DE INTERNATIONALE VERPLICHTINGEN VAN DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN BETREFFENDE DE ECONOMISCHE RELATIES MET DE ISRAËLISCHE NEDERZETTINGEN/

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE INTERNATIONALE VERPLICHTINGEN VAN DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN BETREFFENDE DE ECONOMISCHE RELATIES MET DE ISRAËLISCHE NEDERZETTINGEN/"

Transcriptie

1 DE INTERNATIONALE VERPLICHTINGEN VAN DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN BETREFFENDE DE ECONOMISCHE RELATIES MET DE ISRAËLISCHE NEDERZETTINGEN/ SAMENVATTING/ François Dubuisson Professor internationaal recht Centrum voor Internationaal Recht van de Université libre de Bruxelles (ULB) Februari 2014

2 2/ INHOUDSTAFEL/ VOORWOORD 3/ BIOGRAFIE 3/ INLEIDING 4/ 1. Het Israëlische nederzettingenbeleid in bezet Palestijns gebied schendt het internationaal recht 5/ 2. De schendingen van het internationaal recht hebben specifieke juridische gevolgen 6/ 3. De verplichtingen om het internationaal recht te doen respecteren, om schendingen niet te erkennen en om geen hulp of assistentie te verlenen, nopen de EU en haar lidstaten ertoe om hun commerciële en economische relaties met de Israëlische nederzettingen te beëindigen 7/ 4. De maatregelen die de EU en haar lidstaten namen, getuigen van een groeiende bewustwording maar blijven onvoldoende om tegemoet te komen aan de eisen van het internationaal recht 9/ CONCLUSIE 11/

3 3/ VOORWOORD/ De studie van François Dubuisson over de internationale verplichtingen van de Europese Unie en haar lidstaten betreffende de economische relaties met de Israëlische nederzettingen verschijnt op een belangrijk moment. Binnen de lidstaten van de EU heerste er immers verwarring over dit onderwerp. Professor Dubuisson toont duidelijk aan dat de nederzettingen illegaal zijn volgens het internationaal recht en dat de Europese lidstaten de nederzettingen niet mogen ondersteunen door er handel mee te drijven of door toe te laten dat nederzettingenproducten binnen de EU worden verkocht. Hij benadrukt dat de verplichting om geen hulp of assistentie te verlenen aan een illegale situatie, van toepassing is op activiteiten die het voortbestaan van de nederzettingenpolitiek direct of indirect ondersteunen. De EU beweert vaak dat ze het recht hoog in het vaandel draagt. Jammer genoeg heeft Europa, onder invloed van de Verenigde Staten, een uitzonderingsbeleid aangenomen ten aanzien van Israëls schendingen van het internationaal recht. Het Europese engagement ten aanzien van het internationaal recht zal geëvalueerd worden op basis van de reactie van de EU op Israëls kolonisatiebeleid in Palestina. Dit beleid is immers manifest illegaal. De studie van professor Dubuisson is een leidraad voor de Europese lidstaten die hen zal tonen welke houding ze precies moeten aannemen. John DUGARD Professor Emeritus, Universiteit van Leiden Voormalig Speciaal VN-Rapporteur over de situatie van de mensenrechten in bezet Palestijns gebied * Dit voorwoord werd opgesteld voor de integrale versie van het rapport van François Dubuisson BIOGRAFIE/ François Dubuisson is professor internationaal recht aan de Université libre de Bruxelles (ULB) en lid van het Centrum voor Internationaal Recht aan dezelfde universiteit. Hij schreef talrijke studies gepubliceerd in nationale en internationale tijdschriften over de juridische aspecten van het Israëlisch-Palestijns conflict, het gebruik van geweld, het recht betreffende nieuwe technologieën en het algemeen internationaal recht. Hij was actief betrokken bij twee gerechtelijke procedures voor het Internationaal Gerechtshof: de zaak van de Gewapende activiteiten op het grondgebied van de Democratische Republiek Congo (Congo vs Oeganda) en de zaak over de Juridische gevolgen van de bouw van een muur in bezet Palestijns gebied, een adviserende opinie gevraagd aan het Internationaal Gerechtshof door de Algemene Vergadering van de VN, krachtens resolutie A/RES/ES-10/14 van 8 december 2003.

4 4/ INLEIDING/ Het niet-onderhouden van economische of commerciële relaties met de Israëlische nederzettingen is geen vrijblijvende optie. Het is een internationale verplichting waar de Europese Unie en haar lidstaten momenteel aan verzaken. Dit is het besluit van een rapport van François Dubuisson, professor internationaal recht aan Université libre de Bruxelles (ULB), van februari Het vormt de basis voor de campagne Made in illegality stop de economische relaties van België met de Israëlische nederzettingen, die tot respect voor het internationaal recht oproept. Het rapport-dubuisson (75 pagina s), getiteld De internationale verplichtingen van de EU en haar lidstaten betreffende de economische relaties met de Israëlische nederzettingen, biedt een grondige en gedetailleerde juridische analyse. Hieronder worden de belangrijkste elementen op vijf pagina s weergegeven. Het Israëlische nederzettingenbeleid in bezet Palestijns gebied schendt het internationaal recht (1). Deze schendingen hebben specifieke juridische gevolgen volgens het internationaal recht (2). De verplichting om de economische en commerciële relaties met de nederzettingen te beëindigen, vloeit eruit voort (3). Het rapport besluit, op basis van de posities en de maatregelen genomen door de EU en haar lidstaten, dat ondanks een erkenning van de ernst van de situatie en de verwezenlijkingen van de afgelopen jaren, de EU en haar lidstaten nog steeds niet volledig tegemoet komen aan hun verplichtingen onder het internationaal recht (4).

