VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD"

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, COM(2017) 3 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Beoordeling van de monitoringprogramma's van de lidstaten in het kader van de kaderritchtlijn mariene strategie {SWD(2017) 1 final} NL NL

2 Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad Beoordeling van de monitoringprogramma's van de lidstaten in het kader van de kaderrichtlijn mariene strategie (2008/56/EG) 1. INTRODUCTIE De EU-kaderrichtlijn mariene strategie 1 (KRMS) biedt een kader waarbinnen de lidstaten de nodige maatregelen moeten nemen om tegen 2020 "een goede milieutoestand in alle mariene wateren van de EU" te behalen of te onderhouden. Het behalen van dit doel betekent dat de EU-zeeën schoon, gezond en productief zijn en dat het mariene milieu duurzaam wordt gebruikt. In de KRMS staan elf kwalitatieve "descriptoren" 2 die beschrijven hoe het milieu eruit zou moeten zien wanneer een goede milieutoestand is behaald. Besluit 2010/477/EU van de Commissie tot vaststelling van criteria en methodologische standaarden inzake de goede milieutoestand van de mariene wateren 3 geeft richting aan hoe de lidstaten dit doel kunnen behalen. In de praktijk moeten de lidstaten mariene strategieën ontwikkelen en uitvoeren. Dit omvat: een eerste beoordeling van hun mariene wateren; de vaststelling van een goede milieutoestand van hun mariene wateren; het opstellen van milieudoelstellingen; het instellen en uitvoeren van gecoördineerde monitoringprogramma's, en het vaststellen van te nemen maatregels of acties voor het behalen en onderhouden van een goede milieutoestand. De Commissie moet beoordelen of deze verschillende elementen voldoen aan de vereisten van de richtlijn voor elke lidstaat. Indien nodig kan de Commissie ook om aanvullende informatie vragen en advies geven over de nodige veranderingen. De lidstaten hebben in 2012, na de eerste uitvoeringsfase met daarin de eerste beoordeling, verslag gedaan van de bepaling van een goede milieutoestand en de vaststelling van milieudoelstellingen. De Commissie heeft een beoordeling 4 van deze elementen gepubliceerd waarin werd geconcludeerd dat de door de lidstaten vastgestelde milieudoelstellingen weinig ambitieus waren. Deze beoordeling benadrukte ook een gebrek aan samenhang en consistentie bij de uitvoering over de mariene subregio's en mariene regio's. 1 Richtlijn 2008/56/EG van het Europese Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie), (PB L 164 van , blz. 19). 2 De elf in bijlage I van de KRMS gedefinieerde kwalitatieve descriptoren omvatten D1 Biodiversiteit, D2 Niet-inheemse soorten, D3 Commerciële visserijproducten, D4 Voedselketens, D5 Eutrofiëring, D6 Integriteit van de zeebodem, D7 Hydrografische veranderingen, D8 Vervuilende stoffen, D9 Vervuilende stoffen in visserijproducten, D10 Zwerfvuil, D11 Energie, waaronder onderwatergeluid. In dit verslag zijn de biodiversiteitsdescriptoren (D1, 4 en 6) gegroepeerd aan de hand van de voornaamste soortgroepen en habitattypen, te weten: vogels, zoogdieren en reptielen, vissen en koppotigen, habitats van zeebodem en de waterkolom. Deze aanvullende indeling levert in totaal 13 categorieën van descriptoren op. 3 Besluit 2010/477/EU van de Commissie van 1 september 2010 tot vaststelling van criteria en methodologische standaarden inzake de goede milieutoestand van mariene wateren (PB L 232 van , blz. 14). 4 Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europese Parlement "De eerste fase van de tenuitvoerlegging van de Kaderrichtlijn mariene strategie (2008/56/EG) Beoordeling en advies van de Europese Commissie" COM(2014) 097 final. 2

3 In het volgende stadium van de uitvoering moesten de lidstaten voor juli monitoringprogramma's instellen en uitvoeren en de Commissie binnen drie maanden na instelling van die programma's in kennis te stellen. De monitoringprogramma's hebben tot doel een beoordeling te geven over de milieutoestand van de mariene wateren en de vooruitgang in de richting van het behalen van de milieudoelstellingen. Twintig lidstaten 6 hebben hun monitoringprogramma's op tijd voor deze evaluatie 7 aan de Commissie opgegeven: België, Bulgarije, Denemarken, Estland, Duitsland, Ierland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Nederland, Portugal, Roemenië, Slovenië, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk 8. Drie lidstaten (Malta, Griekenland en Polen) hebben hun verslagen niet ingediend 9. Dit verslag is een aanvulling op het verslag van de Commissie uit 2014 en heeft als doel verslag te doen van de vooruitgang in de richting van consistente en samenhangende uitvoering van de KRMS van de lidstaten met het oog op het bereiken van een goede milieutoestand in de Europese mariene wateren tegen De Commissie presenteert haar beoordeling van de door de bovenstaande lidstaten ingeleverde monitoringprogramma's. Het verslag beoordeelt de consistentie en juistheid van het monitoringprogramma van elke lidstaat, en kijkt verder ook naar de regionale samenhang. Het verslag voorziet ook in advies over alle veranderingen die de Commissie nodig acht. Het eerste gedeelte van het verslag analyseert de monitoringprogramma's van de lidstaten wat betreft hun bepaling van een goede milieutoestand en daaraan verwante milieudoelstellingen. Het tweede gedeelte beschouwt de te nemen vervolgstappen voor monitoring op nationaal en EU-niveau voor het behalen en onderhouden van een goede milieutoestand van de Europese mariene wateren rond In het bij dit verslag gevoegde interne werkdocument 10 is een uitgebreide analyse van het monitoringprogramma van elke lidstaat opgenomen op basis van de elf kwalitatieve descriptoren van de KRMS, en een specifiek advies voor elke lidstaat. Het werkdocument bevat ook een beoordeling van enkele elementen die zijn opgegeven bij de eerste uitvoeringsfase van de KRMS voor de lidstaten die later verslag hebben uitgebracht Bulgarije, Kroatië, Malta, de subregio Macaronesië van Portugal (Azoren en Madera) en de westelijke Mediterrane subregio voor het Verenigd Koninkrijk (de wateren rond Gibraltar) BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN Om te kunnen beoordelen of de monitoringprogramma's van een lidstaat een geschikt kader vormen om te voldoen aan de eisen van de KRMS, worden de programma's beoordeeld op hun doel, ruimtelijke toepassingsgebied, dekking van de categorieën van descriptoren en 5 Deze vereiste is voorzien in artikelen 5, lid 2, onder a) iv) en 11 van de KRMS. 6 Deze uit de richtlijn voortvloeiende verplichting geldt alleen voor de 23 kustlidstaten en niet voor de vijf lidstaten die door land zijn omringd. 7 In het kader van dit verslag werd september 2015 gekozen als afsluitingsdatum. 8 Het verslag van het Verenigd Koninkrijk omvatte niet de wateren rond Gibraltar als overzees gebiedsdeel van het VK. 9 Malta en Polen hebben sindsdien hun verslagen ingediend, maar door de late indiening kon in het kader van dit verslag geen beoordeling worden gemaakt. Tot heden (oktober 2016) heeft Griekenland nog geen verslag ingediend. De Commissie zal op een later tijdstip haar beoordeling en advies communiceren en bekendmaken voor de lidstaten die niet in dit verslag zijn opgenomen. 10 SWD(2017) 1 final. 11 Voor Portugal en het Verenigd Koninkrijk werden de eerste adviezen van de Commissie uit haar verslag van 2014 bijgewerkt om de gegevens over Macaronesië voor Portugal en over Gibraltar voor het VK weer te geven. 3

