Sekseverschillen in de invloed van groepsdruk op risicogedrag. Yvette Aardenburg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sekseverschillen in de invloed van groepsdruk op risicogedrag. Yvette Aardenburg"

Transcriptie

1 Sekseverschillen in de invloed van groepsdruk op risicogedrag Yvette Aardenburg Bachelorthese Universiteit van Amsterdam Studentnummer: Begeleidster : Annematt Collot D Escury-Koenigs Datum : 26 juni 2011

2 Abstract Risicogedrag komt veel voor bij adolescenten en als mogelijke verklaring hiervoor wordt gegeven dat deze leeftijdsgroep gevoeliger is voor groepsdruk van peers. Daarnaast rapporteren jongens meer risicogedrag van zichzelf dan meisjes dat doen. Groepsdruk wordt ook hier als mogelijke verklaring gegeven. Verschillen tussen jongens en meisjes in gevoeligheid voor groepsdruk zijn tot nu toe in experimenteel onderzoek echter niet gevonden (Gardner, & Steinberg, 2005). In dergelijk onderzoek dient er echter rekening gehouden te worden met wie de groepsdruk uitoefenen en op welke manier. In dit verslag zal worden gekeken naar sekseverschillen in gevoeligheid voor de verschillende vormen van groepsdruk. Op basis van de literatuur over beloning en straf is er reden om aan te nemen dat er sekseverschillen bestaan in gevoeligheid voor de negatieve groepsdruk en positieve aanmoediging. De invloed van groepsdruk op risicogedrag bij adolescenten Risicogedrag zoals roken, het drinken van alcohol en ongezonde eetgewoonten komt nog te veel voor bij adolescenten tussen de 11 en 16 jaar, zo blijkt uit het Healt Behaviour in School-aged Children onderzoek van onder andere het Trimbos-instituut (2010). Dit ondanks dat er de afgelopen jaren wel dalingen zijn gezien in bijvoorbeeld het gebruik van alcohol, vooral onder jongeren tussen de 12 en 14 jaar. Op vroege leeftijd beginnen met alcohol en drugs kan leiden tot verschillende negatieve gevolgen zowel in gedrag (onveilige seks en agressie) als in de hersenontwikkeling (Trimbos, 2010). Al komt risicogedrag voor in elke leeftijdsgroep, adolescenten blijken meer risicogedrag te vertonen dan volwassenen (Arnett, 1992; Moffit, 1993; Spear, 2000, aangehaald in Overman, Drassrand, Ansel, Trawalter, Bies, & Redmond, 2004). Onder dit risicogedrag valt niet alleen middelenmisbruik maar ook delinquent gedrag, onveilige seks, en te hard of onder invloed autorijden. Risicogedrag kan leiden tot negatieve gevolgen en dus is het van belang dat er onderzocht wordt wie risicogedrag vertonen en waarom. Op basis daarvan kunnen er preventie- en interventieprogramma s worden ontwikkeld die zich op deze risicogroepen kunnen richten en daarmee risicogedrag kunnen voorkomen of verminderen. De toename van risicogedrag in de adolescentie wordt vooral toegeschreven aan onvoldoende psychosociale capaciteiten zoals impulscontrole, en een toename van het zoeken naar sensatie (Gardner & Steinberg, 2005). Daarnaast wordt er ook een rol toegekend aan de invloed van de sociale omgeving (Arnett, 1992), met name de invloed van peers (Gardner et al., 2005). 2

3 De vormen van risicogedrag hierboven genoemd zijn allemaal gedragingen waarbij er een kans op gevaar of beschadiging bestaat, maar waarbij er ook een kans is op het ontvangen van een beloning (Leigh, 1999, aangehaald in Bos, 2011). Adolescenten blijken risicogedrag als middelenmisbruik, autorijden onder invloed en delinquent gedrag vooral te vertonen in bijzijn van hun vrienden (Simons-Morton, Lerner, & Singer, 2005; Chassin, Hussong & Beltran, 2009; Zimring, 1998, aangehaald in Chein, Albert, O Brien, Uckert, & Steinberg, 2011). Dit lijkt er op te wijzen dat vrienden of peers invloed hebben op het risicogedrag van de adolescent. De invloed van peers wordt peer pressure, oftewel groepsdruk genoemd. Groepsdruk wordt omschreven als de stimuli voor bepaalde uitdagingen die de toetreding van individuen tot een groep bevestigen, versterken en/of verhogen (Lewis, & Lewis, 1984, aangehaald in Bos, 2011). Experimenteel onderzoek heeft de relatie tussen groepsdruk en risicogedrag in de adolescentie bevestigd (Gardner en Steinberg, 2005). Doel van de studie van Gardner et al. (2005) was om te onderzoeken of adolescenten, in vergelijking met volwassenen, meer risico s nemen als er peers aanwezig zijn. Aan het onderzoek namen adolescenten (13-16 jaar), jong volwassenen (18-22 jaar) en volwassen (24 jaar en ouder) deel. Het risicogedrag werd gemeten door middel van de chicken taak. Dit is een computertaak waarbij de deelnemer een virtuele auto bestuurt die een oranje verkeerslicht nadert die binnen onbepaalde tijd op rood kan springen. Hoe verder de deelnemer de auto laat rijden, hoe meer geld er verdiend kan worden. Maar er is dan ook een kans dat de auto crasht en de deelnemer al het geld verliest. Wordt de auto eerder gestopt dan verdient de deelnemer minder geld, maar is er ook minder kans op het verliezen van geld. Groepsdruk werd gemanipuleerd door in één van de twee condities twee peers tijdens de taak aanwezig te laten zijn. Zij mochten tijdens de taak advies geven aan de deelnemer om te stoppen of door te rijden. Gemiddeld namen alle drie de leeftijdsgroepen meer risico in aanwezigheid van peers, maar het risicogedrag van adolescenten verdubbelde zelfs terwijl het risicogedrag van volwassenen nauwelijks beïnvloed werd. Er werd geen verschil gevonden in daadwerkelijk risicogedrag tussen jongens en meisjes, wel een verschil in het afwegen van de voor- en nadelen. Vooral jongens uit de jongere leeftijdsgroepen wogen de voordelen van de risico s zwaarder dan de nadelen. Er bleek geen verschil tussen jongens en meisjes in risicogedrag als er vrienden aanwezig waren. Dat adolescenten meer risicogedrag vertonen in bijzijn van vrienden blijkt dus niet alleen te wijten aan dat zij meer tijd doorbrengen met hun vrienden (Brown, 2004 aangehaald in Gardner et al., 2005). Adolescenten zijn ook daadwerkelijk gevoeliger voor de invloed van 3

