de hierna genoemde moties als afgehandeld te beschouwen en van de Lange Termijn Agenda af te voeren:

Transcriptie

1 Voordracht aan Provinciale Staten van Presidium Vergadering September 2010 Nummer 6221 onderwerp Aangenomen en afgehandelde moties van Provinciale Staten 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, gelezen de voordracht van het Presidium, nummer 6221; Besluiten: de hierna genoemde moties als afgehandeld te beschouwen en van de Lange Termijn Agenda af te voeren: Commissie Mobiliteit, Kennis en Economie Motie 1 Motie 1 Motie 13 Motie 23 Zuidvleugel uitvoering A4 Zuid Glastuinbouw Hoeksche Waard Compensatiegebied glastuinbouw Versnelling UPR vier sporenbeleid Motie 25 Rijswijk-Schiedam A4 top prioriteit Zuid-Holland Motie 123 Compensatie glastuinbouw in de Woerd Klein (CDA) / Waterman (WD) Klein (CDA) / Volmuller (WD) Van der Stoep (CDA) Hillebrand (PvdA) Démoed (CDA) Van der Stoep (CDA) Commissie Groen, Water en Milieu Motie 180 Geen C02 opslag Barendrecht De Wild (CDA) Commissie Bestuur en Middelen Motie 29 Motie 150 Motie Motie 203 Evaluatie gemeentelijke herindelingen Benchmark personele bezetting Geen provinciale subsidies aan instellingen die salarissen betalen boven de Balkenendenorm Investeringsruimte Vermeulen (SP) Van der Dussen (WD) De Bakker (SP) Hillebrand (PvdA) Den Haag, 15 september 2010 Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter, Pagina 1/2

2 2 Toelichting In de procedure "afwikkeling moties" is opgenomen dat als naar het oordeel van de commissievoorzitter een motie te lang (en zonder argumenten) wordt aangehouden, hij dit aan het Presidium kan voorleggen. Het Presidium kan dan een voorstel doen aan PS om de motie af te voeren. Over het voorstel wordt in PS gestemd. In het Presidium van 14 juni 2010 is besloten een voordracht voor te bereiden voor PS van 15 september Voordat er over het voorstel wordt gestemd in Provinciale Staten, is de voordracht in de betrokken commissies geagendeerd zodat er nog gelegenheid is om op het voorstel van het Presidium te reageren. De betreffende moties zijn vermeld in het bij dit voorstel behorende besluit en de tekst is tevens bijgevoegd. Voorstel: Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig het ontwerpbesluit. Den Haag, 14 juni 2010 Het Presidium, J.G.P. Verbeek, Wnd. voorzitter. Pagina 2/2

3 Mi PARTIJ VAN DE ARBEID Motie Provinciale staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 18 oktober 2006, ter behandeling van de Visie op de ontwikkeling van de Zuidvleugel. Constaterende dat: a. het project Mainportcorridor Zuid is opgenomen in het Zuidvleugelpakket C als Agendaproject; b. in de Regionale Netwerkanalyse Zuidvleugel de A4-Zuid (gedeelte Klaaswaal - Beneluxtunnel) als verkenning is opgenomen (Zuidwesthoek, waterweg en kruisende verbindingen en A4-Zuid); c. in de Regionale Netwerkanalyse Zuidvleugel de A4-Zuid, aan de omvang van de stroom, de economische betekenis voor de Zuidvleugel en de omvang van de vertraging, een hoge score krijgt als oplossend vermogen; d. het Kabinet de A4-wegverbinding tussen Amsterdam/Schiphol, Den Haag/Rotterdam en Antwerpen/Brussel van grote (strategische) betekenis acht; e. de A4-Zuid, na het gereedkomen van de A4 gedeelte Delft - Schiedam (in het kader van het IODS) en de A4 West-Brabant (gedeelte Dinteloord - Bergen op Zoom), het enige ontbrekende gedeelte is van de A4-corridor Amsterdam - Antwerpen. Van mening zijnde dat: a. de A4-corridor van cruciaal belang is voor de economische ontwikkeling van de Randstad; b. aanleg van de A4-Zuid, als doorstroomroute ter ontlasting van het overige verkeer langs Rotterdam en door de Drechtsteden, niet afhankelijk moet worden gesteld van de overige knelpunten in de zuidwesthoek van de Zuidvleugel. Verzoeken gedeputeerde Staten: Het project Mainportcorridor Zuid, met daarin een prominente rol voor de A4-Zuid, in overleg met de overige Zuidvleugelpartners als verkenning voorvarend beet te pakken, zodat binnen tien jaar over de aanleg van de A4-Zuid een besluit kan worden genomen en de uitvoering kan worden gestart. En gaan over tot de orde van de dag 1.J.A. (Hans) Klein (CDA) 2. R.E. (Ronald) Waterman (WD) 3. E.E. (Elsbeth) van Hijlckama Vlieg (PvdA)