4 Aandeel monitoringprogramma's van de lidstaten per categorie (%) milieudoelstellingen, tijdlijn van de uitvoering, adequaatheid wat betreft de verplichtingen van de KRMS en andere relevante wetgeving, en regionale coherentie. De twintig lidstaten hebben meer dan 200 monitoringprogramma's opgegeven, waaronder bijna subprogramma's. Doel Zoals te zien is in figuur 1 is het grootste deel van de monitoring activiteiten (73 %) gericht op het beoordelen van de milieutoestand van de mariene wateren van een lidstaat en de gevolgen van menselijke activiteiten. 41 % van de activiteiten is gerelateerd aan de monitoring van druk voortkomend uit menselijke activiteiten (zoals aanwezigheid van zwevende deeltjes in de waterkolom waardoor de doorzichtigheid van het water wordt verlaagd of de verrijking met voedingsstoffen met eutrofiëring als gevolg; of marien zwerfvuil dat zich op de stranden ophoopt), 19 % richt zich op menselijke activiteiten die de druk veroorzaken (zoals baggerwerkzaamheden in havens, agrarische werkzaamheden, lozingen van stedelijk afvalwater, of ongeschikte beheer van vast afval), terwijl 12 % zich richt op de doeltreffendheid van de maatregelen om deze druk en hun gevolgen te verzachten (zoals gevolgen van maatregelen om het verlies van voedingsstoffen te verminderen, of om beheer van vast afval te verbeteren). Dat er zo weinig nadruk is gelegd op de beoordeling van de maatregelen wordt deels verklaard door het feit dat lidstaten niet vóór eind 2016 hun maatregelen operationeel hoefden te maken (artikel 5, lid 2 van de KRMS). De optelsom van de verschillende monitoringwerkzaamheden is groter dan 100 % omdat er een overlapping is tussen programma's en hun functie. Wat is het doel van monitoring? (gebaseerd op zelfbeoordeling van de lidstaten) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Milieutoestand en gevolgen Druk Menselijke activiteiten die de druk veroorzaken Doeltreffendheid van de maatregelen Afbeelding 1: Doel van monitoring van de lidstaten Deze grafiek bevat geen gegevens van Letland, Italië of Portugal, aangezien hun verslagen in een niet-gestandaardiseerde structuur werden ingediend. De monitoringprogramma's dekken verschillende ruimtelijke gebieden en kunnen daarom verwijzen naar zowel kust- als territoriale wateren. 4

5 De monitoring van biodiversiteit (descriptoren 1, 4 en 6) vertegenwoordigt 41 % van de inspanning 13. De focus op biodiversiteit kan worden uitgelegd door monitoringwerkzaamheden die al worden gedaan voor de uitvoering van andere EU-wetgeving, zoals de vogelrichtlijn 14, de habitatrichtlijn 15, de kaderrichtlijn water 16, de zwemwaterrichtlijn 17, de nitratenrichtlijn 18 en de verordening gemeenschappelijk visserijbeleid 19. Hierin zijn al eisen voor monitoring opgenomen die direct zijn verbonden aan de KRMS-descriptoren. Zo moeten lidstaten bijvoorbeeld bij de vogelrichtlijn rekening houden met trends en afwijkingen van de populaties van een vogelstand die voordeel hebben van speciale instandhoudingsmaatregelen. De monitoring van de populatie, omvang en abondantie van zeevogels door de lidstaten moet daarom voldoen aan eisen die zowel uit de vogelrichtlijn als de KRMS voortkomen. 59 % van de monitoringswerkzaamheden zijn verbonden met de acht overgebleven descriptoren, met relatief weinig monitoring van energie waaronder onderwatergeluid 20 en vervuilende stoffen in visserijproducten (descriptoren 11 en 9) (4 % elk), niet-inheemse soortensoorten (descriptor 2) (5 %), en zwerfvuil op zee en hydrografische veranderingen (descriptoren 10 en 7) (6 % elk). Vervuilende stoffen in wateren (descriptor 8), eutrofiëring (descriptor 5) en commerciële vis (descriptor 3) zijn beter gedekt (respectievelijk 13 % en 9 % van de inspanning op het gebied van monitoring). Ruimtelijk toepassingsgebied Lidstaten hebben verslag gedaan van de ruimtelijke verspreiding van hun monitoringprogramma's door gebruik te maken van de volgende geografische zones: terrestrisch (op land), overgangswateren 21, kustwateren, territoriale wateren, de exclusieve economische zone (EEZ) 22, het continentale plat buiten de EEZ 23, en 13 Percentages worden berekend op basis van het totaal opgegeven aantal monitoringsubprogramma's. 14 Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van , blz. 7). 15 Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van , blz. 7). 16 Richtlijn 2000/60/EG van het Europese Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van , blz. 1). 17 Richtlijn 2006/7/EG van het Europese Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG (PB L 64 van , blz. 37). 18 Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PB L 375 van , blz. 1). 19 Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van , blz. 22). 20 Deze descriptor verwijst naar de invoering van energie in het mariene milieu, waaronder onderwatergeluid. Aangezien de wetenschappelijke en technische ontwikkeling achter deze descriptor nog in ontwikkeling is, hebben de lidstaten zich uitsluitend gericht op hun inspanningen voor onderwatergeluid, en deze descriptor moet als zodanig in het kader van dit verslag worden opgevat. 21 Overgangswateren zijn oppervlaktewaterlichamen in de nabijheid van riviermondingen die gedeeltelijk zout zijn door de nabijheid van kustwateren, maar die in belangrijke mate door zoetwaterstromen worden beïnvloed, zoals omschreven in Richtlijn 2000/60/EG. Kustwateren gaan tot één zeemijl vanaf de basislijn, zoals omschreven in Richtlijn 2008/56/EG van het Europese Parlement en de Raad. 22 Territoriale wateren (tot 12 zeemijl), exclusieve economische zone (EEZ) (tot 200 zeemijl), continentale plat buiten de EEZ zoals omschreven volgens het VN-zeerechtverdrag. 5

