omschrijving wijziging:

omschrijving wijziging: 5.14 Het (ver)graven van (nieuwe) oppervlaktewaterlichamen Wijziging beleidsregel: Zaaknr. Datum vastgesteld: omschrijving wijziging: Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.2 onder 1, 2 en

Nadere informatie

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies SPELREGELS EHS Spelregels voor ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies Ministeries van LNV en VROM en de provincies 2 De Ecologische Hoofdstructuur, ook

Nadere informatie

: *14IT026339* Aanvraag uitvoeringskrediet maatregelen in het Markdal

: *14IT026339* Aanvraag uitvoeringskrediet maatregelen in het Markdal Behandelend ambtenaar: P.A.M. Janssen Beleidsveldbeheerder: A. Meuleman Portefeuillehouder: J. van der Aa Ambtenaar aanwezig bij het DT: Ja Zaaknr. : 14.ZK08934/14.B0287 Kenmerk : 14IT026339 Barcode :

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

Onderstaand de belangrijkste onderlinge relaties en geformuleerde uitgangspunten bij verdere uitwerking:

Onderstaand de belangrijkste onderlinge relaties en geformuleerde uitgangspunten bij verdere uitwerking: Notitie Samenhang instrumenten in het ANLb2016 Uitgangspunten bij de uitwerking van de POP3+ fiche, de subsidieverordening, het format Natuurbeheerplan, de Index Natuur en Landschap, de Catalogus Groen

Nadere informatie

De leefgebiedenbenadering. Een nieuwe Beleidsstrategie voor Soorten. September 2007

De leefgebiedenbenadering. Een nieuwe Beleidsstrategie voor Soorten. September 2007 De leefgebiedenbenadering Een nieuwe Beleidsstrategie voor Soorten September 2007 Beleidsstrategie Soorten 1 Inhoudsopgave 1 Soortenbeleid en het behoud van biodiversiteit... 3 1.1 Aanleiding...3 1.2 Task

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 DEEL C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Deel C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Voor de belangrijkste tekstblokken uit het Omgevings plan Flevoland 2006 is hierna een voorstel gedaan voor

Nadere informatie

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Kaarten Waterbelangen DM: 303052 1 Wateropgaven 2015 / 2027 Kaart 1. Gebieden met een WB21 wateropgave In 2005 is een studie wateropgave uitgevoerd (conform

Nadere informatie

1 Natuur in de Krimpenerwaard

1 Natuur in de Krimpenerwaard Zelfrealisatie 1 Natuur in de Krimpenerwaard Binnen natuurgebieden zijn een grote hoeveelheid aan dier- en plantensoorten te vinden. Hoe groter ( robuuster ) de natuurgebieden zijn, hoe beter de soorten

Nadere informatie

Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03

Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03 Bijlage 1: Digitale Watertoets Waterschap Hollandse Delta, d.d. 3 november 2010 Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03 Deze uitgangspuntennotitie bevat de waterhuishoudkundige streefbeelden, strategieen

Nadere informatie

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER Het ontwerp Sturen met water van het Veenweide Innovatiecentrum Zegveld (VIC) zet in op actief, dynamisch grondwaterbeheer

Nadere informatie

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016 FLEVOLAND R U I M T E VOOR OPLOSSINGEN ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016 ANTWOORDNOTA ONTWERP NATUURBEHEERPLAN FLEVOLAND 2016 Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben op 16 december

Nadere informatie

Pilot Vergelijking Waternood & KRW-Verkenner

Pilot Vergelijking Waternood & KRW-Verkenner Pilot Vergelijking Waternood & KRW-Verkenner iov STOWA Ws Brabantse Delta Peter de Koning Kees Peerdeman Frans Jorna Piet van Iersel Roel Knoben Waternoodmiddag, Amersfoort, 2 maart 2010 Vraagstelling

Nadere informatie

Decentralisatie natuurbeleid en de Wet natuurbescherming. Mark Hoevenaars en Doorle Offerhaus

Decentralisatie natuurbeleid en de Wet natuurbescherming. Mark Hoevenaars en Doorle Offerhaus Decentralisatie natuurbeleid en de Wet natuurbescherming Mark Hoevenaars en Doorle Offerhaus Agenda Natuurbeleid in Nederland Casus: rol van de overheid Decentralisatie van het beleid Wet Natuurbescherming

Nadere informatie

Fietspad in het Voorsterbos, voorbeeld van een toegankelijk, divers bos

Fietspad in het Voorsterbos, voorbeeld van een toegankelijk, divers bos Concept Concept Concept Concept CRU05.095 Lekker leven in Flevoland Wat willen we bereiken: Een provincie met goede recreatieve mogelijkheden voor zowel de inwoners als de Randstadbewoners, het behoud

Nadere informatie

Memo. Geachte leden van Provinciale Staten.

Memo. Geachte leden van Provinciale Staten. Memo Datum 21 september 2011 Aan Registratienummer: 1216943 Afdeling Van Gedeputeerden Appelman en Witteman Doorkiesnummer Betreft Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur Afschrift Opmerkingen Geachte

Nadere informatie

Orientatieavond VBC-Veluwe 7 oktober 2010. Andre Nooteboom (heemraad)

Orientatieavond VBC-Veluwe 7 oktober 2010. Andre Nooteboom (heemraad) Orientatieavond VBC-Veluwe 7 oktober 2010 Andre Nooteboom (heemraad) Doelstellingen avond Elkaar meenemen in oprichtingsproces VBC-Veluwe Zorgen voor draagvlak en enthousiasme Kennis en informatie overdracht

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier Projectnota Vastgesteld door GS op: 17 maart 2015 Vastgesteld door het DB op: 23 juni 2015

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier Projectnota Vastgesteld door GS op: 17 maart 2015 Vastgesteld door het DB op: 23 juni 2015 Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier Projectnota Vastgesteld door GS op: 17 maart 2015 Vastgesteld door het DB op: 23 juni 2015 Projectnota Zuidelijk Westerkwartier 17-03-2015 1 Inhoud 1.! Inleiding...