4 Hi CDA Statenfractie Zuid-Holland Motie Glastuinbouw Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 31 januari 2007, ter behandeling van de partiële herziening Streekplan Zuid-Holland Zuid, Hoeksche Waard, Constaterende dat: a. in het Afsprakenkader Ontwikkelingsperspectief Hoeksche Waard 2004 is opgenomen dat de Hoeksche Waard voor 1 oktober 2004 met onderbouwde voorstellen zal komen voor een glastuinbouwlocatie van maximaal 50 ha netto, waarbij de uiteindelijke omvang afhankelijk is van de actuele vraag in de markt, de invulling van de behoefte aan autonome groei en incidentele opvang van bovenregionaal glas; b. in de partiële herziening van het Streekplan geen glastuinbouwlocatie is opgenomen, doch het voorstel is, voorafgaand aan de keuze voor een locatie van een glastuinbouwconcentratiegebied, te onderzoeken of er uit de Hoeksche Waard zelf voldoende vraag is om een glastuinbouwlocatie van 50 ha netto te ontwikkelen; c. LTO Noord, afdeling Hoeksche Waard, tijdens het werkbezoek van de subcommissie Zuid op 15 december 2006 en tijdens de hoorzitting op 20 december 2006, aangegeven heeft dat er veel belangstellende leden zijn die zich willen vestigen op een glastuinbouwconcentratiegebied in de Hoeksche Waard. Van mening zijnde dat: a. verspreid liggend glas niet past in een Nationaal Landschap; b. verplaatsing van verspreid liggend glas naar een glastuinbouwconcentratiegebied de beste oplossing is, wanneer voortzetting van de glastuinbouw in het gebied gewenst is; c. het gewenst is op korte termijn duidelijkheid te verkrijgen over het realiseren van een glastuinbouwlocatie van 50 ha netto. Verzoeken Gedeputeerde Staten: Voor 1 juli 2007: a. in overleg met de regio en de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO), de vraag naar een uitplaatsingslocatie voor glastuinbouw in beeld te brengen; b. indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, een keus te maken voor een glastuinbouwlocatie van 50 ha netto; c. Provinciale Staten hierover te rapporteren. En gaan over tot de orde van de dag (Hans.) Klein (CDA)

5 CDA PARTIJ VAN DE ARBEID MOTIE SGP StaxtfcoBllg Gcnf61 UUJ de Plrtij Christenunie AYf3 Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 27 juni 2007, ter behandeling van de vaststelling Startnotitie Zevende Partiële Herziening Streekplan Zuid-Holland West 2003 (5824), constaterende, dat acceptatie van de zevende herziening van Streek plan Zuid-Holland West leidt tot een substantiële reductie van het netto teeltareaal voor glastuinbouw in Zuid-Holland, dat het beleid van de provincie Zuid-Holland er op is gericht om verspreid glas in de komende jaren te saneren, overwegende, dat de glastuinbouw een belangrijke bijdrage levert aan de economische ontwikkeling en de welvaart in Zuid-Holland, dat terugval van de omvang van deze sector gedurende een aantal jaren de positie van deze bedrijfstak in gevaar brengt, voorts overwegende, dat bij de aanvaarding van het Coalitieakkoord is afgesproken een areaal van 5800 ha netto teeltareaal voor glastuinbouw te behouden, dat aan het College van Gedeputeerde Staten is opgedragen bij substantiële daling van de daadwerkelijke omvang van dit areaal compensatiegebieden aan te wijzen om het glasareaal op peil te houden, spreekt uit, dat het College wordt gevraagd om op korte termijn een onderzoek te starten naar compensatiemogelijkheden, waarbij ook gekeken moet worden naar dubbel ruimte gebruik, voor de glastuinbouw, die moeten wijken voor andere functies of wordt gesaneerd, dat het college wordt gevraagd om begin 2008 een rapportage aan provinciale staten aan te bieden met deze compensatiegebieden, en gaat over tot de orde van de dag. Ton van der Stoep (CDA) Ronald Waterman (WD * \*JcsAZJ\S**f~2*<y^ Musetta Blaauw (PvdA) Henk van Dieren (CU/SGP) :42

