AANBOD VAN WOONGELEGENHEDEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AANBOD VAN WOONGELEGENHEDEN"

Transcriptie

1 AANBOD VAN WOONGELEGENHEDEN 71

2 Deel I. Woongelegenheden Hoofdstuk 1. Aantal en type Huizen in gesloten bebouwing ,56 % 24,56 % 23,39 % Huizen in halfopen bebouwing ,92 % Huizen in open bebouwing, hoeven en kastelen ,96 % Buildings en flatgebouwen met appartementen ,94 % 1,81 % woongelegenheden appartementen percentage t.o.v. totaal aantal woongelegenheden 4,15 % 8,03 % Handelshuizen Alle andere gebouwen Totaal Bron: FOD Economie - ADSEI 3,22% Arrondissement Aalst Huizen in gesloten bebouwing ,16 % Huizen in halfopen bebouwing ,14 % Huizen in open bebouwing, hoeven en kastelen ,59 % Buildings en flatgebouwen met appartementen ,97 % woongelegenheden appartementen percentage t.o.v. totaal aantal woongelegenheden 14,97% Handelshuizen Alle andere gebouwen Totaal 10,40 % Bron: FOD Economie - ADSEI 3,73 % De gemeente kenmerkt zich door een groot aandeel aan huizen in open en vooral halfopen bebouwing. * Het aandeel aan woongelegenheden in buildings of flatgebouwen met appartementen ligt laag in vergelijking met het gemiddelde van het arrondissement Aalst (8,03 % ten opzichte van 14,97 % in het arrondissement Aalst). Sinds 2005 is het aandeel aan woongelegenheden in buildings of flatgebouwen met appartementen sterk gestegen (van 4,15% naar 8,03%). * Het percentage huizen in gesloten bebouwing neemt af (27,56% in 1992 en 23,39% in 2012). Er is een tendens merkbaar waarbij vooral geopteerd wordt voor ofwel appartementsbouw ofwel open of halfopen bebouwing. De tussenvorm (van gesloten bebouwing) neemt af. 72

3 Nochtans biedt deze tussenvorm voordelen: huisvesting van verschillende huishoudtypes is er mogelijk. Percentage appartementen Bron data: Kadasterkubus, 2012 Verwerking: Steunpunt Sociale Planning Oost-Vlaanderen, Het aandeel van appartementen is hoog in: - het centrum van Erpe; - het centrum van Mere; - het centrum van Aaigem; - het centrum van Burst; - het centrum van Vlekkem; - het centrum van Erondegem; - de statistische sector Prinsdaal (Bambrugge); - de statistische sector Vissenstraatverspreide bewoning (Ottergem); - de statistische sector Erondegem- Halfbunder. 73

4 Hoofdstuk 2. Woonkwaliteit Volgens de socio-economische enquête uit 2001 heeft een woning klein comfort wanneer er stromend water is binnen de woning, er een wc met waterspoeling en een badkamer is. Een woning met middelmatig comfort omvat naast klein comfort ook centrale verwarming. Bij groot comfort komt daar nog eens een keuken, telefoonaansluiting en een auto bij. In beschikte in 2001: - 2,70% van de woningen niet over een toilet; - 5,90% van de woningen niet over een badkamer; - 43,40% van de woningen niet over centrale verwarming. Het aandeel woningen dat in 2001 niet over een centrale verwarming beschikte, is hoog in vergelijking met het gemiddelde van het arrondissement, de provincie en het gewest. 37 Sinds de socio-economische enquête uit 2001 zijn weinig actuele gegevens omtrent de kwaliteit van het woonpatrimonium te vinden. De gegevens van de kadastrale statistiek van het gebouwenpark laten in zekere mate toe de evolutie van de woningkwaliteit na te gaan. Deze gegevens moeten met de nodige nuance geïnterpreteerd worden: niet elke aanpassing van de centrale verwarming of badkamer komt tot uitdrukking in de kadastrale gegevens. Aantal gebouwen uitgerust met centrale verwarming of airconditioning Huizen in gesloten bebouwing ,16 % 37,65 % Huizen in halfopen bebouwing ,31 % 64,85 % Huizen in open bebouwing, hoeven en kastelen ,18 % 83,65 % Buildings en flatgebouwen met appartementen ,06 % 98,13 % Handelshuizen Bron: FOD Economie ADSEI 53,52% 19,63 % Arrondissement Aalst Aantal gebouwen uitgerust met centrale verwarming of airconditioning Huizen in gesloten bebouwing % 38% Huizen in halfopen bebouwing % 66% Huizen in open bebouwing, hoeven en kastelen % 85% Buildings en flatgebouwen met appartementen % 94% Handelshuizen Bron: FOD Economie - ADSEI 54% 60% 37 Arrondissement Provincie Vlaanderen geen toilet 2,84 % 2,83 % 2,40 % geen badkamer 4,68 % 4,69 % 3,50 % geen centrale verwarming 38,16 % 36,94 % 26,70 % 74

5 In de gemeente is het verschil op het vlak van centrale verwarming tussen huizen in open bebouwing en huizen in gesloten bebouwing groot: - in 2001 had slechts 28,16% van de huizen in gesloten bebouwing een centrale verwarming. Dit percentage is in 2012 gestegen naar 37,65%; - het percentage van de huizen in open bebouwing met centrale verwarming bedroeg in 2001 reeds 53,18%. In 2012 is dit percentage 83,65%. Het percentage van appartementen met centrale verwarming is uitzonderlijk hoog: 97,06% in 2001 en 98,13% in De cijfers van het arrondissement Aalst en de gemeente stemmen overeen. Aantal gebouwen uitgerust met een badkamer Huizen in gesloten bebouwing ,26 % 65,75 % Huizen in halfopen bebouwing ,01 % 86,24 % Huizen in open bebouwing, hoeven en kastelen ,71 % 91,42 % Buildings en flatgebouwen met appartementen ,06 % 98,13 % Handelshuizen Bron: FOD Economie ADSEI 71,87 % 73,59 % Arrondissement Aalst Aantal gebouwen uitgerust met een badkamer Huizen in gesloten bebouwing % 69% Huizen in halfopen bebouwing % 86% Huizen in open bebouwing, hoeven en kastelen % 92% Buildings en flatgebouwen met appartementen % 96% Handelshuizen Bron: FOD Economie ADSEI 70% 73% Bij de huizen in gesloten bebouwing is het aandeel van aanwezige badkamers veel lager dan bij de huizen in open en halfopen bebouwing (65,75 % t.o.v. 91,42 % en 86,24 %). De cijfers van stemmen overeen met deze van het arrondissement Aalst. 75

6 Hoofdstuk 3. Ouderdom woningen De ouderdom van de woningen wordt vastgesteld aan de hand van de kadastrale gegevens (bouwjaar). bouwjaar woningen voor Totaal ,40 % 43 % 18,39 % 14,22 % Bron: Steunpunt Sociale Planning provincie Arrondissement Aalst bouwjaar woningen voor Totaal ,80 % 37,99 % 18,22 % 11,63 % Bron: Steunpunt Sociale Planning provincie Percentage bouwjaar voor 1946 Het grootste aantal oudere woningen (van voor 1946) bevindt zich in de deelgemeente Aaigem (meer specifiek in de statistische sector Eetsvelde Hazelbeek). Er bevindt zich ook een hoog aantal oudere woningen in de statistische sector Kapelhof Spoorweg-zuid. Bron data: Kadasterkubus, 2012 Verwerking: Steunpunt Sociale Planning Oost-Vlaanderen, socialeplanning@oost-vlaanderen.be Oost-Vlaanderen Aandeel woongelegenheden gebouwd voor 1945 in het totale aantal woongelegenheden behoort, net zoals Haaltert, tot de gemeenten met een eerder gering aandeel van oudere woningen (gebouwd voor 1945). Het aandeel oudere woningen is groter in Lede, Sint-Lievens-Houtem, Herzele en Aalst. Bron data: Kadasterkubus, 2012 Verwerking: Steunpunt Sociale Planning Oost-Vlaanderen, socialeplanning@oost-vlaanderen.be 76

7 Percentage bouwjaar Het aandeel woningen gebouwd in de periode is overal, behalve in de deelgemeente Aaigem, vrij hoog. In de deelgemeente Aaigem is het aandeel woningen gebouwd in de periode wel hoog in de statistische sector Opaaigem. Bron data: Kadasterkubus, 2012 Verwerking: Steunpunt Sociale Planning Oost-Vlaanderen, Percentage bouwjaar Het aandeel woningen gebouwd in de periode is vooral groot in de statistische sectoren Weg op Lede en Erpe-verspreide bebouwing, beide gelegen in de deelgemeente Erpe. Bron data: Kadasterkubus, 2012 Verwerking: Steunpunt Sociale Planning Oost-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen Aandeel woongelegenheden gebouwd na 1990 in het totale aantal woongelegenheden behoort, net zoals Lede, tot de gemeenten met een eerder laag aandeel van recente woningen die gebouwd zijn na Het aandeel recente woningen is veel hoger in Sint-Lievens-Houtem, Herzele en Haaltert. Bron data: Kadasterkubus, 2011 Verwerking: Steunpunt Sociale Planning Oost-Vlaanderen, 77

8 Percentage bouwjaar vanaf 2001 Het aandeel van zeer recente woningen is het grootst in de kern van Burst en in de statistische sector Erpe-Halfbunder. Bron data: Kadasterkubus, 2012 Verwerking: Steunpunt Sociale Planning Oost-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen Aandeel woongelegenheden gebouwd na 2000 in het totale aantal woongelegenheden Het aandeel zeer recente woongelegenheden (gebouwd na 2000) is in niet uitgesproken hoog. Het aandeel zeer recente woningen is hoger in Haaltert, Herzele, Sint-Lievens- Houtem en Lede. Bron data: Kadasterkubus, 2011 Verwerking: Steunpunt Sociale Planning Oost-Vlaanderen, In vergelijking met het arrondissement Aalst heeft een woonpatrimonium dat minder oud is. Het verschil is significant voor de woningen met een bouwjaar dat zich situeert in de periode Terwijl in het arrondissement Aalst 12,85% van de woningen sinds 2001 gebouwd is, bedraagt het percentage voor 14,22%. 78

9 Hoofdstuk 4. Eigendomsstatuut Het aandeel huurders wordt nagegaan aan de hand van de kruisingsmethode. De kadasterkubus geeft aan wie eigenaar is van de woning. In het rijksregister wordt nagegaan wie als eigenaar gedomicilieerd is op het adres. Indien de eigenaar niet gedomicilieerd is op het adres, gaat de kruismethode er van uit dat de bewoner een huurder is. Het aandeel huurders zal in werkelijkheid lager liggen. Desalniettemin verschaft deze methode de mogelijkheid het aandeel eigenaar-bewoners op verschillende niveaus met elkaar te vergelijken. Bewoner en eigenaar geen duidelijkheid 2012 Bewoner en geen eigenaar (huurder) Totaal ,95 % 9,32 % 16,72 % Bron: Steunpunt Sociale Planning provincie Bewoner en eigenaar Arrondissement Aalst 2012 geen duidelijkheid Bewoner en geen eigenaar (huurder) Totaal ,56% 9,26% 24,18% Bron: Steunpunt Sociale Planning provincie Het aandeel eigenaar-bewoners ligt in opmerkelijk hoger dan in het arrondissement Aalst (73,95% t.o.v. 66,56%). Volgens de kruisingsmethode kent een laag aantal huurders (16,72% t.o.v. 24,18% in het arrondissement Aalst). Percentage huurders Bron data: Kadasterkubus, 2011 Verwerking: Steunpunt Sociale Planning Oost-Vlaanderen, socialeplanning@oost-vlaanderen.be Het aandeel huurders is hoger in: - de statistische sector Groendaal (Mere); - de statistische sector station (Erpe); - de statistische sector Kraainest (Erpe); - de statistische sector Visser ; - de kern van Aaigem; - de kern van Burst; - de statistische sector Baardegem (Burst); - de kern van Vlekkem; - de statistische sector Kapelhof Spoorweg Zuid (Erondegem). 79

