Digitale Knipselkranten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Digitale Knipselkranten"

Transcriptie

1 Digitale Knipselkranten Bescherming via artikel 15 van de Auteurswet of inbreuk op auteursrechten? Doctoraalscriptie Groningen, juli 2003 Auteur: Oene Rusticus Studentnummer: Begeleider: mr. P.G.F.A. Geerts Rijksuniversiteit Groningen Faculteit der Rechtsgeleerdheid

2 Voorwoord Met het naderen van het einde van mijn studie, wist ik al vrij snel waar ik mijn doctoraalscriptie over wilde schrijven. Als gelegenheidsjournalist gebruik ik veel materiaal van collega s voor een internetpagina, overigens veelal met toestemming. Als snel legde ik een parallel tussen mijn internetpagina en de knipselkranten die ik in mijn jeugd van de bibliotheek leende. Hoewel ze dezelfde functie hebben, kwam ik er al snel achter dat de juridische status van de knipselkranten op internet niet onbetwist is, dit in tegenstelling tot de papieren versies. Een prima onderwerp om mij eens verder in te verdiepen, dacht ik toen, met deze scriptie als resultaat. In dit voorwoord wil ik graag een aantal personen bedanken die mij gesteund hebben bij het totstandkomen van deze scriptie. Allereerst de medewerkers van het advocatenkantoor Kennedy Van der Laan, waar ik tijdens mijn studentstage de nodige inspiratie heb opgedaan. Daarnaast Wouter Pors en Hemke de Weijs, die mij behulpzaam zijn geweest bij het vinden van bronnen voor mijn onderzoek. En natuurlijk mijn scriptiebegeleider Paul Geerts, die mij met zijn kritische vragen op de juiste manier wist te motiveren. Tenslotte ook een woord van dank aan mijn familie en vrienden, die mij gedurende lange tijd scherp hebben gehouden bij het schrijven van mijn scriptie. Oene Rusticus Groningen, 1 juli

3 Inhoudsopgave Inleiding De knipselkrant en de bescherming van artikel 15 van de Auteurswet Definitie knipselkrant montage van knipsels uit de pers Juridische status knipselkrant, wetsgeschiedenis Auteurswet Auteursrechtgeleerden over de status van de knipselkrant Conclusie Hoge Raad over knipselkranten De digitale knipselkrant nader onderzocht Technisch mogelijke varianten Verspreiding knipselkranten regelmatig per elektronische berichtenservice Knipselkranten centraal opvraagbaar Juridische classificatie van de digitale knipselkrant Verspreiding knipselkranten regelmatig per elektronische berichtenservice Knipselkranten centraal opvraagbaar Conclusie knipselkranten De beperkingen op de persexceptie De opkomst van de driestappentoets Toepassing driestappentoets op commerciële knipselkranten Auteursrechtvoorbehoud De krant als databank verandert de zaak Het begrip databank in de Databankenwet Verzameling Werken, gegevens of andere zelfstandige elementen Systematisch of methodisch geordend Afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk Substantiële investering Conclusie: een krant is geen databank Alternatieven voor artikel 15 van de Auteurswet Redelijke vergoeding per overname Fair use, een open norm als toevoeging op de bestaande beperkingen Free flow of information in de buitenlandse auteurswetten Duitsland, overname tegen een billijke vergoeding aan een speciaal orgaan Spanje, overname tegen een billijke vergoeding

4 5.3.3 Frankrijk, Denemarken en België; geen uitzondering voor de pers Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Canada en Nieuw Zeeland; open norm Conclusie: Nederland wijkt af van de rest...41 Conclusie...42 Literatuurlijst...44 Boeken...44 Tijdschriftartikelen...45 Kamerstukken...47 Jurisprudentie...47 Internetbronnen

5 Inleiding Door de opkomst van het internet verscheen er een nieuw medium voor de informatiehongerige consument. Actuele informatie is hier op elk moment van de dag toegankelijk, dit maakt internet tot een ideaal medium voor informatieconsumptie. De meeste kranten hebben hier handig op ingespeeld door ook via internet nieuws te verspreiden. Een aantal grote kranten zijn integraal via internet te lezen. Met de huidige technische snufjes en verspreidingsmogelijkheden via internet schoten ook de secondaire informatiebronnen als paddestoelen uit de grond. Informatievoorziening op maat is de slogan van de bedrijfjes die hierachter zitten. Van verschillende kranten en tijdschriften worden artikelen per onderwerp overgenomen en gebundeld. Technisch is het eenvoudig deze informatievoorziening op maat te gieten in de vorm van digitale knipselkranten. Maar wat voor juridische haken en ogen zitten hieraan vast? Zijn deze digitale knipselkranten vergelijkbaar met hun papieren voorgangers, of gelden er in de digitale wereld andere regels? In deze scriptie zal er verder naar de juridische status van de digitale knipselkranten keken worden. De probleemstelling die hierbij centraal staat, luidt: Vallen digitale knipselkranten onder de werking van artikel 15 van de Auteurswet en gaat dit veranderen na de implementatie van de Europese richtlijn op dit gebied? In de hoofdtekst zal eerst gekeken worden onder welke voorwaarden papieren knipselkranten van artikel 15 van de Auteurswet gebruik mogen maken. Dit artikel geeft toestemming aan persorganen om auteursrechtelijk beschermd werk in het kader van de nieuwsvoorziening uit andere media over te nemen. Vervolgens zullen in het tweede hoofdstuk deze voorwaarden worden toegepast op de digitale varianten van de knipselkrant. Kunnen deze gelijkgesteld worden met de papieren variant, of zijn er andere regels op van toepassing? In hoofdstuk drie zal met name gekeken worden naar de gevolgen van de implementatie van de Auteursrechtrichtlijn. Deze richtlijn van de EG probeert de rechten in de informatiemaatschappij te harmoniseren en betekent voor de Auteurswet een belangrijke modernisering. 5

6 Hoofdstuk vier bevat een uitstapje naar het databankenrecht. Als de Databankenwet van toepassing is op, of bij de totstandkoming van digitale knipselkranten, krijgen we ineens te maken met een heel ander regiem. De kernvraag in dit hoofdstuk is of de bron van de digitale knipselkrant, vaak een papieren dagblad zoals de Telegraaf en De Volkskrant, ook aan te merken valt als een databank. In het laatste hoofdstuk komen er enkele alternatieven voor de juridische behandeling van de digitale knipselkrant naar voren. Naast een kijkje over de grenzen hoe men in de ons omringende landen met deze materie om gaat, zullen er tevens een tweetal concrete voorstellen behandeld worden. 6

7 1 De knipselkrant en de bescherming van artikel 15 van de Auteurswet 1.1 Definitie knipselkrant montage van knipsels uit de pers In het Van Dale woordenboek der Nederlandse Taal wordt een knipselkrant aangeduid als een montage van knipsels uit de pers. Bekend zijn de regelmatig verschijnende gekopieerde bundels krantenartikelen over een bepaald onderwerp, die op departementen onder ambtenaren verspreid worden. Het doel van deze knipselkranten is gelegen in het op een toegankelijke manier verspreiden van actuele informatie over een bepaald onderwerp. Niet langer hoeft een ambtenaar van een departement abonnementen te nemen op alle nieuwsbronnen over zijn onderwerp. Het doorlezen van de regelmatig verschijnende knipselkrant volstaat om op de hoogte te blijven van wat er zich op dat gebied afspeelt. 1.2 Juridische status knipselkrant, wetsgeschiedenis Auteurswet 1912 Vanaf het ontstaan van de knipselkrant, is de juridische status ervan onduidelijk. Het is een verzameling van artikelen uit de pers die gebundeld, verveelvoudigd en openbaar gemaakt worden. Rust er op de gebruikte artikelen auteursrecht, dan rijzen er problemen. Ook al zou de knipselkrant als verzamelwerk in aanmerking komen voor een eigen bescherming, dan nog kan het niet zomaar zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd werk van anderen bevatten. In de Memorie van Toelichting bij de aanpassing van de Auteurswet 1912 aan de Akte van Parijs van de Berner Conventie, komt er enige duidelijkheid over de status van de knipselkrant 1. De minister merkt bij artikel 15 van de Auteurswet op dat deze ook voor knipselkranten is bedoeld. In dit artikel wordt het overnemen van nieuwsberichten, gemengde berichten of artikelen over actuele economische, politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke onderwerpen, die in een dag-, nieuws- of weekblad of tijdschrift zijn verschenen, alsmede van werken van dezelfde aard die zijn opgenomen in een uitgezonden radio- of televisieprogramma, niet gezien als inbreuk op auteursrecht. De voorwaarden die hierbij worden gesteld zijn, dat: 1. het overnemen geschiedt door een dag-, nieuws- of weekblad of tijdschrift, in een uitzending van een radio- of televisieprogramma; 2. de bepalingen van artikel 25 in acht worden genomen; 3. de bron op duidelijke wijze wordt vermeld, alsmede de aanduiding van de maker, indien deze in de bron voorkomt, en 4. het auteursrecht niet uitdrukkelijk is voorbehouden. 1 TK , , nummer 3-4, pagina 5 7

