Maatschappelijke positie van onderwijzers in Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Maatschappelijke positie van onderwijzers in Nederland"

Transcriptie

1 Maatschappelijke positie van onderwijzers in Nederland Maarten Tol E december 006 Bestemd voor: Onderwijsraad s Gravenhage Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006

2 Inhoud Samenvatting 5 Inleiding 4 Ervaring en functie (invulling) binnen het onderwijs 6. Onderwijzers die korter dan 0 jaar of langer dan 5 jaar werkzaam zijn als docent blijken meest school vast 6. Onderwijzers in voortgezet onderwijs werken meeste uren 9.3 Meer dan helft onderwijzers in voortgezet en beroeps en volwassenenonderwijs is docent tweedegraads.4 Onderwijzers primair onderwijs relatief laagste functieschaal & laagste inkomen.5 Werkervaring in bedrijfsleven wordt meeste opgedaan door onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs 4 Participatie in netwerken 6. In primair onderwijs worden relatief minste vakgerelateerde activiteiten en juist meeste niet vakgerelateerde activiteiten ondernomen 6. In primair onderwijs meeste persoonlijk contact met collega s en vakgenoten buiten school om 7.3 Onderwijzers in primair onderwijs hebben relatief gezien het minst e mail contact met collega s 9.4 Merendeel onderwijzers neemt geen deel aan discussiegroep op internet 30.5 Weinig verschil tussen soort onderwijzers als het gaat om lidmaatschap verenigingen 3.6 In primair onderwijs meeste mensen gewoon lid van een sportvereniging 3.7 Onderwijzers politiek/bestuurlijk weinig actief 34 3 Opvattingen over onderwijs Tweederde voortgezet onderwijs: onderwijs is onvergelijkbaar met andere beroepen Accent werk ligt zowel op de leerinhoud als op het leerproces Beroep van onderwijsgevende heeft een meer algemeen opvoedkundig karakter gekregen Bijdragen aan actief burgerschap en sociale integratie leerlingen van minder belang in beroeps en volwassenenonderwijs Canon van Nederland meest nuttig gevonden in voortgezet onderwijs Onderwijzers in primair onderwijs minste neiging over te stappen naar andere sector 4 4 Segmentatie op basis van waarden; WIN model Relatief veel evenwichtigen, ruimdenkers en geëngageerden in het onderwijs Onderwijzers in beroeps, en volwassenenonderwijs verreweg meeste ruimdenkers 46 Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006

3 4.3 Enkele grote verschillen in deelname aan schoolactiviteiten tussen de verschillende segmenten Aantal contacten met collega s/ vakgenoten verschillen per WIN segment Meningen over beroep onderwijsgevende verschillen per WIN segment Zakelijken en ruimdenkers overwegen meest een overstap te maken naar andere onderwijscategorie 5 5 Bijlagen Verdeling wegingsvariabelen en achtergrond variabelen Onderzoeksverantwoording Beschrijving Onderzoeksmethoden Nomogram ter bepaling van de steekproefmarges Beschrijving WIN segmenten Tabellenset per onderwijscategorie Tabellenset per onderwijscategorie verdeeld naar geslacht Tabellenset per onderwijscategorie verdeeld naar leeftijd Tabellenset per onderwijscategorie verdeeld in voltijd en deeltijd Inhoud figuren en tabellen Aantal jaren werkzaam als leerkracht/docent 6 Aantal jaren werkzaam op huidige school 7 3 Aantal uren werkzaam per week per onderwijscategorie 0 4 Functiebekleding binnen voortgezet onderwijs en beroeps en volwassenenonderwijs 5 Functieschalen onderwijzers per onderwijscategorie 6 Inkomensverdeling per onderwijssoort 3 7 Functieschalen in verleden voor voortgezet onderwijs en beroeps en volwassenenonderwijs 4 8 Werkervaring vóór huidige functiebekleding 5 9 Activiteiten met betrekking tot inhoud van uw vak naast lesgeven 6 0 Verdeling man/vrouw in primair onderwijs met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten 7 Verdeling man/vrouw in beroeps en volwassenenonderwijs met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten 8 Nietvakgerelateerde activiteiten voor school naast het lesgeven 0 3 significante verschillen in verdeling man/vrouw in primair en voortgezet onderwijs met betrekking tot nietvakgerelateerde activiteiten 4 significante verschillen in primair en voortgezet onderwijs tussen leeftijdscategorieën in verband met nietvakgerelateerde activiteiten 5 Tijdsbesteding in uren per week aan vakgerelateerde activiteiten 4 6 Tijdsbesteding met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten; binnen of buiten uren arbeidscontract 5 7 Aantal ontmoetingen per maand met collega s buiten school om 7 8 Aantal ontmoetingen per maand met vakgenoten andere scholen buiten school om 8 9 Gemiddeld contact met collega s per week 9 0 Lidmaatschap/ deelname aan discussiegroepen op het internet 30 Functiebekleding binnen sportvereniging 3 Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 3

4 Tijdsbesteding in uren met betrekking tot sportverenigingen per onderwijscategorie 33 3 Bekleding openbare bestuursfuncties 34 4 Politieke voorkeur per onderwijscategorie 35 5 Lidmaatschap politieke partijen per onderwijscategorie 36 6 Vergelijking van beroep onderwijzer met andere beroepen 37 7 Accent van het werk als onderwijsgevende 38 8 Wijze van functieverbreding in de afgelopen jaren 39 9 Bijdrage leveren aan actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen Nut Canon van Nederland voor de verschillende onderwijscategorieën 4 3 Overweging om over te stappen om onderwijs te geven in andere sector 43 3 Verdeling segmenten binnen onderwijs ten opzichte van verdeling Nederlandse bevolking Verdeling naar WIN segmenten per onderwijscategorie 47 Bijlagen 34 Leeftijdsverdeling per onderwijscategorie 35 Verhoudingen man/vrouw per onderwijscategorie 36 Onderwijzers werkzaam per provincie voor primair en voortgezet onderwijs afgezet tegen percentage inwoners 37 Onderwijzers per regio voor beroeps en volwassenenonderwijs 38 Denominatie scholen per voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs 39 Denominatie in het beroeps en volwassenenonderwijs steekproefverdeling versus werkelijke verdeling 40 Geloofsovertuiging onderwijzers per onderwijscategorie 4 Geboorteland verdeeld naar onderwijscategorie 4 Hoogst genoten opleiding vóór lerarenopleiding per onderwijscategorie 43 Samenlevingsvorm per onderwijscategorie 44 Gemiddeld aantal leerlingen op scholen met één of meerdere vestigingen Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 4

5 Samenvatting Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 5

6 Ervaring in het onderwijs Het merendeel van de onderwijzers blijkt korter dan 0 jaar werkzaam te zijn in het onderwijs. Dit geldt voor alle drie de onderwijscategorieën. Onderwijzers die al langer dan 5 jaar als onderwijzer werkzaam zijn, blijken in het voortgezet onderwijs het meest school vast : 65% van hen werkt ook al langer dan 5 jaar op de school waar zij momenteel werkzaam zijn. Werkervaring andere sectoren Onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs hebben de meeste werkervaring opgedaan in het bedrijfsleven ten opzichte van de onderwijzers in de andere twee onderwijscategorieën. Het gaat hier om 36% van de onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs ten opzichte van % en 7% in respectievelijk het voortgezet en primair onderwijs. Participatie in netwerken Schoolgerelateerde activiteiten In het primair onderwijs besteedt men de minste aandacht aan vakgerelateerde activiteiten (ten opzichte van de andere twee onderwijscategorieën). Nietvakgerelateerde activiteiten zoals zitting nemen in een feestcommissie of activiteitencommissie, worden het meest ondernomen in het primair onderwijs. In het beroeps en volwassenenonderwijs zijn onderwijzers beduidend minder met nietvakgerelateerde activiteiten bezig, 70% van hen geeft aan geen enkele tijd te besteden aan nietvakgerelateerde activiteiten voor de school. De vakgerelateerde activiteiten die in alle drie de onderwijscategorieën het meest worden ondernomen zijn materiaal ontwikkelgroepen, vakgroepoverleg en intervisie binnen de school. Persoonlijk contact en contact Voor alle drie de onderwijscategorieën geldt (logischerwijs) dat men minder contact heeft met vakgenoten van andere scholen dan met collega s van de eigen school. Wel is het zo dat onderwijzers in het primair onderwijs hun collega s en vakgenoten vaker ontmoeten (buiten schoolactiviteiten om) dan onderwijzers in het voortgezet en beroeps en volwassenenonderwijs. Hiernaast blijkt dat men in het primair onderwijs juist minder contact heeft met collega s via de . Activiteiten in verenigingsverband Het merendeel van de onderwijzers in de drie onderwijscategorieën, is lid van een sportvereniging (gemiddeld 40%). Hiernaast blijken onderwijzers voornamelijk lid te zijn van een muziek of vrijwilligersvereniging (gemiddeld 0% en 3%). Met betrekking tot functies binnen bovenstaande verenigingen en tijdsbesteding, is te zeggen dat onderwijzers in het primair onderwijs het minst actief zijn (87% van de onderwijzers in het primair onderwijs is alleen lid van een vereniging ten opzichte van 78% en 79% in het voortgezet en beroeps en volwassenenonderwijs. Zij vervullen de minste functies binnen deze verenigingen en besteden, logischerwijs ook minder tijd aan de vereniging(en) waar zij lid van zijn. Opvattingen over onderwijs en beroep onderwijsgevende Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006