10 Deel II. Renovatie- en bouwintensiteit De omgevingsanalyse geeft de renovatie- en bouwintensiteit weer aan de hand van de stedenbouwkundige vergunningen. Het aantal vergunningen voor nieuwbouw is, uitgezonderd voor het jaar 2001, steeds hoger dan de vergunningen voor renovaties. In 2005, 2006 en 2008 werden uitzonderlijk veel vergunningen voor nieuwbouw van woongelegenheden afgeleverd. Sinds 2009 bleef het aantal vergunningen voor nieuwbouw ongeveer constant (een 80-tal vergunningen). Het aantal vergunningen voor ééngezinswoningen is over het algemeen hoger dan het aantal vergunningen voor flats. In 2006 en 2008 werden uitzonderlijk veel vergunningen voor flats afgeleverd. NIEUWBOUW (bouwintensiteit) stedenbouwkundige vergunningen woongelegenheden Aantal ééngezinswoningen Aantal flats RENOVATIE (renovatieintensiteit) Aantal gebouwen Bron: FOD Economie - ADSEI Vergelijking vergunningen voor renovatie en nieuwbouw 200 stedenbouwkundige vergunningen NIEUWBOUW RENOVATIE Vergelijking bouw ééngezinswoningen en flats Bron: FOD Economie - ADSEI stedenbouwkundige vergunningen NIEUWBOUW ééngezinswoning en NIEUWBOUW flats Bron: FOD Economie ADSEI 80

11 Gemiddelde renovatie- en bouwintensiteit, gemiddelde oppervlakte per woning aantal flats NIEUWBOUW aantal ééngezinswoningen aantal woningen (flats en eengezinswoningen) gemiddelde bewoonbare oppervlakte per woning (eengezinswoning of flat) RENOVATIE aantal renovaties per 1000 huishoudens per 1000 huishoudens per 1000 huishoudens per 1000 huishoudens ,41 10,02 11,43 155,51 6, ,49 11,58 15,07 139,45 3, ,55 7,75 8,31 162,98 3, ,27 6,83 7,11 175,98 4, ,94 7,01 7,96 151,92 6,34 gem. 5 jaar 1,33 8,63 9,98 157,17 4, ,94 3,63 4,57 158,32 5, ,08 6,70 9,78 128,47 6, ,91 6,37 11,27 126,06 7, ,82 5,68 11,50 120,48 4, ,49 10,49 20,98 113,84 3,93 gem. 5 jaar 5,05 6,57 11,62 129,43 5, ,45 5,47 19,91 96,06 5, ,61 6,83 10,44 133,63 6, ,87 6,71 16,58 101,33 4, ,79 7,99 10,77 128,81 6,46 gem. 4 jaar 7,65 6,76 14,41 110,54 5,80 gem. 14 jaar 4,55 7,34 11,89 127,67 5,28 aantal flats NIEUWBOUW aantal ééngezinswoningen Arrondissement Aalst aantal woningen (flats en eengezinswoningen) gemiddelde bewoonbare oppervlakte per woning (eengezinswoning of flat) RENOVATIE aantal renovaties per 1000 huishoudens per 1000 huishoudens per 1000 huishoudens per 1000 huishoudens ,41 9,18 13, , ,21 6,92 10, , ,71 6,78 9, , ,76 6,27 11, , ,11 5,08 10, ,69 gem. 5 jaar 4,04 6,85 10, , ,95 5,30 10, , ,95 5,02 10, , ,78 5,89 13, , ,02 7,56 20, , ,57 8,20 24, ,31 gem. 5 jaar 9,65 6,39 16, , ,46 6,24 13, , ,88 6,32 11, , ,85 6,37 11, , ,48 7,13 13, ,21 gem. 4 jaar 5,92 6,52 12,43 115,5 5,86 gem. 14 jaar 6,58 6,59 13,17 119,43 6,22 81

12 aantal flats NIEUWBOUW aantal ééngezinswoningen Provincie Oost-Vlaanderen aantal woningen (flats en eengezinswoningen) gemiddelde bewoonbare oppervlakte per woning (eengezinswoning of flat) RENOVATIE aantal renovaties per 1000 huishoudens per 1000 huishoudens per 1000 huishoudens per 1000 huishoudens ,55 9,65 14, , ,57 6,78 10, , ,59 7,74 12, , ,16 7,21 11, , ,92 6,86 11, ,36 gem. 5 jaar 4,36 7,65 12, , ,11 6,43 11, , ,26 6,65 12, , ,98 7,12 14, , ,54 8,61 18, , ,41 7,67 18, ,35 gem. 5 jaar 7,66 7,30 15, , ,67 6,81 14, , ,57 6,64 13, , ,36 6,69 12, , ,87 7,52 14, ,90 gem. 4 jaar 6,62 6,92 12, ,95 gem. 14 jaar 6,18 7,31 13,50 119,57 7,99 Voor de gemeente valt op dat: - het aantal stedenbouwkundige aanvragen per 1000 huishoudens voor flats in de periode hoger ligt dan het arrondissementeel en provinciaal gemiddelde; - de gemiddelde bewoonbare oppervlakte per woning voor woningen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning is verleend, steeds kleiner wordt. In de periode was de gemiddelde oppervlakte kleiner dan het arrondissementeel en provinciaal gemiddelde; - het aantal stedenbouwkundige aanvragen voor zowel nieuwbouw als renovatie lager ligt dan het arrondissementeel en provinciaal gemiddelde. 82

13 Deel III. Onbebouwde percelen De gemeente heeft een register onbebouwde percelen vastgesteld op 17 maart 2008 naar aanleiding van het verkrijgen van de vergunningsautonomie (ontvoogding). Sindsdien is het register niet meer geactualiseerd. Het bijhouden van een geactualiseerd register van onbebouwde percelen is een decretale verplichting. Daarnaast is het register van onbebouwde percelen van belang voor het opstellen van een gemeentelijk actieprogramma voor publieke en semipublieke rechtspersonen. De gemeente heeft de nodige software aangekocht om het register te actualiseren. De gemeentelijke administratie stelt dat het register in het voorjaar van 2014 geactualiseerd zal zijn. 83

14 Deel IV. Ruimtelijke ordening Hoofdstuk 1. De gewenste ruimtelijke structuur van de hoofdruimten Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan formuleert enkele basisdoelstellingen die van belang zijn voor de woonbebouwing: Het gedifferentieerd ontwikkelen van de nederzettingsstructuur De bebouwde ruimte van kan gezien worden als een lintenweb waarin verscheidene kernen zich als knopen aftekenen. In de geheroriënteerde nederzettingsstructuur zal de positie van deze kernen opnieuw versterkt worden. De lokale groei m.b.t. het wonen zal in duidelijk afgebakende kernen opgevangen worden. Burst, Erpe en Mere worden als hoofddorpen gezien. De aanwezigheid van het IC-station te Burst en de bedrijvenzone langs de E40 bij Erpe en Mere maken deze hoofddorpen geschikt om de belangrijkste ontwikkelingen qua mogelijke groei van woongelegenheid en bedrijvigheid in de gemeente op te vangen. Enkel de kleinere woonkern Erondegem heeft nog voldoende draagkracht om qua woongelegenheid op bepaalde termijn verder uit te breiden. In de overige kleinere woonkernen Bambrugge en Aaigem en in de landelijke kernen van Ottergem en Vlekkem komt het accent op het bewaren van het landelijk karakter en de eigen identiteit te liggen zonder verdere woonuitbreiding. De verdere verlinting en verstedelijking van de open ruimte in de gemeente zal tegengegaan worden. 84

15 De typologische aanpak voor ruimtelijke problemen De sterke verlinting in de gemeente heeft ertoe geleid dat de ruimtelijke structuur van moeilijk afleesbaar is. De toenemende verstedelijkingstrend kan een bedreiging betekenen voor de leefkwaliteit, terwijl een gebrek aan aanknopingspunten ervoor gezorgd heeft dat het niet overal gemakkelijk is om zich in de gemeente te oriënteren. De bijzondere schikking van de lijnvormige ruimtelijke structuren biedt mogelijkheden om de ruimtelijk kwaliteit van te verbeteren. Oplossingen voor raakpunten tussen twee structuren (b.v. de Molenbeek en een woonlint) kunnen toegepast worden bij verschillende knelpunten in de gemeente. Deze types / typische oplossingen zullen vooral nuttig zijn om het landelijke karakter van de kernen en het noordelijke lintengebied te versterken en om de leesbaarheid van de steenwegen te vergroten. Het vrijwaren van de open ruimte In het meest noordelijke deel en eveneens in het centrale en het zuidelijke deel van de gemeente bestaan er nog grote open ruimtegebieden. Tussen de verschillende kernen kunnen daar openruimtecorridors uitgebouwd worden. Zij vormen een duidelijke begrenzing voor de kernen en verbinden de open ruimten met elkaar. In de omgeving van de ontwikkelde kernen en in de verbindingssegmenten tussen deze kernen komt er een sterke verlinting voor met een fragmentatie van nog aanwezige open ruimten. Deze resterende open ruimte kamers, die tussen de woonlinten bewaard bleven, dienen zoveel mogelijk gevrijwaard te worden voor de structuurbepalende functies van het buitengebied zoals natuur en landbouw. Waar mogelijk moeten doorheen de woonlinten verbindingen gerealiseerd worden tussen de achterliggende open ruimtekamers. 85