4 vrienden om risicogedrag te vertonen. Steinberg (2008) wijt dit aan het feit dat de adolescentie wordt gekenmerkt door veranderingen in de hersenen, waaronder een toename van dopamine en oxytocine. Veranderingen in het dopaminesysteem leiden ertoe dat adolescenten meer sensatie zoeken en daarmee überhaupt meer risicogedrag vertonen. Van oxytocine wordt gesteld dat deze stof een rol speelt bij sociale binding en herkenning van sociale stimuli. Een toename van het oxytocineniveau in de adolescentie betekent dat adolescenten gevoeliger zullen zijn voor de mening van peers, en dat dit vervolgens leidt tot meer risicogedrag (Steinberg, 2008). In experimentele studies als die van Gardner en Steinberg (2005) is het van belang om te bepalen hoe risicogedrag en hoe groepsdruk geoperationaliseerd worden. Zo bestaan er verschillende vormen risicogedrag zoals in de inleidende alinea benoemd zijn die mogelijk allemaal in meer of mindere mate te beïnvloeden zijn. In de studie van Gardner et al. (2005) is geen rekening gehouden met deze verschillende vormen van risicogedrag. Het begrip wordt hier gemeten met een computertaak. Dit is echter voor de hand liggend voor experimenteel onderzoek aangezien risicogedrag, bijvoorbeeld het drinken van alcohol, in deze setting niet gemanipuleerd kan worden. Taken zoals de chicken taak (Gardner et al. 2005) en de Balloon Analogue Risk Task (BART) (Lejuez, Read, Kahler, Richards, Ramsey, Stuart, Strong, & Brown, 2002) zijn om deze reden taken die gebruikt worden om een algemeen beeld te geven van het risicogedrag bij adolescenten. Bij de BART zien deelnemers een ballon en een ballonpomp op het computerscherm. Met elke klik op de pomp wordt de ballon opgeblazen en wordt 5 cent gewonnen. Dit geld gaat naar de tijdelijke bank. Elke ballon heeft een bepaald punt waarop deze zal ontploffen en waarmee al het geld in de tijdelijke bank verloren zal worden. Deelnemers wordt verteld dat de ballon op elk moment, vanaf de eerste pomp, kan ontploffen. Zij kunnen dan ook op elk moment beslissen om het geld dat zij verdiend hebben te verplaatsen naar de permanente bank of om meer geld te verdienen door de ballon verder op te blazen. Het risicogedrag van adolescenten op deze taak blijkt overeen te komen met het risicogedrag dat zij zelf rapporteren (Lejuez, Aklin, Zvolensky, & Pedulla, 2003). Niet alleen het soort risicogedrag dat gemeten wordt is een belangrijk aspect bij onderzoek naar de invloed van groepsdruk op risicogedrag, ook de vraag wie deze groepsdruk uitoefent. Het is bijvoorbeeld van belang te bekijken of vrienden eenzelfde effect hebben als bekende leeftijdsgenoten op het gedrag van de adolescent. In het onderzoek van Gardner en Steinberg (2005) werden deelnemers gevraagd twee vrienden mee te brengen naar het onderzoek. Voor adolescenten bleek dit lastig te realiseren, waardoor gekozen moest worden voor bekende leeftijdsgenoten. Zij stellen echter dat vrienden een grotere invloed hebben dan 4

5 bekenden, en dat als zij hiermee al een effect vinden, het effect met vrienden alleen maar groter zal zijn (Gardner et al., 2005). Uit de studie bleek dat het risicogedrag met bekende peers zelfs verdubbelde. Daarnaast spelen bepaalde eigenschappen van de peers mogelijk ook een rol of diegene wel of geen invloed heeft. Sekse en status zijn hiervan twee voorbeelden. Op welke manier de groepsdruk wordt uitgeoefend, direct in aanwezigheid van de peers of indirect door observatie, is een derde aspect waar rekening mee gehouden dient te worden. Zelfs al zijn de peers niet in dezelfde ruimte, maar is de adolescent zich ervan bewust dat zijn peers hem/haar observeren, heeft dit invloed op het risicogedrag van de adolescent (Chein, Albert, O Brien, Uckert, & Steinberg, 2010). Vaak wordt er echter gesproken over groepsdruk waarbij de peers direct aanwezig zijn, en waarbij zij actief druk uitoefenen. Zo ook in het onderzoek van Gardner en Steinberg (2005), zij lieten de peers in dezelfde ruimte als de deelnemer tijdens de computertaak. Zij mochten daarbij ook advies geven aan de deelnemer. Hierbij komt een vierde punt naar voren wat van belang is in het onderzoek naar de invloed van groepsdruk op risicogedrag. De verbale aanmoedigingen van de peers aan de deelnemer kunnen namelijk zowel positief als negatief zijn. Negatieve groepsdruk is een vorm van of zou een vorm van sociale exclusie kunnen zijn, bijvoorbeeld als je niet mee doet hoor je er niet bij. Daarentegen zal positieve aanmoediging worden beleefd als steun en vriendschap van de groepsgenoten (Bos, 2011). Positieve aanmoediging werkt op die manier als een sociale beloning terwijl negatieve groepsdruk kan leiden tot sociale straf. Er is in onderzoek vaak geen onderscheid gemaakt tussen deze vormen en daardoor is er tot nog toe geen duidelijkheid verkregen over welke vorm meer effect heeft op het beïnvloeden van risicogedrag. In verband met het onderzoek naar de invloed van groepsdruk op risicogedrag is leeftijd als risicofactor aangewezen. Binnen deze leeftijdsgroep kan er ook onderscheid gemaakt worden in bijvoorbeeld sekse om te onderzoeken wie meer te beïnvloeden is door peers. Sekse is namelijk een risicofactor voor het risicogedrag op zich. Jongens rapporteren over het algemeen meer risicogedrag van zichzelf dan dat meisjes dat doen (Byrnes, Miller, & Schafer, 1999). Vaak wordt hierdoor gedacht dat jongens in real-life settings ook meer risicogedrag vertonen. In experimenteel onderzoek is dit sekseverschil echter niet aangetoond (Gardner et al. 2005; Lejuez et al., 2002). Onderzoek naar de invloed van groepsdruk op risicogedrag moet dus zowel rekening houden met het type risico, hoe en door wie de druk wordt uitgeoefend en van welke vorm van groepsdruk er sprake is. Daarnaast is het van belang om met dergelijke studies te bepalen of er naast leeftijd nog meer risicogroepen bestaan die gevoeliger zijn voor de invloed van 5

6 hun peers. Aangezien het type risico in experimenteel onderzoek lastig te manipuleren is en risicogedrag vaak gebruikt wordt als een algemeen begrip zal er in dit verslag geen onderscheid gemaakt worden in de verschillende risicogedragingen. Er zal eveneens niet worden ingegaan op de vraag of peers meer invloed hebben als zij direct of indirect druk uitoefenen. We gaan er in dit verslag in de lijn van het onderzoek van Chein et al. (2010) vanuit dat zowel directe als indirecte groepsdruk invloed hebben op het risicogedrag van de adolescent, en dat het puur gaat om het gegeven dat er sprake is van groepsdruk. De vraag die in dit verslag centraal staat is of er sekseverschillen bestaan in de invloed van groepsdruk op risicogedrag. In de eerste paragraaf zal bekeken worden wie invloed hebben op het risicogedrag van adolescenten. Vervolgens wordt in de tweede en derde paragraaf ingegaan op de verschillen tussen adolescente jongens en meisjes in de gevoeligheid voor groepsdruk, waarbij ook de verschillende vormen van groepsdruk aangehaald zullen worden. Door wie worden adolescenten beïnvloed? Uit de inleiding is gebleken dat adolescenten gevoeliger zijn voor groepsdruk en dat dit leidt tot meer risicogedrag. Bij groepsdruk is er sprake van de invloed van peers op het gedrag van de adolescenten. In deze paragraaf zal bekeken worden of er nog onderscheid gemaakt dient te worden in bijvoorbeeld hoe goed de adolescenten elkaar kennen, de status van de peers en de sekse van de peers. Zoals in de inleiding aangehaald werd in het onderzoek van Gardner et al. (2005) gekeken naar de invloed van vrienden. Voor adolescenten was dit lastig te realiseren waardoor gekozen werd voor peers uit bijvoorbeeld dezelfde klas. Gardner et al. (2005) stelden dat als zelfs bekende peers invloed hadden op het risicogedrag van adolescenten, vrienden dit helemaal zullen hebben. Hierover bestaat echter enige twijfel. Er is namelijk tevens onderzoek bekend dat laat zien dat juist bekende peers meer invloed hebben op het gedrag van adolescenten dan vrienden (Ali & Dwyer, 2010). Bekende leeftijdsgenoten hebben dus tevens invloed op het risicogedrag van adolescenten. Dit wijst erop dat in vervolgonderzoek niet perse vrienden van de deelnemers moeten worden geworven, maar dat bekende peers voldoende zijn. Dat peers invloed kunnen uitoefenen op het risicogedrag van een adolescent is aangetoond. Leeftijdsgenoten verschillen echter in bijvoorbeeld hun geslacht en status. Zo kan mogelijk de sociale status van de groepsgenoten bepalen of zij wel of geen invloed hebben. Moreno (1934, aangehaald in Bot, Engels, Knibbe, & Meeus, 2007) stelt dat de invloed die iemand heeft afhankelijk zal zijn van zijn/haar sociometrische status. De sociale status van 6