5 5/ 1. HET ISRAËLISCHE NEDERZETTINGENBELEID IN BEZET PALESTIJNS GEBIED SCHENDT HET INTERNATIONAAL RECHT/ Het rapport-dubuisson beschrijft de illegale aard van de nederzettingenbouw in bezet Palestijns gebied. Het beschrijft ook het onwettige karakter van diverse maatregelen die de nederzettingenbouw mogelijk maken (inbeslagname van land, vernieling van eigendommen,...) of de bestendiging en ontwikkeling ervan garanderen (bouw van de Muur, toe-eigening van natuurlijke rijkdommen, beperking van de bewegingsvrijheid, ontwikkeling van discriminerende juridische regimes,...). Op basis van talrijke bronnen en documenten beschrijft het rapport de gevolgen van de nederzettingenbouw voor de Palestijnse bevolking, alsook de impact van de maatregelen ter bevordering van de nederzettingen, haar inwoners en economische noden. Die gevolgen uiten zich onder meer in de vorming van enclaves, de privatisering van (vruchtbaar) land en van water-, energie- en economische bronnen, beperkingen op de bewegingsvrijheid en inbreuken op de vrijheid van woonplaatskeuze. De gevolgen van de nederzettingenbouw en de bijhorende maatregelen worden gedetailleerd toegelicht in functie van de ernst ervan. Verschillende passages van het rapport van de Secretaris-Generaal van de VN van 2012 worden geciteerd. Dit rapport benadrukt dat het traject van de Muur resulteert in de annexatie van 51% van de waterbronnen op de Westelijke Jordaanoever. Daarnaast stelt het dat in de Jordaanvallei en de streek van de Dode Zee, 86% van het land de facto onder de jurisdictie van de regionale raden van de nederzettingen valt. Die verbieden Palestijnen het gebruik ervan en verhinderen hen zo de toegang tot hun natuurlijke rijkdommen. Tot slot beschrijft het rapport-dubuisson de internationale verplichtingen die door Israël geschonden worden. Dit zijn onder meer verplichtingen inzake het internationaal humanitair recht, het recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk, het recht op een behoorlijke levensstandaard, het recht op gezondheid en onderwijs, het recht van volkeren op hun natuurlijke rijkdommen, het recht op bewegingsvrijheid en het verbod op raciale segregatie. De internationale gemeenschap erkent en veroordeelt al deze schendingen. De auteur van dit rapport verwijst daarvoor naar de details van talrijke documenten, rapporten en adviezen, met name van het Internationaal Gerechtshof, de Veiligheidsraad, en de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, instellingen voor de bescherming van de mensenrechten en de speciale procedures van de VN. Deze verwijzingen tonen aan dat de schendingen van het internationaal recht worden beschouwd als flagrant, ernstig of systematisch en in de tijd uitgestrekt.

6 6/ 2. DE SCHENDINGEN VAN HET INTERNATIONAAL RECHT HEBBEN SPECIFIEKE JURIDISCHE GEVOLGEN/ Israëls nederzettingenbeleid heeft talrijke schendingen van het internationaal recht tot gevolg. Het schendt het internationaal humanitair recht vastgelegd in de conventies van Genève, alsook het recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk, en het druist in tegen het verbod op raciale discriminatie en apartheid. Het rapport verwijst met name naar het Internationaal Gerechtshof dat in 2004 vaststelde dat de nederzettingen die Israël bouwt in bezet Palestijns gebied (inclusief Oost-Jeruzalem) indruisen tegen het internationaal recht en meer bepaald tegen het artikel 49, alinea 6 van de Vierde Conventie van Genève. Hetzelfde Advies bepaalt dat Israëls bouw van de Muur samen met de reeds eerder genomen maatregelen, een ernstig obstakel vormt voor het Palestijnse recht op zelfbeschikking en bijgevolg een schending is van Israëls verplichting om dit recht te respecteren. Tenslotte wordt er verwezen naar het VN-rapport voor de eliminatie van raciale discriminatie van maart Dit rapport besloot dat het beleid en de praktijken van Israël inzake de nederzettingen in de bezette gebieden indruisen tegen het verbod op raciale discriminatie. Bovendien herinnert het rapport eraan dat de regels die Israël schendt het recht op zelfbeschikking, het verbod op raciale segregatie, bepaalde normen van het internationaal humanitair recht en instrumenten ter bescherming van de mensenrechten deel uitmaken van de normen die volgens het internationaal recht worden beschouwd als imperatieve normen. Deze kwalificatie als imperatieve norm, ook bekend als jus cogens, brengt een specifiek statuut met zich mee en creëert bij andere staten welbepaalde internationale verplichtingen ingeval van schendingen. Men onderscheidt drie verplichtingen waaruit in het bijzonder de verplichting voortvloeit om handel met de nederzettingen te verbieden. Deze verplichtingen zijn het doen respecteren van de betreffende normen van internationaal recht, het niet erkennen van de illegale situatie die voort voortvloeit uit deze schendingen en geen hulp of assistentie verlenen aan de instandhouding van deze situatie.