16 Samenvatting Hoofdruimten Hoofdruimten Deelruimten Deelruimten Hoofdruimten Deelruimten 86

17 Hoofdstuk 2. De gewenste ruimtelijke structuur van de woongebieden 1. De woongebieden Hoofddorp Hoofddorpen zijn de groeipolen van de nederzettingsstructuur van het buitengebied, waar de noodzakelijk geachte lokale groei van inzake wonen, voorzieningen en bedrijvigheid gebundeld wordt. Op termijn kan er in de hoofddorpen bijkomende ruimte voorzien worden om bijkomende woningen, lokale diensten en kleinhandel op te vangen. Daarnaast richt het beleid zich ook op het verbeteren van de bestaande situatie (renovatie en kwaliteitsverbetering van woningen). Er zal gestreefd worden naar een multifunctionele ontwikkeling, verweving van functies, een gedifferentieerde woningvoorraad en een gemiddelde woningdichtheid van 15 woningen per hectare (onder gemiddelde woondichtheid wordt verstaan dat er op basis van differentiatie, plaatselijk hogere dichtheden en plaatselijk lagere dichtheden kunnen worden voorgesteld). Te worden drie hoofddorpen weerhouden (zelfde benadering als in het PRS Oost- Vlaanderen): - de economische hoofddorpen Erpe en Mere. De met elkaar vergroeide grote kernen van Erpe en Mere worden samen met de bedrijvenzone tussen de E40 en de spoorlijn, als een samenhangende lokale ontwikkelingspool gezien. De gegroepeerde ligging van twee grote kernen en een omvangrijk industrieterrein maken de locatie geschikt om nieuwe ontwikkelingen zowel op het vlak van wonen en werken op te vangen. - het stationshoofddorp Burst Burst heeft eveneens potenties als lokale ontwikkelingspool. Deze kern beschikt over een IC-halte op de spoorlijn naar Brussel en Aalst, zodat vooral woonontwikkelingen hier wenselijk zijn. Woonkern In de woonkernen wordt er, wat het wonen betreft, een gelijkaardig beleid gevoerd als in de hoofddorpen. De aard en de omvang van de projecten dient wel rekening te houden met de kleinere draagkracht van deze kernen. Volgende woonkernen werden geselecteerd (zelfde benadering als in het PRS-Oost- Vlaanderen): - Aaigem; - Bambrugge; - Erondegem. Landelijke woonkern Een landelijke woonkern is een beperkt kerngebonden nederzetting waar er weinig of geen kernfuncties aanwezig zijn. Het ruimtelijk beleid in de landelijke woonkernen is gericht op kernversterking waarbij de nadruk ligt op inbreiding en op het vernieuwen van de bestaande toestand. Daarnaast richt het beleid zich ook op het verbeteren van de bestaande situatie (renovatie en kwaliteitsverbetering) van woningen. 87

18 Te zijn volgende landelijke woonkernen geselecteerd: - Ottergem - Vlekkem Woonlinten Een woonlint is een bebouwde omgeving met een lineaire structuur aan één of beide zijden van een straat. De achterliggende percelen zijn onbebouwd en behoren tot het landbouwgebied. Het ruimtelijk beleid is gericht op het afremmen van de verdere verlinting van de gemeente en het vrijwaren van de landschappelijke kwaliteiten van het open ruimte gebied. Daarom wordt nog slechts de afwerking van de bestaande woonlinten nagestreefd (invullen bestaande juridische bouwmogelijkheden). 88

19 2. Ontwikkelingsopties en beleidselementen A. Ontwikkelingsopties Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan formuleert enkele ontwikkelingsopties om de gewenste ruimtelijke structuur te bereiken: - Een woonbeleid gericht op het versterken en vernieuwen van de kernen In het recente verleden werden hoofdzakelijk in de linten en aan de rand van de kernen heel wat nieuwe woningen gebouwd. Naar de toekomst toe zal de gemeente meer de nadruk gaan leggen op het versterken en het vernieuwen van de kernen. Het vernieuwen van verouderde woningen en het realiseren van inbreidingsprojecten staat hierbij voorop. Ook de verweving tussen wonen, lokale bedrijvigheid en land- en tuinbouw is hierbij van belang. - Het creëren van aantrekkelijke en groene woonmilieus Om het bestaande weefsel opnieuw op te kunnen waarderen, dient er verder voldoende aandacht besteed te worden aan het voorzien van voldoende groen en van sport- en speelmogelijkheden in de onmiddellijke omgeving van de centra. De openbare ruimte in de kernen verdient een architecturaal en landschappelijk verantwoorde inrichting. - Het aandacht besteden aan de ruimtelijke kwaliteit en inpassing van elk bouwproject Bij elk bouwproject in (overheid of particulier) dient er over gewaakt te worden dat er bij de inrichting en de uitvoering van het project rekening gehouden wordt met de (landschaps-)architecturale en stedebouwkundige aspecten. Verder moet de overheid er voor zorgen dat ook de planologische en de procesmatige aspecten op een kwalitatieve wijze gebeuren zodat uiteindelijk ieder bouwproject een meerwaarde betekent voor de ruimtelijke omgeving. Bij de opmaak van een kwaliteitsstrategie inzake de bebouwde omgeving dient evenwichtig omgegaan te worden met de vaak met mekaar in tegenspraak zijnde ruimtelijke ambities: blijvend respect opbrengen voor de bestaande dorpsarchitectuur met de daarbijhorende perceels- en gevelgeledingen; systematisch en ondoordacht bepaalde appartementerings-trends tot ontwikkeling brengen kunnen deze bestaande positieve dorpstypologieën tot verschraling leiden; blijvend aandacht hebben voor verdichtingsprojecten met het creëren van kansen voor zowel contextuele architectuur als voor positief contrasterende eigentijdse architectuur. Tenslotte wordt de kwaliteitsbewaking van landbouwgebieden hier expliciet vermeld, aangezien zij op architecturaal vlak de grootste landschapsschade kunnen aanrichten in de open ruimte. 89

20 - Aandacht voor de sociale dimensie van de huisvestingsmarkt en de veranderende gezinssamenstelling Om actief te kunnen inspelen op de veranderende samenstelling van de bevolking en de gezinnen is het nodig om te beschikken over een gedifferentieerd woningaanbod. Samen met de nood aan meer sociale inbreng in de huisvestingsmarkt is het nodig om in het woningaanbod verschillende types te voorzien: gezinswoningen, bejaardenwoningen en woningen voor één- of tweepersoonsgezinnen en dit zowel in de traditionele bebouwingsvormen als in nieuwe, alternatieve wijzen van bouwen. Daarbij moet gezorgd worden voor zowel sociale als privé-initiatieven. Binnen deze algemene aandacht voor de sociale dimensies, mag de opmaak van een strategie voor het creëren van huisvesting voor het groeiende segment van hulpbehoevenden en burgers die in de marginaliteit van de maatschappij verkeren, niet worden vergeten. - Het wonen in het buitengebied is ondergeschikt aan de essentiële functies van dit gebied Het wonen mag in het buitengebied niet ten koste gaan van het goed functioneren van de functies landbouw, landschap en natuur. Dit betekent uiteraard niet dat de bestaande kernen en linten zouden moeten verdwijnen. B. Beleidselementen Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan formuleert enkele beleidselementen om de gewenste ruimtelijke structuur te bereiken: - Renovatie van minder kwalitatieve woningen stimuleren Omdat een groot deel van deze verouderde woningen niet meer voldoen aan de huidige woonwensen moet een huisvestingsbeleid voeren dat de nadruk legt op vernieuwbouw en vervangingsbouw. Het moet dus een permanente zorg zijn van de gemeente om renovatie van woningen met mindere woonkwaliteiten te steunen, bv. via een subsidieregeling en de aankoop van verkrotte en leegstaande panden. - Woningdifferentiatie De doelstelling voor woningdifferentiatie zal in belangrijke mate betrekking hebben op dichtheid en onderscheid in woninggrootte. Het is belangrijk dat de gemeente rekening houdt met een gewijzigde behoefte ten gevolge van de gezinsverdunning en de veroudering van de bevolking. De vraag naar nieuwe woningtypologieën en aangepaste kwalitatieve woonomgevingen wordt steeds groter. De behoefte aan goed gelokaliseerde comfortabele kleine woningen zal in de komende jaren ook in toenemen. Deze woongelegenheden zullen vaak bestemd zijn voor bejaarden, hulpbehoevenden en maatschappelijke marginalen. Aspecten als ligging t.o.v. het centrum, de voorzieningen en de haltes van het openbaar vervoer zullen aan belang winnen gelet op de veroudering van de bevolking. Het is echter geenszins de bedoeling een centrum te creëren waar hoofdzakelijk oudere lagen van de bevolking wonen. Het stimuleren van gemengde gezinsvormen zal bijdragen tot het tot stand 90

21 brengen van een integratie van verschillende groepen mensen en leeftijden (o.a. ook door initiatieven inzake sociale woningbouw). Om tot een verdichting - een sleutelbegrip binnen het Vlaams ruimtelijk beleid - van de bebouwde gebieden te komen zullen er minimale woningdichtheden gebruikt moeten worden. Voor de kernen van het buitengebied wordt in het RSV een dichtheid van 15 woningen per hectare vooropgesteld. Zo kan eveneens het economisch draagvlak voor de voorzieningen in de kernen verzekerd en het ruimtegebruik beperkt worden. Dit betekent echter niet overal in de kern dezelfde dichtheden nagestreefd dienen te worden. Veel hangt af van de locatie en eventueel te integreren natuurlijke of andere elementen in een woongebied. Zoals reeds hoger gesteld gaat het over gemiddelde woondichtheden, wat inhoudt dat er op basis van de plaatselijk ruimtelijke draagkracht hetzij hogere dan wel lagere dichtheden kunnen voorkomen. Geschikte woonvormen die enerzijds passen in een landelijke omgeving en die anderzijds zo weinig mogelijk beslag leggen op de open ruimte, moeten worden gestimuleerd. Zoals hoger gesteld dient er over gewaakt dat er een gebiedsgericht beleid wordt uitgestippeld teneinde een geschikt evenwicht te genereren tussen de bestaande dorpsarchitectuur en de nog mogelijks te ontwikkelen appartementering-tendensen. Open bebouwing zal minder worden toegepast. Het is evenwel aangewezen dat bij het beoordelen van verkavelingsvergunningen enkel die verkavelingsvergunningen ondersteund of goedgekeurd worden die woondichtheid ook koppelt aan woonkwaliteit en met inachtname van een plaatselijk groene dooraderingsstrategie. Anderzijds biedt de bebouwing in het buitengebied soms mogelijkheden om tegemoet te komen aan specifieke woonvragen, die niet ingelost kunnen worden in nieuwe verkavelingen of te verdichten kerngebieden. Hierin kan ondermeer het zonevreemd patrimonium een belangrijke rol spelen. - Sociale huisvesting uitbreiden Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan stelde met betrekking tot het aantal sociale woningen een streefcijfer voorop: tegen 2007 zou 7% van het totaal aantal woningen sociaal zijn. Dit betekent dat in totaal over 557 sociale woningen zou moeten beschikken op haar grondgebied Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan stelde omtrent de uitbreiding van de sociale woningbouw: Momenteel beschikt over 442 sociale woningen, waaronder 197 huurwoningen. Ten opzichte van het totaal aantal woningen (7.467 op ) zijn er dus 5,9% sociale woningen, waarvan 2,6% huurwoningen en 3,3% koopwoningen. Dit is een stuk minder dan de algemene richtlijn van 10% waarvan 5% huurwoningen en 5% koopwoningen. Dit betekent dat anno 1999 over ca. 750 sociale woningen zou moeten beschikken. Aangezien de vraag naar woningen tegen 2007 zal groeien met 487 eenheden tot 7.954, zal ook de vraag naar sociale woningen verder toenemen. Om de 10% norm te halen, zouden er tegen dan 353 sociale woningen moeten bijkomen. Deze doelstelling lijkt ons echter te hoog gegrepen en niet realistisch, zeker in vergelijking met de geraamde totale behoefte aan nieuwbouw in de periode (487 woongelegenheden). Daarom wordt er voorgesteld om tegen 2007 te streven naar 7% sociale woningen. Dit betekent dat er 115 bijkomende sociale woningen gebouwd zouden moeten worden. Momenteel zijn er sociale woningbouwprojecten voorzien : - langs de Oudenaardsesteenweg en Prinsdaal te Bambrugge : De eerste fase is momenteel in uitvoering. Het betreft de opbouw van 15 appartementen, 16 garages en 2 fietsbergingen. De uitbreiding voorziet in de bouw van nog eens 16 appartementen. - nabij de Ninovestraat te Burst : Dit gebied is gelegen in een BPA Station. De Sociale Huisvestingsmaatschappij wenst dit gebied te verkavelen voor sociale woningbouw met koop- en huurwoningen en enkele kavels. - Een project voor het klooster in de Kerkstraat te Burst ligt momenteel ter studie. 91