Nadere informatie

10.1 10.0. Naar een nieuw 9.90. Schoonebeekerdiep 9.80 9.70. Denk mee, schets mee 9.60 9.50 9.40 9.30 9.20 9.10 9.00

10.1 10.0. Naar een nieuw 9.90. Schoonebeekerdiep 9.80 9.70. Denk mee, schets mee 9.60 9.50 9.40 9.30 9.20 9.10 9.00 Naar een nieuw Schoonebeekerdiep Denk mee, schets mee Waterschap Velt en Vecht wil graag een natuurlijker Schoonebeekerdiep dat meer water kan opvangen. Langs de beek blijft landbouw de belangrijkste bestemming.

Nadere informatie

Ruimtelijke analyse van gebieden met hoge natuurwaarde

Ruimtelijke analyse van gebieden met hoge natuurwaarde Een verkenning Lon Lommaert Biodiversiteit Vlaamse indicatoren Ruimtelijke analyse van gebieden met hoge natuurwaarde Prioritaire soorten Natuurverkenning Gezichten van Biodiversiteit Wetenschappelijke

Nadere informatie

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem Memo DM 1013497 Aan: Marktpartijen uitwerking plannen het Burgje, gemeente Bunnik Van: Beke Romp, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 13 januari 2016 Onderwerp: Notitie gebiedskenmerken (waterthema

Nadere informatie

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch

Nadere informatie

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water

Nieuwkoopse Plassen. Op weg naar water van topkwaliteit. Droge voeten, schoon water Nieuwkoopse Plassen Op weg naar water van topkwaliteit De Nieuwkoopse Plassen en het aangrenzende gebied vormen een prachtig natuurgebied. We werken samen met anderen aan verbetering van de waterkwaliteit

Nadere informatie

Natura essentietabellen Leeswijzer

Natura essentietabellen Leeswijzer Natura 2000- essentietabellen Leeswijzer Ministerie van LNV, juni 2009 Inleiding In diverse Natura 2000-documenten staat informatie over Natura 2000-doelen die sturend is voor het opstellen van beheerplannen.

Nadere informatie

Financiële aspecten. Concept tweede KRW-maatregelenprogramma

Financiële aspecten. Concept tweede KRW-maatregelenprogramma Financiële aspecten Concept tweede KRW-maatregelenprogramma Inleiding Met het onderstaande wordt op hoofdlijnen informatie gegeven over financiële aspecten die samenhangen met het concept maatregelenprogramma

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA DEN HAAG Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Bijlage 2 Verklarende woordenlijst

Bijlage 2 Verklarende woordenlijst Bijlage 2 Verklarende woordenlijst Archeologie De leer die zich bezighoudt met oudheidkundige zaken. Autonome Ontwikkeling (AO) De toekomstige ontwikkeling zonder uitvoering van het inrichtingsplan. Basisafvoer

Nadere informatie

POP-3. Plattelands Ontwikkelings Programma 2014-2020. Informatiebijeenkomst Europese Fondsen november 2014 POP3

POP-3. Plattelands Ontwikkelings Programma 2014-2020. Informatiebijeenkomst Europese Fondsen november 2014 POP3 Informatiebijeenkomst Europese Fondsen november 2014 POP3 POP-3 Plattelands Ontwikkelings Programma 2014-2020 1 Provincie Zeeland Uitvoering POP-3: Johan Wandel Boy Saija Arjon Copper Programma Zeeuws

Nadere informatie

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d B i j l a g e 1 : Beleidskader water Europees waterbeleid Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater.

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

ECOLOGISCHE VERBINDINGSZONES IN FRYSLAN

ECOLOGISCHE VERBINDINGSZONES IN FRYSLAN ECOLOGISCHE VERBINDINGSZONES IN FRYSLAN Provinciale Staten Fryslân 4 oktober 2006 I n h o u d : 1. Samenvatting beleid : doel, resultaten en acties - wat is ons doel - wat willen we bereiken - wat verwachten

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw.

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Nummer Onderwerp : B-3.01.2008 : Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Korte inhoud : Voorgesteld wordt: 1. In te stemmen met de verwoorde

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 5858

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 5858 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Fryslân. Nr. 5858 1 november 2016 Besluit van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 25 oktober 2016 tot vaststelling van de openstellingsbesluiten op grond

Nadere informatie

5.15 Het (ver)graven van (nieuwe) watergangen. Kader

5.15 Het (ver)graven van (nieuwe) watergangen. Kader 5.15 Het (ver)graven van (nieuwe) watergangen Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.2 Zonder vergunning van het bestuur is het verboden waterkeringen en oppervlaktewaterlichamen (met inbegrip

Nadere informatie

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen Gebiedvisie op het buitengebied van de gemeente Drimmelen Door de ZLTO Afdeling Drimmelen Gebiedsvisie voor de gemeente Drimmelen Vanuit de ZLTO-afdeling Drimmelen is het idee gekomen om in navolging van

Nadere informatie