7 groepsgenoten in verband met de invloed die zij hebben op alcoholgebruik is onderzocht door Bot et al. (2007). Deelnemers kwamen tijdens het experiment in een zogenaamd bar lab waar zij alcoholische drankjes konden bestellen. Gedurende een uur werden zij gefilmd en werd bekeken hoe de interacties tussen de peers verliepen en of zij elkaar drank aanboden. De auteurs hebben zowel gekeken naar modeling als het actief stimuleren van alcoholgebruik door peers. Modeling werd vastgesteld door de interactie tussen de hoeveelheid alcohol die de groep dronk en het individuele alcoholgebruik te bekijken. Actief stimuleren werd vastgesteld door te bekijken welke peers drank aan anderen aanboden. Er bleek echter dat er meer sprake was van modeling dan van het aanbieden van drank, hierdoor konden zij geen effect vinden van sociale status in hun invloed om vrienden te dwingen om alcohol te gaan drinken. Daarnaast stellen de auteurs dat de sociale status van peers mogelijk überhaupt geen invloed heeft, maar dat het draait om het drankgebruik, of risicogedrag in het algemeen, van de totale groep in plaats van bepaalde eigenschappen van één individu (Bot et al., 2007). Naast sociale status kan ook de status van een expert wellicht verschil maken of iemand wel of geen invloed heeft. Aangenomen wordt dat experts in het algemeen meer invloed hebben op gedrag dan non-experts (Wilson & Sherrell, 1993, aangehaald in Falomir- Pichastor, Mugny, & Ivernizzi, 2006). Het verschil tussen de invloed van experts en nonexperts is in bepaalde situaties echter minder of niet aanwezig. Dit wordt vooral geweten aan dat in sommige contexten degene die beïnvloed wordt niet let op de druk die uitgeoefend word (doordat hij/zij is afgeleid) of doordat hij/zij niet gemotiveerd is om de invloed te verwerken (Chaiken, Liberman, & Eagly, 1989; Petty, & Cacioppo, 1986, aangehaald in Falomir-Pichastor, Mugny, & Ivernizzi, 2006). In het geval van risicogedrag kan dit mogelijk ook een rol spelen maar hier is in voorgaand onderzoek geen rekening mee gehouden. De sekse van degene die invloed uitoefent kan ook een rol spelen. Hoewel jongens zowel invloed hebben op jongens als meisjes, hebben meisjes slechts invloed op andere meisjes. Dit blijkt onder andere uit onderzoek van Gaughan (2006). In deze studie werden de vriendschappen tussen jongens, meisjes en gemixte vriendschappen bestudeerd en werd gekeken naar de invloed die vrienden op elkaar hebben betreffende alcoholgebruik. Hoewel hier sprake was van vriendschappen tussen twee vrienden of vriendinnen en er alleen gekeken is naar alcoholgebruik, laat dit onderzoek zien dat de sekse van degene die druk uitoefent mogelijk een rol speelt. Er is echter geen onderzoek verricht dat er op wijst dat dit ook geldt voor andere risicogedragingen. Vooral van belang is om te bepalen of vriendengroepen zullen bestaan uit adolescenten van hetzelfde geslacht of dat er juist sprake is van gemixte vriendengroepen. 7

8 De rol van sekse maar ook status zijn factoren om in onderzoek naar de invloed van groepsdruk op risicogedrag mee te nemen. Meer onderzoek hiernaar kan leiden tot duidelijkheid over wie wel en wie geen invloed heeft op zijn/haar leeftijdsgenoten. In het geval van groepsdruk wordt er echter druk uitgeoefend door een groep peers, die waarschijnlijk verschillen in zowel geslacht als status, en niet door één vriend of leeftijdsgenoot. Of sekse en status in situaties van groepsdruk nog van belang zijn is vooralsnog onduidelijk. Sekseverschillen in de invloed van groepsdruk op risicogedrag In de voorgaande paragraaf is bekeken wie invloed uitoefenen op adolescenten. In deze paragraaf zal gericht worden op of er binnen de adolescentie nog meer risicogroepen geïdentificeerd kunnen worden die mogelijk meer te beïnvloeden zijn. In de inleiding is aangehaald dat sekse een risicofactor lijkt te zijn voor risicogedrag op zich. Jongens vertonen over het algemeen meer risicogedrag dan meisjes (Byrnes, 1999). Deze conclusie is gebaseerd op een meta-analyse van 150 studies waarvan al deze studies risicogedrag door middel van zelfrapportage of observaties hebben gemeten bij zowel jongens als meisjes in verschillende leeftijdsgroepen. Al varieerde het sekseverschil in risicogedrag wel per leeftijd (werd kleiner naarmate de proefpersonen ouder werden), en in het soort risicogedrag (er werd bijvoorbeeld geen verschil gevonden tussen jongens en meisjes in roken), toch blijkt dat vooral de ernstigere risicogedragingen vaker door jongens gerapporteerd werden (Byrnes et al., 1999). Aangezien er geen sekseverschillen bij adolescenten in experimenteel onderzoek gevonden zijn (Lejuez et al., 2002; Gardner et al., 2005), is een mogelijke oorzaak dat jongens gevoeliger zijn voor groepsdruk dan meisjes. Wordt de invloed van peers op algemeen, neutraal gedrag bekeken blijkt inderdaad dat meisjes beter bestand zijn tegen invloed van peers dan jongens (Steinberg, & Monahan, 2007; Sumter, Bokhorst, Steinberg, & Westenberg, 2009). Steinberg & Monahan (2007) hebben om dit te meten de Resistance to Peer Influence ontwikkelt, een lijst met stellingen waarbij deelnemers telkens van twee stellingen moeten aangeven welke daarvan meer op hen van toepassing is. Al blijkt uit twee onderzoeken waarbij gebruik werd gemaakt van de RPI dat adolescente jongens gevoeliger zijn voor de groepsdruk op algemeen gedrag dan meisjes, voor risicogedrag wordt dit sekseverschil niet gevonden. Jongens en meisjes verschilden namelijk in experimenteel onderzoek niet in de mate van risicogedrag als er peers aanwezig waren (Gardner et al., 2005). Dit zou betekenen dat zowel jongens als meisjes even gevoelig zijn voor groepsdruk om risicogedrag te vertonen. 8

9 Is er echter sprake van groepsdruk dan kan het zowel positieve aanmoediging als negatieve druk betreffen. Bij positieve aanmoediging wordt de adolescent aangemoedigd bepaald gedrag te vertonen omdat het bijvoorbeeld stoer is. Zoals aangegeven in de inleiding is het gevolg van positieve aanmoediging sociale inclusie (Bos, 2011). Bij negatieve druk wordt de adolescent als het ware gedwongen bepaald gedrag te vertonen doordat er negatieve consequenties volgen als de adolescent het (risico)gedrag niet vertoont. Een negatieve consequentie kan zijn dat de adolescent uitgesloten wordt van de vriendengroep (Bos, 2011). Deze twee vormen van groepsdruk beïnvloeden beide de beslissing die de adolescent zal maken om het risicogedrag wel of niet te vertonen. Er kan dus zowel sprake zijn van een sociale beloning als een sociale straf. Beslissingen als deze waarbij beloning en straf verbonden zijn worden hot beslissingen genoemd (Kerr & Zelazo, 2004). Als adolescente jongens en meisjes verschillen in gevoeligheid voor beloning en straf zullen zij wellicht ook verschillend reageren op positieve aanmoediging en negatieve druk. Een veelgebruikte taak om te meten hoe kinderen, adolescenten en volwassenen beslissingen nemen waaraan beloning en straf verbonden zijn, is de IOWA Gambling Task (IGT, Bechara, Damasio, Damasio, & Anderson, 1994, aangehald in d Acremont, & Van der Linden, 2006). Hierbij is het de taak van de deelnemers om zoveel mogelijk virtueel geld te verdienen door het kiezen van de juiste kaarten. In totaal zijn er vier kaarten, twee voordelige, twee nadelige kaarten. De twee voordelige kaarten zijn geassocieerd met een lage beloning, maar ook met weinig verlies dat onverwachts kan optreden. De twee nadelige kaarten zijn geassocieerd met een hogere beloning, maar ook met hogere onverwachtse verliezen. Op de lange termijn leveren de voordelige kaarten daarmee meer winst op en de nadelige kaarten leiden tot meer verlies. Sekseverschillen zijn voor dit taakje zowel in het voordeel van jongens als in het voordeel van meisjes gevonden (Overman, Frassrand, Ansel, Trawalter, Bies, & Redmond, 2004; d Acremont et al., 2006). Beide studies hebben de IGT gebruikt om sekseverschillen in de adolescentie te onderzoeken. De deelnemers in de studie van Overman et al. (2004) waren tussen de 11 en 18 jaar, terwijl in de studie van d Acremont et al. (2006) 11 tot 15-jarige adolescenten deelnamen. Verschil in de resultaten tussen de twee studies kan echter niet geweten worden aan de jongere steekproef in de studie van d Acremont et al. (2006), aangezien ook de jongens in de jongere leeftijdsgroepen uit de studie van Overman et al. (2004) vaker kozen voor de voordelige kaarten dan de meisjes. Om een goede prestatie te behalen op de IGT dient men zowel de positieve als de negatieve consequenties van een beslissing te overwegen. Indien er sekseverschillen gevonden worden kan dit duiden op verschillen in gevoeligheid voor beloning en straf. 9