22 Het Decreet Grond- en Pandenbeleid heeft elke gemeente nu een eigen richtcijfer opgelegd voor de bouw van sociale woningen. - Gecontroleerd aansnijden van onbebouwde woon- en woonuitbreidingsgebieden Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan stelt dat het niet nodig is om in de planperiode woonuitbreidingsgebieden aan te snijden. Het verwijst daarvoor naar de woonbehoeftestudie met gesloten bevolkingsprognose. 39 Verder stelt het GRS met betrekking tot de aansnijding van woonuitbreidingsgebieden: na de planperiode kunnen woonuitbreidingsgebieden aangesneden worden, indien de behoefte aangetoond kan worden. Hierbij zal volgende visie gevolgd worden: - aansnijding dient kernversterkend te zijn; - in eerste orde dienen aansnijdingen te gebeuren gelegen langs een bestaande wegenis die bij voorkeur volledig uitgerust is. Volgende woonuitbreidingsgebieden voldoen voor een deel van hun oppervlakte aan dit criterium: Erpe (Duinaartweg); Erondegem (Eksterberg); Burst (Molenveld); Aaigem (Langemunt). een kernversterkend woonuitbreidingsgebied dat nog niet aan een uitgeruste weg ligt maar dat wel doorsneden wordt door verbreedbare voetwegen betreft het woonuitbreidingsgebied achter Magerstraat-Bosstraat te Mere. Aangezien dit gebied gelegen is in het hoofddorp Mere is aansnijding na de planperiode verantwoord. naar de verdere toekomst toe kan het nuttig zijn dat de gemeente over relatief grote woonuitbreidingsgebieden beschikt die eventueel kunnen ingezet worden om grotere verkavelingen met een reële impact op het aanbod te realiseren. In die zin wordt geopteerd voor het behoud voor de lange termijn van de woonuitbreidingsgebieden aan de Veldstraat te Burst en de Dupperskouter te Bambrugge. De woonuitbreidingsgebieden bij de hoofddorpen Burst, Mere en Erpe zullen dus eerst aangesneden kunnen worden. Bij het bebouwen van woonuitbreidingsgebied te Erpe- Mere wordt een dichtheid van 15 woningen per hectare nagestreefd. Daarnaast zal de relatie met de dorpskern (zichtrelaties, voet- en fietsverbindingen) een belangrijk aandachtspunt zijn. - Voor de Oudenaardsesteenweg te Bambrugge is er eveneens een project in onderzoek. 39 Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan licht toe waarom er voor de planperiode geen woonbehoefte bestaat: Uit de woonbehoeftenstudie, die uitging van een gesloten prognose (er werd dus enkel met de natuurlijke groei, en niet met immigratie rekening gehouden), bleek dat er in 2007 behoefte zou zijn aan woningen. Tussen 1999 en 2007 zouden er zo 535 nieuwe woongelegenheden op 514 kavels gerealiseerd moeten worden. Daar er voor deze periode nog 638 kavels beschikbaar zijn, is het niet nodig om woonuitbreidingsgebieden aan te snijden. 92

23 WUG Magerstraat- Bosstraat (Mere) 2. WUG Duinaartweg (Erpe) 3. WUG Hammersweg (Erpe) 4. WUG Langemunt (Aaigem) 5. WUG Tweekerkenstraat (Burst) 6. WUG Molenveld (Burst) 7. WUG Veldstraat (Burst) 8. WUG Dupperskouter (Bambrugge) 9. WUG Ganzendries (Erondegem) 10. WUG Eksterberg (Erondegem) 11. WUG Kouterstraat (Erondegem) 93

24 - Een beleid voor woonlinten Door de sterke verlinting komen er in het noordelijk deel van (het Oostelijk Rastergebied) geen grote aaneengesloten open ruimten meer voor. 40 Wel kunnen er doorheen de woonlinten verbindingen gerealiseerd worden tussen de achterliggende open ruimtekamers. In het zuidelijke deel van de gemeente (het Zuidelijk Openruimtegebied) bestaan er wel nog grote open ruimte gebieden. Tussen de verschillende kernen kunnen er daar open ruimte corridors uitgebouwd worden. Zij vormen een duidelijke begrenzing voor de kernen en verbinden de open ruimten met elkaar. Daarom zullen er voor deze woonlinten RUP s opgemaakt worden, waarin bekeken wordt hoe deze open ruimterelaties behouden kunnen worden (b.v. door reglementering i.v.m. de inplanting van de woning en de beplantingen of door het vastleggen van delen van het woongebied of van het woongebied met landelijk karakter als private bouwvrije deelzones Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan stelt met betrekking tot de verlinting: De sterke verlinting tussen de verschillende kernen leidde ertoe dat de gemeente een verstedelijkte aanblik geeft. De verspreide bebouwing is weliswaar gedeeltelijk historisch bepaald, maar het verder laten uitzwermen van de linten betekent een belangrijke vermindering van de kwaliteit van het landschap in. Om de ongecontroleerde versnippering van de open-ruimtegebieden te stoppen, dient er nagegaan te worden hoe deze linten zich in de toekomst dienen te verhouden t.o.v. de landschappelijke, de natuurlijke en de agrarische structuur. Aangezien de meeste linten te op het gewestplan als woongebied met landelijk karakter werden ingekleurd, de basisrechten voor de woningen in het agrarisch gebied geregeld werden en de zonevreemde bebouwing in natuurgebied beperkt blijft tot een paar geïsoleerde gevallen, vormt het vrijwaren van de nog resterende zichtrelaties en open ruimte corridors, de belangrijkste beleidsoptie m.b.t. de woonlinten. 41 Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan schrijft voor dat: - de aflijning van de linten, die bij de valleigebieden aanleunen, zal gebeuren in het kader van de RUP s voor de Molenbeekvalleien; - wat de deelzones betreft die zonevreemd zijn, verwezen kan worden naar het beleidskader opgenomen in het hoofdstuk De gewenste ruimtelijke structuur van de hoofdruimten op mesoschaal. 94

25 Hoofdstuk 3. De gewenste ruimtelijke structuur van de deelruimten Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan behandelt de verschillende deelruimten (kernen) van. Het betreft de ruimtelijke deelgebieden Erpe en Mere, Burst en Bambrugge, Aaigem, en E40-N9 (Erondegem, Vlekkem en Ottergem) 1. Erpe en Mere In de kern van Erpe werden er eveneens belangrijke inspanningen gedaan om het centrum een aantrekkelijke inrichting te geven. In deze kern streeft men binnen de huidige planningsperiode naar een behoud van het bestaande aanbod aan woongelegenheden en aan functies en plaatselijke groei binnen de juridisch vastgelegde zones. De aansnijding van het oostelijk woonuitbreidingsgebied wordt in reserve gehouden voor na de planperiode (op dat moment dient dan wel te worden aangetoond dat de behoefte aan bijkomende woongelegenheden het reële aanbod overschrijdt). De mogelijkheden om de aanwezigheid van de Molenbeek als groenelement in de kern voelbaar te maken zullen onderzocht worden. Kernversterking betekent ook het voorzien van nieuwe woningen op een ruimtelijk verantwoorde manier. Zowel te Erpe als te Mere is er nog ruimte voor inbreidingsprojecten. Te Erpe kan er bovendien op termijn aan een sociaal woonuitbreidingsproject gedacht worden (indien aangetoond kan worden dat de globale behoefte aan bijkomende woongelegenheden het reële aanbod overschrijdt). Erpe en Mere 95

26 2. Burst en Bambrugge De oorspronkelijke kern van Burst ontwikkelde zich ten noorden van de Molenbeek, rond de Oudenaardsesteenweg. Het gebied rond het station kende de laatste decennia zo n sterke ontwikkeling, dat deze buurt het zwaartepunt van de kern werd. Diverse functies vestigden zich langs de as Stationsstraat-Dorent. Om de centrumfunctie van deze as te bevestigen, zullen nieuwe functies steeds direct aan deze as gelinkt worden. Daarnaast is een herwaardering van het openbare domein noodzakelijk. Behalve de herinrichting van de as Stationsstraat-Dorent is de heraanleg van Burstdorp, dat deel uitmaakt van de doortocht van de N46, van belang. Het plein, dat de hoofdtoegang tot de centrale as vanuit de Oudenaardsesteenweg (N46) zou moeten worden, is momenteel slechts een weinig aantrekkelijke plek langsheen de steenweg. Bij de herinrichting van de as Stationsstraat-Dorent kan er gestreefd worden naar één aantrekkelijk beeld voor de as tussen de kerk en het station. De kruising met de Molenbeek kan aangewend worden om groene elementen toe te voegen. Zoals eerder gesteld, betekent kernversterking ook het voorzien van nieuwe woningen op een ruimtelijk verantwoorde manier. In de omgeving van het station van Burst is er nog ruimte voor inbreidingsprojecten. Aan de rand van de kern kan het woongebied ten oosten van de Ninovestraat aangesneden worden. Te Bambrugge kan er gestreefd worden naar de ontwikkeling van Prinsdaal als drager van de lokale functies. De heraanleg van Bambruggedorp werd onlangs voltooid. In een volgende fase zou de link met de N46 aangepakt kunnen worden. In deze kern is er o.a. ruimte voor inbreiding in het gebied tussen Prinsdaal en de N46. Burst en Bambrugge 96

27 3. Aaigem In Aaigem is een herwaardering van het publieke domein aangewezen. Het reliëf en de aanwezigheid van de beekvallei iets ten westen van de kern, kunnen als uitgangspunt genomen worden voor het ontwerp. In deze kern kan het invullen van vrijliggende percelen aangemoedigd worden. Daarnaast kunnen grotere leegstaande gebouwen een nieuwe woonfunctie krijgen. Aaigem 97

28 4. Gewenste structuur E40 N9 (Ottergem, Vlekkem en Erondegem) Ottergem en Erondegem liggen langs de Molenbeek, die door de voortschrijdende lintbebouwing steeds minder voelbaar wordt. Om de vallei opnieuw zichtbaar te maken, zullen de nog onbebouwde percelen open gehouden worden. Daarnaast kunnen de oevers beplant worden en kan het wegbeeld ter hoogte van de oversteek versmald worden, zodat de aandacht op de kruisende beek gevestigd wordt. Ottergem, Vlekkem en Erondegem 98

