Jaarverslag Algemene kamer vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften van de gemeente Bergen op Zoom. JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 1

Transcriptie

1 Jaarverslag 2012 Algemene kamer vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften van de gemeente Bergen op Zoom JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 1

2 1. Inhoud pg. 1. Inhoudsopgave 2 2. Algemeen 3 3. Werkwijze van de commissie 5 4. Behandelde bezwaarschriften Behandeltermijnen Inhoud beslissingen op bezwaar Ambtenarenzaken Beschrijving enkele bezwaren Algemene opmerkingen en aanbevelingen 18 JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 2

3 2. Algemeen De algemene kamer van de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften evalueert jaarlijks haar werkzaamheden. Op 18 maart 2013 heeft een interne evaluatie van het functioneren van de commissie over het jaar 2012 plaatsgevonden. Daarbij heeft de commissie dit jaarverslag vastgesteld. Instelling Ingevolge de artikelen 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 84 en verder van de Gemeentewet kunnen de raad, het college en de burgemeester een adviescommissie voor de behandeling van bezwaarschriften instellen. In verband met de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor de burger achtte het gemeentebestuur het wenselijk om in de gemeente Bergen op Zoom te komen tot een onafhankelijke commissie voor de behandeling van bezwaarschriften. Hiertoe werd met vaststelling van de Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften op 23 december 1993 de Vaste adviescommissie voor de bezwaar- en beroepschriften ingesteld. Sinds 2007 adviseert de commissie ook over sociale aangelegenheden. Sindsdien bestaat de commissie uit twee kamers, de kamer sociale aangelegenheden en de algemene kamer. Waar in dit jaarverslag de commissie wordt genoemd, wordt daarmee bedoeld de algemene kamer van de commissie. Competentie De commissie is belast met de voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de Algemene wet bestuursrecht. De commissie is niet bevoegd te adviseren over bezwaarschriften ten aanzien van belastingzaken. Ambtenarenzaken Sinds april 2006 adviseert de commissie ook over ambtenarenzaken. Invulling De commissie was in 2012 als volgt samengesteld: de heer mr. E.C.D. de Kort voorzitter de heer mr. H.H.M. van den Broek lid de heer mr. J.J. Mattijssen lid mevrouw mr. E.A.A.M. Mijnsbergen lid de heer mr. P.H.M. Verdonschot lid mevrouw mr. M.B. de Klerk Wolters secretaris mevrouw mr. J.P. Mutsaers-van Dam secretaris mevrouw mr. A.J.W.P. Rampaart-Verbeek secretaris mevrouw M.F.S. Asselbergs notuliste de heer W.J.L. Kruf secretaris ambtenarenzaken JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 3

4 Vergoeding De leden van de commissie ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding. Deze bedraagt voor de voorzitter 200,- per vergadering en voor de leden 175,-. Daarnaast ontvangen zij een reiskostenvergoeding. In 2012 werd aan vergoedingen en reiskosten in totaal 9498,40 uitgekeerd. JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 4

5 3. Werkwijze van de commissie Samenstelling De commissie bestaat uit vijf leden, waaronder één voorzitter. De commissieleden nemen bij toerbeurt en op basis van een ruim van tevoren opgesteld rooster deel aan de hoorzittingen. Uit praktische overwegingen zijn alle leden aangewezen als plaatsvervangend voorzitter. Het quorum van de vergadering van de commissie is vastgesteld op ten minste twee leden, inclusief de voorzitter, dan wel diens plaatsvervanger. Hoorzitting De hoorzittingen vinden plaats op maandagmiddag vanaf uur en worden in het Stadskantoor te Bergen op Zoom gehouden. De commissie kwam in maal bijeen. Ingevolge artikel 13 van de verordening is de zitting van de commissie in principe openbaar. In verband daarmee worden de hoorzittingen aangekondigd op de gemeentelijke informatiepagina van de Bergen op Zoomse Bode. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet en de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten. De commissie hanteert de praktijk dat bezwaarschriften waarin medische aspecten een rol spelen, zoals bij de toepassing van de Wet maatschappelijke ondersteuning, achter gesloten deuren plaatsvinden. In die gevallen vindt ook geen publicatie plaats. Doel van de hoorzitting is om duidelijkheid over het bezwaar en het standpunt van het bestuursorgaan te verkrijgen. Soms komen nieuwe argumenten op tafel, die ertoe leiden dat aan het bezwaar wordt tegemoetgekomen. Soms is het voor appellanten al voldoende dat hun bezwaren serieus worden genomen en dat het bestreden besluit en de achtergrond daarvan helder wordt toegelicht. JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 5

