Klinische en poliklinische informatie voor een hartpatiënt

Transcriptie

1 Klinische en poliklinische informatie voor een hartpatiënt

2 Geachte heer of mevrouw, Onlangs heeft u een hartinfarct, een dotterbehandeling of een hartoperatie gehad. Misschien waren er voordien al voortekenen te herkennen, mogelijk bent u er compleet door overvallen. Een aandoening aan het hart kan uw leven (en dat van uw naasten) behoorlijk in de war schoppen. Deze brochure is bedoeld om u als patiënt meer inzicht te geven in zaken gedurende de opname, maar ook bedoeld voor als u straks thuis bent. Met name zaken als hartrevalidatie, richtlijnen na ontslag, gebruik medicatie en wat te doen indien er opnieuw klachten optreden worden in deze folder besproken. De brochure is een samenvatting van alle informatie. Inleiding De behandelmethode voor ziekten van de kransslagaders van het hart zijn de laatste 20 jaar aanzienlijk veranderd en verbeterd. Zo verbleef men 25 jaar geleden ongeveer een maand in het ziekenhuis. Nu is men gemiddeld binnen 6 dagen alweer thuis. Er is hierdoor weinig tijd om de patiënten volledig te informeren. Bovendien blijkt dat mensen zo kort na een hartaandoening zoveel te verwerken hebben dat ze de informatie die dan gegeven wordt onvoldoende kunnen onthouden. De echte vragen komen vaak pas na het ontslag uit het ziekenhuis. Bij ontslag uit het ziekenhuis lijkt u al deels lichamelijk hersteld. De verwerking en herstel vindt echter pas thuis plaats. Het is de bedoeling dat u op verantwoorde wijze uw leven weer oppakt, zowel in de privé-situatie, het werk maar ook uw vrije tijd. Belangrijk hierbij is dat u leert omgaan met mogelijke beperkingen en eventuele angsten. In het poliklinische hartrevalidatieprogramma wordt u hierbij geholpen en begeleid. Het verblijf in het ziekenhuis Na een hartinfarct, dotterbehandeling of hartoperatie verblijft u enkele dagen in het ziekenhuis. Na een hartinfarct zult u revalideren volgens een faseschema en na een dotter behandeling mobiliseert u naar eigen vermogen en zult u vrij snel het ziekenhuis kunnen verlaten. Patiënten na een hartoperatie revalideren onder begeleiding van een fysiotherapeut, afgestemd op uw lichamelijke gesteldheid.

3 Faseschema na een hartinfarct Wanneer u een hartinfarct heeft doorgemaakt begint u met de klinische hartrevalidatie (tijdens opname). De arts zal bepalen welk faseschema u krijgt en past dit zo nodig (versneld of vertraagd) aan. Om u hierin te ondersteunen en om te voorkomen dat u te snel of juist te traag revalideert is een faseschema ontwikkeld. De duur van dit schema is gemiddeld 3 tot 7 dagen. Aan het eind van dit schema vindt vaak een inspanningtest (fietsproef) plaats. Eventueel ontslag of verdere behandeling is mede afhankelijk van deze test. Het faseschema zal u worden uitgelegd door de verpleegkundige. Op werkdagen zal de fysiotherapeut u begeleiden tijdens het faseschema. Het faseschema wordt hieronder beschreven. FASESCHEMA Fase 1 Zelfstandig verzorgen (indien mogelijk) U mag 3x15 minuten uit bed U dient voor het toiletbezoek de postoel te gebruiken U krijgt de folder Verder na een hartinfarct uitgereikt door de verpleegkundige. De arts-assistent geeft u verder uitleg over de werking van het hart en wat er nu precies met u aan de hand is. Ook neemt de artsassistent de eventuele vervolgonderzoeken met u door. De fysiotherapeut komt langs om met u te revalideren. Fase 2 Zelfstandig verzorgen aan de wastafel of, in overleg met de verpleegkundige, mag u douchen U mag 3x60 minuten uit bed U kunt zelfstandig van het toilet gebruik maken (de eerste keer zal dit onder begeleiding gebeuren) U krijgt in deze fase een zorggesprek met de verpleegkundige. Het is mogelijk dat uw partner dan kan aansluiten. De fysiotherapeut komt weer langs en mobiliseert met u op de kamer of over de afdeling. Fase 3 U mag zelfstandig douchen U mag zelfstandig op de kamer en afdeling rond lopen De verpleegkundige bereidt u voor op het naderende ontslag. De fysiotherapeut laat u fietsen op de hometrainer en loopt trappen met u.