7 7/ 3. DE VERPLICHTINGEN OM HET INTERNATIONAAL RECHT TE DOEN RESPECTEREN, SCHENDINGEN NIET TE ERKENNEN EN GEEN HULP OF ASSISTENTIE TE VERLENEN, NOPEN DE EU EN HAAR LIDSTATEN ERTOE OM HUN COMMERCIËLE EN ECONOMISCHE RELATIES MET DE ISRAËLISCHE NEDERZETTINGEN TE BEËINDIGEN/ Het rapport-dubuisson beschrijft de omvang van de verplichtingen die op derde staten (zoals de EU en haar lidstaten) rusten, als gevolg van de ernstige schendingen van het internationaal recht door Israël. De verplichting om het internationaal recht te respecteren. Het rapport belicht eerst en vooral deze verplichting met betrekking tot de conventies van Genève. Het verwijst naar de teksten van deze conventies, de commentaren van het Internationale Rode Kruiscomité, de veelvuldige statenpraktijk (met name de resoluties ES-10/2 van 5 mei 1997 en 10/15 van 20 juli 2004 van de Algemene Vergadering van de VN, de verklaring van 5 december 2001 van de conferentie van de hoge verdragsluitende partijen over de toepassing van de Vierde Conventie van Genève) en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de Muur. Er wordt een gelijkaardige oefening gemaakt met betrekking tot het recht op zelfbeschikking. De verplichting om te doen respecteren, houdt een positieve verplichting in voor staten om andere staten de imperatieve normen te doen toepassen. Concreet moeten derde staten alle noodzakelijke maatregelen nemen die binnen hun bereik vallen, zowel op nationaal als regionaal niveau, om deze schendingen te voorkomen en te doen stoppen. Zelfs als de precieze draagwijdte van deze maatregelen moeilijk in te schatten is, worden staten geacht om, conform het internationaal recht, redelijke maatregelen aan te nemen die de betreffende staat daadwerkelijk aanzetten om het internationaal recht te respecteren. Staten zijn a forteriori verplicht om af te zien van daden die indruisen tegen de doelstelling om het internationaal humanitair recht te doen respecteren, zoals bijvoorbeeld het financieren, aanmoedigen of faciliteren van economische activiteiten die direct gerelateerd zijn aan ernstige schendingen. Het doel om een einde te stellen aan de schendingen die voortvloeien uit de nederzettingenbouw en de schendingen van het recht op zelfbeschikking is niet verzoenbaar met het drijven van handel met entiteiten die deze illegale situatie belichamen, noch met het deelnemen aan hun economisch leven. Bijgevolg moeten de EU en haar lidstaten positieve maatregelen nemen om de invoer van nederzettingenproducten of producten van operatoren die activiteiten in de nederzettingen hebben te verbieden. Bovendien moeten ze gepaste maatregelen nemen ten aanzien van instellingen onder hun jurisdictie opdat deze geen activiteiten zouden ondernemen die bijdragen tot de kolonisatie van Palestijns land. De verplichting om de illegale situatie die voortvloeit uit deze schendingen niet te erkennen. Het rapport baseert zich hier voornamelijk op de posities van de Commissie voor Internationaal Recht. De verplichting tot niet-erkenning houdt niet alleen in dat de officiële erkenning van illegale situaties verboden is, maar ze verbiedt ook alle activiteiten die een dergelijke erkenning met zich zouden kunnen meebrengen. In de zaak over Namibië preciseerde het Internationaal Gerechtshof dat de verplichting tot niet-erkenning in het bijzonder de verplichting inhoudt om geen economische of andere banden of relaties te onderhouden (met de overtredende staat) die de illegale situatie zouden bestendingen. Bijgevolg veronderstelt de verplichting tot niet-erkenning dat de EU en haar lidstaten geen enkele economische relatie ontwikkelen die de autoriteit van Israël over het Palestijnse gebied, Oost-Jeruzalem inbegrepen, zou erkennen of juridische gevolgen zou geven aan de nederzettingenactiviteiten.

8 8/ De nederzettingen moeten dus worden uitgesloten van elke vorm van financiering en van alle mogelijke economische voordelen. Op dezelfde manier moet ook elk bedrijf dat in de nederzettingen gevestigd is of er produceert, uitgesloten worden van financiering omdat een dergelijke financiering automatisch een legitimerend effect zou ressorteren. De verplichting om geen hulp of assistentie te verlenen aan de illegale situatie die voortvloeit uit deze schendingen. Op basis van de werken van de Commissie voor Internationaal Recht betoogt het rapport dat deze verplichting verder reikt dan de loutere verplichting om geen hulp of assistentie te verlenen aan het plegen van de illegale daad zelf. Het gaat namelijk om een meer verregaand verbod op alle daden die van die aard zijn dat ze bijdragen tot de instandhouding van de illegale situatie, m.a.w. een verbod op alle handelingen die de verantwoordelijke staat post factum helpen om de illegale situatie in stand te houden. In de zaak over Namibië oordeelde het Internationaal Gerechtshof immers dat hulp en assistentie in welke vorm dan ook verboden zijn. De VN-Veiligheidsraad riep in resolutie 465 van 1 maart 1980 staten reeds op om geen assistentie aan Israël te bieden die specifiek aangewend zou worden voor de nederzettingen in de bezette gebieden. Tot slot herbevestigde het Internationaal Gerechtshof in de zaak over de Muur de verplichting om geen hulp of assistentie te verlenen, en dit op vraag van de Algemene Vergadering van de VN en met instemming van alle lidstaten van de Europese Unie. Daarmee erkenden die lidstaten gebonden te zijn door datgene wat ze zelf als een wettelijke verplichting beschouwen. De verplichting om geen hulp of assistentie te verlenen aan de instandhouding van de illegale situatie die voortvloeit uit de nederzettingenbouw, houdt in dat er geen enkele bijdrage wordt geleverd aan projecten of activiteiten die de ontwikkeling, versterking of bestendiging van de nederzettingen faciliteren. Het verbod betreft de directe financiering maar evenzeer de handel in nederzettingenproducten, in de wetenstap dat de economische ontwikkeling van de Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied een essentieel onderdeel vormt van het nederzettingenbeleid van de Israëlische staat. De nederzettingeneconomie draagt onmiskenbaar bij tot de instandhouding van de illegale situatie die voortvloeit uit de oprichting van de nederzettingen. Centrale elementen daarbij zijn het overbrengen van burgers naar bezet gebied, de inbeslagname van land en natuurlijke rijkdommen, de uitsluiting van de Palestijnse bevolking, en de handel in producten. Ook het rapport van de onafhankelijke internationale missie gelast met het onderzoek naar deze feiten door de VN-Mensenrechtenraad, komt tot deze conclusie. De voornaamste activiteiten van ieder commercieel Israëlisch bedrijf in bezet Palestijns gebied steunen noodzakelijkerwijs op de illegale daden begaan door de bezettende macht. Dit zijn met name de oprichting van infrastructuur op onteigend land, het gebruik van Palestijnse natuurlijke rijkdommen (water, landbouw,...), het voordeel van veiligheidsmaatregelen zoals de Muur of de checkpoints, het vervoer van goederen via voorbehouden wegen,... Het valt niet te ontkennen dat de handel en de economische activiteiten in de nederzettingen essentieel zijn voor de versterking en de bestendiging van de nederzettingenpolitiek. Deze nederzettingen vormen het belangrijkste obstakel voor de ontwikkeling van een Palestijnse economie. Door de invoer en handel van nederzettingenproducten dragen de Europese lidstaten onmiskenbaar bij tot de economische bloei van de nederzettingen. Op die manier verlenen ze hulp en assistentie aan de illegale situatie die voortvloeit uit de Israëlische nederzettingen.