10 Adolescente meisjes kozen in de studie van d Acremont et al. (2006) over het algemeen vaker voor de voordelige kaarten en namen daarmee dan ook minder risico op het verliezen van geld. De auteurs stellen dat dit overeen komt met dat meisjes over het algemeen hoger scoren op gevoeligheid voor straf (Aluja-Fabregat, Torrubia-Beltri, 1998, aangehaald in d Acremont et al., 2006). Daarentegen scoren jongens over het algemeen hoger op gevoeligheid voor beloning. Ook dit zou in lijn liggen met de resultaten van het onderzoek van d Acremont et al. (2006) aangezien de jongens vaker kozen voor de kaarten die in eerste instantie meer winst opleveren. De IGT vergt echter van de deelnemers dat zij leren welke kaarten voordelig en welke nadelig zijn. Op het moment dat er een beslissing wordt gemaakt is niet alle informatie over voordelige en nadelige gevolgen al beschikbaar aangezien er onverwachts geld verloren kan worden. In het geval van risicogedrag en ook groepsdruk, is soms van te voren al duidelijk wat de voor- en nadelen zijn van een beslissing. Dat er inconsistente resultaten zijn gevonden in de studies die gebruik hebben gemaakt van de IGT kan daarmee te wijten zijn aan de opzet van de taak. Een situatie waarin vooraf de voor- en nadelen bekend zijn is gemanipuleerd door middel van de Cake Gambling Task (CGT), een kindvriendelijke versie van de Cambridge Gambling Task (Rogers et al., 1999, aangehaald in Van Leijenhorst, Westenberg, & Crone, 2008). Bij deze taak worden er zes doosjes getoond, een deel van deze doosjes is rood het andere deel blauw. Een token wordt random in één van de doosjes verstopt. De deelnemers dienen zoveel mogelijk geld proberen te verdienen door te gokken op één van de kleuren waarin zij denken dat de token verstopt is. Een hogere beloning is daarbij geassocieerd met de minderheidskleur, en dus geassocieerd met de minste kans op winst. Als op deze taak sekseverschillen worden gevonden kan er gekeken worden naar wie gevoeliger is voor beloning en straf. Adolescente meisjes blijken op deze taak minder risico te nemen dan de jongens (Van Leijenhorst et al., 2008). Deze resultaten tonen wederom aan dat adolescente jongens eerder kiezen voor de beloning en daarmee meer risico s nemen dan meisjes. Meisjes daarentegen maken voorzichtigere beslissingen en vermijden daarmee grotere verliezen, oftewel straf. Een tweede onderzoek dat er op duidt dat meisjes meer aversief zijn voor de negatieve gevolgen is een studie waarin gebruik werd gemaakt van de BART (Gabriel & Williamson, 2010). Er werden zowel positieve, negatieve als gemixte instructies gegeven. De positieve instructie hield in dat de proefpersonen als zij de ballon zo groot mogelijk op zouden blazen veel geld zouden winnen, de negatieve instructie hield in dat de proefpersonen als zij de ballon te groot op zouden blazen er een kans was dat deze zou knappen en dat al het geld 10

11 verloren werd. Alleen de adolescente meisjes pasten zich aan in het geval van negatieve instructies, zij lieten in deze conditie minder risicogedrag zien. Het risicogedrag van de jongens werd niet beïnvloed door deze negatieve instructie. Op basis van deze studies is er meer bewijs dat meisjes gevoeliger zijn voor straf en negatieve consequenties dan jongens en dat zij daarom proberen de negatieve consequenties van bepaald gedrag te voorkomen. Jongens daarentegen lijken gevoeliger voor beloning en passen hun gedrag niet aan als er negatieve consequenties dreigen. Dit komt overeen met de gevonden resultaten uit de studie van Gardner et al. (2005) dat jongens de voordelen van risicogedrag meer inzien dan de nadelen. Als we dit vertalen naar een situatie van groepsdruk kan het zijn dat meisjes ook daadwerkelijk gevoeliger zijn voor sociale straf en daarmee gevoeliger zijn voor negatieve druk, en jongens juist gevoeliger zijn voor positieve aanmoediging. In dat geval draait het echter niet om virtueel geld dat verloren of gewonnen kan worden zoals bij de IGT en de CGT. De beloning en straf zijn in het geval van groepsdruk van sociale aard. In de volgende paragraaf zal worden ingegaan op de gevolgen van sociale beloning en straf. Sociale beloning en straf Belangrijk is om te weten of sociale beloningen leiden tot dezelfde gevolgen als het verkrijgen van andere beloningen, zoals het winnen van geld. En daarnaast of sociale straf leidt tot de zelfde effecten als straf in een andere vorm, zoals verliezen van geld. Er kan daarmee bekeken worden of in een situatie van groepsdruk adolescente meisjes daadwerkelijk gevoeliger zijn voor negatieve druk en adolescente jongens daadwerkelijk gevoeliger voor positieve aanmoediging. Zoals eerder aangehaald brengen adolescenten meer tijd door met vrienden en willen zij dan ook geaccepteerd worden door deze vriendengroep. Wordt men niet geaccepteerd in de groep maar uitgesloten is de kans groot dat dit psychologische gevolgen met zich meebrengt zoals gevoelens van verdriet, boosheid, en angst en het kan zelfs leiden tot minder zelfvertrouwen (Williams, 2007). De gevolgen van sociale pijn, zoals sociale exclusie, leidt zelfs tot verhoogde activiteit in dezelfde hersengebieden die ook geactiveerd worden als er sprake is van fysieke pijn (Lieberman & Eisenberger, 2009). Adolescenten zullen er na sociale exclusie veel aan doen om toch de acceptatie van de groep te ontvangen. Zo zijn zij geneigd eerder dingen te denken en te doen die hen zullen helpen door de groep geaccepteerd te worden. Dit maakt hen echter ook gevoeliger voor de invloed van de groep om bepaald gedrag te vertonen (Williams, 2007). In de lijn van het onderzoek over sekseverschillen in 11