6 4. Behandelde bezwaarschriften (m.u.v. ambtenarenzaken) In 2012 zijn 79 bezwaarschriften ontvangen en 114 behandeld. Onderstaand treft u een volledig overzicht aan Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Totaal Ongegrond Gegrond Nietontvankelijk Bezwaar ingetrokken Wabo Handhaving Planschade Subsidie Welzijn/Cultuur 1 1 Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Algemene plaatselijke verordening (APV) Wet openbaarheid van bestuur (WOB) Gehandicaptenparkeerkaart Opiumwet 1 1 Winkeltijdenwet 1 1 Leerlingenvervoer 1 1 Milieubeheer Wet voorkeursrecht gemeenten 1 1 Verkeer 1 1 TOTAAL % 41% 10% 18% 31% JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 6

7 Totaal aantal bezwaren Ten opzichte van vorig jaar is aantal ingekomen bezwaarschriften lager: Werkvoorraad De werkvoorraad van nog te behandelen bezwaarschriften aan het eind van 2012 was 7 bezwaarschriften. Dat is veel minder dan in vorige jaar en meer in lijn met de daaraan voorafgaande jaren. In 2008 waren nog 9 niet behandeld, in en in en in De grote werkvoorraad van eind 2011 is in januari 2012 in de commissie behandeld en begin 2012 is de werkvoorraad weggewerkt. JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 7

8 Gegrond Het percentage adviezen tot gegrondverklaring is ongeveer in lijn met voorgaande jaren: % % % % % % ,5% % % % % Ongegrond Het aantal adviezen tot ongegrondverklaring is iets hoger dan vorig jaar: % % % % % % ,5% % % % % Ingetrokken bezwaren Weer is een behoorlijk percentage bezwaren al dan niet na het houden van een hoorzitting ingetrokken: % % % % % % % % % % % JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 8

9 Vooral WMO-besluiten worden gebruikmakend van de mogelijkheden ingevolge artikel 6:19 van de Awb herzien tijdens de bezwarenprocedure in het voordeel van appellant (13 van de 17). Maar ook worden WMO-bezwaren na contact met de behandelend afdeling ingetrokken, zonder dat het bestreden besluit is herzien (4 van de 17). Overigens valt op dat het aantal bezwaren dat niet-ontvankelijk is verklaard dit jaar redelijk groot is. Dit valt te verklaren uit het feit dat in 2012 veel bezwaren tegen de invoering van een eigen bijdrage voor WMO-voorzieningen zijn ingediend. De invoering van de eigen bijdrage is echter een algemeen verbindend voorschrift waartegen geen bezwaar of beroep kan worden ingediend. Alleen tegen de uitvoering van deze regeling kan bezwaar worden gemaakt, bijvoorbeeld als de eigen bijdrage verkeerd is berekend, maar dat bezwaar moet worden ingediend bij het CAK. JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 9

10 5. Behandeltermijnen Op een bezwaarschrift dient volgens artikel 7:10 van de Awb binnen 12 weken een beslissing te worden genomen. De beslistermijn kan met 6 weken worden verdaagd. Het bestuursorgaan heeft dan dus 18 weken om te beslissen. De termijn begint te lopen vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken. De commissie tracht in verband met de beslistermijn en gelet op de belangen van appellanten en bestuursorganen binnen een zodanige termijn te adviseren dat het bestuursorgaan kan voldoen aan de wettelijke termijn. Uit de gegevens over 2012 blijkt het volgende: In 112 van de 114 zaken is tijdig geadviseerd. Dit wil zeggen dat (na eventuele verdaging) het college redelijkerwijs binnen de wettelijke termijn in die zaken een beslissing op bezwaar heeft kunnen nemen. Indien de commissie het advies over het bezwaar aanhoudt, bijvoorbeeld omdat een nader onderzoek dient plaats te vinden, dan wordt dat in veel gevallen al tijdens de hoorzitting met appellant besproken. De behandeltermijn wordt dan opgeschort. Indien de commissie pas na de hoorzitting beslist dat nader onderzoek noodzakelijk is voordat kan worden geadviseerd, dan worden appellant en bestuursorgaan daarvan op de hoogte gesteld. Conclusie De commissie concludeert dat in verreweg de meeste gevallen binnen de wettelijke termijn kan worden beslist door het bestuursorgaan. Dit gegeven correspondeert met de informatie uit het Burgerjaarverslag Daaruit blijkt dat in 2012 het college 7 keer geconfronteerd met een ingebrekestelling, omdat niet op tijd was beslist op een aanvraag. Het gaat hier overigens niet alleen om bezwaarschriften, maar om alle aanvragen die het college heeft ontvangen. In 5 gevallen heeft het college alsnog binnen 2 weken een besluit genomen, 1 keer is een dwangsom betaald en in 1 geval was nog geen besluit genomen. JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 10