9 9/ 4. DE MAATREGELEN DIE DE EU EN HAAR LIDSTATEN NAMEN, GETUIGEN VAN EEN GROEIENDE BEWUSTWORDING MAAR BLIJVEN ONVOLDOENDE OM TEGEMOET TE KOMEN AAN DE EISEN VAN HET INTERNATIONAAL RECHT/ In juli 2013 heeft de Europese Unie richtsnoeren aangenomen om expliciet tegemoet te komen aan haar verplichting tot niet-erkenning. Die richtsnoeren maken dat Israëlische instellingen die gevestigd zijn in de gebieden die Israël sinds juni 1967 bezet, niet in aanmerking komen voor subsidies, prijzen of financiële instrumenten gefinancierd door de EU. De richtsnoeren zijn ook van toepassing op instellingen die in Israël zelf gevestigd zijn indien ze activiteiten hebben in de bezette gebieden (voor financiering is dit altijd het geval, voor prijzen en subsidies enkel met betrekking tot die activiteiten die gedeeltelijk of volledig plaatsvinden in bezet gebied). De aanname van deze richtsnoeren is een belangrijke stap voorwaarts voor de EU inzake de toepassing van haar internationale verplichtingen. In het geval van Israëlische bedrijven die hun hoofdzetel in Israël hebben, ondanks het feit dat het gros van hun activiteiten in de Palestijns gebieden plaatsvindt (bijvoorbeeld Sodastream en Ahava), is het criterium van de plaats van de activiteiten essentieel. Het effectieve respect van de voorwaarden van de richtsnoeren is dus grotendeels afhankelijk van de interpretatie van de tekst en de doeltreffendheid van de controlemechanismen. Verschillende lidstaten van de EU namen ook specifieke maatregelen in naam van het internationaal recht. Zo verbood de Spaanse regering in 2009 de deelname van de universiteit Ariel aan een academische wedstrijd omdat die universiteit zich in bezet gebied bevindt. In 2010 sloot het Zweedse publieke pensioenfonds AP4 investeringen van het bedrijf Elbit uit, omdat dit meewerkte aan de bouw van de Muur en de uitbreiding van de nederzettingen. Op basis van een analyse van de motieven die niet alleen door Zweden ingeroepen werden, maar ook door staten van buiten de EU, zoals Noorwegen of Nieuw-Zeeland, besluit het rapport-dubuisson dat de praktijk van uitsluiting door overheidsfondsen aantoont dat investeren in een Israëlisch bedrijf dat betrokken is bij de nederzettingen, beschouwd moet worden als een bijdrage tot de schending van het internationaal recht en dus moet worden stopgezet. Deze voorbeelden tonen aan dat staten sinds het advies van het Internationaal Gerechtshof over de Muur wel degelijk actie ondernomen hebben. Toch blijven de bestaande initiatieven ruim onvoldoende en kan dus niet gesteld worden dat de EU en haar lidstaten vandaag voldoen aan hun verplichtingen onder het internationaal recht. Afgezien van de voorbeelden met betrekking tot de publieke financiering van activiteiten in de nederzettingen, rest er de kwestie van de invoer van nederzettingenproducten en de aanname van maatregelen ten aanzien van bedrijven die zich onder de jurisdictie van Europese staten bevinden. De verplichting om de invoer van nederzettingenproducten te verbieden, wordt momenteel niet nageleefd op de Europese markt. De binnen de EU aangenomen of besproken maatregelen zijn uitsluitend toegespitst op het feit dat producten die afkomstig zijn uit de gebieden die Israël sinds juni 1967 bezet, niet als Made in Israel beschouwd mogen worden. Op basis van dit principe, heeft de Europese Unie beslist dat nederzettingenproducten uitgesloten moeten worden van de handelsvoordelen die toegekend worden onder het EU-Israël Associatieakkoord. Na een analyse van deze maatregelen en hun toepassing, hekelt het rapport de flagrante nalatigheid van Europese instellingen en staten om de bepalingen van het Associatieakkoord toe te passen. Zoals het Europese Parlement

