SCHRIFTELIJKE VRAAG ex artikel 40 van het RvO

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG ex artikel 40 van het RvO Vraag van de Leefbaar Borger-Odoorn-fractie Datum: 15 mei 2018 Nr.: Aan de voorzitter van de raad. Steller vragen: Mandy Vos namens de Leefbaar Borger-Odoorn fractie Onderwerp : zonneparken en gemeentelijke coördinatie regeling Vragen: Inleiding In de raadsvergadering van 26 april jongstleden is het voorstel aan de raad besproken om de GCR van toepassing te verklaren op alle in procedure te nemen gebieden inzake zonneakkers. In aansluiting daarop is er een gesprek geweest tussen Ronald Krikke, later sloot Henk Brink aan en Mandy Vos (namens LBO). In dit gesprek is de regeling en het beleid rond de zonneparken besproken. Desondanks zijn er nog fors aantal vragen waarop wij graag op korte termijn een antwoord willen ontvangen. De vragen leven bij fractie, bestuur en leden van Leefbaar Borger- Odoorn en komen voort uit informatie van en gesprekken met inwoners van onze gemeente. Deze vragen betreffen dus niet alleen de regeling maar ook andere zaken rondom het inpassen van zonneakkers in de gemeente Borger-Odoorn. 1

2 Toelichting: Na de raadsvergadering van 26 april is er veel gepubliceerd over de zonneparken in deze omgeving. Vooral de laatste artikelen (NRC en rtvnoord.nl) over het bedrijf Powerfield geeft reden tot bezorgdheid. Powerfield heeft volgens het artikel in het NRC grond aangekocht en die in een oogwenk doorverkocht aan een eigen bedrijf tegen een fors hogere prijs, zonder dat daaraan een reële waardestijging aan ten grondslag ligt. De beleggers van Powerfield hebben deze fors hogere prijs betaald. Daarnaar vindt thans nader onderzoek plaats. Willen wij als gemeentelijke overheid zaken doen met dit bedrijf en mogelijk betrokken raken, of de schijn opwekken betrokken te zijn, bij mogelijke zwendel met kapitaal van beleggers of fraude met subsidies? Wellicht zijn ook andere zonne-energie bedrijven doordrenkt van dit soort activiteiten want kapitaal en de SDE+ subsidie (die overigens door belastingbetalers wordt opgebracht) is de grote aanjager. Onze vragen zijn de volgende: 1. Waarom is er besloten om uitvoering te geven aan de beleidsnota Zonneoogst, die niet is vastgelegd in een structuurvisie/omgevingsvisie, terwijl deze gemeente en met name het veenkoloniaal gebied, al onevenredig zwaar wordt belast met de afgedwongen plaatsing van de windmolens. Deze windmolens gaan de opgelegde energiedoelstellingen dekken. Er is geen rijks of provinciale doelstelling die uitvoering van het beleid op dit moment oplegt. Waarop is de behoefte om uitvoering te geven aan deze plannen, die de leefbaarheid voor de inwoners alleen maar verder zal aantasten, gebaseerd? 2. Volgens de omgevingsvisie Drenthe is er een streven om eerst daken en incourante plekken vol te leggen met zonnepanelen. Wij zien niet dat dit streven in de praktijk is gebracht. Wat is er op dit moment gerealiseerd aan energieopwekking op daken (particuliere maar ook gemeentelijke gebouwen, sportaccommodaties e.d.) en andere locaties in de gemeente? Wat gaat de gemeente doen om dit streven vorm en inhoud te geven? Op welke termijn mogen wij een gericht actieplan hiervoor tegemoet zien in de gemeenteraad? 3. Waarom heeft het college voorgesteld om de GCR van toepassing te laten zijn op een bepaald aantal plannen en locaties die op dit moment nog niet bekend zijn? De gemeente wordt geacht duidelijkheid te verschaffen en transparant te zijn over de locaties voor zonneakkers, alleen al met het oog op de rechtsbescherming van haar inwoners. Welke motieven zijn voor het college van doorslaggevend belang geweest en hoe zijn hierin de belangen van de aanwonende inwoners van onze gemeente meegewogen? 2

3 4. Waarom vindt het college het noodzakelijk om de GCR van toepassing te laten zijn op de bekende en ook onbekende plannen? De gebruikte motivatie is het halen van de deadline voor de SDE+ subsidie in september/oktober. De wethouder heeft in de vergadering van 26 april jl, aangegeven dat het niet waarschijnlijk is dat dit nog haalbaar is omdat hij hoopt dat in september in ieder geval de bestemmingsplannen voor de raad beschikbaar zijn. 5. Is het College zich bewust van het feit dat, met het van toepassing verklaren van de GCR, de burger de gelegenheid wordt ontnomen om separaat bezwaar te maken en beroep in te dienen tegen de omgevingsvergunning en daarmee de gang naar de bestuursrechter. Met het bundelen van de vergunningen blijft er alleen een mogelijkheid over tot het indienen van een zienswijze en een eenmalige gang naar de afdeling bestuursrecht van de Raad van State. U beperkt daarmee de rechten van de inwoners op dossiers die een grote impact hebben op de directe leefomgeving. Acht u dit juist? Acht u dit passend? Is hier sprake van behoorlijk bestuur? 6. De provincie Drenthe stelt dat voor initiatieven buiten het stedelijk gebied maatschappelijk draagvlak moet worden georganiseerd. Burgerparticipatie is het antwoord, te lezen in het ontwerp bestemmingplan Zonnepark Nieuw-Buinen, o.a. door verkoop obligaties. Deze vallen niet onder het toezicht van de AFM en zijn daarmee een groot risico voor deelnemers. Bent u zich hiervan bewust en vindt u het ook (nog) verantwoord om hier als overheid aan mee te werken, door dit als onderdeel voor het kweken van draagvlak bij uw inwoners te accepteren? 7. Ook zijn inmiddels diverse voorlichtingsbijeenkomsten geweest en is vanuit gebleken dat de omgeving de plannen omarmt en er sprake is van maatschappelijk draagvlak. Dit staat in het bestemmingsplan Zonnepark Nieuw-Buinen en zal ook zo worden verwoord, nemen wij aan, in de komende bestemmingsplannen die in ontwikkeling zijn. Waaruit is gebleken dat de plannen worden omarmt en er sprake is van maatschappelijk draagvlak? De beoordeling door de commissie op het overzicht (ingezonden stukken raadsvergadering 26 mei a.s.) zegt ons niets over het daadwerkelijke draagvlak. Hoe heeft de beoordeling door de werkgroep Zon wel/niet plaatsgevonden, welk criteria zijn hierbij gehanteerd? 8. In de raadsvergadering van 26 april jongstleden stelde de PvdA de vraag of inwoners zich voldoende bewust zijn van het feit dat de zonneakkers bovenop de windmolenplannen worden gestapeld. Dat er in het beleidsstuk Zonneoogst slechts één regel staat dat de zonne akkers naast de windmolens komen (cumulatie) is te mager. Wat naar onze mening, en blijkbaar ook die van de PvdA, leeft is dat mensen nog steeds van mening zijn dat de akkers in plaats van de molens worden ingepast liever zonneakkers voor mijn deur dan die windmolens. Dit is geen juiste voorstelling, hoe gaat u deze beeldvorming toetsen en eventueel bijstellen? 9. Als een bestemmingsplan iets niet toestaat is de structuurvisie leidend, in deze visie staat nergens duidelijk omschreven wanneer en waar zonneparken zouden kunnen worden aangelegd. Nu worden er bestemmingsplannen voorbereid om zonneakkers mogelijk te maken (vanwege de SDE+ subsidie). Waarop zijn deze bestemmingsplannen gebaseerd? 10. In het beleidsplan Zonneoogst wordt op pagina 16, punt 3 gesproken over een instandhoudingstermijn waarna de oorspronkelijke (agrarische) bestemming weer volledig van kracht is. Dit zou met een omgevingsvergunning worden gerealiseerd maar vanwege de tijdelijkheid hiervan staat dat een SDE+ subsidie in de weg. Door het college is nu gekozen voor het aanpassen van het bestemmingsplan op die locaties. Hoe regelt u dat 3

4 de oorspronkelijke bestemming weer volledig van kracht gaat worden na afloop van de omgevingsvergunning voor de bouwwerken? Is het college van plan de sloop van de zonneakkers en alle bijbehorende infrastructuur en funderingen, voor rekening van de initiatiefnemer(s), als voorwaarde in de (tijdelijke) vergunningen op te nemen? Wat is de einddatum waarop dit geregeld moet zijn? Voor welke termijn is het college voornemens vergunning te verlenen? 11. Kan er een echte garantie worden gegeven dat het terug leveren van alle opgewekte elektriciteit in de huidige infrastructuur mogelijk is? Welke aanpassingen in infrastructuur kunnen de inwoners van onze gemeente nog tegemoet zien en wat gaat dit betekenen voor de verdere leefbaarheid van onze gemeente? Wat gaat een eventuele onvoldoende teruglevercapaciteit betekenen voor de instandhoudingstermijn van de zonneparken? Kleven hieraan ook financiële, juridische en maatschappelijke risico s voor onze gemeente? 12. Gezien de recente informatie die naar boven is gekomen over het handelen van een bedrijf als Powerfield vragen wij ons af of en hoe de aanvragen zijn getoetst. Is er een Bibob toetst toegepast? Zo niet, bent u dan alsnog bereid deze toets en een mogelijk vervolg onderzoek te laten plaatsvinden? Indien u hiertoe niet bereid bent ontvangen wij graag een uitgebreide motivatie. 13. In de krant was te lezen dat zonnepark projecten, percelen inclusief vergunningen, snel vrijwel aansluitend worden doorverkocht met megawinsten en forse financiele risco s voor de beleggers? Hoe zorgt u ervoor dat deze koppelverkoop mogelijkheid wordt uitgesloten? Kennelijk worden de percelen door de verleende vergunningen prooi voor speculatieve verkoop. 14. In de raadsvergadering van 26 april jl, is gevraagd naar de effecten van zonneakkers op de gezondheid van de inwoners (transformatoren e.d.) De wethouder antwoordde dat daarnaar nog nader onderzoek wordt verricht. Is het dan niet voorbarig om nu uitvoering te geven aan plannen die mogelijk later met spijt worden bekeken en de gemeente onzorgvuldig handelen kan worden verweten waarbij het welzijn van de inwoners en de leefbaarheid van gebieden in onze gemeente zwaar onder druk komen te staan. Op welke termijn gaat dit nader onderzoek plaatsvinden en door wie wordt dit onderzoek gedaan? Op welke termijn kan de gemeenteraad de resultaten van dit onderzoek tegemoet zien? 15. Als laatste: er zijn diverse andere mogelijkheden om energie op te wekken die minder belastend zijn voor inwoners en ook nog meerdere doelen dienen zoals de volksgezondheid. Voorbeeld hiervan is AHPD. Deze methode kan worden toegepast op rioolgemalen en waterzuiveringsinstallaties en levert ook nog geld op. Bent u bereid om deze en andere opties nog in overweging te nemen in plaats van het volledig uitvoeren van het Zonneoogst beleid? 4

5 Antwoord van het College: Algemeen Beantwoording van de vragen. Vraag 1. [Antwoord] Vraag 2. [Antwoord] 5