Groepsdruk en Risicogedrag in de Adolescentie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Groepsdruk en Risicogedrag in de Adolescentie"

Transcriptie

1 Groepsdruk en Risicogedrag in de Adolescentie Lisanne van den Hoek Tijdens de adolescentie neemt het belang om bij een groep te horen toe. Sociale druk is dan ook een veel voorkomend onderwerp in de adolescentie. Tevens is sprake van een piek in risicogedrag. Uit eerder onderzoek bleek dat sociale druk van leeftijdsgenoten van invloed is op risicogedrag. Wat in dit literatuuroverzicht onderzocht zal worden is of adolescenten gevoeliger zijn voor sociale druk dan kinderen en/of volwassenen en wat een individu gevoeliger maakt voor de sociale druk van leeftijdsgenoten. Het blijkt dat adolescenten vanaf tien tot en met vijftien jaar het gevoeligst zijn voor sociale druk. Vanaf vijftien jaar neemt deze gevoeligheid af. Verder blijken verschillende omgevings- en individuele factoren een rol te spelen bij de gevoeligheid voor de sociale druk van leeftijdsgenoten. Interventies zouden zich kunnen gaan richten op deze factoren zodat adolescenten weerbaarder worden tegen de sociale druk van leeftijdsgenoten. Bachelorthese Collegekaart nummer: Begeleider: Prof. Dr. M.W. van der Molen Aantal woorden Abstract: 141 Aantal woorden: 6270

2 Groepsdruk en Risicogedrag in de Adolescentie Het begint met één leerling die een blackberry heeft maar binnen de kortste tijd lopen steeds meer leerlingen met een blackberry. Het is opvallend dat vrienden uit één dezelfde groep bijna allemaal dezelfde mobiele telefoon hebben. Dit is vooral te zien bij oudere kinderen. Wanneer iemand uit een vriendengroep iets nieuws heeft, willen andere kinderen uit die groep dit ook hebben. Is dit toeval of heeft wederzijdse invloed hiermee te maken (Schaffer, 1996)? Wanneer kinderen de adolescentie ingaan, worden deze steeds onafhankelijker van hun ouders (Slot&Aken, 2010). Met de adolescentie wordt een leeftijdsfase van rond de twaalf tot achttien jaar bedoeld (Lerner&Steinberg, 2009). Doordat deze jonge adolescenten onafhankelijker van hun ouders worden, wordt mogelijk de relatie met vrienden steeds belangrijker. De behoefte om te doen wat vrienden doen, wordt dan ook steeds groter (Savin-Williams & Berndt, 1990). Sociale druk van leeftijdsgenoten komt dan ook veel voor tijdens de adolescentie. Sociale druk van leeftijdsgenoten wordt gedefinieerd als de invloed op een individu die ontstaat door een groep vrienden. Hierbij worden individuen vaak aangemoedigd om hun attitudes en waarden te veranderen of hun gedrag aan te passen aan de groepsnormen. Deze sociale druk kan zowel negatieve als positieve vormen aannemen (Clasen & Brown, 1985). Wanneer naar de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten wordt gekeken onderscheidt Berndt (1979) twee verschillende soorten sociale druk van leeftijdgenoten waar men gevoelig voor kan zijn. Berndt (1979) heeft het over anti-sociale druk en neutrale sociale druk. Om welke soort sociale druk het gaat, hangt volgens Berndt (1979) af van de waarden die gekoppeld zijn aan het gedrag van de vrienden. Sociale druk is anti-sociaal wanneer het niet in overeenstemming is met geldende wetten of in strijd is met sociale normen. Neutraal gedrag is niet in strijdt met wetten en normen maar hoeft niet bij voorbaard sociaal wenselijk gedrag te zijn. Het belang van vriendschappelijke relaties is niet het enige wat toeneemt tijdens de adolescentie. Risicovol gedrag lijkt tevens een grotere rol te gaan spelen. Onder risicovol gedrag verstaat men de neiging om deel te nemen aan gedrag dat gevaarlijk of schadelijk kan zijn 1. Coma zuipen is een voorbeeld van risicovol gedrag dat tegenwoordig onder jongeren groot probleem is. Tijdens de adolescentie blijkt er sprake te zijn van een piek in risicovol gedrag zoals roekeloos rijden, onveilige seks en drugsgebruik (Figner, 1

3 Mackinlay, Wilkening & Weber, 2009). Met deze piek wordt bedoeld dat adolescenten in hun gedrag de grootste risico s nemen in vergelijking met kinderen en volwassenen. Één verklaring voor het toenemen van risicogedrag in de adolescentie is dat er een disbalans is tussen twee neurale systemen. Risico's nemen wordt door een recente neurowetenschappelijke theorie namelijk gezien als de competitie tussen twee neurale systemen: een affectief en een cognitief systeem (Casey, Getz & Galvan, 2008; Steinberg, 2008). De affectieve processen gebeuren spontaan en automatisch en beïnvloeden gedrag door affectieve impulsen (Weber et al., 2004). Het cognitieve controlesysteem inhibeert affectieve impulsen. Dit betekent dat voordat het gedrag plaats vindt men vaak eerst afweegt of het gedrag daadwerkelijk uitgevoerd moet worden (Cohen, 2005; Knoch & Fehr, 2007; McClure et al., 2004; Weber et al., 2004). De affectieve hersengebieden maken in de adolescentie een groeispurt door en zijn eerder volgroeid dan de cognitieve hersengebieden, die geleidelijker groeien (Casey et al., 2008; Steinberg, 2008). Vooral tijdens de adolescentie is een disbalans tussen de affectieve en de cognitieve hersengebieden, waardoor het gedrag te veel door de affectieve hersengebieden wordt gestuurd. Ondanks dat adolescenten soms weloverwogen risicogedrag vertonen betekent dit dat adolescenten voornamelijk emotioneel en spontaan risicogedrag laten zien. Een andere verklaring die door Gardner en Steinberg (2005) wordt gegeven is dat sociale druk van leeftijdsgenoten een verklaring zou kunnen zijn voor de toename van risicogedrag bij adolescenten. Het risicovolle gedrag wat in voorgaande theorieën wordt besproken is voornamelijk negatief risicogedrag. Hiermee wordt gedrag bedoeld dat schadelijk kan zijn voor de persoon zelf en zijn omgeving. Dit literatuuroverzicht zal zich dan ook enkel op de negatieve kant van risicovol gedrag richten zoals drugsen alcoholgebruik en gewelddadig gedrag en tevens op de negatieve kant van sociale druk. Hiervoor is gekozen omdat drugs- en alcoholgebruik een maatschappelijk probleem is wat al lange tijd speelt. Uit onderzoek is gebleken dat Nederlandse jongeren tussen hun twaalfde en dertiende levensjaar beginnen met alcohol drinken 2. Tevens bleek dat 3% van de veertien en vijftienjarige jongeren wel eens drugs had gebruikt. Op een leeftijd van achttien jaar was dit 40% van de jongeren waarvan 20% regelmatig gebruikt 3. Dit overmatig drugsgebruik is schadelijk voor zowel de gezondheid van de jongeren zelf als voor de omgeving. Om dit probleem aan te kunnen pakken moet men bewust worden van wat de mechanismen zijn die kunnen leiden tot dit risicovolle gedrag