6 H^5 ^ fa Ct&n tv*-) e>\ P V D A ' -*-, y Statenfractie Zuid-Holland MOTIE Versnelling projecten Urgentieprogramma Randstad / viersporigheid Rijswijk-Schiedam Provinciale Staten van Zuid Holland, in vergadering bijeen op 17 oktober 2007 ter behandeling van het agendapunt "Bestuurlijke afspraken Urgentieprogramma Randstad", Overwegende, - dat de uitvoering van het Urgentieprogramma Randstad (UPR) essentieel is voor een economisch sterke, bereikbare en leefbare Randstad; - dat met zware bestuurlijke aansturing getracht wordt de slagvaardigheid in de voorbereiding en uitvoering van de in het UPR opgenomen projecten te vergroten; - dat de in het programma opgenomen planningen echter nog niet de gewenste versnelling in de uitvoering laat zien en dat voor de uitvoering van de ambities geen extra middelen ter beschikking zijn gesteld; - dat dit in het bijzonder geldt voor de oplossing van één van de allerbelangrijkste knelpunten in het openbaar vervoerssysteem van de Randstad - namelijk het ontbreken van viersporigheid tussen Rijswijk en Schiedam - aangezien in het Urgentieprogramma Randstad slechts de toetsing van nuten-noodzaak is opgenomen. Verzoeken het College: - alles in het werk te stellen om de projecten in het UPR in de komende maanden daadwerkelijk in een stroomversnelling te brengen en in het bijzonder de noodzaak van viersporigheid tussen Rijswijk en Schiedam van rijkswege erkend te krijgen; - Voor de versnelde realisatie van de ambities van het Urgentieprogramma Randstad te zoeken naar creatieve oplossingen van een mogelijk financieringstekort, bijvoorbeeld tijdelijke voorfinanciering uit de provinciale enrijksmiddelenvoor projecten die als gevolg van vertraagde procedures pas ver na 2010 in de uitvoering zullen worden gebracht. En gaan over tot de orde van de dag k Ron Hillebrand (PvdA) - -,, 'AH\AK l^!a/'v\lüó\.puk l

7 H 15 CDA Statenfractie Zuid-Hoüand ^ MOTIE A4 TOPPRIORITEIT ZUID-HOLLAND Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 17 oktober 2007, ter bespreking van de Bestuurlijke Afspraken Urgentieprogramma Randstad Constaterende dat: - Het Kabinet op 22 juni het programma Randstad Urgent heeft gepresenteerd; Dit programma vele Zuid-Hollandse prioriteiten omvat die ook onderdeel zijn van het coalitieakkoord 'Duurzaam denken, dynamisch doen'; GS tijdens de Randstadconferentie op 29 oktober bestuurlijke afspreken tekent over de uitvoering van het UPR; Overwegende dat: - Het debat over het programma Randstad Urgent nu zal starten; Het van belang is de prioriteiten op korte termijn om te zetten in uitvoeringsafspraken; De kans op realisatie van de Zuid-Hollandse prioriteiten het grootst is als direct wordt gekozen voor het principe maximaal twee overheden per beleidsdossier; Minister Eurlings de A4 omschrijft als de bereikbaarheidsbackbone van de Randstad en de intentie heeft uitgesproken lastige knopen door te hakken; De Minister tijdens de Randstadconferentie op 29 oktober 2007 contracten tekent met de partners in de Randstad; Het wenselijk is een topprioriteit te stellen in de Zuid-Hollandse inzet in het URP; De combinatie van wegennet en OV bijdraagt aan een aanpak vanuit het principe Integrale Mobiliteit; Deze Integrale Mobiliteit op uitstekende wijze tot stand is gekomen in de inzet voor de A4 door Midden Delfland (in combinatie met viersporigheid spoortunnel Delft); Het wenselijk is deze projecten als topprioriteit van Zuid-Holland aan te merken. Dragen het College van GS op: De aanleg van de A4 door Midden Delfland in het kader van Integrale Mobiliteit aan te merken als topprioriteit van de Provincie Zuid-Holland in de discussie rond het UPR als inzet bij de Randstadconferentie van 29 oktober (CDA) S. Stoop ^Chrrisl'e^uu[t/^6P