12 gevoeligheid voor beloning en straf zou verwacht mogen worden dat ook in gevoeligheid voor sociale beloning en straf verschillen tussen jongens en meisjes gevonden worden. Als sekse al als een factor is meegenomen in het onderzoek naar de gevolgen van pestgedrag en sociale exclusie blijkt inderdaad dat meisjes meer negatieve psychologische gevolgen ervaren (Reijntjes, Stegge, Meerum Terwoft, 2006; Carbone-Lopez, Esbensen, & Brick, 2010). Zo werden in onderzoek van Reijntjes et al. (2006) vignettes voorgelegd waarin de hoofdpersoon afgewezen werd door zijn/haar vriendengroep. Tijdens het lezen werd de deelnemers verzocht zich in te leven in de hoofdpersoon waarna zij moesten rapporteren hoeveel verdriet zij voelden. Meisjes rapporteerden meer verdriet dan jongens. Daarnaast blijken meisjes ook meer andere psychologische gevolgen te ervaren na pestgedrag. Zij ervaren meer angst en het zelfvertrouwen na exclusie daalt (Carbone-Lopez et al., 2010). Deze twee studies naar sociale exclusie waarin verschillen tussen jongens en meisjes werden gevonden hebben echter beide gebruik gemaakt van zelfrapportage na hypothetische uitsluiting. Er is niet gebruik gemaakt van een experimentele situatie waarin de deelnemers zelf daadwerkelijk werden uitgesloten. Is het daadwerkelijk het geval dat meisjes meer negatieve gevolgen ervaren zal dit betekenen dat zij de sociale straf willen voorkomen in geval van negatieve druk. In het geval van positieve aanmoediging is er sprake van een sociale beloning, namelijk sociale inclusie. De ervaring van sociale beloning leidt evenals beloningen van niet sociale aard tot verhoogde activiteit in het beloningscircuit van de hersenen (Lieberman et al., 2009; Nelson, 2007 aangehaald in Steinberg, 2008). Dit duidt erop dat sociale beloning hetzelfde effect teweeg brengt als een ander soort beloning (Steinberg, 2008). Dat jongens gevoeliger zijn voor beloning op taken als de IGT en CGT betekent dan tevens dat zij gevoeliger zijn voor sociale beloningen. Op basis van voorgaande kan geconcludeerd worden dat jongens gevoeliger zijn voor zowel beloning van niet sociale aard als voor een beloning van sociale aard, terwijl meisjes juist gevoeliger zijn voor alle vormen van straf, inclusief sociale straf. Dit lijkt er tevens op te duiden dat er verschillen zullen bestaan tussen jongens en meisjes in hun gevoeligheid voor de verschillende vormen van groepsdruk. Een eerste studie die wel onderscheid heeft gemaakt tussen de vormen groepsdruk heeft gekeken naar de invloed van positieve en negatieve feedback op het risicogedrag van adolescenten met een licht verstandelijke beperking (Bos, 2011). Risicogedrag werd in deze studie gemeten met de BART. De vormen van groepsdruk werden gemanipuleerd door 12

13 deelnemers positieve of negatieve feedback te laten horen tijdens de taak. Exploratief werd bij deze studie ook gekeken naar sekse. De resultaten lieten zien dat er geen significante verschillen waren tussen adolescente jongens en meisjes in risicogedrag op zich, maar er werd ook geen interactie-effect gevonden voor sekse en groepsdruk. Er bleek echter wel dat meisjes gemiddeld ongeveer evenveel risicogedrag lieten zien als er geen sprake was van groepsdruk als wanneer er sprake was van negatieve druk, terwijl in het geval van positieve groepsdruk zij minder risicogedrag lieten zien. Jongens daarentegen lieten evenveel risicogedrag zien wanneer er geen feedback gegeven werd als wanneer er sprake was van positieve aanmoediging, maar lieten meer risicogedrag zien in geval van negatieve druk. De verschillen tussen jongens en meisjes wijzen er echter wel op dat meisjes gevoeliger zijn voor de negatieve druk dan jongens, zij vertoonden in die situatie namelijk meer risicogedrag dan jongens, al waren deze verschillen niet significant. Daarnaast vertoonden de jongens juist meer risicogedrag dan meisjes in geval van positieve aanmoediging, maar ook deze sekseverschillen bleken niet significant. Al lijken deze resultaten overeen te komen met de hierboven besproken onderzoeken naar sekseverschillen in beloning en straf, er werden geen significante verschillen gevonden. De sample in dit onderzoek bestond echter uit adolescenten met een licht verstandelijke beperking. Om meer duidelijkheid te krijgen over de verschillen tussen jongens en meisjes in de mate waarin zij beïnvloedbaar zijn door hun peers zal het onderzoek tevens uitgevoerd moeten worden bij een sample van adolescenten zonder licht verstandelijke beperking. Conclusie In dit verslag werd gekeken naar wie invloed hebben op het risicogedrag van adolescenten en of er sekseverschillen bestaan in gevoeligheid voor de groepsdruk. Ten eerste werd gekeken naar wie invloed uitoefenen. Er kan gesteld worden dat zowel bekende peers als vrienden invloed hebben. Vaak worden studies uitgevoerd met bekende peers waarvan gedacht werd dat dit mogelijk niet representatief is voor hoe de groepsdruk daadwerkelijk plaatsvindt. Er blijkt echter dat bekende peers ook invloed hebben op het gedrag van adolescenten. Daarnaast werd gekeken naar de status van de personen die de druk uitoefenen. Onbekend is nog of de sociale status en de status van expert mogelijk een rol spelen. Als laatste kan er nog iets worden gezegd over de sekse van de peers die druk uitoefenen. Jongens hebben zowel invloed op andere jongens als meisjes, terwijl meisjes enkel invloed hebben op andere meisjes. Er moet echter worden afgevraagd of in een situatie van groepsdruk de status en sekse van de individuen nog verschil maken. Er is hierbij namelijk sprake van een groep 13

14 die de druk uitoefent. Mogelijk bestaat deze groep uit zowel populaire als minder populaire kinderen en uit zowel jongens als meisjes. Vervolgens werd bekeken of jongens en meisjes verschillen in hun gevoeligheid voor groepsdruk. In studies waarin gebruik werd gemaakt van vragenlijsten als de RPI werden deze sekseverschillen wel gevonden dit in tegenstelling tot experimentele studies als de studie van Gardner en Steinberg (2005). In dergelijk experimenteel onderzoek werden de verschillende vormen van groepsdruk echter niet in acht genomen. Op basis van de literatuur over beloning en straf is er reden om aan te nemen dat adolescente jongens en meisjes niet alleen verschillen in risicogedrag op zich, maar in hun reactie op negatieve druk en positieve aanmoediging. Negatieve groepsdruk kan namelijk sociale uitsluiting als gevolg hebben en door middel van deze druk wordt de adolescent gedwongen bepaald (risico)gedrag te vertonen. Aangezien geconcludeerd kan worden dat meisjes gevoeliger zijn voor straf zullen zij de sociale straf die het gevolg kan zijn van negatieve druk willen voorkomen. Zij worden dus inderdaad gedwongen om het gedrag te vertonen door hun peers. Ook adolescente jongens kunnen op deze manier worden beïnvloed, alleen aangezien zij minder gevoelig zijn voor straf laten zij zich wellicht minder snel hierdoor beïnvloeden. Zij laten hun gedrag doorgaans minder sturen door de negatieve consequenties die aan bepaald gedrag kleven. Zekerheid dat meisjes ook daadwerkelijk gevoeliger zijn voor sociale straf kan echter niet gegeven worden. Taken waarbij sprake is van beslissingen maken op basis van het verliezen of winnen van geld lijken er wel op te duiden. Of deze vormen van beloning en straf echter overeenkomen met sociale beloning en straf is daarbij een belangrijke vraag. Er is wel gevonden dat de hersenactiviteit van fysieke pijn overeenkomt met die van sociale pijn. Dit lijkt erop te wijzen dat straf van zowel niet sociale als van sociale aard dezelfde effecten hebben. In het geval van positieve aanmoediging wordt de adolescent aangemoedigd bepaald gedrag te vertonen omdat dit stoer is, hierbij is sprake van steun van de peers. Adolescente jongens blijken uit verschillende onderzoeken gevoeliger voor beloningen van niet sociale aard. De overeenkomst in hersenactiviteit tussen beloningen van niet sociale aard en van sociale aard wijzen er ook hier op dat jongens wellicht gevoeliger zijn voor beide soorten beloning. Dit betekent dat op het moment dat zij positief aangemoedigd worden jongens sneller geneigd zijn dan meisjes mee te gaan in het gedrag aangezien zij op dat moment sociaal beloond worden voor dat gedrag. Tot nu toe zijn de resultaten van onderzoek over beloning en straf geïnterpreteerd in het kader van groepsdruk. In het geval van de invloed van groepsdruk op risicogedrag is er echter sprake van een dubbel risicogedrag, waar een dubbele beloning of een dubbele straf 14