29 Deel V. Sociale huisvesting Hoofdstuk 1. Zittende huurders Overzicht huurders Erpe Leeftijdscategorie Gezinssamenstelling jaar jaar jaar 65+ jaar Alleenstaande Alleenstaande + 1 kind 1 1 Alleenstaande + 2 kinderen Alleenstaande + 3 kinderen 3 Alleenstaande + 4 of meer kinderen 2 3 Koppel zonder kind Koppel + 1 kind 1 Koppel + 2 kinderen Koppel + 3 kinderen 2 1 Koppel + 4 of meer kinderen Overzicht huurders Mere Leeftijdscategorie Gezinssamenstelling jaar jaar jaar 65+ jaar Alleenstaande Alleenstaande + 1 kind 7 2 Alleenstaande + 2 kinderen 4 1 Alleenstaande + 3 kinderen 2 Alleenstaande + 4 of meer kinderen 1 Koppel zonder kind 7 11 Koppel + 1 kind Koppel + 2 kinderen 3 Koppel + 3 kinderen 1 Koppel + 4 of meer kinderen 1 1 Overzicht huurders Burst Leeftijdscategorie Gezinssamenstelling jaar jaar jaar 65+ jaar Alleenstaande Alleenstaande + 1 kind Alleenstaande + 2 kinderen 6 Alleenstaande + 3 kinderen 2 1 Alleenstaande + 4 of meer kinderen Koppel zonder kind 7 3 Koppel + 1 kind Koppel + 2 kinderen Koppel + 3 kinderen 1 Koppel + 4 of meer kinderen Overzicht huurders Erondegem Leeftijdscategorie Gezinssamenstelling jaar jaar jaar 65+ jaar Alleenstaande 5 Alleenstaande + 1 kind 1 1 Alleenstaande + 2 kinderen Alleenstaande + 3 kinderen 1 Alleenstaande + 4 of meer kinderen Koppel zonder kind 3 Koppel + 1 kind

30 Koppel + 2 kinderen 1 Koppel + 3 kinderen Koppel + 4 of meer kinderen Bambrugge Leeftijdscategorie Gezinssamenstelling jaar jaar jaar 65+ jaar Alleenstaande Alleenstaande + 1 kind 1 10 Alleenstaande + 2 kinderen Alleenstaande + 3 kinderen 1 Alleenstaande + 4 of meer kinderen Koppel zonder kind 1 Koppel + 1 kind 1 Koppel + 2 kinderen Koppel + 3 kinderen Koppel + 4 of meer kinderen Bron: Sociale Huisvestingsmaatschappij Denderstreek De zittende sociale huurders zijn verspreid over de gehele gemeente. Opvallend is dat de grootste groep zittende huurders bestaat uit alleenstaanden ouder dan 65 jaar. 100

31 Hoofdstuk 2. Bindend sociaal objectief Het Decreet Grond- en Pandenbeleid legt gemeenten een doelstelling op inzake sociale woningbouw. Het bindend sociaal objectief is een gemeentelijke omschrijving van het sociaal woonaanbod dat binnen de tijdshorizon van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ten minste moet worden verwezenlijkt. Het bindend sociaal objectief van een gemeente is samengesteld uit: - het gemeentelijk objectief voor sociale huurwoningen; - een objectief voor sociale koopwoningen; - een objectief voor sociale kavels. Sociale huurwoningen 42 zijn: - gerealiseerde sociale huurwoningen; - huurwoningen verhuurd door het Sociaal Verhuurkantoor; - woningen verhuurd onder het sociaal huurstelsel door de gemeente, het OCMW en het Vlaamse Woningfonds. Het sociaal woonaanbod bestaat uit het aanbod aan sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels dat volledig onderhevig is aan de reglementering aangaande het sociale huurstelsel of de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode. 1. Gemeentelijk objectief voor sociale huurwoningen A. Algemeen - Gemeentelijk objectief na verdeling op provinciaal niveau tegen 2023 Het Decreet voorziet in de realisatie van bijkomende sociale huurwoningen. Deze zijn verdeeld per provincie volgens het aantal huishoudens in die provincie. Bij de verdeling wordt rekening gehouden met afrondingsverschillen zodat de sociale huurwoningen verdeeld kunnen worden over de verschillende provincies. Om het gemeentelijk sociaal huurobjectief te berekenen moet de volgende berekening worden toegepast: gemeentelijk aantal huishoudens (op 1 januari 2008) x provinciaal objectief provinciaal aantal huishoudens (op 1 januari 2008) Het provinciaal objectief Oost-Vlaanderen bedraagt sociale huurwoningen. Het provinciaal aantal huishoudens Oost-Vlaanderen is vastgesteld op huishoudens. 42 Artikel 1.2, 16 Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid: het sociaal woonaanbod bestaat uit het aanbod aan sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en sociale kavels dat volledig onderhevig is aan de reglementering aangaande het sociale huurstelsel of de overdracht van onroerende goederen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en de sociale huisvestingsmaatschappijen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode. 101

32 * De beperking van het sociaal huurobjectief tot een aanbod sociale woningen van 9%: In de spreiding van het aantal sociale huurwoningen per gemeente wordt rekening gehouden met het bestaande sociale huurpatrimonium. De gemeenten die reeds beschikken over 9% sociaal huurpatrimonium, worden vrijgesteld van het verplicht realiseren van een bijkomend sociaal huuraanbod. Dit geldt ook voor die gemeenten die na de toebedeling van het gemeentelijk huurobjectief over meer dan 9% sociaal huuraanbod zouden beschikken. Na het toepassen van deze provinciale verdeling kunnen ongeveer sociale huurwoningen toebedeeld worden. * Het gedeelte van het provinciaal objectief dat niet kan verwezenlijkt worden ingevolge de toepassing van de 9%-regel (12.000), wordt gerealiseerd door Woonbeleidsconvenanten en de specifieke inhaalbeweging door de gemeenten. In een sociaal woonbeleidsconvenant verbindt een gemeente zich tot de verwezenlijking van een bepaald aantal sociale huurwoningen en doet de Vlaamse Regering toezeggingen over de bekostiging van dat sociaal woonaanbod. - Specifieke inhaalbeweging voor gemeenten tegen 2025: Die gemeenten die op 1 januari 2008 over minder dan 3% sociale huurwoningen beschikken, dienen een specifieke inhaalbeweging te realiseren tussen 2013 en Deze extra inspanning bedraagt tussen de 0,03% en 0,83% van het totaal aantal huishoudens op 1 januari 2008 overeenkomstig een berekeningstabel. De inhaalbeweging is gericht op die gemeenten die in het verleden weinig inspanningen voor een sociaal huuraanbod gerealiseerd hebben. Dit vormt een bijkomend aanbod bovenop het gemeentelijk huurobjectief na verdeling op provinciaal niveau. Procentuele verhouding tussen het aantal sociale huurwoningen en het aantal huishoudens binnen de gemeente, zoals vermeld in de nulmeting Procentuele omvang van het bijkomend sociaal huuraanbod in het kader van de specifieke inhaalbeweging ten opzichte van het aantal huishoudens, zoals vermeld in de nulmeting 0,00-0,09 % 0,83 % 0,10-0,19 % 0,80 % 0,20-0,29 % 0,77 % 0,30-0,39 % 0,75 % 0,40-0,49 % 0,72 % 0,50-0,59 % 0,69 % 0,60-0,69 % 0,66 % 0,70-0,79 % 0,64 % 0,80-0,89 % 0,61 % 0,89-0,99 % 0,58 % 1,00-1,09 % 0,55 % 102

33 1,10-1,19 % 0,53 % 1,20-1,29 % 0,50 % 1,30-1,39 % 0,47 % 1,40-1,49 % 0,44 % 1,50-1,59 % 0,42 % 1,60-1,69 % 0,39 % 1,70-1,79 % 0,36 % 1,80-1,89 % 0,33 % 1,90-1,99 % 0,30 % 2,00-2,09 % 0,28 % 2,10-2,19 % 0,25 % 2,20-2,29 % 0,22 % 2,30-2,39 % 0,19 % 2,40-2,49 % 0,17 % 2,50-2,59 % 0,14 % 2,60-2,69 % 0,11 % 2,70-2,79 % 0,08 % 2,80-2,89 % 0,06 % 2,90-2,99 % 0,03 % B. Samengevat Het gemeentelijk objectief voor sociale huurwoningen bestaat uit: 1. gemeentelijk objectief na verdeling op provinciaal niveau tegen 2023: = bijdrage per gemeente in het behalen van het provinciaal objectief (in Vlaanderen dienen in totaal sociale huurwoningen te worden gerealiseerd) de bijdrage gebeurt volgens de verhouding van het gemeentelijk aantal huishoudens t.o.v. het provinciaal aantal huishoudens gemeentelijk aantal huishoudens (op 1 januari 2008) x provinciaal objectief provinciaal aantal huishoudens (op 1 januari 2008) dit gemeentelijk objectief wordt beperkt tot 9% van het aanbod sociale huurwoningen (hierdoor zullen in Vlaanderen slechts sociale huurwoningen gerealiseerd kunnen worden; de overige sociale huurwoningen worden dan gerealiseerd via woonbeleidsconvenanten en de toepassing van de specifieke en de specifieke inhaalbeweging door de gemeenten). 2. specifieke inhaalbeweging voor gemeenten tegen 2025: = het Decreet legt aan gemeenten die in het verleden weinig inspanningen hebben geleverd met het oog op de realisatie van het sociaal huuraanbod (sociaal huuraanbod lager dan 3 procent) een extra last op de berekening gebeurt aan de hand van een berekeningstabel. 103

34 C. Specifiek voor Aantal huishoudens: Sociaal huuraanbod: 210 Aandeel sociaal huuraanbod volgens nulmeting: 2,66% 1. gemeentelijk objectief na verdeling op provinciaal niveau tegen 2023: (gemeentelijk aantal huishoudens) x (provinciaal objectief) (provinciaal aantal huishoudens) = 131,35 = 131 De bepeking van het sociaal huuraanbod tot een aanbod sociale woningen van 9% speelt hier niet (( =) 341 / 7900 = 4,32 %). 4,32% is uiteraard lager dan 9%. 2. specifieke inhaalbeweging voor gemeenten tegen 2025: percentage sociaal huuraanbod op ogenblik nulmeting = 210/7900= 2,65822% = 2,66% volgens de berekeningstabel moet een specifieke inhaalbeweging realiseren t.b.v. 0,11% = 0,11% van huishoudens = 8,69 = 9 104

35 2. Objectief voor sociale koopwoningen en kavels: A. Algemeen Het aantal sociale koopwoningen en kavels kent in tegenstelling tot het aantal sociale huurwoningen geen eenduidige berekening per gemeente. Het Decreet voorziet enkel in een provinciale doelstelling. Dit provinciale cijfer zal door de deputatie verder verdeeld worden onder de verschillende gemeenten. De gemeente voorziet in een gemeentelijk advies aan de deputatie omtrent het aantal sociale koopwoningen en kavels dat ze als doelstelling wil realiseren. Dit gemeentelijk doel wordt geformuleerd na een lokaal woonoverleg en houdt rekening met de sociale woonbehoefte, de ruimtelijke structuur en de lokale contextfactoren. De provincie stelt een verdelingschema van zijn provinciale doelstelling op. Hierbij wordt rekening gehouden met enerzijds het gemeentelijk advies en anderzijds de provinciale doelstellingen inzake bijkomende woningen in stedelijk gebied versus het buitengebied. De provinciale doelstellingen volgens het decreet zijn als volgt verdeeld: Provincie Antwerpen Sociale koopwoningen Provincie Limburg Provincie Vlaanderen Provincie Brabant Provincie Vlaanderen Oost- Vlaams- West Sociale kavels B. Specifiek voor Het Besluit van de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen van 2 december 2010 legt definitief het bindend sociaal objectief van de gemeente voor sociale koopwoningen en woonkavels vast, zijnde: 63 koopwoningen en 2 woonkavels, te realiseren tegen