8 CDA PARTIJ VAN DE ARBEID SGP Susdmmttg Fïrtq Christenunie H123 MOTIE COMPENSATIE GLASTUINGEBIED DE WOERD Agendapunt: Voorstelnr. : Onderwerp : e partiële herziening streekplan Zuid-Holland West, As Leiden Katwijk Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 28 januari 2009 ter behandeling van statenstuk 6004 betreffende de 6 e partiële herziening streekplan Zuid- Holland West, As Leiden Katwijk Overwegende dat er op korte termijn duidelijkheid moet zijn over de compensatie voor het glastuinbouwgebied De Woerd, zoals beschreven in het Structurerend Element 10B Dragen het College op om voor het einde van 2009 een Plan van Aanpak aan te bieden aan Provinciale Staten, waarin wordt beschreven wanneer en op welke wijze, in overleg met de regio, in compensatie voor de glastuinbouw in de Woerd wordt voorzien en hoe dit in financiële zin wordt afgewikkeld, En gaan over tot de orde van de dag. Musetta Blaauw (PvdA) Henk van Dieren (CU/SGP)

9 «y*^sp( jêï MOTIE Geen CO2- opslag in Barend recht Nummer: M.AQA Invullen door Statengriffier Agendapunt 2 van gewijzigde agenda 11 november 2009 Algemene Beschouwingen Voorstellen van GS; vaststelling van de Provinciale Begroting 2010 Voordrachtnr. : 6103 Onderwerp Locatiekeuze voor ondergrondse opslag van C0 2 Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 11 november 2009 ter behandeling van bovenvermeld agendapunt; Gelezen: het advies van het RIVM inzake gezondheidsklachten naar aanleiding van C0 2 -opslag in Barendrecht dd. 12 oktober 2009; het DCMR-rapport "Integrale veiligheidsbeoordeling ondergrondse C0 2 -opslag in Barendrecht" dd. 28 oktober 2009; het TNO-rapport "Inventory of potential locations for demonstration project C0 2l dd. 28 oktober 2009; - het DNV-rapport "Review of report TNO-034-UT-2009-O2024: Inventory of potential locations for demonstration project C0 2 -storage" dd. 29 oktober 2009; - de Algemene Milieu Effecten Studie C0 2 -Opslag (AMESCO) dd. 1 juli 2007; het provinciaal toetsingskader C0 2 - opslag te Barendrecht Constaterende dat: In het RIVM-rapport met betrekking tot eventuele gezondheidsklachten wordt geconcludeerd dat er geen inschatting gemaakt kan worden van de omvang van de te verwachten klachten; het AMESCO-rapport met betrekking tot het criterium "gebruik bovengronds" aan de locatie Barendrecht een "ongunstige score" toekent, vanwege het feit dat deze locatie onder bebouwd gebied gelegen is; in het DCMR-rapport met betrekking tot zowel plaatsgebonden als groepsgebonden risico's wordt vastgesteld dat er voor ondergrondse leidingen én de injectielocaties door het Rijk geen normen zijn vastgesteld; blijkens het TNO-rapport naast de locatie Barendrecht er nog een geschikte locatie voorhanden is die aan de screening-criteria voldoet, de Noordzee locatie P06-Zuid; in het DNV-rapport niet wordt uitgesloten dat -naast Barendrecht en P06-Zuid (Noordzee)- ook locaties die niet volledig aan de gestelde screening-criteria voldoen niettemin evenzeer geschikt zouden zijn voor geologische opslag van C0 2 ; er in Barendrecht zowel bestuurlijk als maatschappelijk geen draagvlak bestaat voor C0 2 -opslag binnen die gemeente;