6 buiten de mariene wateren van de lidstaten. Zoals te zien in afbeelding 2 vindt het hoogste percentage van de monitoring van de lidstaten (68 %) plaats in de kustwateren, terwijl een groot percentage ook voorkomt in territoriale wateren (57 %) en in de EEZ (51 %). Het laagste percentage (6 %) vindt plaats in continentale wateren buiten de EEZ. Zoals hierboven uitgelegd hebben de lidstaten meestal hun monitoringprogramma's gekoppeld aan bestaande programma's die vereist zijn volgens andere EU-wetgeving, wat de voorkeur van monitoring in kustwateren kan helpen verklaren. Het aantal monitoringprogramma's buiten de territoriale wateren van de lidstaten is gering. Dit kan door een aantal factoren worden verklaard, zoals de kosten voor monitoring en de behoefte om zich te richten op de belangrijkste soorten druk en gevolgen, die dichter bij de kust voorkomen. Waar vindt de monitoring plaats? (gebaseerd op de zelfbeoordeling van lidstaten) Terrestrisch deel van de lidstaat Overgangswateren (KRW) 6% 15% 15% 19% Kustwateren (KRW) Territoriale wateren 51% Exclusieve economische zone EEZ (of vergelijkbaar) Continentale plat (buiten EEZ) 68% Buiten de wateren van de lidstaten 57% Afbeelding 2: Ruimtelijk toepassingsgebied van monitoring van de lidstaten 24 Tijdlijn voor uitvoering De lidstaten moesten hun monitoringprogramma's tegen 15 juli 2014 hebben ontwikkeld en uitgevoerd. Afbeelding 3 geeft een overzicht van de verwachte invoering van de monitoringsprogramma's, per descriptorcategorie, en per tijdspanne (2014, 2018, 2020 en na 23 buiten de mariene wateren van de lidstaten verwijst naar gebieden buiten de jurisdictie van de lidstaten (waaronder de wateren van de naburige staten). 24 De optelsom van de verschillende monitoringwerkzaamheden is groter dan 100 % omdat programma's en hun functies elkaar overlappen. Er zijn geen gegevens van Letland, Italië of Portugal, aangezien hun verslagen in een niet-gestandaardiseerde structuur werden ingediend. 6

7 2020). In 2014 waren de descriptoren die het meest door de lidstaten werden gecontroleerd: vervuilende stoffen in visserijproducten (descriptor 9), commerciële vis (descriptor 3) en eutrofiëring (descriptor 5). Tegen 2020 worden, gebaseerd op de eigen beoordeling van de lidstaten, de monitoringprogramma's voor eutrofiëring (descriptor 5), zoogdieren, reptielen, vis en koppotigen (descriptoren 1 en 4) en vervuilende stoffen (descriptor 8) ingevoerd. Voor commerciële visserijproducten (descriptor 3), hydrografische veranderingen (descriptor 7), zwerfvuil op zee (descriptor 10) en habitats van zeebodem en de waterkolom (descriptoren 1, 4 en 6) zullen in 2020 naar verwachting bijna 90 % van de monitoringprogramma's ingevoerd zijn. Afbeelding 3: Tijdstip waarop de lidstaten hun programma's voor monitoring van de verschillende descriptorcategorieën naar eigen verwachting zullen hebben ingevoerd, met het oog op het bereiken van een goede milieutoestand 2526 Gezien de KRMS-termijnen voor het bijwerken van de mariene strategieën in 2018, en met het oog op het behalen van een goede milieutoestand in 2020 zullen monitoringprogramma's voor niet-inheemse soorten (descriptor 2) en onderwatergeluid (descriptor 11) aanzienlijk moeten worden versneld om voor goede dekking te zorgen. Aanvullende inspanning is ook nodig wat betreft de descriptoren 1, 4 en 6 (de biodiversiteitsdescriptoren), met name daar waar die niet door bestaande wetgeving worden gedekt. 25 "Niet opgegeven": tijdlijn van de dekking van een goede milieutoestand is niet opgegeven. 26 Zoals aangegeven in bovenstaande voetnoot 2, zijn er dertien categorieën van descriptoren gedefinieerd. 7

8 Aantal categorieën van descriptoren Wanneer wordt monitoring verwacht? (gebaseerd op zelfbeoordeling van de lidstaten) In 2014 In 2018 In 2020 Na 2020 Niet opgegeven Afbeelding 4: Tijdstip waarop de verschillende lidstaten hun monitoringsprogramma's naar eigen verwachting zullen hebben ingevoerd, met het oog op het behalen van een goede milieutoestand. Afbeelding 4 geeft een overzicht, per lidstaat, van de verwachte invoering van de monitoringsprogramma's, om de vooruitgang in de richting van een goede milieutoestand te beoordelen per tijdstip of -spanne (2014, 2018, 2020 en na 2020). Vijf lidstaten hebben opgegeven dat hun monitoringprogramma's in 2014 voor de meeste descriptorencategorieën waren ingevoerd. Vier lidstaten hadden geen monitoringprogramma's in 2014 ingevoerd. De monitoringprogramma's waren in juli 2014 meestal alleen gedeeltelijk geschikt, de datum waarop ze hadden moeten zijn gemaakt en uitgevoerd in overeenstemming met artikel 5, lid 2, onder a) iv) van de KRMS. Hierdoor zijn er voor de lidstaten grote lacunes in de data voor het beoordelen van de vooruitgang in de richting van een goede milieutoestand en milieudoelstellingen die zijn vereist voor de beoordeling van In de verslagen van de lidstaten wordt aangegeven dat wordt verwacht dat de situatie zich in de loop der tijd zal verbeteren: in 2018 wordt verwacht dat de lidstaten de descriptorcategorieën volledig (of bijna volledig) dekken en in 2020 willen vijftien lidstaten hun programma's hebben ingevoerd. In het algemeen hebben de meeste lidstaten 2020 vastgesteld als het moment waarop de meeste van hun monitoringprogramma's volledig zullen zijn ingevoerd. Dit is alleen geruststellend in de zin dat verwacht kan worden dat de KRMS-monitoring tegen die tijd volledig werkt. 8

9 Desalniettemin zijn er vijf lidstaten die of niet hebben opgegeven wat hun bedoelingen zijn, of hebben aangekondigd dat hun monitoringprogramma's zelfs na 2020 het jaar waarin van de lidstaten een goede milieutoestand zouden moeten behalen niet volledig zullen zijn ingevoerd. Dezelfde waarnemingen kunnen worden gemaakt voor het dekken van milieudoelstellingen door de monitoringprogramma's van de lidstaten, 27 alhoewel de opgegeven tijdlijn aangeeft dat de lidstaten meestal verwachten dat de behoeften aan monitoring adequaat vóór 2020 worden gedekt(zie afbeelding 5). Wanneer vindt de monitoring van de milieudoelstellingen plaats? (gebaseerd op de zelfbeoordeling van de lidstaten) België Nederland Finland Cyprus VK Slovenië Denemarken Zweden Duitsland Kroatië Roemenië Estland Bulgarije Letland Italië Portugal Ierland Litouwen Spanje Frankrijk Aantal descriptorencategorieën In 2020 Na 2020 Specifieke doelstelling niet bepaald of geen monitoringprogramma opgegeven Afbeelding 5: Tijdstip waarop de lidstaten hun monitoringprogramma's voor milieudoelstellingen naar eigen verwachting zullen hebben ingevoerd Er wordt verwacht dat twaalf lidstaten hun monitoringwerkzaamheden hebben ingevoerd om de milieudoelstellingen die ze hebben gedefinieerd te kunnen meten. Ierland is van plan om alle doelstellingen te dekken maar doet dit alleen na Tegen die tijd moet een goede milieutoestand al behaald zijn. De andere zeven lidstaten zijn niet van plan om een deel van de door hen gedefinieerde doelstellingen te controleren. Zoals hierboven uitgelegd zullen de doelstellingen in verband met commerciële visserijproducten (descriptor 3), eutrofiëring (descriptor 5) en vervuilende stoffen in visserijproducten (descriptor 9) voordeel hebben van de monitoringprogramma's die door de 27 In lijn met artikel 10 van de KRMS moesten de lidstaten milieudoelstellingen bepalen om te kunnen voldoen aan de goede milieutoestand van de mariene wateren. 9

10 EU-wetgeving zijn opgesteld. De meeste zijn al gedekt of worden waarschijnlijk in 2018 gedekt. Extra werk is nodig om ervoor te zorgen dat de lidstaten de vereiste gegevens verzamelen om vooruitgang in de richting van een goede milieutoestand en -doelstellingen te kunnen beoordelen. Verwacht wordt dat de lidstaten hierover in 2018 verslag doen, in het bijzonder voor die descriptoren waarvan de vooruitgang niet voldoende is, zoals niet-inheemse soorten (descriptor 2), zwerfvuil op zee (descriptor 10), onderwatergeluid (descriptor 11), en descriptoren biodiversiteit (descriptoren 1, 4 en 6) die niet door de wetgeving worden gedekt. Dekking en algehele geschiktheid De adequaatheid van de monitoringprogramma's van de lidstaten in verband met de eisen van de KRMS werd beoordeeld. In het bijgevoegde interne werkdocument zijn uitwerkingen van de monitoringprogramma's van elke lidstaat te vinden. Deze technische beoordeling is gemaakt op basis van de belangrijkste componenten van de monitoringprogramma's van de lidstaten, in het bijzonder de gecontroleerde aspecten en parameters, de frequentie en het ruimtelijk toepassingsgebied. De resultaten geven aan of de monitoringprogramma's van de lidstaten of "geschikt", "grotendeels geschikt", of "gedeeltelijk geschikt" zijn om te voldoen aan de eisen van de KRMS wat betreft het beoordelen van de milieutoestand. De gecombineerde bijdrage van het monitoringprogramma van elke lidstaat per descriptorcategorie is te zien in afbeelding 6. De informatie die in deze figuur wordt getoond, werd gebruikt voor de beoordeling van het aantal descriptorcategorieën die elke lidstaat overweegt al dan niet te dekken. Op basis hiervan worden conclusies getrokken of de monitoringprogramma's van de lidstaat grotendeels, gedeeltelijk of niet geschikt kunnen worden geacht (afbeelding 7). 10

11 In welke mate dekt de monitoring een goede milieustatus per descriptorcategorie? D11 Energie, Geluid D1, D4, D6 Habitats, zeebodem D1, D4 Habitats, waterkolom D1, D4 Vogels D10 Zwerfvuil op zee D1, D4 Vis en koppotigen D7 Hydrografische veranderingen D8 Vervuilende stoffen D5 Eutrofiëring D2 - NIS D9 Vervuilende stoffen in visserijproducten D3 Commerciële visserijproducten D1, D4 Zoogdieren en reptielen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Aandeel van monitoringprogramma s (%) Volledige dekking Gedeeltelijke dekking Geen dekking GES niet bepaald of geen monitoringprogramma s opgegeven Afbeelding 6: Mate waarin een goede milieutoestand door de KRMS-monitoringprogramma's wordt gedekt volgens de technische beoordeling De tekortkoming die werd vastgesteld in het verslag van de Commissie in 2014 wat betreft het gebrek aan consistentie en vergelijkbaarheid bij de toepassing van Besluit 2010/477/EU onder de lidstaten wordt bevestigd in deze beoordeling. Daarom was er alleen een indicatieve vergelijkende beoordeling mogelijk in het kader van dit verslag. De meeste lidstaten hebben de lacunes in hun programma's vastgesteld en zijn zich bewust van de belangrijkste gebieden waaraan nog gewerkt moet worden. Er zijn in het algemeen lacunes waargenomen in de monitoring van methodologieën en methodologische normen (bijv. voor habitats van zeebodem en de waterkolom en verontreinigingen), gebrek aan monitoringgegevens en -kennis (bijv. voor niet-inheemse soorten (descriptor 2), hydrografische veranderingen (descriptor 7), zwerfvuil op zee (descriptor 10) en onderwatergeluid (descriptor 11)). Sommige soorten druk en gevolgen worden alleen doeltreffend gecontroleerd vanaf het moment dat er een regionale aanpak is ingevoerd, gezien hun inherente grensoverschrijdend karakter (bijvoorbeeld die zijn verbonden aan mobiele soorten, niet-inheemse soorten en onderwatergeluid). 11

12 Percentage (%) dekking van GES Hoe geschikt is het monitoringprogramma van elke lidstaat? 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Gedeeltelijk geschikt Grotendeels most appropriate geschikt GES is niet bepaald, of monitoring is niet bepaald GES is niet gedekt door monitoringprogramma GES wordt gedeeltelijk gedekt door monitoringprogramma GES is gedekt door monitoringprogramma Afbeelding 7: Mate waarin een goede milieutoestand door de monitoringprogramma's van KRMS gebaseerd op technische beoordeling Gezien de technische beoordeling is de Commissie in het algemeen van oordeel dat geen van de monitoringprogramma's van de lidstaten volledig geschikt is noch dat zij voldoen aan de eisen van de KRMS, in het bijzonder wat betreft de monitoring van de vooruitgang in het behalen van een goede milieutoestand. De monitoringprogramma's van vier lidstaten kunnen worden beschouwd als grotendeels geschikt, dertien andere zijn gedeeltelijk geschikt en de monitoringprogramma's van drie lidstaten zijn ongeschikt. Consistentie met andere EU-wetgeving De meeste lidstaten hebben hun monitoringprogramma's gebaseerd op bestaande monitoring in het kader van andere EU-wetgeving of hun respectievelijke regionale zeeverdragen. De kaderrichtlijn water, de habitatrichtlijn en de verordening gemeenschappelijk visserijbeleid zijn onderdelen van EU-wetgeving die gebruikelijk worden gekoppeld aan de KRMSmonitoringprogramma's. In die zin kan worden aangenomen dat de monitoringprogramma's in het algemeen consistent zijn met andere relevante wettelijke verplichtingen. De monitoringprogramma's zwerfvuil op zee (descriptor 10) en onderwatergeluid (descriptor 11) zijn de enige monitoringprogramma's die uitsluitend zijn ingevoerd voor de KRMS. 12 Monitoring: ongeschikt

13 Aandachtspunt: Monitoringprogramma voor zwerfvuil op zee Bijna alle lidstaten die verslag doen hebben programma's ontwikkeld voor de monitoring van zwerfvuil op zee. Dit is zeer bemoedigend. Er is geschikt ruimtelijk toepassingsgebied en frequentie van monitoring van afval op het strand. In de noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan is er systematische monitoring van opgenomen (ingeslikt) afval bij gestrande zeevogels. Er is voldoende mate van consistentie in monitoringprogramma's in de meeste mariene regio's en de koppeling naar internationale en regionale normen is duidelijk. De meeste lidstaten verwijzen naar het advies voor monitoring, dat is ontwikkeld door de technische groep voor zwerfvuil op zee van de KRMS, die zorgt voor de nodige harmonisatie. Niettegenstaande zijn er enkele gebieden 28 die dringend verbetering behoeven. Zo is bijvoorbeeld de monitoring van afval op de zeebodem en het wateroppervlak en de monitoring van microafval nog lang niet adequaat. Er is geen systematische en vergelijkbare monitoring van de gevolgen van zwerfvuil voor mariene dieren en natuur. Lokalisatie en de mate waarin menselijke activiteiten zwerfvuil op zee voortbrengen worden vaak niet gedekt door de ingevoerde monitoringprogramma's. Ten slotte, er zijn geen overeengekomen basislijnen of drempelwaarden voor afval en microafval. Hierdoor is de monitoring van de vooruitgang naar een goede milieutoestand moeilijk. Dit beïnvloedt ook het vermogen van de EU om te voldoen aan interne (7e Milieuactieprogramma tot 2020, circulaire economische actieplan 29 ) en internationale afspraken 30. Regionale samenhang en coördinatie De monitoringprogramma's van de lidstaten werden ook beoordeeld wat betreft hun regionale samenhang, binnen de regio's bepaald in artikel 4 van de Richtlijn. Lidstaten hebben meestal in hun monitoringprogramma's verwezen naar regionale samenhang, in het bijzonder door gebruik te maken van indicatoren en normen die zijn overeengekomen door de regionale zeeverdragen ter beoordeling van de milieutoestand volgens KRMS. De beoordeling toont een gemiddelde tot hoge mate van samenhang binnen de lidstaten van respectievelijk de regio's van de Zwarte Zee, het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Oostzee en toont een lage tot middelmatige mate van samenhang in de regio van de Middellandse Zee. Voor de lidstaten van de regio's van de Zwarte Zee, het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Oostzee toont de beoordeling een hoge mate van samenhang in een aantal specifieke gevallen, zoals wat betreft het ruimtelijke toepassingsgebied, of de gecontroleerde elementen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de monitoring van de 28 Met een aantal van deze vraagstukken zoals zwerfvuil op zee wordt al rekening gehouden binnen het kader van de gemeenschappelijke uitvoeringsstrategie van de KRMS. 29 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's Maak de cirkel rond - Een EU-actieplan voor de circulaire economie COM/2015/0614 final. 30 Internationale afspraken waaronder het Rio+20-proces (Conferentie van de Verenigde Naties over duurzame ontwikkeling) en de 17 doelstellingen op het gebied van duurzame ontwikkeling van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling die in september 2015 is aangenomen. 13

14 verontreinigingen (descriptor 8 en 9) en zwerfvuil op zee (descriptor 10) in de regio's van de Oostzee en de Zwarte Zee. In het algemeen lijkt monitoring voor het zeebekken meer geharmoniseerd te zijn in het geval van de Oostzee en het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan (waaronder niet-eu-lidstaten). Lidstaten waarvan de wateren een deel zijn van de regio van het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan, hebben monitoringprogramma's op regionaal niveau voor alle descriptoren; het is echter wel nodig dat deze nog consistenter worden gemaakt, bijvoorbeeld met oog op de niet-inheemse soorten (descriptor 2) waar maar beperkte dekking is aangezien maar vijf lidstaten voor deze descriptor monitoringprogramma's hebben opgegeven. De lidstaten in de regio van de Middellandse Zee moeten een meer consistente monitoring ontwikkelen door regionale inspanningen voor een aantal descriptoren, zoals in het geval van niet-inheemse soorten (descriptor 2) en onderwatergeluid (descriptor 11). Verdere bevindingen Speciale grensoverschrijdende aandachtspunten Naast de grensoverschrijdende vraagstukken die worden gedekt door een aantal descriptoren van de KRMS (zoals niet-inheemse soorten, zwerfvuil op zee en onderwatergeluid) hebben een aantal lidstaten de druk en gevolgen van klimaatverandering, verzuring van de oceaan benadrukt als belangrijkste vraagstukken met grensoverschrijdend karakter die direct of indirect door KRMS-monitoringprogramma's moeten worden aangepakt. Een verbeterde kennisbasis De monitoringprogramma's van de lidstaten helpen om een verbeterde kennisbasis op te bouwen, in het bijzonder met betrekking tot de descriptoren onderwatergeluid en integriteit van de zeebodem (descriptoren 11 en 6). Dit zal de volgende beoordeling van de mariene wateren door de lidstaten die in 2018 moet plaatsvinden ten goede komen. Adaptieve monitoringprogramma's Een aantal lidstaten hebben adaptieve monitoringprogramma's ingevoerd. Deze moeten ervoor zorgen dat de programma's voldoende geschikt blijven wanneer de goede milieutoestand of indicatoren van de doelstellingen worden herontworpen in het licht van verbeterde kennis of nieuwe normen en praktijken op regionaal niveau, of om aangeven dat rekening te houden met een veranderde aard of hoeveelheid druk. Alhoewel flexibiliteit een positieve eigenschap is, moet men oppassen dat deze adaptieve monitoringprogramma's er niet toe leiden dat de dekking van de monitoring op lange termijn negatief wordt beïnvloed. 3. ALGEMENE CONCLUSIE De analyse van de monitoringprogramma's die is gestart onder de eerste KRMSuitvoeringscyclus laat zien dat, zelfs wanneer er al aanzienlijke inspanningen zijn geleverd of in de toekomst worden geleverd, in de meeste lidstaten aanvullende actie nodig is om geschikte en tijdige dekking van de monitoringprogramma's te verzekeren. Meer vooruitgang is nodig om te verzekeren dat de lidstaten een vergelijkbare aanpak hebben en om te waarborgen dat de monitoringprogramma's verbeterd worden, zodat deze een geschikt kader vormen dat kan voldoen aan de KRMS-eisen. 14

15 De bestaande wetgeving moet een verbeterde dekking voor niet, of slechts gedeeltelijk, gedekte descriptoren waarborgen. Bij acht lidstaten is bijzondere aandacht nodig om te verzekeren dat een volledige en tijdige dekking van de doelstellingen door monitoring plaatsvindt overeenkomstig artikel 10 van de KRMS. Om te meten hoe doeltreffend hun maatregelen zijn, moeten de lidstaten in overweging nemen hun monitoringprogramma's te gebruiken. Dit helpt om te beoordelen hoever ze nog verwijderd zijn van de doelstellingen die ze zichzelf hebben gesteld wanneer ze deze bijwerken zoals dat wordt vereist door de KRMS. Wat betreft ruimtelijke dekking laat de analyse zien dat het lijkt dat monitoringprogramma's daar zijn waar de druk en gevolgen waarschijnlijk het grootst zijn. Dit moet echter bevestigd worden door een juiste analyse van de risico's, zodat de prioriteiten voor monitoring op technische en wetenschappelijke basis worden vastgesteld. Slechts een aantal lidstaten hebben operationele monitoringprogramma's ingevoerd in 2014, terwijl er van vele alleen maar wordt verwacht dat ze in 2018 of zelfs pas 2020 worden ingevoerd. Daarom is er dringend vooruitgang van monitoring nodig om te voldoen aan de eisen van de KRMS, waaronder de bijwerking, in 2018, van de eerste beoordeling van de mariene wateren en een goede milieutoestand, en met name ook het behalen van een goede milieutoestand in Monitoringprogramma's zijn niet altijd toereikend om doeltreffende monitoring van de toestand van de mariene wateren van Europa te verzekeren, om een goede milieutoestand en hieraan verbonden doelstellingen te behalen, ingesteld door de lidstaten. Dit is in het bijzonder het geval voor de descriptoren niet-inheemse soorten, zwerfvuil op zee, onderwatergeluid en biodiversiteit die niet zijn gedekt door de bestaande wetgeving. Verdere coördinatie tussen lidstaten, in het bijzonder door actie op regionaal niveau en subregionaal niveau, is essentieel om consistente en vergelijkbare gegevens te leveren en het ruimtelijk toepassingsgebied van monitoringprogramma's te verbeteren. Dit kan mogelijk kostenvermindering opleveren door meer doeltreffende monitoring in alle disciplines en tussen de lidstaten. 4. AANBEVOLEN VOLGENDE STAPPEN De Commissie is van oordeel dat lidstaten: zo snel mogelijk de geconstateerde gebreken moeten melden, op regionaal en subregionaal niveau, om te verzekeren dat de monitoringprogramma's geschikt zijn om te voldoen aan de eisen van de KRMS; meer hun best moeten doen om hun monitoringprogramma's uit te voeren, zodat er geen lacunes zijn bij de beoordeling van hun mariene wateren, die tegen 2018 klaar moet zijn, terwijl rekening wordt gehouden met de lopende herziening van Besluit 2010/447/EU en de eventuele gevolgen daarvan; zorgen voor een goede dekking van het ruimtelijk toepassingsgebied van de KRMS door de monitoringprogramma's, in het bijzonder door rekening te houden met de locatie van de voornaamste druk en gevolgen, overeenkomstig een op risico gebaseerde aanpak; 15

16 monitoringprogramma's aanpassen aan toekomstige KRMS-verplichtingen en wijziging van de manier waarop lidstaten een goede milieutoestand bepalen. Waar een goede milieutoestand en milieudoelstellingen nog niet zijn vastgesteld als een onderdeel van de eerste uitvoeringsfase worden de lidstaten aangespoord dit onverwijld te doen; verdere samenhang nastreven op regionaal en subregionaal niveau door middel van verdere coördinatie van monitoringprogramma's, met name door regionale zeeverdragen, waaronder gemeenschappelijke aanpakken de manier waarop gegevens worden verzameld en beoordeeld; rekening houden met hun programma's van maatregelen wanneer zijn hun monitoringprogramma's actualiseren overeenkomstig artikel 17 van de KRMS, zodat kan worden beoordeeld in welke mate zij bijdragen tot het voldoen aan de doelstellingen van de Richtlijn. De Commissie zal: verdere consistentie nastreven bij de uitvoering van de verschillende onderdelen van de EU-wetgeving die de mariene omgeving beïnvloeden. Dit doet zij in het bijzonder door de herziening van het besluit waarin de criteria en de methodologische normen over een goede milieutoestand zijn opgesteld en door initiatieven van de Commissie ter stroomlijning van monitoring- en verslagleggingsverplichtingen binnen het milieubeleid 31 ; de samenwerking met lidstaten voortzetten, als onderdeel van de gemeenschappelijke uitvoeringsstrategie voor de KRMS, 32 om ervoor te zorgen dat de tweede cyclus van de uitvoering van de KRMS (2018 en verder) meer resultaten voortbrengt en efficiënter is; verdere financiering voor strategische projecten en ondersteunende acties overwegen ter verbetering van de consistentie van de uitvoering van de KRMS in de lidstaten regionaal en in Europa, met name waar regionale zeeverdragen hierin niet al een voortouw nemen; op basis van de afzonderlijke beoordelingen van de lidstaten (beschikbaar in het bijgevoegde interne werkdocument) een specifieke en gerichte dialoog starten met de lidstaten die een aanmerkelijk risico lopen de KRMS-eisen niet te halen, zodat hun naleving van de Richtlijn toch kan worden gewaarborgd. 31 Routekaart voor de geschiktheidscontrole voor de monitoring en het melden van verplichtingen in het milieubeleid, 32 De KRMS vereist van de lidstaten uitgewerkte en gecoördineerde inbreng. Om het werk gemakkelijker te maken, hebben de lidstaten en de Europese Commissie een informeel coördinatieprogramma opgezet: de gemeenschappelijke uitvoeringsstrategie. 16

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU De directeur-generaal Brussel, 2 3 JAN' 2017 ENV/C2/LMR/gm Ares(2016) Zijne Excellentie de heer François Roux Buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur Permanent

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU De Directeur-generaal Brussel, 2 3 JAN. 2017 ENV/C2/LMR/gm Ares(2016) Zijne Excellentie de heer Pieter de Gooijer Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 25 januari 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 25 januari 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 25 januari 2017 (OR. en) 5568/17 ENV 49 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 20 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: D046061/03 Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.4.2009 COM(2009) 156 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Richtlijn 2000/60/EG

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0176/288. Amendement. Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee namens de GUE/NGL-Fractie 27.3.2019 A8-0176/288 288 Patrick Le Hyaric, Younous Omarjee Overweging 2 (2) Als wereldspeler in de oceanen en als de op vier na grootste producent van vis en schaal- en schelpdieren ter wereld, draagt

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT Europees Parlement 2014-2019 Geconsolideerd wetgevingsdocument 13.6.2017 EP-PE_TC1-COD(2016)0186 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 13 juni 2017 met het oog op de

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.9.2016 COM(2016) 618 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE Verslag met het oog op de berekening van de toegewezen hoeveelheid van de Unie, alsook het verslag met het oog op de berekening

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) 2016/0186 (COD) PE-CONS 25/17 CULT 69 AELE 49 EEE 27 CODEC 867 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.8.2010 COM(2010) 421 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

21.10.2015 A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst

21.10.2015 A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst 21.10.2015 A8-0249/139 139 Jens Rohde e.a. Artikel 4 lid 1 1. De lidstaten beperken op zijn minst hun jaarlijkse antropogene emissies van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0444 (E) 12103/15 JUSTCIV 202 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD waarbij

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.3.2019 COM(2019) 112 final 2019/0062 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.5.2014 COM(2014) 277 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.7.2016 C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.7.2016 betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.8.2017 C(2017) 5825 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2195 van de Commissie tot

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 mei 2002 2001/0138 (COD) LEX 311 PE-CONS 3659/1/01 REV 1 TRANS 181 PECOS 199 CODEC 1126 VERORDENING (EG) Nr. /2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0274 (E) 13588/17 ACP 119 FIN 647 PTOM 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst) L 127/4 NL RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2019/782 VAN DE COMMISSIE van 15 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de vaststelling van geharmoniseerde risico-indicatoren

Nadere informatie

WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE

WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE Noordzeedagen Vlissingen, 2 oktober 2015 ARCADIS EN STICHTING TOEKOMSTBEELD DER TECHNIEK WORKSHOP DUURZAAM BEHEER VAN DE NOORDZEE NU EN IN DE TOEKOMST WELKOM! Eline van Onselen Stéphanie IJff Philip Drontmann

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2010 C(2010) 1096 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 3, lid 7, van de Grondwaterrichtlijn (Richtlijn 2006/118/EG), inzake de vaststelling

Nadere informatie

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Lees ter voorbereiding de volgende teksten en bekijk de vragen en antwoorden van de quiz. De juiste antwoorden zijn vetgedrukt. Wat wil en doet

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.6.2016 C(2016) 3347 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6.6.2016 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die visumaanvragers moeten verstrekken in Iran,

Nadere informatie

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juni 2016 (OR. en) 9586/16 BUDGET 15 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting 2016: Boeking van het overschot van het

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.10.2013 COM(2013) 743 final 2013/0357 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van het in te nemen standpunt bij de 18 e gewone vergadering van de

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst) L 125/27 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2017/845 VAN DE COMMISSIE van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de indicatieve lijsten van elementen

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.6.2017 COM(2017) 299 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds Europees Ontwikkelingsfonds (EOF): prognoses

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0150 (E) 13586/17 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JUSTCIV 250 COLAC 110 ACP 118 ISL 39

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2015 (OR. en) 13159/15 FIN 699 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0153 (E) 13587/17 JUSTCIV 251 COLAC 111 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.4.2014 C(2014) 2737 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.4.2014 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die door visumaanvragers moeten worden overgelegd

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese. Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer 300 Voorjaar 2008 Eerste ruwe resultaten: Europees gemiddelde en belangrijke nationale

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 18.5.2017 NL L 125/43 BESLUIT (EU) 2017/848 VAN DE COMMISSIE van 17 mei 2017 tot vaststelling van criteria en methodologische standaarden inzake de goede milieutoestand van mariene wateren en specificaties

Nadere informatie

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.2.28 COM(28) 86 final ANNEXES to 3 BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE

Nadere informatie

Algemene informatie over de respondent

Algemene informatie over de respondent Openbare raadpleging over de Refit-evaluatie van de EU-wetgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en bestrijdingsmiddelenresiduen Velden met een * zijn verplicht. Algemene informatie over de respondent

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.6.2011 COM(2011) 352 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Tweede

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 99 final 2019/0049 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Visserijorganisatie

Nadere informatie

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan IP/04/1250 Brussel, 20 oktober 2004 Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan De Europese Commissie gaat akkoord met een tweede

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat België (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 1,1% (laatste verslag: 0,8%) voor het eerst sinds mei 2014 weer in de

Nadere informatie

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning)

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Velden met een zijn verplicht. Naam E-mail Inleiding 1 Als een bedrijf een product

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.3.2016 COM(2016) 156 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt met betrekking tot

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2005 COM(2005) 858 definitief. VERSLAG VAN DE COMMISSIE over de juridische omzetting van het kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 inzake gemeenschappelijke

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX COM(2012) 386 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds NL NL MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.7.2017 COM(2017) 357 final 2017/0148 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Luxemburg en Roemenië worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, de

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.6.2015 COM(2015) 295 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds NL NL 1. VOORWOORD Het elfde Europees Ontwikkelingsfonds

Nadere informatie

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0186 (COD) 10329/17 INFORMATIEVE NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad CODEC 1059 CULT

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) 11061/04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE PUBLIC ENV 387 TOUR 14 AGRI 177 MAR 128 IND 91 CODEC 869 NOTA van:

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.10.2017 COM(2017) 622 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Europees Ontwikkelingsfonds (EOF): prognoses van de vastleggingen, betalingen en bijdragen van de lidstaten

Nadere informatie

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep. Meander Samenvatting groep 7 Thema 2 Om ons heen Samenvatting Landschappen Landschappen in Europa zijn heel verschillend. Nederland is een heel vlak land. Frankrijk is een land met heuvels en bergen. Zweden

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.05.2001 COM(2001) 289 definitief MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD Strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten

Nadere informatie

13581/17 WST/sht/bb DGD 2

13581/17 WST/sht/bb DGD 2 Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0148 (E) 13581/17 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JUSTCIV 248 ACP 116 ESE 5 BESLUIT VAN

Nadere informatie

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 0,6 % (laatste verslag: 0,6%) stabiel, nog steeds beter dan het EU-gemiddelde

Nadere informatie

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169 ONTWERP-NOTULEN - ADDENDUM Betreft: 3002e zitting van de Raad van de Europese Unie (MILIEU), gehouden

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief EU-burgers kunnen de EU binnenkort vragen nieuwe wetgeving in te voeren indien zij daarvoor een miljoen handtekeningen kunnen verzamelen. Dit nieuwe instrument

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 104 final 2019/0054 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Visserijcommissie

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2003 COM(2003) 825 definitief 2003/0317 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.1.2017 COM(2017) 17 final 2017/0011 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.3.2019 COM(2019) 111 final 2019/0061 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale

Nadere informatie

14072/14 roe/lep/hh DG C 1

14072/14 roe/lep/hh DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0292 (E) 14072/14 ACP 154 FIN 727 PTOM 45 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 19 maart 2013 Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer Het aantal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken Nr. 1317 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.10.2016 COM(2016) 652 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Europees Ontwikkelingsfonds (EOF): prognoses van de vastleggingen, betalingen en bijdragen van de lidstaten

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.8.2014 COM(2014) 527 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over de EU-strategie en het actieplan

Nadere informatie

16707/14 ADD 13 as 1 DG G 2A

16707/14 ADD 13 as 1 DG G 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 11 december 2014 (OR. en) 16707/14 ADD 13 FIN 988 INST 616 PE-L 94 NOTA I/A-PUNT van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 15.12.2017 L 335/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/2305 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 23 mei 2017 (OR. en) 9601/17 ADD 4 JAI 537 ASIM 57 CO EUR-PREP 27 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de

Nadere informatie

Herziening NEC-richtlijn. LNE Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid

Herziening NEC-richtlijn. LNE Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid Herziening NEC-richtlijn LNE Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid Inhoud presentatie Huidige NEC-richtlijn Herziening NEC-richtlijn: motivatie Inhoud herziene NEC-richtlijn: Overzicht

Nadere informatie

(6) De Commissie heeft de andere lidstaten uiterlijk op 15 maart 2017 in kennis gesteld van de ontvangen mededelingen.

(6) De Commissie heeft de andere lidstaten uiterlijk op 15 maart 2017 in kennis gesteld van de ontvangen mededelingen. L 162/22 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1112 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3199/93 inzake de wederzijdse erkenning van procedures voor de volledige denaturering

Nadere informatie

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 22.11.2017 A8-0358/2017/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. over het Europese burgerinitiatief "Eén van ons"

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. over het Europese burgerinitiatief Eén van ons EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.5.2014 COM(2014) 355 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE over het Europese burgerinitiatief "Eén van ons" NL NL BIJLAGE I: PROCEDURELE ASPECTEN

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 5.11.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 VERORDENING (EG) Nr. 1925/2004 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 2004 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van

Nadere informatie

RECTIFICATIES. (Publicatieblad van de Europese Unie L 139 van 26 mei 2016) Bijlage II wordt als volgt ingevoegd:

RECTIFICATIES. (Publicatieblad van de Europese Unie L 139 van 26 mei 2016) Bijlage II wordt als volgt ingevoegd: 3.6.2016 L 146/31 RECTIFICATIES Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/799 van de Commissie van 18 maart 2016 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.6.2016 COM(2016) 386 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds NL NL MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

Nadere informatie

Habitatrichtlijn. Wat wil ze bereiken?

Habitatrichtlijn. Wat wil ze bereiken? Habitatrichtlijn Habitatrichtlijn Wat wil ze bereiken? Specifiek: habitats en soorten van Europees belang in een gunstige staat van instandhouding behouden of herstellen Algemeen: bijdragen tot het waarborgen

Nadere informatie

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A Brussel, 6 december 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0365 (E) 14292/18 PECHE 462 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling, voor 2019,

Nadere informatie

10889/10 VP/mg DG G I

10889/10 VP/mg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig

Nadere informatie

Bijlage 1 INSCHRIJFFORMULIEREN. Categorie 1: Veiligheid van producten die online worden verkocht. Vragen met betrekking tot de toelating

Bijlage 1 INSCHRIJFFORMULIEREN. Categorie 1: Veiligheid van producten die online worden verkocht. Vragen met betrekking tot de toelating Bijlage 1 INSCHRIJFFORMULIEREN Categorie 1: Veiligheid van producten die online worden verkocht Vragen met betrekking tot de toelating 1. Ik bevestig dat mijn bedrijf een zakelijke entiteit met een industrieel

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0298 (E) 14563/14 ACP 166 FIN 764 PTOM 51 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.3.2019 COM(2019) 157 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD over de voortgang bij de toetreding van de lidstaten tot het Internationaal Verdrag van de Internationale

Nadere informatie