4 Wanneer gekeken wordt naar eerder onderzoek dat heeft gericht op het verband tussen sociale relaties en risicogedrag bleek uit een onderzoek van Elliot en Menard (1996) dat de aansluiting met gewelddadige vrienden een betere voorspeller was voor crimineel gedrag dan familie, school en persoonlijkheid. Wanneer een persoon gewelddadige vrienden had, bleek deze zelf ook sneller gewelddadig gedrag te gaan vertonen. Tevens bleek uit diverse onderzoeken dat vriendschappelijke relaties van invloed kunnen zijn op het ontstaan van problemen in de adolescentie (Gifford-Smith, Dodge, Dishion & McCord, 2004). Wanneer een adolescent omgeven werd met gewelddadige vrienden leidde dit tot gewelddadig gedrag bij de adolescent zelf. Tot slot bleek uit een longitudinaal onderzoek van Maxwell (2002) dat sociale druk van vrienden van invloed was op het veranderen van het risicogedrag van hun vriend. Adolescenten blijken twee keer meer geneigd te zijn om risicovol gedrag te vertonen wanneer hun vrienden eerder risicovol gedrag hadden vertoond. Aan de hand van deze onderzoeken kan worden geconcludeerd dat er een verband is tussen het gedrag van leeftijdsgenoten en het gedrag van de adolescent zelf. Met het onderzoek van Maxwell (2002) is daarnaast een verband aangetoond tussen sociale druk van vrienden en het risicogedrag van de adolescent. Opmerkelijk is echter dat wanneer men naar eerder genoemde cijfers kijkt over drugs- en alcoholgebruik dat niet 100% van de adolescenten deze middelen gebruiken. Ondanks dat er dus tijdens de adolescentie sprake is van een piek in risicogedrag en dat risicogedrag kan worden beinvloedt door sociale druk van leeftijdsgenoten, vertoont niet elke adolescent risicogedrag. Sommige adolescenten zijn minder gevoelig voor sociale druk die tot risicovol gedrag leidt. Deze verschillen kunnen zowel betrekking hebben op de persoonlijkheid van de adolescent als op de omgeving waarin deze opgroeit. Het is interessant om te onderzoeken wat iemand gevoeliger maakt voor de sociale druk van leeftijdsgenoten wat leidt tot risicovol gedrag. Welke individuele kenmerken zijn van belang bij de weerbaarheid tegen sociale druk? De vraag luidt dan ook wat maakt een individu gevoelig voor de sociale druk van leeftijdsgenoten die tot risicovol gedrag leidt. Om te kunnen kijken wat iemand gevoeliger maakt voor sociale druk zal eerst worden gekeken naar de ontwikkeling van de gevoeligheid voor de sociale druk van leeftijdsgenoten. Wanneer ontstaat deze gevoeligheid en zijn adolescenten werkelijk gevoeliger voor de sociale druk van leeftijdsgenoten dan kinderen en volwassenen? Vervolgens zal worden gekeken wat een individu gevoeliger maakt voor de sociale druk van leeftijdsgenoten en zal getracht worden om de individuele en omgevingskenmerken van

5 deze gevoeligheid te achterhalen. Met deze kennis kan vervolgens getracht worden adolescenten weerbaarder te maken tegen de sociale druk van leeftijdsgenoten hetgeen wellicht kan leiden tot een afname van ongewenst risicogedrag.

6 De Gevoeligheid van Adolescenten voor Sociale Druk van Leeftijdsgenoten Zoals eerder genoemd worden vriendschappelijke relaties in het begin van de adolescentie steeds belangrijker voor deze leeftijdsgroep. Adolescenten gaan meer waarde hechten aan het feit wat andere mensen van hen vinden (Savin-Williams & Berndt, 1990). Dit kan leiden tot het toenemen van de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten in de adolescentie. In komende paragraaf zal bekeken worden hoe de ontwikkeling van deze gevoeligheid voor de sociale druk verloopt. Wanneer begint deze gevoeligheid en op welke leeftijd neemt deze gevoeligheid weer af? In het onderzoek van Steinberg en Monohan (2007) werd aan de hand van een nieuw zelf report instrument onderzoek gedaan naar de leeftijdsverschillen in de ontwikkeling van de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Aan dit onderzoek namen 3600 deelnemers deel met een leeftijd tussen de tien en dertig jaar. Bij de deelnemers werd de nieuw ontworpen Resistance to Peer Influence (RPI) vragenlijst afgenomen. Deze vragenlijst meet aan de hand van stellingen de weerbaarheid tegen de sociale druk. Hoe hoger de deelnemer scoort op de vragenlijst hoe weerbaarder hij is tegen sociale druk van leeftijdsgenoten. Uit dit onderzoek bleek dat tussen de leeftijd van veertien en achttien jaar de weerbaarheid tegen sociale druk van leeftijdsgenoten aanzienlijk toeneemt. Verder is weinig bewijs gevonden voor een groei van weerbaarheid tussen de leeftijd van tien tot veertien jaar en achttien tot dertig jaar. Deze resultaten suggereren dat men vanaf tien tot veertien jaar minder weerbaar is tegen de sociale druk van leeftijdsgenoten dan vanaf veertien tot achttien jaar. Deze weerbaarheid neemt vanaf veertien jaar weer toe. Uit eerder onderzoek van Walker en Andrade (1997) naar de gevoeligheid voor sociale druk kwam dit tevens naar voren en dit onderzoek van Steinberg en Monohan (2007) bevestigen hierbij eerder gevonden resultaten. Wanneer deze resultaten in het licht van de vraagstelling worden bekeken, betekent deze bevinding dat tussen een leeftijd van tien tot veertien jaar iets in de persoon verandert waardoor deze weerbaarder wordt tegen de sociale druk van leeftijdsgenoten. Een verklaring die hiervoor wordt gegeven is dat adolescenten zich rond hun tiende levensjaar los maken van hun ouders en daardoor afhankelijker worden van hun vrienden. Hierdoor worden ze gevoelig voor deze sociale druk (Steinberg, 1990). Echter vanaf hun veertiende levensjaar gaan adolescenten zich meer als individu ontwikkelen en komen ze beter voor zichzelf op. Het belang van erbij te horen neemt gedurende die periode af (Collins & Steinberg, 2006). Bovenstaand onderzoek geeft een duidelijke leeftijdsgrens aan waarin adolescenten gevoeliger zijn voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Hierbij wordt echter geen onderscheidt gemaakt tussen jongens en

7 meisjes. In het volgende onderzoek zal hierop worden ingegaan en zal hetzelfde instrument worden gebruikt als in het onderzoek van Steinberg en Monohan (2007). In het onderzoek van Sumter, Bokhorst, Steinberg en Westenberg (2009) werd tevens onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Aan dit onderzoek namen 464 deelnemers deel waarvan 243 meisjes en 221 jongens. De leeftijd lag tussen de 10 en 18 jaar. De weerbaarheid tegen de sociale druk van leeftijdsgenoten werd aan de hand van de RPI gemeten. Uit de resultaten kwam naar voren dat de weerbaarheid tegen de sociale druk van leeftijdsgenoten toeneemt naar mate de adolescentie vordert. Verder werd een sekse verschil gevonden tijdens het midden van de adolescentie waarbij meiden minder gevoelig waren voor sociale druk van leeftijdsgenoten dan jongens. Het blijkt dus dat adolescenten minder gevoelig worden voor de sociale druk van leeftijdsgenoten naar mate de adolescentie vordert. Tevens bleek dat halverwege de adolescentie meiden eerder weerbaarder worden tegen de sociale druk van leeftijdsgenoten dan jongens. Deze bevinding komt overeen met het verloop van de ontwikkeling van jongens en meisjes. Uit studies naar de sociale ontwikkeling van jongens en meisjes bleek dat meisjes halverwege de adolescentie eerder rijpen dan jongens. Jongens halen deze achterstand echter aan het einde van de adolescentie weer in (Cohn, 1991). Dit verklaart waarom meisjes eerder weerbaarder worden tegen de sociale druk van leeftijdsgenoten dan jongens. In het volgende onderzoek zal met een ander instrument onderzoek worden gedaan naar de ontwikkeling van de gevoeligheid voor sociale druk en zal dit onderzoek zich richten op de vijf verschillende aspecten waarin sociale druk kan worden ervaren. In het onderzoek van Sim en Koh (2003) werd de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten gemeten op vijf verschillende aspecten die door Clasen en Brown (1986) worden onderscheiden. De volgende vijf aspecten werden onderscheiden waarbij men sociale druk heeft gemeten: bij familie, op school, bij vrienden, in normen van vrienden en op wangedrag. Aan dit onderzoek namen 311 scholieren deel waarvan 167 meisjes en 144 jongens met een leeftijd tussen de 13 en 17 jaar. Voor elke situatie werden zeven stellingen gegeven waarbij de deelnemers op een vierpunt schaal moesten antwoorden of zij dat zouden doen. Een voorbeeld van een stelling bij familie betrokkenheid is: Op een avond heb je ruzie met je ouders en je vrienden zeggen dat je moet proberen om goed overweg te gaan met je ouders ook al zou je dit liever niet doen. Ga jij proberen om goed overweg te kunnen met je ouders? Vervolgens moeten de deelnemers op een schaal van: ik zou dat zeker doen tot ik zou dat zeker niet doen antwoorden.