10 10/ aantoont, laten de bepalingen over de oorsprongsregels Europese douanediensten niet toe om op betrouwbare wijze een onderscheid te maken tussen producten uit Israël en producten uit de nederzettingen. Het rapport onderzoekt ook de kwestie van de etikettering van nederzettingenproducten. Het huidige debat focust zich vooral op een betere toepassing van de Europese wetgeving aangaande de geografische oorsprong van producten, om consumenten te beschermen. Noch de etikettering van nederzettingenproducten, noch de weigering om deze producten preferentiële tarieven te verlenen, is echter een afdoend antwoord op de illegaliteit van de nederzettingen. De maatregelen aangaande de preferentiële tarieven zullen in het beste geval nederzettingenproducten weren uit een voordelig douaneregime. De etikettering kan hoogstens resulteren in betrouwbare informatie voor de consument. In beide gevallen wordt de handel in nederzettingenproducten niet aan banden gelegd, zoals het internationaal recht voorschrijft. Maatregelen ten aanzien van bedrijven zijn van essentieel belang. Verschillende internationale rapporten tonen aan dat transnationale bedrijven, met name Europese bedrijven, economische activiteiten ten gunste van de nederzettingen ontwikkelen in bezet Palestijns gebied of dat ze commerciële relaties onderhouden met Israëlische instellingen gevestigd in de nederzettingen. De speciale VN-rapporteur duidde in 2012 een aantal Europese bedrijven aan: Volvo, Dexia, Veolia, G4S, Riwal Holding, Mul-T-Lock/Assa Abloy. Het rapport-dubuisson beschrijft enkele constructieve initiatieven ten aanzien van dergelijke bedrijven. Zo intervenieerden de Nederlandse en Duitse regering bij bedrijven binnen hun jurisdictie en informeerden ze die bedrijven dat ze mogelijk zouden bijdragen tot een schending van het internationaal recht. De Deense minister van Buitenlandse Zaken steunde de universiteit van Roskilde in haar beslissing om een samenwerkingsproject met de universiteit van Ariel, gelegen in een Israëlische nederzetting, op te schorten. De minister benadrukte dat de regering niet wilde dat Deense wetenschappelijke instellingen zouden deelnemen aan activiteiten die kunnen bijdragen aan de instandhouding van een illegale situatie. De Britse regering herzag in 2013 haar richtlijnen voor bedrijven aangaande investeringen in Israël en de bezette Palestijnse gebieden. De nieuwe Britse richtlijn wijst op het illegale karakter van de nederzettingen en vestigt de aandacht op de financiële en economische risico s en potentiële imagoschade verbonden aan activiteiten in de nederzettingen. In lijn met zijn juridische analyse, wijst de auteur van het rapport op de potentiële medeplichtigheid van Europese bedrijven aan oorlogsmisdaden wanneer ze activiteiten uitvoeren die gelinkt zijn aan de verboden transfer van bevolking, vernielingen en de confiscatie van eigendommen. Het rapport benadrukt het belang van de uitvoering van de VN-richtlijnen inzake bedrijven en mensenrechten. Die richtlijnen erkennen namelijk de verantwoordelijkheid van bedrijven en de verplichting van staten om mensenrechten te beschermen. Zoals eerder vermeld, hebben staten daarnaast ook de verantwoordelijkheid om het internationaal humanitair recht te doen respecteren. De auteur besluit dat er een verplichting is voor staten om activiteiten van bedrijven te ontraden die deze principes zouden schenden. Hij stelt vast dat er een tendens bestaat om dit geval per geval aan te pakken of om niet-bindende richtlijnen op te stellen. Het rapport dringt er evenwel op aan dat rekening houdend met bovenvermelde principes, de Europese lidstaten wetgevende of uitvoerende maatregelen moeten aannemen opdat Europese bedrijven geen economische relaties zouden ontwikkelen met bedrijven of met nederzettingen die bijdragen aan de instandhouding van de illegale situatie die voortvloeit uit het nederzettingenbeleid.

11 11/ BESLUIT/ Het rapport toont aan dat er een internationale verplichting bestaat om geen economische of commerciële relaties met Israëlische nederzettingen aan te gaan. Het benadrukt dat er een belangrijke stap werd gezet op het gebied van publieke financiering, maar waarschuwt dat het daadwerkelijke respect voor het internationaal recht zal afhangen van de doeltreffendheid van de controlemechanismen. Tot slot, zijn de maatregelen inzake invoer en regulering van bedrijven ontoereikend. Het rapport hamert erop dat de Europese Unie en haar lidstaten de invoer van nederzettingenproducten moeten verbieden, indien ze tegemoet willen komen aan hun internationale verplichtingen. Bovendien zijn er ook maatregelen nodig die garanderen dat Europese bedrijven geen activiteiten ontwikkelen die gelinkt zijn aan de nederzettingen.

12 Verantwoordelijke uitgever : Handelskaai 9, 1000 Brussel CONTACT/ Handelskaai 9 / 1000 Brussel Rudy de Meyer Volledig rapport en meer informatie:

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat stuk ingediend op 175 (2014-2015) Nr. 1 27 november 2014 (2014-2015) Voorstel van resolutie van de dames Tine Soens en Güler Turan betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat verzendcode:

Nadere informatie

VRAAG & ANTWOORD OVER HET CONFLICT TUSSEN ISRAËL

VRAAG & ANTWOORD OVER HET CONFLICT TUSSEN ISRAËL VRAAG & ANTWOORD OVER HET CONFLICT TUSSEN ISRAËL EN DE PALESTIJNSE GEBIEDEN 1. Waarom zijn Broederlijk Delen en Pax Christi Vlaanderen actief rond het Israëlisch-Palestijns conflict en nemen jullie het

Nadere informatie

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0346/2017 15.5.2017 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 16 april 2018 Betreft Beantwoording vragen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon DAM T +31.(0)70.3485029

Nadere informatie

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat ingediend op 1440 (2017-2018) Nr. 1 11 januari 2018 (2017-2018) Voorstel van resolutie van Tine Soens en Güler Turan betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat verzendcode: BUI 2 1440

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK.

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK. DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK STARTPUNT In beginsel art. 2 (4) HVN: geweldsverbod interstatelijke betrekkingen Uitzonderingen:

Nadere informatie

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0352/2017 16.5.2017 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse

Nadere informatie

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT Aanbeveling... 2 Advies... 2 Algemeen commentaar... 2 Beleidsdocument... 3 Besluit... 3 Decreet... 3 Europees besluit... 3 Grondwet... 3 Koninklijk besluit... 3 Mededeling...

Nadere informatie

Beleidswerk rond mensenrechten in Israël en Palestina

Beleidswerk rond mensenrechten in Israël en Palestina Beleidswerk rond mensenrechten in Israël en Palestina Inhoud I. Visie van ngo s. II. Conflict in vogelvlucht. III. Situatie op de Westoever. IV. Situatie in de Gazastrook. V. Beleid van de EU. VI. Perspectieven.

Nadere informatie

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen.

