Voorlopig voorstel inkoop Beschermd Wonen en Opvang

Transcriptie

1 Voorlopig voorstel inkoop Beschermd Wonen en Opvang De intentieovereenkomst ten behoeve van de dienstverlening voor Beschermd Wonen en Opvang kan leiden tot deelovereenkomsten rondom nieuwe producten, diensten, processen en systemen. Om voorlopige voorstellen in te dienen en te toetsen is dit formulier opgesteld. Dit formulier helpt u om uw voorlopig voorstel nader te formuleren. Uw antwoorden op de gestelde vragen geven de gemeente Dordrecht de mogelijkheid om een goed beeld te krijgen van uw voorlopig voorstel en de haalbaarheid hiervan. Op basis van gezamenlijkheid en co-creatie wil de gemeente Dordrecht deze voorlopige voorstellen graag faciliteren. Wij willen u vragen dit formulier zo concreet en specifiek mogelijk in te vullen. Uiteraard wordt uw voorlopige voorstel door ons vertrouwelijk behandeld. Aanvrager Organisatie Leger des Heils, Stichting Zorgboeren Zuid-Holland, Yulius en Antes Overige initiatiefnemers Naam Contactpersoon? Telefoon? ?

2 Titel voorlopig voorstel Omschrijving voorlopig voorstel Intensieve varianten dagbesteding BW Aanleiding en achtergrond: - Welke vraag voor welke stakeholder (cliënt, aanbieder en/of gemeente) wordt bedi Een zinvolle dagbesteding draagt bij aan herstel. Dagbesteding dient voor iedere cliënt uit BW die hiervoor een indicatie heeft, toegankelijk te zijn en afgestemd op de individuele begeleidingsbehoeften. Omdat de al bestaande varianten niet altijd toereikend zijn, ligt er vanuit de zorgaanbieders een vraag zodat ook de cliënten met een intensievere ondersteuningsbehoefte de juiste zorg en begeleiding kunnen krijgen tijdens de dagbesteding Doel Omschrijf in 2 zinnen het doel van dit voorlopig voorstel. 1. Bieden van passende dagbesteding aan cliënten die nu geen aansluiting vinden bij het huidige aanbod 2. Huidige professionele inzet is onvoldoende of cliënt heeft baat bij kleinere groepsgrootte en kan daardoor wel zinvolle dagbesteding uitvoeren. 3. Voorkomen van uitval uit de dagbesteding vanwege het ontbreken van intensieve en professionele inzet tijdens de dagactiviteiten. Transformatie Wat is het verschil ten opzichte van de huidige praktijk? Intensieve varianten dagbesteding bestaan nu niet en is een missend aanbod in de ondersteuningsbehoefte/dagbesteding van de cliënt. Welke verandering ontstaat in dienstverlening? 1. Naast de 3 bestaande varianten, worden 2 intensieve varianten toegevoegd. Bij de belevingsgerichte dagbesteding en de arbeidsmatige dagbesteding is er een zware, intensieve variant. Deze intensieve variant is enkel aan de orde indien de cliënt in aanmerking komt voor belevingsgerichte of arbeidsmatige dagbesteding (zie reeds bestaande criteria) en daarnaast voldoet aan een van de volgende criteria: 2. De cliënt heeft structureel meerdere malen per dag intensieve professionele ondersteuning nodig tijdens de dagelijkse activiteiten/dagbesteding. Veroorzaakt door: - Gedragsproblematiek die meerdere malen per dagdeel aansturing nodig heeft; - Het effect van gedragsproblematiek op de andere cliënten in de groep; - Kwetsbaarheid door angst en paniekstoornissen waardoor aansluiting in een groep met een reguliere groepsgrootte niet mogelijk is. Wij verwachten dat dit voor 5% van onze cliënten van toepassing zal zijn