7 Vergelijkbaarheid beroep & accent van het werk Met betrekking tot de vergelijkbaarheid van het beroep van de onderwijsgevende met andere beroepen, blijkt het merendeel van de onderwijzers in het voortgezet onderwijs hun beroep onvergelijkbaar te vinden met andere beroepen (67%, ten opzichte van 59% en 5% in respectievelijk het primair en beroeps en volwassenenonderwijs). Functieverbreding in het onderwijs Dat er sprake is van functieverbreding wordt het meeste ervaren in het primair en voortgezet onderwijs. De twee voornaamste manieren waarop dit plaats vindt zijn meer hulpverlening voor de leerlingen (aangegeven door 93% van de onderwijzers in het primair onderwijs en 86% van de onderwijzers in het voortgezet onderwijs) en meer opvoedende taken (aangegeven door 88% van de onderwijzers in het primair onderwijs en 83% van de onderwijzers in het voortgezet onderwijs). Dat deze wijze van verbreding juist door onderwijzers in het primair onderwijs wordt aangegeven is niet verrassend daar zij van alle soorten onderwijzers de meest opvoedkundige rol hebben. Wel is het zo dat zij vinden dat deze opvoedkundige rol de laatste jaren is toegenomen. Bijdrage leveren aan actief burgerschap leerlingen Het leveren van een bijdrage aan actief burgerschap van leerlingen op diverse manieren (door morele opvoeding, culturele oriëntatie leerlingen, aandacht aan staatkundige inrichting Nederland of levensbeschouwelijke overdracht) wordt het meest geleverd door onderwijzers in het primair onderwijs. Deze uitkomst is niet geheel verrassend, wederom vanwege de meer opvoedkundige rol die onderwijzers in het primair onderwijs hebben. Nut Canon van Nederland Over het algemeen blijkt het merendeel van de onderwijzers de canon van Nederland nuttig te vinden voor de onderwijscategorie waarin zij lesgeven. Niet geheel onverwacht wordt deze canon het meest nuttig gevonden door onderwijzers in het voortgezet onderwijs. Verdeling in WIN segmenten Onderwijzers blijken in vier WIN segmenten meer dan gemiddeld vertegenwoordigd te zijn (gemiddeld is hier de verdeling van de Nederlandse bevolking in deze segmenten). Dit betreft de WIN segmenten evenwichtigen, ruimdenkers, geëngageerden en zakelijken(voor een volledige beschrijving van deze segmenten verwijzen naar de bijlagen). Kijkend naar de verdeling in WIN segmenten zijn er ook enkele verschillen tussen de verschillende onderwijscategorieën. Zo zijn in het primair onderwijs de meeste behoudenden en de minste zakelijken te vinden.ten opzichte van de andere twee onderwijscategorieën. Tenslotte zijn enkele verschillen zichtbaar in hoe onderwijzers uit verschillende segmenten participeren in netwerken. Ook zijn er verschillen waar te nemen met betrekking tot hun meningen over het onderwijs. Zo blijken behoudenden significant minder deel te nemen aan vakgroepoverleg. Verrassend genoeg maken behoudenden meer dan onderwijzers uit de andere segmenten Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006

8 deel uit van een feestcommissie. Luxezoekers blijken verreweg het minst in een medezeggenschapsraad zitting te nemen en ook het minst deel te nemen aan intervisie binnen de school. Tenslotte valt op dat zakelijken en ruimdenkenden degenen zijn die het meest overwegen een overstap naar een andere sector te maken. Behoudenden denken het minst aan een eventuele overstap naar een andere sector. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 3

9 Inleiding Inleiding De Onderwijsraad is het adviesorgaan voor de regering op het gebied van onderwijs. De Onderwijsraad adviseert de regering over de hoofdlijnen van het beleid en de wetgeving op het gebied van het onderwijs. Onderdeel van deze advisering betreft de maatschappelijke positie van onderwijzers in Nederland. De Onderwijsraad heeft in september 006 TNS NIPO gevraagd onderzoek te doen naar de positie van de onderwijzers. Doel De Onderwijsraad wil met dit onderzoek meer inzicht verkrijgen in de maatschappelijke positie van leraren in Nederland. Naast enkele basisgegevens is zij voornamelijk geïnteresseerd in de morele opvattingen van onderwijzers over het beroep en de wijze waarop zij deelnemen in diverse (sociale) netwerken. Hiernaast wil de Onderwijsraad inzicht krijgen in verschillen in waarden en sociodemografische kenmerken van verschillende groepen onderwijzers. Doelgroep Voor dit onderzoek zijn drie doelgroepen ondervraagd: Leerkrachten in het primair onderwijs Docenten in het voortgezet onderwijs 3 Docenten in het beroeps en volwassenenonderwijs Het aantal respondenten dat ondervraagd is uit de eerste doelgroep bedraagt 76. Het aantal respondenten uit de tweede doelgroep dat ondervraagd is bedraagt 503. Uit de laatste doelgroep zijn 6 respondenten ondervraagd. In hoofdstuk zullen de variabelen die betrekking hebben op beroepsinvulling en ervaring worden besproken. In hoofdstuk zal vervolgens dieper in worden gegaan op de manier waarop de respondenten invulling geven aan de manier waarop (en mate waarin) zij zich bewegen in sociale netwerken. Hoofdstuk 3 zal handelen over de (morele) opvattingen die de respondenten hebben ten opzichte van het onderwijs. Tenslotte zal in hoofdstuk 4 een indeling in segmenten gemaakt worden van de respondenten op basis van waarden en sociodemografische kenmerken. Gezien het belang van de (mogelijke) verschillen tussen de drie doelgroepen voor dit onderzoek zullen de bovenstaande onderwerpen telkens behandeld worden op een wijze waarbij de resultaten van de drie verschillende doelgroepen aan elkaar gespiegeld worden. Wanneer in de rapportage in de tekst gesproken wordt over verschillen tussen bepaalde groepen dan betreffen deze alleen significante verschillen op een betrouwbaarheidsniveau van 95%. Dit houdt in dat deze verschillen, gevonden in dit onderzoek, in 9 van de 0 gevallen conform de realiteit is. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 4

10 In de bijlagen vindt u de verdeling van de steekproef per onderwijscategorie naar enkele basisvariabelen. Hierbij gaat het om variabelen zoals geslacht, denominatie, opleidingsniveau en overige achtergrondvariabelen. Hiernaast vindt u in de bijlage de vragenlijst, de tabellen (inclusief uitsplitsingen) en de onderzoeksverantwoording (inclusief wegingcijfers). Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 5

11 Ervaring en functie (invulling) binnen het onderwijs In dit eerste hoofdstuk zullen verschillende variabelen aanbod komen die meer inzicht geven in de beroepsinvulling & ervaring van onderwijzers in de drie onderwijssectoren. De variabelen die in dit verband besproken zullen worden zijn werkervaring, aantal uren werkzaam per week, functies en functieschalen, inkomen en werkervaring.. Onderwijzers die korter dan 0 jaar of langer dan 5 jaar werkzaam zijn als docent blijken meest school vast In grafiek is te zien hoeveel jaren onderwijzers uit de verschillende antwoordcategorieën werkzaam zijn. Uit deze verdeling blijkt één significant verschil te bestaan tussen de onderwijscategorieën. Dit betreft het percentage dat tot 5 jaar werkervaring heeft als docent. Dit percentage is in het beroeps en volwassenenonderwijs significant hoger dan in de andere twee onderwijssectoren. Aantal jaren werkzaam als leerkracht/docent % jaar of langer 0 tot 5 jaar 5 tot 0 jaar 0 tot 5 jaar 5 tot 0 jaar 0 tot 5 jaar primair onderwijs voortgezet onderwijs beroeps en volwassenenonderwijs Bron: TNS NIPO, 006 Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 6

12 Vervolgens wordt in grafiek getoond hoeveel jaren de onderwijzers al werkzaam zijn op de school waar zij nu werken. Aantal jaren werkzaam op huidige school % jaar of langer 0 tot 5 jaar 5 tot 0 jaar 0 tot 5 jaar 5 tot 0 jaar 0 tot 5 jaar primair onderwijs voortgezet onderwijs beroeps en volwassenenonderwijs Bron: TNS NIPO, 006 Het blijkt dat voor elke onderwijscategorie verreweg het merendeel van de onderwijzers tussen de 0 en 0 jaar op dezelfde school werkzaam is. In het voortgezet onderwijs is het percentage dat minder dan vijf jaar werkzaam is op dezelfde school significant lager dan binnen het primair of beroeps en volwassenenonderwijs (33% ten opzichte van 39% en 43%). Om meer inzicht te krijgen in hoeverre onderwijzers van school veranderen zijn bovenstaande variabelen tegen elkaar afgezet. U vindt deze vergelijkingen in de tabellen, en 3 voor respectievelijk het primair, voortgezet en beroeps en volwassenenonderwijs. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 7