10 CD. SFffE"* GROENUNKS D66 Overwegende dat: de opslag van C02 onverminderd wordt nagestreefd; het niet uitgesloten is dat ondergrondse opslag van C0 2 tot gezondheidsklachten zal leiden; het niet de voorkeur geniet de C02 opslag onder een woonwijk uit te voeren; de gemeenteraad van Barendrecht definitief "Nee" heeft gezegd tegen ondergrondse C02 opslag in Barendrecht en dit een motie op 29 juni 2009 is vastgelegd; er naast de locatie Barendrecht nog een aantal alternatieve locaties beschikbaar zijn, waartegen minder bestuurlijke en maatschappelijke weerstand bestaat; Roepen de ministers van Economische Zaken en VROM met klem op: op grond van een totale afweging de locatie Barendrecht als mogelijke locatie voor ondergrondse opslag van C0 2 af te wijzen; te zoeken naar alternatieve locaties voor C02-opslag, zoals onder meer door het DNV-rapport als realistisch wordt verondersteld. en dragen GS op deze boodschap vóór besluitvorming in de Ministerraad over te brengen aan het Kabinet en de Tweede en Eerste Kamer; en gaan over tot de orde van de dag. CDA D66 PVDA WD CU/SGP SP Groen L PvdD Marianne de Wild Geertjan Wenneker Henk Letschert (7i Ronald Waterm Henk van Dieren Lies van Aelst Jose Chung Carla van Vieroén LZH OFT

11 SP. m M Aan de voorzitter van Provinciale Staten. Motie evaluatie gemeentelijke herindelingen Hz 3 Provinciale Staten van Zuid-Holland in vergadering bijeen op 14 november 2007, Naar aanleiding van de bespreking van de begroting 2008 De staten, gehoord de beraadslaging, constaterende Dat Gedeputeerde staten eind dit jaar een besluit nemen over de bestuurlijke inrichting van de gemeenten rond de Zuidplaspolder en de Rijnstreek Diverse andere gemeenten in Zuid-Holland zich bezinnen op hun toekomst Er sinds 1991 diverse gemeentelijke herindelingen hebben plaats gevonden zonder dat duidelijk is geworden wat daar de effecten van zijn geweest Overwegende Dat (voornemens van) gemeentelijke herindelingen vaak maatschappelijke onrust veroorzaken onder de inwoners van de betrokken gemeenten Verzoeken het college om Een evaluatie uit te voeren van de gevolgen van de gemeentelijke herindelingen die sinds 1991 in de provincie Zuid-Holland hebben plaats gevonden In de evaluatie uitdrukkelijk de gevolgen van de herindelingen voor de inwoners van de betrokken gemeenten te betrekken Provinciale staten binnen drie maanden te informeren over de evaluatieplannen En gaat over tot de orde van de dag. Bart Vermeulen (SP) Geertjan Wenneker (D66) Floor Vermeulen Carla van Viegen (PvdD) Oscar Dijkhof(GL

12 CDA luid-holland 'Christenunie SGP MM MOTIE BENCHMARK PERSONELE BEZETTING Provinciale Staten van Zuid-Holland in vergadering bijeen op 1 juli 2009 voor bespreking van de voorjaarsnota 2009, de kademota 2010, de halfwegevaluatie en de voortgang van het programma Provincie Nieuwe Stijl; Constaterende dat: Er een discussie heeft plaatsgevonden over de kerntaken van de provincie; Dit heeft geleid tot het programma PNS (Provincie Nieuwe Stijl); Naast PNS de organisatie wordt hervormt naar een Organisatie van de Toekomst (OVT); Overwegende dat: Er bij de start met PNS uitgegaan is van een bepaalde personele invulling; PNS nu halverwege is; Er landelijke wetten veranderen, die de activiteiten en verantwoordelijkheden van de provincies op sommige dossiers drastisch veranderen, zoals de nwro, en bepaalde aspecten van de flora- en faunawetgeving; Er een onevenwichtigheid dreigt bij de personele bezetting van bepaalde taken, waardoor onderbezetting, maar ook overbezetting kan ontstaan; Provincies een verschillende personele bezetting hebben; Roepen de GS op om:» Een inschatting te maken van het aantal personele uren dat jaarlijks per programma nodig is; Aan te geven welke hoofdactiviteiten per programma gedaan moeten worden; Een benchmark te organiseren voor de personele bezetting; De verkregen gegevens te presenteren bij de voorjaarsnota 2010; PS te informeren over de voortgang; En gaan over tot de orde van de dag. F.W. va E.H. Schuringa (WD) J.J. Démoed S. Stoop (ChristenUnie/SGP)