3 Resultaten en opbrengsten Geef samenvattend aan wat concreet de resultaten, maatschappelijke waardetoevoeging en/of opbrengsten zijn van dit voorlopig voorstel. Welke belemmeringen worden er binnen het sociale domein met dit resultaat opgeheven? Dagbesteding mogelijk maken voor deze specefieke doelsgroep;. Verhogen van de zelfredzaamheid van de kwetsbare doelgroep; Door de intensieve dagbesteding voor clienten met gedragproblematiek wordt de problematiek binnen de woonvorm voorkomen of verminderd; Kwaliteit van leven voor deze doelgroep verbeteren.. Doorlooptijd Wat is de verwachte doorlooptijd van het voorlopig voorstel (tot en met datum gerealiseerd)? Implementatie per Toelichting Doorlooptijd is max 3 maanden, dus eerder starten is ook mogelijk Toetsingscriteria voorlopig voorstel Algemeen toetstingskader: Wmo 2015; Aanbestedingsrichtlijn en Aanbestedingswet; Aansluiting bij de sturingsprincipes vanuit het Wmo beleidsplan Drechtsteden ; Aansluiting bij de uitgangspunten van de transformatie-opdracht (vijf pijlers); Reeds geïmplementeerde inhoudelijke en systeemveranderingen in overeenkomsten; Het door de gemeente vastgesteld budget; Uitkomsten rapport commissie Dannenberg. De vijf pijlers van het transformatieproces zijn: Normalisering; Participatie; Persoonsgerichte aanpak; Stijging van Zelfredzaamheid waar mogelijk; Aansluiten op de lokale situatie.

4 Bij welke van onderstaande punten sluit uw voorlopig voorstel aan? - Volwaardig bugerschap (o.a. keuzevrijheid en eigen regie); - Gewoon waar dat kan, speciaal waar het moet: Wonen; Werken/dagbesteding/participatie; Financien; Sociaal netwerk; Gezondheid. - Doelmatigheid; - Aansluiting op de mogelijkheden in stad/wijk of buurt;. - Samenwerking nulde-, eerste-, tweede-, derdelijn; - Verbinding en samenhang binnen het gemeentelijk domein; - Interventies en instrumenten om vooruitgang/ontwikkeling vast te stellen en/of te bevorderen. Na indiening van het voorlopig voorstel wordt eerst getoetst door de gemeente of het voorlopig voorstel kansrijk is voor verdere uitwerking. Wij verzoeken u vriendelijk om uw volledig ingevulde formulier voorlopig voorstel per te sturen naar contractmanagement@drechtsteden.nl. Als u vragen heeft bij het invullen van dit formulier, of andere vragen heeft, dan kunt u contact met ons opnemen via contractmanagement@drechtsteden.nl. Bijlage: casussen

5 Casus 1: Man, 50 jaar. Cannabis- en amfetamineverslaving, chronisch depressief, psychoses en ontwikkelingsproblemen. Dhr. volgt dagbesteding op werkactiveringscentrum de Bouplaats voor 6 dagdelen per week ( 3 hele dagen). Dit doet hij volgens een wisselend schema, afhankelijk van zijn afspraken. Hij komt zelfstandig op de Bouplaats met de fiets. Dhr ervaart structuur bij de 3 hele dagen. De ondersteuning bestaat uit het leggen van sociale contacten, structuur bieden en het onder controle hebben van zijn gebruik en het voorkomen van sociaal isolement. De invulling van de ondersteuning wordt gedaan door het uitvoeren van werkzaamheden bij Opnieuw en Co. Dhr doet hier diverse schoonmaakwerkzaamheden binnen en buiten het gebouw. Dhr doet werkzaamheden waarbij hij veel moet bewegen. Beweging is een belangrijk onderdeel bij het uitvoeren van zijn taken. De schoonmaakwerkzaamheden worden in duidelijke kleine opdrachten met hem besproken. Dhr wordt ondersteund tijdens de werkzaamheden door de begeleider. De werkzaamheden worden in het zicht van begeleiding uitgevoerd. Er is 1 op 1 contact noodzakelijk tussen cliënt en begeleider