36 Zottegem Sint-Lievens-Houtem Ninove Lede Herzele Haaltert Geraardsbergen Denderleeuw Aalst Hoofdstuk 3. Gerealiseerde sociale projecten sinds de nulmeting 1. Sociale huurwoningen Gerealiseerde sociale huurwoningen Gerealiseerde sociale huurwoningen voor bindend sociaal objectief Huurwoningen SVK woningen verhuurd onder sociaal huurstelstel Gemeente OCMW Vlaams Woningfonds Bestaande Bijkomend Totaal Totaal gerealiseerde sociale huurwoningen: 13 Percentage gerealiseerde sociale huurwoningen t.o.v. bindend sociaal objectief: 13 sociale woongelegenheden t.o.v. bindend sociaal objectief t.b.v. 140 woongelegenheden: 9,29% Bron: Jaarverslag Wonen-Vlaanderen Het percentage gerealiseerde sociale huurwoningen (sinds de nulmeting van 2007) is 9,29%. Dit is lager dan het gemiddelde van de provincie (26,78%). Het percentage totaal aantal bestaande huurwoningen in de gemeente bedraagt 2,81% Bestaande sociale huurwoningen Bestaande sociale huurwoningen Huurwoningen SVK woningen verhuurd onder sociaal huurstelstel Gemeente OCMW Vlaams Woningfonds Totaal bestaande huurwoningen 2012: 222 Percentage sociale huurwoningen 2012: 222 woongelegenheden t.o.v huishoudens (jaar 2009): 2,81 % Bron: Jaarverslag Wonen-Vlaanderen 44 Het aandeel bestaande sociale huurwoningen in de gemeenten van het arrondissement Aalst in 2012: 3,86% 4,82% 2,81% 2,32% 1,45% 1,34% 2,68% 5,08% 0,49% 2,76% Bron: Jaarverslag Wonen-Vlaanderen 106

37 2. Sociale koopwoningen Gerealiseerde sociale koopwoningen voor bindend sociaal objectief Totaal 6 Percentage gerealiseerde sociale koopwoningen t.o.v. bindend sociaal objectief: 6 sociale woongelegenheden t.o.v. bindend sociaal objectief t.b.v. 63 woongelegenheden: 9,52% Bron: Jaarverslag Wonen-Vlaanderen Het percentage gerealiseerde sociale koopwoningen in de gemeente is lager dan het gemiddelde van de provincie (13,20%). 3. Sociale kavels Gerealiseerde sociale kavels voor bindend sociaal objectief Totaal 0 Percentage gerealiseerde sociale kavels t.o.v. bindend sociaal objectief: 0 sociale woongelegenheden t.o.v. bindend sociaal objectief t.b.v. 2 woongelegenheden: 0 % Bron: Jaarverslag Wonen-Vlaanderen Sinds de nulmeting van 2007 zijn er geen sociale kavels gerealiseerd. 4. Totaal Sinds de nulmeting van 31 december 2007 zijn er in totaal 19 woongelegenheden gerealiseerd. Rekening houdend met het bindend sociaal objectief betekent dit dat nog 186 sociale woongelegenheden gerealiseerd moeten worden. 107

38 Hoofdstuk 4. Geplande projecten Burst Klooster Ninovestraat 14 sociale huurwoningen 30 sociale huurwoningen - 29 sociale koopwoningen - 23 sociale kavels WUG Magerstraat-Bosstraat de provincie heeft het principieel akkoord goedgekeurd op 26 april 2012 sociale last nog niet definitief vastgelegd er is ruimte voor een 60-tal woongelegenheden waarvan een deel sociaal zal moeten zijn 108

Deel I. Situering gemeente

Deel I. Situering gemeente Deel I. Situering gemeente Hoofdstuk 1. Algemeen Erpe-Mere ligt in het zuidoostelijke deel van de provincie Oost-Vlaanderen, op de zuidrand van de dicht bebouwde Vlaamse Ruit. De gemeente behoort administratief

Nadere informatie

DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

DEEL 3: BINDEND GEDEELTE DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN MEISE Deel 3: Bindend gedeelte Ontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Meise 1 september 2006 167 Deel 3: Bindend gedeelte Ontwerp Gemeentelijk

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S W O N E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S W O N E N Editie 2011 Gemeente Kortessem Welkom op de startpagina van de lijke fiches wonen! De lijke fiches wonen bevatten een basisdatafiche en een fiche. Basisdatafiche Indicatorfiche Basisdatafiche Kortessem WONINGEN Evolutie

Nadere informatie

Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015

Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015 Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015 Stedenbouwkundige verordening betreffende de differentiatie van woonvormen binnen de stad Dilsen-Stokkem. Deze verordening wordt best samen met de toelichting

Nadere informatie

Totale oppervlakte Nieuwpoort Arrondissement West-Vlaanderen ,0 275,2 3144,3. Index Index

Totale oppervlakte Nieuwpoort Arrondissement West-Vlaanderen ,0 275,2 3144,3. Index Index Woonfiche NIEUWPOORT Veurne B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p. p.5 p.6

Nadere informatie

Totale oppervlakte Koksijde Arrondissement West-Vlaanderen ,0 275,2 3144,3. Index Index

Totale oppervlakte Koksijde Arrondissement West-Vlaanderen ,0 275,2 3144,3. Index Index Woonfiche KOKSIJDE Veurne B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p. p.5 p.6 B

Nadere informatie

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou

Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou Structuurplan "De Watounaar" Bewonersplatform Watou. Ruimtelijke Ordening Watou. De diverse planinstrumenten van toepassing op het grondgebied van Poperinge. Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Bredene ,1 291,6 3144,3. Bredene. Totaal Totaal Totaal. Index Bredene

Bredene ,1 291,6 3144,3. Bredene. Totaal Totaal Totaal. Index Bredene Woonfiche BREDENE B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E M

Nadere informatie

Brugge ,4 661,3 3144,3. Brugge. Index Brugge. Index Arrondissement Brugge

Brugge ,4 661,3 3144,3. Brugge. Index Brugge. Index Arrondissement Brugge Woonfiche BRUGGE B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E M

Nadere informatie

Arrondissement Kortrijk. Kortrijk ,0 402,9 3144,3. Kortrijk. Index Kortrijk. Index

Arrondissement Kortrijk. Kortrijk ,0 402,9 3144,3. Kortrijk. Index Kortrijk. Index Woonfiche KORTRIJK B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E

Nadere informatie

Arrondissement Oostende. Oostende ,7 291,6 3144,3. Arrondissement Oostende. Oostende

Arrondissement Oostende. Oostende ,7 291,6 3144,3. Arrondissement Oostende. Oostende Woonfiche OOSTENDE B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E

Nadere informatie

Arrondissement Waregem. Kortrijk ,3 402,9 3144,3. Waregem. Index Waregem. Index

Arrondissement Waregem. Kortrijk ,3 402,9 3144,3. Waregem. Index Waregem. Index Woonfiche WAREGEM B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E M

Nadere informatie

Arrondissement Izegem. Roeselare ,5 271,5 3144,3. Izegem. Totaal Totaal Totaal 12,5 49% 75,6 28% 657,9 21% 12,9 51% 78,4 29% 679,3 22%

Arrondissement Izegem. Roeselare ,5 271,5 3144,3. Izegem. Totaal Totaal Totaal 12,5 49% 75,6 28% 657,9 21% 12,9 51% 78,4 29% 679,3 22% Woonfiche IZEGEM B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E M

Nadere informatie

Ieper ,6 549,6 3144,3. Ieper. Index Ieper. Index Arrondissement Ieper

Ieper ,6 549,6 3144,3. Ieper. Index Ieper. Index Arrondissement Ieper Woonfiche IEPER B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E M G

Nadere informatie

Arrondissement Diksmuide. Diksmuide ,4 362,4 3144,3. Arrondissement Diksmuide. Diksmuide. Totaal Totaal Totaal

Arrondissement Diksmuide. Diksmuide ,4 362,4 3144,3. Arrondissement Diksmuide. Diksmuide. Totaal Totaal Totaal Woonfiche DIKSMUIDE B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E

Nadere informatie

Arrondissement Ledegem. Roeselare ,8 271,5 3144,3. Ledegem. Index Ledegem

Arrondissement Ledegem. Roeselare ,8 271,5 3144,3. Ledegem. Index Ledegem Woonfiche LEDEGEM B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E M

Nadere informatie

Houthulst ,9 362,4 3144,3. Houthulst. Totaal Totaal Totaal. Index Houthulst

Houthulst ,9 362,4 3144,3. Houthulst. Totaal Totaal Totaal. Index Houthulst Woonfiche HOUTHULST B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E

Nadere informatie

Grond- en pandendecreet gereedschapskist voor betaalbaar wonen

Grond- en pandendecreet gereedschapskist voor betaalbaar wonen VVSG-MAGAZINE VOOR GEMEENTE EN OCMW Halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw - Paviljoenstraat 9-1030 Brussel verschijnt 20 x per jaar Afgiftekantoor Gent X P2A9746

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S W O N E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S W O N E N Editie 2011 Gemeente Bree Welkom op de startpagina van de lijke fiches wonen! De lijke fiches wonen bevatten een basisdatafiche en een fiche. Basisdatafiche Indicatorfiche Basisdatafiche Bree WONINGEN Evolutie van

Nadere informatie

Arrondissement Deerlijk. Kortrijk ,8 402,9 3144,3. Deerlijk. Index Deerlijk. Index

Arrondissement Deerlijk. Kortrijk ,8 402,9 3144,3. Deerlijk. Index Deerlijk. Index Woonfiche DEERLIJK B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E

Nadere informatie

Arrondissement Zwevegem. Kortrijk ,2 402,9 3144,3. Zwevegem. Index Zwevegem. Index

Arrondissement Zwevegem. Kortrijk ,2 402,9 3144,3. Zwevegem. Index Zwevegem. Index Woonfiche ZWEVEGEM B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E

Nadere informatie

Oostkamp ,6 661,3 3144,3. Oostkamp. Totaal Totaal Totaal 16,6 21% 164,8 25% 657,9 21% 17,2 22% 169,3 26% 679,3 22% Index

Oostkamp ,6 661,3 3144,3. Oostkamp. Totaal Totaal Totaal 16,6 21% 164,8 25% 657,9 21% 17,2 22% 169,3 26% 679,3 22% Index Woonfiche OOSTKAMP B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E

Nadere informatie

Arrondissement Dentergem. Tielt ,9 329,8 3144,3. Dentergem. Index Dentergem. Index

Arrondissement Dentergem. Tielt ,9 329,8 3144,3. Dentergem. Index Dentergem. Index Woonfiche DENTERGEM B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E