8 De voorloper van dit artikel staat al sinds het begin (1912) in de Auteurswet. Deze beperking op het auteursrecht is afkomstig uit de Berner Conventie, die sinds het ontstaan ervan, een artikel kende over de free flow of information. 2 Enkele Tweede Kamerleden vonden deze losse opmerking over de status van de knipselkranten wat kort door de bocht. In het Voorlopig Verslag van de Tweede Kamer verzochten de leden van de SGP-fractie om een nadere uiteenzetting over de auteursrechtelijke status van knipselkranten en persoverzichten, over de overeenkomsten en de verschillen tussen beide fenomenen 3. De Memorie van Antwoord bij artikel 15a van de Auteurswet vermeldt in dit verband In een persoverzicht wordt door middel van citaten uit artikelen een overzicht gegeven van de inhoud van een aantal bladen, in een knipselkrant worden artikelen in hun geheel gekopieerd weergegeven. In artikel 15a is een bepaling over de persberichten overgenomen om buiten twijfel te stellen dat de publicatie van een dergelijke citatenreeks geoorloofd is. Knipselkranten vallen onder het regime van artikel 15. Voor zover zij verder willen gaan dan dit artikel toelaat, zullen zij zich daarvoor langs de gewone weg toestemming van de rechthebbende moeten verwerven. 4 Tijdens de mondelinge behandeling in de Tweede Kamer heeft het D 66 kamerlid Groenman opgemerkt dat het wel zeer de vraag is of knipselkranten als tijdschriften kunnen worden aangemerkt. 5 Minister van Justitie Korthals Altes antwoordde daarop: "Ik weet dat daarover verschillende opvattingen bestaan. De knipselkranten die de overheid verspreidt, voldoen aan alle criteria die daarvoor worden gesteld in artikel 15." 6 In de nieuwe versie van de Auteurswet na aanpassing aan de Auteursrechtrichtlijn, wijzigt artikel 15 inhoudelijk niet op dit punt. 7 Lid 1 van artikel 15 van de Auteurswet wordt enkel uitgebreid, ook berichten en artikelen die verschijnen in een medium met een zelfde functie als de media genoemd in lid 1, vallen onder de bescherming van de persexceptie. 2 Zie Ricketson 1987, pagina s en , en Grosheide 1991, pagina voor meer informatie over de free flow of information in de Berner Conventie 3 TK, , , nummer 5, pagina 9 4 TK, , , nummer 7, pagina 10 5 Plenaire vergadering Tweede Kamer 20 september 1984, pagina 70 6 Plenaire vergadering Tweede Kamer 20 september 1984, pagina 71 7 TK, , 28482, nummer 1 2, pagina 2 8

9 1.3 Auteursrechtgeleerden over de status van de knipselkrant Verschillende schrijvers hebben zich na deze opmerking in de Memorie van Toelichting bij de Auteurswet gebogen over het probleem van de knipselkranten. De meeste auteurs nemen aan dat knipselkranten ook inderdaad onder de werking van artikel 15 van de Auteurswet vallen. Van Lingen merkt op dat knipselkranten wel erg vergaand van de overnamebevoegdheid van artikel 15 van de Auteurswet gebruik maken. 8 Toch heeft hij er vrede mee nu in de bron het auteursrecht kan worden voorbehouden. Van Lingen gaat hiermee echter voorbij aan het feit dat er bij nieuwsberichten en gemengde berichten conform artikel 15 lid 4 van de Auteurswet, geen voorbehoud mogelijk is, meer hierover in paragraaf 3.3. Spoor en Verkade kunnen zich ook in de stelling uit de Memorie van Toelichting vinden. 9 Cohen Jehoram komt tot de conclusie dat de door de Minister van Justitie in 1981 gegeven niet-authentieke interpretatie van artikel 15 van de Auteurswet bij nadere beschouwing juridisch toch de juiste blijkt te zijn geweest. 10 Hij vindt de specifieke aan voorwaarden verbonden overnamebevoegdheid, beter dan de algemene regeling van de toegestane verveelvoudiging uit de artikelen 16b en 17 van de Auteurswet. Naar het oordeel van Gerbrandy moet men de knipselkrant zien als een periodiek gelijk bedoeld in artikel 15 van de Auteurswet, maar dan van een geheel apart soort. 11 Een werk mag men een knipselkrant wel noemen omdat er oorspronkelijk denkwerk achter zit. De knipselkrant moet echter beschouwd worden als een geheel eigensoortige periodiek omdat de knipselkrant niet een periodiek is die soms overneemt maar een periodiek die altijd overneemt en niets anders doet dan dat. Daarentegen heeft de Studiecommissie Artikel 15 Auteurswet van de Vereniging voor Auteurrecht zich negatief uitgelaten over de huidige plaatsing van de knipselkrant onder artikel 15 van de Auteurswet. 12 Het zou volgens deze commissie niet voor het eerst zijn dat een minister zich vergist. Nu slechts de Memorie van Toelichting zegt dat de regeling van artikel 15 van de Auteurswet ook voor knipselkranten is bedoeld, moet aan de woorden van de minister naar de overtuiging van de commissie niet al te veel waarde worden gehecht. De commissie ziet de knipselkrant niet als periodiek welke voldoet aan een van de categorieën met overnamebevoegdheid, genoemd in artikel 15 van de Auteurswet. Zij constateert dat de knipselkrant zich slechts richt tot een bepaalde doelgroep, er geen deskundigheid nodig is voor de fabricage, de financiering voor rekening komt 8 Van Lingen 2002, pagina Spoor en Verkade 1993, pagina Cohen Jehoram 1985, pagina Gerbrandy 1988, pagina Grosheide 1991, pagina 40-43; zie ook Vecht 1992, pagina Vecht was secretaris van de Studiecommissie artikel 15 Auteurswet 9

10 voor de exploitant en de inhoud geen eigen werk bevat. De Vereniging voor Auteurrecht is na een discussie hierover op haar ledenvergadering, van mening dat de knipselkrant expliciet in artikel 15 van de Auteurswet genoemd moet worden en er tegelijkertijd een vergoedingsregeling aan verbonden moet worden. 1.4 Conclusie Hoge Raad over knipselkranten Op 10 november 1995 geeft de Hoge Raad in zijn arrest Stichting Reprorecht/NBLC en Provincie Noord-Brabant zijn mening over deze kwestie. 13 De Stichting stelde zich in deze zaak op het standpunt dat over de knipselkranten van het Nederlands Bibliotheek en Lectuur Centrum (NBLC) en de provincie Noord-Brabant, reprorecht betaald diende te worden. Het NBLC en de provincie beriepen zich op de overnamebevoegdheid uit artikel 15 van de Auteurswet. De Hoge Raad gaf hen met een beroep op de opmerking van de minister in de Memorie van Toelichting, gelijk. De Hoge Raad concludeert dat artikel 15 van de Auteurswet gebaseerd is op hetgeen in de Berner Conventie is bepaald. Zoals uit de tekst van artikel 10bis lid 1 van de Berner Conventie naar voren komt, gaat het om het overnemen door de pers van in de pers verschenen artikelen, maar is het begrip pers niet nader gedefinieerd, doch overgelaten aan concretisering door elk van de landen van de Unie. De Hoge Raad plaatst in dit verband de opmerking dat artikel 10bis van de Berner Conventie met name ertoe strekt de free flow of information te waarborgen en tegenover dit algemeen belang de belangen van de auteurs van de betrokken artikelen voldoende beschermd worden door de mogelijkheid van het opnemen van een verbod van overneming. Nederland heeft volgens de Hoge Raad gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid om ook onder de term tijdschrift in artikel 15 te van de Auteurswet laten gelden: een bij tussenpozen, in het belang van de free flow of information uitgegeven publicatie, die uit niets anders bestaat dan uit een naar onderwerp geselecteerde verzameling van reproducties van in verschillende dag-, nieuws- of weekbladen dan wel tijdschriften verschenen bijdragen als omschreven in de openingszin van artikel 15 lid 1 van de Auteurswet. Kortom, ook volgens de Hoge Raad vallen knipselkranten onder de bescherming van artikel 15 van de Auteurswet. Hugenholtz en Verkade merken in hun noot bij dit arrest op dat op het oordeel van de Hoge Raad uit wetshistorisch oogpunt weinig valt af te dingen. Materieel rechtelijk bevalt de uitspraak Hugenholtz niet helemaal. Een ieder die periodiek een knipselkrantje uitgeeft, kan auteursrechtelijk zijn gang gaan, zo vat hij de leer van de Hoge Raad samen. 14 Hij vreest ook dat snelle commerciële 13 Hoge Raad, 10 november Hugenholtz 1996, pagina 55 10

11 jongens hier gebruik van maken. Hij constateert dat in de nieuwe economie de markt voor secundaire informatieproducten, bestaande uit op maat gesneden selecties of excerpten uit diverse primaire bronnen bijzonder snel groeit. De computer zal volgens hem hier een grote rol in gaan spelen. Meer hierover in hoofdstuk twee van deze scriptie. Dat het belang van free flow of information tot een vrijheid van knipselkrant zou nopen, acht Hugenholtz tenslotte niet overtuigend aangetoond. Verkade wijst nog op het feit dat journalistiek niet alleen berichtgeving en commentaar behelst, maar ook selectie. 15 En dat is nu juist wat knipselkranten doen. 15 Verkade 1996, pagina 20 11

12 2 De digitale knipselkrant nader onderzocht 2.1 Technisch mogelijke varianten Met de opkomst van computers en internet zijn de mogelijkheden voor de knipselkrant toegenomen. Verspreiding van een knipselkrant in digitale vorm is immers makkelijker dan het opzetten van een distributiesysteem voor een papieren versie. Ook kan het digitaliseren van het productieproces veel tijd en geld besparen. In deze paragraaf zullen de technische mogelijkheden van de knipselkrant onderzocht worden, hierbij zal onderscheid worden gemaakt tussen twee varianten van de knipseldienst. Een digitaal productieproces is hier het uitgangspunt. Dit kan ook leiden tot een papieren knipselkrant zoals in Hoofdstuk 1 is behandeld. Omdat dit productieproces niet tot een wezenlijk ander resultaat leidt, zal deze papieren knipselkrant hier niet nogmaals behandeld worden Verspreiding knipselkranten regelmatig per elektronische berichtenservice Als eerste de mogelijkheid om een knipselkrant met behulp van een elektronische berichtenservice te verspreiden na een digitaal productieproces. is hier een goed medium voor, maar ook de telefoon waarop een berichtenservice zoals SMS mogelijk is. Bedrijven als Euroclip en Knipsel Info Service maken deze versie van de knipselkrant. 16 De knipseldienst scant dagelijks verschillende periodiek verschijnende publicaties in hun geheel, variërend van landelijke dagbladen tot huis-aan-huis kranten. Deze afzonderlijke artikelen (knipsels) van de gescande pagina s van deze periodieken worden op een computer opgeslagen en gegroepeerd op datum en publicatie. Door het maken van een OCR (Optical Character Recocnition) zijn de afzonderlijke knipsels op trefwoord te doorzoeken. Aan de hand van de selectiecriteria van de opdrachtgevers, kan er een selectie van deze knipsels automatisch gemaakt worden. Na een korte controle, worden deze knipsels gebundeld en elektronisch aan de opdrachtgevers verzonden. Het hangt van het distributiesysteem van de knipseldienst af wanneer de knipselkrant daadwerkelijk door de eindgebruiker wordt gelezen. Dit zal in de regel dezelfde dag nog zijn. 16 Het onderstaande productieproces is overgenomen uit het feitenrelaas bij Rechtbank Amsterdam, 4 september

13 2.1.2 Knipselkranten centraal opvraagbaar In deze tweede variant, krijgt de opdrachtgever toegang tot een centrale computer waarop knipsels staan. Hij kan dan zelf via het internet met behulp van selectiemogelijkheden de knipsels uitzoeken die hij wil lezen. Hier is geen distributiesysteem nodig, enkel het verlenen van toegang tot de server, al dan niet met een beveiliging, waarop de knipsels te vinden zijn. Op deze computer kan ook een archief van knipsels bijgehouden worden dat direct opvraagbaar is. Zo kunnen ook knipsels van een eerdere datum gevonden worden. Hiermee vergelijkbaar zijn de Cd-rom s met informatiearchieven, zoals de LiteratuurRom. Het een programma dat daarop staat, LiteRom, bevat een archief van recensies van boeken die via een selectiemogelijkheid te doorzoeken is. De regelmatig verschijnende vernieuwingen zijn enkel tezamen met het originele programma te gebruiken en dienen ertoe om dat programma actueel te houden. 2.2 Juridische classificatie van de digitale knipselkrant Artikel 15 lid 1 van de Auteurswet lijkt mediaspecifiek geformuleerd. Slechts twee categorieën communicatievormen worden genoemd, papieren media (kranten en tijdschriften) en radio en televisieprogramma s. 17 Dit terwijl het artikel 10 bis van de Berner Conventie waarop ons artikel 15 van de Auteurswet gebaseerd is, zich niet beperkt tot een categorie-indeling. De Berner Conventie heeft het enkel over het verveelvoudigen door de pers van artikelen die zijn gepubliceerd in onder andere nieuwsbladen en tijdschriften. Maar ons artikel 15 van de Auteurswet stamt al uit 1985, een tijd waarin computers nog niet ingeburgerd waren. Na de implementatie van de Auteursrechtrichtlijn worden de categorieën uitgebreid met de zinsnede of een ander medium dat dezelfde functie vervult. Tot die tijd hanteren we een richtlijnconforme interpretatie van artikel 15 van de Auteurswet en houden we de kabinetsnota Wetgeving voor de Elektronische Snelweg in het achterhoofd, waarin gesteld werd dat de regels die offline gelden ook online moeten gelden. 18 Hiermee is het tijd geworden de digitale knipseldiensten juridisch eens nader onder de loep te leggen. De twee technische varianten uit de vorige paragraaf zullen hierbij als leidraad dienen Verspreiding knipselkranten regelmatig per elektronische berichtenservice. Zoals in de inleiding van deze paragraaf al verteld, worden er in artikel 15 lid 1 van de Auteurswet slechts twee categorieën communicatievormen genoemd. Of de elektronische berichtenservice hier 17 Spoor en Verkade zijn iets stelliger in hun mening, zij vinden dat artikel 15 tijd en techniek gebonden is geschreven, Spoor en Verkade 1993, pagina TK, , , nummers 1 en 2 13

14 ook onder te plaatsen valt, zal nu nader onderzocht worden. Spoor en Verkade menen dat de bepaling in ieder geval van toepassing kan zijn op abonnee-tv, ziekenhuisomroep en verschijnselen als Viditel en Teletekst. 19 Zij stellen echter dat de wijze waarop de wetgever in 1985 aan zijn opvatting dat een beperking tot de geschreven pers geen goede grond had vervolgens vormgegeven heeft, toch weer wat techiek- en tijdgebonden is. Aan media als elektronische muurkranten en telefonische nieuwsvoorziening is volgens hen geen aandacht geschonken. Visser wijst op wat de Hoge Raad in zijn Dior/Evora arrest heeft gezegd. 20 Hier overwoog de Hoge Raad: Wèl is in 6 van Hoofdstuk I van de Auteurswet een aantal beperkingen van het auteursrecht opgenomen, waaraan in de regel een afweging ten grondslag ligt van de belangen van de rechthebbende op het auteursrecht tegenover de maatschappelijke of economische belangen van anderen of tegen het algemeen belang. Deze uitdrukkelijke beperkingen sluiten echter niet uit dat de grenzen van het auteursrecht ook in andere gevallen aan de hand van een vergelijkbare afweging nader moeten worden bepaald, in het bijzonder wanneer de behoefte aan de desbetreffende begrenzing door de wetgever niet is onderkend en zij past in het stelsel van de wet, zulks in het licht van de ontwikkeling van het auteursrecht als middel tot bescherming van commerciële belangen. Visser laat de vraag of digitale knipselkranten onder artikel 15 van de Auteurswet vallen, echter onbeantwoord. 21 Klos en Arkenbout zien wel mogelijkheden voor een niet-papieren vorm van de knipselkrant. Zij merken op dat een interactieve persdienst of knipselkrant wellicht van artikel 15 van de Auteurswet kan profiteren. 22 In een interview naar aanleiding van een vermeende auteursrechtinbreuk van de web site Portablegear.nl op Webwereld.nl, heeft Alberdingk Thijm gezegd dat er geen reden is waarom de uitspraak van de Hoge Raad over de papieren knipselkranten niet van toepassing zou zijn op de digitale knipselkranten. 23 Dit laat overigens onverlet dat hij artikel 15 van de Auteurswet het liefst 19 Spoor en Verkade 1993, pagina Hoge Raad, 20 oktober Visser 1998, pagina Klos en Arkenbout 1994, pagina 372. Wel vonden ze het twijfelachtig of knipselkranten wel als persproducten waren aan te merken. Aan deze twijfel is met Hoge Raad 10 november 1995 een eind gekomen. 23 Nieuwsbericht op Webwereld.nl van 28 juni