om de werkzaamheden op een juiste manier uit te kunnen voeren. Dhr. heeft een vast contactpersoon op het WAC, een mentor. De mentor onderhoud contact met andere betrokkenen van Dhr. Dhr. heeft wekelijks mentorgesprekken en zo nodig vaker. Deze mentorgesprekken duren maximaal 20 minuten en worden gerapporteerd en met de BW en met behandelaar gecommuniceerd. Eens per 3 maanden is er een evaluatiegesprek met hem, in dit gesprek worden herstelgerichte doelen en subdoelen gericht op arbeid vastgesteld met dhr., met als leidraad het doel voor dagbesteding vanuit het herstelplan. Ook worden de functie-eisen en aandachtspunten besproken. De functie-eisen zijn bijvoorbeeld; hij komt op tijd, belt af als hij niet kan komen etc. Deze evaluatiegesprekken duren ongeveer 30 minuten. Dhr. heeft sturing nodig mbt zijn hygiëne en persoonlijke verzorging gedurende de dag. Hij krijgt gedurende de dag tips om zijn hygiëne na bijvoorbeeld toiletbezoek en bij de maaltijden te waarborgen. Ook wordt hij herinnert om schone kleding te dragen. Op de Bouplaats worden deze zaken nauwlettend in de gaten gehouden en wordt er met de BW gecommuniceerd wanneer hij niet schoon op het werk aan komt. Casus 2: Man, 35 jaar. Alcohol afhankelijkheid, stoornis in de impulsbeheersing NAO, lichte zwakzinnigheid en een IQ van 65, obesitas en astmatische bronchitis. Dhr. woont op de locatie Trompweg en volgt dagbesteding op WAC de Bouplaats voor 6 tot 8 dagdelen per week ( 3 tot 4 hele dagen). De ondersteuning bestaat uit het leggen van sociale contacten, structuur bieden en het ontwikkelen van vaardigheden. Op dit moment is de dagbesteding de enige stabiele structurele factor in zijn leven. De invulling van de ondersteuning wordt gedaan door het uitvoeren van keukenwerkzaamheden op de Bouplaats. Hij maakt samen met zijn werkbegeleider boodschappenlijstjes, doet boodschappen en verzorgt hier de lunch voor alle cliënten. Daarnaast draagt hij zorg voor de schoonmaak in de keuken. Dhr. heeft baat bij structureel intensieve begeleiding omdat hij cognitief beperkt is en grote hoeveelheden informatie lastig kan verwerken. Dit betekent dat continue getoetst moet worden door de professional of hij begrijpt wat er van hem wordt verwacht. Ook heeft Dhr communicatieve bijsturing nodig omdat hij geagiteerd kan raken als de informatieverwerking lastig gaat wat ook een gevolg kan zijn door alcoholgebruik of craving. Tijdens het uitvoeren van zijn dagbesteding zijn herhaling en begeleiding met het principe voordoen-samendoen-nadoen daarom zeer belangrijk. Dhr heeft daarom

6 vaste taken en worden nieuwe taken in duidelijke kleine opdrachten met hem besproken. Dhr. wordt ondersteund door een professional die hem op basis van voordoen- samendoen- nadoen alles leert. Dhr. heeft een vast contactpersoon op het WAC, een mentor. De mentor onderhoud contact met andere betrokkenen van Dhr. Dhr. heeft wekelijks mentorgesprekken en zo nodig vaker. Deze mentorgesprekken duren maximaal 20 minuten en worden gerapporteerd en met de BW en met behandelaar gecommuniceerd. Eens per 3 maanden is er een evaluatiegesprek met hem, in dit gesprek worden herstelgerichte doelen en subdoelen gericht op arbeid vastgesteld met dhr., met als leidraad het doel voor dagbesteding vanuit het herstelplan. Ook worden de functie-eisen en aandachtspunten besproken. De functie-eisen zijn bijvoorbeeld; hij komt op tijd, belt af als hij niet kan