15 aan vast zit. Risicogedrag is namelijk gedrag waarbij er een kans is op gevaar of beschadiging (negatieve consequenties), maar waarbij ook een kans bestaat op een beloning (positieve consequenties) (Leigh, 1999, aangehaald in Bos, 2011). Het risicogedrag zelf is daarmee al gerelateerd aan beloningen en straffen, waarnaast groepsdruk ook nog een extra vorm van beloning en straf met zich mee brengt. Wordt er bijvoorbeeld negatieve groepsdruk uitgeoefend op een adolescent om alcohol te drinken dan zal de adolescent uitgesloten worden als hij/zij geen alcohol drinkt. Drinkt de adolescent wel alcohol, dan volgt er geen straf van de peers, maar treden mogelijk wel de negatieve gevolgen van het drinken van alcohol op. Daarmee is er dan nog steeds sprake van een straf. In een dergelijke situatie is het dus belangrijk om onderscheid te kunnen maken in welke straf zwaarder weegt. Weegt de sociale uitsluiting zwaarder voor de adolescent, dan zal hij/zij wel meegaan in het gedrag, maar weegt de straf van het daadwerkelijke risicogedrag zwaarder, dan zal hij/zij niet meegaan in het gedrag. Daarnaast is er in het geval van positieve aanmoediging juist sprake van een dubbele beloning; én een sociale beloning, én de beloning van het risicogedrag. De sociale straf of beloning zal waarschijnlijk meer prominent zijn dan de positieve en negatieve consequenties van het risicogedrag op zich in een situatie van groepsdruk om risicogedrag te vertonen. De sociale straf of beloning is op dat moment namelijk duidelijk, wellicht duidelijker dan de mogelijke straf en beloning aan het risicogedrag op zich. Om de vraag of er een sekseverschil bestaat in de invloed van groepsdruk op risicogedrag goed te kunnen beantwoorden is er onderzoek nodig waarbij rekening gehouden wordt met wie de groepsdruk uitoefent, en dient er een onderscheid gemaakt te worden in welke beloning en straf zwaarder wegen voor de adolescent, de beloning en straf die geassocieerd zijn met de groepsdruk of de beloning en straf die geassocieerd zijn met het risicogedrag op zich. In de inleiding zijn verschillende computertaken aangehaald waarmee het risicogedrag van adolescenten gemeten kan worden. Onderzoek van Lejuez et al. (2003) heeft laten zien dat het risicogedrag van adolescenten op de BART overeenkomt met het risicogedrag dat zij zelf rapporteren. Om deze reden is de BART een voor de hand liggende taak om algemeen risicogedrag in vervolgonderzoek mee te onderzoeken. Het onderzoek zou moeten bestaan uit zowel condities waarin geen, positieve en negatieve groepsdruk uitgeoefend wordt. In dit verslag is er vanuit gegaan dat het puur draait om de druk op zich, en dat het niet uitmaakt of deze direct of indirect is. Om een situatie van groepsdruk te manipuleren is in het onderzoek van Gardner et al. (2005) gebruik gemaakt van een situatie waarin twee peers daadwerkelijk 15

16 aanwezig zijn. Om positieve en negatieve groepsdruk te manipuleren kan echter ook gebruik worden gemaakt van de methode uit het onderzoek van Bos (2011). Hierbij heeft men feedback in de vorm van positieve aanmoedigingen en negatieve druk laten horen aan de adolescent, waarbij foto s van de peers gepresenteerd werden op het computerscherm. Op deze manier wordt er gecontroleerd dat er daadwerkelijk sprake is van positieve en negatieve groepsdruk. Op het moment dat er peers direct aanwezig zouden zijn moeten zij namelijk geïnstrueerd worden om ofwel positieve ofwel negatieve groepsdruk uit te oefenen. De feedback van te voren laten inspreken is een gemakkelijkere methode om de positieve en negatieve groepsdruk te manipuleren. Uit studies waarbij gebruik werd gemaakt van de RPI bleken wel sekseverschillen. Ook deze vragenlijst zou in vervolgonderzoek nogmaals aan de deelnemers voorgelegd moeten worden om te analyseren op welke stellingen jongens en meisjes verschillen. Mogelijk bestaat de RPI uit zowel items die geassocieerd zijn met positieve aanmoediging als met negatieve groepsdruk. Door de items van de RPI te analyseren kan achterhaald worden of adolescente jongens en meisjes verschillen op specifieke items van positieve aanmoediging of negatieve groepsdruk. In dergelijk onderzoek kan ook gemanipuleerd worden over wie de groepsdruk uitoefent. Zo kan de sekse van de peers die de groepsdruk uitoefenen gemanipuleerd worden. Om uit te gaan van de situatie waarin we zeker zijn van maximale beïnvloeding is het nodig om voor de deelnemende jongens foto s te laten zien van mannelijke peers en voor de meisjes foto s van vrouwelijke peers. Daarnaast werd status genoemd als eigenschap van wie er invloed heeft op gedrag van adolescenten. Sociale status is in dit geval lastig te manipuleren, wel kan de status van expert in dit onderzoek meegenomen worden. De peers kunnen geïntroduceerd worden met de foto, waarbij tevens aangegeven wordt dat ook zij de BART al een keer hebben gedaan en wat zij als score behaald hebben. Eén van de peers kunnen we daarbij een hele hoge score toekennen en de ander een lage score. Op deze manier kan bekeken worden of er verschillen bestaan tussen het risicogedrag van de deelnemers na advies van een expert en na advies van een non-expert. De condities waarin deelnemers geen, positieve en negatieve feedback kregen kunnen met elkaar vergeleken worden. Als er verschillen bestaan tussen de condities kan worden achterhaald of de positieve en negatieve consequenties van de groepsdruk zwaarder wegen dan die van het risicogedrag op zich. Door het risicogedrag van jongens en meisjes in de verschillende condities te vergelijken kan tevens worden achterhaald of er daadwerkelijk sekseverschillen bestaan in gevoeligheid voor de verschillende vormen groepsdruk. Ook 16

17 kunnen de items van de RPI daartoe geanalyseerd worden om te bekijken of jongens en meisjes op bepaalde items verschillen. Daarnaast kan als laatste nog het verschil worden bekeken tussen de invloed van een expert en de invloed van een non-expert door het risicogedrag van de adolescent na een advies van een expert te vergelijken met het risicogedrag van de adolescent na een advies van een non-expert. Dergelijke studies moeten uitwijzen of er daadwerkelijk sekseverschillen bestaan in gevoeligheid voor de verschillende vormen groepsdruk, en of de positieve en negatieve consequenties van groepsdruk de adolescent ertoe beweegt het risicogedrag wel of niet uit te voeren, of dat juist de positieve en negatieve consequenties van het risicogedrag op zich de adolescent er toe bewegen het risicogedrag wel of niet te vertonen. Als duidelijk is hoe jongens en meisjes verschillen in gevoeligheid voor groepsdruk en in het vertonen van risicogedrag kunnen preventie- en interventieprogramma s zich richten op deze sekseverschillen om het risicogedrag van adolescenten te voorkomen of terug te dringen. Literatuur Ali, M.M., & Dwyer, D.S. (2010). Social network effects in alcohol consumption among adolescents. Addictive behaviors, 35, Bos, L. (2011). Watch out! Peer pressure in progress. De invloed van groepsdruk op risicogedrag bij licht verstandelijk beperkten. Bot, S.M., Engels, R.C.M.E., Knibbe, R.A., & Meeus, W.H.J. (2007). Sociometric status and social drinking: Observations of modelling and persuasion in Young adult peer groups. Journal of abnormal child psychology, 35, Byrnes, J.P., Miller, D.C., & Schafer, W.D. (1999). Gender differences in risk taking: A metaanalysis. Psychological bulletin, 125, Carbone-Lopez, K., Esbensen, F.A., & Brick, B.T. (2010). Correlates and consequences of peer victimization: Gender differences in direct and indirect forms of bullying. Youth ciolence and juvenile justice, 8, Chein, J., Albert, D., O Brien, L., Uckert, K., & Steinberg, L. (2011). Peers increase adolescent risk taking by enhancing activity in the brain s reward circuitry. Developmental science, 14, F1-F10. D Acremont, M., & Van der linden, M. (2006). Gender differences in two decision-making tasks in a community sample of adolescents. International journal of behavioral development, 30,