13 Uit tabel blijkt bijvoorbeeld dat van de onderwijzers die al langer dan 5 jaar als zodanig werkzaam zijn, % minder dan 5 jaar op de huidige school werkzaam is. 4% van de onderwijzers die al langer dan 5 jaar werkzaam zijn in het primair onderwijs blijkt erg honkvast te zijn, zij werken óók al langer dan 5 jaar op hun huidige school. Tabel : aantal jaren werkzaam als docent afgezet tegen aantal jaren werkzaam op huidige school voor primair onderwijs Aantal jaren werkzaam als onderwijzer Tot 5 jaar 50 jaar 05 jaar 50 jaar 05 jaar 5 jaar of meer Aantal jaren werkzaam Op huidige school Tot 5 jaar 00% 3% 3% 3% 3% % 50 jaar 65% 33% 6% 34% 5% 05 jaar % 36% 8% 0% 9% 50 jaar 5% 0% 0% 05 jaar % % 5 jaar of meer 4% In tabel worden bovenstaande resultaten weergegeven voor het voortgezet onderwijs. Hier valt op dat van de onderwijzers die al langer dan 5 jaar werkzaam zijn als onderwijzer, maar liefst 65% van hen ook al zo een lange periode op de huidige school werkzaam is. Tabel : aantal jaren werkzaam als docent afgezet tegen aantal jaren werkzaam op huidige school voor voortgezet onderwijs Aantal jaren werkzaam als onderwijzer Tot 5 jaar 50 jaar 05 jaar 50 jaar 05 jaar 5 jaar of meer Aantal jaren werkzaam Op huidige school Tot 5 jaar 00% 8% % 9% % 3% 50 jaar 7% 6% 3% 3% 9% 05 jaar 6% 6% 3% 5% 50 jaar 5% 4% % 05 jaar 38% 6% 5 jaar of meer 65% Als percentages cursief gedrukt zijn, houdt dit in dat zij gebaseerd zijn op een groepsgrootte die lager is dan 50 Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 8

14 In onderstaande tabel is de verdeling weergegeven voor het beroeps en volwassenenonderwijs. Daar in deze tabel de helft van de categorieën bestaat uit een respondentgroep van lager dan 50 dienen deze resultaten met enige voorzichtigheid benaderd te worden. Tabel 3: aantal jaren werkzaam als docent afgezet tegen aantal jaren werkzaam op huidige school voor beroeps en volwassenenonderwijs aantal jaren werkzaam als onderwijzer Tot 5 jaar 50 jaar 05 jaar 50 jaar 05 jaar 5 jaar of meer aantal jaren werkzaam op huidige school Tot 5 jaar 00% 38% 35% 0% 5% % 50 jaar 6% % % 7% 05 jaar 5% 3% % % 50 jaar 55% 5% 4% 05 jaar 59% % 5 jaar of meer 53% Uit tabel 3 valt af te lezen dat 53% van de onderwijzers die al langer dan 5 jaar werkzaam zijn als docent, ook al 5 jaar of langer op hun huidige school werkzaam zijn.. Onderwijzers in voortgezet onderwijs werken meeste uren In grafiek 3 valt af te lezen hoeveel uren men gemiddeld per week werkt. Wederom uitgesplitst naar onderwijscategorie. Voor alle onderwijscategorieën geldt dat de meeste onderwijzers tussen de 30 en 39 uur per week werken. In het voortgezet onderwijs werkt meer dan één vijfde meer dan 40 uur per week. Dit is significant meer dan de 7% van de onderwijzers in het primair onderwijs die meer dan veertig uur per week werken. Hiernaast blijkt bijna een kwart van de onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs minder dan 0 uur per week te werken, significant meer dan de 3% in het voortgezet onderwijs. Als percentages cursief gedrukt zijn, houdt dit in dat zij gebaseerd zijn op een groepsgrootte die lager is dan 50 Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 9

15 3 Aantal uren werkzaam per week per onderwijscategorie 3 % Minder dan 0 uur per week 0 t/m 9 per week 30 t/m 39 uur per week 40 uur Meer dan 40 uur per week primair onderwijs (gemiddeld 9,9 uren per week) voortgezet onderwijs (gemiddeld 3,4 uren per week) beroeps en volwassenenonderwijs (gemiddeld 30 uren per week) Bron: TNS NIPO, gemiddeldes zijn berekend op basis van 45 uur voor de meer dan 40 uur categorie, de middelste waarde van de overige categorieën en op basis van 0 uur voor de minder dan 0 uren categorie Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 0

16 .3 Meer dan helft onderwijzers in voortgezet en beroeps en volwassenenonderwijs is docent tweedegraads Aan de onderwijzers in het voortgezet en beroeps en volwassenenonderwijs is gevraagd naar de functies die zij bekleden. In grafiek 4 ziet u de antwoorden die hierop gegeven zijn gesplitst naar onderwijscategorie. Het blijkt dat in zowel het voortgezet onderwijs als het beroeps en volwassenenonderwijs het merendeel van de onderwijzers docent tweedegraads is (respectievelijk 57% en 54%). 36% van de onderwijzers in het voortgezet onderwijs bekleedt de functie van docent eerstegraads tegenover 7% van de onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs. 4 Functiebekleding binnen voortgezet onderwijs en beroeps en volwassenenonderwijs % Directeur Zij instromer (momenteel nog bezig met aanvullende lerarenopleiding) Bijlesgevend Leraar in opleiding 60 7 Coordinator Docent eerstegraads Docent tweedegraads voortgezet onderwijs beroeps en volwassenenonderwijs Bron: TNS NIPO, 006 Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006

17 .4 Onderwijzers primair onderwijs relatief laagste functieschaal & laagste inkomen Met betrekking tot de functieschalen waarin de verschillende onderwijzers zich bevinden zijn er, zoals verwacht behoorlijke verschillen te constateren. In grafiek 5 is de verdeling in functieschalen per onderwijscategorie weergegeven. 66% van de onderwijzers in het primair onderwijs zit in functieschaal LA. In het voortgezet onderwijs bevindt het merendeel van de onderwijzers zich in functieschaal LB, namelijk 56%. Daarnaast is er in het voortgezet onderwijs ook nog een behoorlijk percentage onderwijzers dat zich in de LD schaal bevindt (5%). Tenslotte blijken de onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs, veel meer dan in de andere twee sectoren, niets kwijt te willen over de functieschaal waarin zij zich bevinden. Het gaat hier om bijna 40% van de onderwijzers. 5 Functieschalen onderwijzers per onderwijscategorie % Wil niet zeggen LD schaal LC schaal LB schaal LA schaal primair onderwijs voortgezet onderwijs beroeps en volwassenenonderwijs 3 Bron: TNS NIPO, 006 een variabele die nauw samenhangt met functieschalen waarin onderwijzers zich bevinden is het bruto inkomen van de onderwijzers. In grafiek 6 ziet u de inkomensverdeling per onderwijscategorie. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006

18 6 Inkomensverdeling per onderwijssoort % wil niet zeggen/weet niet , of meer van 8.500, tot , tot 8.500, primair onderwijs voortgezet onderwijs beroeps en volwassenenonderwijs Bron: TNS NIPO, 006 Uit grafiek 5 en 6 blijkt dat de inkomensverdeling logischerwijs grotendeels overeenkomt met de functieschalen waarin de onderwijzers per onderwijscategorie behoren. Opvallend is wel dat de onderwijzers geheimzinniger doen over de functieschaal waartoe zij behoren dan over het inkomen dat zij verdienen. Naast de huidige functieschalen van onderwijzers was de Onderwijsraad ook benieuwd naar functieschalen waarin onderwijzers zich voorheen bevonden. Dit is gevraagd aan onderwijzers in zowel het voortgezet als beroeps en volwassenenonderwijs en de resultaten zijn weergegeven in grafiek 7. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 3