komen etc. Deze evaluatiegesprekken duren ongeveer 30 minuten. Casus 3: Dhr. E., woonachtig op een BW. Hij krijgt belevingsgerichte dagbesteding op de zorgboerderij. De intensiviteit van de begeleiding die hij in de groep ontvangt wordt door twee zaken bepaald: - Dhr. spreekt continue over zijn spirituele belevenissen, koppelt deze aan de actualiteit, het nieuws, zijn leven of de boeken die hij leest. Hij wil hier continue over spreken met zijn mede cliënten. Dit is niet altijd passend in het moment of de dynamiek van de groep. Dat vraagt van een professional dat hij/ zij continue in de nabijheid moet zijn, dhr. afleidt middels het aanbieden van activiteiten en corrigeert, wanneer het onderwerp te belastend is voor de groep. In het geval van deze mijnheer is er sprake van vele individuele begeleidingsinterventies tijdens zijn dagbesteding in een groep van 6 tot 8. - Dhr. is snel afgeleid van zijn activiteit, zonder de directe nabijheid van een professional loopt dhr. weg van de activiteit en rookt hij heel veel sigaretten. In de groep van 6-8 personen zijn veel individuele begeleidingsinterventies op hem gericht door hem aan te sporen zijn taak uit te voeren, zijn shag even niet aan te spreken, anderen niet te storen tijdens hun activiteit. Casus 4: Dhr. G., woonachtig op een BW. Hij krijgt belevingsgerichte dagbesteding op de zorgboerderij. De intensiviteit van de begeleiding die hij in de groep ontvangt wordt door twee zaken bepaald: - Dhr. is gepreoccupeerd met toiletgang. Hij wil vaak meerdere malen per uur naar het toilet, bevuilt het toilet dan en verstopt het toilet met toiletrollen. Meerdere malen moet hij gecorrigeerd worden in zijn dwang. Dit lukt niet altijd. met enige regelmaat is het toilet verstopt en bevuild. - Dhr. is inactief en passief. Dat vraagt om continue aansporing tot het doen van een van de activiteiten op de boerderij. Dit wordt hem laagdrempelig aangeboden. Soms lukt dat. het betekent echter wel dat deze activiteit hand-in-hand moet uitgevoerd worden. Wanneer de professional wel in de nabijheid is, maar niet in contact is met dhr., dan valt hij direct terug in passiviteit. Hieruit blijkt dat niet alleen nabijheid van een professional gewenst is, maar direct, continue, intensief contact. Casus 5: Vrouw, 51 jaar. Getraumatiseerd, drugsverslaving, dwangneurose, depressieve klachten. Mw. komt elke ochtend luidkeels mopperend binnen. Ze heeft dan eerst een gesprekje van 10 minuten met de werkbegeleider nodig om haar verhaal te doen. Vervolgens gaat ze na enige aansporing aan het werk. Wanneer mw. daar een andere werkbegeleider ziet, gaat ze het verhaal opnieuw vertellen. Ze heeft ook de neiging om voortdurend te blijven mopperen tegen de andere deelnemers of voor zich uit tegen niemand in het bijzonder. Mw. moet hier meerdere keren per dagdeel in worden begrensd. De werkbegeleiding vraagt mw. om te stoppen met mopperen, of vraagt mw. om ander werk te gaan doen in een ruimte met minder afleiding. Soms heeft dit als resultaat dat mw. inderdaad kalmeert en haar