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen. Raad van de Europese Unie RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Conclusies van de Raad over Jemen - Conclusies van de Raad (18 februari 2019) Voor

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

«MADE IN ILLEGALITY»/

«MADE IN ILLEGALITY»/ «MADE IN ILLEGALITY»/ STOP DE ECONOMISCHE RELATIES MET DE ISRAËLISCHE NEDERZETTINGEN! FACT SHEET/ SEPTEMBER 2016 Kolonisering is illegaal volgens het internationaal recht. De Europese Unie (EU) en België

Nadere informatie

MADE IN ILLEGALITY / STOP DE ECONOMISCHE RELATIES VAN BELGIË MET DE ISRAËLISCHE NEDERZETTINGEN!

MADE IN ILLEGALITY / STOP DE ECONOMISCHE RELATIES VAN BELGIË MET DE ISRAËLISCHE NEDERZETTINGEN! MADE IN ILLEGALITY / STOP DE ECONOMISCHE RELATIES VAN BELGIË MET DE ISRAËLISCHE NEDERZETTINGEN! INHOUD/ Libanon Syrische Golan 2/ Middellandse Zee Syrië Gazastrook Westelijke Jordaanoever Jordanië MADE

Nadere informatie

Beleidswerk rond mensenrechten in Israël en Palestina

Beleidswerk rond mensenrechten in Israël en Palestina Beleidswerk rond mensenrechten in Israël en Palestina BTC, 9 februari 2017 Inhoud I. Beleidsmedewerker-ngo s II. Conflict in vogelvlucht. III. Situatie op het terrein. IV. Beleid van de EU. V. Beleidswerk.

Nadere informatie

Het Advies van het Internationaal Gerechtshof over de Bouw van de Veiligheidsmuur. Advies

Het Advies van het Internationaal Gerechtshof over de Bouw van de Veiligheidsmuur. Advies Het Advies van het Internationaal Gerechtshof over de Bouw van de Veiligheidsmuur Inleiding Op 9 juli 2004 gaf het Internationaal Gerechtshof te Den Haag zijn langverwachte advies na ongeveer 5 maanden

Nadere informatie

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het. voorstel voor een Raad

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het. voorstel voor een Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.1.2015 COM(2015) 26 final ANNEX 1 BIJLAGE Aanhangsel bij het voorstel voor een Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité, opgericht

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Beperkende maatregelen : enkele bijzondere aandachtspunten

Beperkende maatregelen : enkele bijzondere aandachtspunten Beperkende maatregelen : enkele bijzondere aandachtspunten 1 1. Algemeen kader 2. Belgische wetgeving 3. De wet van 18 september 2017 AML 4. de toekomst 2 A. Internationaal 1. Algemeen kader Verenigde

Nadere informatie

ALTERNATIEVEN 4. OBSTAKELS OP WEG NAAR VREDE 5. HOUDING VAN VS EN EUROPA 6. CONCLUSIE

ALTERNATIEVEN 4. OBSTAKELS OP WEG NAAR VREDE 5. HOUDING VAN VS EN EUROPA 6. CONCLUSIE OPZET LEZING: 1.KORT HISTORISCH OVERZICHT 2. URGENTIE VAN HET VRAAGSTUK 3. TWEE-STATENOPLOSSING EN ALTERNATIEVEN 4. OBSTAKELS OP WEG NAAR VREDE 5. HOUDING VAN VS EN EUROPA 6. CONCLUSIE 1. MANDAATGEBIED

Nadere informatie

Bijlage 2: Procedure voor de behandeling van specifieke gevallen

Bijlage 2: Procedure voor de behandeling van specifieke gevallen Belgisch Nationaal Contactpunt voor OESO-Richtlijnen voor multinationale ondernemingen Bijlage 2: Procedure voor de behandeling van specifieke gevallen Zowel particulieren als belangengroepen (ngo s, vakbonden,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend document bij het voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend document bij het voorstel voor een COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 23.7.2008 SEC(2008) 2291 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

De verhouding tussen Richtlijn 2001/95/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

De verhouding tussen Richtlijn 2001/95/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 2001/95/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 maart 2011 (OR. en) 7770/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0042 (NLE) MED 9 WTO 108 AGRI 223 PECHE 78 UD 65

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 maart 2011 (OR. en) 7770/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0042 (NLE) MED 9 WTO 108 AGRI 223 PECHE 78 UD 65 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 maart 2011 (OR. en) 7770/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0042 (E) MED 9 WTO 108 AGRI 223 PECHE 78 UD 65 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT

Nadere informatie

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN

FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN FACULTATIEF PROTOCOL BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND OVER DE BETROKKENHEID VAN KINDEREN IN GEWAPENDE CONFLICTEN (niet officiële Nederlandse vertaling). (VP = Voorafgaande paragraaf) VP 1

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

ZETELAKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE

ZETELAKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE ZETELAKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN HET INTERNATIONAAL COMITE VAN HET RODE KRUIS ZETELAKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN HET INTERNATIONAAL COMITE VAN HET RODE KRUIS HET KONINKRIJK BELGIË,

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

nationale arbeidsraad

nationale arbeidsraad nationale arbeidsraad A D V I E S Nr. 1.349 ------------------------------ Zitting van dinsdag 15 mei 2001 Onderwerping aan de sociale zekerheid, van de personen die vervoer van personen verrichten x x

Nadere informatie

PALESTINA - BULLETIN

PALESTINA - BULLETIN PALESTINA - BULLETIN POSTBUS 2311 Jrg. IV, Nr. 4 DEN HAAG Mei 1971 GIRO 1623077 Extra-Bulletin TGM/CABLES: PALBUL Redactie en uitgave: Henk Franken & Ben Otker Verschijnt maandelijks. giro 16 23 077 t.n.v.