Nadere informatie

Woonfiche MIDDELKERKE

Woonfiche MIDDELKERKE Woonfiche MIDDELKERKE B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D

Nadere informatie

Woonfiche HEUVELLAND. Arrondissement Ieper. Woonfiche Heuvelland p.1 p.2 p.3 p.4 p.5

Woonfiche HEUVELLAND. Arrondissement Ieper. Woonfiche Heuvelland p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 Woonfiche HEUVELLAND B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 1 Woonfiche

Nadere informatie

13.2 Gewenste nederzettingsstructuur

13.2 Gewenste nederzettingsstructuur 154/183 43-03/26000512 13.2 Gewenste nederzettingsstructuur Kaart 16: gewenste nederzettingsstructuur De gewenste nederzettingsstructuur is de gewenste samenhang van alle soorten nederzettingen. De ontwikkelingsopties

Nadere informatie

Woonprogrammatie. Voorstel methodiek en berekening Studiedag 23 nov. 2012

Woonprogrammatie. Voorstel methodiek en berekening Studiedag 23 nov. 2012 Woonprogrammatie Voorstel methodiek en berekening Studiedag 23 nov. 2012 1 Inhoud 1. Algemene methodiek (herziening PRS) 2. Berekenen bruto-taakstelling 3. Confrontatie met aanbod 2 Algemene methodiek

Nadere informatie

Totale oppervlakte De Panne Arrondissement West-Vlaanderen ,9 275,2 3144,3. Index Index

Totale oppervlakte De Panne Arrondissement West-Vlaanderen ,9 275,2 3144,3. Index Index Woonfiche DE PANNE Veurne B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B

Nadere informatie

Woonfiche KNOKKE-HEIST

Woonfiche KNOKKE-HEIST Woonfiche KNOKKE-HEIST B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O

Nadere informatie

Arrondissement Wevelgem. Kortrijk ,8 402,9 3144,3. Wevelgem. Index Wevelgem. Index

Arrondissement Wevelgem. Kortrijk ,8 402,9 3144,3. Wevelgem. Index Wevelgem. Index Woonfiche WEVELGEM B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E

Nadere informatie

De Haan ,2 291,6 3144,3. De Haan. Totaal Totaal Totaal. Index De Haan

De Haan ,2 291,6 3144,3. De Haan. Totaal Totaal Totaal. Index De Haan Woonfiche DE HAAN B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 B O D E M

Nadere informatie

Lokaal woonbeleid binnenmilieubesluit

Lokaal woonbeleid binnenmilieubesluit Lokaal woonbeleid binnenmilieubesluit Energie en renovatie Energiehuizen 2.0 Vlaamse Wooncode Ruimtelijke ordening RUIMTEMONITOR WONEN Nele Vandaele Vaststellingen Beperkte groei te verwachten in de regio

Nadere informatie

Nota woonprogrammatie

Nota woonprogrammatie Nota woonprogrammatie 2017-2027 1. Kader Binnen de herziening van het provinciaal ruimtelijke structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) werden de krachtlijnen vastgelegd voor het beleid met betrekking tot

Nadere informatie

Woonfiche kustzone B O D E M G E B R U I K. hinterlandgemeenten. Totale oppervlakte (in km²) kustgemeenten. kustzone ,3 658,5 479,8

Woonfiche kustzone B O D E M G E B R U I K. hinterlandgemeenten. Totale oppervlakte (in km²) kustgemeenten. kustzone ,3 658,5 479,8 Woonfiche B O D E M G E B R U I K W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S ENERGIEARMOEDE p.1 p.2 p.3 p.4 p.5 p.6 De omvat de 10 (Blankenberge,

Nadere informatie

ADVIES VAN DE GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING OVER HET ONTWERP VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN.

ADVIES VAN DE GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING OVER HET ONTWERP VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN. ADVIES VAN DE GEMEENTELIJKE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING OVER HET ONTWERP VAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN. De commissie, vergaderd in besloten zitting van 15 november en 29 november

Nadere informatie

Opvolgingsnota Actieprogramma voor onbebouwde percelen in publieke (en semi-publieke) eigendom GEMEENTE OPWIJK

Opvolgingsnota Actieprogramma voor onbebouwde percelen in publieke (en semi-publieke) eigendom GEMEENTE OPWIJK Opvolgingsnota Actieprogramma voor onbebouwde percelen in publieke (en semi-publieke) eigendom GEMEENTE OPWIJK Op 25 oktober 2012 keurde de gemeenteraad het actieprogramma goed. In uitvoering daarvan werd

Nadere informatie

DEPARTEMENT RUIMTELIJKE ORDENING EN MOBILITEIT DIENST RUIMTELIJKE PLANNING

DEPARTEMENT RUIMTELIJKE ORDENING EN MOBILITEIT DIENST RUIMTELIJKE PLANNING DEPARTEMENT RUIMTELIJKE ORDENING EN MOBILITEIT DIENST RUIMTELIJKE PLANNING Omzendbrief voor de opmaak van de woningprogrammatie als onderdeel van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Omzendbrief voor

Nadere informatie

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 180 van LYDIA PEETERS datum: 1 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Woonuitbreidingsgebieden en woonreservegebieden - Ontwikkeling

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S W O N E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S W O N E N Editie 2011 Gemeente Dilsen-Stokkem Welkom op de startpagina van de lijke fiches wonen! De lijke fiches wonen bevatten een basisdatafiche en een fiche. Basisdatafiche Indicatorfiche Basisdatafiche Dilsen-Stokkem WONINGEN

Nadere informatie

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GRS GAVERE - BINDEND GEDEELTE 1 INHOUD 1. VOORSTEL BINDENDE BEPALINGEN 3 1.1. RUIMTELIJKE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR 3 1.2. RUIMTELIJK-ECONOMISCHE

Nadere informatie

TOELICHTING WOONPROGRAMMATIE OKTOBER De gemeente als regisseur

TOELICHTING WOONPROGRAMMATIE OKTOBER De gemeente als regisseur TOELICHTING WOONPROGRAMMATIE OKTOBER 2016 De gemeente als regisseur De Vlaamse overheid kent de gemeenten een spilfunctie toe in het lokaal woonbeleid. De sturing van het lokaal woonbeleid ligt bij de

Nadere informatie

Info-avond. WUG Ommegang

Info-avond. WUG Ommegang Info-avond WUG Ommegang 17.06.2016 VOORSTELLING - collectief van inwoners, buren en vrienden - ontstaan naar aanleiding van opmaak verkavelingsplan WUG Ommegang - bezorgd omwille van de grote impact op

Nadere informatie

Inzetten op kernversterking basis voor een doordacht ruimtelijk beleid

Inzetten op kernversterking basis voor een doordacht ruimtelijk beleid Inzetten op kernversterking basis voor een doordacht ruimtelijk beleid 17 juni 2015 1-17/06/2015 Bron: www.volkskrant.nl Bron: SVR-projectie 2015 Bron: getty 2-17/06/2015 De druk op de ruimte blijft toenemen

Nadere informatie

AANBOD VAN WOONGELEGENHEDEN

AANBOD VAN WOONGELEGENHEDEN AANBOD VAN WOONGELEGENHEDEN 74 Deel I. Ruimtelijke ordening Hoofdstuk 1. De gewenste ruimtelijke structuur van de deelgebieden Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan formuleert enkele basisdoelstellingen

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS. ONTWERP GRS Bindende bepalingen

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS. ONTWERP GRS Bindende bepalingen GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS ONTWERP GRS Bindende bepalingen Identificatienummer : 00287314/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 15.11.2002 Voorontwerp GRS 2002 10.02.2004

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE ONTWERP GRS Bindend deel Identificatienummer : 104792414/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 21.05.2007 Voorontwerp GRS 2007 jpa 20.03.2008 Ontwerp

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen Technum Afdeling Ruimtelijke Planning Leiepark 18 9051 Gent T 09 240 09 11 F 09 240 09 00 INHOUD 1 OPVOLGING, OVERLEG EN SAMENWERKING...

Nadere informatie

LOKALE UITDAGINGEN Wonen anno 2015

LOKALE UITDAGINGEN Wonen anno 2015 LOKALE UITDAGINGEN Wonen anno 2015 Beweging.net - 25 april 2015 Schepen van wonen (Meise) Sonja BECQ LOKALE UITDAGINGEN UITDAGINGEN MIDDELEN 2 UITDAGINGEN UITDAGINGEN Vergrijzing van de bevolking: 4 UITDAGINGEN

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare Bindend gedeelte Inhoud 1 RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN VAN UIT DE GEWENSTE DEELSTRUCTUREN... 2 1.1 RUIMTELIJKE

Nadere informatie

Aanstiplijst sociale last en last bescheiden woonaanbod

Aanstiplijst sociale last en last bescheiden woonaanbod Aanstiplijst sociale last en last bescheiden woonaanbod RWO-20110530 In te vullen door de behandelende gemeente ontvangstdatum Wie vult dit formulier in? De aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning

Nadere informatie

Het bindend sociaal objectief halen na de arresten van het Grondwettelijk Hof kansen en knelpunten. Jeroen Schreurs Tom Nulens Jeroen Van Pottelberge

Het bindend sociaal objectief halen na de arresten van het Grondwettelijk Hof kansen en knelpunten. Jeroen Schreurs Tom Nulens Jeroen Van Pottelberge Het bindend sociaal objectief halen na de arresten van het Grondwettelijk Hof kansen en knelpunten Jeroen Schreurs Tom Nulens Jeroen Van Pottelberge Inleiding en situering Arrest nr. 145/2013 van het Grondwettelijk

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 3e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Gemeente Moorslede Dienst ruimtelijke ordening Marktplaats 1 8890 Moorslede Tel.: 051/788 914 Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Principiële goedkeuring

Nadere informatie

WOON RESERVE GEBIEDEN. 20 juli Leiegardens 2014, Your Estate Solution

WOON RESERVE GEBIEDEN. 20 juli Leiegardens 2014, Your Estate Solution WOON RESERVE GEBIEDEN 20 juli 2018 Leiegardens 2014, Your Estate Solution SITUERING Woonreservegebieden (± 12.000ha) = woonuitbreidingsgebieden (WUG s) + specifieke reservegebieden reservegebieden voor

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Gemeente Kruishoutem Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Ontwerp Bindend gedeelte Uitgave Datum 1 november 2004 2 februari 2005 3 mei 2005 4 oktober 2005 5 april 2006 Studiebureau VDS b.v.b.a.

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Definitief Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk

Nadere informatie

Sociale huur in kleine kernen Westhoek Leader Westhoek - 18/11/2013 1 5. en dus geen sociale koopwoningen of doelgroepwoningen van het OCMW/gemeente.

Sociale huur in kleine kernen Westhoek Leader Westhoek - 18/11/2013 1 5. en dus geen sociale koopwoningen of doelgroepwoningen van het OCMW/gemeente. Sociale huur in kleine kernen Westhoek 10 aanbevelingen ifv inplanting en concept sociale huur Leader Westhoek - 18/11/2013 I. Aanbevelingen voor het lokaal woonbeleid a) Bewust kiezen voor een onderbouwde

Nadere informatie

Bijlage III. De bespreking van deze deelgebieden is hieronder weergegeven.