18 Falomir-Pichastor, J.M., Mugny, G., & Invernizzi, F. (2006). Smokers (dis)satisfaction, persuasive constraint, and influence of expert and non-expert sources. Swiss journal of psychology, 65, Gabriel, K.I., & Williamson, A. (2010). Framing alters risk-taking behaviour on a modified balloon analogue risk task (BART) in a sex-specific manner. Psychological reports, 107, Gardner, M., & Steinberg, L. (2005). Peer influence on risk taking, risk preference, and risky decision making in adolescence and adulthood: An experimental study. Developmental psychology, 4, Gaughan, M. (2006). The gender structure of adolescent peer influence on drinking. Journal of health and social behaviour, 47, Leijenhorst,van L., Westenberg, P.M., & Crone, E.A. (2008). A developmental study of risky decisions on the cake gambling task: Age and gender analyses of probability estimation and reward evaluation. Developmental neuropsychology, 33, Lejuez, C.W., Aklin, W.M., Zvolensky, M.J., & Pedulla, C.M. (2003). Evaluation of the balloon analogue risk task (BART) as a predictor of adolescent real-world risk-taking behaviours. Journal of adolescence, 26, Lejuez, C.W., Read, J.P., Kahler, C.W., Richards, J.B., Ramsey, S.E., Stuart, G.L., Strong, D.R., & Brown, R.A. (2002). Evaluation of a behavioural measure of risk taking: The balloon analogue risk task (BART). Journal of experimental psychology, 8, Lieberman, M.D., & Eisenberger, N.I. (2009). Pains and pleasures of social life. Science, 323, Micheal, K., & Ben-Zur, H. (2007). Risk-taking among adolescents: Associations with social and affective factors. Journal of adolescence, 30, Overman, W.H., Frassrand, K., Ansel, S., Trawalter, S., Bies, B., & Redmond, A. (2004). Performance on the IOWA card task bij adolescents and adults. Neuropsychologia, 42, Piquero, N.L., Gover, A.R., MacDonald, J.M., & Piquero, A.R. (2005). The influence of delinquent peers on delinquency: Does gender matter? Youth & society, 36, Reijntjes, A., Stegge, H., Meerum Terwogt, M. (2006). Children s coping with peer rejection: The role of depressive symptoms, social competence, and gender. Infant and child development, 15, Steinberg, L. (2008). A social neuroscience perspective on adolescent risk-taking. Developmental review, 28,

19 Steinberg, L., & Monahan, K.C. (2007). Age differences in resistance to peer influence. Developmental psychology, 43, Sumter, S.R., Bokhorst, C.L., Steinberg, L., & Westenberg, P.M. (2009). The developmental pattern of resistance to peer influence in adolescence: Will the teenager ever be able to resist? Journal of adolescence, 32, Williams, K.D. (2007) Ostracism. Annual review psychology, 58, december 2010, opgehaald op 20 mei

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Eenzaam ben je niet alleen

Eenzaam ben je niet alleen Eenzaam ben je niet alleen Een verdiepend onderzoek naar de risicofactoren van eenzaamheid onder volwassenen van 19-65 jaar. Amy Hofman 1, Regina Overberg 1, Marcel Adriaanse 2 1 GGD Kennemerland, 2 Vrije

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Pagina 1 / 17 Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Als kinderen meer ouderlijke betrokkenheid ervaren en een betere band met hun ouders hebben, is de kans kleiner dat zij gedragsproblemen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Groepsdruk bij jongeren met een lichte verstandelijke beperking

Groepsdruk bij jongeren met een lichte verstandelijke beperking Groepsdruk bij jongeren met een lichte verstandelijke beperking Anke Nieuwenhuizen Auteur: Anke Nieuwenhuizen, 9334424 Begeleider: Drs. Anika Bexkens Afdeling Ontwikkelingspsychologie Universiteit van

Nadere informatie

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Op weg naar een generatie Nix? Trends in middelengebruik onder scholieren Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Vandaag: HBSC: de studie Middelengebruik: trends 2001-2013 Ouders en middelengebruik Indicatoren

Nadere informatie

Risicogedrag. Voortgezet onderwijs

Risicogedrag. Voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs 2 Wereldwijd bestuderen wetenschappers risicogedrag. Dat gebeurt ook aan de Universiteit Leiden bij het Brain & Development Onderzoekscentrum. Daar onderzoeken wetenschappers bij adolescenten

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Jongeren & hun levensstijl Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Conclusie Algemeen: Jongeren geven aan veel ongezond gedrag te vertonen. Met name roken

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie

Nadere informatie

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed

Nadere informatie

De Invloed van Omgeving op Risicogedrag

De Invloed van Omgeving op Risicogedrag De Invloed van Omgeving op Risicogedrag Xia Stevens Collegekaartnummer: 5961742 Begeleidster: Brenda Jansen Datum: 16-07-2011 Bachelorthese: Eindversie Aantal woorden Basisdeel: 5.565 Aantal woorden Onderzoeksvoorstel:

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december 2018 Samenvatting Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren pagina 2 van 5 Alcoholconsumptie brengt risico s met zich mee.

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

03/07/15' ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Programma. Begripsbepaling: Agressie. Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD

03/07/15' ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Programma. Begripsbepaling: Agressie. Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Woensdag 29 oktober P. Deschamps Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD Begripsbepaling: Agressie Disruptive Behavior Disorders (DBD), Disruptieve Gedragsstoornissen

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Middelengebruik: Alcoholgebruik

Middelengebruik: Alcoholgebruik Resultaten HBSC : Alcoholgebruik Middelengebruik: Alcoholgebruik Inleiding Alcoholgebruik is onderdeel van verschillende culturen en tevens één van de grote globale risicofactoren voor sociale en fysieke

Nadere informatie

Betrokken bij Buiten. Het puberbrein als basis. Welkom. 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl

Betrokken bij Buiten. Het puberbrein als basis. Welkom. 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl Betrokken bij Buiten Welkom Het puberbrein als basis 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl Pubers Welk (puber)gedrag valt jou het meest op? We zijn allemaal puber geweest Leef je in!

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein Fijn, mijn kind heeft een puberbrein drs. Anje de Vries Bureau Meesterschap Oosterhoutstraat 9a 9401 NA Assen Ontwikkeling Ontwikkelingsgebieden A. Lichamelijke ontwikkeling groei, zintuigen en de motoriek

Nadere informatie

Procedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos

Procedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos Procedure le rechtvaardigheid in intieme relaties: de invloed van sekse en status Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos: Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Jongeren en drankgebruik: het pobleem en de oplossingen

Jongeren en drankgebruik: het pobleem en de oplossingen Jongeren en drankgebruik: het pobleem en de oplossingen Ronald A.Knibbe; hoogleraar Maastricht University Drie onderwerpen: Gevolgen middelengebruik bij jongeren Aantrekkelijkheid drankgebruik voor jongeren

Nadere informatie

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein Fijn, mijn kind heeft een puberbrein drs. Anje de Vries Bureau Meesterschap Oosterhoutstraat 9a 9401 NA Assen Ontwikkelingsgebieden Ontwikkeling A. Lichamelijke ontwikkeling groei, zintuigen en de motoriek

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39113 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fortuin, Janna Title: Birds of a feather... Selection and socialization processes

Nadere informatie

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op

Nadere informatie

Groepsdruk en Risicogedrag in de Adolescentie

Groepsdruk en Risicogedrag in de Adolescentie Groepsdruk en Risicogedrag in de Adolescentie Lisanne van den Hoek Tijdens de adolescentie neemt het belang om bij een groep te horen toe. Sociale druk is dan ook een veel voorkomend onderwerp in de adolescentie.