8 Vervolgens moesten de deelnemers per activiteit die bij de stelling hoorde op de eerste vier domeinen aangeven in hoeverre ze deze activiteit wenselijk vonden waarbij gescoord kon worden van 1 (helemaal niet wenselijk) tot 5 (heel erg wenselijk). Verder moesten de deelnemers per activiteit voor het vijfde domein (wangedrag) aangeven in hoeverre zij het wangedrag echt fout vonden. Tot slot moesten alle deelnemers nog een zelf report vragenlijst afnemen. Hierbij moesten de deelnemers voor elke stelling die ze hadden gehad aangeven hoe vaak zij aan de desbetreffende activiteit deel hadden genomen. Hierbij konden de deelnemers hun antwoord scoren van 1 (nooit) tot 5 (vaker of gelijk dan zeven keer). Naar voren kwam dat op een leeftijd van 15 jaar adolescenten het meest gevoelig waren voor sociale druk van leeftijdsgenoten dat leidt tot wangedrag. Vijftienjarige adolescenten scoorden significant hoger op wangedrag na het ervaren van sociale druk van leeftijdsgenoten dan adolescenten die jonger en ouder waren. Verder bleek dat jongens gevoeliger waren voor sociale druk van leeftijdsgenoten dat tot wangedrag leidt dan meisjes. Echter waren meisjes tot de leeftijd van vijftien jaar gevoeliger voor sociale druk van leeftijdsgenoten wat betreft familie en school. Een mogelijke verklaring voor het verschil tussen jongens en meisjes is dat jongens minder betrokken bij hun familie zijn dan meisjes (Gilligan, 1982). Meisjes hechten wellicht nog iets meer waarde aan familie dan jongens. Echter blijkt weer dat vanaf de leeftijd van vijftien zowel jongens als meisjes minder gevoelig worden voor de sociale druk. Wanneer bovenstaande bevindingen worden geïnterpreteerd in het licht van de vraagstelling kan men tot de conclusie komen dat er iets verandert in een persoon naar mate hij ouder wordt wat hem minder gevoelig maakt voor deze sociale druk. Aan het begin van de adolescentie maakt een adolescent zich los van zijn ouders. Hierdoor neemt het belang van bij een groep te horen toe en wordt men gevoeliger voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Echter rond het veertiende levensjaar gaat men zich meer als individu ontwikkelen en ziet zichzelf niet langer meer als een lid die tot een groep behoort. Hierdoor neemt de gevoeligheid voor de sociale druk af. Daarnaast ontwikkelen meisjes zich eerder op sociaal gebied, wat verklaart waarom meisjes eerder weerbaarder worden tegen de sociale druk dan jongens. Hierdoor neemt bij meisjes de gevoeligheid in het midden van de adolescentie af en bij jongens pas aan het eind van de adolescentie. Aan de hand van deze paragraaf is een aantal verschillen duidelijk geworden die een rol spelen bij de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Gebleken is dat adolescenten gevoeliger zijn voor de sociale druk van leeftijdsgenoten dan kinderen en volwassenen en dat deze sociale druk kan leiden tot risicovol gedrag. Het is van belang om te kijken wat iemand precies gevoeliger maakt voor deze sociale druk

9 zodat wellicht adolescenten getraind kunnen worden om zichzelf weerbaarder te maken tegen sociale druk van leeftijdsgenoten. Gebleken is dat meisjes en jongens verschillen in gevoeligheid voor sociale druk. Echter bleek in de inleiding dat niet alle adolescenten risicogedrag vertonen. Mogelijk zijn er meer kenmerken die van invloed zijn op de gevoeligheid. In de volgende paragraaf zal gekeken worden naar de moderatoren van sociale druk van leeftijdsgenoten. Zijn er factoren die een rol spelen waardoor sommige adolescenten weerbaarder zijn tegen deze sociale druk.

10 Omgevings- en Individuele Kenmerken voor de Gevoeligheid voor Sociale Druk van Leeftijdsgenoten Er zijn al diverse onderzoeken gedaan naar de gevoeligheid voor de sociale druk van leeftijdsgenoten en de invloed van deze sociale druk op risicogedrag. Echter heeft nog weinig onderzoek zich gericht op de moderatoren van sociale druk. Uit de inleiding bleek dat niet iedereen even gevoelig is voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Wat maakt een individu gevoeliger voor deze sociale druk en hoe kan een individu zich weerbaarder maken tegen deze druk? In deze paragraaf zal bekeken worden welke factoren iemand gevoeliger maken voor de sociale druk van leeftijdsgenoten. Als eerste zullen onderzoeken besproken worden die zich op omgevingsfactoren richten. In een longitudinale studie van Farrell & White (1998) werd onderzoek gedaan naar de invloed van de familiestructuur op de gevoeligheid voor de sociale druk van leeftijdsgenoten. Met familiestructuur wordt de gezinssamenstelling bedoeld. Aan dit onderzoek namen 630 deelnemers deel met een leeftijd tussen de 14 en 20 jaar. Als eerste werd een vragenlijst afgenomen die het drugsgebruik mat waaronder alcoholgebruik, sigaretten en marihuana. Verder werd aan de hand van een andere vragenlijst gemeten hoeveel drugs gebruikt werd door vrienden van de jongeren. Vervolgens werd aan de hand van een vragenlijst sociale druk gemeten. Tot slot werd gevraagd naar de familiestructuur van de deelnemer en naar de relatie tussen de adolescent en zijn ouders. In dit onderzoek werd een relatie gevonden tussen risicogedrag en sociale druk van vrienden enerzijds en het drugsgebruik van de deelnemer zelf anderzijds. De sterkte van deze relatie werd bepaald door de familiestructuur, namelijk het aanwezig zijn van een vaderfiguur. De relatie tussen sociale druk van leeftijdsgenoten en drugsgebruik was minder sterk bij adolescenten die in huis woonden met ofwel een vader of stiefvader in vergelijking met adolescenten die enkel met hun moeder woonden. Verder bleek de kwaliteit van de relatie tussen de moeder en adolescent alleen een effect te hebben op sociale druk en drugsgebruik wanneer adolescenten alleen met hun moeder woonden. Wanneer adolescenten een slechte relatie met hun moeder hadden maar wel met een vader of stiefvader woonden bleek er geen relatie te zijn tussen risicogedrag en sociale druk enerzijds en risicogedrag van adolescent zelf anderzijds. Hieruit kan worden opgemaakt dat het hebben van een vaderfiguur in huis een persoon weerbaarder maakt tegen sociale druk van leeftijdsgenoten. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat ouderlijke taken zoals monitoren en het steunen van een kind een beschemende invloed heeft op de ontwikkeling van het probleemgedrag van het kind. Een mogelijke verklaring zou zijn dat adolescenten zich niet gesteund voelen wanneer zij geen vaderfiguur hebben of een slechte relatie hebben met hun moeder. Hierdoor gaan ze steun en waardering