15 zou vervangen door een fair use bepaling. 24 Meer over deze en andere alternatieven voor de persexceptie in hoofdstuk 5. In de lagere rechtspraak is een digitale nieuwsdienst tweemaal onderwerp geweest van een rechtszaak. Beide keren is een volledige toetsing aan artikel 15 van de Auteurswet echter niet aan de orde geweest. De rechtbank Amsterdam kwam op 4 september 2002 niet toe aan het digitale aspect van de knipselkrant. Op grond van de commerciële exploitatie van de knipselkrant, werd een beroep op dit artikel al afgewezen. In het Kranten.com kort geding werd de internet pagina wel als persorgaan in de zin van artikel 15 van de Auteurswet aangemerkt. 25 Op deze internet pagina staan elke dag van verschillende kranten de lijsten met titels van de berichten op de internet pagina van die krant. De titels vormen elk afzonderlijk een link naar het betreffende bericht. Tevens kan zich abonneren op de titellijsten, die elke ochtend per verspreid worden. De rechter heeft hier dus de elektronische berichten service waarin de titellijsten van verschillende kranten verstuurd worden, aangemerkt als een persorgaan, dat van artikel 15 van de Auteurswet gebruik mag maken. De president overwoog in rechtsoverweging 4.6 het volgende: Voor zover al aangenomen mag worden dat (een aantal van) deze afzonderlijke titels en de loutere opsomming daarvan als geheel (hierna te noemen: titellijsten) als (een verzameling van) auteursrechtelijk beschermde werken zijn aan te merken met een eigen, oorspronkelijk karakter die het persoonlijk stempel van de maker dragen, mogen deze titels en titellijsten op grond van artikel 15 Auteurswet 1912 (hierna: Aw) toch integraal worden overgenomen met bronvermelding door een persorgaan. De website kranten.com is als een persorgaan in de zin van artikel 15 Aw aan te merken. Kranten.com geeft immers uitsluitend een actueel overzicht van de titels op de websites van diverse media. Daarmee is zij niets anders dan een nieuwsmedium dat periodiek (te weten dagelijks) een overzicht geeft van hetgeen die media actueel melden, waarbij de namen van die media uitdrukkelijk worden genoemd. ( ) Tussen het weergeven van de titels op de site van kranten.com als link en het toezenden van die links aan abonnees bestaat geen wezenlijk verschil. Deze uitspraak heeft veel stof doen opwaaien met name in de niet-juridische pers, hoger beroep is er echter niet tegen aangetekend. De conclusie in deze paragraaf is dat het huidige artikel 15 van de Auteurswet toch niet zo techniek gebonden is zoals in eerste instantie gedacht. Ook een dienst vergelijkbaar met de knipselkrant kan 24 Alberdingk Thijm 1999, pagina 1 25 President Rechtbank Rotterdam, 22 augustus

16 als persorgaan worden aangemerkt. Als een elektronische berichtenservice zich aan de voorwaarden van artikel 15 van de Auteurswet houdt, maakt deze geen inbreuk op auteursrechten. In paragraaf 3.2 zal het onderscheid tussen commerciële en ideële knipselkranten naar voren komen als beperking op artikel 15 van de Auteurswet. De rechtbank Amsterdam had dus eerst naar artikel 15 van de Auteurswet moeten kijken voordat het zou kunnen concluderen dat deze knipselkranten door hun commerciële vorm niet van artikel 15 van de Auteurswet kunnen profiteren. Hier zal het hof in hoger beroep zeker nog eens goed naar moeten kijken Knipselkranten centraal opvraagbaar Nu geconcludeerd is dat een regelmatig elektronisch verspreide knipselkrant onder de bescherming van artikel 15 van de Auteurswet valt, is het tijd geworden om de status van de knipselkrant te bekijken die centraal opvraagbaar is. In deze tweede variant worden de vergaarde krantenknipsels niet verspreid, maar staan ze op een centraal punt ter beschikking van de lezer. Binnen deze tweede variant, bestaan er twee uitersten. Aan de ene kant de situatie dat op het centrale punt alleen de knipsels van die dag te lezen zijn. Deze situatie vergelijkbaar met de internet pagina zij het dat daar alleen de titels opgenomen worden in plaats van de hele berichten. Aan de andere kant kan er een archief van knipsels worden bijgehouden waarbij met behulp van verschillende zoekmethoden het archief doorzocht kan worden. Deze twee uitersten lenen zich voor een afzonderlijke behandeling. Een regelmatig vernieuwde internet pagina met daarop knipsels van verschillende kranten lijkt sterk op de knipselkrant die door de Hoge Raad goedgekeurd is. Het enige verschil is dat deze centrale krant niet verspreid wordt. Dat een medium verspreid moet worden, is echter ook geen vereiste om onder de bescherming van artikel 15 van de Auteurswet te vallen. Er lijkt geen reden om een juridisch verschil te maken tussen een knipselkrant die regelmatig elektronisch wordt verspreid en een knipselkrant die op een centraal punt te lezen is. Nu de internet pagina periodiek (te weten dagelijks) een overzicht geeft van hetgeen diverse media actueel melden, oordeelde de rechter dat deze internet pagina als centraal punt van informatie bescherming genoot, en als persorgaan een beroep kan doen op artikel 15 van de Auteurswet. Zodra de internet pagina niet regelmatig wordt geactualiseerd, of als de archieffunctie van de pagina toeneemt, verwordt de knipselkrant tot een knipselbank. Als de verspreiding van het nieuws ondergeschikt raakt aan het voor een ander doel exploiteren van de internet pagina, valt dit mijns inziens niet meer onder de bescherming van artikel 15 van de Auteurswet. Struik wijst op de 16

17 nevenexploitatie van een nieuwsmedium dat actuele berichten uit andere media brengt. 26 Deze nevenexploitatie kan volgens hem niet met een beroep op artikel 15 van de Auteurswet worden gerechtvaardigd. De nieuwsvoorziening is met deze nevenexploitatie niet gediend, het gaat dan meer om het exploiteren van een databank met informatie. Een vergelijkbare nevenexploitatie van knipsels kwam naar voren in de LiteRom zaak. 27 De rechter wees in deze zaak een beroep van de maker van een databank met literatuurrecensies, op de bescherming van artikel 15 van de Auteurswet, af. Het resultaat komt overeen met de hierboven genoemde uitgangspunt, maar met Visser ben ik van mening dat de redenering van de rechtbank om tot dit resultaat te komen, niet juist is. 28 De LiteRom is een door het Nederlands Bibliotheek en Lectuur Centrum uitgebrachte cd-rom met de volledige tekst van recensies van Nederlandstalige literaire werken, interviews met auteurs en artikelen over literaire werken, over de periode 1882 tot en met 1991, welke afkomstig zijn uit Nederlandse en Vlaamse kranten en tijdschriften. Het NBLC stelt aan de geabonneerde openbare bibliotheken een cd-rom ter beschikking. De bezoekers van de openbare bibliotheken kunnen de LiteRom vervolgens raadplegen in de leeszaal en desgewenst, tegen een geringe vergoeding, een uitdraai maken van de daarin opgeslagen artikelen. Bij de juridische kwalificatie van de LiteRom overwoog de rechtbank het volgende: De op de LiteRom opgenomen informatie kan op verschillende manieren ontsloten worden door bijvoorbeeld te zoeken op auteur, de titel van een boek of de recensent daarvan. Deze elektronisch geordende en opgeslagen verzameling gegevens die op elektronische wijze kunnen worden opgevraagd, vormen naar het oordeel van de rechtbank géén digitale knipselkrant of in een databank opgenomen papieren knipselkrant. Gelet op de wijze waarop raadplegen kan geschieden en de volledigheid van de opgeslagen gegevens, is hier veeleer sprake van een databank. Derhalve verwerpt de rechtbank het standpunt van het NBLC en kan het antwoord op de vraag of het in het algemeen een digitale literaire knipselkrant onder artikel 15 Aw valt, in het midden gelaten worden. Door het NBLC wordt niet betwist dat op de in een databank opgenomen literaire werken de verworven auteursrechten van kracht blijven (conform art. 4 lid 2 van het Voorstel voor 26 Struik 2002, pagina Rechtbank Den Haag, 3 mei Visser 1998, pagina