Nadere informatie

Ontwikkeling van het brein in de adolescentie

Ontwikkeling van het brein in de adolescentie Ontwikkeling van het brein in de adolescentie Dr Lydia Krabbendam Centrum Brein en Leren VUA ac.krabbendam@psy.vu.nl 7 oktober 2010 Thema s Zelfregulatie Sociale cognitie Hoera, een blob! 1. Beelden verkregen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

De jeugd van tegenwoordig. Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017

De jeugd van tegenwoordig. Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017 De jeugd van tegenwoordig Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017 1 Inhoud Waartoe, hoe en wat? Wat kenmerkt de jeugd van tegenwoordig? Patronen voor preventie En verder

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis 6/12/2017

Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis 6/12/2017 Pesten (op school) bij kinderen met een autismespectrum stoornis KATRIEN HERMANS 6/12/2017 Overzicht Wie ben ik? Voorstelling artikel Autismespectrumstoornis en pesten Methode Resultaten Aanbevelingen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Dr. Annemiek Karreman Departement Medische en Klinische Psychologie, Tilburg University Deze presentatie Twee experimentele studies naar de rol van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Bij de ontwikkeling van metabole ziekten zoals overgewicht, type 2 diabetes en Anorexia Nervosa spelen omgevingsfactoren zoals dieet en fysieke activiteit een belangrijke rol. Er zijn echter grote individuele

Nadere informatie

Deze samenvatting is onderdeel van het rapport The social position of adolescents and young adults with chronic digestive disorders van Hiske Calsbeek uitgegeven door het NIVEL in 2003. De gegevens mogen

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Wie geeft hulp, wie ontvangt hulp en wie helpt wie? Hoe hangt het geven en ontvangen van hulp samen met vriendschap?

Wie geeft hulp, wie ontvangt hulp en wie helpt wie? Hoe hangt het geven en ontvangen van hulp samen met vriendschap? De overgang van de basisschool naar de middelbare school kent vele uitdagingen. Jongeren krijgen te maken met sociale, biologische en cognitieve veranderingen, zoals de puberteit, spanningen in de relatie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

SAMENVATTING Schadelijk gebruik van alcohol staat wereldwijd in de top vijf van risicofactoren die tot ziekte, arbeidsongeschiktheid of overlijden kunnen leiden. Het alcoholgebruik is stabiel of neemt

Nadere informatie

VMBO-congres, 9 november 2009. Eveline Crone. Brain & Development lab Leiden : www.brainanddevelopmentlab.nl

VMBO-congres, 9 november 2009. Eveline Crone. Brain & Development lab Leiden : www.brainanddevelopmentlab.nl VMBO-congres, 9 november 2009 Ontwikkelende hersenen Eveline Crone Brain & Development lab Leiden : www.brainanddevelopmentlab.nl b l Brein en onderwijs Op welke leeftijd zijn scholieren in staat om keuzes

Nadere informatie

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind Samenvatting Coparenting en Angst van het Kind In dit proefschrift worden verschillende associaties tussen coparenting en angst binnen het gezin getoetst, zoals voorgesteld in het model van Majdandžić,

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

4 augustus 2018 Auteur: Jeroen Kester. Onderzoek: alcohol en jongeren

4 augustus 2018 Auteur: Jeroen Kester. Onderzoek: alcohol en jongeren 4 augustus 2018 Auteur: Jeroen Kester Onderzoek: alcohol en jongeren Samenvatting Meerderheid ouders laat minderjarig kind alcohol drinken De grootste groep ouders van 16- en 17-jarige kinderen (56%) staat

Nadere informatie

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers 1. Bepaal uw standpunt. Eenduidigheid over de regels bij beide ouders is cruciaal. Tips: Kies als ouders samen regels voor het gezin. Bepaal als ouders vooraf

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014: Fysieke activiteit en vrije tijd

Jongeren en Gezondheid 2014: Fysieke activiteit en vrije tijd Jongeren en Gezondheid 4: Fysieke activiteit en vrije tijd Inleiding Adolescenten worden aanbevolen dagelijks minimum 6 minuten te bewegen aan een matige tot zware intensiteit []. Daarnaast wordt het aangeraden

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg Luc Goossens KU Leuven Schoolpsychologie and Ontwikkeling in Context (SCenO) Leuven Institute of Human Genomics and Society

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

DE ONRUST IN DE JEUGD PSYCHOPATHOLOGIE BIJ HET PUBERBREIN

DE ONRUST IN DE JEUGD PSYCHOPATHOLOGIE BIJ HET PUBERBREIN drs. Stephen Ebecilio DE ONRUST IN DE JEUGD PSYCHOPATHOLOGIE BIJ HET PUBERBREIN 4 juni 2015 Opvoedingstoolbox 2015 1 2 Periode van tweede rijpingsproces Adolescentie Vertraagde rijpingsproces Prefrontale

Nadere informatie

verslavingspreventie binnen het onderwijs

verslavingspreventie binnen het onderwijs verslavingspreventie binnen het onderwijs In dit overzicht is per type onderwijs en de verschillende leeftijdsfasen te zien welke preventieve interventies er ingezet kunnen worden. De richtlijnen geven

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014: Alcoholgebruik

Jongeren en Gezondheid 2014: Alcoholgebruik Resultaten HBSC 214: Alcoholgebruik Jongeren en Gezondheid 214: Alcoholgebruik Inleiding Alcoholgebruik is onderdeel van verschillende culturen en tevens één van de grote globale risicofactoren voor sociale

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Ouderversie Informant: Mevrouw Bakker Ouder INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst waarmee

Nadere informatie

Resultaten. 6. Tijdens het interviewen bleek:

Resultaten. 6. Tijdens het interviewen bleek: HALL, L.J. en McGREGOR, J.A.(2000), A Follow-Up Study of the Peer Relationships of Children with Disabilities in an Inclusive School, The Journal of Special Education, vol.34, 3, 114-126. De voorstanders

Nadere informatie

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO Gelderland-Zuid E-MOVO 2015-2016 De resultaten in deze factsheet zijn afkomstig uit het 4 e E-MOVO jongerenonderzoek. In 2015 werd dit onderzoek uitgevoerd onder ruim 10.000 leerlingen in het voortgezet

Nadere informatie

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25 S Samenvatting Psychische problemen tijdens de kindertijd en adolescentie kunnen langdurige negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld doordat ze de overgang van school naar werk negatief beïnvloeden. Jongeren

Nadere informatie

Puberende Hersenen. Wat is er met de puber aan de hand?

Puberende Hersenen. Wat is er met de puber aan de hand? Alumni Lezing UvA, 7 november 2009 Puberende Hersenen Eveline Crone Afdeling Ontwikkelingspsychologie Leiden Institute for Brain and Cognition Wat is er met de puber aan de hand? Jeugd van tegenwoordig:

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R ROKEN EN ALCOHOLGEBRUIK Jeugd 2010 5 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen,

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen, Running Head: STEREOTYPE VERWACHTINGEN IN EMOTIEHERKENNING 1 De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus Radboud Universiteit Nijmegen,

Nadere informatie

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten

Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale

Nadere informatie

Vriendschap. Voortgezet onderwijs

Vriendschap. Voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs 2 Wereldwijd doen wetenschappers onderzoek naar vriendschappen. Dat gebeurt ook bij de Universiteit Leiden: daar onderzoeken wetenschappers bij het Brain & Development Onderzoekscentrum

Nadere informatie

Heerlijk Helder Heineken Alcoholgebruik in de Media. Rutger Engels, Behavioural Science Institute Radboud Universiteit Nijmegen

Heerlijk Helder Heineken Alcoholgebruik in de Media. Rutger Engels, Behavioural Science Institute Radboud Universiteit Nijmegen Heerlijk Helder Heineken Alcoholgebruik in de Media Rutger Engels, Behavioural Science Institute Radboud Universiteit Nijmegen 1.Herkennen van brand logos bij kinderen (Dalton et al., 2003) 2.Herkennen

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie