PROJECT BRABO GRUP HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO - LIEFKENSHOEK. Afweging Alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROJECT BRABO GRUP HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO - LIEFKENSHOEK. Afweging Alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo"

Transcriptie

1 PROJECT BRABO GRUP HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO - LIEFKENSHOEK Afweging Alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo

2 COLOFON Opdracht: Project Brabo Hoogspanningslijn Zandvliet - Lillo - Liefkenshoek Addendum: Afweging Alternatieven Opdrachtgever: ELIA ASSET N.V. Keizerslaan Brussel Opdrachthouder: Antea Belgium nv Roderveldlaan Antwerpen T : +32(0) F : +32 (0) BTW: BE RPR Antwerpen IBAN: BE BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer: /gpa Datum: status / revisie: 17 mei 2013 Versie 4 Vrijgave: Gert Pauwels, Account Manager Controle: Gert Pauwels, Account Manager MER-deskundige Projectmedewerkers: Gert Pauwels, Projectleider Heleen Van Cauwenberghe, Adviseur junior Antea Belgium nv 2013 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekstworden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

3 1 ALGEMEEN Doel van deze nota Doelstellingen plan Technische randvoorwaarden bij uitwerking van alternatieven DE VOORGESTELDE ALTERNATIEVEN Beschrijving onderzochte alternatieven Afweging alternatieven VISIE INITIATIEFNEMER OVERIGE ASPECTEN VOORSTEL VERDER TE ONDERZOEKEN IN PLAN-MER CONSEQUENTIES VOOR MER-PROCEDURE EN MER METHODIEK BIJLAGEN nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 1

4 1 Algemeen 1.1 Doel van deze nota Elia plant de aanleg van een hoogspanningsverbinding tussen het hoogspanningsstation te Zandvliet en het hoogspanningsstation te Lillo. In het kader van dit project, wordt er, conform de geldende regelgeving, een ruimtelijk uitvoeringsplan voor deze nieuwe verbinding opgemaakt. In het kader daarvan werd een plan MER-procedure opgestart, om zo de mogelijke milieueffecten van de nieuwe hoogspanningsverbinding te onderzoeken. De plan-mer-procedure werd opgestart door het opmaken van een kennisgevingsdossier (dossiernummer PL0128, Tijdens het openbaar onderzoek over deze kennisgeving (23 november 2012 t.e.m. 22 januari 2013) en het richtlijnenoverleg (5 februari 2013) werden verscheidene inspraakreacties ontvangen die betrekking hadden over de te onderzoeken alternatieven van dit plan. In de richtlijnen van dienst MER (18 februari 2013, wordt daarom door dienst MER gevraagd om in een aparte nota inzichtelijk te maken hoe de afweging van de te onderzoeken alternatieven werd uitgevoerd. Er wordt door dienst MER gevraagd om voor de alternatieven, zoals vermeld in de richtlijnen, na te gaan welke de voor- en nadelen zijn op vlak van technische haalbaarheid, ruimtelijke inpasbaarheid en milieuaspecten, om zo een gefundeerde keuze te kunnen maken welke alternatieven wel of niet verder in het MER dienen onderzocht te worden. Deze nota dient beschouwd te worden als een addendum op de eerdere kennisgeving, meer bepaald als een uitbreiding van Alternatieven, in die kennisgeving. Gelet op de conclusies van deze alternatievenafweging, (zie 8, achteraan dit document), dient het eerder gevoerde openbaar onderzoek over de kennisgeving van dit plan-mer, herhaald te worden, aangezien het plangebied (wegens de opnamen van extra te onderzoeken alternatieven) wordt uitgebreid naar de gemeente Stabroek. Deze nota geeft ook aan of de methodiek die in voorgaande kennisgeving werd besproken, dient aangepast te worden aan de bijkomende alternatieven. 1.2 Doelstellingen plan In de kennisgeving, hoofdstuk 2.1, wordt uitgebreid ingegaan op de doelstelling en verantwoording van het plan. De doelstellingen kunnen als volgt kort worden samengevat: verzekeren bevoorradingszekerheid en netveiligheid in de haven aansluiten bijkomende productie-eenheden op het net (zowel hernieuwbare als klassieke bronnen) versterken verbinding met Nederland voor Belgische bevoorradingszekerheid en opvangen van variabele fluxen in het net Om aan de doelstellingen zoals hierboven vermeld te voldoen, wordt er in het Brabo-project voorzien om extra verbindingen te realiseren vanuit Zandvliet naar het Zuiden. In praktijk gebeurt dit door de bouw van een 380kV-lijn vanuit Zandvliet via Lillo naar het knooppunt in het hoogspanningsstation Mercator (Kruibeke). Het passeren van het hoogspanningsstation te Lillo is noodzakelijk nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 2

5 Afwegingen uitvoeringsalternatieven met betrekking tot de beoogde doelstellingen. Naast het verhogen van de capaciteit van het 380kV net voor het toelaten van internationale fluxen, import en export, aansluitbaarheid van bijkomende productie, is het verhogen van de betrouwbaarheid van de levering aan op dat vlak erg veeleisende industrie onder andere vele Seveso-bedrijven, en dus ook de beschikbaarheid van het net één van de kerndoelstellingen Omwille van de sluiting en geplande sluiting van vele productie-eenheden, zij het klassieke of nucleaire moet het Brabo project er mede voor zorgen dat de importcapaciteit snel vergroot wordt in een eerste stap met zeker 1000 MW. De nodige investeringen worden hiervoor evenwel op een verdere lange termijn evolutie gedimensioneerd, met de bedoeling alle noden zoals ook eerder en ook verder beschreven te dekken voor de tijd van hun levensduur zijnde 40 tot wel 80 jaar. Deze betrouwbaarheid en beschikbaarheid wordt in de basisvariante bereikt door het bouwen van de nieuwe dubbele verbinding volgens een traject dat vooral in het havengebied (kritische voor de elektrische bevoorrading) een geografisch traject volgt verschillend van de bestaande 380kV verbindingen. Op deze wijze ontstaat samen met de bestaande 380kV verbindingen een volledige dubbele 380kV ring via de onderstations Zandvliet, Lillo, Mercator en Doel (zie onderstaande figuur). Door ook de twee ringen gescheiden uit te baten ontstaat een sterk betrouwbaar net dat de ontvangst van geïmporteerde elektriciteit en een opstelling van elektriciteitsproductie op vele geografisch verschillende plaatsen toelaat langsheen deze ring. Deze ring vormt anderzijds een betrouwbare slagader voor de voeding van de volledige haven met verschillende bedrijfstakken allen met hun specifieke eigenschappen. Deze doelstellingen houden uiteraard in dat de bestaande en nieuwe structuren een maximale betrouwbaarheid, beschikbaarheid en mogelijkheden moeten hebben. Het is daarom ook evident dat alle te onderzoeken uitvoeringsvarianten absoluut dienen te voldoen aan de hierboven gestelde doelstellingen en afwegingen nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 3

6 1.3 Technische randvoorwaarden bij uitwerking van alternatieven Volgende criteria worden specifiek voor dit project door Elia vooropgesteld (zie ook in kennisgeving): Er dient voldoende ruimte te zijn voor de technische installatie Op rechteroever bevindt zich momenteel ook nog een bovengrondse hoogspanningslijn 150 kv Lillo-Solvay. Op rechteroever bevindt zich momenteel ook nog een bovengrondse hoogspanninglijn 150 kv Zandvliet-Oorderen-Lillo Een overzicht van de bestaande lijnen in het Antwerps Havengebied wordt weergegeven op kaart in de kaartenbundel nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 4

7 2 De voorgestelde alternatieven In de volgende paragrafen wordt dieper ingegaan op de verschillende alternatieven en de analyse van de voor- en nadelen van deze alternatieven. 2.1 Beschrijving onderzochte alternatieven Volgende alternatieven worden in deze nota behandeld. Deze alternatieven werden enerzijds door Elia zelf onderzocht in de voorfase van dit project, anderzijds zijn enkele van deze alternatieven naar voren gebracht in de inspraakreacties op de kennisgeving. Verschillende van deze alternatieven worden naar voren gebracht vanuit de bezorgdheid (en leemte in de kennis) of de geplande hoogspanningslijn al dan niet interferentie met de navigatie-apparatuur ter hoogte van het sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis kan veroorzaken en de onzekerheid welke de impact hiervan kan zijn op de scheepvaart. In het bijzonder worden hiervoor de alternatieven 3, 5, 6, 7 en 8 naar voren gebracht. Vooruitlopend op de conclusie (zie hoofdstuk 4) zullen hiervan alternatieven 6 en 8 verder bijkomend onderzocht worden in het MER. Deze alternatieven worden weergegeven op kaart 1. (zie kaartenbundel in bijlage 1) Ten behoeve van deze nota werden de alternatieven genummerd van 1 tot 10. Deze nummering komt niet steeds overeen met de nummering zoals vermeld in de kennisgeving. Daar waar dit het geval is wordt dit vermeld. basistracé (ca m waarvan Scheldekruising ca m) - dit is het tracé dat door de initiatiefnemer als basistracé wordt vooropgesteld. Alternatief 1 (alternatief 1/scenario 2 in kennisgeving, lengte ca m) - aanleg van een nieuwe bovengrondse lijn ten westen van de Scheldelaan op de rechter Schelde oever met een lengte van m 1, ter hoogte van SOLVAY (overkant Scheldelaan) tot aan hoogspanningsstation Lillo - dit alternatief werd voorgesteld omdat op deze wijze de bedrijven aan de oostzijde van de Scheldelaan niet gekruist worden. Alternatief 2 (alternatief 2/scenario 3 in kennisgeving, lengte ca m ) - recuperatie van het bestaande 150 kv-traject tussen Solvay en Lillo op de rechter Scheldeoever over een lengte van m tot aan het hoogspanningsstation Lillo. De bestaande 150 kv-lijn Lillo-Solvay dient dan te worden omgelegd. - dit alternatief werd voorgesteld omdat op deze wijze de bedrijven aan de oostzijde van de Scheldelaan niet gekruist worden. 1 Deze vermelde lengtes betreffen de lengte van het alternatieve scenario voor dat deel van het basistracé waarvoor dit het alternatief is, om zo een correcte afweging mogelijk te maken. Dit dient dus niet steeds vergeleken te worden met de totale lengte van het basistracé nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 5

8 Alternatief 3 (scenario 4 in kennisgeving, lengte ca m) - aanleg van een nieuwe bovengrondse 380 kv-verbinding via Linkeroever, langsheen fort Liefkenshoek, Deurganckdok, Saeftinghedok en kerncentrale van Doel gevolgd door een oversteek van de Schelde naar Zandvliet, over een lengte van m van Zandvliet tot Liefkenshoek. - dit alternatief werd voorgesteld om op deze wijze de rechteroever te vrijwaren van een nieuwe hoogspanningslijn Alternatief 4 (scenario 5 in kennisgeving, lengte ca m) - dit alternatief is in wezen een variante van het alternatief 2. Echter wordt in dit alternatief nagegaan of het mogelijk is een bijkomende 380 KV-verbinding te realiseren door de nodige geleiders bij te hangen op bestaande masten van de aanwezige 150kV-lijn Lillo-Solvay - dit alternatief werd voorgesteld door dienst MER tijdens het richtlijnenoverleg van 5 februari 2013 Alternatief 5 (lengte ca m) - dit alternatief volgt grotendeels het basistracé. Ter hoogte van de kruising van het sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis wordt er een ondergrondse kruising voorzien van het sluizencomplex (l1.060 m). Bij het onderzoek en uittekenen van dit alternatief werd rekening gehouden met de mogelijke aanleg van een 3 e sluis aan de noordzijde van het huidige sluizencomplex. - dit alternatief wordt voorgesteld vanuit de inspraakreacties op de kennisgeving. Alternatief 6 (lengte ca m) - dit alternatief volgt grotendeels het basistracé. Ter hoogte van de kruising van het sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis wordt er een kruising voorzien die oostelijker gelegen is ten opzicht van het basistracé. - Dit alternatief wordt voorgesteld uit de inspraakreacties op de kennisgeving. Alternatief 7 (lengte ca m) - aanleg van een nieuwe volledige ondergrondse 380 kv-verbinding via de Scheldelaan over een lengte van m van Zandvliet tot aan het hoogspanningsstation te Lillo - dit alternatief wordt voorgesteld vanuit de optiek dat op deze wijze er geen bovengrondse kruising dient te gebeuren van de bedrijven langsheen de Scheldelaan. Alternatief 8 (lengte ca m: waarvan ong. 16 km langs A12): - aanleg van een bovengrondse 380 kv-verbinding tussen Zandvliet en Lillo buiten het havengebied, langs de bestaande 150 kv-hoogspanningsleiding, die grotendeels langs de A12 loopt. Bij dit alternatief wordt onderzocht hoe het traject van deze bestaande bovengrondse 150 kv lijn gerecupereerd kan worden voor de nieuwe 380 kv-verbinding. De huidige aanwezige 150 kv-verbinding dient dan via een andere route omgelegd te worden. - dit alternatief wordt opgenomen naar aanleiding van de inspraakreacties op de kennisgeving, vanuit de optiek dat op deze wijze de kruising van de aanwezige bedrijven langsheen de Scheldelaan vermeden wordt. Alternatief 9 (lengte ca m) - dit alternatief volgt het basistracé, maar voorziet een ondergrondse kruising van de Schelde over een lengte van m, voor de verbinding naar Liefkenshoek. - dit alternatief wordt opgenomen naar aanleiding van de inspraakreacties tijdens het richtlijnenoverleg van 5 februari nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 6

9 Alternatief 10 (lengte ca m) - dit alternatief volgt grotendeels het basistracé, maar voorziet in een meer westelijke kruising van het sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis, zo dicht mogelijk tegen de Schelde aan. - dit alternatief wordt opgenomen in de bespreking naar aanleiding van de inspraakreacties tijdens het richtlijnenoverleg van 5 februari nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 7

10 2.2 Afweging alternatieven Bij het onderzoek naar mogelijke alternatieven zijn er verschillende voorwaarden en criteria waarmee rekening moet worden gehouden en dewelke dus een beperking op de mogelijke alternatieve scenario s opleggen. De voorgestelde alternatieven dienen te beantwoorden aan de doelstellingen van de initiatiefnemer. De alternatieven dienen zowel technisch als ruimtelijk haalbaar te zijn. Alternatieven die voldoen aan bovenstaande criteria worden verder op beknopte wijze geanalyseerd op enkele milieuaspecten. Relevante disciplines voor een milieubeoordeling zijn: - Fauna en flora (zie bijlage 1) - Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie (zie bijlage 1) - Mens-gezondheid en psychosomatische aspecten Hiervoor wordt per tracé weergegeven welke kwetsbare en waardevolle gebieden doorkruist worden, en dit vanuit de optiek dat deze gebieden bepalend zijn bij het inschatten van de mogelijke milieueffecten. Per scenario gebeurt er in de milieubeoordeling een onderzoek naar de kwetsbaarheid, dit door de referentiesituatie per relevante discipline te analyseren en te toetsen aan het basistraject. In onderstaande tabellen wordt op beknopte wijze weergegeven welke de voor- en nadelen zijn van de verschillende tracés. Achteraan deze tabellen volgt, voor enkele aspecten met betrekking tot de technische en ruimtelijke haalbaarheid, een verdere uitleg meer in detail en voorzien van de nodige illustraties. Per alternatief tracé wordt op basis van de analyse van de technische, ruimtelijke en milieuaspecten de verdere argumentatie ontwikkeld waarom een welbepaald alternatief al dan niet als redelijk haalbaar alternatief beschouwd wordt. Belangrijk te vermelden is het doel van het zoeken en voorstellen van alternatieven en even dieper in te gaan op wat als redelijke alternatieven beschouwd wordt. Het voorstellen van alternatieven wordt gedaan vanuit de optiek dat het voorgestelde alternatief op één of meerdere aspecten een wezenlijk voordeel oplevert ten opzichte van het basistracé. Een alternatief moet dus (ten opzichte van het basistracé of andere alternatieven) relevant zijn vanwege mogelijk afwijkende milieugevolgen. Het heeft geen zin om nieuwe, andere alternatieven te ontwikkelen als die niet leiden tot wezenlijk andere milieugevolgen. Het gaat hier altijd over Redelijkerwijs te beschouwen alternatieven dewelke als volgt worden toegelicht: - redelijk : De alternatieven moeten rekening houden met het doel, en de geografische werkingssfeer onder meer in functie van de mogelijke milieueffecten van het voorgenomen plan nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 8

11 2.2.1 Basistracé - realistisch : De alternatieven moeten uitvoerbaar zijn. Ze moeten een oplossend vermogen hebben. Uitvoerbaar dient hier geïnterpreteerd te worden als technisch haalbaar. Een technisch haalbaar alternatief wordt in deze beschouwd als een alternatief dat in de praktijk kan worden uitgevoerd, gebruik makend van bestaande technieken. Er wordt hierbij ook rekening gehouden met het risico dat de voorgestelde uitvoering met zich meebrengt, dewelke afgewogen worden tegenover de voordelen op milieu- (of ander) vlak die men wenst te bewerkstelligen met dat welbepaalde alternatief. - De kostprijs speelt hier (in het kader van een milieueffectenrapport) in eerste instantie niet mee. Echter is kostprijs ook een belangrijke factor om te bepalen of een alternatief als realistisch beschouwd kan te worden. Hierop wordt ingegaan in hoofdstuk 4. Technisch Ruimtelijk Milieu Voordelen + normale werking haven minimaal verstoord tijdens aanleg HS-lijn + geen technische beperkingen + beproefde technieken en beschikbaarheid Mogelijke impact - kruisen bedrijventerreinen: aan de oostzijde van de Scheldelaan bevinden zich verschillende bedrijven die door de nieuwe bovengrondse hoogspanningslijn overspannen worden. - nemen van de nodige veiligheidsmaatregelen Leemten in de analyse - Al dan niet interferentie navigatieapparatuur sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis Voordelen + voldoende ruimte + voornamelijk gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven, ook gedeelte gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut Mogelijke impact - kleiner gedeelte in gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur, zone voor permanente ecologische infrastructuur met medegebruik - kruising waterwegen Voordelen + geen woningen binnen de 0,4 µt-contour. + niet boven beschermd dorpsgezicht + ligt niet in of nabij beschermde archeologische sites of zones voor archeologische potenties Mogelijke impact - kruist de Schelde - kruist lijnelement Dijken in de Kust en Scheldepolders - kruisen relictzone Brakwaterschorren van de Schelde - nabij beschermd dorpsgezicht Lillo-fort met veer en getijdehaventje - nabij het beschermd monument Lillo-fort: blokhuis (ruïne, kruitmagazijn, 2 poternes, kazematten, officierswoning (kazerneplein, 6,7,8, 9 en omgeving) - nabij beschermd monument De stenen windmolen De Eenhoorn - nabij Beschermd landschap Groot Buitenschoor-Galgeschoor - doorkruisen biologisch waardevolle percelen - kruisen vogelrichtlijngebied Schorren en polders van de Beneden- Schelde-oever1.400 m - kruisen habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent : m nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 9