18 een richtlijn van de Raad betreffende de rechtsbescherming van databanken [het tegenwoordige artikel 2 lid 2 van de Databankenwet, OAR] ) Haar verweer luidt dat op de in een databank opgenomen papieren knipselkrant geen auteursrechten rusten op grond van artikel 15 Aw. Gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen faalt ook dit verweer. De cd-rom met daarop het programma LiteRom, kan zonder twijfel worden aangemerkt als een database. Het is een verzameling van werken die systematisch geordend en afzonderlijk met elektronische middelen toegankelijk zijn en waarvan de verkrijging van de inhoud in kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering. LiteRom voldoet daarmee aan de omschrijving van artikel 1 lid 1 sub a van de Databankenwet. De NBLC kan worden aangemerkt als producent van deze databank. Dit heeft echter geen consequenties voor het al dan niet van toepassing zijn van artikel 15 van de Auteurswet. Volgens artikel 2 lid 2 van de Databankenwet blijft het auteursrecht op de in de database opgenomen werken onverlet. De rechtbank heeft bij de behandeling van deze zaak in 1995 gebruik gemaakt van het voorstel van de richtlijn waarop onze Databankenwet gebaseerd is. Deze bepaling komt ook in dat voorstel voor de richtlijn voor. Toch concludeert de rechtbank dat omdat LiteRom een databank is, de vraag of een digitale literaire knipselkrant onder artikel 15 van de Auteurswet valt, in het midden gelaten kan worden. Ten onrechte, zo vindt ook Visser. 29 Dat LiteRom een databank is, sluit de toepassing van het Auteursrecht met zijn beperkingen niet uit. Op de overgenomen recensies rusten auteursrechten. Het NBLC kan als producent van LiteRom geen beroep op artikel 15 van de Auteurswet doen, omdat dit niet in het belang is van de nieuwsvoorziening. Te zeer ligt de nadruk op de archieffunctie van LiteRom, in plaats van op de nieuwsfunctie, als een medium met actuele berichten. Nu er geen rechtvaardigingsgrond is voor het hergebruiken van auteursrechtelijk beschermde werken, mogen deze werken niet zonder toestemming overgenomen worden. Ook niet in een databank, nu de Databankenwet de Auteurswet onverlet laat. De juiste maatstaf voor het verbod van LiteRom is dat het programma inbreuk maakt op de openbaarmakings- en/of verveelvoudigingsrechten van de auteursrechthebbenden, zonder dat hiervoor een rechtvaardigingsgrond is. Ook de Databankenwet kan NBLC hierbij niet van dienst zijn. 29 Visser 1998, pagina 28 18

19 2.3 Conclusie knipselkranten Samenvattend kunnen we de digitale knipselkranten in twee vormen opsplitsen. Een op de nieuwsvoorziening gerichte elektronische berichtenservice en een centraal punt waar actuele nieuwsberichten opgevraagd kunnen worden, genieten bescherming van artikel 15 van de Auteurswet. Indien echter de archieffunctie van het centrale punt waar de knipsels opvraagbaar zijn, de overhand neemt en het nieuws minder vaak bijgewerkt wordt, valt deze knipselbank niet meer binnen de bescherming van artikel 15 van de Auteurswet en is er geen rechtvaardiging meer om een verbod tot auteursrechtinbreuk tegen te houden. De rechtszaak over de LiteRom had op deze manier opgelost moeten worden. 19

20 3 De beperkingen op de persexceptie 3.1 De opkomst van de driestappentoets In de Auteursrechtrichtlijn die op 22 december 2002 geïmplementeerd had moeten zijn, staat in artikel 5 lid 5 een toets die op alle beperkingen op het auteursrecht die genoemd worden in de voorgaande vier leden, van toepassing is. Dit lid luidt: De in de leden 1, 2, 3 en 4 bedoelde beperkingen en restricties mogen slechts in bepaalde bijzondere gevallen worden toegepast mits daarbij geen afbreuk wordt gedaan aan de normale exploitatie van werken of ander materiaal en de wettige belangen van de rechthebbende niet onredelijk worden geschaad. Deze formulering komt oorspronkelijk uit de Berner Conventie waar hij aangaf hoe het verveelvoudigingsrecht beperkt mocht worden. 30 Eind jaren zestig is deze hierin opgenomen om de verschillende beperkingen die in de aangesloten landen van toepassing waren, enigszins met elkaar in overeenstemming te brengen. Deze driestappentoets, zoals hij vaak genoemd wordt, is later overgenomen in de TRIPs en WIPO verdragen en dus nu ook in de Auteursrechtrichtlijn. Wat er met deze driestappentoets gedaan moet worden, is echter de vraag. In de oorspronkelijke Berner Conventie stonden de beperkingen zélf niet in het verdrag. Deze toets formuleerde het kader waarbinnen elk land zijn nationale beperkingen kon definiëren. Het is een element uit de Anglo-Amerikaanse commen-law traditie. 31 Binnen de continentaal-europese civil-law traditie van de opsomming van een groot aantal nauwkeurig gedefinieerde beperkingen, hoort deze niet thuis. Met de opname van deze driestappentoets in de Auteursrechtrichtlijn is deze vraag weer actueel geworden. De minister van Justitie en de Commissie Auteursrecht zien deze toets als richtlijn waaraan de beperkingen in de Nederlandse Auteurswet moeten voldoen. 32 Deze driestappentoets hoeft volgens hen niet zelf opgenomen te worden in de wet. De Raad van State, Cohen Jehoram en de Studiecommissie Informatiemaatschappij van de Vereniging voor Auteursrecht staan hier 30 Zie Ricketson 1987 voor meer informatie over de Berner Conventie 31 Senftleben 2003, pagina TK, , B, pagina 4; Verkade 2001, pagina 11; zie ook Koelman 2003, pagina 6 20

21 lijnrecht tegenover, zij vinden dat deze toets wel degelijk in de nieuwe Auteurswet opgenomen dient te worden. 33 Alle kritiek ten spijt, is de minister vooralsnog niet van plan om de driestappentoets in de Auteurswet op te nemen. Via de achterdeur wordt de toets evenwel het Nederlands recht binnengeloodst, nu de rechter in een concreet geval de beperkingen met inachtneming van de driestappentoets moet uitleggen en toepassen. Dit heeft de minister expliciet in de Memorie van Toelichting opgenomen. 34 De voorstanders van opname van de driestappentoets in de wet vinden dit een vreemde constructie, Cohen Jehoram spreekt zelfs van een warboel, maar het uiteindelijke resultaat hoeft niet af te wijken van hun toekomstplannen met de toepassing van de toets. Het limitatieve stelsel van beperkingen wordt hiermee met een open norm verder beperkt. Wat deze vage norm met het Nederlandse stelsel van beperkingen op het auteursrecht zal doen, is vooralsnog onduidelijk. 35 Wat betreft artikel 15 van de Auteurswet zal met name gekeken moeten worden naar het tweede vereiste in de toets, dat de beperking geen afbreuk mag doen aan de normale exploitatie van het werk. Dit vereiste is zijdelings aan de orde geweest bij de Rechtbank Amsterdam op 4 september 2002, meer over deze zaak in de volgende paragraaf. De driestappentoets kan in ieder geval door het Europese Hof gebruikt worden om het auteursrecht verder te harmoniseren. Hiermee is het politiek compromis waarmee de driestappentoets in de Auteursrechtrichtlijn gekomen is, toch nog een bijdrage geweest tot het harmoniseren van het auteursrecht. Dit zal echter wel de nodige tijd vergen, aangezien het nog onduidelijk is of en wanneer de rechters in de verschillende landen deze norm ook daadwerkelijk gaan gebruiken. 3.2 Toepassing driestappentoets op commerciële knipselkranten Een eerste testcase voor toepassing van de driestappentoets door de rechter is gebleven bij toepassen van de gedachte achter de driestappentoets. De Rechtbank Amsterdam durfde het nog niet aan om de stappen van de toets te gebruiken in de zaak tegen de digitale knipselkranten, maar de manier waarop de rechtbank haar vonnis heeft opgebouwd, toont aan dat zij met een scheef oog 33 TK, , B, pagina 3; Quaedvlieg 2002, pagina 5; Cohen Jehoram 2002, pagina TK, , B, pagina 4 35 Niet iedereen is hier ook blij mee, vergelijk Koelman die na een afweging van de voor en nadelen van de driestappentoets tot de conclusie komt dat het beter is om de rechters niet met deze norm op te zadelen. Koelman 2003, pagina 9 21