11 zoeken bij hun leeftijdsgenoten. Deze steun zullen ze krijgen wanneer ze hun gedrag aanpassen aan het gedrag van zijn leeftijdsgenoten. Doordat ze graag hun gedrag wil aanpassen om bij de groep te horen, zullen ze gevoeliger worden voor sociale druk. Met dit onderzoek is een begin gemaakt met het vinden van een omgevingsfactor die van invloed kan zijn op de gevoeligheid voor sociale druk. In het volgende onderzoek zal eveneens gekeken worden naar de thuissituatie van de adolescent en de invloed daarvan op de gevoeligheid voor sociale druk. In het onderzoek van Prinstein, Boergers en Spirito (2001) werd onderzoek gedaan naar de relatie tussen het risicogedrag van een adolescent en het risicogedrag van zijn beste vriend. Waarbij als moderatoren werd gekeken naar het functioneren van de familie van de adolescent en afwijzing door leeftijdsgenoten. Mogelijk hebben adolescenten die thuis gezinsproblematiek ervaren een grotere behoefte om tot een groep te horen dan adolescenten die geen problematiek ervaren. Aan dit onderzoek namen 527 adolescenten deel waarvan 298 meisjes en 229 jongens. Als eerste werd de Peer Behavior Inventory (PBI) afgenomen. De deelnemers moesten een lijst maken van hun beste vrienden. Vervolgens moesten de deelnemers van hun vrienden aangeven per stelling hoe vaak deze deelnamen aan risicovolle activiteiten. Vervolgens werd de Youth Risk Behavior Surveillance Survey (YRBS) afgenomen. Hiermee kan het risicogedrag van de adolescenten worden gemeten. Verder werd de Family Assessment Device (FAD) afgenomen. Met deze vragenlijst werd het functioneren van de gehele familie gemeten. Deze vragenlijst werd ingevuld door de adolescent zelf. Tot slot moesten de adolescenten aangeven hoe vaak ze waren afgewezen door leeftijdsgenoten. In dit onderzoek werd een sterke associatie gevonden tussen adolescenten die wapens droegen en vaak deelnamen aan gevechten en hun vrienden die deelnamen aan gewelddadig gedrag. Adolescenten die vaak deelnamen aan gevechten hadden ook vrienden die hier vaak aan deelnamen. Tevens was het drugsgebruik van adolescenten gerelateerd aan het drugsgebruik van hun vrienden. Bovenstaande effecten waren groter wanneer de adolescent thuis familieproblemen had of vaak was afgewezen door vrienden. Hiermee wordt bedoeld dat wanneer de adolescent thuis familieproblemen had of vaak was afgewezen, hij eerder het gedrag van zijn vrienden ging overnemen dan wanneer dit niet het geval was. Hieruit kan worden opgemaakt dat adolescenten die thuis problemen ervaren met hun familie of vaak zijn afgewezen door vrienden gevoeliger zijn voor sociale druk dan adolescenten die geen problemen ervaren of zijn afgewezen. Een mogelijke verklaring hiervoor zou zijn dat wanneer adolescenten zich thuis of bij hun

12 vrienden niet geaccepteerd voelen zich eerder zullen gaan gedragen naar verwachting van leeftijdsgenoten. Doordat deze adolescenten al eerder zijn afgewezen zullen zij een grote behoefte hebben om ergens bij te horen en wanneer zij dan merken dat ze tot een groep kunnen horen maar wel hun gedrag hiervoor moeten aanpassen, zullen zij dit sneller doen. Bovenstaande onderzoeken hebben zich gericht op de invloed van de thuissituatie op de gevoeligheid voor sociale druk en risicogedrag van de adolescent. Het volgende onderzoek zal zich richten op een breder aspect, namelijk de cultuur. Uit eerder onderzoek blijkt dat adolescenten in de Verenigde Staten meer tijd met hun vrienden doorbrengen dan adolescenten uit andere landen (Dasen, 2000). Mogelijk verschilt de gevoeligheid voor sociale druk dan ook in de Verenigde Staten in vergelijking met een ander land. In het onderzoek van Umana-Taylor en Bamaca-Gomez (2003) werd onderzocht of culturele verschillen van invloed kunnen zijn op de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Aan dit onderzoek namen 1062 Mexicaanse adolescenten deel. Als eerste moesten alle deelnemers aangeven wat de nationaliteit van hen zelf, hun ouders en grootouders was. Vervolgens werden drie verschillende groepen gemaakt die als volgt werden genoemd: groep 0 (geen familieleden geboren in de Verenigde Staten), groep 1(één familielid geboren in de Verenigde Staten), groep 2(twee of meer familieleden geboren in de Verenigde Staten). Deze indeling werd gemaakt omdat verwacht werd dat adolescenten, die geen familieleden hadden die in de Verenigde Staten waren geboren, minder gevoelig zouden zijn voor sociale druk dan adolescenten die wel familieleden hadden in de Verenigde Staten. Vervolgens werd met de Resistance to peer pressure (RPP) vragenlijst de gevoeligheid voor de sociale druk van leeftijdsgenoten gemeten. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de Mexicaanse studenten die het meest recent naar de Verenigde Staten waren geëmigreerd en geen familieleden hadden die geboren waren in de Verenigde Staten minder gevoelig waren voor de sociale druk van leeftijdsgenoten dan Mexicaanse studenten die één of meer familieleden hadden die geboren waren in de Verenigde Staten. Dit zou kunnen komen door de verschillende rol die vrienden spelen in Mexico vergeleken met de Verenigde Staten. Umana-Taylor en Bamaca-Gomez (2003) geven als verklaring voor het gevonden verschil dat de verwachtingen over de adolescentie verschillend is voor Mexico dan voor de Verenigde Staten. In Mexico moeten adolescenten al veel eerder volwassen taken op zich nemen dan in de Verenigde Staten. Hierdoor is het mogelijk dat adolescenten in Mexico een hele andere kijk hebben op sociale relaties in vergelijking met Amerikaanse adolescenten. Het blijkt dus dat cultuur een rol kan spelen als moderator die de invloed van de sociale druk van leeftijdsgenoten kan beïnvloeden. Dit onderzoek is enkel uitgevoerd met

13 Mexiacaanse adolescenten die in de Verenigde Staten wonen. Wellicht zijn tussen andere culturen eveneens verschillen te vinden. Om hierover verdere conclusies te kunnen trekken is meer onderzoek gewenst. Bovenstaande onderzoeken hebben zich gericht op de invloed van omgevingsfactoren op de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Wanneer gekeken wordt naar adolescenten met dezelfde omgevingsfactoren zijn er onderling nog steeds verschillen tussen de gevoeligheid. Daarom zullen naast omgevingsfactoren ook individuele factoren mogelijk een rol spelen. In volgende onderzoeken zal naar enkele individuele factoren worden gekeken. In het onderzoek van Santor, Messervey en Kusumaker (2000) werd onderzoek gedaan naar de relatie tussen sociale druk van leeftijdsgenoten, populariteit en conformiteit enerzijds en risicogedrag anderzijds. Newman and Newman (1976) vermoedden dat conformiteit een samenhang heeft met sociale druk. Echter heeft weinig onderzoek zich hier nog op gericht. Aan dit onderzoek namen 148 jongens en meisjes deel met een leeftijd van 16 tot 18 jaar. De deelnemers dienden verschillende vragenlijsten in te vullen. De vragenlijsten bevatten de volgende aspecten: (1) sociale druk van leeftijdsgenoten, populariteit, conformiteit bij vrienden en algemene conformiteit, (2) welzijn waaronder zelfbeeld, (3) risicogedrag waaronder drugsgebruik, attitudes tegenover seks en schoolresultaten. Uit de analyse bleek dat sociale druk van leeftijdsgenoten, conformiteit bij vrienden en populariteit sterk gerelateerd waren aan elkaar. Hoe meer een adolescent naar conformiteit streefde, hoe gevoeliger hij was voor sociale druk. Verder bleek dat sociale druk van leeftijdsgenoten en het zoeken naar conformiteit bij vrienden sterkere voorspellers waren voor risicogedrag dan populariteit of algemene conformiteit. Uit dit onderzoek kan worden opgemaakt dat het gevoel van erbij willen horen en de sociale druk van leeftijdsgenoten een invloed heeft op het risicogedrag van adolescenten. Dit betekent voor de vraagstelling dat wanneer iemand in grotere mate streeft naar conformiteit met een groep, deze gevoeliger zal zijn voor sociale druk dan iemand die veel minder streeft naar conformiteit. Personen met een grote behoefte aan conformiteit zullen eerder geneigd zijn risicogedrag te vertonen dan personen die deze behoefte minder hebben. Volgens Newman en Newman (1976) komt dit doordat iemand die graag erbij wil horen sneller zijn gedrag zal aanpassen aan de groep dan iemand die daar geen behoefte aan heeft. In het volgende onderzoek van Slater (2003) zal gekeken worden naar het verband tussen sensatie zoeken en gevoelig voor sociale druk. Aan dit onderzoek namen 3127 deelnemers deel met een gemiddelde leeftijd van 14 jaar. In dit onderzoek werd sensatie zoeken gemeten door middel van stellingen die