19 7 Functieschalen in verleden voor voortgezet onderwijs en beroeps en volwassenenonderwijs % vroeger niet in andere schaal ja, Schaal ja, schaal ja, Schaal 0 ja, Schaal voortgezet onderwijs beroeps en volwassenenonderwijs Bron: TNS NIPO, % tot 4% van de onderwijzers blijkt vroeger niet tot een andere functieschaal te hebben behoord. Daarnaast blijkt een groot percentage onderwijzers binnen het voortgezet onderwijs in functieschaal 0 te hebben bevonden, significant meer dan de onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs. Een klein percentage is niet in de grafiek weergegeven, het gaat hier om ongeveer 5% van de respondenten die hebben aangegeven in het verleden ergens gewerkt te hebben waar niet met functieschalen gewerkt werd of op freelance basis of als invalskracht te hebben gewerkt..5 Werkervaring in bedrijfsleven wordt meeste opgedaan door onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs Naast vragen met betrekking tot functie en ervaring is de respondenten ook gevraagd naar eventuele werkervaring die zij hebben opgedaan voor hun huidige functie in het onderwijs. In grafiek 8 zijn deze resultaten weergegeven Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 4

20 8 Werkervaring vóór huidige functiebekleding % nee, geen eerdere werkervaring opgedaan ja, werkervaring opgedaan in het bedrijfsleven ja, werkervaring opgedaan elders in het onderwijs ja, werkervaring opgedaan in een andere sector primair onderwijs voortgezet onderwijs beroeps en volwassenenonderwijs Bron: TNS NIPO, 006 Het percentage onderwijzers dat in het onderwijs eerdere werkervaring heeft opgedaan ligt in het primair onderwijs een stuk hoger dan in de andere twee sectoren. Daarnaast is ook het percentage onderwijzers dat geen eerdere werkervaring heeft opgedaan significant hoger in het primair onderwijs. In het beroeps en volwassenenonderwijs blijkt tenslotte dat het percentage onderwijzers dat in het bedrijfsleven werkervaring heeft opgedaan significant hoger is dan in de andere twee sectoren. Een oorzaak voor dit verschil in opgedane werkervaring kan zijn dat het beroep van onderwijzer in het primair onderwijs veel meer uit een soort van roeping wordt vervuld dan bij onderwijzen in het beroeps en volwassenenonderwijs het geval is. Dit zou kunnen verklaren waarom onderwijzers in het primair onderwijs veel minder in andere sectoren werkervaring hebben opgedaan. Een andere verklaring ligt in het verschil in opleidingsniveau (voor verdeling opleidingsniveaus per onderwijscategorie zie Bijlagen). Binnen het voortgezet en beroeps en volwassenenonderwijs zijn significant meer onderwijzers aanwezig met een universitaire achtergrond. Deze opleidingsachtergrond maakt het makkelijker mogelijk om in verschillende sectoren te gaan werken of een overstap te maken, dan het hebben van bijvoorbeeld alleen een PABO diploma. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 5

21 Participatie in netwerken In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de mate waarin onderwijzers uit de drie onderwijscategorieën participeren in netwerken. Naast tijdsbesteding aan schoolgerelateerde activiteiten (hierin is een onderscheid gemaakt tussen vakgerelateerde activiteiten en nietvakgerelateerde activiteiten) zal gekeken worden naar de mate waarin en wijze waarop men contact heeft met collega s en vakgenoten. Tenslotte zal besproken worden in welke mate onderwijzers buiten de school om participeren in diverse netwerken door te kijken naar hun (actieve) deelname aan diverse soorten verenigingen.. In primair onderwijs worden relatief minste vakgerelateerde activiteiten en juist meeste niet vakgerelateerde activiteiten ondernomen De onderwijzers is gevraagd naar welke vak gerelateerde activiteiten zij ondernemen naast het lesgeven. In grafiek 9 zijn de meeste voorkomende uitkomsten weergegeven. Er blijken drie activiteiten te zijn die in zowel het primair, voortgezet en beroeps en volwassenenonderwijs het meeste worden ondernomen door de onderwijzers. Het betreft hier deelname aan materiaal ontwikkelgroepen, deelname aan vakgroepoverleg en deelname aan intervisie binnen school. 9 Activiteiten met betrekking tot inhoud van uw vak naast lesgeven % deelname aan intervisie (binnen de school) deelname aan vakgroepoverleg 6 35 deelname aan materiaal ontwikkelgroepen deelname aan eindexamenopgaven deelname aan intervisie tussen scholen lid van nascholingsgroep 4 5 actief lid vereniging vakdocenten geen van deze primair onderwijs voortgezet onderwijs beroeps en volwassenenonderwijs Bron: TNS NIPO, 006 Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 6

22 Het percentage dat heeft aangegeven zich niet met vakgerelateerde activiteiten bezig te houden bedraagt 37% in het primair onderwijs. Dit percentage is ruim twee maal zo hoog als in het voortgezet en beroeps en volwassenenonderwijs. Het percentage onderwijzers dat deelneemt aan vakgroepoverleg is het hoogst in het voortgezet onderwijs. In het beroeps en volwassenenonderwijs nemen significant meer onderwijzers deel aan materiaal ontwikkelgroepen dan in de andere twee onderwijssectoren. Om dieper in te gaan op welk soort onderwijzers nu welke activiteiten ondernemen is gekeken naar de man/vrouw verdeling per activiteit, de leeftijden van onderwijzers en de verschillen tussen voltijd werkende onderwijzers en deeltijd werkende onderwijzers. In de grafieken 0 en is weergegeven wat de man/vrouw verhoudingen zijn met betrekking tot deelname aan vakgerelateerde activiteiten in de verschillende onderwijscategorieën. 0 Verdeling man/vrouw in primair onderwijs met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten % percentage vrouwen in primair onderwijs percentage mannen in primair onderwijs deelname aan intervisie (binnen de school) 4 deelname aan vakgroepoverleg 8 0 deelname aan materiaal ontwikkelgroepen 3 deelname aan intervisie tussen scholen lid van nascholingsgroep 5 actief lid vereniging vakdocenten ICT taken Bron: TNS NIPO, 006 Twee vakgerelateerde activiteiten worden significant meer door vrouwen ondernomen dan door mannen in het primair onderwijs. Het betreft hier deelname aan intervisie (binnen de school) als ook deelname aan materiaalontwikkelgroepen. ICT taken worden niet verwonderlijk veel meer door mannen ondernomen. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 7

23 In het voortgezet onderwijs zijn er geen significante verschillen tussen mannen en vrouwen gevonden met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten die zij ondernemen naast het lesgeven. In grafiek is de verdeling man/vrouw per vakgerelateerde activiteit weergegeven voor het beroeps en volwassenenonderwijs. Verdeling man/vrouw in beroeps en volwassenenonderwijs met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten % vrouwen in beroeps en volwassenenonderwijs mannen in beroeps en volwassenenonderwijs deelname aan materiaal ontwikkelgroepen deelname aan vakgroepoverleg deelname aan (eind)examenopgaven deelname aan intervisie tussen scholen geen vak gerelateerde activiteiten Bron: TNS NIPO, 006 Met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten zijn er in het beroeps en volwassenenonderwijs drie significante verschillen aan te duiden tussen mannen en vrouwen. Zo besteden beduidend meer mannen tijd aan (eind)examenopgaven. Daarnaast blijkt dat veel minder vrouwen deelnemen aan intervisie tussen scholen dan hun mannelijke collega s. Het percentage vrouwen dat niet aan vakgerelateerde activiteiten deelneemt in het beroeps en volwassenenonderwijs is ook veel hoger dan bij mannen het geval is. Het gaat hier om een percentage van % bij de vrouwen en % bij de mannen. Met betrekking tot verschillen in leeftijd en deelname aan vakgerelateerde activiteiten zijn slechts enkele verschillen merkbaar. Het blijkt dat onderwijzers tot 35 jaar in het primair onderwijs meer dan gemiddeld deelnemen aan materiaalontwikkelgroepen en zich meer dan gemiddeld bezighouden met bijscholing/cursussen en beurzen. In het voortgezet onderwijs blijkt dat onderwijzers van 50 jaar of ouder significant meer deelnemen aan intervisie tussen de scholen dan onderwijzers in de andere leeftijdscategorieën. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 8

24 Met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten is het te verwachten dat er grote verschillen zijn tussen onderwijzers die voltijd 4 werken en deeltijd werken. In Tabel 4 zijn de verschillen per vakgerelateerde activiteit weergegeven. De vetgedrukte percentages verschillen significant van het totaal van de onderwijscategorie. Tabel 4: deelname aan vakgerelateerde activiteiten per onderwijscategorie voor voltijd werkenden en deeltijd werkenden Beroeps en volwassenen totaal Beroeps en volwassenen 30 uur per week Beroeps en volwassenen 0 uur per week Voortgezet totaal Voortgezet 30 uur per week Voortgezet 0 uur per week Primair totaal Primair 30 uur per week Primair 0 uur per week Deelname ((eind)examenopgaven Deelname materiaalontwikkelgroepen Deelname vakgroep overleg Intervisie (binnen de school) % % % 8% 39% 30% 5% 5% 6% 30% 39% 35% 33% 67% 56% 5% 3% % 58% 74% 70% 36% 7% 60% 3% 4% 40% 8% 44% 40% % 44% 34% Intervisie (tussen scholen) 4% 6% 3% % % 9% % 3% 9% Lid van nascholingsgroep 3% 4% % % 9% 7% % 5% 4% Geen vakgerelateerde activiteiten 49% 35% 37% 3% % 5% 34% 9% 7% Zoals verwacht is uit tabel 4 af te lezen dat onderwijzers die deeltijd werken minder deelnemen aan vakgerelateerde activiteiten. Dit geldt voor alle drie de onderwijscategorieën. De verschillen zijn het grootst binnen het beroeps en volwassenenonderwijs en het kleinst in het primair onderwijs. In grafiek staat aangegeven welke nietvakgerelateerde activiteiten voor de school worden ondernomen door de onderwijzers in de drie onderwijscategorieën. 4 voltijd en deeltijd werken is in dit onderzoek gedefinieerd als respectievelijk een 30 urige werkweek of meer uren per week, en een 0urige werkweek of minder uren per week. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 9