22 naar deze toets heeft gekeken. 36 Voor het eerst keek de rechter naar het doel van de knipseldienst. Een bedrijf dat een knipseldienst commercieel exploiteert, kan volgens de rechter geen beroep doen op de bescherming van artikel 15 van de Auteurswet. Zodra het commerciële gebruik van de auteursrechthebbende wordt beperkt, moet men dit volgens Grosheide zien als een inbreuk op de normale exploitatie van het recht. 37 Hij signaleert een toenemende commercialisering van het auteursrecht en is het niet eens met Gerbrandy die de klassieke opvatting onderschrijft. Gerbrandy stelt dat het voor de toepasselijkheid van het auteursrecht geen verschil maakt of de als inbreuk aangemerkte handeling ideëel dan wel commercieel van aard is. 38 Onder de beperkingen van het auteursrecht valt volgens hem naar Nederlands recht niet de regel dat handelingen een inbreukmakend karakter krijgen als zij geschieden met een winstoogmerk. Bij de vraag of artikel 15 van de Auteurswet van toepassing is op een knipseldienst, zal dus volgens hem geen onderscheid moeten worden gemaakt tussen een ideële of een commerciële exploitatie ervan. De Rechtbank Amsterdam gebruikt dit onderscheid om het beroep van de knipseldiensten op artikel 15 van de Auteurswet af te wijzen. De rechtbank overweegt het volgende: 6.3. Gedaagden voeren aan dat de door hen aangeboden knipseldiensten functioneel identiek zijn aan de knipselkranten waarover de Hoge Raad in dit arrest heeft geoordeeld De rechtbank deelt deze opvatting niet. In het Knipselkrantarrest ging het om knipselkranten die werden samengesteld door het Nederlands Bibliotheek- en Lectuurcentrum (NBLC) ten behoeve van openbare bibliotheken en door de provincie Noord-Brabant (voornamelijk) ten behoeve van personen die tot haar organisatie behoren, dan wel bij haar werkzaamheden betrokken zijn. Deze instellingen hebben beide geen commercieel oogmerk. Mede gelet op de specifieke afnemers of lezers van de in dit arrest bedoelde knipselkranten - openbare bibliotheken en personen werkzaam voor de provincie - konden deze periodieken worden beschouwd als te zijn uitgegeven in het belang van de "free flow of information". 36 Rechtbank Amsterdam, 4 september Grosheide 1996, pagina Gerbrandy 1988, pagina 14; zie ook Grosheide 1991, pagina 36, die dit onderscheid verwerpt 22

23 6.5. Los van de vraag of de knipseldiensten, zoals die door gedaagden worden aangeboden, kunnen worden opgevat als de (deels) digitale voortzetting van de papieren knipselkranten, hebben gedaagden niet weersproken dat hun bedrijfsvoering een voornamelijk commercieel doel dient. Gelet op dit zwaarwegend commercieel belang van gedaagden, kunnen, naar het oordeel van de rechtbank, de door hen aangeboden knipseldiensten niet worden gekwalificeerd als publicaties die in het belang van de "free flow of information" worden uitgegeven. In dit licht weegt het gestelde belang van gedaagden niet op tegen het belang van eisers bij bescherming van hun auteursrecht. Het beroep op de persexceptie als verwoord in artikel 15 Aw gaat derhalve niet op. De annotatoren Spoor en Overdijk zijn het niet eens met deze zienswijze van de rechtbank. Volgens Spoor valt er zeker wat te zeggen voor het kennelijke gevoelen van de rechtbank dat commercieel gebruik van nieuws en artikelen niet mogelijk moet zijn zonder toestemming van de rechthebbenden, maar de redenering op grond waarvan de rechtbank dit resultaat bereikt lijkt volgens hem moeilijk houdbaar. 39 Kranten en tijdschriften worden volgens hem ook met commerciële motieven uitgegeven, en kranten en tijdschriften zijn nu juist de media bij uitstek waarop de zogeheten persexceptie van artikel 15 van de Auteurswet en het daaraan ten grondslag liggende artikel 10bis van de Berner Conventie betrekking heeft. De rechtbank lijkt de twee betekenissen van het woord free met elkaar te verwarren, free flow betekent volgens hem ongehinderd doorgeven, niet gratis doorgeven. Hoewel er ook kranten en tijdschriften zijn die een puur informatief doel dienen, worden de belangrijkste en meest relevante toch wel uitgegeven met een commercieel doel. Overdijk vindt het ook opmerkelijk dat de rechtbank onderscheid maakt tussen knipselkranten mét en zonder commercieel oogmerk. 40 Bij zijn weten is dit onderscheid nog niet eerder gemaakt. Hij vindt de basis ervoor te dun. Anders dan voor andere beperkingen op het auteursrecht, geldt voor een beroep op artikel 15 van de Auteurswet niet de eis dat er sprake is van gebruik zonder commercieel oogmerk. Hij merkt ook op dat artikel 10 van het EVRM waarop het belang van de free flow of information is gebaseerd, niet slechts openstaat voor niet-commerciële activiteiten. Volgens hem is het evident dat met het verbod door de rechtbank de informatievrijheid in het geding is. 39 Spoor 2003, pagina Overdijk 2002, pagina

24 Bij de toepassing van de driestappentoets op een commercieel geëxploiteerde digitale knipselkrant, is met name de tweede stap van belang. Wordt bij de opname van een krantenartikel in een knipselkrant afbreuk gedaan aan de normale exploitatie van het materiaal van de auteur? Volgens Ricketson betekent dit dat gebruik waarvan de rechthebbende mag verwachten dat hij er een vergoeding voor kan bedingen, onder het verveelvoudigingsrecht moet vallen. 41 Met materiaal geschreven in het kader van nieuwsvoorziening is het moeilijk om naast het medium waarvoor het geschreven is, nog alternatieve media te vinden die er in het kader van nieuwsvoorziening nog een vergoeding voor willen geven. Dit dient immers in zeer korte tijd te gebeuren, aangezien nieuws snel veroudert. Enkel voor een archief is het mogelijk om hier een vergoeding voor te krijgen. We hebben echter in hoofdstuk 2 al geconcludeerd dat zodra de archieffunctie de overhand neemt boven de nieuwsfunctie, deze knipselbank niet meer onder de bescherming van artikel 15 van de Auteurswet kan vallen. De minister komt in zijn antwoord op Kamervragen tot dezelfde conclusie. Hij schrijft dat artikel 15 van de Auteurswet is geschreven met het oog op de free flow of information, maar dat het do ut des beginsel ook in het achterhoofd gehouden moet worden. 42 In overweging 44 van de Auteursrechtrichtlijn is aangegeven dat rekening moet worden gehouden met het feit dat beperkingen in een digitale omgeving een sterkere economische uitwerking kunnen hebben. In een digitale omgeving kan volgens hem het gebruik van nieuwsberichten, gemengde berichten en artikelen door middel van zoek- en archieffuncties en de mogelijkheid van dienstverlening op maat namelijk een zelfstandige economische betekenis krijgen. Het gebruik kan dan de normale exploitatie van het beschermde materiaal en de wettige belangen van rechthebbenden schaden. Bij de situatie waarin het materiaal van de auteur niet voor een archief wordt gebruikt, is niet zo makkelijk om te bepalen of het hergebruik van het materiaal in een knipselkrant afbreuk doet aan de normale exploitatie ervan. Volgens het Dispute Settlement Body van de WTO worden niet alleen momenteel gebezigde manieren van exploiteren tot de normale exploitatie in de zin van TRIPs gerekend, maar ook toekomstige en potentiële. Dit echter wel binnen a certain degree of likelihood and plausibility zijn, 43 oftewel, vrij vertaald, dat deze potentiële exploitatiemogelijkheden redelijkerwijs voorzienbaar en waarschijnlijk zijn. Volgens Koelman leidt deze zienswijze ertoe dat 41 Ricketson 1987, pagina TK, , 28482, nummer 5, pagina Dispute Settlement Body (WTO), 27 juli 2000, 6.180, zoals geciteerd in: Hugenholtz 2000, pagina