Nadere informatie

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE

EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE EERBIEDIGING VAN DE GRONDRECHTEN IN DE UNIE De rechtsgrondslag voor de grondrechten op EU-niveau is lange tijd voornamelijk gelegen geweest in de verwijzing in de Verdragen naar het Europees Verdrag tot

Nadere informatie

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: Respect voor staatssoevereiniteit versus bescherming van mensenrechten? PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in

Nadere informatie

Dual Use Recast Herziening Verordening 428/2009 MILAN GODIN

Dual Use Recast Herziening Verordening 428/2009 MILAN GODIN Dual Use Recast Herziening Verordening 428/2009 MILAN GODIN COM/2016/0616 final - 2016/0295 (COD) Rol DCSG Coördinatie Belgisch Standpunt Vertegenwoordiging in Raadswerkgroep Rol Vlaamse ondernemingen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.03.2004 COM(2004)190 definitief 2004/0064 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese

Nadere informatie

Prof.mr. P.H.Kooijmans

Prof.mr. P.H.Kooijmans Prof.mr. P.H.Kooijmans Internationaal publiekrecht in vogelvlucht Vierde druk Wolters-Noordhoff Groningen Inhoud 1 Wat is intemationaal publiekrecht? 13 Deel 1 Het recht van coexistentie 19 2 De bronnen

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 112. Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 112. Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid 50 (1986) Nr. 2 1 ) TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2002 Nr. 112 A. TITEL Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele

Nadere informatie

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2016 (OR. en) 10667/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties FSTR 35 FC 29 REGIO 42 SOC 434 AGRISTR 36 PECHE 243

Nadere informatie

Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit

Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit Vertaling FACULTATIEF PROTOCOL INZAKE KINDEREN IN GEWAPEND CONFLICT BIJ HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND De Staten die partij zijn bij dit Protocol, Aangemoedigd door de overweldigende steun

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

BESLUIT (GBVB) 2018/1006 VAN DE RAAD van 16 juli 2018 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Republiek der Maldiven

BESLUIT (GBVB) 2018/1006 VAN DE RAAD van 16 juli 2018 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Republiek der Maldiven L 180/24 BESLUIT (GBVB) 2018/1006 VAN DE RAAD van 16 juli 2018 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Republiek der Maldiven DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 27.6.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0238/2012, ingediend door Sven D. Adler (Duitse nationaliteit), over opname van het

Nadere informatie

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING

Nadere informatie

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010.

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010. ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010 inzake het ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 JANUARI 2009 C.06.0427.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0427.F A. M., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL.

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

ADVIES. 15 september 2016

ADVIES. 15 september 2016 ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat het gebruik van pesticiden, die fipronil of neonicotinoïden bevatten, verbiedt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 15 september

Nadere informatie

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 13 april 2016 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden

De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden EUROPESE UNIE ~OVERZICHT~ De EU-lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme gelden PERS 6 februari 2008 In december 2001 heeft de EU voor

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.12.1999 COM(1999) 703 definitief 1999/0272 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING Directoraat I. Landbouwwetgeving en procedures I.1. Landbouwwetgeving; vereenvoudiging Datum van verspreiding 8.7.2015 INTERPRETATIENOTA

Nadere informatie

Zittingsdocument 12.9.2011 B7-0493/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

Zittingsdocument 12.9.2011 B7-0493/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 12.9.2011 B7-0493/2011 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het

Nadere informatie

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 22.4.2013 B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het

Nadere informatie

388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 11 SLOTAKTE. AF/CE/LB/nl 1

388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 11 SLOTAKTE. AF/CE/LB/nl 1 388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 11 SLOTAKTE AF/CE/LB/nl 1 2 von 11 388 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie 25 juli 2001 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het Gemeenschapsoctrooi (COM(2000)

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2012(INI)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2012(INI) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie ontwikkelingssamenwerking 28.1.2014 2014/2012(INI) ONTWERPVERSLAG met een ontwerpaanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over humanitaire betrokkenheid

Nadere informatie

Respect voor de fundamentele rechten van transgender personen

Respect voor de fundamentele rechten van transgender personen www.philodroit.be Respect voor de fundamentele rechten van transgender personen Isabelle Rorive professor aan de Faculteit rechten voorzitster van het Centre Perelman Université libre de Bruxelles www.philodroit.be

Nadere informatie

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0807/2016 17.6.2016 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING Europees Parlement 2014-2019 Commissie internationale handel 2016/0383(E) 9.6.2017 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de

Nadere informatie

Conceptnota nieuwe regelgeving taaldecreet Commissie Werk en Economie Vlaams Parlement

Conceptnota nieuwe regelgeving taaldecreet Commissie Werk en Economie Vlaams Parlement Conceptnota nieuwe regelgeving taaldecreet Commissie Werk en Economie Vlaams Parlement Enkele beschouwingen vanuit de werking van de Europese interne markt en het Belgisch economisch recht Jules Stuyck

Nadere informatie

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging

Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging Structuur De Internationale Rode Kruisbeweging bestaat uit drie onderdelen: Nationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen (onder meer het Belgische

Nadere informatie

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 15 februari 2007 BEB/HP 7012974 Onderwerp en Kamervragen Van Bommel (SP)

Nadere informatie

N Registratie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS ADVIES. over

N Registratie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS ADVIES. over N Registratie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS 761-2017 ADVIES over EEN VOORONTWERP VAN WET TOT REGISTRATIE VAN DE AANBIEDERS VAN VENNOOTSCHAPSRECHTELIJKE DIENSTEN (goedgekeurd door het bureau op 21 maart

Nadere informatie

Personen met een handicap hebben gelijke rechten

Personen met een handicap hebben gelijke rechten Personen met een handicap hebben gelijke rechten De Europese strategie voor personen met een handicap 2010-2020 Europese Commissie Gelijke rechten, gelijke kansen Europese toegevoegde waarde Circa 80 miljoen

Nadere informatie

ZAKENPARTNER GEDRAGSCODE

ZAKENPARTNER GEDRAGSCODE ZAKENPARTNER GEDRAGSCODE LORD Corporation ( LORD ) zet zich in voor zakendoen met integriteit en hoge ethische normen. Daarnaast verplichten wij onszelf tot de naleving van alle wetgeving en voorschriften