25 Nietvakgerelateerde activiteiten voor school naast het lesgeven % activiteitencommissie (skikamp/zeilkamp./survivalkamp etc.) feestcommissie begeleiding buitenschoolse activiteiten zitting in medezeggenschapsraad primair onderwijs voortgezet onderwijs beroeps en volwassenenonderwijs diverse werkgroepen ICT taken coaching/begeleiding collega's leerlingen geen van deze Bron: TNS NIPO, 006 In grafiek valt te lezen dat onderwijzers in het primair onderwijs zich relatief het meeste bezighouden met nietvakgerelateerde activiteiten. Onderwijzers in het primair onderwijs nemen significant meer zitting in een feestcommissie, activiteitencommissie (zeilkamp etc.) en een buitenschoolse activiteitencommissie (toneel, muziek etc.) dan hun collega s in het voortgezet of beroeps en volwassenenonderwijs. Hiernaast valt op dat meer dan tweederde van de onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs zich helemaal niet met nietvakgerelateerde activiteiten bezighoudt. Wanneer gekeken wordt naar beide soorten activiteiten dan komt, niet geheel verrassend, naar voren dat onderwijzers in het primair onderwijs het minst met vak gerelateerde activiteiten bezig zijn en het meeste met nietvakgerelateerde activiteiten ten opzichte van onderwijzers in de andere twee onderwijscategorieën. Ook met betrekking tot nietvakgerelateerde activiteiten zijn er significante verschillen op te merken tussen mannen en vrouwen, op basis van leeftijd en op basis van werkweek. In grafiek 3 zijn de nietvakgerelateerde activiteiten weergegeven waarbij significante verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen in het primair en het voortgezet onderwijs. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 0

26 3 significante verschillen in verdeling man/vrouw in primair en voortgezet onderwijs met betrekking tot nietvakgerelateerde activiteiten Significante verschillen tuissen mannen en vrouwen in primair onderwijs significante verschillen tussen mannen en vrouwen in voortgezet onderwijs % % begeleiding buitenschoolse activiteiten mannen in primair onderwijs Coordinatie vrouwen in primair onderwijs feestcommissie coaching/begeleiding collega's leerlingen Mentor mannen in voortgezet onderwijs vrouwen in voortgezet onderwijs Bron: TNS NIPO, 006 In het primair onderwijs blijken procentueel meer mannen deel te nemen aan begeleiding van buitenschoolse activiteiten zoals toneel of muziekbegeleiding. Ook zijn er relatief meer mannen die zich bezighouden met coördinatie op school dan vrouwen. In het voortgezet onderwijs zijn er drie nietvakgerelateerde activiteiten waar vrouwelijke onderwijzers zich beduidend meer mee bezighouden dan hun mannelijke collega s. Het betreft hier de participatie in een feestcommissie en twee activiteiten die in elkaars verlengde liggen, namelijk coaching/begeleiding en mentorschap. In het beroeps en volwassenenonderwijs is er slechts één duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen; mannen zijn veel meer actief binnen een activiteitencommissie dan vrouwen. Ook als er gekeken wordt naar leeftijd zijn er enkele significante verschillen in deelname aan nietvakgerelateerde activiteiten. In grafiek 4 zijn deze voor het primair en voortgezet onderwijs weergegeven. Binnen het beroeps en volwassenenonderwijs zijn geen significante verschillen gevonden. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006

27 4 significante verschillen in primair en voortgezet onderwijs tussen leeftijdscategorieën in verband met nietvakgerelateerde activiteiten significante verschillen in primair onderwijs significante verschillen in voortgezet onderwijs % % jaar 3549 jaar 50 jaar en ouder gemiddeld in primair onderwijs zitting in medezeggenschapsraad activiteitencommissie (skikamp/zeilkamp/survivalkamp etc.) jaar 3549 jaar 50 jaar en ouder gemiddeld in voortgezet onderwijs zitting in medezeggenschapsraad begeleiding buitenschoolse activiteiten Bron: TNS NIPO, 006 In zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs blijken jonge onderwijzers (tot 35 jaar) relatief ten opzichte van oudere onderwijzers minder in de medezeggenschapsraad te zitten. In het primair onderwijs blijkt ook, volgens de verwachtingen dat jonge onderwijzers relatief meer zitting nemen in een activiteitencommissie dan oudere onderwijzers (48% van de onderwijzers jonger dan 35 jaar ten opzichte van 37% en 34% van de onderwijzers tussen de 35 en 49 jaar en ouder dan 50 jaar). In het voortgezet onderwijs is het percentage dat buitenschoolse activiteiten begeleidt (muziek/toneel etc.) het hoogst in de groep onderwijzers tot 35 jaar. 34% van hen is hierin actief ten opzichte van slechts % van de onderwijzers ouder dan 50 jaar. Zoals ook bij de vakgerelateerde activiteiten het geval was zijn er ook grote verschillen in deelname aan nietvakgerelateerde activiteiten wanneer gekeken wordt naar voltijd werkenden en deeltijd werkenden.in tabel 5 wordt een overzicht gegeven waarbij de vetgedrukte percentages wederom een significant verschil aangeven ten opzichte van het totaal per onderwijscategorie. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006

28 Tabel 5: deelname aan nietvakgerelateerde activiteiten per onderwijscategorie voor voltijd werkenden en deeltijd werkenden Beroeps en volwassenen totaal Beroeps en volwassenen 30 uur per week Beroeps en volwassenen 0 uur per week Voortgezet totaal Voortgezet 30 uur per week Voortgezet 0 uur per week Primair totaal Primair 30 uur per week Primair 0 uur per week Zitting in medezeggenschapsraad Begeleiding buitenschoolse activiteiten 7% 8% 5% % % 9% 6% 5% 9% 39% 36% % 3% 7% % 9% 7% Feestcommissie 5% 39% 37% 6% % 0% 8% 6% Activiteitencommissie (skikamp/zeilkamp/survival kamp etc.) Geen nietvakgerelateerde activiteiten 5% 46% 39% 0% 3% 8% 5% 0% 9% 3% 7% 66% 8% 35% 90% 6% 69% Uit bovenstaande tabel blijkt dat in het beroeps en volwassenenonderwijs geen onderwijzers, die minder of gelijk aan 0 uur per week werken, in een activiteitencommissie zitten. Ook het percentage dat niet deelneemt aan nietvakgerelateerde activiteiten is in het beroeps en volwassenenonderwijs erg hoog. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 3

29 Met betrekking tot activiteiten voor school naast lesgeven is gevraagd, aan de onderwijzers die hebben aangegeven deel te nemen aan vakgerelateerde activiteiten, hoeveel tijd zij besteden aan deze vakgerelateerde activiteiten in uren per week. De resultaten zijn weergegeven in grafiek 5. 5 Tijdsbesteding in uren per week aan vakgerelateerde activiteiten 5 % Meer dan 5 uur per week Tussen 5 en 0 uur per week Tussen 0 en 5 uur per week Tussen 8 en 0 uur per week Tussen 6 en 8 uur per week Tussen 4 en 6 uur per week Tussen en 4 uur per week Minder dan uur per week primair onderwijs 4, uren per week) (gemiddeld voortgezet onderwijs (gemiddeld 4,4 uren per week) beroeps en volwassenenonderwijs (gemiddeld 5,7 uren per week) Bron: TNS NIPO, 006 Uit bovenstaande grafiek blijkt dat het merendeel van de onderwijzers in de drie onderwijscategorieën die zich met vakgerelateerde activiteiten bezighouden gemiddeld meer dan vier uur per week aan deze activiteiten besteedt. Hiernaast blijken onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs de meeste tijd per week te besteden aan vakgerelateerde activiteiten. Met betrekking tot de tijdsbesteding in uren aan vakgerelateerde activiteiten blijken er geen significante verschillen te zijn tussen mannen en vrouwen. Hiernaast zijn er tevens geen verschillen op basis van leeftijd. Wel is er een verschil op te merken als het gaat om deeltijd werkenden en voltijd werkenden. In het primair onderwijs is het gemiddeld aantal uren dat men per week besteedt aan vakgerelateerde activiteiten 4,3. Deeltijd werkenden besteden gemiddeld slechts,78 uren per week aan vakgerelateerde activiteiten en voltijd werkenden besteden gemiddeld 5 gemiddeldes zijn berekend op basis van de middelste waarde per antwoordcategorie en 7,5 uren voor de laatste antwoordcategorie Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 4