25 het auteursrecht op den duur onbeperkt zou moeten zijn, iets wat volgens hem toch niet de bedoeling kan zijn. 44 Een werkbare uitleg van het gebruik wat nog onder normale exploitatie valt, is het gebruik waarvoor de rechthebbende mag verwachten dat hij een vergoeding kan bedingen, of welk gebruik voor de toekomst redelijkerwijs voorzienbaar en waarschijnlijk is. Hergebruik in een knipselkrant van materiaal geschreven in het kader van de nieuwsvoorziening, dat slechts een korte houdbaarheidsdatum heeft, valt daarom niet binnen de normale exploitatie van het materiaal. Door die nieuwswaarde is het materiaal naar zijn aard ongeschikt om op verschillende manieren in het kader van nieuwsvoorziening geëxploiteerd te worden, tenzij dit vooraf overlegd wordt. Deze situatie laten we buiten beschouwing, omdat dan immers geen beroep op artikel 15 van de Auteurswet meer nodig is. De persexceptie lijkt ook aan de andere vereisten van de driestappentoets te voldoen. Gezien de cumulatieve voorwaarden waaraan het bericht moet voldoen voordat het in een knipselkrant opgenomen mag worden, gaat het hier om een beperking die slechts in bepaalde gevallen werkt. Verder worden de wettige belangen van de rechthebbende niet onredelijk geschaad. De driestappentoets is dus geen belemmering voor de bescherming van artikel 15 van de Auteurswet voor digitale knipselkranten die in het kader van nieuwsvoorziening materiaal hergebruiken. Nu er verder ook geen redenen zijn om commercieel geëxploiteerde digitale knipselkranten anders te behandelen dan ideële, dient dit vonnis van de rechtbank in hoger beroep vernietigd te worden. 3.3 Auteursrechtvoorbehoud In de Nota naar aanleiding van het Verslag over de nieuwe Auteurswet, merkt de minister op dat auteursrechthebbenden die onder de werkingssfeer van het in artikel 15 van de Auteurswet bepaalde vallen, hun door de driestappentoets onderstreepte belangen kunnen beschermen door het maken van een uitdrukkelijk voorbehoud ingevolge artikel 15, eerste lid, onder 4 van de Auteurswet. 45 De minister noemt de mogelijkheid tot het maken van een voorbehoud zelfs een belangrijk scharnierpunt. Deze opmerking is reden om het auteursrechtvoorbehoud nog eens nader onder de loep te leggen. 44 Koelman 2003, pagina 7 45 TK , 28482, nummer 5, pagina 26 25

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 10 november 1995 012172 Eerste Kamer Nr. 15.761 (C 94/183) AS m Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: DE STICHTING REPRORECHT, gevestigd te Amstelveen, EISERES tot cassatie, advocaat: jhr mr

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 575 Besluit van 27 november 2002, houdende regels met betrekking tot het reprografisch verveelvoudigen van auteursrechtelijk beschermde werken

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

VvA Ledenvergadering KNAW, 27 mei 2011 Flexibel auteursrecht

VvA Ledenvergadering KNAW, 27 mei 2011 Flexibel auteursrecht VvA Ledenvergadering KNAW, 27 mei 2011 Flexibel auteursrecht Prof. dr. Martin Senftleben Vrije Universiteit Amsterdam Bird & Bird, Den Haag Exclusieve rechten flexibel genoeg? Art. 13 Aw: Verveelvoudigen

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 44 23 februari 2011 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mevrouw mr. P.M. Arnoldus-Smit en mevrouw mr. J.W.M. Lenting) Samenvatting Consument heeft

Nadere informatie

Nederlands Instituut van Psychologen 070-8888500. inzagerecht testgegevens

Nederlands Instituut van Psychologen 070-8888500. inzagerecht testgegevens POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Nederlands Instituut van Psychologen

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar.

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 15 april 2019 Betreft beslissing op uw bezwaar tegen het Wob-besluit

Nadere informatie

Zoekmachines en Woningaanbod. Bas Le Poole Leiden Revisited 21 september 2007

Zoekmachines en Woningaanbod. Bas Le Poole Leiden Revisited 21 september 2007 Zoekmachines en Woningaanbod Bas Le Poole Leiden Revisited 21 september 2007 1 2 Zoekallehuizen.nl Rb Arnhem, 16 maart 2006 / Hof Arnhem, 4 juli 2006 ZAH spidert (alle) websites van individuele makelaars

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Internet, www en zoeksystemen technisch en functioneel verklaard / 35

Hoofdstuk 2 Internet, www en zoeksystemen technisch en functioneel verklaard / 35 Inhoudsopgave Voorwoord / 15 Lijst van afkortingen / 19 DEEL A Inleiding en feitelijk kader / 21 Hoofdstuk 1 Inleiding, vraagstelling en opbouw / 23 1. Maatschappelijke achtergrond van het onderzoek /

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer: 77 Fiscaal up to Date/Kluwer. Inleiding

BESLUIT. Zaaknummer: 77 Fiscaal up to Date/Kluwer. Inleiding BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit om geen toepassing te geven aan zijn bevoegdheid zoals beschreven in artikel 56, lid 1, van de Mededingingswet. Zaaknummer:

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-340 d.d. 12 december 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris) Samenvatting Consument heeft met ingang van

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 102 d.d. 2 november 2009 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851

ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 18-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201112376/1/V1 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Auteursrecht voor nieuwsmedia in de 21 e eeuw

Auteursrecht voor nieuwsmedia in de 21 e eeuw Auteursrecht voor nieuwsmedia in de 21 e eeuw Datum 16 januari 2011 Probleem Derden exploiteren in toenemende mate content van nieuwsmedia, veelal met een oneigenlijk beroep op uitzonderingen in de Auteurswet.

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Met het oog op uw vragen en kritiek zijn kort samengevat mijn conclusies de volgende:

Met het oog op uw vragen en kritiek zijn kort samengevat mijn conclusies de volgende: Geachte mevrouw Stembor, U heeft mij een aantal stellingen/vragen voorgelegd. Ik heb daaruit opgemaakt dat u kritiek heeft op de onduidelijkheid over de verhouding tussen de Wbtv en de wet van 8 mei 1878,

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2000:AA6826

ECLI:NL:RBROT:2000:AA6826 ECLI:NL:RBROT:2000:AA6826 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 139609/KG ZA 00-846 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

De Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Leiden ( de Commissie ) was in deze procedure als volgt samengesteld:

De Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Leiden ( de Commissie ) was in deze procedure als volgt samengesteld: A D V I E S Zaak: CWI 2 0 1 5 0 3 inzake de klacht ingediend door Klager: [naam klager] tegen Beklaagde: [naam beklaagde] De Universiteit Leiden ( de Commissie ) was in deze procedure als volgt samengesteld:

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL I Vergaderjaar 2010-2011 32 339 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

TOELICHTING MELDING ONRECHTMATIGE INFORMATIE

TOELICHTING MELDING ONRECHTMATIGE INFORMATIE TOELICHTING MELDING ONRECHTMATIGE INFORMATIE Vraag 1 Bij deze vraag dient u aan te geven wie de verzoeker is van deze melding. Eventuele correspondentie over de melding zal naar deze persoon worden verstuurd.

Nadere informatie

Auteursrecht voor Wikipedianen. WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap

Auteursrecht voor Wikipedianen. WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap Auteursrecht voor Wikipedianen WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap Internationale regelingen Nederlandse boekverkopers miljoenen verdienen omdat de Fransen vlug van geest zijn (Voltaire)

Nadere informatie

LOWI Advies 2014, nr. 11

LOWI Advies 2014, nr. 11 LOWI Advies 2014, nr. 11 Advies van 28 november 2014 van het LOWI ten aanzien van de klacht van Verzoeker, ingediend op 2014 en gericht tegen het besluit van het Bestuur van 2014. 1. De klacht De klacht

Nadere informatie

LEI Plagiaat ongegrond

LEI Plagiaat ongegrond CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie

Nadere informatie

Delta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

Delta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-122 d.d. 23 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-08 d.d. 5 januari 2012 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. H.J. Schepen, leden, en mr. E.P.A. Bogers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-233 d.d. 6 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Consument en Aangeslotene hebben

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reda namens de Verts/ALE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reda namens de Verts/ALE-Fractie 6.9.2018 A8-0245/194 194 Overweging 21 bis (nieuw) (21 bis) Er moet worden erkend dat het publiek er belang bij heeft om zonder onnodige beperkingen als gevolg van exclusieve rechten aan de publieke sfeer

Nadere informatie

Cookie Compliance U PDATE J U N I 2014

Cookie Compliance U PDATE J U N I 2014 Cookie Compliance U PDATE J U N I 2014 Hoofdstuk Pagina 1 Inleiding 3 2 Wat zegt het CBP nu eigenlijk? 4 3 Wat staat er in de voorgestelde wetswijziging? 5 3.1 Nieuwe uitzonderingen 6 3.2 Tracking cookies

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 7 mei 2018 ADVIES 2018-41 met betrekking tot de toegang tot informatie die in een databank aanwezig

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-344 d.d. 26 november 2013 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. M. van Pelt, secretaris)

Nadere informatie

De mededeling aan een nieuw publiek. Sam C. van Velze

De mededeling aan een nieuw publiek. Sam C. van Velze De mededeling aan een nieuw publiek Sam C. van Velze 6 November 2017 1 https://www.youtube.com/watch?v= 72KU4AX29Yg Interessant filmpje over het auteursrecht, klik hier: 2 https://www.youtube.com/watch?v=72ku4ax29yg

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

E-commerce verplichtingen en andere regels op internet. Amersfoort woensdag 2 maart 2011 Mr. F.J. Van Eeckhoutte www.vaneeckhoutteadvocaten.