7 werk min of meer rustig kan voortzetten, soms heeft dit als resultaat dat mw. nog onrustiger wordt en harder gaat mopperen, rondlopen, zuchten etc. Dit gedrag is storend voor mevrouw, ze windt zichzelf erg op en komt met haar gedachten in een neerwaartse spiraal. Dit gedrag is tevens storend voor de overige deelnemers, die proberen mevrouw te kalmeren, of die boos worden op mevrouw omdat mw. volgens hen irritant is, of die zich terugtrekken omdat mw. de aandacht opeist, of ze gaan mw. plagen omdat ze overal op hapt en men dat soms grappig vindt. Dat laatste is dan weer storend voor mevrouw, die daar weer over gaat mopperen. Casus 6: Man, 40 jaar Getraumatiseerd (PTSS), alcoholverslaving, depressieve stoornis Dhr. is via een asielprocedure in NL gekomen uit een land waar een burgeroorlog aan de gang was. Dhr. is moeilijk te verstaan en spreekt daarbij gebrekkig Nederlands. Dhr. heeft een geheugenprobleem. Hij vergeet wie hij waarover heeft gesproken, wat de regels zijn, wat de werkinstructies zijn, wat voor dag het is en dergelijke. Door zijn vergeetachtigheid blijft dhr. lang hangen in bepaalde (soms ingebeelde) situaties die hij als onrechtvaardig heeft ervaren, en die hij te pas en te onpas herhaald tegen willekeurig wie, alsof ze vandaag hebben plaatsgevonden en nog niet zijn afgehandeld. Dhr. moet elk uur in zijn gedrag worden begrensd. De werkbegeleider spreekt dhr. aan en vraagt hem door te gaan met zijn werk zonder zich met anderen bezig te houden. Respect is heel belangrijk voor dhr. Hij voelt zich vaak onbegrepen en raakt snel geagiteerd. Hierdoor lijkt het alsof dhr. ruzie zoekt. Dhr. kan luidruchtig en dwingend zijn. Dhr. blijft door praten op luide toon, en het is intensief om een gesprek met dhr. te voeren (dhr. laat je niet aan het woord en wordt boos wanneer je zelf ook iets wil zeggen). Ook hier moet dhr. elk uur in worden begrensd. Dit gedrag is storend voor dhr. Hij windt zich erg op en wordt steeds ontevredener/bozer. Hij wekt (bewust of onbewust) agressief gedrag op bij andere deelnemers, die daar vervolgens weer door de werkbegeleider in moeten worden begrensd. Casus 7: Man, 49 jaar Alcoholverslaving, epilepsie, intensieve medische geschiedenis, agressieregulatie problemen Dhr. is een solist. Samenwerken vindt hij lastig. Hij wil graag dat het gaat zoals hij het wil. Wanneer het niet gaat zoals dhr. wil (en dat is al snel), dan gaat hij de rest van de dag/week/maand luidkeels in het wilde weg steken onder water geven, volgens dhr. zijn dit grapjes. Hij gaat ook de grenzen opzoeken van de regels. Bijvoorbeeld buiten op het terrein hard death metal muziek op zijn telefoon afspelen. Dhr. moet meerdere keren per dagdeel in gedrag begrensd worden. De werkbegeleider spreekt dhr. aan en vraagt hem om zich aan de regels te houden en verder te gaan met zijn werk en zich niet te veel met anderen bezig te houden. Dhr. kan dan onverwachts heel erg boos worden. Hij gooit dan met spullen en dreigt met geweld. Dit gebeurt ongeveer 1x per week. Meestal gaat dhr. daarna boos weg, om vervolgens s middags of de volgende dag al dan niet onder invloed terug te komen om verhaal te halen. Dhr. is snel beledigd en wil dan niet meer met je praten. Dhr. kan dit weken volhouden. Dit gedrag is storend voor dhr. omdat hij spanning opbouwt en als het ware toewerkt naar een epileptische aanval, of een black out door overmatig drankgebruik. De werkbegeleider probeert op diverse manieren om weer met dhr. in gesprek te raken. Dhr. doet regelmatig in een opwelling afbreuk aan de relatie met werkbegeleiders en andere deelnemers die hij in de periode daarvoor net moeizaam heeft opgebouwd. Dit is voor dhr. zeer frustrerend. Het gedrag is ook storend voor de andere deelnemers, die op hun tenen lopen om dhr. niet boos te maken.