13 SP U 18Z. MOTIE Geen provinciale subsidies^oven de Balkenendenorm Agendapunt Voord rachtnr. Onderwerp Vaststelling van de provinciale begroting 2010 Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 11 november 2010 ter behandeling van bovenvermeld agendapunt; Constaterende dat: Het college van Gedeputeerde Staten op verklaard heeft het uitgangspunt te hanteren geen subsidies te verlenen aan organisaties die hun medewerkers boven de Balkenendenorm betalen, Er in 2008 en 2009 nog steeds provinciale subsidies aan (semi-publieke) organisaties zijn verleend waar bestuurders boven de Balkenendenorm verdienen, Het college van Gedeputeerde Staten in de bespreking van de begroting van 2010 opnieuw heeft toegezegd een overzicht te geven van alle organisaties en bedrijven die hun bestuurders boven de Balkenendenorm betalen en welk bedrag die in 2008 en 2009 aan subsidie (hebben) ontvangen van de provincie, r 1^^ di/v\ \&S^ Dragen het college op K&CUAJ ^1<^^' Met ingang van 2010 geen subsidie te verlenen aan (semi-publ ke) organisaties die hun bssts^tefa v boven de Balkenendenorm betalen en gaan over tot de orde van de dag! 1. Eva de BakkerfSP) 2. Carla van vlegen (PvdD) EX fkjxtjt 3. Geertjan Wenneker (Ó66) 4. Oscar Dijkhoff (GroenLinks)

14 MOTIE Investeringsruimte Invulle i doorstatengriffier :2 Agendapunt Voord rachtnr. : 6193 Onderwerp : Kadernota Provinciale Staten van Zuid-Holland, in vergadering bijeen op 2 juni 2010 ter behandeling van bovenvermeld agendapunt; Overwegende dat: Bijna een kwart van het BNP in de provincie Zuid-Holiand wordt verdiend In grote delen van Zuid-Holland de komende decennia nog sprake zal zijn van groei Voor de benutting van het economisch potentieel en het behoud van de leefbaarheid het noodzakelijk is om fors te investeren in nieuwe infrastructuur en de goede landschappelijke inpassing daarvan. Een rapport van de Raad voor de Financiële Verhoudingen (RFV) aanleiding geeft om het provinciefonds met 600 min te korten. De RFV uitdrukkelijk heeft aangegeven dat provincies na deze korting niet langer in staat zullen zijn om fors bij te dragen in de financiering van grote projecten, zoals de aanleg van infrastructuur. Dit met name het geval zal zijn in provincies zoals Zuid-Holland, die niet beschikken over eigen vermogen De MIRT-systematiek er van uitgaat dat provincies/regio's de eerst 112 min van infrastructuurprojecten zelf financieren. Er echter een praktijk is gegroeid waarin provincies/regio's worden geacht minimaal 50% van de kosten van infrastructuur zelf te dragen De minister van Verkeer en waterstaat in het MIRT voorjaarsoverleg heeft gezegd dat er een 'precedenf zou worden geschapen als van de lijn van 50% medefinanciering wordt verlaten Constateert dat: Vasthouden aan de gegroeide praktijk van 50% medefinanciering door decentrale overheden na de voorziene korting van het provinciefonds automatisch tot gevolg heeft dat in Zuid-Holland geen nieuwe infrastructuur meer zal kunnen worden aangelegd, hetgeen niet de bedoeling van de rijksoverheid kan zijn. Verzoekt het college: De inhoud van deze problematiek krachtig onder de aandacht te brengen van het kabinet en de Tweede Kamer. en gaan over tot de orde van de dag! Ron Hillebrand, PvdA