12 Technisch Ruimtelijk Milieu - kruisen VEN-gebied de slikken en schorren langsheen de Schelde : 800 m - kruisen erkend natuurreservaat Groot Buitenschoor en Galgenschoor : 380 m Bespreking basistracé Voor een verdere bespreking van het basistracé wordt verwezen naar de eerdere Kennisgeving. Dit tracé zal ten gronde onderzocht worden in de verdere MER-procedure, volgens de methodiek zoals weergegeven in de kennisgeving. Het basisalternatief bestaande uit een luchtlijnverbinding met 2 circuits met elk een transportcapaciteit van nagenoeg 2000 MVA voldoet in alle opzichten aan de doelstellingen zoals door Elia gesteld. De studie met betrekking tot de invloed van dit traject op de installaties en aanwezigheid van alle betrokken partijen is zeer ver gevorderd. De gedetecteerde mogelijke problemen en risico s werden onderworpen aan risicoanalyses die geleid hebben tot het uitwerken van oplossingen om de risico s beheersbaar te maken. Deze technische oplossingen hebben tot een kostprijs geleid die hoger is dan deze van een elektrisch evenwaardige hoogspanningslijn in landelijk gebied. De risicoanalyses zullen geofficialiseerd worden door middel van een Ruimtelijk Veiligheid Rapport dat intussen door Elia met een erkend studiebureel is opgestart. Met betrekking tot de technische aspecten dient gemeld te worden dat er momenteel een leemte in de kennis is omtrent de mogelijke interferentie van een bovengrondse hoogspanningslijn op de navigatieapparatuur van het sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis. Er kan verondersteld worden dat de aanwezigheid van een bovengrondse hoogspanningslijn via het basistracé in de nabijheid van de navigatieapparatuur van het sluizencomplex storend kan interfereren met de waarnemingen. Zonder verder onderzoek naar de achterliggende oorzaak van deze interferentie kan hierover op dit moment echter geen uitspraak gedaan worden over het voorkomen en de eventuele omvang van dit fenomeen. Teneinde een antwoord te bieden aan deze leemte, worden hiervoor alternatieven 3, 5, 6, 7, 8 voorgesteld. Tevens werd vanuit ELIA het initiatief genomen om dit fenomeen verder te onderzoeken, in samenwerking met de Universiteit Gent en de betrokken havenautoriteiten nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 10

13 2.2.2 Alternatief 1 Alternatief 1 Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten Voordelen + normale werking haven minimaal verstoord tijdens aanleg HS-lijn, + bedrijventerreinen ten oosten van de Scheldelaan worden niet gekruist + beschikbaar terrein wordt niet gehypothekeerd Leemten in de analyse - Al dan niet interferentie navigatieapparatuur sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis Voordelen + doorkruist gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven volgens geldende bestemmingsplannen Mogelijke impact - doorkruist op de geldende bestemmingsplannen: gebied voor verkeersen vervoersinfrastructuur, zone voor permanente ecologische infrastructuur met medegebruik, bufferzones, parkgebied, natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, bijzondere natuurgebieden (waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten), woongebied met cultureel, historisch en/of esthetische waarde - kruist waterwegen Voordelen + niet in of nabij beschermde archeologische sites of zones voor archeologische potenties Mogelijke impact - Binnen de 0,4 µt contour bevinden zich 18 woningen ter hoogte van Lillo-fort. - kruist de Schelde - grenst aan de binnenste fortengordel (fortengordel rond Antwerpen) - kruist het lijnelement: dijken in de Kust- en Scheldepolder - doorkruist over een afstand van m de relictzone Brakwaterschorren van de Schelde - doorkruist over een afstand van 500 m het beschermd dorpsgezicht Lillo-fort met veer en getijdehaventje - grenst aan het beschermd monument Lillo-fort: blokhuis (ruïne, kruitmagazijn, 2 poternes, kazematten, officierswoning (kazerneplein, 6,7,8, 9 en omgeving) (200 m afstand) - grenst aan het beschermd monument De stenen windmolen De Eenhoorn over een lengte van 200 m - grenst over een lengte van m aan Beschermd landschap Groot Buitenschoor-Galgeschoor (maximale afstand 100 m) - doorkruist over een afstand van m biologisch waardevolle percelen bestaande uit ruigtes, dijken, loofhoutaanplant, struweelopslag. - doorkruist over een afstand van 385 m aan biologisch zeer waardevolle percelen (eutrofe plassen, rietland, schorre) nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 11

14 Alternatief 1 Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten - doorkruist voor m het vogelrichtlijngebied Schorren en polders van de Beneden-Schelde-oever - doorkruist voor m Habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent - doorkruist voor m het VEN-gebied de Slikken en schorren langsheen de Schelde - doorkruist voor m het erkend natuurreservaat Groot Buitenschoor en Galgenschoor Bespreking alternatief 1 Dit alternatief voorziet de aanleg van een nieuwe bovengrondse lijn, gedeeltelijk ten westen van de Scheldelaan op de rechter Schelde oever met een lengte van mr. Ten opzichte van het basistracé wordt de lijn vanaf SOLVAY tot aan hoogspanningsstation Lillo dus aan de overzijde van de Scheldelaan aangelegd, en gebundeld met de bestaande, bovengrondse 150 kv verbinding die de voeding is voor SOLVAY vanuit het hoogspanningsstation Lillo. De totale lengte van de hoogspanningslijn Zandvliet-Lillo- Liefkenshoek volgens dit alternatief bedraagt dan ong. 11,7 km. Er wordt hierbij voldaan aan de doelstellingen van Elia, evenals aan de technisch-ruimtelijke criteria. Ten aanzien van het basistracé doorkruist alternatief 1 meer kwetsbare gebieden inzake landschap (4.900 m t.a.v. 900m), meer biologisch waardevolle gebieden (84,5% tav 44,5%) en liggen er meer woningen binnen de 0,4μT contour. Alhoewel alternatief vanuit milieuoogpunt na een eerste beknopte analyse als negatiever dan het referentietraject wordt beschouwd, wordt dit omwille van de ruimtelijke en technische voordelen (geen kruising van Seveso-bedrijventerreinen langs Scheldelaan) toch als volwaardig alternatief beschouwd. Dit alternatief wordt technisch en ruimtelijk als haalbaar geacht en wordt derhalve meegenomen in het verder onderzoek in de MER-procedure nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 12

15 2.2.3 Alternatief 2 Alternatief 2 Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten Voordelen + normale werking haven minimaal verstoord tijdens aanleg HS-lijn + bedrijventerreinen ten oosten van de Scheldelaan worden niet gekruist + Traject van bestaande lijn kan gerecupereerd worden. Mogelijke knelpunten - Technisch haalbaar maar bijkomende werken nodig voor het ondergronds brengen van de bestaande 150 kv-lijn Lillo-Solvay Leemten in de analyse - Al dan niet interferentie navigatieapparatuur sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis Opmerking - akkoord nodig van Solvay voor recuperatie bestaande lijn Voordelen + doorkruist gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven volgens geldende bestemmingsplannen + recuperatie van de locatie van een bestaande hoogspanningslijn Mogelijke impact - doorkruist op de geldende bestemmingsplannen: gebied voor verkeersen vervoersinfrastructuur, zone voor permanente ecologische infrastructuur met medegebruik, bufferzones, natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, bijzondere natuurgebieden (waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten) - kruist waterwegen Voordelen + geen woningen binnen de 0,4 µt-contour. + niet in of nabij beschermde archeologische sites of zones voor archeologische potenties + deels een recuperatie van een reeds bestaande lijn en dus wordt verwacht dat de impact in vergelijking met een nieuwe bovengrondse hoogspanningslijn kleiner is Mogelijke impact - kruist het lijnelement: dijken in de Kust- en Scheldepolder - kruist de Schelde - kruist de binnenste fortengordel (fortengordel rond Antwerpen) - kruist over een afstand van m aan relictzone Brakwaterschorren van de Schelde - kruist over een afstand van 500 m het beschermd dorpsgezicht Lillofort met veer en getijdehaventje - grenst over een afstand van m met een maximale afstand van 50 m aan het beschermd landschap Groot Buitenschoor- Galgeschoor : - grenst aan het beschermd monument Lillo-fort: blokhuis (ruïne, kruitmagazijn, 2 poternes, kazematten, officierswoning (kazerneplein, 6,7,8, 9 en omgeving) (maximale afstand: 200 m) - grenst aan het beschermd monument De steenen windmolen De Eenhoorn (maximale afstand: 100 m) - doorkruist 374 m biologisch zeer waardevolle percelen (eutrofe plassen, rietlanden, schorren) en m biologisch waardevolle percelen (dijken, ruigten, struweelopslag) - kruist Vogelrichtlijngebied over een afstand van m nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 13

16 Alternatief 2 Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten - het Habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium over een afstand van m - VEN-gebied over een afstand van m - erkend natuurreservaat over een afstand van m - totaal aantal m gekruist kwetsbaar gebied: m Bespreking alternatief 2 Dit alternatief voorziet de recuperatie van het bestaande 150 kv-traject tussen Solvay en Lillo op de rechter Schelde-oever over een lengte van m tot aan het hoogspanningsstation Lillo. De totale lengte van de hoogspanningslijn Zandvliet-Lillo-Liefkenshoek volgens dit alternatief bedraagt dan ong. 11,9 km. De bestaande bovengrondse 150kV verbinding tussen Solvay en Lillo wordt ondergronds aangelegd. Er wordt voldaan aan de doelstellingen van Elia, evenals aan de technisch-ruimtelijke criteria. Landschappelijk gezien doorkruist dit alternatief meer kwetsbare gebieden dan het basistraject. Tevens doorkruist dit alternatief verschillende kwetsbare aandachtsgebieden voor Fauna en Flora (Habitat- en vogelrichtlijngebied, VEN-gebieden en natuurreservaten) over een grotere lengte dan bij het basistracé. Het voordeel van alternatief 2 is dat het hier deels een recuperatie betreft van een reeds bestaande lijn en dus verwacht wordt dat de globale impact in vergelijking met een nieuwe bovengrondse hoogspanningslijn kleiner is, aangezien zich nu op deze locatie ook reeds een bovengrondse hoogspanningslijn bevindt. Dit dient uiteraard verder onderzocht te worden. Een nadeel is dat de bestaande 150 kv-lijn Lillo-Solvay dan ondergronds dient gebracht te worden langs de Scheldelaan omwille van de grote aanwezigheid van andere kabels, nutsleidingen en weginfrastructuur in de Scheldelaan. Om de bestaande 150 kv lijn te kunnen vervangen moeten er twee ondergrondse verbindingen aangelegd worden met min. 2 m tussenafstand in aparte sleuven, om de onafhankelijke werking van beide ondergrondse verbindingen te waarborgen. Dit kan door aan weerskanten van de Scheldelaan, in de parkeerstroken, één verbinding te plaatsen. Een gelijktijdige beschadiging van beide verbindingen is zo uitgesloten zodat de voeding naar Solvay niet in het gedrang kan komen. De breedte van de sleuf van één verbinding bedraagt ongeveer 65 cm op 1,5 m diepte. De duur voor de aanleg van 1 verbinding bedraagt ongeveer 4 maanden, waarbij de betrokken parkeerstrook niet meer toegankelijk zal zijn voor voertuigen en vrachtwagens. Dit alternatief wordt technisch en ruimtelijk als haalbaar geacht en wordt derhalve meegenomen in het verder onderzoek in de MER-procedure nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 14

17 2.2.4 Alternatief 3 Alternatief 3 (HS-lijn op Linkeroever) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten Voordelen + Geen kruising van de bedrijven langs de Scheldelaan + Geen kruising van het sluizencomplex Berendrecht en Zandvlietsluis. Mogelijke impact - Doelstelling van het ontsluiten van de rechteroever op 380 kv wordt niet bereikt. - Kruising Schelde over een grote afstand: Zie problematiek bestaande kruising 380 kv lijn Doel-Zandvliet met een mast in het midden van de Schelde die de toekomstige vaargeul naar een mogelijk Saeftinghe dok belemmerd. - de bestaande hoogte van de 380 kv lijn Doel- Zandvliet (= +/- 76m) boven Schelde is nu al niet voldoende geacht (te laag) - Kruising van 2 bestaande 380 kv lijnen van Mercator-Doel op linkeroever, Leemten in de analyse - Al dan niet interferentie navigatieapparatuur sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis, de toegang van de getijdendokken Deurganck en Saeftinge en de Scheldekruising verder stroomafwaarts Voordelen + doorkruist op de geldende bestemmingsplannen: gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven Mogelijke impact - langer (ca m t.o.v m) - kruising Schelde over een grote afstand met een tussenmast in de vaargeul van de Schelde. - kruising van het bestaande Deurganckdok en het toekomstige Saeftinghedok De bestaande hoogte van de HS-lijnen Mercator-Doel is nu al niet voldoende (te laag) - doorkruist volgens de geldende bestemmingsplannen o.a. : gebied voor waterweg infrastuctuur, gebied voor productie van energie, natuurgebied. parkgebieden. Voordelen + niet in of nabij beschermde archeologische sites of zones voor archeologische potenties Nadelen - Binnen de 0,4 µt contour bevinden zich 34 woningen. - kruist over een afstand van m het beschermd landschap Groot Buitenschoor en Galgenschoor - kruist over een afstand van 700 m het beschermd landschap Slikken en schorren van Oud Doel - kruist over een afstand van 437 m het beschermd monument en puntrelict Fort Liefkenshoek - kruist over een afstand van m de relictzone Brakwaterschorren van de Schelde: - kruist over een afstand van m de relictzone Scheldepolders Beveren en de Scheldeschorren - grenst aan het beschermd monument orgel van de O.L.V. kerk - kruist lijnrelict de Schelde - kruist het agrarisch ontginningslandschap Scheldepolder ten oosten van kanaal Gent-Terneuzen - kruist de Schelde en de dijken van de Scheldepolder - kruist de binnenste fortengordel (Liefkenshoekfort) - doorkruist m aan biologisch zeer waardevolle percelen (rietland, bermen, perceelsranden met elementen van rietlanden, slik of spuikom, schorre) - doorkruist 786 m aan biologisch waardevolle percelen (ruigten en nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 15

18 Alternatief 3 (HS-lijn op Linkeroever) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten dijken). - doorkruist:voor m Habitatrichtlijngebied - doorkruist voor m Vogelrichtlijngebied - doorkruist voor m VEN-gebied - doorkruist voor m erkend natuurreservaat - totaal aantal m gekruist kwetsbaar gebied: m Bespreking alternatief 3 Het nadeel van dit tracé is dat hierbij geen geografisch onafhankelijk 380kV tracé wordt bekomen, t.o.v. andere tracés en bestaande verbindingen in het Havengebied. Dit is één van de belangrijkste doelstellingen. Ook de doelstelling om ook op rechteroever het 380kV net toegankelijk te maken voor rechtstreekse aansluiting van productie-eenheden of transformatoren voor een robuustere voeding van de onderliggende netten op lagere spanningen wordt met deze oplossing niet bereikt. Ten opzichte van het basistracé is dit alternatief ongeveer even lang (tracé van Zandvliet tot Linkeroever t.h.v. de Liefkenshoektunnel). Tevens is de aanleg van een bovengrondse hoogspanningslijn in deze omgeving aanzienlijk complexer, gelet op de technische vereisten voor de kruising van de Schelde stroomafwaarts van de grote zeesluizen en de kruising van de aanwezige en geplande dokken. De kruising Schelde dient te gebeuren over een afstand van 2,6 à 3 km met de inplanting van 1 mast in de Schelde (hoogte +/- 185 m), gelijkaardig aan de bestaande kruising van de Schelde door de 380 kv lijn Doel-Zandvliet over een afstand van 2,2 km (hoogte mast +/- 170 m). De kruising van de dokken gebeurt telkens over een afstand van +/- 640m met minimum hoogte van 165 m. Bij dit alternatief worden ook de bestaande 380 kv-lijnen Doel-Mercator gekruist. De kruising van verschillende 380-kV-lijnen wordt als kritisch beschouwd, waaraan verschillende risico s inzake netveiligheid verbonden zijn. Incidenten en onderhoudswerken kunnen immers tot meervoudige en gelijktijdige onbeschikbaarheid leiden van verschillende lijnverbindingen. Bij een tracé op Linkeroever zijn er geen bijkomende aansluitingsmogelijkheden voor zowel productie-eenheden als voedingstransformatoren naar het onderliggende 150- kv en 36 kv-net. Inzake natuur en landschapswaarden kruist dit tracé over een aanzienlijk langere afstand dan het basistracé verschillende beschermde en waardevolle gebieden (o.a. beschermde landschappen, relictzones, vogelrichtlijngebied en natuurreservaat). Zo wordt bijvoorbeeld in dit alternatief de doorkruiste lengte van het Vogelrichtlijngebied meer dan verviervoudigd. Bijkomend bevinden er zich in de nabijheid van dit tracé ook meer woningen dan bij het basistracé. Er kan dan ook redelijkerwijze verondersteld worden dat de milieu-impact van dit tracé ook niet lager is dan bij het volgen van het basistracé. Aangezien dit tracé op technisch vlak niet aan de doelstellingen voldoet, op ruimtelijk vlak duidelijke nadelen heeft t.o.v. het basistracé en er geen duidelijke voordelen met betrekking tot de mogelijke milieueffecten inzake landschap, fauna en flora en mens zijn, wordt geoordeeld dat dit tracé niet verder onderzocht dient te worden in het MER nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 16

19 2.2.5 Alternatief 4 Alternatief 4 (Alternatief 2 + bijhangen 380 kv-lijn op bestaande 150kV-lijn Lillo-Solvay) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten Voordelen + normale werking haven niet verstoord tijdens aanleg HS-lijn + bedrijventerreinen ten oosten van de Scheldelaan worden niet gekruist + Beschikbaar terrein wordt niet gehypothekeerd Mogelijke impact - technisch niet mogelijk omdat zowel de masten als de funderingen er niet op voorzien zijn en ook niet aanpasbaar zijn voor de nieuwe situatie (4 draadstellen i.p.v. 2) zonder volledige afbraak en heropbouw. Voorafgaandelijk moet een nieuwe dubbele voeding voor Solvay worden aangelegd die achteraf terug wordt afgebroken. - 4 circuits (2 op 380kV en 2 op 150kV zorgen voor hogere onbeschikbaarheid door noodzakelijke buitenbedrijfstelling bij onderhoudswerken zoals schilderwerken op deze masten Leemten in de analyse - Al dan niet interferentie navigatieapparatuur sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis Voordelen + doorkruist gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven volgens geldende bestemmingsplannen Mogelijke impact - doorkruist op de geldende bestemmingsplannen: gebied voor verkeersen vervoersinfrastructuur, zone voor permanente ecologische infrastructuur met medegebruik, bufferzones, natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, bijzondere natuurgebieden (waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten) - kruist waterwegen Voordelen + ligt niet in of nabij beschermde archeologische sites of zones voor archeologische potenties + deels een recuperatie van een reeds bestaande lijn en dus wordt verwacht dat de impact in vergelijking met een nieuwe bovengrondse hoogspanningslijn kleiner is Nadelen - kruist over een afstand van m aan relictzone Brakwaterschorren van de Schelde - kruist over een afstand van 500 m het beschermd dorpsgezicht Lillofort met veer en getijdehaventje - grenst over een afstand van m met een maximale afstand van 50 m aan het beschermd landschap Groot Buitenschoor- Galgeschoor - grenst aan het beschermd monument Lillo-fort: blokhuis (ruïne, kruitmagazijn, 2 poternes, kazematten, officierswoning (kazerneplein, 6,7,8, 9 en omgeving) (maximale afstand: 200 m) - grenst aan het beschermd monument De steenen windmolen De Eenhoorn (maximale afstand: 100 m) - kruist de dijken van de Scheldepolders - kruist de Schelde kruist de binnenste fortengordel (fortengordel rond Antwerpen) - doorkruist 374 m biologisch zeer waardevolle percelen (eutrofe plassen, rietlanden, schorren) - doorkruist m biologisch waardevolle percelen (dijken, ruigten, nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 17

20 Alternatief 4 (Alternatief 2 + bijhangen 380 kv-lijn op bestaande 150kV-lijn Lillo-Solvay) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten struweelopslag) - totaal aantal m gekruist kwetsbaar gebied: m: - kruist Vogelrichtlijngebied over een afstand van m - kruist het Habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium over een afstand van m - kruist VEN-gebied over een afstand van m - kruist erkend natuurreservaat over een afstand van m Bespreking alternatief 4 Bij dit alternatief werd voorgesteld om bijkomende geleiders op te hangen op de bestaande masten van de 150 kv-lijn Lillo-Solvay. Het bijhangen van bijkomende hoogspanningslijnen op deze bestaande masten of mastarmen is echter technisch niet mogelijk, aangezien de masten (bevestigingsbouten, raamwerk, ) en de fundering van de masten er niet op voorzien zijn om bijkomende draadstellen te dragen, zowel naar gewicht als naar spanningen en krachten die hierbij optreden. De enige mogelijke oplossing om de 4 draadstellen (2 x 150 kv van Lillo-Solvay en 2 x 380 kv van Lillo-Zandvliet) op één mastenrij en op dezelfde locatie als de huidige 150 kv lijn Lillo-Solvay te plaatsen, is een volledige vervanging van de huidige 150 kv lijn Lillo-Solvay door een nieuwe hoogspanningslijn geschikt voor 4 draadstellen. Deze vervanging vergt een lange buitenbedrijfstelling van de 150 kv lijn Lillo-Solvay. Om evidente redenen is dit ontoelaatbaar voor de bedrijfsactiviteiten van Solvay. Dit kan enkel indien Solvay tijdens de ombouw via ondergrondse kabels gevoed wordt en dan vervallen we in het alternatief 2 dat wel hernomen wordt in dit onderzoek. Landschappelijk gezien doorkruist dit alternatief meer kwetsbare gebieden dan het basistraject. Tevens doorkruist dit alternatief verschillende kwetsbare aandachtsgebieden voor Fauna en Flora (Habitat- en vogelrichtlijngebied, VEN-gebieden en natuurreservaten) over een grotere lengte dan bij het basistracé. Het voordeel van alternatief 4 is dat het hier deels een recuperatie betreft van een reeds bestaande lijn en verwacht wordt dat de globale impact in vergelijking met een nieuwe bovengrondse hoogspanningslijn geringer is, aangezien zich op deze locatie reeds een hoogspanningslijn bevindt. Er wordt dan ook besloten dat dit alternatief niet als een redelijk haalbaar alternatief beschouwd dient te worden en derhalve niet verder onderzocht dient te worden in het MER (de variant die wel als technisch haalbaar geacht wordt, wordt besproken als alternatief 2) nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 18

21 2.2.6 Alternatief 5 Alternatief 5 (Ondergrondse kruising Sluizencomplex Berendrechtsluis-Zandvlietsluis) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten Voordelen + geen overspanning van het sluizencomplex Mogelijke impact - risico bevoorradingszekerheid (zie detailuitleg onder de tabel) - risico s inzake technische aspecten (zie detailuitleg onder tabel) Voordelen + ligt grotendeels gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven en deels in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. Mogelijke impact - knelpunt ruimtelijke inpassing (inpassing transitiestation en ruimte voor boringen, zie detailuitleg onder tabel) - doorkruist volgende geldende bestemmingsplannen o.a. gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur, zone voor permanente ecologische infrastructuur met medegebruik - doorkruist waterweg Voordelen + geen woningen binnen de 0,4 µt-contour. + niet boven beschermd dorpsgezicht + ligt niet in of nabij beschermde archeologische sites of zones voor archeologische potenties Mogelijke impact - kruist de Schelde - kruist lijnelement Dijken in de Kust en Scheldepolders - kruisen relictzone Brakwaterschorren van de Schelde - nabij beschermd dorpsgezicht Lillo-fort met veer en getijdehaventje - grenst aan het beschermd monument Lillo-fort: blokhuis (ruïne, kruitmagazijn, 2 poternes, kazematten, officierswoning (kazerneplein, 6,7,8, 9 en omgeving) - nabij beschermd monument De steenen windmolen De Eenhoorn - nabij Beschermd landschap Groot Buitenschoor-Galgeschoor - doorkruisen biologisch waardevolle percelen - kruisen vogelrichtlijngebied Schorren en polders van de Beneden- Schelde-oever1.400 m - kruisen habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent : m - kruisen VEN-gebied de Slikken en schorren langsheen de Schelde : 800 m - kruisen erkend natuurreservaat Groot Buitenschoor en Galgenschoor : 380 m nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 19

22 Bespreking alternatief 5 In dit alternatief wordt voorgesteld om een ondergrondse kruising te voorzien onder het sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis. Zie ook bijlage 2 voor een schematische weergave hiervan. Aspecten bevoorradingszekerheid Een enkelvoudige ondergrondse 380kV kabelverbinding heeft rekening houdend met de technologische en enigszins beproefde mogelijkheden een transportcapaciteit van ongeveer 1000 MVA (dit is te vergelijken met een transportcapaciteit van 2000 MVA voor een luchtlijn). Algemeen (ook internationaal) wordt een net ontwikkeld om bij verlies van één element, in dit geval één verbinding, nog steeds de gevraagde transportcapaciteit te kunnen verzekeren. Dit is nodig om tijdens onbeschikbaarheid om redenen van onderhoud en incident op één verbinding nog steeds de gewenste transportcapaciteit te kunnen waarborgen (dit is gekend als het N 1 principe). De nagestreefde transportcapaciteit van de verbinding is zoals hoger vermeld gelijk aan 2000 MVA. Het basistracé bestaat zodoende uit een hoogspanningslijn voorzien van 2 circuits van 2000 MVA. Verder is er te noteren dat er een beperking optreedt op de transportcapaciteit van de ondergrondse 1000 MVA verbindingen tot zelfs 700 MVA wanneer deze op grote diepte worden aangelegd of te dicht in elkaars nabijheid moeten aangelegd worden om redenen van ruimtegebrek, waardoor de verbindingen elkaar opwarmen. Om een lijnverbinding van 2000 MVA deels ondergronds te brengen zijn om deze reden dan ook minstens drie ondergrondse kabelverbindingen (700 MVA) noodzakelijk. Voor de twee lijncircuits die zich op dezelfde mastenrij bevinden (in het basistracé) moeten in totaal dan ook 6 kabelverbindingen (zie figuur hieronder) worden aangelegd. Dit brengt met zich mee dat er ook 6 boringen dienen te gebeuren, die allemaal dienen te slagen. Deze verbindingen worden 3 per 3 gekoppeld aan elk van de circuits van de luchtlijn. Tevens wordt ervoor gezorgd dat iedere kabel op zich loskoppelbaar is van de luchtlijn zodat bij een kabelfout op redelijk korte termijn de verbinding terug in dienst gesteld worden met 2 kabels i.p.v nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 20

23 In de veronderstelling dat grotere geleiderdoorsnedes beschikbaar zouden zijn om het aantal kabelverbindingen te beperken tot twee in plaats van drie per circuit wordt niet overwogen om de enige reden dat dit de beschikbaarheid van de totale verbinding aanzienlijk zou reduceren bij eventueel defect op één van deze twee verbindingen in vergelijking tot het verlies van één op drie verbindingen. Kabelverbindingen geplaatst in een ondergrondse boring die defect zouden geraken zijn immers niet herstelbaar en moeten vervangen worden. Dit kan door een nieuwe boring uit te voeren die omwille van de uitvoeringstermijn tot een onverantwoord lange onbeschikbaarheid leidt. Hierdoor is de beoogde betrouwbaarheid en voedingszekerheid niet meer aanwezig en moet ofwel het importniveau van stroom uit het buitenland verminderd worden ofwel moeten aanwezige productie-eenheden stilgelegd worden. Voorafgaandelijke bijkomende boringen en aanleg van reservekabels kan dit probleem verhelpen maar verhoogt het aantal kabels (en de ruimte-inname die hiermee gepaard gaat). Betrouwbaarheid van verbindingen: Een standaard lijnverbinding bestaat uit naakte geleiders opgehangen aan isolatoren aan de mastarmen van de hoogspanningsmasten. De meest voorkomende fouten op lijnverbindingen zijn te wijten aan overslag op de isolatoren ten gevolge van overspanningen die veroorzaakt worden door atmosferische omstandigheden (onweer). Deze fouten zijn van zeer korte duur en worden door de aanwezige beveiligingsapparatuur zeer snel geëlimineerd door automatische uitschakeling van de betrokken fasegeleider waarop onmiddellijk daarna een automatische wederinschakeling volgt. De tijd van onbeschikbaarheid beperkt zich tot enkel seconden bij dergelijke fouten. Ondergrondse kabels hebben een complexe samenstelling die zeer gevoelig is aan beschadigingen van buitenaf en aan veroudering die evenredig is met de temperatuur die op zijn beurt afhankelijk is van de grootte van belastingstroom doorheen de kabels. De betrouwbaarheid van ondergrondse kabelverbindingen neemt af naarmate de verbinding langer wordt, naarmate er meer componenten worden gebruikt, naarmate de mogelijkheid op beschadiging van buiten af vergroot en vooral wanneer de toegankelijkheid belemmerd wordt waardoor de hersteltijden zeer hoog kunnen oplopen. Het aantal eindsluitingen (of eindmoffen) is per verbinding steeds gelijk en is daarmee geen variabele parameter, de lengte komt overeen met de technisch benodigde lengte maar indien deze bestaat uit verschillende deellengten moeten deze met elkaar verbonden worden met verbindingsmoffen waardoor het aantal componenten vergroot. Het betrokken kabeltraject is enkel op de uiteinden blootgesteld aan beschadigingen van buitenaf, waardoor extra beschermingsmaatregelen aangewezen zijn. Deze maatregelen bemoeilijken dan weer de toegankelijkheid voor herstellingen. In de praktijk komt het er op neer dat indien zich toch een fout voordoet in de boring, de betrokken kabel onherroepelijk verloren is. Voor de voorgestelde configuratie uitgevoerd volgens alle best practices en bij een veronderstelde reparatietijd van 160 h (1 week) voor een fout (= gemiddeld minimum) is de beschikbaarheid van de volledige lijnverbinding nog steeds 1.5 tot 2 x groter. Bij moeilijk bereikbare fouten kan de hersteltijd oplopen tot 1 maand wat de beschikbaarheid t.o.v. een lijnverbinding tot 15 maal kleiner zou maken. Tenslotte kan nog gesteld worden dat de levensduur van een duurdere ondergrondse kabel geschat wordt op 50 à 60 jaar naargelang de belasting in min of meerdere mate de veroudering versnelt. Voor een luchtlijn is dit eerder 80 jaar. Technische aspecten Ten behoeve van deze alternatievenafweging werd onderzoek uitgevoerd naar de technische haalbaarheid en uitvoeringsmodaliteiten van een ondergrondse kruising van het sluizencomplex. (Verkennend onderzoek voor horizontaal gestuurde boringen voor hoogspanningskabels, Zandvliet-Berendrechtsluizencomplex te Antwerpen, ELIA Engineering-Antea Group, doc , april 2013). Er wordt verwezen naar bijlage 2 voor een weergave van dit alternatief. Er wordt in deze geconcludeerd dat de uitvoering van deze onderdoorboring technisch zeer complex is en belangrijke risico s inhoudt nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 21

24 - De boringen bevinden zicht net boven de Boomse Klei (ca. 2m). De Boomse klei moet vermeden worden gezien: Deze zeer moeilijk te doorboren is met als risico het verliezen van de boorkop waarbij opnieuw geboord moeten worden en dus extra ruimtebeslag (in breedte) nodig is. Zeer slechte eigenschappen op vlak van thermische geleidbaarheid (warmte van de kabels kan niet voldoende snel afgevoerd worden). Voor PE-buizen is de toegelaten treksterkte beperkt tot 10 N/mm² bij het intrekken. Dit geeft vermoedelijk weinig reserve bij het eventueel vastlopen van de bundel tijdens de intrek-operatie. - Het gebruik van gestuurde boringen brengt risico s met zich mee: De maximale diameter van het boorgat dient beperkt te worden om de stabiliteit van het boorgat te garanderen en dus de boring te kunnen realiseren. De kabels komen op een grotere diepte te liggen in vergelijking met een normale sleuf. Dit brengt met zich mee dat de koeling van de kabels sterk vermindert: de afstand tot het koeloppervlak, dit is het maaiveld, neemt sterk toe; De ondergrond bestaat uit verschillende grondlagen met verschillende fysische eigenschappen: deze bepalen enerzijds of het al dan niet mogelijk is om de techniek van de gestuurde boring te gebruiken, maar anderzijds bepalen zij ook de koeling van de kabels; Het aantal hoogspanningskabels heeft ook een sterke invloed op ruimtelijk vlak: meerdere gestuurde boringen met een bepaalde tussenafstand (meerdere meters) dienen te gebeuren naast elkaar, anderzijds warmen hoogspanningskabels die in elkaars buurt liggen elkaar op; De ruimte-inname (in breedte) hangt af van een combinatie van de bovenstaande factoren, maar een corridor van +/-10 m links en rechts van de as van een boring moet om technische redenen ter beschikking zijn per gestuurde boring. Meerdere boringen naast elkaar kunnen uitgevoerd worden met tussenafstanden in de orde van min. 10 m tot 20 à 30 m i.f.v. bovenstaande factoren. Op basis van grondstaalnames wordt de exacte breedte bepaald. De minimum breedte van 35 m (zie verder) zou dan tot 50 à 60 m kunnen bedragen. De onderlinge afstand tussen de gestuurde boringen moet minimum 10 m bedragen omwille van de volgende redenen : de nauwkeurigheid van het boren verlangt een zekere afstand. de warmteontwikkeling van de kabels moet kunnen worden afgevoerd naar de omgeving zonder schade (eventueel uitdroging van de grond). In plaats van boringen zou tunnelen overwogen kunnen worden. Bij gestuurde boringen is er steeds een zekere onnauwkeurigheid zodat er geen twijfel mag bestaan over de beschikbare plaats en de ligging van de grondlagen. Een tunnel kan nauwkeuriger uitgevoerd worden en heeft het bijkomend voordeel dat de kabel kan geïnspecteerd en hersteld worden. Het aantal kabelverbindingen blijft echter gelijk omdat het probleem van opwarming blijft bestaan, tenzij speciale koelingsmethoden worden toegepast. Om de 2 kabelcircuits ten opzicht van elkaar te beschermen zou de verticale schachten (tot minstens 50 m diep) van een scheidingswand worden voorzien, het horizontaal gedeelte zou bestaan uit 2 persingen. Het hoeft geen uitleg dat de aanleg van een tunnel tot heel andere kostprijzen zal leiden. Kabels in tunnel plaatsen wordt bovendien niet verder onderzocht omdat voor een tunnel van deze lengte +/- 1 km de technologie van GIL (Gas Isolated Line) eerder zou kunnen toegepast worden. Dit is een geleider opgesteld op isolatoren in een concentrische mantelbuis gevuld met een isolerend gas (mengsel van stikstof en SF 6 ). Ieder circuit bestaat uit 1 geleidersysteem dat de gewenste 2000 MVA gemakkelijk kan transporteren. Daar deze systemen door het principe van de mantelbuis een voldoende afscherming vormen naar de buitenwereld, kunnen de 2 systemen dan ook in één enkele tunnelkoker geplaatst worden wat een winst betekent t.o.v. de 2 tunnels nodig voor geïsoleerde kabel. De GIL systemen op zich zijn zeer duur en worden daarom ook enkel toegepast over relatief korte afstanden, waarvoor dan ook maar de ervaring bestaat op internationaal vlak nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 22

25 Conclusie Technische aspecten Deze randvoorwaarden en risico s leggen eigenlijk een grote hypotheek op het slagen van de uitvoering van deze onderdoorboring door horizontaal gestuurde boringen van het sluizencomplex. Er zijn te veel onbekenden en randvoorwaarden die een opeenstapeling van risico s betekenen, zeker omdat (gezien de noodzaak van de bevoorradingszekerheid, zie hoger) die onderboring dus 6 maal dient te slagen. Als hierbij de onderboring dus 1 maal mislukt, omwille van bovenstaande redenen, is de volledige ondergrondse verbinding mislukt. De risico s op het falen van de uitvoering van dit alternatief, worden door de initiatiefnemer als te groot ingeschat om deze methodiek als een redelijk te verantwoorden alternatief te beschouwen. Ruimtelijke inpasbaarheid In kader van de eerder vernoemde studie inzake de technische haalbaarheid van de ondergrondse kruising van het sluizencomplex werd ook nagegaan wat de ruimtelijke inpasbaarheid was met betrekking tot dit alternatief. - Voor het ruimtebeslag van de ondergrondse verbinding is uitgegaan van 18 éénfase-kabels (3 fasen per verbinding in klaverblad). Er wordt uitgegaan van een configuratie waarbij de gestuurde boringen op 2 niveaus wordt uitgevoerd (zie figuur hieronder). Dit betekent ook dat er dus dieper dient gegaan te worden dan bij een boring op één niveau. - Voor de kruising van het sluisplateau Berendrecht en Zandvliet en de toekomstig 3 de sluis via 6 gestuurde boringen over een lengte van +/- 1 km en een diepte van +/- 56 m (zie figuur in bijlage 2: Doorsnede gestuurde boringen onder sluisplateau ) moet er rekening worden gehouden met een ruimtebeslag in breedte van minimum 35 m (= boringen op twee verschillende niveaus met 10m onderlinge afstand en 5m aan weerszijden van de boringen). Het uitvoeren van de gestuurde boringen op één niveau is voor het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen niet mogelijk, aangezien er zich onder het sluizencomplex geen voldoende ruimte bevindt. (zie bijlage verkennend onderzoek voor horizontaal gestuurde boringen voor hoogspanningskabels ). Boringen op één niveau betekent een extra ruimtebeslag in breedte van minimum 25 m. - Er werd in de mate van het mogelijk rekening gehouden met de aanwezigheid van andere leidingen, kabels en tunnels, vandaar dat de voorgestelde configuratie en locatie nog de enige mogelijke plaats is. Er is geen ruimte meer over voor de bijkomende boringen die nodig zouden zijn in het geval 1 van de 6 voorziene boringen faalt. - Voor de overgangspost Zuid, de 6 kabelverbindingen (18 éénfase-kabels) en de intredepunten van de 6 gestuurde boringen dient men rekening te houden met het ruimtelijk beslag van minimum 0,8 ha (zie bijlage 2 Kruising sluizencomplex met 6 kabelverbindingen ) nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 23

26 Overige aspecten Bij een ondergrondse aanleg wordt redelijkerwijze aangenomen dat de milieueffecten significant anders zullen zijn dan bij een bovengronds tracé. De impact op de aspecten landschap en (avi)fauna wordt verondersteld minder te zijn, echter dient er wel rekening gehouden te worden met de mogelijke impact bij andere disciplines die bij een bovengrondse lijn minder van toepassing zijn, namelijk de aspecten bodem en water. Het voordeel van dit alternatief is te vinden in het feit dat er geen overspanning van het sluizencomplex gebeurt, en derhalve geen potentiële verstoring van de navigatieapparatuur van het sluizencomplex en scheepvaart verwacht wordt. Conclusie alternatief 5 Er wordt aangetoond dat de ondergrondse verbinding onder het sluizencomplex op technisch vlak aanzienlijke risico s oplevert. Er wordt geoordeeld dat het niet verantwoord is deze risico s te nemen en er wordt derhalve besloten dat dit alternatief niet als een redelijk haalbaar alternatief beschouwd kan worden ten opzichte van het basistracé of andere voorgestelde alternatieven. Om toch een oplossing te bieden aan de mogelijke impact die een kruising van het sluizencomplex met zich meebrengt, wordt verwezen naar alternatieven 6 en 8. In vergelijking met alternatief 5, kampen deze alternatieven niet met de technische moeilijkheden en onzekerheden zoals hierboven toegelicht. Er is dus een andere haalbare oplossing voorhanden, waardoor geoordeeld wordt dat het niet nodig is om dit alternatief (met duidelijk aanzienlijker nadelen t.o.v. de voornoemde alternatieven) verder te onderzoeken. Dit alternatief wordt dan ook verder niet onderzocht in het MER nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 24

27 2.2.7 Alternatief 6 Alternatief 6 (Oostelijker kruising Sluizencomplex) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten Voordelen + normale werking haven minimaal verstoord tijdens aanleg HS-lijn, + geen technische beperkingen + beproefde technieken en beschikbaarheid Mogelijke impact - kruisen bedrijventerreinen: aan de oostzijde van de Scheldelaan bevinden zich verschillende bedrijven die door de nieuwe bovengrondse hoogspanningslijn overspannen zouden worden - nemen van de nodige veiligheidsmaatregelen Leemten in de analyse - Al dan niet interferentie navigatieapparatuur sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis is vermoedelijk beperkter.(zie bestaande kruisingen Kallosluis door de hoogspanningslijnen 150 kv en 380 kv Doel-Mercator). Voordelen + voldoende ruimte + voornamelijk gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven ook gedeelte gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut Mogelijke impact - volgende geldende bestemmingsplannen o.a. gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur, zone voor permanente ecologische infrastructuur met medegebruik - kruising waterwegen) - kruising waterwegen - In de omgeving van het sluizencomplex zijn verscheidene windturbines aanwezig (6 bestaande windturbines ten noorden, 3 gepland ten zuiden). Hiervan zullen er één tot meerdere dienen verwijderd te worden om de nodige veiligheidsafstanden te respecteren. - Er zijn plannen m.b.t. tot de realisatie van een nieuw gebouw tussen de sluizen Berendrecht- en Zandvleitsluis. Voordelen + geen woningen binnen de 0,4 µt-contour. + niet boven beschermd dorpsgezicht + ligt niet in of nabij beschermde archeologische sites of zones voor archeologische potenties Nadelen - kruist de Schelde - kruist lijnelement Dijken in de Kust en Scheldepolders - kruisen relictzone Brakwaterschorren van de Schelde - nabij beschermd dorpsgezicht Lillo-fort met veer en getijdehaventje - grenst aan het beschermd monument Lillo-fort: blokhuis (ruïne, kruitmagazijn, 2 poternes, kazematten, officierswoning (kazerneplein, 6,7,8, 9 en omgeving) - nabij beschermd monument De steenen windmolen De Eenhoorn - nabij Beschermd landschap Groot Buitenschoor-Galgeschoor - doorkruisen biologisch waardevolle percelen - kruisen vogelrichtlijngebied Schorren en polders van de Beneden- Schelde-oever1.400 m - kruisen habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent : m - kruisen VEN-gebied de Slikken en schorren langsheen de Schelde : 800 m - kruisen erkend natuurreservaat Groot Buitenschoor en Galgenschoor : 380 m nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 25

28 nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 26

29 Bespreking alternatief 6 Bij dit alternatief wordt het sluizenxomplex bovengronds gekruist, maar iets meer naar het oosten in vergelijking met het basistracé. Ten opzichte van het basistracé wordt van dit alternatief verwacht dat de mogelijke interferentie met de navigatieapparatuur van het sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis geringer of onbestaande is. Dit wordt als een belangrijk pluspunt beschouwd naar de werking van de Antwerpse Haven toe. Er kan gesteld worden dat dit alternatief een (gedeeltelijk) antwoord biedt aan een mogelijk nadeel van het basistracé. Inzake ruimtelijke inpasbaarheid heeft dit tracé als nadeel ten opzichte van het basistracé dat de inplanting van minstens één bestaande windturbine in conflict komt met het te volgen tracé en verwijderd of verplaatst moet worden. Tevens is nog een gedetailleerder studie nodig over exacte inplantingslocatie van de hoogspanningsmasten. Het Gemeentelijk Havenbedrijf heeft plannen om ter hoogte van het sluizencomplex een nieuwe controletoren te realiseren. Het hier voorgestelde oostelijker tracé houdt hier reeds rekening mee. Voor de overige aspecten wijkt dit alternatief erg weinig af van het basistracé, waardoor redelijkerwijze gesteld kan worden dat de milieueffecten in eerste instantie niet aanzienlijk beter of slechter zullen zijn. Bijkomend is dit alternatief niet aanzienlijk technisch complexer dan het basistracé. Derhalve wordt dit tracé als een redelijk haalbaar alternatief beschouwd en wordt dit verder onderzocht in het MER nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 27

30 2.2.8 Alternatief 7 Alternatief 7 (Volledig ondergronds scenario) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten Voordelen + geen overspanning van het sluizencomplex + bedrijventerreinen ten oosten van de Scheldelaan worden niet gekruist Mogelijke impact - risico bevoorradingszekerheid (zie detailuitleg onder de tabel) - risico s inzake technische aspecten (zie detailuitleg onder tabel) Voordelen + geen bedrijventerreinen die bovengronds gekruist worden Mogelijke impact - ruimtelijk niet inpasbaar (geen ruimte voor de aansluiting van de ondergrondse verbinding in het onderstation Lillo) Voordelen + ondergronds dus weinig impact op landschapsbeeld of avifauna + ligt niet in of nabij beschermde archeologische sites of zones voor archeologische potenties + doorkruist geen kwetsbare gebieden zoals speciale beschermingszones, erkende natuurreservaten en VEN-gebieden + geen woningen binnen de 0,4 µt-contour. Mogelijke impact - grenst over een lengte van m aan relictzone Brakwaterschorren van de Schelde (maximale afstand 100m) - grenst over een lengte van m aan het beschermd landschap Groot Buitenschoor-Galgeschoor (maximale afstand 100m) - Grenst over een afstand van 570 m het beschermd dorpsgezicht Lillo-fort met veer en getijdehaventje (maximale afstand tussen de 30-50m) - grenst aan het beschermd monument Lillo-fort: blokhuis (ruïne, kruitmagazijn, 2 poternes, kazematten, officierswoning (kazerneplein, 6,7,8, 9 en omgeving) (maximale afstand: 100 m) - grenst aan het beschermd monument De steenen windmolen De Eenhoorn (maximale afstand: 50 m) - loopt langsheen de dijk van de Scheldepolder over een afstand van m (landschapskenmerkenkaart) - doorkruist 592 m aan biologisch waardevolle percelen (dijken en ruigten). - grenst aan Vogelrichtlijngebied over een lengte van m nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 28

31 Alternatief 7 (Volledig ondergronds scenario) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten (maximale afstand: 100 m) - grenst aan Habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium over een lengte van m (maximale afstand: m) - grenst aan VEN-gebied (tweemaal) over een lengte van m (maximale afstand 100m) en een lengte van m (maximale afstand tussen m) - grenst aan erkend natuurreservaat (tweemaal) over een lengte van m (aangrenzend) en m (maximale afstand 100m) Bespreking alternatief 7 In dit alternatief spreken we over een volledig ondergrondse kabelaanleg tussen de onderstations Lillo en Zandvliet inclusief de ondergrondse kruising van het sluizencomplex. Ter illustratie wordt hier verwezen naar bijlage 3, met een schematische weergave van dit alternatief. Aspecten bevoorradingszekerheid In plaats van te vertrekken van 2 circuits van 2000MVA zoals dit bij de luchtlijnverbinding wordt gerealiseerd, wordt een volledig ondergronds traject aangelegd met vier afzonderlijke circuits van 1000MVA. Een enkelvoudige ondergrondse 380 kv kabelverbinding heeft rekening houdend met de technologische en enigszins beproefde mogelijkheden een transportcapaciteit van ongeveer 1000 MVA. (te vergelijken met een transportcapaciteit van 2000MVA voor een luchtlijnverbinding). Algemeen (ook internationaal) wordt een net ontwikkeld om bij verlies van één element, in dit geval één verbinding, nog steeds de gevraagde transportcapaciteit te kunnen verzekeren, dit is nodig om tijdens onbeschikbaarheid om redenen van onderhoud en incident op één verbinding nog steeds de gewenste transportcapaciteit te kunnen waarborgen (dit is gekend als het N 1 principe). De nagestreefde transportcapaciteit van de verbinding is zoals eerder vermeld gelijk aan 2000 MVA. Het basistracé bestaat zodoende uit een hoogspanningslijn voorzien van 2 circuits van 2000 MVA. Volgens het N-1 principe moet er voor de voorgestelde ondergrondse kabelverbinding dan steeds = 3000 MVA gegarandeerd zijn, en blijft ook 2000 MVA gegarandeerd tijdens een eventuele langdurige onbeschikbaarheid van 1 verbinding (moest zich in die periode ook nog een defect voordoen op een andere verbinding, de kans hierop wordt immers 10 x groter over de afstand van 10 km in vergelijking met alternatief 5) Op het gedeelte van de kruising van het sluizencomplex wordt zoals eerder uitgelegd bij alternatief 5 de capaciteit beperkt tot 4*700 MVA. Omdat het in dit geval over 4 afzonderlijke circuits gaat blijft er volgens het N-1 principe steeds = 2100 MVA gegarandeerd nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 29

32 Bij defect van een verbinding in de onderboring van het sluizencomplex geldt de redenering zoals vermeld bij de toelichting van alternatief 5. Kabelverbindingen geplaatst in een ondergrondse boring die defect zouden geraken zijn immers niet herstelbaar en moeten vervangen worden. Dit kan door een nieuwe boring uit te voeren die omwille van de uitvoeringstermijn tot een onverantwoord lange onbeschikbaarheid leidt. De aanleg van extra reservekabels (een extra 5 de verbinding) kan dit probleem verhelpen. Voor dit scenario zouden we dan moeten uitgaan van 5 ondergrondse verbindingen over het ganse traject van Lillo tot Zandvliet. Gezien de risico s op technische haalbaarheid (zie verder) reeds zeer groot zijn voor 4 verbindingen werd een oplossing met 5 ondergrondse verbindingen niet verder bestudeerd en dus niet verder overwogen. M.a.w. een defect op een kabel in de onderboring zou ofwel definitief, of in het beste geval (bij de realisatie van een nieuwe onderboring), leiden tot een situatie waarbij de verplichte N-1 robuustheid niet meer gehandhaafd blijft. In dergelijke situatie dient de volledige investering van het project beschouwd te worden als een sunk investment gezien de beoogde betrouwbaarheid en voedingszekerheid niet meer aanwezig is (en dus de vooropgestelde doelstelling niet gehaald wordt). Ofwel moet dan het importniveau van stroom uit het buitenland verminderd worden ofwel moeten de aanwezige productie-eenheden stilgelegd worden. Betrouwbaarheid van verbindingen: Een standaard lijnverbinding bestaat uit naakte geleiders opgehangen aan isolatoren aan de mastarmen van de hoogspanningsmasten. De meest voorkomende fouten op lijnverbindingen zijn te wijten aan overslag op de isolatoren ten gevolge van overspanningen die veroorzaakt worden door atmosferische omstandigheden (onweer). Deze fouten zijn van zeer korte duur en worden door de aanwezige beveiligingsapparatuur zeer snel geëlimineerd door automatische uitschakeling van de betrokken fasegeleider waarop onmiddellijk daarna een automatische wederinschakeling volgt. De tijd van onbeschikbaarheid beperkt zich tot enkel seconden bij dergelijke fouten. Ondergrondse kabels hebben een complexe samenstelling die zeer gevoelig is aan beschadigingen van buitenaf en aan veroudering die evenredig is met de temperatuur die op zijn beurt afhankelijk is van de grootte van belastingstroom doorheen de kabels. De betrouwbaarheid van ondergrondse kabelverbindingen neemt af naarmate de verbinding langer wordt, naarmate er meer componenten worden gebruikt, naarmate de mogelijkheid op beschadiging van buiten af vergroot en vooral wanneer de toegankelijkheid belemmerd wordt waardoor de hersteltijden zeer hoog kunnen oplopen. Het aantal eindsluitingen (of eindmoffen) is per verbinding steeds gelijk en is daarmee geen variabele parameter, de lengte komt overeen met de technisch benodigde lengte maar indien deze bestaat uit verschillende deellengten moeten deze met elkaar verbonden worden met verbindingsmoffen waardoor het aantal componenten vergroot. Het betrokken kabeltraject is enkel op de uiteinden blootgesteld aan beschadigingen van buitenaf, waardoor extra beschermingsmaatregelen aangewezen zijn nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 30

33 Deze maatregelen bemoeilijken dan weer de toegankelijkheid voor herstellingen. Voor de voorgestelde configuratie uitgevoerd volgens alle best practices en bij een veronderstelde reparatietijd van 160 h (1 week) voor een fout (= gemiddeld minimum) is de beschikbaarheid van de volledige lijnverbinding nog steeds 20 tot 25 x groter. Bij moeilijk bereikbare fouten kan de hersteltijd oplopen tot 1 maand wat de beschikbaarheid t.o.v. een lijnverbinding tot 60 maal kleiner zou maken. Tenslotte kan nog gesteld worden dat de levensduur van een duurdere ondergrondse kabel geschat wordt op 50 à 60 jaar naargelang de belasting in min of meerdere mate de veroudering versnelt. Voor een luchtlijn is dit eerder 80 jaar. Verbindingen kunnen ook uitgevoerd worden met gelijkstroomtechnieken (= DC verbinding) waardoor minder kabels moeten voorzien worden dan in een 3-fasig wisselstroomsysteem (= AC). Indien ondergronds aangelegd spelen ook de nadelen zoals voor klassiek AC kabels. Het grootste aandachtspunt wordt echter gevormd door de omvormers DC naar AC en omgekeerd die nodig zijn om de verbinding op te nemen in het bestaande net. Deze omvormers vragen een ruimte inname die in de bestaande onderstations Lillo en Zandvliet niet beschikbaar zijn. Onafgezien daarvan is de kostprijs van deze omvormers het belangrijkste argument om deze techniek hiervoor niet in aanmerking te kunnen nemen. Slechts op verbindingen van 40 à 50 km zou de winst in verbindingskabels de kostprijs van de omvormers enigszins kunnen verantwoorden. De gevolgen van een ondergronds traject i.p.v. een bovengronds traject op de exploitatiezekerheid zijn samengevat van diverse aard : - Ondergrondse kabels hebben een hogere kans om door externe actoren voor een langere duur beschadigd te raken dan luchtlijnen, ondanks de beschermingsmaatregelen (bv. grondwerken door derden). - De reparatietijd voor een ondergrondse kabel is veel langer: min. 1 tot 2 weken en zelfs langer indien bvb. de kabel gedeeltelijk vervangen dient te worden, een herstelling op een bovengrondse lijn is van veel kortere duur (enkele dagen). Daardoor is de intrinsieke beschikbaarheid van de verbinding kleiner en moet er met een bepaalde redundantie gewerkt worden. - Eén ondergrondse kabelverbinding is bovendien beperkter in transportcapaciteit dan één bovengrondse verbinding. Daarom zijn er steeds meerdere kabelverbindingen nodig die in parallel worden aangelegd. - Verbindingen van deze lengte uitgevoerd door ondergrondse kabels veroorzaken omwille van de technische eigenschappen van geïsoleerde kabels grote verliezen in reactief vermogen. Dit verlies moet gecompenseerd worden door parallel spoelen te installeren, in dit geval in de onderstations Zandvliet en/of Lillo.. Omwille van bovenstaande redenen en risico s met betrekking tot de bevoorradingszekerheid wordt het door de initiatiefnemer niet verantwoord geacht een ondergronds deeltraject in deze belangrijke 380kV-as op te nemen nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 31

34 Technische aspecten en ruimtelijke haalbaarheid. Inzake de technische aspecten wordt vooreerst verwezen naar het bijkomend onderzoek uitgevoerd naar de technische haalbaarheid en uitvoeringsmodaliteiten van een ondergrondse kruising van het sluizencomplex. (Verkennend onderzoek voor horizontaal gestuurde boringen voor hoogspanningskabels, Zandvliet- Berendrechtsluizencomplex te Antwerpen, ELIA Engineering-Antea Group, doc , april 2013). Het uitgangspunt bij de bespreking van dit alternatief is dus, zoals aangegeven bij de bespreking van het aspect bevoorradingszekerheid, de aanleg van 4 ondergrondse verbindingen die de Scheldelaan volgen (zie bijlage 3 Traject Scheldelaan met 4 kabelverbindingen ). Voor het ruimtebeslag van de ondergrondse verbinding is uitgegaan van 12 éénfase-kabels (3 fasen per verbinding in klaverblad, 4 verbindingen). Om de transportcapaciteit van 1000 MVA per verbinding te kunnen garanderen moet de onderlinge afstand tussen de 4 verbindingen +/- 4 m bedragen. Omwille van de vele aanwezige nutsleidingen aan weerszijden van de Scheldelaan (zie bijlage 3) moeten de 4 verbindingen in de Scheldelaan worden geplaatst (verdeeld over de 2 dubbele rijbanen). De aanleg vereist het volledig afsluiten van 2 rijvakken van de Scheldelaan gedurende minimum 1,5 jaar in deellengtes van ongeveer 1km. Er moet rekening gehouden worden met het feit dat een ondergrondse verbinding steeds bereikbaar moet blijven om eventuele defecten te kunnen herstellen en dus een rijrichting van de Scheldelaan gedurende minimum 1 tot 2 weken moet afgesloten worden in geval van een defect op één kabel op dat gedeelte. Dit houdt in dat bij eventuele defecten de Scheldelaan dus gedurende minimum 1 tot 2 weken moet afgesloten worden. De aansluiting van de 4 kabelverbindingen kant onderstation Lillo is geen haalbar alternatief omwille van : - De aanwezigheid van zeer veel nutsleidingen (pijpleidingen, kabels,...). Dit laat geen ruimte over om de gestuurde boringen te kunnen realiseren onder de Scheldelaan en de verkeerwisselaar A12-R2, rekening houdend met de minimum te respecteren afstand tot deze nutsleidingen (zie bijlage 3 Aankomst 380kV kabels in Lillo ). - De toelaatbare buigstraal die voor dergelijke kabels 4 m bedraagt. - De randvoorwaarden die van toepassing zijn voor het realiseren van gestuurde boringen (zie fig. 1-4 hieronder) nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 32

35 De opbouw van een horizontaal gestuurde boring ( Horizontal Directional Drilling of HDD ) is schematisch weergegeven in bovenstaande figuur. Het boorproces bestaat uit drie fasen. Als eerste vindt de pilotboring plaats. Daarna volgen één of meerdere ruimoperaties. Vervolgens worden de HDPE buizen ingetrokken. Achter de ruimer wordt de trekkop met de in te trekken HDPE-buizen bevestigd. Na het intrekken van de buizen is de horizontaal gestuurde boring voltooid nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 33

36 Bij horizontaal gestuurde boringen worden boorstangen, met een hydraulische boorunit, één voor één de grond in geduwd. De minimum kromtestraal hangt in grote mate af van de gekozen boorstangen. Het intredepunt F vereist een werkzone voor de werfinstallatie. De minimale werkzone die moet voorzien worden ter hoogte van dit intredepunt is de ruimte voor de bentonietput en het ruimtebeslag voor de drilling en toebehoren. Het uittredepunt A vereist de mogelijkheid voor de constructie van de streng L. De minimale werkzone die moet voorzien worden ter hoogte van dit uittredepunt A is de ruimte voor de ontvangstput en voor de strengzone, waarbij minimaal een zone met dezelfde lengte als de gestuurde boring ter beschikking moet hebben voor het realiseren van de HDPE-koker bundel. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de in-en uittredehoek van 15 à 17 van deze gestuurde boring. Er zijn verschillende opeenvolgende horizontale gestuurde boringen (3 boringen per kabelverbinding) nodig voor de aankomst van de kabelverbindingen in het onderstation Lillo (o.a. voor de kruising van de in- en uitgang van de Liefkenshoektunnel, de kruising van de Scheldelaan en de kruising van de Verkeerswisselaar); De aankomst van de kabelverbindingen via de kabel-gib transities waarbij mast 7L van de 150 kv lijn Lillo- Oorderen-Zandvliet die zich in het onderstation van Lillo bevindt, verplaatst moet worden. De 150 kv lijn Oorderen-Zandvliet is de enige voeding van het onderstation Lillo en dus de enige rechtstreekse voeding van de volledige petrochemie in het noorden van de haven (zie bijlage 3 Aankomst 380kV kabels in Lillo met aanduiding van mast 7L) Het openblijven van mogelijkheden voor toekomstige aansluitingen 150 kv van derden die ook de verkeerwisselaar en de Scheldelaan kruisen. Voor de kruising van het sluisplateau Berendrecht en Zandvliet en de toekomstige 3 de sluis via 4 gestuurde boringen over een lengte van +/- 1km en een diepte van +/- 56m (zie bijlage 3 Kruising sluizencomplex met 4 kabelverbindingen en bijlage 3 Doorsnede gestuurde boringen onder sluisplateau ) moet er rekening worden gehouden met een ruimtebeslag in breedte van minimum 25 m. Deze boringen worden op twee verschillende niveaus uitgevoerd, waarbij met 15m onderlinge afstand en 5m aan weerszijden van de boringen rekening moet gehouden worden. Deze afstand kan nog groter worden zoals verder beschreven. Het uitvoeren van de gestuurde boringen op één niveau is voor het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen uitgesloten. Boringen op één niveau betekent een extra ruimtebeslag in breedte van minimum 15m nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 34

37 Ter hoogte van het sluizencomplex (zuidkant) moet de Scheldelaan en een industriëel spoor eerst onderkruist worden via 4 gestuurde boringen, om tot de 4 intredepunten te komen van de gestuurde boringen voor de kruising van de sluizen. Net voor de intredepunten van deze boringen moet er ook rekening worden gehouden met 12 verbindingsmoffen (= 3 moffen per kabelverbinding) of 4 verbindingsputten. Dit betekent een belangrijk ruimtebeslag van +/- 0,7 ha voor het vermoffen van de 12 kabels (= 4 x 14 m per verbindingsput) en voor de 8 in- en uittredepunten van de gestuurde boringen. De boringen bevinden zicht net boven de Boomse Klei (ca. 2m). De Boomse klei moet vermeden worden gezien: - Deze zeer moeilijk te doorboren is met als risico het verliezen van de boorkop waarbij opnieuw geboord moeten worden en dus extra ruimtebeslag (in breedte) nodig is. - Zeer slechte eigenschappen op vlak van thermische geleidbaarheid (warmte van de kabels kan niet voldoende snel afgevoerd worden). - Voor PE-buizen is de toegelaten treksterkte beperkt tot 10 N/mm² bij het intrekken. Dit geeft vermoedelijk weinig reserve bij het eventueel vastlopen van de bundel tijdens de intrek-operatie. Het gebruik van gestuurde boringen brengt risico s met zich mee: - De maximale diameter van het boorgat dient beperkt te worden om de stabiliteit van het boorgat te garanderen en dus de boring te kunnen realiseren. - De kabels komen op een grotere diepte te liggen in vergelijking met een normale sleuf. Dit brengt met zich mee dat de koeling van de kabels sterk vermindert: de afstand tot het koeloppervlak, dit is het maaiveld, neemt sterk toe; - De ondergrond bestaat uit verschillende grondlagen met verschillende fysische eigenschappen: deze bepalen enerzijds of het al dan niet mogelijk is om de techniek van de gestuurde boring te gebruiken, maar anderzijds bepalen zij ook de koeling van de kabels; - Het aantal hoogspanningskabels heeft ook een sterke invloed op ruimtelijk vlak: meerdere gestuurde boringen met een bepaalde tussenafstand (meerdere meters) dienen te gebeuren naast elkaar, anderzijds warmen hoogspanningskabels die in elkaars buurt liggen elkaar op; - De ruimte-inname (in breedte) hangt af van een combinatie van de bovenstaande factoren, maar een corridor van +/-10 m links en rechts van de as van een boring moet om technische redenen ter beschikking zijn per gestuurde boring. Meerdere boringen naast elkaar kunnen uitgevoerd worden met tussenafstanden in de orde van min. 10 m tot 20 à 30 m i.f.v. bovenstaande factoren. Op basis van grondstaalnames wordt de exacte breedte bepaald. De minimum breedte van 25 m zou dan tot 50 à 60 m kunnen bedragen. - De onderlinge afstand tussen de gestuurde boringen moet minimum 10 m bedragen omwille van de volgende redenen : o de nauwkeurigheid van het boren verlangt een zekere afstand. o de warmteontwikkeling van de kabels moet kunnen worden afgevoerd naar de omgeving zonder schade (eventueel uitdroging van de grond). Deze randvoorwaarden en risico s leggen eigenlijk een grote hypotheek op het slagen van de uitvoering van deze ondergrondse verbinding. Er zijn te veel onbekenden en randvoorwaarden die een opeenstapeling van risico s betekenen, zeker omdat (gezien de noodzaak van de bevoorradingszekerheid, zie hoger) die verbinding (en onderboring van het sluizencomplex) dus 4 maal dient te slagen. Als hierbij de onderboring dus 1 maal mislukt, omwille van bovenstaande redenen, is de volledige ondergrondse verbinding mislukt. De risico s op het falen van de uitvoering van dit alternatief, worden door de initiatiefnemer als te groot ingeschat om deze methodiek als een redelijk te verantwoorden alternatief te beschouwen nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 35

38 Ruimtelijke en technische aspecten ter hoogte van de onderstation Zandvliet en Lillo Tevens werd ook nagegaan welke impact dit alternatief heeft op de onderstations van Zandvliet en Lillo. Hierbij zijn de technische en ruimtelijke aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden, en worden deze dus samen besproken in onderstaande paragrafen. Verbindingen van deze lengte uitgevoerd door ondergrondse kabels veroorzaken omwille van de technische eigenschappen van geïsoleerde kabels grote eisen aan reactief vermogen. Dit verlies moet gecompenseerd worden door parallel spoelen te installeren, in dit geval in de onderstations Zandvliet en/of Lillo. De aansluiting van deze spoelen vraagt minstens 2 bijkomende schakelvelden, één in Zandvliet en één te Lillo. Hierdoor wordt het in- en uitschakelen alsook het uitbaten en regelen van de verbinding sterk bemoeilijkt. De grote moeilijkheid en de nadelen van deze oplossing zijn te vinden bij de plaatsinname van de kabels zelf over het ganse traject en de noodzaak om 4 schakelvelden te realiseren in zowel de onderstations Lillo als Zandvliet. In het onderstation Zandvliet is er nog wel plaats voor 4 schakelvelden en 1 schakelveld voor de compensatiespoel, maar is er door de ligging tussen de Schelde en de Scheldelaan alle plaatsreserve opgebruikt. Aansluitingsmogelijkheden voor productie en afname zijn één van de belangrijkste doelstellingen van het Brabo-project en worden hierdoor ernstig beperkt. Een eventuele uitbreiding te Zandvliet is dus nog enkel mogelijk in het omliggend natuurgebied aan de zijde van de Schelde. Het onderstation Lillo is nu al omwille van plaatsgebrek opgevat als een compact onderstation 380kV. Het aansluiten van 6 (4 voor Zandvliet en 2 voor Mercator) kabelcircuits en één compensatiespoel op 7 afzonderlijke schakelvelden brengt om redenen van wederzijdse opwarming een ontoelaatbare kabelconcentratie met zich mee op het aansluitingspunt op deze compacte installatie. Indien dit probleem opgelost moet worden door een overgang te voorzien tussen de compacte installatie en de kabels door een GIB aansluiting (Gas Geïsoleerde Busbar = vergelijkbaar met GIL) vraagt deze GIB een terreinuitbreiding van het onderstation. Dit wordt steeds als onaanvaardbaar/onmogelijk aangenomen (vandaar de keuze voor een compact onderstation. De grote concentratie van GIBs leveren tevens exploitatie problemen op in geval van onderhoud of herstelling op een veld; door de nabijheid van andere velden moeten er bij onderhoud of herstelling meerdere velden gesneden worden hetgeen onaanvaardbaar is. Het mag bovendien niet de bedoeling zijn de mogelijkheden voor de installatie van een 2 de trafo 380/150kV of de toekomstige aansluitingen voor productie-eenheden te hypothekeren. Anderzijds is het evenmin de bedoeling om de dan noodzakelijke uitbreiding van Lillo 380kV in te planten op andere waardevolle industrieterreinen in de nabijheid. Besluit technische en ruimtelijke aspecten Uit bovenstaande toelichting dient geconcludeerd te worden dat een volledige ondergrondse aanleg langsheen de Scheldelaan technisch niet verantwoord is en mogelijk niet haalbaar omwille van ruimtelijk niet inpasbaar, met als voornaamste knelpunten volgende aspecten : ruimtegebrek voor aanleg ondergrondse verbinding: enkel aanleg in de Scheldelaan is nog mogelijk met als gevolg het over langere tijd (1,5 jaar) niet beschikbaar zijn van de Scheldelaan. Dit is een niet te verantwoorden impact naar de werking van de Antwerpse Haven toe. ruimtegebrek ter hoogte van onderstation Lillo voor aankomst van de verbindingen vanuit Zandvliet en vertrek van de verbinding naar Liefkenshoek. Er is geen technische manier voorhanden om deze verbindingen (en de noodzakelijke uitbreidingen hiervoor) aan te kunnen sluiten op het station Lillo. de nodige achtereenvolgende gestuurde boringen zijn technisch en ruimtelijk niet haalbaar wegens de benodigde bochtstralen en spanningen. sico s bij onderdoorboring van het sluizencomplex De faalkans van een ondergrondse verbinding over 10 km is vele malen hoger dan van een bovengrondse verbinding nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 36

39 Overige aspecten Bij een ondergrondse aanleg wordt redelijkerwijze aangenomen dat de milieueffecten significant anders zullen zijn ten opzichte van een bovengronds tracé. De impact op de aspecten landschap en (avi)fauna wordt verondersteld minder te zullen zijn, echter dient er wel rekening gehouden te worden met de mogelijke impact bij andere disciplines die bij een bovengrondse lijn minder van toepassing zijn, namelijk de aspecten bodem en water. Het voordeel van dit alternatief is te vinden in het feit dat er geen overspanning van het sluizencomplex gebeurt, en derhalve geen potentiële verstoring van de radarinstallaties van het sluizencomplex en scheepvaartnavigatie verwacht wordt. Er wordt als voordeel ook aangehaald dat er geen overspanning van de aanwezige bedrijventerrein gebeurt in dit alternatief. Conclusie alternatief 7 Er wordt aangetoond dat een volledige ondergrondse verbinding op technisch vlak grote risico s inhoudt en op ruimtelijk vlak niet als haalbaar beschouwd wordt.. Er wordt derhalve besloten dat dit alternatief niet als een redelijk haalbaar alternatief beschouwd kan worden ten opzichte van het basistracé of andere voorgestelde alternatieven. Om toch een oplossing te bieden aan de mogelijke impact die een kruising van het sluizencomplex met zich meebrengt, wordt verwezen naar alternatieven 6 en 8. In vergelijking met alternatief 7, kampen deze alternatieven niet met de technische moeilijkheden zoals hierboven toegelicht. Er is dus een andere haalbare oplossing voorhanden, waardoor geoordeeld wordt dat het niet nodig is om dit alternatief (met duidelijk aanzienlijker nadelen t.o.v. de voornoemde alternatieven) verder te onderzoeken. Dit alternatief wordt dan ook verder niet onderzocht in het MER nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 37

40 2.2.9 Alternatief 8 Alternatief 8 (Tracé via A12-R2) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten Voordelen + geen overspanning van het sluizencomplex + bedrijventerreinen ten oosten van de Scheldelaan worden niet gekruist + Hierdoor wordt de constructie van de lijn veel eenvoudiger dan voorzien in het basistracé. Mogelijke Impact - door de aanleg op de locatie van een bestaande HS-lijn, dient deze eerste HS-lijn op een andere locatie aangelegd te worden. Momenteel wordt onderzocht of het mogelijk is om deze dan ondergronds aan te leggen langsheen de Scheldelaan. - Overkruising bedrijven ten oosten en westen van Kanaaldok Voordelen: + bundeling met bestaande infrastructuur (A12) + op plaats van bestaande hoogspanningsleiding, dus geen bijkomende luchtlijn. + Omwille van het over grote delen nagenoeg rechtlijnig traject kan door toepassen van een techniek met compacte masten de ruimte inname van de 380kV lijn deze van de bestaande 150kV lijn nagenoeg evenaren. + doorkruist volgens geldende bestemmingsplannen: gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven dienstverleningsgebieden, industriegebieden, bijzondere industriegebieden (afvalverwerking), ambachtelijke bedrijven en kmo s, bestaande autosnelwegen + bestaande hoogspanningslijn reeds aangeduid op gewestplan in principe geen RUP en plan-mer nodig voor dit alternatief. Mogelijke impact - grotendeels buiten industriegebied en havengebied gelegen, Voordelen + ligt niet in of nabij beschermde archeologische sites of zones voor archeologische potenties + geen doorkruising van beschermde landschappen + op locatie van bestaande leiding dus bijkomende effecten inzake landschap, avifauna en mens t.o.v. huidige situatie redelijkerwijze kleiner dan bij volledig nieuwe bovengrondse lijn op die locatie. Mogelijke impact - er liggen 25 woningen binnen de 0,4 µt-contour - kruist over een lengte van m de relictzone Polder van Zandvliet en Stoppelenberg-Kraaienberg - kruist over een lengte van m de relictzone ontginningsblok Stabroek - kruist over een lengte van 780 m de ankerplaats De Polder van Stabroek met overgangszone naar de Noorderkempen - loopt op ca 75 m van het beschermd dorpsgezicht Fort van Stabroek - kruist de lijnrelicten Armendijk, Antitankgracht en Duitse Bunkerlinie Hoofdweerstandstelling - doorkruist kasteelpark - volgt grotendeels de autosnelweg A12 - doorkruist de landduin De Brabantse wal over een lengte van 535 m - gelegen op minder dan 200 m van nieuwe nederzettingen in Zandvliet en Berendrecht - doorkruist agrarisch ontginningslandschap en polderlandschap nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 38

41 Alternatief 8 (Tracé via A12-R2) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten - de kernen van Zandvliet en Berendrecht liggen nabij waardoor het traject niet langs de westkant van de A12 kan aangelegd worden. Ter hoogte van Berendrecht bevindt zich aan de oostzijde het natuurreservaat en recreatiedomein (jeugdverblijven) de Ruige Heide. - doorkuist volgens geldende bestemmingsplannen: natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, bosgebieden met ecologisch belang, agrarische gebieden, agrarische gebieden met ecologisch belang, bouwvrij agrarisch gebied, woongebieden, woongebieden met landelijk karakter, gebieden voor verblijfsrecreatie - gelegen op 400 m van Fort van Stabroek - kruist de Antitankgracht - doorkruist 419 m biologisch zeer waardevolle percelen, voornamelijk droge struikheidevegetatie met struik- of boomopslag (cgb, 380 m) en een aantal waardevolle bermen, perceelsranden en sloten. - kruist m aan biologisch waardevolle percelen, bestaande uit ruigtes, gemengd loofhout, soortenrijk permanent cultuurgrasland. - doorkruist in totaal 256 m VEN-gebied de Slikken en schorren langsheen de Schelde - Kruist over een afstand van ongeveer 597 m het Vogelrichtlijngebied Schorre en polders van de Beneden-Schelde - Grenst aan Habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium (maximale afstand: 250 m) - grenst aan Habitatrichtlijngebied Historische fortengordels (over een lengte van 300 m maximale afstand: 300m) - Grenst aan erkend natuurreservaat (maximale afstand m) Bespreking alternatief 8 In dit alternatief wordt een verbinding tussen Zandvliet en Lillo voorzien, door de recuperatie van de bestaande 150 kv-lijn die de A12 volgt. Hierdoor dient de bestaande 150 kv-lijn omgelegd te worden, om zo deze locatie te kunnen hergebruiken. In de huidige visie wordt er voor deze omlegging omgegaan van een ondergrondse 150 kvverbinding in de wegenis. Voor de recuperatie van de bestaande lijn volgens dit alternatief, is de opmaak van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan niet nodig, aangezien deze lijn reeds aanwezig is op het Gewestplan. Ook voor de omlegging van de 150 kv-lijn is er geen RUP vereist. Op milieuvlak liggen de voordelen van dit alternatief in het feit dat er geen beschermde landschappen doorkruist worden en de afstand door waardevolle natuurgebieden aanzienlijk kleiner is in vergelijking met het basistracé. Er wordt over een aanzienlijke lengte gebundeld met bestaande infrastructuur en het betreft de recuperatie van de locatie van een bestaande lijn, wat redelijkerwijze minder impact veroorzaakt dan een volledig nieuwe lijn op die locatie. Bij het volgen van dit tracé worden de bedrijventerreinen langsheen de Scheldelaan, noch het sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis gekruist nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 39

42 Nadelig aan dit tracé is de overkruising van een groter aantal woningen dan bij het basistracé en het feit dat ook de bestaande 150 kv hoogspanningslijn dan nog op een andere locatie ondergronds moet aangelegd te worden. Er dient opgemerkt te worden dat de aspecten inzake technische en ruimtelijke haalbaarheid van een ondergrondse aanleg zoals besproken bij de alternatieven 5 en 7, niet vergelijkbaar zijn met het ondergronds brengen van een 150 kv verbinding. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de 4-voudige ondergrondse verbinding op 380 kv volgens het hoger beschreven alternatief 7 heeft deze 2-voudige kabelverbinding op 150 kv een veel kleinere impact zodat de risico s op uitvoerbaarheid hier vele keren kleiner zijn,. Er is nationaal als internationaal reeds zeer veel ervaring is met dit type van kabels en de aanleg ervan. Zo kunnen deze verbindingen aangelegd worden in de pechstrook en zijn er door het kleinere aantal, afmetingen, krommingstraal nagenoeg geen bottlenecks te verwachten die de haalbaarheid van de aanleg in gedrang zouden kunnen brengen. Ook het gevolg van een falen kan snel met cijfers geïllustreerd worden wanneer we stellen dat de transportcapaciteit van elk van deze 2 kabels 300 MVA bedraagt terwijl dit voor 4 ondergrondse kabels 380kV gaat over elk 1000MVA per verbinding. Gelet op de voorgaande analyse van voor- en nadelen van dit tracé wordt besloten dit alternatief 8 verder te onderzoeken in het MER. Opmerking 1: in de eerdere kennisgeving werd dit alternatief niet onderzocht omwille van verschillende duidelijke nadelen t.o.v. het basistracé en de andere alternatieven. Het uitgangspunt hiervan was echter wezenlijk anders dan nu het geval is. Bij opmaak van de kennisgeving werd er vanuit gegaan dat bij het volgen van dit tracé, er een 2 e, bijkomende HS-lijn nodig was, dus naast de reeds bestaande HS-lijn langs de A12. Deze 2 e HS-verbinding werd niet haalbaar geacht, enerzijds omwille van de technische aspecten (de bestaande lijn zou gekruist moeten worden, wat niet toegelaten is vanwege de netveilgiheid), anderzijds omwille van het gebrek aan ruimte op verschillende plaatsen langs dit tracé om nog een 2 e verbinding aan te leggen. Echter, nu ziet Elia dit alternatief wel als een volwaardig alternatief, uit verder onderzoek en voortschrijdend inzicht blijkt momenteel dat het wel mogelijk is om de nieuwe lijn te voorzien op de locatie van de bestaande lijn en voor de bestaande lijn 150kV een ondergrondse oplossing te zoeken Elia is bereid hiervoor de meerkost te dragen. Opmerking 2: Bij een overweging van een ondergrondse aanleg van de 380 kv verbinding langs dit traject (met alle technische en ruimtelijke knelpunten terzake) naast de reeds bestaande hoogspanningslijn 150kV op dit traject, kan redelijkerwijze verondersteld worden dat de impact hiervan groter zal zijn dan een recuperatie van de bestaande lijn en het ondergronds brengen van de bestaande 150 kv-lijn in de bestaande wegenis. Er wordt zodoende geargumenteerd dat een ondergrondse variant van dit alternatief, ten opzichte van het voorgestelde alternatief 8 geen meerwaarde biedt nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 40

43 Alternatief 9 Alternatief 9 (Ondergrondse kruising Schelde t.h.v. Lillo) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten Voordelen + Geen overspanning Schelde Mogelijke Impact - risico bevoorradingszekerheid (zie detailuitleg onder de tabel) - risico s inzake technische aspecten (zie detailuitleg onder tabel) Voordelen + voornamelijk gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven, ook gedeelte gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut Mogelijke Impact - kleiner gedeelte in gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur, zone voor permanente ecologische infrastructuur met medegebruik - ruimtelijk niet inpasbaar (geen ruimte voor aansluitingen ter hoogte van onderstation Lillo) Voordelen + geen woningen binnen de 0,4 µt-contour. + niet boven beschermd dorpsgezicht + ligt niet in of nabij beschermde archeologische sites of zones voor archeologische potenties Mogelijke impact - kruist lijnelement Dijken in de Kust en Scheldepolders - kruisen relictzone Brakwaterschorren van de Schelde - nabij beschermd dorpsgezicht Lillo-fort met veer en getijdehaventje - grenst aan het beschermd monument Lillo-fort: blokhuis (ruïne, kruitmagazijn, 2 poternes, kazematten, officierswoning (kazerneplein, 6,7,8, 9 en omgeving) - nabij beschermd monument De steenen windmolen De Eenhoorn - nabij Beschermd landschap Groot Buitenschoor-Galgeschoor - doorkruisen biologisch waardevolle percelen - kruisen vogelrichtlijngebied Schorren en polders van de Beneden- Schelde-oever1.400 m - kruisen habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent : m - kruisen VEN-gebied de Slikken en schorren langsheen de Schelde : 800 m - kruisen erkend natuurreservaat Groot Buitenschoor en Galgenschoor : 380 m Bespreking alternatief nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 41

44 In dit alternatief wordt een ondergrondse kruising van de Schelde tussen Lillo en Liefkenshoek in beschouwing genomen. Bij een ondergrondse aanleg wordt redelijkerwijze aangenomen dat de milieueffecten significant anders zullen zijn ten opzichte van een bovengronds tracé. De impact op de aspecten landschap en fauna wordt verondersteld minder te zullen zijn, echter dient er wel rekening gehouden te worden met de mogelijke impact bij andere disciplines die bij een bovengrondse lijn minder van toepassing zijn, namelijk de aspecten bodem en water. Inzake de technische aspecten wordt er voor dit alternatief verwezen naar de bespreking van aspecten inzake bevoorradingszekerheid, technische en ruimtelijke haalbaarheid van het alternatief 5. Het enige verschil met dit alternatief is de lengte (1,2 km). De benodigde breedte (60 m) voor deze onderdoorboring gaat uit van een plaatsing van 6 kabelverbindingen op 1 niveau. Op linkeroever vraagt deze oplossing een overgangsstation om aan te koppelen op de luchtlijn met een oppervlakte van 0,8 Ha zoals voor alternatief 5. Op rechteroever zouden deze 6 kabelverbindingen moeten aangesloten worden op onderstation Lillo. De problematiek met betrekking tot de ruimtelijke inpasbaarheid is beschreven in alternatief 7. In combinatie met alternatief 7 zou dit alternatief 9 nog een groter probleem stellen qua ruimtelijke inpasbaarheid. Bij deze alternatieven 5 en 7 werd uiteindelijk geconcludeerd dat deze niet als een redelijk haalbaar alternatief beschouwd kunnen worden en derhalve niet verder in de MER-procedure onderzocht dienen te worden. Dezelfde conclusie is geldig voor dit alternatief nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 42

45 Alternatief 10 Alternatief 10 ( meer westelijke kruising sluizencomplex) Technisch Ruimtelijk Milieuaspecten Voordelen + geen directe overkruising van het sluizencomplex Mogelijke Impact - kruisen bedrijventerreinen: aan de oostzijde en westzijde van de Scheldelaan bevinden zich verschillende bedrijven die door de nieuwe bovengrondse hoogspanningslijn overspannen zouden worden. - vrije hoogte nodig van ca. 120 m boven de operationele zone terminal ten westen van sluizencomplex Voordelen + voornamelijk gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven, ook gedeelte gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut + meer ruimte voor windturbines ter hoogte van sluizencomplex Mogelijke Impact - kleiner gedeelte in gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur, zone voor permanente ecologische infrastructuur met medegebruik - kruising waterwegen - onvoldoende ruimte: ten westen van het sluizencomplex ligt een containerterminal, zones met containeroperaties dienen gevrijwaard te worden voor de werking van de terminal (24/7). Voordelen + geen woningen binnen de 0,4 µt-contour. + niet boven beschermd dorpsgezicht + ligt niet in of nabij beschermde archeologische sites of zones voor archeologische potenties Mogelijke impact - kruist de Schelde - kruist lijnelement Dijken in de Kust en Scheldepolders - kruisen relictzone Brakwaterschorren van de Schelde - nabij beschermd dorpsgezicht Lillo-fort met veer en getijdehaventje - grenst aan het beschermd monument Lillo-fort: blokhuis (ruïne, kruitmagazijn, 2 poternes, kazematten, officierswoning (kazerneplein, 6,7,8, 9 en omgeving) - nabij beschermd monument De steenen windmolen De Eenhoorn - nabij Beschermd landschap Groot Buitenschoor-Galgeschoor - doorkruisen biologisch waardevolle percelen - kruisen vogelrichtlijngebied Schorren en polders van de Beneden- Schelde-oever1.400 m - kruisen habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent : m - kruisen VEN-gebied de Slikken en schorren langsheen de Schelde : 800 m - kruisen erkend natuurreservaat Groot Buitenschoor en Galgenschoor : 380 m nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 43

46 Bespreking alternatief 10 In dit alternatief wordt de toegang tot het sluizencomplex zo dicht mogelijk tegen de Schelde gekruist. Ten opzichte van het basistracé is het nadeel dat er onvoldoende ruimte is door de aanwezigheid van een zone voor containeroperaties en een vrije hoogte nodig is van 120 m boven de operationele zone van de terminal. Dit is nodig om toe te laten een containerkraan te verrijden over de terminal. De zones voor containeroperaties dienen vrijgehouden te worden. Elke mast vormt grote operationele hinder, niet alleen een verlies aan grondoppervlakte, maar ook een verlies qua flexibiliteit voor de interne verkeersstromen. Bovendien zou voor de bouw van een mast een bijkomend deel van de terminal buiten dienst gesteld moeten worden en zou op het moment dat er kabels over de terminal getrokken worden de hele terminal buiten dienst moeten zijn. Er moet bekeken worden onder welke voorwaarden een terminal die 24/7 operationeel is, stilgelegd kan worden. In bijlage 4 worden de plannen van de terminals ten noorden en ten zuiden van het Sluizencomplex weergegeven, met daarbij de aanduiding van de zone die voorbestemd is voor de containeroperaties. Voor de overige aspecten wijkt dit alternatief erg weinig af van het basistracé, waardoor redelijkerwijze gesteld kan worden dat de milieueffecten in eerste instantie niet aanzienlijk slechter zullen zijn dan bij het basistracé. Dit alternatief is dus technisch en ruimtelijke zeer moeilijk verenigbaar met het huidige gebruik van de terreinen die overspannen zouden worden. Om toch een oplossing te bieden aan de mogelijke impact die een kruising van het sluizencomplex met zich meebrengt, wordt verwezen naar alternatieven 6 en 8. In vergelijking met alternatief 10, kampen deze alternatieven niet met het conflict inzake technische moeilijkheden en ruimtegebruik zoals hierboven toegelicht. Er is dus een andere haalbare oplossing voorhanden, waardoor geoordeeld wordt dat het niet nodig is om dit alternatief verder te onderzoeken. Derhalve wordt dit tracé als een niet redelijk haalbaar alternatief beschouwd en zal dit niet verder onderzocht worden in het MER nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 44

47 3 Visie initiatiefnemer overige aspecten In voorgaande analyse worden de verschillende alternatieven bekeken op verschillende aspecten, zijnde: technische haalbaarheid en bedrijfszekerheid ruimtelijke inpasbaarheid mogelijke milieu-impact. In het kader van een MER-procedure zijn dit de aspecten die van doorslaggevend belang zijn om te beslissen of een alternatief al dan niet als een redelijk haalbaar alternatief beschouwd kan worden. In de praktijk zijn er echter ook nog andere aspecten die van invloed zijn op de haalbaarheid van een alternatief. Een belangrijk aspect hierin is de kostprijs van de voorgestelde alternatieven en technische oplossingen. Dit aspect wordt niet meegenomen in de beoordeling van de alternatieven, doch er is wel degelijk een groot verschil tussen de verschillende opties. In principe wordt bij het zoeken naar alternatieven het BATNEEC-principe toegepast. (Best Available Technique Not Exceeding Excessive Costs). Algemeen kan er gesteld worden dat verwacht wordt dat de voorgestelde alternatieven duurder uitvallen ten opzichte van het basistracé. Voor alternatieven 5, 7 en 9 dient vermeld te worden dat er omwille van de technische aspecten en onzekerheden bij de uitvoering van de onderboringen een groot risico is dat deze mislukken. Financieel gezien is dit ook een sterk nadeel, aangezien dan ofwel nog een bijkomende boring dient voorzien te worden (voor zover deze dan nog technisch en ruimtelijke mogelijk is), ofwel de gemaakte investering als verloren beschouwd dient te worden. Buiten alle vermelde risico s met betrekking tot ondergrondse verbindingen verdient het kostprijsverschil speciale aandacht omdat een ondergronds kabeltraject 7 tot 10 x duurder is dan een standaard luchtlijntraject met gelijke transportcapaciteit. De eenheidsprijs van een standaard luchtlijn bedraagt tussen de 1 en 3 miljoen euro per km. De noodzakelijk onderboringen zijn in deze kostprijsvergelijking nog niet meegenomen. Voor alternatief 8 wordt gesteld dat het luchtlijntraject langsheen de A12 weliswaar 16 km lang zal zijn (en dus 6 km langer dat het basistraject langsheen de Scheldelaan) maar dit wordt financieel grotendeels gecompenseerd door een gedeeltelijk hergebruik van de masten van de 150kV lijn en de eenvoudigere constructie van de lijn omdat er minder kritische installaties moeten overspannen worden die plaatselijk omleidingen, verhogingen of specifieke versterkingen in de constructie meebrengen zoals nodig voor het basistraject. Verder staat natuurlijk het ondergronds brengen van de bestaande 150kV verbinding hiertegenover wat een extra kostprijs met zich meebrengt maar technisch een standaard aanpak is in tegenstelling tot de ondergrondse aanleg van de 380kV verbindingen. Een tweede aspect dat niet meegenomen wordt in voorgaande beoordeling is het verschil in uitvoeringstermijnen voor de verschillende alternatieven nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 45

48 4 Voorstel verder te onderzoeken in plan-mer In voorgaande analyse wordt voor 10 alternatieven afgewogen of deze alternatieven als redelijk haalbaar te beschouwen zijn, bijkomende voordelen ten opzichte van het basistracé bieden en/of aanzienlijke negatiever milieueffecten met zich mee zullen brengen. Er wordt uiteindelijk geconcludeerd dat volgende alternatieven verder onderzocht zullen worden in het MER. Deze alternatieven worden allen als redelijk haalbaar geacht. Alternatief 1: Bovengrondse HS-lijn ten westen van Scheldelaan Alternatief 2: Bovengrondse HS-lijn ten westen van Scheldelaan, met recuperatie locatie bestaande 150 kv-verbinding Alternatief 6: Bovengrondse kruising sluizencomplex Berendrecht- en Zandvlietsluis, oostelijker t.o.v. basistracé Alternatief 8 : tracé via A12, met recuperatie van de locatie bestaande 150 kv-verbinding Met de opname van deze alternatieven in het verder onderzoek, wordt er ook een antwoord geboden aan de leemte in de kennis met betrekking tot de al-dan-niet interferentie van de HS-lijnen met de navigatie-apparatuur van het sluizencomplex. De overige alternatieven worden niet als redelijk haalbare alternatieven beschouwd, ofwel omdat de doelstellingen van het plan hiermee niet behaald worden, ofwel omwille van risico s op technische en ruimtelijke aspecten. Volgende alternatieven zullen derhalve niet verder meer onderzocht worden in het MER: Alternatief 3 met een tracé langs Linkeroever, voldoet niet aan de doelstellingen en is technisch en ruimtelijk complexer dan het basistracé Alternatief 4, het bijhangen van extra geleiders op de bestaande 150 kv-lijn Lillo-Solvay is technisch niet mogelijk. Oplossingen om dit technisch realiseerbaar te maken resulteren in alternatief 2, wat wel verder onderzocht wordt. Alternatieven 5, 7 en 9, met respectievelijk een ondergrondse verbinding onder het sluizencomplex, de Scheldelaan en de Schelde brengen dermate grote risico s met zich mee op het vlak van bevoorradingszekerheid, technische haalbaarheid en ruimtelijke inpasbaarheid, dat deze niet als te verantwoorden alternatieven beschouwd worden. Alternatief 10, met een westelijke oversteek van de toegang tot het sluizencomplex, is ruimtelijk niet verenigbaar met de bestaande havenactiviteiten nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 46

49 5 Consequenties voor MER-procedure en MER methodiek Ten opzichte van de kennisgeving die reeds voor dit MER werd opgemaakt, zullen er in het MERonderzoek dus nog 2 bijkomende alternatieven worden onderzocht. Het betreft hier alternatief 6, de oostelijke kruising van het sluizencomplex en alternatief 8, het alternatief dat de omtrekkende beweging langs de A12 maakt. Het bijkomend opnemen van alternatief 6 als verder te onderzoeken, heeft geen impact op de lopende MER-procedure en de methodiek van het MER-onderzoek zoals weergegeven in de kennisgeving en bepaald in de richtlijnen. Echter, alternatief 8 bevindt zich ook op het grondgebied van de gemeente Stabroek. Deze gemeente is in de lopende MER-procedure en het reeds uitgevoerde openbaar onderzoek over de kennisgeving nog niet betrokken. Door het bijkomend opnemen van alternatief 8 als verder te onderzoek alternatief betekent dit dat er een extra openbaar onderzoek wordt uitgevoerd in de MER-procedure, waarbij dit document en de bestaande kennisgeving ter inzage gelegd zullen worden. Er dient wel opgemerkt te worden dat het tracé van alternatief 8 reeds aanwezig is op het gewestplan als een bestaande hoogspanningslijn. De recuperatie van deze locatie en de omvorming tot 380 kv-verbinding, evenals het omleggen (ondergronds brengen in de wegenis) van de bestaande 150 kv-lijn behoeven geen RUP-initiatief. Ten opzichte van de onderzoeksmethodiek zoals beschreven in de kennisgeving en bepaald in de richtlijnen van dienst MER, is er geen bijsturing noodzakelijk. Volgende aanvullingen bij de kennisgeving worden nog gedaan ter volledigheid: paragraaf 4.4: - Alternatief 8 doorkruist tevens het Gewestelijk RUP opheffen van de (alternatieve) reservatie- en erfdienstbaarheden voor het Duwvaartkanaal Oelegem - Zandvliet". Dit RUP heft een eerdere reservatiestrook (overdruk) op en heeft derhalve geen invloed op de te onderzoeken ontwikkelingsscenario s. - Alternatief 8 doorkruist tevens het gewestelijk RUP Liefkenshoekspoortunnel. In dit RUP wordt bestaande hoogspanningslijn bevestigd door middel van de overdruk hoogspanningsleiding. Deze kruist de bestemming spoorweginfrastructuur. - Alternatief 8 doorkruist het in opmaak zijnde RUP Nx, verbinding tussen N11 en Alternatief 8 bevindt zich gedeeltelijk in het RUP afbakening Zeehavengebied Antwerpen paragraaf 5.1.3: Alternatief 8 kruist volgens de bodemkaart ook nog een landduin paragraaf 5.2.3: Alternatief 8 kruist volgende waterlopen: Schelde-jnverbindingskanaal, Kabeljauwbeek, Groot Schijn, Middelwatergang, Antitankkanaal, De Zijp, onbenoemde waterloop en Havendok. Alternatief 8 kruist op het grondgebied van Stabroek mogelijk en effectief overstromingsgevoelig gebied. paragrafen en 5.3.4: Alternatief 8 kruist volgende aandachtsgebieden inzake fauna en flora - doorkruist 419 m biologisch zeer waardevolle percelen, voornamelijk droge struikheidevegetatie met struik- of boomopslag (cgb, 380 m) en een aantal waardevolle bermen, perceelsranden en sloten. - kruist m aan biologisch waardevolle percelen, bestaande uit ruigtes, gemengd loofhout, soortenrijk permanent cultuurgrasland. - doorkruist in totaal 256 m VEN-gebied de Slikken en schorren langsheen de Schelde - doorkruist Vogelrichtlijngebied Schorre en polders van de Beneden-Schelde over een lengte van 597 m - grenst aan Habitatrichtlijngebied Schelde- en Durmeëstuarium (maximale afstand: 250 m) nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 47

50 - grenst aan Habitatrichtlijngebied Historische fortengordels (over een lengte van 300 m maximale afstand: 300m) - grenst aan erkend natuurreservaat (maximale afstand m) paragraaf 5.4.3: Alternatief 8 kruist volgende aandachtsgebieden inzake landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie - kruist over een lengte van m de relictzone Polder van Zandvliet en Stoppelenberg- Kraaienberg - kruist over een lengte van m de relictzone ontginningsblok Stabroek - kruist over een lengte van 780 m de ankerplaats De Polder van Stabroek met overgangszone naar de Noorderkempen - loopt op ca 75 m van het beschermd dorpsgezicht Fort van Stabroek - kruist de lijnrelicten Armendijk, Antitankgracht en Duitse Bunkerlinie Hoofdweerstandstelling - doorkruist kasteelpark - volgt grotendeels de autosnelweg A12 - doorkruist de landduin De Brabantse wal over een lengte van 535 m - gelegen op minder dan 200 m van nieuwe nederzettingen in Zandvliet en Berendrecht - doorkruist agrarisch ontginningslandschap en polderlandschap - gelegen op 400 m van Fort van Stabroek - kruist de Antitankgracht paragraaf 5.5.3: er liggen 25 woningen binnen de 0,4 µt-contour nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 48

51 6 Bijlagen nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 pagina 49

52 Bijlage 1 Kaarten situeringskaart alternatieven situeringskaart bestaande lijnen Kaart Fauna en Flora Kaart landschap nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 Bijlage 1 - pagina 1

53 Alternatief 7 Alternatief 5 Basistracé Alternatief 6 Alternatief 8 Alternatief 10 Alternatief 1 Alternatief 3 Alternatief 2 en 4 Alternatief m RUP hoogspanningslijn Zandvliet - Lillo - Liefkenshoek Kennisgeving - addendum Kaart: Situering basistracé en alternatieven Opdrachtgever: Elia Asset Keizerslaan Brussel Legende basistracé alternatief 1 alternatief 2 en 4 alternatief 3 Alternatief 5 Alternatief 6 Alternatief 7 Alternatief 8 Alternatief 9 Alternatief 10 Opdrachthouder bron: - rasterversie topografische kaart 1/ (NGI, AGIV) \hvc mei 2013

54 m RUP hoogspanningslijn Zandvliet - Lillo - Liefkenshoek Kennisgeving - addendum Kaart 1b: Bestaande hoogspanningslijnen Opdrachtgever: Elia Asset Keizerslaan Brussel Legende Bestaande hoogspanningslijnen Opdrachthouder bron: - rasterversie topografische kaart 1/ (NGI, AGIV) \hvc mei 2013

55 Alternatief 7 Alternatief 5 Basistracé Alternatief 6 Alternatief 8 Alternatief 10 Alternatief 1 Alternatief 3 Alternatief 2 en 4 Alternatief m RUP hoogspanningslijn Zandvliet - Lillo - Liefkenshoek Kennisgeving - addendum Kaart: Fauna en flora basistracé en alternatieven Opdrachtgever: Elia Asset Keizerslaan Brussel Legende basistracé alternatief 1 alternatief 2 en 4 alternatief 3 Alternatief 5 Alternatief 6 Alternatief 7 Alternatief 8 Alternatief 9 Alternatief 10 Opdrachthouder bron: - rasterversie topografische kaart 1/ (NGI, AGIV) \hvc mei 2013

56 % % Alternatief 7 Alternatief 5 % Basistracé Alternatief 10 Alternatief 6 % % Alternatief 8 % % Alternatief 1 Alternatief 3 % Alternatief 2 en 4 % % % % Alternatief m RUP hoogspanningslijn Zandvliet - Lillo - Liefkenshoek Kennisgeving - addendum Kaart: Landschap basistracé en alternatieven Opdrachtgever: Elia Asset Keizerslaan Brussel Legende basistracé alternatief 1 alternatief 2 en 4 alternatief 3 Alternatief 5 Alternatief 6 Alternatief 7 Alternatief 8 Alternatief 9 Alternatief 10 % Puntrelict Lijnrelict Ankerplaats Relictzone definitief aangeduide ankerplaats beschermd dorps- en stadsgezicht beschermd landschap beschermd monument Opdrachthouder bron: - rasterversie topografische kaart 1/ (NGI, AGIV) \hvc mei 2013

57 Bijlage 2 Schema s Alternatief 5, ondergrondse kruising sluizencomplex Doorsnede gestuurde boringen onder sluisplateau Overzicht ruimte-inname boring met 6 kabels onder sluizencomplex - Orthofoto - Topografische kaart - Aanwezigheid kabels en leidingen nota afweging alternatieven HS-lijn Zandvliet-Lillo_V4 Bijlage 2 - pagina 1

58 MERCATOR 1,1km SLUIZENCOMPLEX (4) LILLO 1,2km SCHELDE (4) ZANDVLIET 4,2km Scheldelaan 5,3km (1) Scheldelaan (1) (2) (3) (3) (3) (1) Gestuurde boringen (2) Transitie kabel / GIB (3) Transitie Kabel / Lijn (4) Lijn portiek cm DATE SCALE K:\XNOL214\VoorStudie_Laatste versie\kabels_varianten\projet resume.dgn A3 FORMAT NUMBER

59

60 P1 P2 BASISPLAN P3 P4 P5 P6 P7 P8 P9 P10 P11 MF P12 P13 P14 04 P17 P18 P19 05 P21 2 kabel s Gl asvezel -bui s í50pehd NMBS kabel s 48 F 10 CM BELGACOM P20 NMBS kabel s kabel N P22 oolí400 2 kabel s Water í800 BELGACOM VERSATEL Gl asvezel BELGACOM oolí600/900 Gl asvezel -bui s í50pehd Water í300 af te staan zonder voorafgaande toestemming Het is verboden het te kopieren of aan derden Lege-bui s í50pe AI R LI QUI DE sti kstof Lege-bui s í50pe Water í800 oolí500/750 NMBS kabel s Water í500 Dit dokument is eigendom van Elia Engineering NV. REV FOLIO VOLGNUMMER TYPE PROJECTCODE B-1831 DIEGEM AFZENDER TECHNISCHE ONDERVERDELING IMPUTATIE Elia Engineering NV 524P k V F Aant.FOLIO SCHAAL VERVANGT NR BEST. Lillo LOB HUS 003A0 1/1000 C D R GOEDGEKEURD GEVALIDEERD GEVERIFIEERD GETEKEND STAT. WIJZIGINGEN D M J REV PRL EERSTE ONTWERP VAN HET PLAN N O L 2 14 / Culliganlaan 1G Prater Building N 02 Sluizencomplex 4 ONDERGRONDSE 380KV VERBINDING LILLO-ZANDVLIET 4 AI R LI QUI DE zuurstof AI R LI QUI DE kool m onoxi de kabel oolí150 í500/750 Water AI R LI QUI DE w aterstof BELGACOM Water í800 3 kabel s VERSATEL Gl asvezel BELGACOM 2 kabel s oolí600/900 BELGACOM Water í800 oolí500 oolí1000 NMBS kabel s 06 P23 oolí600 AI R LI QUI DE w aterstof AI R LI QUI DE kool m onoxi de AI R LI QUI DE w aterstof AI R LI QUI DE sti kstof AI R LI QUI DE zuurstof Water í300 kabel 2 kabel s BELGACOM BELGACOM Water í800 Lege-bui s í50pe VERSATEL Gl asvezel oolí400 oolí200 NMBS kabel s oolí500 P25 2 kabel s kabel 2 kabel s oolí500 oolí800 oolí200 P12 BELGACOM BELGACOM 3 kabel s BELGACOM oolí800 TELENET kabel P n a a r Z a n d vl ie t oolí400 oolí500 Water í150 BELGACOM kabel kabel P26 oolí400 oolí500 kabel Water í100 BELGACOM Tel etransm i ssi e oolí200 oolí800 Tel etransm i ssi e P24 oolí500/750 ZANDVL I E T S L U I S Water í800 Water í150 TELENET kabel NAVO pi jpl ei di ng oolí500 VERSATEL Gl asvezel oolí200 NMBS kabel s g we or po es ël tri us nd i P14 oolí500 oolí800 oolí800 oolí500 VERSATEL Gl asvezeldoor tunnel oolí500 oolí500 AI R LI QUI DE w aterstof AI R LI QUI DE kool m onoxi de AI R LI QUI DE sti kstof AI R LI QUI DE zuurstof AI R LI QUI DE sti kstof 4 8 e ël i tr eg us rw nd oo i sp oolí500 AI R LI QUI DE w aterstof kabel oolí200 Tel etransm i ssi e oolí400 oolí600 oolí400/600 BE R E N D R E C H T S L U I S oolí500 Lege-bui s í50pe TELENET kabel oolí500 FLUXYS í300 Water í800 o l l Li naar Water í300 Gestuurde bori ngen 07 M AST P24 M ET 2 NIVEAUS oolí500 AI R LI QUI DE sti kstof AI R LI QUI DE w aterstof AI R LI QUI DE kool m onoxi de Lege-bui s í50pe oolí600 AI R LI QUI DE zuurstof AI R LI QUI DE sti kstof 09 Zandvliet 3 3 E D C B A 1 1 i oolí500/750 oolí200 TELENET kabel GV 2Bui zen HDPE + KAN 2Bui zen í125 H. S.kabel+ sei nkabel AI R LI QUI DE w aterstof AI R LI QUI DE zuurstof AI R LI QUI DE sti kstof FLUXYS í400 VERSATEL Gl asvezel FLUXYS í F E D C B A Schaal : 1 / TRANSITIE LIJN/KABELS 6 FEEDERS SLUIZENCOMPLEX

61

Netversterking 380 en 150kV in de Antwerpse Haven

Netversterking 380 en 150kV in de Antwerpse Haven PROJECT BRABO Netversterking 380 en 150kV in de Antwerpse Haven Presentatie : 28/05/2013 1 Situatie in de regio Antwerpen in 2007 structuur 150kVnetten nog grotendeels van voor jaren 70 alleen 380kVverbindingen

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo. Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 80 79 - Fax

Nadere informatie

25 oktober Plenair gedeelte met presentaties. 2. Vragen en feedback tijdens de lunch

25 oktober Plenair gedeelte met presentaties. 2. Vragen en feedback tijdens de lunch 25 oktober 2016 25 oktober 2016 1. Plenair gedeelte met presentaties 2. Vragen en feedback tijdens de lunch 25 oktober 2016 1. Project Brabo 2. Werken Elia Scheldelaan en Kruisweg 3. Werken AWV Scheldelaan

Nadere informatie

GEMEENTE HEUVELLAND RUP Brandweerkazerne. Procesnota mei 2019

GEMEENTE HEUVELLAND RUP Brandweerkazerne. Procesnota mei 2019 GEMEENTE HEUVELLAND RUP Brandweerkazerne Procesnota mei 2019 COLOFON Opdracht: RUP Brandweerkazerne - Procesnota Opdrachtgever: Gemeente Heuvelland Bergstraat 24 8950 Heuvelland (Kemmel) Opdrachthouder:

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Noodzaak van het project

Noodzaak van het project Noodzaak van het project Petrol-Zurenborg Elia legt een dubbele ondergrondse kabelverbinding aan tussen de bestaande hoogspanningsstations Petrol en Zurenborg in Antwerpen. Dit gebeurt omwille van twee

Nadere informatie

Gemeente Bocholt RUP AFSCHAFFING OMLEIDINGSWEG N747 KAULILLE. procesnota november 2018

Gemeente Bocholt RUP AFSCHAFFING OMLEIDINGSWEG N747 KAULILLE. procesnota november 2018 Gemeente Bocholt RUP AFSCHAFFING OMLEIDINGSWEG N747 KAULILLE procesnota november 2018 COLOFON Opdracht: RUP Afschaffing omleidingsweg N747 Kaulille Opdrachtgever: Gemeente Bocholt Dorpsstraat 16 3950 Bocholt

Nadere informatie

Gemeente Schilde RUP "De Vogelenzang " Procesnota Juli 2018

Gemeente Schilde RUP De Vogelenzang  Procesnota Juli 2018 Gemeente Schilde RUP "De Vogelenzang " Procesnota Juli 2018 COLOFON Opdracht: RUP De Vogelenzang Opdrachtgever: Gemeente Schilde Ruimtelijke Ordening Brasschaatsebaan 30 2970 Schilde Opdrachthouder: Antea

Nadere informatie

Het project Mercator-Horta

Het project Mercator-Horta ELIA Mercator-Horta project 1 Het project Mercator-Horta Vernieuwing van een cruciale hoogspanningslijn De vernieuwing van de lijn Mercator-Horta is noodzakelijk voor de bevoorradingszekerheid en de economische

Nadere informatie

TRACÉAFWEGING 150 KV-VERBINDING GEERVLIET-MIDDELHARNIS

TRACÉAFWEGING 150 KV-VERBINDING GEERVLIET-MIDDELHARNIS TRACÉAFWEGING 150 KV-VERBINDING GEERVLIET-MIDDELHARNIS TENNET 15 november 2012 076712539:B - Definitief B02047.000008.0200 Inhoud 1 Inleiding...3 1.1 Doelstelling...3 1.2 Leeswijzer...3 2 Uitgangspunten...5

Nadere informatie

RUP Tabaart Stad Bilzen. Procesnota oktober 2017

RUP Tabaart Stad Bilzen. Procesnota oktober 2017 RUP Tabaart Stad Bilzen Procesnota oktober 2017 COLOFON Opdracht: RUP Tabaart Opdrachtgever: Stad Bilzen Schureveld 19 3740 Bilzen Opdrachthouder: Antea Belgium nv Corda Campus gebouw 6 Kempische steenweg

Nadere informatie

Advies over het ontwerp plan-mer voor het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet - Lillo Liefkenshoek

Advies over het ontwerp plan-mer voor het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet - Lillo Liefkenshoek Advies over het ontwerp plan-mer voor het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet - Lillo Liefkenshoek Adviesnummer: Datum advisering: Auteur: Contact: INBO.A.3168 23 juli 2014 Joris Everaert Lon Lommaert (lon.lommaert@inbo.be)

Nadere informatie

PROJECT BRABO GRUP HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO - LIEFKENSHOEK. Plan-MER Niet-technische samenvatting

PROJECT BRABO GRUP HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO - LIEFKENSHOEK. Plan-MER Niet-technische samenvatting PROJECT BRABO GRUP HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO - LIEFKENSHOEK Plan-MER Niet-technische samenvatting COLOFON Opdracht: Opmaak van een milieueffectrapport voor het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet

Nadere informatie

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST + KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu

Nadere informatie

RUP Omvormen kleine industriegebieden. Stad Lier Procesnota

RUP Omvormen kleine industriegebieden. Stad Lier Procesnota RUP Omvormen kleine industriegebieden Stad Lier Procesnota Colofon Opdracht RUP Omvormen kleine industriegebieden Procesnota versie oktober 2018 Opdrachtgever Stad Lier Paradeplein 2 bus 1 2500 Lier Opdrachthouder

Nadere informatie

RUP Dennenstraat Gemeente Lanaken. Procesnota Juli 2018

RUP Dennenstraat Gemeente Lanaken. Procesnota Juli 2018 RUP Dennenstraat Gemeente Lanaken Procesnota Juli 2018 COLOFON Opdracht: RUP Dennenstraat Opdrachtgever: Gemeente Lanaken Jan Rosierlaan 1 3620 Lanaken Opdrachthouder: Antea Belgium nv Corda Campus gebouw

Nadere informatie

Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017)

Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017) Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017) Inleiding Het Rijk en TenneT zijn voornemens om de Zuid-West 380 kv hoogspanningsverbinding van Borssele naar Tilburg

Nadere informatie

essentieel voor de energiebevoorrading

essentieel voor de energiebevoorrading ELIA Brabo-project 1 Het Brabo-project essentieel voor de energiebevoorrading Het Brabo-project versterkt het Belgische elektriciteitsnetwerk. Dat is noodzakelijk voor de bevoorrading van het hele land.

Nadere informatie

RUP Ibogem Procesnota juni Gemeente Kruibeke

RUP Ibogem Procesnota juni Gemeente Kruibeke RUP Ibogem Procesnota juni 2018 Gemeente Kruibeke COLOFON Opdracht: RUP Ibogem Opdrachtgever: Gemeentebestuur Kruibeke O.L. Vrouwplein 18-20 9150 Kruibeke Opdrachthouder: Antea Belgium nv Roderveldlaan

Nadere informatie

Gemeente Beveren RUP TEXAMSITE. Procesnota januari 2019

Gemeente Beveren RUP TEXAMSITE. Procesnota januari 2019 Gemeente Beveren RUP TEXAMSITE Procesnota januari 2019 COLOFON Opdracht: RUP Texamsite" Opdrachtgever: Gemeente Beveren Stationsstraat 2 9120 Beveren Opdrachthouder: Antea Belgium nv Roderveldlaan 1 2600

Nadere informatie

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST EN KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt van 20 november 2018 met betrekking tot de aanvraag tot toelating van de aanleg van een directe lijn BESL-2018-100 De Vlaamse Regulator

Nadere informatie

"Administratieve herziening Hoogspanningsleiding"

Administratieve herziening Hoogspanningsleiding Bestemmingsplan "Administratieve herziening Hoogspanningsleiding" Inhoud. Toelichting Regels Kaart nr. 090207 Procedure. Kennisgeving voorbereiden bestemmingsplan Gepubliceerd d.d. : 10 december 2009 Ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

HERZIENING GRS. Kaartenbundel richtinggevend gedeelte Stad Ieper

HERZIENING GRS. Kaartenbundel richtinggevend gedeelte Stad Ieper HERZIENING GRS Kaartenbundel richtinggevend gedeelte Stad Ieper COLOFON Opdracht: Herziening GRS Kaartenbundel richtinggevend gedeelte Opdrachtgever: Stad Ieper Grote Markt 34 8900 Ieper Opdrachthouder:

Nadere informatie

PROJECT BRABO - ELIA BOUW EN EXPLOITATIE VAN DE HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO MERCATOR. Kennisgeving Project-MER

PROJECT BRABO - ELIA BOUW EN EXPLOITATIE VAN DE HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO MERCATOR. Kennisgeving Project-MER PROJECT BRABO - ELIA BOUW EN EXPLOITATIE VAN DE HOOGSPANNINGSLIJN ZANDVLIET LILLO MERCATOR Kennisgeving Project-MER COLOFON Opdracht: Project Brabo Bouw en exploitatie van de hoogspanningslijn Zandvliet

Nadere informatie

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-mer. Aanleg leiding Air Liquide OxGam (Oxygen Gent ArcelorMittal) Temse Zelzate

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-mer. Aanleg leiding Air Liquide OxGam (Oxygen Gent ArcelorMittal) Temse Zelzate Vlaamse overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES

HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES Definitieve versie Opdrachtgever: LNE, afd. AMNE, dienst Mer COLOFON Opdracht: Handleiding participatie in het m.e.r.-proces Definitieve versie Opdrachtgever:

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK ARCHEOLOGIENOTA KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK Auteurs: Bart BARTHOLOMIEUX, Gwendy WYNS Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat 54 8770

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Oirschot-Boxtel 150 kv. Inhoud. Nieuwe ondergrondse kabelverbinding van Oirschot naar Boxtel

Nieuwsbrief. Oirschot-Boxtel 150 kv. Inhoud. Nieuwe ondergrondse kabelverbinding van Oirschot naar Boxtel Jaargang 1 nummer 1 juli 2014 Nieuwsbrief Oirschot-Boxtel 150 kv Inhoud Voorwoord 02 Oog voor de omgeving tussen Boxtel en Oirschot 03 In kaart 04 Stappen van aanleg 05 Feiten & cijfers en planning 06

Nadere informatie

SEAGRIDS. Versterking van het elektriciteitsnet in de kustregio

SEAGRIDS. Versterking van het elektriciteitsnet in de kustregio SEAGRIDS Versterking van het elektriciteitsnet in de kustregio Versterking van het elektriciteitsnet in de kustregio Noodzaak van de Seagrids investeringsprojecten Aansluiting van de internationale, onderzeese

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg transportleiding industriële gassen INEOS C2T NV C2T Project

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg transportleiding industriële gassen INEOS C2T NV C2T Project Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Specifieke magneetveld zones

Specifieke magneetveld zones Specifieke magneetveld zones 150 kv schakelstation Boxtel. IJsselstein, 17 september 2010 In opdracht van TenneT B.V. Jenastraat 4 tel: +31 30 686 52 91 Mail: piet.peeters@hetnet.nl 3401 WJ IJsselstein

Nadere informatie

Werken aan hoogspanning

Werken aan hoogspanning Werken aan hoogspanning Haalbaarheidsstudie aanpassingen 150 kv-net Best Best Endhoven Werken aan netversterking en netuitbreiding COBRAcable (Denemarken) NorNed (Noorwegen) Eemshaven Meeden Haalbaarheidsstudie

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

PLAN-M.E.R.-SCREENING. KAARTENBUNDEL

PLAN-M.E.R.-SCREENING. KAARTENBUNDEL PLAN-M.E.R.-SCREENING. KAARTENBUNDEL Planologisch attest Historisch gegroeid bedrijf Aertssen te Stabroek Groep Aertssen mei 2016 OMGEVING. mei 2016. 15011_KB_001 KAART 1 SITUERING OP LUCHTFOTO Groep Aertssen.

Nadere informatie

RUP Hippodroom Stad Tongeren. Procesnota Maart 2018

RUP Hippodroom Stad Tongeren. Procesnota Maart 2018 RUP Hippodroom Stad Tongeren Procesnota Maart 2018 COLOFON Opdracht: RUP Hippodroom Opdrachtgever: Stad Tongeren Maastrichterstraat 10 3700 Tongeren Opdrachthouder: Antea Belgium nv Corda Campus gebouw

Nadere informatie

2de spoortoegang Antwerpse. spoorvertakking Ekeren Oude Landen. Luc Vansteenkiste Directeur-Generaal Infrastructuur. Bram Cornelis Program Manager

2de spoortoegang Antwerpse. spoorvertakking Ekeren Oude Landen. Luc Vansteenkiste Directeur-Generaal Infrastructuur. Bram Cornelis Program Manager 2de spoortoegang Antwerpse Haven & spoorvertakking Ekeren Oude Landen INFOMOMENT steden & gemeenten Luc Vansteenkiste Directeur-Generaal Infrastructuur Bram Cornelis Program Manager INHOUD 1 2 Situering

Nadere informatie

Het Brabo II-project

Het Brabo II-project ELIA Brabo-project 1 Het Brabo II-project Versterking van de hoogspanningslijn Zandvliet-Lillo-Liefkenshoek Het Brabo-project versterkt het Belgische elektriciteitsnetwerk. Dat is noodzakelijk voor de

Nadere informatie

Landschaps-/mitigatieplan Pastoor Albertsstraat ong. te Puth

Landschaps-/mitigatieplan Pastoor Albertsstraat ong. te Puth Landschaps-/mitigatieplan Pastoor Albertsstraat ong. te Puth gemeente Schinnen Landschaps-/mitigatieplan Pastoor Albertsstraat ong. te Puth gemeente Schinnen Rapportnummer: 13-04971-V-M-SV Dossiernummer:

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

Aanvullende nota bij het plan-mer ruilverkaveling Schelde-Leie

Aanvullende nota bij het plan-mer ruilverkaveling Schelde-Leie Aanvullende nota bij het plan-mer ruilverkaveling Schelde-Leie 5 december 2013 Situering/Historiek Het onderzoek naar het nut van de ruilverkaveling Schelde-Leie werd opgestart in 2006. Na het inventarisatiewerk,

Nadere informatie

Oostende - Middenkust

Oostende - Middenkust Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

In 2017 hebben de Ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu een tracé vastgesteld voor de nieuwe 380 kv-verbinding Zuid-West

In 2017 hebben de Ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu een tracé vastgesteld voor de nieuwe 380 kv-verbinding Zuid-West Introductie Het tweede werkatelier over de Brabantse Wal verkabeling heeft op 25 oktober 2018 plaatsgevonden. In het werkatelier van 18 mei 2018 zijn de verschillende belangen en varianten besproken. Naar

Nadere informatie

herstellen van de leefbaarheid

herstellen van de leefbaarheid herstellen van de leefbaarheid AMBITIE EN PRAKTIJK Steven Vervaet, Zwijndrecht Parlementaire Commissie Mobiliteit, 2 juli 2015 Beoordelingskader tracékeuze 3 de Scheldekruising mobiliteitswinst leefbaarheid

Nadere informatie

Startnotitie m.e.r.-procedure

Startnotitie m.e.r.-procedure Zuid West Publiekssamenvatting Startnotitie m.e.r.-procedure Zuid-West 380 kv hoogspanningsverbinding De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT aan de Zuid-West 380 kv-verbinding

Nadere informatie

Aspecten van leveringszekerheid en netveiligheid in het 380 kv-net. Verantwoord en innovatief ondergronds

Aspecten van leveringszekerheid en netveiligheid in het 380 kv-net. Verantwoord en innovatief ondergronds Aspecten van leveringszekerheid en netveiligheid in het 380 kv-net Verantwoord en innovatief ondergronds Aspecten van leveringszekerheid en netveiligheid in het 380 kv-net Samenvatting Toepassing 380 kv

Nadere informatie

STUDIE NAAR DE TOEKOMST VAN HET KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK. Uitgangspunten en onderzoeksvragen in de studie Deel Zwevegem - Leie

STUDIE NAAR DE TOEKOMST VAN HET KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK. Uitgangspunten en onderzoeksvragen in de studie Deel Zwevegem - Leie STUDIE NAAR DE TOEKOMST VAN HET KANAAL BOSSUIT-KORTRIJK Uitgangspunten en onderzoeksvragen in de studie Deel Zwevegem - Leie ! Uitgangspunten vertrekken vanuit de hoofddoelstelling van het onderzoek: het

Nadere informatie

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad in vergadering van.. op bevel, De Provinciegriffier

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

KAART 1 LUCHTFOTO. groep Aertssen. planologisch attest. bron AGIV orthofoto middenschalig winteropname (2013) studiegebied

KAART 1 LUCHTFOTO. groep Aertssen. planologisch attest. bron AGIV orthofoto middenschalig winteropname (2013) studiegebied OMGEVING. 3 februari 2015. 15011_PL_001_luchtfoto KAART 1 LUCHTFOTO groep Aertssen. planologisch attest. bron AGIV orthofoto middenschalig winteropname (2013) 0 100 200 m OMGEVING. 3 februari 2015. 15011_PL_002_topografie

Nadere informatie

Inspraak voor MER: 2695

Inspraak voor MER: 2695 InspraakvoorMER:2695 PLAN-MILIEUEFFECTRAPPORTAGE OOSTERWEELVERBINDING Naamenvoornaam :WillyVanOverloop, Adres:Eikenlaan 13 Postcodeenwoonplaats :9111Belsele E mail * :bolster@telenet.be Inspraakals: Particulier

Nadere informatie

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen NOTITIE AAN Dienst Regelingen VAN Sara Zehenpfenning ONDERWERP Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen TER BESLUITVORMING TER INFORMATIE Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Nadere informatie

Betreft:vragen naar aanleiding van de (voorgenomen) tracéwijziging 380kV Zuid West

Betreft:vragen naar aanleiding van de (voorgenomen) tracéwijziging 380kV Zuid West Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Directoraat generaal voor Energie, Telecom en Mededinging Directie Energiemarkt t.a.v. de directeur drs. J.C. de Groot Postbus 20401 2500 EK Den

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten

De vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu vereisten In gevallen dat een be sluit of plan betrekking heeft op activiteiten die voorkomen op de D-lijst kent de vormvrije m.e.r.-beoordeling

Nadere informatie

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Oosterweelverbinding

Oosterweelverbinding Oosterweelverbinding Ecologisch alternatief voor Infrastructuurwerken Linkeroever-Zwijndrecht 29 maart 2016 Natuurpunt WAL Yzerhand 17 9120 Beveren tel 03 722 15 37 e-mail info@natuurpuntwal.be www.natuurpuntwal.be

Nadere informatie

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ANTWERPEN DELWAIDEDOK

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ANTWERPEN DELWAIDEDOK ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ANTWERPEN DELWAIDEDOK A. DEVROE DECEMBER 2016 COLOFON Project Archeologienota Antwerpen, Delwaidedok Opdrachtgever SEA-TANK 700B Skaldenstraat 1 9042 Gent Opdrachtnemer

Nadere informatie

Elia: Project Kabelverbinding150kV Ieper-Bas Warneton Bewonersvergadering herstelling Tybaertstraat

Elia: Project Kabelverbinding150kV Ieper-Bas Warneton Bewonersvergadering herstelling Tybaertstraat Elia: Project Kabelverbinding150kV Ieper-Bas Warneton Bewonersvergadering herstelling Tybaertstraat Bouchikhi Loutfi Elia heeft een centrale rol op de elektriciteitsmarkt. Frankrijk, Nederland, Luxemburg

Nadere informatie

Goedkeuring plan-milieueffectrapport voor het Gewestelijk RUP Hoogspanningsverbinding 380 kv tussen Zomergem en Zeebrugge

Goedkeuring plan-milieueffectrapport voor het Gewestelijk RUP Hoogspanningsverbinding 380 kv tussen Zomergem en Zeebrugge Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring plan-milieueffectrapport

Nadere informatie

Kaart 1.1. Legende. Eigendomssituatie

Kaart 1.1. Legende. Eigendomssituatie Kaart 1.1 Eigendomssituatie Fam. Verschelden - Beck (6) Eerens (8) Nikim nv (3) Pauselijke Missiewerken (9) Puytvoet vzw (4) Stad Sint-Niklaas (2) Van Den Bossche (7) Van Tilborg (5) Schaal 1:35 5 1. 2.

Nadere informatie

Project Stevin & project Nemo in Zeebrugge Elia investeert in een zekere en duurzame elektriciteitsbevoorrading

Project Stevin & project Nemo in Zeebrugge Elia investeert in een zekere en duurzame elektriciteitsbevoorrading Project Stevin & project Nemo in Zeebrugge Elia investeert in een zekere en duurzame elektriciteitsbevoorrading ELIA Project Stevin & project Nemo in Zeebrugge Het project Stevin tussen Zeebrugge en Zomergem

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden stad sint-truiden - rup recastrip brustem - kaart 1 secundaire verbindingsweg met laanbeplanting beekvalleien te ontwikkelen als natuurlijke dragers met

Nadere informatie

Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER

Nadere informatie

Position Paper. Ondergrondse kabels en bovengrondse hoogspanningslijnen

Position Paper. Ondergrondse kabels en bovengrondse hoogspanningslijnen Position Paper Ondergrondse kabels en bovengrondse hoogspanningslijnen 2 Position Paper TenneT Position Paper Ondergrondse kabels en bovengrondse hoogspanningslijnen Bij hoogspanningslijnen vanaf 110 kv

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 2.9.2010 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1356/2009, ingediend door O.C. (Ierse nationaliteit), over de voorziene aanleg van een elektriciteitsleiding

Nadere informatie

afbakening zeehavengebied Antwerpen

afbakening zeehavengebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Havenontwikkeling linkerscheldeoever Bijlage VIb: onderzoek tot milieueffectrapportage deelgebied polder tussen Verrebroek en

Nadere informatie

?Gs~- 2 A. 150kV hoogspanningsverbinding. Magneetveldberekeningen Q10 Landtrace. Berekenlng magneetvelclzone. Landtrace Q10. J.w.

?Gs~- 2 A. 150kV hoogspanningsverbinding. Magneetveldberekeningen Q10 Landtrace. Berekenlng magneetvelclzone. Landtrace Q10. J.w. ?Gs~- 2 A Magneetveldberekeningen Q10 Landtrace 150kV hoogspanningsverbinding Berekenlng magneetvelclzone Landtrace Q10 j Document number: Author: Revision: Date: Checked: ENSOL-RPT-2011.77 J. A. van Oosterom

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-201801205-275) Betreffende het Federaal ontwikkelingsplan van Elia voor de periode 2020-2030 en het bijbehorende

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Citeertitel: Landsbesluit elektrische leidingen en kabels ==================================================================== Artikel 1

Citeertitel: Landsbesluit elektrische leidingen en kabels ==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van de artikelen 1, vierde lid, en 11, eerste lid, van de Landsverordening elektriciteitsconcessies Citeertitel: Landsbesluit elektrische

Nadere informatie

Tracé-alternatieven ten behoeve van het milieueffectonderzoek. Zuid West. Definitief

Tracé-alternatieven ten behoeve van het milieueffectonderzoek. Zuid West. Definitief Zuid West Definitief Tracé-alternatieven ten behoeve van het milieueffectonderzoek De minister van Economische Zaken en VROM werken samen met Tennet TSO B.V. aan de Zuid-West 80 kv-verbinding. Definitief

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP COLOFON Opdracht: Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zelzate Opdrachtgever: Gemeentebestuur Zelzate Grote Markt 1 9060 Zelzate Opdrachthouder: SORESMA

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 WelkoM Hallo, Deze leeswijzer begeleidt u doorheen de kennisgevingsnota van het milieueffectenrapport voor de ontsluiting Haspengouw

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: !"#$"""%&'(( )"!*++,-#"-./0)"!*++,-#"-.+ Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing Project: Plaatsing bijkomend draadstel op de bestaande 150 kv-hoogspanningslijn tussen de hoogspanningsstations

Nadere informatie

GEMEENTE HERSELT. RUP Woonkernen Deelplan Landelijke woonlinten. Verordenend deel Stedenbouwkundige voorschriften

GEMEENTE HERSELT. RUP Woonkernen Deelplan Landelijke woonlinten. Verordenend deel Stedenbouwkundige voorschriften GEMEENTE HERSELT RUP Woonkernen Deelplan Landelijke woonlinten Stedenbouwkundige voorschriften Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van Op bevel, De Secretaris, De Voorzitter,

Nadere informatie

Actualisatie Vervolg Locatiestudie Hemus

Actualisatie Vervolg Locatiestudie Hemus Actualisatie Vervolg Locatiestudie Hemus 9 juni 2011 0 Inleiding Op 10 mei 2011 heeft de raad de motie Quickscan locaties Huis van de Watersport aangenomen. Onderdeel van de motie is het uitvoeren van

Nadere informatie

Versterken 150kV-net Zeeuws-Vlaanderen

Versterken 150kV-net Zeeuws-Vlaanderen Nut- en noodzaak project Ir. J.A. (Jorrit) Bos - Netstrateeg Inhoud Introductie en aanleiding Overzicht Zeeuws-Vlaanderen Wet- en regelgeving Aanleiding voor het project Afgevallen oplossingsrichtingen

Nadere informatie

RUP s Kernen Gemeente Zaventem. Procesnota september RUP Zaventem Noord RUP Zaventem Zuid RUP Nossegem RUP Sterrebeek RUP Sint-Stevens-Woluwe

RUP s Kernen Gemeente Zaventem. Procesnota september RUP Zaventem Noord RUP Zaventem Zuid RUP Nossegem RUP Sterrebeek RUP Sint-Stevens-Woluwe RUP s Kernen Gemeente Zaventem Procesnota september 2018 RUP Zaventem Noord RUP Zaventem Zuid RUP Nossegem RUP Sterrebeek RUP Sint-Stevens-Woluwe COLOFON Opdracht: RUP s Kernen Procesnota Opdrachtgever:

Nadere informatie

Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol

Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf De

Nadere informatie

Bedrijven- en milieuzonering gebiedsontwikkeling Schokkerhoek in Urk

Bedrijven- en milieuzonering gebiedsontwikkeling Schokkerhoek in Urk Notitie Contactpersoon Suzanne Swenne Datum 1 maart 2016 Kenmerk N001-1235703SBO-wga-V01-NL Bedrijven- en milieuzonering gebiedsontwikkeling Schokkerhoek in Urk 1 Aanleiding De gemeente Urk is momenteel

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG?

WAT IS DE SITUATIE VANDAAG? WAT IS DE SITUATIE VANDAAG? KNOKKE Blokkersdijk Sint-Annabos E34 Charles de Costerlaan Vlietbos Middenvijver R1 Zwijndrecht Blancefloerlaan P. Coplaan Galgenweel Burchtse Weel E17 GENT Burcht Schelde WAT

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4. ALGEMEEN BESLUIT

HOOFDSTUK 4. ALGEMEEN BESLUIT HOOFDSTUK 4. ALGEMEEN BESLUIT INHOUD 4. ALGEMEEN BESLUIT...1 4.1 INLEIDING...1 4.2 SAMENVATTING EN BESLUIT...1 4.2.1 Directe mensrisico s...1 4.2.2 Indirecte mensrisico s Domino-effecten...2 4.2.3 Milieurisico

Nadere informatie

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. ALGEMENE BEOORDELING... 3 III. UITGEBREID PLANNINGS-

Nadere informatie

8 februari Plenair gedeelte met presentatie en algemene vragen. 2. Persoonlijke vragen en feedback tijdens de lunch

8 februari Plenair gedeelte met presentatie en algemene vragen. 2. Persoonlijke vragen en feedback tijdens de lunch 8 februari 2017 8 februari 2017 1. Plenair gedeelte met presentatie en algemene vragen 2. Persoonlijke vragen en feedback tijdens de lunch 8 februari 2017 1. Het Brabo-project (Elia) 2. Werken en fasering

Nadere informatie

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Milieueffectrapportage

Milieueffectrapportage Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER Rijkswaterstaat Noord-Holland juli 2012 Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER dossier : BA1469-101-100 registratienummer : LW-AF20121545

Nadere informatie

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven ADVIESVERSLAG BRANDWEER BIJ VOORONDERZOEK/BOUWAANVRAAG VOOR AARDGASVERVOERLEIDING uw kenmerk ons kenmerk datum dienst ambtenaar telefoon I. Inleiding: 1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2.

Nadere informatie

Tracé Boortunnel lange variant

Tracé Boortunnel lange variant DHV B.V. 3.5 Tracé Boortunnel lange variant 3.5.1 Beschrijving Vanaf de A13 gaat het Tracé Boortunnel lange variant (BTL) omlaag om de A4, alle aansluitingen van knooppunt Ypenburg en de Laan van Hoornwijck

Nadere informatie

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende plangebied Vijfseweg Noorderlaan Noorderlaan Oosterlaan Oosterlaan Noorderlaan Kruishoutemsew Westerlaan Zuiderlaan Expresweg Jozef Duthoystraat Westerlaan Stormestraat Meersstraat Zuiderlaan Zuiderlaan

Nadere informatie

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

N16 Scheldebrug Temse-Bornem gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage III: toelichtingsnota tekst colofon Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement RWO - Ruimtelijke Planning Phoenixgebouw

Nadere informatie

RUP. Katwilgweg TOELICHTINGSNOTA BIJLAGEN

RUP. Katwilgweg TOELICHTINGSNOTA BIJLAGEN RUP Katwilgweg TOELICHTINGSNOTA BIJLAGEN December 2010 COLOFON Projectleider Maud Coppenrath Ontwerper Arcadis Belgium Programmaleider Katlijn Van der Veken Planologisch ambtenaar Frank de Bruyne Secretariaat

Nadere informatie

*703974* aangetekend ARCADIS Belgium nv Vermeiren Barbara Posthofbrug ANTWERPEN

*703974* aangetekend ARCADIS Belgium nv Vermeiren Barbara Posthofbrug ANTWERPEN Vaartkaai 2 2170 Merksem - België aangetekend ARCADIS Belgium nv Vermeiren Barbara Posthofbrug 12 2600 ANTWERPEN T +32 3 640 08 08 F +32 640 07 59 www.elia.be Behandeld door: Charis Verlinden mailbox:

Nadere informatie