30 5,08 uren per week aan deze activiteiten. Ook in het beroeps en volwassenenonderwijs zijn de verschillen significant. Deeltijd werkenden besteden 3,49 6 uren per week aan vakgerelateerde activiteiten tegenover 6,7 uren per week door voltijd werkenden. Opvallend is dat in het voortgezet onderwijs geen significante afwijkingen van het gemiddelde van 4,53 uren zijn. (4,08 uren per week door deeltijd werkenden en 4,84 uren per week door voltijd werkenden). Naast de tijd die onderwijzers besteden aan vakgerelateerde activiteiten is ook gevraagd naar in hoeverre de tijdsbesteding aan nietvakgerelateerde activiteiten bovenop de vastgestelde uren van hun arbeidscontract uitkomen of niet. De resultaten hiervan zijn weergegeven in figuur 6. 6 Tijdsbesteding met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten; binnen of buiten uren arbeidscontract % volledig bovenop uren uit arbeidscontract grotendeels bovenop uren uit arbeidscontract voor de helft buiten uren uit arbeidscontract grotendeels binnen uren uit arbeidscontract volledig binnen uren arbeidscontract primair onderwijs voortgezet onderwijs beroeps en volwassenenonderwijs Bron: TNS NIPO, 006 Wat opvalt is dat onderwijzers in het primair onderwijs significant meer aangeven dat de uren die zij besteden aan nietvakgerelateerde activiteiten voor de school volledig bovenop de vastgestelde uren uit het arbeidscontract komen. In het primair onderwijs geldt dit voor maar liefst % ten opzichte van slechts 5% en 6% in het voortgezet en beroeps en volwassenenonderwijs. Het percentage onderwijzers dat aangeeft dat de tijd die zij kwijt zijn met deze activiteiten volledig binnen de vastgestelde uren uit het arbeidscontract valt is in het primair onderwijs ook significant lager dan in de andere 6 dit gemiddelde is gebaseerd op een n van 4. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 5

31 twee onderwijssectoren (in het voortgezet onderwijs %, in het beroeps en volwassenenonderwijs 3%). Tussen de meningen van mannen en vrouwen over dit onderwerp blijkt geen significant verschil te bestaan. Dit is wel het geval als we kijken naar verschillen in leeftijd. In het primair onderwijs geeft 8% van de onderwijzers die boven de 50 jaar is aan dat de tijd die zij besteden aan nietvakgerelateerde activiteiten volledig bovenop de vastgestelde uren van het arbeidscontract vallen. Ter vergelijking; slechts 6% van de onderwijzers onder 35 jaar zegt dat de tijd die zij besteden aan nietvakgerelateerde activiteiten volledig bovenop de vastgestelde uren uit het arbeidscontract vallen. Gemiddeld geeft 6% van de onderwijzers in het primair onderwijs aan dat de tijdsbesteding aan nietvakgerelateerde activiteiten grotendeels binnen de uren van het arbeidscontract valt. Binnen de groep onderwijzers boven 50 jaar is dit percentage slechts 6% terwijl het percentage binnen de groep onderwijzers tot 35 jaar op 38% ligt. Tenslotte is er een opvallend resultaat met betrekking tot het onderscheid in voltijd werkenden en deeltijd werkenden als het gaat om de mate waarin uren binnen dan wel buiten de vastgestelde uren van het arbeidscontract vallen. In het primair onderwijs blijken deeltijd werkenden significant meer aan te geven dan voltijd werkenden dat de tijd die zij besteden aan nietvakgerelateerde activiteiten volledig bovenop de vastgestelde uren uit het arbeidscontract valt. (4% van de deeltijd werkenden heeft deze mening ten opzichte van % van de voltijd werkenden). Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 6

32 . In primair onderwijs meeste persoonlijk contact met collega s en vakgenoten buiten school om Met betrekking tot participatie in netwerken is gevraagd aan de onderwijzers of, en zo ja hoe vaak, zij collega s en vakgenoten ontmoeten buiten school om. In figuur 7 is te zien hoe vaak men collega s van de eigen school, (niet met betrekking tot school of schoolactiviteiten) ontmoet per maand. 7 Aantal ontmoetingen per maand met collega s buiten school om 7 % Meer dan 0 keer 6 tot en met 0 keer 5 keer 4 keer 3 keer keer keer 0 keer primair onderwijs (gemiddeld,9 keer per maand) voortgezet onderwijs (gemiddeld,7 keer per maand) beroeps en volwassenenonderwijs (gemiddeld,8 keer per maand) Bron: TNS NIPO, 006 Onderwijzers in het beroeps, en volwassenenonderwijs hebben duidelijk minder contacten met collega s buiten school om dan onderwijzers in het voortgezet en primair onderwijs.39% van hen geeft aan de afgelopen maand helemaal niet met collega s buiten school om te hebben afgesproken. Hiernaast kan geconstateerd worden dat onderwijzers in het primair onderwijs het meeste contact hebben met collega s buiten school om. In grafiek 8 is vervolgens te zien hoe vaak men vakgenoten van andere scholen ontmoet (waarbij de contacten geen betrekking hebben op school of schoolactiviteiten). 7 Om een gemiddelde te berekenen zijn voor de categorieën meer dan 0 keer en tussen 6 en 0 keer de waardes en 8 gebruikt. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 7

33 8 Aantal ontmoetingen per maand met vakgenoten andere scholen buiten school om 8 % Meer dan 0 keer 6 tot en met 0 keer 5 keer 4 keer 3 keer keer keer 0 keer primair onderwijs (gemiddeld, keer per maand) voortgezet onderwijs (gemiddeld,3 keer per maand) beroeps en volwassenenonderwijs (gemiddeld, keer per maand) Bron: TNS NIPO, 006 Voor alle drie de onderwijscategorieën geldt logischerwijs dat men minder contact heeft met vakgenoten van andere scholen dan met collega s van de eigen school. Wel hebben onderwijzers uit het primair onderwijs wederom significant meer contact met vakgenoten van andere scholen dan onderwijzers in het voortgezet, of beroeps, en volwassenenonderwijs. Ook blijkt dat er ook enkele verschillen bestaan in de mate van contact met collega s en vakgenoten, tussen onderwijzers die deeltijd werken en onderwijzers die voltijd werken. Zo heeft in het voortgezet onderwijs 5% van de onderwijzers geen enkele keer in de afgelopen maand collega s van de eigen school buiten schoolactiviteiten om gezien. Voor deeltijd onderwijzers in het voortgezet onderwijs betreft dit percentage 4%. Met betrekking tot vakgenoten van andere scholen is er in het beroeps en volwassenenonderwijs een groot verschil op te merken. 55% van deze onderwijzers heeft afgelopen maand geen enkele keer vakgenoten van andere scholen ontmoet buiten schoolgerelateerde zaken om. Voor deeltijd onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs ligt dit percentage zelfs op 7%. 8 Om een gemiddelde te berekenen zijn voor de categorieën meer dan 0 keer en tussen 6 en 0 keer de waardes en 8 gebruikt. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 8

34 .3 Onderwijzers in primair onderwijs hebben relatief gezien het minst contact met collega s In grafiek 9 wordt weergegeven hoeveel contact onderwijzers hebben met hun collega s via . 9 Gemiddeld contact met collega s per week % dag in de week of minder dagen in de week 3 dagen in de week 4 dagen inde week 5 dagen in de week of meer primair onderwijs voortgezet onderwijs beroeps en volwassenenonderwijs Bron: TNS NIPO, 006 Wanneer we kijken naar de drie onderwijscategorieën dan blijkt dat onderwijzers in primair onderwijs het minste contact hebben met collega s. Meer dan 40% van de onderwijzers in het primair onderwijs geeft aan hooguit één dag in de week of zelfs nog minder contact te hebben met collega s. Binnen het voortgezet en beroeps en volwassenenonderwijs is het percentage dat vijf dagen in de week of meer contact heeft met collega s via de significant hoger dan in het primair onderwijs. Deze uitkomsten zijn niet heel verrassend te noemen daar de afstand tussen leerkrachten op een basisschool veel kleiner is dan bij de andere twee onderwijscategorieën en tevens de behoefte tot coördinatie/afstemming tussen afdelingen/onderwijzers minder is. Rapport Onderwijsraad TNS NIPO 30 november 006 9

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo Deeltijdwerken in het po, vo en mbo 1. Inleiding In Nederland wordt relatief veel in deeltijd gewerkt, vooral in de publieke sector. Deeltijdwerk komt met name voor onder vrouwen, maar ook steeds meer

Nadere informatie

Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik

Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik Grote Bickersstraat 74 3 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 0 522 54 44 f 0 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik

Nadere informatie

Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs?

Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs? Artikel pag. 5-8 Wie werken er in het christelijk en reformatorisch onderwijs? Opzet en verantwoording van het onderzoek In de afgelopen maanden heeft een projectgroep vanuit de redactie van DRS Magazine

Nadere informatie

Onderzoek slaapproblemen. in opdracht van Zilveren Kruis

Onderzoek slaapproblemen. in opdracht van Zilveren Kruis Onderzoek slaapproblemen in opdracht van Zilveren Kruis 1 Samenvatting Een op zes werkende Nederlanders kampt met slaapproblemen Mannen liggen vaker wakker van het werk, vrouwen vaker van privé situaties

Nadere informatie

Stijgend ICT-gebruik volgens docenten

Stijgend ICT-gebruik volgens docenten Grote Bickersstraat 74 13 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Social & Polling Rapport Stijgend ICT-gebruik volgens docenten Onderzoek

Nadere informatie

Eenzaamheid en vrijwilligerswerk. Rapport. Eenzaamheid en vrijwilligerswerk

Eenzaamheid en vrijwilligerswerk. Rapport. Eenzaamheid en vrijwilligerswerk Rapport Inhoud 1 Achtergrond 7 2 Huidig gedrag 11 3 Motieven voor vrijwilligerswerk 15 4 Barrières en handreikingen 25 5 Achtergrond 30 2 Samenvatting en conclusies Het merendeel van de Nederlandse bevolking

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken juli 2008

Meting stoppers-met-roken juli 2008 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juli 2008

Nadere informatie

ONDERZOEK MANTELZORG ONDER LEERLINGEN MIDDELBARE SCHOLEN

ONDERZOEK MANTELZORG ONDER LEERLINGEN MIDDELBARE SCHOLEN ONDERZOEK MANTELZORG ONDER LEERLINGEN MIDDELBARE SCHOLEN Opdrachtgever: Gemeenten Brunssum, Landgraaf, Nuth en Simpelveld Deelnemende scholen: Romboutscollege (Brunssum) Charlemagnecollege locatie Brandenberg

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken januari 2009

Meting stoppers-met-roken januari 2009 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppersmetroken januari 2009 Meting

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken juni 2008

Meting stoppers-met-roken juni 2008 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juni 2008

Nadere informatie

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Houding van ouders ten aanzien van het

Nadere informatie

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS ONDERZOEK GEMEENTEGIDS Gemeente Hulst GfK Panel Services I juli 2014 GfK 2014 Onderzoek gemeentegids gemeente Hulst juli 2014 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Gebruik papieren

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk Inhoud Zijn je ouders nog bij elkaar? 3 Genschap van goederen: Stel je zou gaan trouwen, waarvoor zou je dan kiezen? 7 Ik zou later willen trouwen 4 Partneralimentatie: Waar gaat je voorkeur naar uit?

Nadere informatie

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID Gemeente Alkmaar afdeling Onderzoek en Statistiek februari 2006 auteur: Monique van Diest afdeling Onderzoek en Statistiek gemeente Alkmaar

Nadere informatie

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:

Nadere informatie

Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten. Juni 2015

Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten. Juni 2015 2015 Samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten Juni 2015 Alle doelstellingen behaald Kinderen en ouders: Doelstelling: 40% van de ouders van kinderen tussen de 8 en 12 jaar is bereikt met

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen

Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Tevredenheidsonderzoek onder mensen met een manisch depressieve stoornis en hun betrokkenen Patiënt redelijk tevreden, maar snelheid en betrokkenheid bij behandeling kan beter Index 1. Inleiding 2. Onderzoeksmethode

Nadere informatie

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Oktober 2015 2 Management Summary Inleiding Ongeveer een jaar geleden heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn besloten om de winkels in haar gemeente

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs

Rapportage Onderzoek ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs Rapportage Onderzoek ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs Utrecht, juni 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

Onderwijs en vluchtelingenkinderen Onderwijs en vluchtelingenkinderen Zijn scholen en onderwijsgevenden voldoende toegerust om vluchtelingenkinderen onderwijs te bieden? Een enquête onder onderwijsgevenden van basisscholen, scholen voor

Nadere informatie

HR & Participatie 2014-2015

HR & Participatie 2014-2015 HR & Participatie 2014-2015 samenvatting Het onderzoek naar de Participatiewet 2015 is een kwantitatief online onderzoek uitgevoerd onder Nederlandse bedrijven (verdeeld naar de categorieën 50-99 werk

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek buitenles

Rapportage Onderzoek buitenles Rapportage Onderzoek buitenles In opdracht van: Contactpersoon: Jantje Beton en IVN Natuureducatie Wilma Nugteren Utrecht, maart 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

Werkdruk in het onderwijs

Werkdruk in het onderwijs Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Persoonlijke financiën: Inzicht en overzicht. Resultaten onderzoek Waar blijft mijn geld TNS NIPO

Persoonlijke financiën: Inzicht en overzicht. Resultaten onderzoek Waar blijft mijn geld TNS NIPO Persoonlijke financiën: Inzicht en overzicht Resultaten onderzoek Waar blijft mijn geld TNS NIPO Inleiding Voor u ligt de rapportage naar aanleiding van het onderzoek Waar blijft mijn geld? In totaal hebben

Nadere informatie

Rapport. F1182 maart 2008 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social

Rapport. F1182 maart 2008 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Meer materiaal en meer kennis over

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Interactief bestuur. Omnibus 2015 Interactief bestuur Omnibus 2015 O&S April 2016 Samenvatting In september/oktober 2015 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s- Hertogenbosch een omnibusonderzoek gehouden. In dit

Nadere informatie

SCHOOLSPORT SPORTEN OP SCHOOL, BIJ SCHOOL EN NAMENS SCHOOL. In opdracht van NOC*NSF

SCHOOLSPORT SPORTEN OP SCHOOL, BIJ SCHOOL EN NAMENS SCHOOL. In opdracht van NOC*NSF SCHOOLSPORT SPORTEN OP SCHOOL, BIJ SCHOOL EN NAMENS SCHOOL In opdracht van NOC*NSF GfK 1 Schoolsport Juli 1 1 Inleiding GfK voert maandelijks in opdracht van NOC*NSF de Sportdeelname Index uit. In dit

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Lerarentekort

Rapport Onderzoek Lerarentekort Rapport Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: PO-Raad Utrecht, juli 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR FEITEN EN CIJFERS Onderzoeksgegevens Onder wie: partners van de 30 grootste advocatenkantoren in Nederland Gezocht: 3 vrouwelijke en 3 mannelijke partners per

Nadere informatie

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Bekendheid Norm Gezond Bewegen Bewonersonderzoek 2013 gemeente Deventer onderdeel Sport Nationale Norm Gezond Bewegen De Nationale Norm Gezond Bewegen is in 2013 bij 55% van de Deventenaren bekend. Dit percentage was in 2011 licht hoger

Nadere informatie

Rookprevalentie

Rookprevalentie Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Rookprevalentie -2008 Continu onderzoek

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Motivatie voor invulling onderwijs m.b.t. kerndoelen kunstzinnige oriëntatie een onderzoek onder leerkrachten, directeuren en coördinatoren

Motivatie voor invulling onderwijs m.b.t. kerndoelen kunstzinnige oriëntatie een onderzoek onder leerkrachten, directeuren en coördinatoren Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Motivatie voor invulling onderwijs

Nadere informatie

Enquête SJBN 15.10.2013

Enquête SJBN 15.10.2013 Enquête SJBN 15.10.2013 1 Inhoudsopgave Steekproef Resultaten enquête Algehele tevredenheid Arbeidsomstandigheden Urennorm Ondernemersaspecten Kijk op de toekomst Conclusies 2 Steekproef: achtergrond kenmerken

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Interactief bestuur. Omnibus 2017 Interactief bestuur Omnibus 2017 Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2018 Samenvatting In het najaar van 2017 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch weer het tweejaarlijks

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 3-meting december 2011 Rapportage: januari 2012 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk

Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk Samenvatting Eén op de vijf respondenten zegt op dit moment vrijwilligerswerk te doen. Ouderen, vrouwen en inwoners van de stadsdelen Zuid en West doen dit relatief iets

Nadere informatie

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Wie staan er in Amsterdam voor de klas?

Wie staan er in Amsterdam voor de klas? Factsheet januari 2019 Om meer inzicht te krijgen in het lerarentekort brengt (OIS) in opdracht van directie Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) de situatie wat betreft Amsterdamse docenten in beeld. In deze

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. Van Hassel R.J. Kenens 2 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. van Hassel R.J. Kenens

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk in de gemeente Roosendaal

Vrijwilligerswerk in de gemeente Roosendaal Vrijwilligerswerk in de gemeente Roosendaal Colofon Gemeente Roosendaal Afdeling Faciliteiten Team Onderzoek, informatiebeheer en datamanagement Postbus 5000 4700 KA Roosendaal Contactpersonen: Twan van

Nadere informatie

Enquête functiewaardering voortgezet onderwijs

Enquête functiewaardering voortgezet onderwijs Enquête functiewaardering voortgezet onderwijs Nico van Kessel (ITS) en Robert Sikkes (AOb) november 2005 Voorwoord In de maanden oktober en november heeft het ITS voor de AOb een enquête uitgevoerd onder

Nadere informatie

Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag

Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag Rapportage Datum: 2 mei 2016 Opdrachtgever: Jorrit Visser, Hivos Auteur: Claudia Ros, InfoResult Hivos onderzoek: Eerlijke bloemen met Moederdag 1 Inhoud

Nadere informatie

De Dag van de Leraar. Onderzoek naar het bereik en de waardering van de campagne Nooit uitgeleerd. Bart Koenen. December projectnummer: H3186

De Dag van de Leraar. Onderzoek naar het bereik en de waardering van de campagne Nooit uitgeleerd. Bart Koenen. December projectnummer: H3186 Grote Bickersstraat 7 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 00 5 59 99 fax 00 15 44 e-mail info@kantarpublic.com www.kantarpublic.com De Dag van de Leraar Onderzoek naar het bereik en de

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 2-meting december Rapportage: januari 2011 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen Bezoekadres: Van Alkemadelaan 357 Postadres: MPC 58 A Postbus 90701 2509 LS Den Haag Nederland www.cdc.nl Draagvlakmeting TNS NIPO: Drs. Anneloes Klaassen Lisanne van Thiel GW: Drs. Amber Vos +31 (070)

Nadere informatie

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009 Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO april 2009 Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc Paterswolde, april 2009 Postbus 312 9700 AH Groningen Pr. Irenelaan 1a 9765 AL Paterswolde telefoon:

Nadere informatie

Rapportage op maat: klanttevredenheidsonderzoek

Rapportage op maat: klanttevredenheidsonderzoek Rapportage op maat: klanttevredenheidsonderzoek De belangrijkste resultaten voor Sint-Michielsgestel uit de klanttevredenheidsonderzoeken als onderdeel van Benchmarking Publiekszaken 2008 Juni 2008 Onderzoek

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere Inleiding Erfgoed is een brede en overkoepelende term waarbinnen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed wordt onderscheiden. Deze drie categorieën zijn in de praktijk sterk verweven met elkaar, maar

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

PERCEPTIE EN WENSELIJKHEID SOC- ECONOMISCHE VERSCHILLEN

PERCEPTIE EN WENSELIJKHEID SOC- ECONOMISCHE VERSCHILLEN Rapport PERCEPTIE EN WENSELIJKHEID SOC- ECONOMISCHE VERSCHILLEN Juli 2018 Onderzoek in opdracht van GroenLinks www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 R.J. Kenens L. Hingstman Februari 2004 NIVEL Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Telefoon: 030-27 29 700 www.nivel.nl Pagina 2 van 6 INLEIDING In

Nadere informatie

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR)

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) 3 RIJBEWIJSBEZIT TABEL 1 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) Cumulative Cumulative RYBEWYS Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ

Nadere informatie

SIRE. Rapport. "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007

SIRE. Rapport. Geef kinderen hun spel terug Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007 Grote Bickersstraat 74 3 KS Amsterdam Postbus 247 AE Amsterdam t 2 522 54 44 f 2 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Rapport SIRE "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins C52b 29 oktober 27

Nadere informatie

Belang van voorzieningen welke acties willen mensen ondernemen om een voorziening te behouden?

Belang van voorzieningen welke acties willen mensen ondernemen om een voorziening te behouden? Belang van voorzieningen welke acties willen mensen ondernemen om een voorziening te behouden? Hoe belangrijk is de aanwezigheid van een voorziening in de directe woonomgeving? En wat doen de Groningers

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo) Aantal gediplomeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland Ondanks huidige en verwachte lerarentekorten is er geen sprake van een substantiële groei van aantal gediplomeerden aan de verschillende lerarenopleidingen.

Nadere informatie

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland In april 2013 heeft TNS NIPO in opdracht van Thuiswinkel.org een herhalingsonderzoek uitgevoerd naar

Nadere informatie

Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014

Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014 Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014 Doelgroepinformatie De doelgroep bestaat uit huizenbezitters met hypotheek, die voornemens zijn binnen 2 jaar een nieuw huis te kopen. Dit

Nadere informatie

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen.

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen. Bijlage 7 behorend bij eindrapport Wachtlijsten en tijden in de kinderopvang door NIPO i.s.m. Vyvoj, 17 december 2003 Wachtlijstonderzoek via ouderbevraging Ouderbevraging op basis van een representatieve

Nadere informatie

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten Waar winkelen de inwoners van de gemeente? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten In opdracht van de SGP Door Studentenpool Bestuurlijke Bedrijfskunde Academie Mens & Organisatie Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website Samenvatting Het percentage Leidenaren dat thuis kan beschikken over internet is, na een snelle toename in eerdere jaren, dit jaar vrijwel gestabiliseerd tot op 77%.

Nadere informatie

Het glazen plafond in de Nederlandse culturele sector Een samenvatting

Het glazen plafond in de Nederlandse culturele sector Een samenvatting Het glazen plafond in de Nederlandse culturele sector Een samenvatting Noem drie namen van leidinggevende vrouwen in de kunst- en cultuurwereld : het zou een quizvraag kunnen zijn. Nochtans is er veel

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Rapport. Martine van de Pol Elisabeth Duijser. B5462 13 november 2003. Bestemd voor: Hydron Zuid Holland te Gouda

Rapport. Martine van de Pol Elisabeth Duijser. B5462 13 november 2003. Bestemd voor: Hydron Zuid Holland te Gouda Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Concurrentie binnen watermarkt schaadt vertrouwen consument

Nadere informatie

UITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK

UITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK UITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK Bron: TNS NIPO Drs. R. Hoffius Drs. I.N. Hento november 2004 Bureau AStri Stationsweg 26 2312 AV Leiden Tel.: 071 512 49 03 Fax: 071

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

Betaalbaarheid van pensioen in de toekomst

Betaalbaarheid van pensioen in de toekomst Betaalbaarheid van pensioen in de toekomst Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen Jubileum / 21-4-2010 / P.1 / 21-4-2010 / P.1 Onderzoeksrapportage Amsterdam April 2010

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Draagvlakmeting Projectnummer: 10063 In opdracht van: Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) Rogier van der Groep Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658

Nadere informatie

(Voor)oordelen over parttimers

(Voor)oordelen over parttimers Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Political & Social Rapport (Voor)oordelen over parttimers Echte

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek 1-op-1 Relaties Trajecten

Klanttevredenheidsonderzoek 1-op-1 Relaties Trajecten Klanttevredenheidsonderzoek 1-op-1 Relaties Trajecten Rapportage van de tevredenheid bij cliënten van de één-op-één Relaties Trajecten Uitgevoerd in opdracht van Stichting Welzijn Ouderen Arnhem November

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers November 2014 GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 1 Beleggingsportefeuille GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 2 Zes op de tien beleggers

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK PARTIJPOLITIEKE BENOEMINGEN

RAPPORTAGE ONDERZOEK PARTIJPOLITIEKE BENOEMINGEN RAPPORTAGE ONDERZOEK PARTIJPOLITIEKE BENOEMINGEN Meer Democratie Mei 2015 Rapportage onderzoek Partijpolitieke benoemingen Meer Democratie 1 Persbericht NEDERLANDERS: PUBLIEKE FUNCTIES OPEN VOOR IEDEREEN

Nadere informatie

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt

Nadere informatie

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden Onderzoek van GfK november 2015 Inleiding Delta Lloyd is continu bezig het pensioenbewustzijn te

Nadere informatie

Tevredenheid over docenten

Tevredenheid over docenten Studenten in sector tevredener dan in totale hoger onderwijs... 2 Studenten tevreden over docenten bij niet-bekostigde tweedegraads lerarenopleidingen hbo... 3 Pabo-studenten minder tevreden over docenten

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

Richting geven is vooruitkijken. Strategische personeelsplanning in het PO. Handleiding rekenmodel

Richting geven is vooruitkijken. Strategische personeelsplanning in het PO. Handleiding rekenmodel Richting geven is vooruitkijken Strategische personeelsplanning in het PO Handleiding rekenmodel Versie 1 Tilburg, december 2011 Gé Keizers Jeroen Koppens I n h o u d s o p g a v e Pagina 1 Inleiding 3

Nadere informatie

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo)

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo) Analyse: mannelijke studenten op de pabo Mannelijke studenten zijn ondervertegenwoordigd op de pabo s. Bovendien vallen relatief meer mannen uit dan vrouwen. In 2009 was ongeveer 13 procent van de gediplomeerde

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie Flitspeiling NAVO Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek Inleiding en onderzoeksverantwoording Op verzoek van het ministerie van Defensie heeft Veldkamp een flitspeiling

Nadere informatie