Nadere informatie

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU Commissie politieke zaken 5.3.2009 AP/100.506/AM1-24 AMENDEMENTEN 1-24 Ontwerpverslag (AP/100.460) Co-rapporteurs: Ruth Magau (Zuid-Afrika) en Filip Kaczmarek

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 4 april 209 (OR. en) 208/0390 (COD) PE-CONS 7/9 VISA 49 COMIX 36 PREP-BXT 77 CODEC 572 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER

VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER Wij zijn ervan overtuigd dat bedrijven alleen succesvol kunnen zijn in maatschappijen waarin mensenrechten beschermd en gerespecteerd worden. Wij erkennen

Nadere informatie

Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale bescherming van volwassenen

Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale bescherming van volwassenen DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN JURIDISCHE ZAKEN Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. voor de leveranciers en aannemers van Infrabel // 1

GEDRAGSCODE. voor de leveranciers en aannemers van Infrabel // 1 GEDRAGSCODE voor de leveranciers en aannemers van Infrabel // 1 VOORWOORD Als één van de belangrijkste spelers op het gebied van duurzame mobiliteit in België wil Infrabel een verantwoord aankoopbeleid

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 20.1.2014 2014/2006(INI) ONTWERPVERSLAG over evaluatie van de rechtspleging met betrekking tot het strafrecht

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.788/3 van 13 juli 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 mei 2014 betreffende het goederenvervoer

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2003E0495 NL 23.07.2014 008.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2003/495/GBVB VAN DE

Nadere informatie

L 198/28 Publicatieblad van de Europese Unie 23.7.2013

L 198/28 Publicatieblad van de Europese Unie 23.7.2013 L 198/28 Publicatieblad van de Europese Unie 23.7.2013 VERORDENING (EU) Nr. 697/2013 VAN DE RAAD van 22 juli 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: ontwerpbesluit tot regeling van steun aan projecten van collectief O&O en collectieve kennisverspreiding

Nadere informatie

Lijst van vragen en antwoorden

Lijst van vragen en antwoorden 2017Z16975 Betrokkenheid van de Nederlandse ambassade in Tel Aviv bij een actiemaand van de Israëlische supermarktketen Shufersal en de verhouding tot het ontmoedigingsbeleid nr. Lijst van vragen en antwoorden

Nadere informatie

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie 951-370 Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden

Nadere informatie

Voorstel van het BDF voor het uitwerken van een Europese legitimatiekaart inzake handicap Voorstelling aan de RvB van het EDF van Praag Februari 2009

Voorstel van het BDF voor het uitwerken van een Europese legitimatiekaart inzake handicap Voorstelling aan de RvB van het EDF van Praag Februari 2009 Voorstel van het BDF voor het uitwerken van een Europese legitimatiekaart inzake handicap Voorstelling aan de RvB van het EDF van Praag Februari 2009 1. Situering van het voorstel 2. Erkenningsprincipes

Nadere informatie

BESLUIT (GBVB) 2017/1775 VAN DE RAAD van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

BESLUIT (GBVB) 2017/1775 VAN DE RAAD van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali 29.9.2017 L 251/23 BESLUIT (GBVB) 2017/1775 VAN DE RAAD van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMENE TOELICHTING 1. Samenvatting Het volkenrecht kent een aantal regimes van voorrechten en immuniteiten, die bedoeld zijn om de autonome uitoefening van de functies van

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1092/1. Amendement. Sophia in 't Veld, Cecilia Wikström, Angelika Mlinar namens de ALDE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1092/1. Amendement. Sophia in 't Veld, Cecilia Wikström, Angelika Mlinar namens de ALDE-Fractie 26.10.2015 B8-1092/1 1 Sophia in 't Veld, Cecilia Wikström, Angelika Mlinar Paragraaf 3 bis (nieuw) 3 bis. betreurt de goedkeuring door het VK van de wet van 2014 inzake gegevensbewaring en onderzoeksbevoegheden,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep Drugshandel Ontwerp-conclusies van de Raad betreffende de noodzaak

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 29.11.2013 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0570/2012, ingediend door Maria Teresa Magnifico (Italiaanse nationaliteit), over erkenning

Nadere informatie

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 11 juni 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0140 (CNS) 9011/1/15 REV 1 VERSLAG van: aan: het voorzitterschap SOC 330 ANTIDISCRIM 6 JAI 338 MI 326 FREMP 114

Nadere informatie

02016D1693 NL

02016D1693 NL 02016D1693 NL 16.09.2017 001.001 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) PUBLIC 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep visa Ontwerp-beschikking van

Nadere informatie

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0361/2016

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0361/2016 Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument B8-0490/2016 20.4.2016 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0361/2016 ingediend overeenkomstig artikel 128, lid

Nadere informatie

ANNOTATIE Cass. 22 januari 2009, Rev.dr.étr. 2009, afl. 1, 4; T.Vreemd. 2009 (samenvatting), afl. 2, 135

ANNOTATIE Cass. 22 januari 2009, Rev.dr.étr. 2009, afl. 1, 4; T.Vreemd. 2009 (samenvatting), afl. 2, 135 Michèle Morel Doctoranda (FWO-mandaathoudster) Universiteit Gent Faculteit Rechten Vakgroep Internationaal Publiekrecht Universiteitstraat 4 9000 België Michele.Morel@Ugent.Be Tel. +32.9.264.84.45 ANNOTATIE

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.5.2016 COM(2016) 302 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0273/2007 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0273/2007 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie EUROPEES PARLEMENT 2004 Zittingsdocument 2009 4.7.2007 B6-0273/2007 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 28.2.2017 L 50/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/330 VAN DE RAAD van 27 februari 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad betreffende beperkende

Nadere informatie

ADVIES. Uitgebracht door de Raad van Bestuur van 4 december 2017

ADVIES. Uitgebracht door de Raad van Bestuur van 4 december 2017 ADVIES Een substantiële vermindering van het aantal dierproeven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : principenota Uitgebracht door de Raad van Bestuur van 4 december 2017 Economische en Sociale Raad

Nadere informatie