14 betrekking hadden op het gedrag van adolescenten, waarbij de deelnemers deze stellingen moesten beantwoorden op een vijfpunt schaal. Vervolgens werd het drugsgebruik gemeten waarbij de deelnemers per drug aan moesten geven hoe vaak zij dit gebruikten. Tot slot werd aan de hand van een vragenlijst sociale druk gemeten. Uit de resultaten komt naar voren dat sociale druk van leeftijdsgenoten geen effect had op risicogedragingen bij lage sensatie zoekers, een klein effect op gemiddelde sensatie zoekers maar een effect die twee tot drie keer zo groot was op hoge sensatie zoekers. Hieruit kan men opmaken dat adolescenten die een hoge mate van sensatie zoeken ervaren veel gevoeliger zijn voor de sociale druk van leeftijdsgenoten op het gebied van risicovol gedrag. Wanneer deze bevinding in het licht van de vraagstelling wordt gehouden blijkt dat het verschil in het zoeken naar sensatie een moderator kan zijn voor de gevoeligheid voor sociale druk. Een mogelijke verklaring voor het feit dat sensatie zoeken een moderator zou kunnen zijn is dat risicogedrag een gevoel van sensatie te weeg brengt. Adolescenten die van sensatie houden zullen daardoor eerder zich laten meeslepen door vrienden wanneer dit leidt tot risicovol gedrag. Wanneer sociale druk wordt uitgeoefend op deze adolescenten op het gebied van risicogedrag zullen zij daardoor eerder over stag gaan en gevoeliger zijn voor deze druk. Bij het voorgaande onderzoek werd gekeken naar sensatie zoeken als moderator. Dit bleek een moderator te zijn voor de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten. In het volgende onderzoek zal worden gekeken of zelf monitoren van invloed kan zijn op de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Zelf monitoren is het evalueren van je eigen gedrag in sociale situaties om vervolgens je gedrag aan te passen aan sociale situaties (Perrine & Aloise-Young, 2004). Dus in het geval van sociale druk zal de persoon zijn gedrag gaan aanpassen aan de groep. In het onderzoek van Perrine en Aloise-Young (2004) werd onderzoek gedaan naar de mate van zelf monitoren en de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Mogelijk kan zelf monitoren van invloed zijn op de gevoeligheid omdat zelf monitoren te maken heeft met sociale signalen. Aan dit onderzoek namen 359 adolescenten deel die niet rookten. Het doel van deze studie was om bij deze groep deelnemers hun rookgedrag een jaar later te voorspellen. De deelnemers moesten voor hun gehele leven en voor de laatste maand aangeven hoe vaak ze hadden gerookt. Vervolgens werd sociale druk van leeftijdsgenoten gemeten aan de hand van vragen over hoe vaak de adolescenten sigaretten hadden aangeboden en hoe vaak de adolescenten dachten dat hun leeftijdsgenoten wel eens sigaretten hadden

15 geprobeerd. Tot slot werd zelf monitoren gemeten aan de hand van een versie van de junior self-monitoring scale (JSMS). Deze vragenlijst is speciaal ontworpen voor het meten van zelf monitoren. Uit het onderzoek kwam naar voren dat zelf monitoren een invloed had op de gevoeligheid voor sociale druk. Adolescenten die een lage mate van zelf monitoren hadden waren minder gevoelig voor sociale druk dan van leeftijdsgenoten dan adolescenten die een hoge mate van zelf monitoren hadden. Dit betekent voor de vraagstelling dat adolescenten die hoog zelf monitoren gevoeliger zijn voor sociale druk. Dit kan verklaard worden doordat hoge zelf monitors meer oog hebben voor de sociale situatie en meer letten op wat anderen doen. Uit bovenstaande onderzoeken is naar voren gekomen dat zowel omgevingsfactoren als individuele factoren van invloed kunnen zijn op de gevoeligheid voor sociale druk. Kort samengevat blijkt het ontbreken van een vaderfiguur en het hebben van een slechte familieband adolescenten gevoeliger te maken voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Tevens bleek het streven naar conformiteit, het zoeken naar sensatie en een hoge mate van zelf monitoren de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten te vergroten. Veel onderzoek is gedaan naar de ontwikkeling van gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten en de invloed van de sociale druk van leeftijdsgenoten op het risicogedrag van adolescenten. Echter was nog maar weinig informatie bekend over wat men gevoeliger kan maken voor deze sociale druk en hoe men juist meer weerstand kan bieden. Aan de hand van voorgaande onderzoeken is getracht een aantal omgevings- en individuele factoren te achterhalen die een rol spelen bij de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Vervolgens kan men met deze informatie kijken of eventuele trainingen of interventies kunnen worden bedacht voor enkele factoren zodat het mogelijk is voor adolescenten zich weerbaarder te maken tegen de sociale druk van leeftijdsgenoten.

16 Conclusie & Discussie Gekeken naar de behandelde onderzoeken kan worden geconcludeerd dat adolescenten gevoeliger zijn voor de sociale druk van leeftijdsgenoten dan kinderen en volwassenen en dat per individu kan verschillen hoe gevoelig iemand is. Hierbij spelen omgevings- en individuele factoren een rol. Allereerst is gebleken dat men vanaf de leeftijd van tien jaar tot ongeveer vijftien jaar het gevoeligst is voor de sociale druk van leeftijdsgenoten. Naar mate de adolescentie vordert gaat de adolescent zich meer als een individu ontwikkelen waardoor deze minder gevoelig wordt voor de sociale druk van leeftijdsgenoten. Tevens kwam naar voren dat halverwege de adolescentie jongens gevoeliger voor sociale druk waren dan meisjes. Daarnaast is gebleken dat niet iedereen even gevoelig is voor de sociale druk van leeftijdsgenoten en dat omgevings- en individuele factoren iemand meer of minder gevoelig kunnen maken. Het ontbreken van een vaderfiguur en het hebben van een slechte relatie met de moeder maakt een persoon gevoeliger voor sociale druk. Wanneer echter de relatie slecht is tussen de adolescent en de moeder maar thuis wel sprake is van een vaderfiguur heeft de kwaliteit van de relatie geen invloed op de gevoeligheid voor sociale druk. Tevens kan cultuur van invloed zijn op de gevoeligheid. Als individuele kenmerk werd onder andere gevonden dat het streven naar conformiteit bij andere leeftijdsgenoten iemand gevoeliger maakt voor sociale druk van leeftijdsgenoten. Iemand die naar grote conformiteit streeft, bleek gevoeliger voor sociale druk dan adolescenten die weinig conformiteit zochten. Verder werd gevonden dat het zoeken naar sensatie de gevoeligheid kan vergroten. Hoge sensatiezoekers waren gevoeliger voor sociale druk dan lage of gemiddelde sensatie zoekers op het gebied van risicogedrag. Tot slot werd gevonden dat zelf monitoren van invloed is op de gevoeligheid voor sociale druk. Hoge mate van zelf monitoren maakt iemand gevoeliger voor sociale druk dan lage mate van zelf monitoren. Wanneer deze resultaten worden geïnterpreteerd in het licht van de vraagstelling, namelijk wat maakt een adolescent gevoeliger voor sociale druk wat kan leiden tot risicogedrag, komt één verklaring vaak aan bod in de literatuur. In deze verklaring wordt gezegd dat de verandering die optreedt aan het begin van de adolescentie, namelijk dat adolescenten zich meer los maken van hun ouders, een grote invloed heeft op de gevoeligheid voor sociale druk van leeftijdsgenoten en risicogedrag. Doordat de adolescent zich meer los maakt van zijn ouders en veel belang gaat hechten aan het horen bij een groep, zal hij zijn gedrag aanpassen aan het gedrag van de groep (Brown, Clasen & Eicher, 1986). Dat belang van erbij willen horen is wat