Bijlage III. De bespreking van deze deelgebieden is hieronder weergegeven. Bijlage III De N43 is een belangrijk structuurbepalend element in de ruimte tussen Gent en Kortrijk, en situeert zich als historische ontwikkelingsas tussen de oude as van de Leie en de nieuwe as van de

Nadere informatie

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne PRESENTATIE GRS Herne Wat komt aan bod: Wat is een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan? Hoe past het gemeentelijk structuurplan in het structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse overheid?

Nadere informatie

Monitoring van het sociaal woonaanbod. De realisatie van een sociaal woonaanbod op gemeentelijk niveau

Monitoring van het sociaal woonaanbod. De realisatie van een sociaal woonaanbod op gemeentelijk niveau Monitoring van het sociaal woonaanbod De realisatie van een sociaal woonaanbod op gemeentelijk niveau Structuur toelichting 1. Definitie sociaal woonaanbod 2. Monitoring van het sociaal woonaanbod 3. Toename

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is slechts een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 maart 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Gewestelijk RUP - Bonheiden, Rotselaar, Tremelo,

Nadere informatie

Wonen in Vlaanderen. Mercedes Van Volcem Vlaams Parlementslid

Wonen in Vlaanderen. Mercedes Van Volcem Vlaams Parlementslid Wonen in Vlaanderen Editie Ardooie Hooglede Ingelmunster Izegem Ledegem Lichtervelde Meulebeke Moorslede Oostrozebeke Pittem Roeselare Staden Tielt Wingene Mercedes Van Volcem Vlaams Parlementslid Inhoud

Nadere informatie

BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A,

BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A, 1 BPA CENTRUM ZUID, WIJZIGING A, herziening en uitbreiding 2 1. SITUERING VAN HET BPA Het Bpa is gesitueerd in de deelgemeente Dadizele, ten zuidwesten van de kerk en de Marktplaats, meer bepaald ten zuiden

Nadere informatie

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 RUP Hernieuwenburg Wielsbeke Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied Aanleiding aan te pakken ruimtelijke vraagstukken

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Overheden

Hoofdstuk 1. Overheden INTERNE ANALYSE 7 Hoofdstuk 1. Overheden 1. Vlaamse overheid Het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed is één van de 13 beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid. Het bestaat

Nadere informatie

EDITIE CIJFERKORF WONEN

EDITIE CIJFERKORF WONEN EDITIE 2011 - CIJFERKORF WONEN Het Steunpunt Sociale Planning en de dienst Wonen, Afdeling Levenskwaliteit en Zorg van de Directie Mens bieden woningmarktgegevens aan op gemeentelijk niveau aan gemeenten,

Nadere informatie

Speerpunt 2018 Ruimtelijke Ordening. Ruimtelijke - Ordening

Speerpunt 2018 Ruimtelijke Ordening. Ruimtelijke - Ordening Ruimtelijke - Ordening 1 2 Woord vooraf Een gemeente die zijn Ruimtelijke Ordening serieus neemt, streeft ernaar dat dit gedragen wordt door de meerderheid van zijn inwoners. Om draagkracht te verkrijgen

Nadere informatie

Infovergadering woensdag 15 september 2010

Infovergadering woensdag 15 september 2010 Infovergadering woensdag 15 september 2010 RUP Mussenhoeve 1 Overzicht Verwelkoming Koen T Sijen, burgemeester Situering Ria Van Den Heuvel, schepen ruimtelijke ordening Voorstelling RUP Etienne Symens,

Nadere informatie

Wonen in multifunctionele woonkernen

Wonen in multifunctionele woonkernen Herziening RSL2 Ontwerp 27 november 2017 Wonen in multifunctionele woonkernen Inleiding Kernnota Thema s Stadsdelen & Deelruimten Prioritaire Projecten 101 Wonen in multifunctionele woonkernen B. Bestaande

Nadere informatie

Wonen in multifunctionele woonkernen

Wonen in multifunctionele woonkernen Herziening RSL2 Ontwerp 7 maart 2017 Wonen in multifunctionele woonkernen Inleiding Kernnota Thema s Stadsdelen & Deelruimten Prioritaire Projecten 99 Wonen in multifunctionele woonkernen B. Bestaande

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

RUP Beverlo centrum. Een nieuwe ruimtelijk kader voor versterken van de dorpskern. versterking. Dorpskern

RUP Beverlo centrum. Een nieuwe ruimtelijk kader voor versterken van de dorpskern. versterking. Dorpskern RUP Beverlo centrum Een nieuwe ruimtelijk kader voor versterken van de dorpskern Dorpskern versterking Vooraf: wat is een RUP? Ruimtelijke ordening en ruimtelijke planning Gewestplan legt bestemmingen

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Ledegem DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Ledegem DEEL 3: BINDEND GEDEELTE Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Ledegem DEEL 3: BINDEND GEDEELTE G.R.S. LEDEGEM DEEL 3: BINDEND GEDEELTE - I INHOUD 0. INLEIDING 1 1. SELECTIES OP GEMEENTELIJK NIVEAU 2 1.1. NEDERZETTINGSSTRUCTUUR

Nadere informatie

Procentuele omvang van het bijkomend sociaal huuraanbod in het kader van de specifieke inhaalbeweging

Procentuele omvang van het bijkomend sociaal huuraanbod in het kader van de specifieke inhaalbeweging waarvoor het objectief geldt, kan de Vlaamse Regering een uitstel van ten hoogste vijf jaar verlenen. 2. Indien de procentuele verhouding van het sociaal huuraanbod ten opzichte van het aantal huishoudens

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE 2014-2019 Vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 27 maart 2014 en vervangen bij gemeenteraadsbeslissing

Nadere informatie

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit De gemeenteraad Ontwerpbesluit OPSCHRIFT Vergadering van 22 februari 2016 Besluit nummer: 2016_GR_00128 Onderwerp: Sluiten van een gewijzigde sociale woonbeleidsconvenant 2014-2016 met de Vlaamse regering

Nadere informatie

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Inleiding Aanpak problematiek van de weekendverblijven Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Verdere stappen Vragen? 6 mei 2009 dienst ruimtelijke planning - PRUP Leugenboombos 1

Nadere informatie

Ruimtelijke aspecten van het wonen

Ruimtelijke aspecten van het wonen Ruimtelijke aspecten van het wonen Doel van de sessie Wat is een ruimtelijk woonbeleid Implementatie van wonen in het ruimtelijk beleid Wat kan de rol van de lokale dienst wonen / IGS zijn in het ruimtelijk

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is slechts een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager

Nadere informatie

Actieprogramma onbebouwde percelen in eigendom van Vlaamse overheden en semipublieke rechtspersonen Gemeente Sint-Pieters-Leeuw

Actieprogramma onbebouwde percelen in eigendom van Vlaamse overheden en semipublieke rechtspersonen Gemeente Sint-Pieters-Leeuw Actieprogramma onbebouwde percelen in eigendom van Vlaamse overheden en semipublieke rechtspersonen Gemeente Sint-Pieters-Leeuw 1. Algemene context/inleiding Het decreet betreffende het Grond - en Pandenbeleid

Nadere informatie

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Berquin Notarissen Beroep: Notaris Adres: Lloyd Georgelaan 11 1000 brussel Datum van aanvraag: 15/09/2017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente: DILBEEK Postnummer:

Nadere informatie

PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS

PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS LOKALE REGIE MOGELIJK MAKEN WAARSCHOOT 214 Sociaal wonen is bij uitstek een lokale aangelegenheid en onderwerp van de regisserende gemeente.

Nadere informatie

Module Grond- en pandenbeleid

Module Grond- en pandenbeleid Module Grond- en pandenbeleid Voor het onderdeel grond-en pandenbeleid over het sociaal wonen in de gemeente zijn er administratieve data beschikbaar en deze zullen hier dus niet bevraagd worden. De vragen

Nadere informatie

13/ / Informatief deel

13/ / Informatief deel 13/183 43-03/26000512 DEEL 2 Informatief deel Leeswijzer Het is de bedoeling dat het informatief gedeelte de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente schetst, met inbegrip van de ruimtelijk relevante

Nadere informatie

Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente.

Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente. Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente. Voorgelegd aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Ambtenaar op 28/01/2010 Voorgelegd aan de GECORO in zitting

Nadere informatie

PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS

PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS LOKALE REGIE MOGELIJK MAKEN NEVELE 214 Sociaal wonen is bij uitstek een lokale aangelegenheid en onderwerp van de regisserende gemeente.

Nadere informatie

GEMEENTE LIERDE RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN BINDEND GEDEELTE

GEMEENTE LIERDE RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN BINDEND GEDEELTE GEMEENTE LIERDE RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN BINDEND GEDEELTE GRS LIERDE BINDEND GEDEELTE I INHOUD 1. VOORSTEL BINDENDE BEPALINGEN 2 1.1. WOON- EN LEEFSTRUCTUUR 2 1.2. RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR 3 1.3.

Nadere informatie

23016_D_0145_X_003_00

23016_D_0145_X_003_00 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Dirk Van Den Haute Beroep: Notaris Adres: Gustaaf Vandersteenstraat 10 1750 Sint-Kwintens-Lennik Datum van aanvraag: 31/08/2017 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente:

Nadere informatie

SumResearch Urban Consultancy

SumResearch Urban Consultancy SumResearch Urban Consultancy GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN LEDE Deel II: richtinggevend deel SumResearch / Ruimtelijk Structuurplan Lede richtinggevend deel - i INHOUDSTAFEL INLEIDING 1 1. UITGANGSHOUDING,

Nadere informatie

Richtinggevend gedeelte

Richtinggevend gedeelte 116/183 43-03/26000512 DEEL 3 Richtinggevend gedeelte Leeswijzer In het voorgaande informatief gedeelte werd een analyse van de bestaande ruimtelijke structuur gemaakt door vanuit een globale en sectorale

Nadere informatie

ADVIES OVER DE VRIJSTELLING VAN DE SPECIFIEKE INHAALBEWEGING VOOR SOCIALE HUURWONINGEN

ADVIES OVER DE VRIJSTELLING VAN DE SPECIFIEKE INHAALBEWEGING VOOR SOCIALE HUURWONINGEN ADVIES OVER DE VRIJSTELLING VAN DE SPECIFIEKE INHAALBEWEGING VOOR SOCIALE HUURWONINGEN Advies 2016/14 8.09.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud van het ontwerpbesluit...

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

23070_E_0141_V_000_00

23070_E_0141_V_000_00 IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER Naam: Carl Ockerman Beroep: Notaris Adres: Lloyd Georgelaan 11 1000 Brussel Datum van aanvraag: 25 september 2015 IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL Gemeente: DILBEEK Postnummer:

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager IDENTIFICATIE

Nadere informatie

In opdracht van Gemeentebestuur Maldegem. Bindend gedeelte. Studiebureau Vansteelandt bvba

In opdracht van Gemeentebestuur Maldegem. Bindend gedeelte. Studiebureau Vansteelandt bvba Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Maldegem In opdracht van Gemeentebestuur Maldegem Bindend gedeelte december 2005 Studiebureau Vansteelandt bvba Stationsstraat 3a 9810 Eke (Nazareth) tel: 09/243 81

Nadere informatie