E-commerce verplichtingen en andere regels op internet. Amersfoort woensdag 2 maart 2011 Mr. F.J. Van Eeckhoutte www.vaneeckhoutteadvocaten. E-commerce verplichtingen en andere regels op internet Amersfoort woensdag 2 maart 2011 Mr. F.J. Van Eeckhoutte www.vaneeckhoutteadvocaten.nl Inhoud Hd. I: Hd. II: Hd. III: Het internet op E-commerce verplichtingen

Nadere informatie

509795/01/6 van 9 mei 2001 dr. J.A.G. Versmissen

509795/01/6 van 9 mei 2001 dr. J.A.G. Versmissen R e g i s t r a t i e k a m e r De Minister van Justitie 509795/01/6 van 9 mei 2001 dr. J.A.G. Versmissen070-3811358..'s-Gravenhage, 20 juni 2001.. Onderwerp Aanpassingswet richtlijn inzake elektronische

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 912 Wijziging van de Auteurswet, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter implementatie van Richtlijn (EU) 2017/1564 van het Europees

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door C te D vs E te F Zaak : Geneeskundige zorg, medisch specialistische zorg, MoM heupprothese, buitenland Zaaknummer : ANO07.202 Zittingsdatum

Nadere informatie

Inleiding tot het auteursrecht. Lucie Guibault 30 september 2011

Inleiding tot het auteursrecht. Lucie Guibault 30 september 2011 Inleiding tot het auteursrecht Lucie Guibault 30 september 2011 Inhoud Verkrijgen van rechten Auteursrechthebbende Het werk Omvang van rechten Morele rechten Beperkingen op het auteursrecht 2 Het Auteursrecht

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Sector Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-359 d.d. 28 december 2011 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. P.M. Arnoldus-Smit en mr. J.W.H. Offerhaus, leden, en mr.

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:389

ECLI:NL:RBNNE:2015:389 ECLI:NL:RBNNE:2015:389 Instantie Datum uitspraak 03-02-2015 Datum publicatie 03-02-2015 Zaaknummer Awb 15/245 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 336 Wet van 6 juli 2004 tot aanpassing van de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter uitvoering van richtlijn

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Axel Voss namens de PPE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Axel Voss namens de PPE-Fractie 6.9.2018 A8-0245/137 137 Overweging 31 (31) Een vrije en pluralistische pers is van essentieel belang voor de kwaliteit van de journalistiek en de toegang van burgers tot informatie. Zij levert een fundamentele

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

5. Met e-mail van 12 maart 2014 is door KPN nog een overzicht verstrekt met het huidige zenderaanbod van Digitenne.

5. Met e-mail van 12 maart 2014 is door KPN nog een overzicht verstrekt met het huidige zenderaanbod van Digitenne. Besluit Kenmerk: 619878/623042 Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van KPN B.V. om ontheffing van de doorgifteverplichting

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110961/1/V1. Datum uitspraak: 13 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Datum 1 juli 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de algemene voorwaarden van De Persgroep voor freelance journalisten

Datum 1 juli 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de algemene voorwaarden van De Persgroep voor freelance journalisten 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Partijen: De medezeggenschapsraad van "De Goudse Scholengemeenschap" te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Partijen: De medezeggenschapsraad van De Goudse Scholengemeenschap te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR) Uitspraaknr. G530 Datum: 7 juni 1995 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van "De Goudse Scholengemeenschap" te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-218 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 28 juli 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Hoor- en adviescommissie

Hoor- en adviescommissie ADVIES INGEKOMEN 11APR.2016 AAN GEDEPUTEERDE STATEN van de behandeling van het bezwaarschrift ingevolge artikel 7:1 van de Awb van Distriport Noord- Holland. B.V. (bezwaarde), ingediend door A. de Snoo

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-287 d.d. 28 juli 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, drs. W. Dullemond en mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-22 d.d. 24 januari 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Intellectueel eigendom en software. Voor de digitale economie

Intellectueel eigendom en software. Voor de digitale economie Intellectueel eigendom en software Voor de digitale economie Intellectueel eigendom is een verzamelnaam voor een aantal rechten op zogenaamde voortbrengselen van de menselijke geest, zoals een schilderij,

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-307 d.d. 31 oktober 2012 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mevrouw mr. J.W.M. Lenting, leden en mevrouw mr. F. Faes, secretaris)

Nadere informatie

Coöperatieve Rabobank Dommelstreek U.A., gevestigd te Geldrop, hierna te noemen Aangeslotene.

Coöperatieve Rabobank Dommelstreek U.A., gevestigd te Geldrop, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-364 d.d. 3 oktober 2014 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. M.C.M. van Dijk en mr. E.L.A. van Emden, leden en mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigd vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-558 (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 december 2014 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S20-28 Datum uitspraak: datum uitspraak Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies in het geschil tussen: N. Mooren te Amsterdam verder te noemen: Mooren, tegen: T. Leerintvelt,

Nadere informatie

5. Per van 6 maart 2013 heeft JBA Klaassen een schriftelijke zienswijze ingediend.

5. Per  van 6 maart 2013 heeft JBA Klaassen een schriftelijke zienswijze ingediend. Sanctiebeschikking Kenmerk: 28608/2013003756 Betreft: niet melden vaste prijs en toepassen staffelkorting Sanctiebeschikking van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) betreffende

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-580 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 4 augustus 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

VR DOC.0975/3

VR DOC.0975/3 VR 2016 1609 DOC.0975/3 Bijlage 1. De CC0-verklaring, vermeld in artikel 7, 1 De CC0-verklaring De instantie mag overeenkomstig de voorwaarden van artikel 7 gebruikmaken van de Nederlandstalige tekst van

Nadere informatie

: verzekering, doorlopende zorgplicht

: verzekering, doorlopende zorgplicht Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-248 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars RA, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

EtSER vonnis. In naam van de Koning

EtSER vonnis. In naam van de Koning EtSER vonnis In naam van de Koning RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht zaaknummer: 6498360 CV EXPL 17-27686 vonnis van: 22juni 2018 fno.: 399 vonnis van de kantonrechter Inzake wonende te Haarlem

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

op de klacht van:mevrouw A. C., wonende te Huizen, hierna te noemen: klager

op de klacht van:mevrouw A. C., wonende te Huizen, hierna te noemen: klager Beweerdelijk te lage waardering. Beweerdelijk verstrekte vertrouwelijke mededeling aan derden. Klaagster en haar echtgenoot zijn in een echtscheiding verwikkeld. In dat kader vindt een kort geding plaats

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-094 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 25 april 2018 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-134 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris) Klacht ontvangen op : 13 juli 2016 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Reikwijdte WBP ten aanzien van archiefbescheiden

Reikwijdte WBP ten aanzien van archiefbescheiden R e g i s t r a t i e k a m e r Rijksarchiefdienst..'s-Gravenhage, 8 mei 2000.. Onderwerp Naar aanleiding van uw verzoek om commentaar op het conceptartikel "Archiefdiensten en de Wet bescherming persoonsgegevens"

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure 1 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 162, d.d. 6 juli 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. drs. M.L. Hendrikse en mr. B.F. Keulen) Samenvatting Betalingsbeschermingsverzekering.

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-233 d.d. 17 juli 2013 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. A.P. Luitingh, en mr. J.Th. de Wit, leden, en mevrouw mr. M. Nijland, secretaris)

Nadere informatie