4 Het faseschema wordt mogelijk afgesloten met een inspanningstest (fietsproef). Hierna wordt bepaald of u met ontslag mag. De arts-assistent plant samen met u en de verpleegkundige een ontslaggesprek. In dit gesprek worden zaken als leefregels thuis en de poliklinische hartrevalidatie besproken. Uw partner kan hierbij aanwezig zijn. Poliklinische hartrevalidatie Verder herstel thuis tot de eerste polikliniek controle. Na ontslag uit het ziekenhuis heeft u na 4 tot 6 weken een poliklinische afspraak met de cardioloog. Na 1 week heeft u een intakegesprek op de polikliniek cardiologie met de hartrevalidatie verpleegkundige. Het hartrevalidatie programma start ongeveer 2 weken later. De inhoud van het programma kunt u lezen in de folder hartrevalidatie. Voor wat betreft uw lichamelijke activiteiten thuis (zie leefregels) geldt dat de herstelperiode van een hart aandoening ongeveer 6 weken duurt. Met uitzondering van een hartoperatie, waarbij het herstel langer zal duren. Bij alles wat u doet is het belangrijk om te luisteren naar de signalen van uw lichaam, hetgeen kan betekenen dat u het wat rustiger aan moet doen. De cardioloog bekijkt samen met u tijdens de eerste polikliniek controle of u nog restklachten heeft, of er nog andere medicijnen nodig zijn en of er nog verder onderzoek gedaan moet worden. Leefregels na ontslag Herstel vraagt rust en als u uw activiteiten rustig uitvoert, vindt er geen overmatige belasting plaats. U kunt dagelijks een stukje gaan wandelen en dit langzaam opbouwen in intensiviteit. U dient in het begin belastende activiteiten te vermijden. Voorbeelden zijn: tillen, trekken, duwen en persen. Maar vermijd ook activiteiten boven uw hoofd. Neem voldoende rust als u moe bent. Uw lichaam geeft aan dat u rust nodig heeft voor het herstel. Bij koud weer moet u zich warm aankleden. Juist de overgang van warm naar koud zijn erg belastend voor het hart en dit kunt u met goede kleding ondervangen. Tot aan uw eerste polibezoek bij de cardioloog wordt u geadviseerd niet te gaan werken. Tijdens dit bezoek wordt besproken wanneer dit weer kan worden opgepakt. U mag de eerste vier weken niet auto rijden. Heeft u een openhartoperatie ondergaan dan moet u het autorijden overleggen met de cardioloog. Het is belangrijk dat u met uw partner en/of andere familieleden over uw gevoelens praat.

5 Wat te doen bij opnieuw klachten van pijn op de borst Het kan voorkomen dat u ineens weer pijn op de borst voelt. Denk dan niet meteen aan het ergste. Iedereen voelt wel eens een steek op de borst. Het is wel belangrijk of deze pijn hetzelfde aanvoelt als de pijn tijdens het hartinfarct. Pijn die wijst op een hartinfarct is: een beklemmend, drukkend, benauwende pijn midden op de borst; vaak uitstralend naar kaak, armen of rug; pijn die ook in rust langer dan vijf minuten duurt; pijn die gepaard kan gaan met misselijkheid en zweten. Bel bij dergelijke klachten de huisarts en het alarmnummer 112 en blijf intussen rustig liggen of zitten. Voelt u korte steken op de borst, die niet het gevolg zijn van inspanning? Deze klachten wijzen vrijwel nooit op een hartinfarct. De pijn kan van spieren, ribben of zenuwen afkomstig zijn en treedt soms op bij ademhalingsstoornissen (bijvoorbeeld hyperventilatie). Neem wel contact op met uw huisarts of specialist als u hevige pijn op de borst voelt. Medicijnen Er zijn veel verschillende medicijnen ontwikkeld en uitgetest die inmiddels bewezen hebben dat ze hartklachten verminderen en zorgen voor een langer en kwalitatief gezonder leven, terwijl de bijwerkingen op langere termijn minimaal zijn. De cardioloog zoekt, mede gebaseerd op de informatie van de werking en bijwerking die u hem verstrekt, de specifiek voor u beste combinatie van medicijnen uit. Vaak zult u deze medicijnen de rest van uw leven moeten gebruiken. Het is belangrijk dit ook precies volgens voorschrift te blijven doen en niet op eigen gelegenheid wijzigingen aan te brengen. Als u bijwerkingen ondervindt, kunt u dit overleggen met uw cardioloog of uw huisarts. Meestal is er in dergelijke gevallen een goed alternatief te vinden zonder deze bijwerkingen. Om een goed overzicht te krijgen van de medicijnen die u gebruikt, krijgt u van ons een medicijnkaart mee als u met ontslag gaat. Deze kaart kunt u gebruiken wanneer u bij uw behandelend arts op controle komt. Wij adviseren u dan ook de medicijnkaart telkens mee te nemen.

6 Tot slot wijzen wij u op het volgende: Neem medicijnen in met voldoende water (minimaal half glas) omdat ze anders irritatie aan de slokdarm kunnen veroorzaken. Houd de voorgeschreven tijden zoveel mogelijk aan. Houd u strikt aan het medicijnvoorschrift. Let op de vervaldatum van de medicijnen. Lees de bijsluiter. Voor verdere informatie over medicatie, zie folder medicijnen en hartziekten van de Nederlandse Hartstichting. Informatie Op de verpleegafdeling en de polikliniek zijn folders van de hartstichting aanwezig. Hierin kunt u nog meer informatie vinden. Deze folders mag u meenemen. U kunt ook informatie opzoeken of folders downloaden op de site van de hartstichting U kunt folders van de hartstichting via internet bestellen. Bij vragen kunt u de infolijn van de hartstichting bellen: Tevens hebben wij een eigen website: alwaar u informatie en fimpjes kunt terugvinden over de diverse cardiologische onderzoeken. Tot slot Mocht u naar aanleiding van deze brochure nog vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u contact opnemen met het TweeSteden ziekenhuis, telefoonnummer en vragen naar Dect 3100.