17 iemand gevoelig maakt voor sociale druk. Doordat iemand zo graag ergens bij wil horen, zal hij alles doen om dit voor elkaar te krijgen met als gevolg dat hij zijn gedrag aanpast ondanks dat dit gedrag tot risicogedrag kan leiden (Brown, Clasen & Eicher, 1986). Een andere opvallende bevinding was het verschil tussen jongens en meisjes. Meisjes ontwikkelen zich op sociaal gebied sneller dan jongens waardoor deze sneller weerbaarder zijn tegen sociale druk (Cohn, 1991). Verder bleek als omgevingsfactor de thuissituatie met familie een rol te spelen. Adolescenten die niet samen wonen met een vaderfiguur en een slechte band hebben met hun moeder, zijn gevoeliger voor sociale druk van leeftijdsgenoten (Farrell & White, 1998). Dit betekent wanneer men zich op risicogedrag richt dat deze adolescenten ook eerder risicogedrag zullen vertonen. Tevens bleken hoge mate van sensatie zoeken, hoge mate van streven naar conformiteit en een hoge mate van zelf monitoren te leiden tot gevoeligheid voor sociale druk. Dit betekent wanneer deze bevindingen worden gekoppeld aan risicogedrag dat adolescenten met één van deze factoren een grotere kans hebben op het vertonen van risicovol gedrag. Ondanks dat enkele omgevings- en individuele factoren zijn gevonden is verder onderzoek noodzakelijk. De omgevingsfactor cultuur bleek een rol te spelen bij de gevoeligheid voor sociale druk. Echter is dit een heel breed onderwerp en is meer onderzoek naar andere culturen noodzakelijk om hierover meer te kunnen concluderen. Tevens zijn nu nog maar enkele individuele factoren onderzocht terwijl hoogstwaarschijnlijk nog vele andere factoren bepalend zijn. Zo zou het hebben van broers en zussen wellicht bepalend kunnen zijn voor de gevoeligheid voor sociale druk. Adolescenten met broers en zussen zullen wellicht meer gewend zijn aan sociale druk waardoor dit van invloed is op hun sociale relaties met leeftijdsgenoten. Ook hier is meer onderzoek voor nodig om dit te onderzoeken. Verder zou eventueel in vervolgonderzoek gebruik gemaakt kunnen worden van andere soort vragenlijsten dan zelfreport. Een fenomeen wat door zelfreport vragenlijsten kan optreden is sociaal wenselijk antwoorden. Hiermee wordt bedoeld dat deelnemers hun gedrag op een zodanige manier invullen dat het gedrag overeenkomt met wat het gedrag wat de maatschappij verlangt van de mens. Deelnemers zouden hun drugsgebruik minder erg kunnen laten lijken of zelfs kunnen achterhouden. Een oplossing hiervoor zou kunnen zijn om in vervolg onderzoek naast een zelf report vragenlijst tevens gebruik te maken van vragenlijsten die ingevuld moeten worden door vrienden, leraren en ouders. Het kan zijn dat deze betrokkenen ook niet alles weten over desbetreffende maar men krijgt op deze manier wel een vollediger beeld dan wanneer enkel gebruik wordt gemaakt van een zelf report vragenlijst. Een andere suggestie voor vervolgonderzoek is dat sociale druk niet gemeten wordt aan de

18 hand van vragenlijsten maar in real life setting wordt uitgevoerd. De sociale druk wordt nu niet werkelijk ervaren en wellicht zijn sommige adolescenten zich niet bewust van de sociale druk. Men zou de deelnemers in verschillende condities kunnen delen en vervolgens echte sociale druk kunnen creëren. Het is wellicht interessant om te zien hoe adolescenten in het echt hiermee om zullen gaan. Zo kan men een vollediger beeld krijgen van hoe adolescenten met deze sociale druk omgaan. Ondanks dat nog lang niet alle factoren zijn achterhaald die bepalend kunnen zijn op de gevoeligheid van sociale druk en risicogedrag en meer onderzoek noodzakelijk is, is er een begin gemaakt. Zo is duidelijk geworden dat een hoge mate van zelfmonitoren de gevoeligheid voor sociale druk vergroot. Hierop zou een interventie zich kunnen gaan richten om zo de gevoeligheid te verkleinen en het risicogedrag te reduceren. Wanneer iemand een gemiddelde mate van zelf monitoren leert te hanteren zal hij zich alsnog kunnen aanpassen aan sociale situaties maar zal deze minder snel geneigd zijn zich te vaak aan te passen. Er kan geleerd worden om een inzicht te krijgen wanneer het noodzakelijk is om gedrag aan te passen aan sociale situaties en wanneer dit overbodig is. Zo zou men een begin kunnen maken met een interventie om adolescenten weerbaarder te maken tegen de sociale druk van leeftijdsgenoten en zo het risicogedrag te reduceren. Zoals in de inleiding werd besproken is tegenwoordig het alcohol- en drugsgebruik onder adolescenten een ernstig probleem. Dit overmatig alcohol- en drugsgebruik heeft niet alleen een schadelijke invloed op de personen zelf maar tevens op de omgeving. Het is dus van maatschappelijk belang dat dit gebruik zo goed mogelijk gereduceerd wordt. Dit kan onder andere bereikt worden door verschillende trainingen en interventies te ontwikkelen die zich op de verschillende factoren richten. Op zulke trainingen en interventies kunnen adolescenten leren zich weerbaarder te maken tegen de sociale druk van leeftijdsgenoten en hierdoor zal wellicht een deel van het risicogedrag gereduceerd worden.

