Paddenstoelentocht 4 ljb, 26 oktober 2017

Transcriptie

1 Paddenstoelentocht 4 ljb, 26 oktober 2017 De herfst is het ideale seizoen om een boswandeling te maken. Op donderdagnamiddag 26 oktober gingen we te voet met de ganse klas naar het Kennedybos. Ter plaatse aangekomen wachtte gids Christine ons reeds op. Haar man, mijnheer Freddy, een grote vogelkenner, was ook meegekomen. Het bos is nog maar 50 jaar oud en 14 ha groot.. De uitgedolven aarde van de E17 werd gebruikt om een bos aan te planten met inheemse bomen zoals de hazelaar, de berk, de wilg, de gewone es, de populier,de haagbeuk en de zomereik. Sommige zijn bedekt met veel mos doordat de boom schuin gaat groeien en het water langer op de stam blijft liggen.

2 In het bos ontdekten we een bloeiende hazelaar. De vrouwelijke knopjes en mannelijke katjes groeien aan één stengel en bevruchten elkaar. Zo krijgen we mooie hazelnoten.

3 We ontdekten dat de zomereik een kort bladsteeltje heeft en de wintereik een langere bladsteel. Vele planten, waaronder een tiental soorten orchideeën, vinden het Kennedybos een goede plek om te groeien. We observeerden een orchidee, namelijk de breedbladige wespenorchis. In het bos zagen we grote planten, de smeerwortel. Onder zijn blaadjes verstopten zich mooie witte paddenstoeltjes: de smeerwortelmycenas. De smeerwortel bevat enkele geneeskrachtige eigenschappen. Het zou helpen tegen ontstekingen en is goed voor de huid. Veel sportartsen hebben een tube zalf in de sporttas op basis van smeerwortel

4 We zagen een bloeiende akkerdistel en uitgebloeide vruchtjes van de inlandse bereklauw. De reuzebereklauw mag je nooit aanraken want die veroorzaakt brandwonden! Uitgebloeide bloemen van de inlandse bereklauw. De kaardebol is een grappige plant met zijn bolvormige bloemen

5 We ontdekten ook nagelkruid, de smalle weegbree en braamstruiken met zwarte bessen. Van de wilde braambessen mogen we ook niet plukken. Deze groeien te laag bij de grond. Honden, vossen en katten doen hier hun uitwerpselen. Niet smakelijk hoor In het bos ontdekten we veel paddenstoelen. Wist je dat er ongeveer 5000 soorten paddenstoelen zijn in België? Vele zijn giftig. Eet dus nooit een paddenstoel uit het bos en was steeds je handen bij thuiskomst! De zaden van de zwammen noemen we sporen. Eén enkele zwam vormt dikwijls miljoenen sporen. Sommige mensen zijn allergisch voor sporen en moeten dan veel hoesten. De wortels van de zwammen bestaan uit duizenden draden onder de grond en ze voeden zich met blaadjes. Paddenstoelen hebben veel water nodig. Bij warm weer zien we er dus minder. De eerste grote bruine paddenstoel die we zagen was de plooivoetstuifzwam. We namen een exemplaar mee naar de school.

6 De reuzenbovist lijkt op een grote aardappel. Eerst is hij wit vanbinnen maar later wordt hij donkerbruin. De jonge nog witte reuzenbovist is eetbaar en groeit ooksoms in de weide. De aardappelbovist is duidelijk kleiner maar toch opvallend. De aardappelbovist. Rest van aardappelbovist.

7 De geweizwam heeft zijn naam niet gestolen. Deze lijkt op het gewei van een hert. Wordt ook wel eens genoemd de broek van Napoleon

8 De inktzwammetjes groeien maar 1 week. Daarna sterven ze af en lijken ze op inktbuisjes. Veel zwavelkopjes groeien bij elkaar op een lage boomstronk. Echt mooi. Het oorzwammetje lijkt precies op een oortje dat groeit aan een boomstammetje. Het judasoortje groeit op een vliertak.

9 Bij de papierzwam groeit er een witte laag op de tak. De zwarte viltzwam groeit ook aan een tak. De vezelkopjes mochten we niet aanraken wegens zeer giftig. Tussen het hout ontdekten we nestzammen. Precies een nestje met eitjes. We ontdekten enkele witte kluifzwammen met een steel met diepe groeven en een lappenhoed.

10 Op een hazelaarstak bemerkten we tientallen, kleine, ronde zwarte kogeltjes op de kogelzwam. Prachtig! Een kleine, platte tonderzwam mochten we meenemen naar school. Vroeger maakte men een vuurtje door de bruine watte van de tonderzwam aan te steken met vuurkeien.

11 De kleine asgrauwe koraalzwam lijkt op een koraal uit het aquarium. De vuurzwam heeft zijn naam niet gestolen en lijkt een verbrande paddenstoel op een stok.

12 De zwarte zwammen die op het esdoornhout groeien zijn esdoornhoutknotzwammen. Gids Freddy deed ons luisteren naar het lange gefluit van een winterkoninkje en een roodborstje. Normaal zingen alleen de mannetjesvogels maar niet zo bij het roodborstje. Zij zingen om hun voedselterritorium te beschermen in de winter. Ze zouden ervoor vechten. Mannetjes zingen vooral in de lente om een wijfje te lokken. Mijnheer Freddy bootste ook het geluid van een eend na. Het bruine vrouwtje kwaakt en broedt alleen alle eitjes uit. Het gekleurde mannetje zegt rub rub of een klein en kort fluittoontje.

13 Plots zagen we hoog in de lucht een grote bende aalscholvers in V-vorm vliegen. Zeer indrukwekkend hoe ze elkaar afwisselen om aan kop te gaan vliegen.

14 Veel insecten hebben we niet gezien, wel een ongevaarlijke oorworm. Volgens mijnheer Freddy leven in het bos egels, konijnen, vossen, fazanten, veldmuizen, eikelmuizen en nog vele andere dieren. Mogelijks ook eekhoorntjes en een zeldzame ree! Het bos is een dankbaar decor! Wat heeft onze God alles toch mooi gemaakt! Onderweg raapten we nog wat herfstvruchten: eikels, beukenootjes, kastanjes, enz Tot slot: ga eens naar de website van de school en bekijk alle foto s en verslagen bij MOS Natuurdagboek. Meester Régis Vanwalleghem en juf Sara Vanpachtenbeke.