11 6. Inhoud beslissingen op bezwaar De commissie heeft geconstateerd dat het bestuursorgaan meestal het advies van de commissie volgt. Hieronder volgt een overzicht van de aantallen beslissingen op bezwaar waarbij het college contrair ging, dat wil zeggen een besluit nam in afwijking van het advies van de commissie JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 11

12 7. Ambtenarenzaken Uit In 2012 adviseerde de kamer ambtenarenzaken van de commissie voor het zesde volle kalenderjaar over bezwaarschriften van het personeel van de gemeente. Om een totaal beeld te geven van de bezwaarschriften die medewerkers hebben ingediend, is in het cijfermatig overzicht ook opgenomen het aantal bezwaarschriften dat vóór aanbieding aan de commissie is ingetrokken. De commissie constateert dat er in 2012 één bezwaarschrift minder is dan in 2011 en dat er wat minder bezwaarschriften voortijdig zijn ingetrokken. Alle bezwaarschriften Inge- Voordiend tijdig ingetrokken Nog niet bij commissie Bij commissie Ingetrokken bij of na horen Advies uitgebracht in behandeling ultimo Lopend ultimo Advies van de commissie Niet Ongegrond Gegrond ontvankelijk Vergelijking van aantal en aard van de bezwaarzaken bij commissie 2011 en Functiebeschrijving en -waardering Ontslag bij einde proeftijd 2 Functiebeschrijving en -waardering Niet - toekennen uitloopschaal 3 Functiebeschrijving en -waardering Ontslag wegens ongeschiktheid 4 Ontslag na einde proeftijd 5 Ontslag terugloop uren docent JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 12

13 Doorlooptijd van de bezwaarschriften Zaak Aantal dagen voordat bij commissie Aantal dagen in handen van commissie Aantal dagen voordat besluit college na advies uit *) *) *) **) ***) ****) 13 gemiddeld *****) nog in overleg na 106 gemiddeld *) = met instemming van bezwaarden wegens vakantie **) = vakantieperiode ***) = afgedaan in samenhang met een klacht ongewenst gedrag ****) = na verdaging hoorzitting met 22 dagen *****) = ten gevolge van volle agenda raadsman JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 13

14 8. Beschrijving enkele bezwaren Hieronder beschrijft de commissie enkele bezwaren met daaronder meestal een algemene noot van de commissie. Overigens is deze beschrijving niet representatief voor het geheel. De gemeentelijke basisadministratie In de gemeentelijke basisadministratie (hierna: GBA) worden persoonsgegevens van burgers opgenomen, waaronder een woonadres. Als een burger geen woonadres heeft, kan in het GBA een briefadres worden opgenomen. Een briefadres is een adres waar door diegene geschriften in ontvangst genomen kunnen worden. Sinds 1 april 2011 voert het college een beleid met betrekking tot briefadressen. In eerste instantie wordt een briefadres voor de duur van drie maanden verstrekt met een verlenging van eventueel nog eens drie maanden. Vanaf het moment van het instellen van een briefadres wordt ieder half jaar onderzocht of de aanvrager inmiddels een woonadres heeft gekregen. Aan de heer X is in juni 2009 voor onbepaalde tijd een briefadres verstrekt. Het college gaat er echter van uit dat de heer X ergens woont en dat hij zich in moet schrijven op het adres waar hij het meest aantal nachten verblijft. Het college heeft besloten om het briefadres van de heer X te beëindigen, omdat de reden die de heer X heeft opgegeven om zijn briefadres te houden geen reden is om langere tijd een briefadres te mogen houden. De reden die de heer X geeft is dat hij geen vaste woon- of verblijfplaats heeft. Hij heeft meerdere logeerplekken. Hij is ingeschreven bij de woningcorporatie en wil zijn een briefadres niet kwijt, omdat hij anders geen enkele kans op woonruimte heeft. De heer X heeft een bezwaarschrift ingediend. Hij voert aan dat hij staat ingeschreven bij Stadlander en momenteel nergens woont. Hij slaapt bij verschillende vrienden en kennissen. Bovendien is eerder een briefadres voor onbepaalde tijd verleend. Hij verzoekt om de inschrijving te handhaven tot hij woonruimte heeft gevonden. De commissie heeft het volgende overwogen. De gegevens in het GBA moeten zo betrouwbaar en duidelijk mogelijk zijn, de gebruikers van het GBA moeten erop kunnen vertrouwen dat deze in beginsel juist zijn. In de GBA worden gegevens over de feitelijke verblijfplaats geregistreerd. Voor zover geen adres kan worden aangewezen dat door de betrokkene wordt bewoond, moet ingevolge artikel 1 van de Wet GBA het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derde van de tijd zal overnachten als diens woonadres worden beschouwd. Bij het ontbreken van een woonadres, geldt een briefadres. In de Wet GBA is een verplichting voor burgers opgenomen om bij het ontbreken van een woonadres een briefadres op te geven. Slechts indien een woonadres ontbreekt, wordt een briefadres opgenomen. De heer X stelt geen woonadres te hebben en heeft om deze reden een briefadres. De Wet GBA schept de verplichting voor het college om, wanneer een woonadres ontbreekt, een briefadres op te nemen, indien daarvan aangifte wordt gedaan. Een burger moet bij gebrek aan een woonadres dus een briefadres kiezen en het college neemt dit briefadres na aangifte op in de gemeentelijke basisadministratie. In deze bepalingen is geen beperking opgenomen voor de tijdsduur van een inschrijving op een briefadres. Dit betekent dat het beleid in strijd is met de Wet GBA en dat het bestreden besluit is gebaseerd op het in strijd met de wet gevoerde beleid. JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 14

15 De commissie overwoog ook dat bovendien niet is gebleken dat het college over concrete aanwijzingen beschikte die er op wijzen dat de heer X een adres heeft waar hij het meeste aantal nachten verblijft. Hij verklaarde dat hij op wisselende adressen verbleef en niet is gebleken dat dit niet juist zou zijn. De commissie adviseerde de bezwaren gegrond te verklaren en het bestreden besluit in te trekken. Het college heeft dit advies niet overgenomen en heeft het briefadres beëindigd. De heer X is niet in beroep gegaan. Wet Maatschappelijke ondersteuning Een echtpaar ontvangt hulp bij het huishouden. Mevrouw is als gevolg van haar medische situatie beperkt in staat om het huishouden uit te voeren. Ook haar echtgenoot heeft een beroerte gehad. Omdat zij niet in staat zijn om het huishouden uit te voeren is er hulp voor 2 uur per week gedurende twee maanden toegekend. De periode is gesteld op 2 maanden, omdat wordt verwacht dat hij verder zal herstellen en dan weer in staat is om het gehele huishouden te verzorgen. Tijdens de hoorzitting bracht de echtgenoot naar voeren dat hij klachten ondervond die niet eerder bekend waren. Op verzoek van de commissie heeft het college nader medisch advies opgevraagd bij een arts van een medisch adviesinstantie. Het zou immers zo kunnen zijn dat de echtgenoot hierdoor minder of niet in staat is om het huishouden te verzorgen. De echtgenoot is opnieuw onderzocht. Uit het medisch advies bleek dat de klachten niet zodanig waren dat hij niet in staat zou zijn om huishoudelijke taken uit te voeren. De commissie adviseerde het bezwaar ongegrond te verklaren. In het kader van de zorgvuldigheid is nader medisch advies gevraagd over de klachten die echtgenoot ter zitting naar voren bracht. Dit leidde echter niet tot de conclusie dat hij hierdoor geen huishoudelijke taken zou kunnen uitvoeren. Omdat inmiddels de twee maanden waarvoor de hulp was toegekend waren verstreken en de echtgenoot niet geheel was hersteld, heeft het college de periode met 6 maanden verlengd. Handhaving illegale bewoning De commissie heeft in een aantal zaken geadviseerd over bezwaren tegen handhavingsbeslissingen in verband met illegale bewoning van woningen. Het ging daarbij om woningen die door meer dan één huishouden worden bewoond, de zogenaamde illegale kamerverhuur. Hieronder wordt een zaak beschreven. Een gemeentelijk toezichthouder heeft geconstateerd dat een woning is opgesplitst in woonstudio s. Vastgesteld werd dat er minimaal zes personen wonen. Op het adres zijn negen personen in de GBA ingeschreven. Namens het college is aan de eigenaar van het pand het voornemen kenbaar gemaakt dat een last onder dwangsom zal worden opgelegd wegens gebruik van de woning in strijd met het bestemmingplan. Hij is in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze kenbaar te maken. De eigenaar heeft telefonisch gereageerd. Hij heeft aangegeven dat hij het niet eens is met het beoogde besluit en het pand ruim genoeg is. JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 15

16 Verder is hij van mening dat door de wijzigingen die in de inrichting van het pand zijn aangebracht (woonstudio's) niet langer sprake is van een woning maar van verschillende appartementen. Naar het oordeel van het college wordt de woning in strijd met het bestemmingsplan gebruikt voor meer dan één huishouden en/of kamerverhuur. Dit is verboden op grond van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo). Daarom heeft het college besloten eigenaar te gelasten om de overtreding te beëindigen en daarna beëindigd te houden. Voor iedere week of gedeelte van een week dat de overtreding voortduurt wordt een dwangsom verbeurd van 3.000,- tot een maximum van ,-. Tegen dit besluit is tijdig een bezwaarschrift ingediend door de eigenaar. Daarin wordt aangevoerd dat de last onduidelijk is; het college niet bevoegd is om handhavend op te treden; de eigenaar geen overtreder is en dat er geen overtreding is begaan; het binnentreden door de controle-ambtenaren onrechtmatig is geschied. Zij beschikten niet over een machtiging tot binnentreden. De betreffende, nauwelijks Nederlands sprekende, bewoners hebben de controleurs weliswaar binnengelaten, maar er was geen sprake van een uitdrukkelijke toestemming voor het binnentreden. De commissie overwoog dat het college de bevoegdheid heeft tot handhaven. Op grond van artikel 125 van de Gemeentewet en afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht is het college bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang tot het opleggen van een last onder dwangsom ter handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert. Op grond van artikel 2.1, eerste lid aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan. Het pand mag worden gebruikt om te wonen in een woning. Volgens het bestemmingsplan wordt onder een woning een zelfstandig gedeelte van een gebouw verstaan, dat dient voor de huisvesting van één huishouden, niet zijnde kamerverhuur of een bijzondere woonvorm. De eigenaar is van oordeel dat bij ontbreken van een gebruiksverbod in het bestemmingsplan het college niet bevoegd is om handhavend op te treden. Het is echter sinds 1 juli 2008 niet meer nodig om dat in bestemmingsplannen te regelen, nu de nationale wetgever heeft voorzien, eerst in de Wro en daarna in de Wabo, in een verbod om gronden en opstallen te gebruiken in strijd met het de bestemming. Het bestemmingsplan is in 2009 vastgesteld. Het aan de orde zijnde met het bestemmingsplan strijdige gebruik is in november 2011 geconstateerd en de aanschrijving dateert van februari Terecht heeft het college de aanschrijving gebaseerd op het verbod dat in artikel 2.1 Wabo is geformuleerd. Verder heeft de commissie overwogen dat de last voldoende duidelijk is geformuleerd. De eigenaar heeft aangevoerd dat de last niet duidelijk is geformuleerd. Aan de ene kant wordt gesteld dat de bewoning van de woning beperkt dient te worden tot één huishouden en vervolgens wordt ook gesteld dat niet handhavend wordt opgetreden indien het aantal bewoners niet meer bedraagt dan vier en er geen sprake is van een onveilige situatie of overlast. JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 16

17 De commissie was van oordeel dat het college hiermee niet alleen volstrekt duidelijk is, namelijk bewoning door één huishouden is volgens het bestemmingsplan toegestaan, maar ook klantvriendelijk, doordat tevens geïnformeerd wordt in welke situatie weliswaar niet aan het bestemmingsplan wordt voldaan, maar het college de situatie zal gedogen, namelijk bij bewoning door maximaal vier personen die geen overlast of veroorzaken of onveilige situatie creëren. In dit geval wordt het pand door meer dan één huishouden wordt bewoond, waardoor er wordt gehandeld in strijd met het bestemmingsplan en er wordt tevens niet aan de gedoogvoorwaarden voldaan. Verder heeft de commissie overwogen dat de eigenaar van het pand als overtreder kan worden aangemerkt. Ten aanzien van het verweer dat de eigenaar geen overtreder van het verbod is, omdat hij het pand niet zelf gebruikt merkt de commissie op dat de bedoeling van de wetgever blijkt uit de memorie van toelichting. Daarin staat dat onder het gebruiken van een bouwwerk mede wordt verstaan het laten gebruiken of in gebruik geven van een bouwwerk of gronden. Hierbij kan volgens de wetgever bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie dat de eigenaar van een bouwwerk het gebruik daarvan door derden toestaat. Ook de eerste jurisprudentie die namens het college ter zitting is aangehaald wijst in deze richting. De commissie heeft zich aan bij deze lijn aangesloten. Machtiging tot binnentreden De commissie was van oordeel dat de voorwaarden voor het binnentreden van een woning zijn bedoeld ter bescherming van de grondrechten van de bewoners, maar niet ter bescherming van de rechtspositie van de verhuurder, die overigens niet heeft aangevoerd dat het college uitgaat van onjuiste feiten. De constateringen konden naar het oordeel van de commissie derhalve worden gebruikt voor de bestreden beschikking. Gelet op bovenstaande heeft de commissie geadviseerd het bezwaar ongegrond te verklaren. Het college heeft dit advies overgenomen. JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 17

18 9. Algemene opmerkingen en aanbevelingen Vertegenwoordiging ter zitting De commissie is tevreden over de wijze waarop het bestuur wordt vertegenwoordigd ter zitting. De vertegenwoordigers van het college hebben de zaak veelal zorgvuldig voorbereid en zijn goed op de hoogte van het met het besluit samenhangende beleid en de relevante regelgeving. Dit is niet alleen van belang voor het bestuur zelf en de commissie, ook de bezwaarmaker voelt zich eerder door het bestuur serieus genomen wanneer de ambtenaar de zaak uitgebreid en zorgvuldig heeft voorbereid. Ook stelt de commissie het op prijs wanneer de vertegenwoordiger blijk geeft van inlevingsvermogen, ook al heeft bezwaarmaker in zijn ogen geen gelijk. Gegevens over beroep Niet in alle gevallen ontvangt de commissie gegevens over beroep en hoger beroep, terwijl dat interessant is om de filterwerking van de bezwarenprocedure te beoordelen. Daarom vraag de commissie aandacht voor adequate terugkoppeling hiervan. Aanlevering ambtenarenzaken In 2012 zijn 3 ambtenarenzaken ontvangen. In één zaak duurde het bijna 3 maanden voordat het bezwaar aan de commissie werd overgelegd, zonder dat met bezwaarmaker was afgesproken om behandeling van het bezwaar aan te houden. Op zichzelf is het prima als het college tracht tot een minnelijk regeling te komen, buiten de bezwarenprocedure om, maar in dat geval moet bezwaarmaker wel uitdrukkelijk instemmen met uitstel van behandeling van het bezwaarschrift. Bezwaar tegen besluit over winkeltijden Tot slot heeft de commissie met verbazing kennis genomen van de gang van zaken inzake het bezwaarschrift ingediend tegen het raadsbesluit inzake de vaststelling van de Verordening inzake de Winkeltijdenwet. Deze verordening maakt het voor winkels mogelijk om elke zondag open te zijn. Het bezwaarschrift is op 15 februari 2012 ingediend en de commissie heeft op 2 april 2013 advies uitgebracht. In september heeft het college aan de gemeenteraad medegedeeld dat het in verband met de landelijke ontwikkelingen en de aanwezige jurisprudentie inzake de zondagopenstelling van winkels een inhoudelijke beslissing op het bezwaarschrift niet mogelijk was. Appellant heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift. Het college van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft vervolgens bepaald dat de gemeenteraad uiterlijk op 19 december 2012 een beslissing op het bezwaarschrift diende te nemen. De gemeenteraad heeft op 19 december 2012 een besluit genomen. Dit is ruim buiten de wettelijke beslistermijn van 18 weken. Blijkbaar was het dus ook wel mogelijk om een inhoudelijke beslissing te nemen. JAARVERSLAG 2012 algemene kamer 18