19 Literatuurlijst Aken, van, M., & Slot, W. (2010). Psychologie van de Adolescentie. Uitgeverij: ThiemeMeulenhoff, Amersfoort Berndt, T. J. (1979). Developmental changes in conformity to peers and parents. Developmental Psychology, 15, Brown, B. B., Clasen, D. R., & Eicher, S. A. (1986). Perceptions of peer pressure, peer conformity dispositions, and self-reported behavior among adolescents. Developmental Psychology, 22, Casey, B.J., Getz, S., & Galvan, A. (2008). The adolescent brain. Developmental Review, 26, Cauffman, E., & Steinberg, L. (2000). Immaturity of judgement in adolescence: why adolescents may be less culpable than adults. Behavioral Science & the Law, 18, Clasen, D. R., & Brown, B. B. (1985). The Multidimensionality of peer pressure in adolescence. Journal of Youth and Adolescence, 14, Educationbug.org. Opgehaald 28 april, 2012, van Farrell, A., D., & White, K., S. (1998). Peer influences and drug use among urban adolescents: family structure and parent-adolescent relationship as protective factors. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 66, Figner, B., Weber, E.U., Machkinlay, R.J., & Wilkening, F. (2009). Affective and deliberative processes in risky choice: age differences in risk taking in the colombia card task. Journal of Experimental Psychology: Learning, Memory, and Cognition, 35, Gardner, M., & Steinberg, L. (2005). Peer influence on risk taking, risk preference, and risky decision making in adolescence and adulthood: an experimental study. Developmental Psychology, 41, Gifford-Smith, M., Dodge, K.A., Dishion, T.J., & McCord, J. (2004). Peer influence in children and adolescents: crossing the bridge from developemental to intervention science. Journal of Abnormal Child Psychology, 3 (33),

20 Godbold, L.C. & Pfau, M. (2000). Conferring resistance to peer pressure among adolescents. Using inoculation theory to discourage alcohol use. Communication Research, 4 (27), Lerner, R. M., & Steinberg, L. (2009). Handbook of Adolescent Psychology. John Wiley & Sons. Maxwell, K.A. (2002). Friends: the role of peer influence across adolescents risk behaviors. Journal of Youth and Adolescence, 4 (31), Mens-en-samenleving.infonu (z.j.). Opgehaald op 14 mei, 2012, van Mens-en-samenleving.infonu (z.j.). Opgehaald 8 juni, 2012, van Ouders.net (z.j.). Opgehaald 10 juni, 2012, van erbij-horen.html. Perinne, N.E., & Aloise-Youngm P.A. (2004). The role of self-monitoring in adolescents susceptibility to passive peer pressure. Personality and Individual Differences, 37, Prinstein, M.J., Boergers, J., & Spirito, A. (2001). Adolescents and their friends health-risk behavior: factors that alter or add to peer influence. Society of Pediatric Psychology, 5 (26), Ptsd.about. Opgehaald 27 april, 2012, van Santor, D.A., Messervey, D., & Kusumakar, V. (1999). Measuring peer pressure, popularity and conformity in adolescent boys and girls: predicting school performance, sexual attitudes, and substance abuse. Journal of Youth and Adolescence, 2 (29), Schaffer, H. R. (1996). Sociale Development. Blackwell Publishing. Sim, T.N., & Koh, S.F. (2003). A domain conceptualization of adolescent susceptibility to peer pressure. Journal of Research on Adolescence, 13 (1), Slater, M.D. (2003). Sensation-Seeking as a moderator of the effects of peer influences, consistency with personal aspirations, and perceived harm on marijuana and cigarette use among younger adolescents. Substance Use and Misuse, 7 (38), Stap. (z.j.). Opgehaald 8 juni, 2012, van,

21 Steinberg, L. (1987). Single parents, stepparents, and the susceptibility of adolescences to antisocial peer pressure. Child Development, 58, Steinberg, L. (2008). A social neuroscience perspective on adolescent risk-taking. Development Review, 28, Steinberg, L. & Monahan, K.C. (2007). Age differences in resistance to peer influence. Developmental Psychology, 6 (43), Sumter, S.R., Bokhorst, C.L., Steinberg, L., & Westenberg, P.M. (2009). The developmental pattern of resistance to peer influence in adolescence. Will the teenager ever able to resist? Journal of Adolescence, 32, Umana-Taylor, A.J., & Bamaca-Gomez, M.Y. (2003). Generational differences in resistance to peer pressure among Mexican-origin adolescents. Youth & Society, 2, Ungar, M.T. (2000). The myth of peer pressure. Adolescence, 137 (35), Walker, M. B., & Andrade, M. G. (1996). Conformity in the asch task as a function of age. Journal of Social Psychology, 136,

22 Verantwoording verwerken van feedback Als eerste moest mijn hoofdvraag worden veranderd, dit heb ik dan ook als eerst gedaan. Doordat mijn hoofdvraag was veranderd moest ik de inleiding op sommige stukken aanpassen qua onderbouwing. Na lang erover nagedacht te hebben, heb ik toch besloten om één deelvraag weg te halen. Ik heb hiervoor gekozen omdat eigenlijk in de inleiding het antwoord op die vraag al werd gegeven namelijk dat er een verband is tussen sociale druk en risicogedrag. Ik vond wanneer ik deze vraag wegliet en in de inleiding al duidelijk maakte dat dit verband dus bestaat, ik beter mijn andere vragen kon onderbouwen en dit mijn these sterker maakt. Tevens heb ik de onderzoeken wel gewoon gebruikt alleen dan in een andere paragraaf. Een ander belangrijk punt was dat ik na elk onderzoek de resultaten moest interpreteren in het licht van mijn vraagstelling. Ik heb dit nu zo goed mogelijk geprobeerd en heb na elke besproken onderzoek gezegd wat dit voor mijn vraagstelling betekent en wat hiervoor een verklaring zou kunnen zijn. In mijn conclusie heb ik voornamelijk geprobeerd de bevindingen te interpreteren in het licht van mijn vraagstelling. Ik ging dus aan de hand van de resultaten kijken wat dit voor de gevoeligheid betekent en hoe men hierop adequaat zou kunnen inspringen met behulp van eventuele interventies. Tot slot heb ik nog kort een paar kanttekeningen benoemd die eventueel in vervolgonderzoek op een andere manier zouden kunnen worden uitgevoerd. Verantwoording laatste feedback: Voor mijn laatste versie heb ik eerst alle feedback punten doorgenomen en ben ik begonnen met alle spellings fouten te verbeteren. Vervolgens heb ik de zinsopbouw bij sommige stukken aangepast. Toen ben ik begonnen met de feedback punten die meer op de inhoud en onderbouwing in gingen. Sommige punten waren wel lastig te verbeteren omdat deze heel inhoudelijk waren en een hele andere onderbouwing vergde. Toch heb ik over het algemeen genomen alle punten zo goed mogelijk geprobeerd te verwerken.

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen

Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Pagina 1 / 17 Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Als kinderen meer ouderlijke betrokkenheid ervaren en een betere band met hun ouders hebben, is de kans kleiner dat zij gedragsproblemen

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

De Invloed van Omgeving op Risicogedrag

De Invloed van Omgeving op Risicogedrag De Invloed van Omgeving op Risicogedrag Xia Stevens Collegekaartnummer: 5961742 Begeleidster: Brenda Jansen Datum: 16-07-2011 Bachelorthese: Eindversie Aantal woorden Basisdeel: 5.565 Aantal woorden Onderzoeksvoorstel:

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Eenzaam ben je niet alleen

Eenzaam ben je niet alleen Eenzaam ben je niet alleen Een verdiepend onderzoek naar de risicofactoren van eenzaamheid onder volwassenen van 19-65 jaar. Amy Hofman 1, Regina Overberg 1, Marcel Adriaanse 2 1 GGD Kennemerland, 2 Vrije

Nadere informatie

IMPLICIETE TRAININGEN: Een nieuwe manier van interventies

IMPLICIETE TRAININGEN: Een nieuwe manier van interventies IMPLICIETE TRAININGEN: Een nieuwe manier van interventies Wie zijn wij? Kenny Wolfs Promovendus Open Universiteit Onderzoek: Impliciete cognities over veilig vrijen bij mannen/msm Subsidieverstrekker:

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25 S Samenvatting Psychische problemen tijdens de kindertijd en adolescentie kunnen langdurige negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld doordat ze de overgang van school naar werk negatief beïnvloeden. Jongeren

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E.

Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg Luc Goossens KU Leuven Schoolpsychologie and Ontwikkeling in Context (SCenO) Leuven Institute of Human Genomics and Society

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Groepsdruk bij jongeren met een lichte verstandelijke beperking

Groepsdruk bij jongeren met een lichte verstandelijke beperking Groepsdruk bij jongeren met een lichte verstandelijke beperking Anke Nieuwenhuizen Auteur: Anke Nieuwenhuizen, 9334424 Begeleider: Drs. Anika Bexkens Afdeling Ontwikkelingspsychologie Universiteit van

Nadere informatie

Preventie van Alcoholgebruik. Ina Koning

Preventie van Alcoholgebruik. Ina Koning Van wetenschap naar praktijk: Preventie van Alcoholgebruik Ina Koning Drinkt onze jeugd? Een impressie... i.koning@uu.nl We weten dat De feiten... Vroegtijdig drinken (Verdurmen et al., 2012): 13 jaar

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication Citation for published version (APA): Metz, M. (2017). Coparenting and child anxiety General rights It

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Gezin en het welzijn van pubers

Gezin en het welzijn van pubers Pagina 1 / 16 Gezin en het welzijn van pubers Kinderen uit intacte gezinnen zijn vaak emotioneel en psychisch gezonder en minder geneigd gedragsproblemen te vertonen, zoals geweld op school, criminele

Nadere informatie

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind Samenvatting Coparenting en Angst van het Kind In dit proefschrift worden verschillende associaties tussen coparenting en angst binnen het gezin getoetst, zoals voorgesteld in het model van Majdandžić,

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN

Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN 1 Zelf Gerapporteerde Alledaagse Executieve Functies en Externaliserende Gedragsproblemen bij Adolescenten in en buiten de Jeugdhulpverlening Self-reported Everyday Executive Functioning and Externalising

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Jongeren & hun levensstijl Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Conclusie Algemeen: Jongeren geven aan veel ongezond gedrag te vertonen. Met name roken

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Studiekeuze en commitments: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief

Studiekeuze en commitments: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief 25-11-2014 1 Studiekeuze en commitments: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief VVSL 6 november 2014 Saskia Kunnen Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit Groningen 25-11-2014 2 Programma

Nadere informatie

Improving Mental Health by Sharing Knowledge. Effectieve interventies en aanpakken voor opvoeders van adolescenten

Improving Mental Health by Sharing Knowledge. Effectieve interventies en aanpakken voor opvoeders van adolescenten Improving Mental Health by Sharing Knowledge Effectieve interventies en aanpakken voor opvoeders van adolescenten Alcohol en opvoeding 15 Ouders rond 2008 onderschatten alcoholgebruik van hun kinderen

Nadere informatie

Peer pressure en sociale media gebruik onder adolescenten 1. Utrecht University

Peer pressure en sociale media gebruik onder adolescenten 1. Utrecht University Peer pressure en sociale media gebruik onder adolescenten 1 Peer pressure en sociale media gebruik onder adolescenten C.P.M. (Karen) Hermans 6017894 C. (Claudia) Been 5927412 Utrecht University Docent:

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

tot 24 jaar Monitor jongeren 12 Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start

Nadere informatie

Wat is er met motivatie aan de hand?

Wat is er met motivatie aan de hand? Wat is er met motivatie aan de hand? Hans Kuyper GION, mei 2011 Een op veel middelbare scholen voorkomend verschijnsel is dat de leerlingen aan het begin van de eerste klas behoorlijk gemotiveerd zijn

Nadere informatie

Preventie van middelengebruik in een ontwikkelingsperspectief. Simone Onrust

Preventie van middelengebruik in een ontwikkelingsperspectief. Simone Onrust Preventie van middelengebruik in een ontwikkelingsperspectief Simone Onrust Wat werkt op welke leeftijd? Grootschalige literatuurstudie (288 schoolprogramma s) Effecten middelenpreventie op school per

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht. SWR 27 september 2014. Arne Popma

Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht. SWR 27 september 2014. Arne Popma Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht SWR 27 september 2014 Arne Popma Interactie in ontwikkeling en onderzoek van antisociaal gedrag Moran Cohn / Arne Popma Interactie in ontwikkeling en onderzoek

Nadere informatie

DE ONRUST IN DE JEUGD PSYCHOPATHOLOGIE BIJ HET PUBERBREIN

DE ONRUST IN DE JEUGD PSYCHOPATHOLOGIE BIJ HET PUBERBREIN drs. Stephen Ebecilio DE ONRUST IN DE JEUGD PSYCHOPATHOLOGIE BIJ HET PUBERBREIN 4 juni 2015 Opvoedingstoolbox 2015 1 2 Periode van tweede rijpingsproces Adolescentie Vertraagde rijpingsproces Prefrontale

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Geluk en welbevinden

Geluk en welbevinden Marleen H.M. de Moor en Meike Bartels Inleiding Geld maakt niet gelukkig, zo luidt het bekende Nederlandse gezegde. Maar is dit echt zo? Zou je niet een stuk gelukkiger worden als je de loterij zou winnen?

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Dutch Summary Samenvatting. Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid

Dutch Summary Samenvatting. Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid Dutch Summary Samenvatting Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid van de Buitenstaanders In Hoofdstuk Een werd de theoretische achtergrond

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Wie geeft hulp, wie ontvangt hulp en wie helpt wie? Hoe hangt het geven en ontvangen van hulp samen met vriendschap?

Wie geeft hulp, wie ontvangt hulp en wie helpt wie? Hoe hangt het geven en ontvangen van hulp samen met vriendschap? De overgang van de basisschool naar de middelbare school kent vele uitdagingen. Jongeren krijgen te maken met sociale, biologische en cognitieve veranderingen, zoals de puberteit, spanningen in de relatie

Nadere informatie

Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief

Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief 11-2-2015 1 Studiekeuze: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief Facta, 12-02-2015 Saskia Kunnen Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit Groningen 11-2-20152 Programma Studiekeuze als ontwikkelingsproces:

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Adolescent sexual risk behavior on the internet Baumgartner, S.E. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Adolescent sexual risk behavior on the internet Baumgartner, S.E. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Adolescent sexual risk behavior on the internet Baumgartner, S.E. Link to publication Citation for published version (APA): Baumgartner, S. E. (2013). Adolescent

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Op weg naar een generatie Nix? Trends in middelengebruik onder scholieren Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Vandaag: HBSC: de studie Middelengebruik: trends 2001-2013 Ouders en middelengebruik Indicatoren

Nadere informatie

Voorspellers van xtc-gebruik van adolescenten

Voorspellers van xtc-gebruik van adolescenten Voorspellers van xtc-gebruik van adolescenten Een modererend effect van leeftijd? Masterthesis Jeugdstudies Universiteit Utrecht Auteur: Kelly Bouwman Studentnummer: 3509028 Begeleidster: prof. dr. W.A.M.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana

Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana University of Groningen Intrapersonal factors, social context and health-related behavior in adolescence Veselska, Zuzana IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO

Alcohol FACT. Twee op de drie jongeren heeft weleens gedronken. Helft 4 e -klassers heeft recent gedronken SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO Gelderland-Zuid E-MOVO 2015-2016 De resultaten in deze factsheet zijn afkomstig uit het 4 e E-MOVO jongerenonderzoek. In 2015 werd dit onderzoek uitgevoerd onder ruim 10.000 leerlingen in het voortgezet

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Methode

Samenvatting Inleiding Methode Samenvatting Inleiding In de ene familie komt criminaliteit vaker voor dan in de andere. Uit eerder onderzoek blijkt dan ook dat kinderen van criminele ouders zelf een groter risico lopen op het plegen

Nadere informatie

VMBO-congres, 9 november 2009. Eveline Crone. Brain & Development lab Leiden : www.brainanddevelopmentlab.nl

VMBO-congres, 9 november 2009. Eveline Crone. Brain & Development lab Leiden : www.brainanddevelopmentlab.nl VMBO-congres, 9 november 2009 Ontwikkelende hersenen Eveline Crone Brain & Development lab Leiden : www.brainanddevelopmentlab.nl b l Brein en onderwijs Op welke leeftijd zijn scholieren in staat om keuzes

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie