Bedenkingen bij de dynamische-theoriegestuurde profielinterpretatie
|
|
- Philomena van de Brink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Wetenschap Bedenkingen bij de dynamische-theoriegestuurde profielinterpretatie Eurelings-Bontekoe en Snellen (2003) beschrijven in hun boek Dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek een diagnostische methode gebaseerd op een aantal eenvoudig af te nemen vragenlijsten waarvan de uitkomsten met elkaar in verband worden gebracht. Schalen binnen een test en schalen van verschillende tests vormen zogenaamde profielen die door middel van psychodynamische theorieën van betekenis worden voorzien. Tegenstrijdigheden in het materiaal worden theoretisch verklaard, waardoor er volgens de schrijvers geen informatie verloren gaat. Het doel is niet slechts het diagnosticeren van de (voorgrond)pathologie van de patiënt maar het doorgronden en verstehen van het totale individu. De dynamische-theoriegestuurde profielinterpretatie (dtp) levert voor diagnostici op het oog fantastische uitkomsten op. Niet langer hoeft men zich te beperken tot het vaststellen van de symptomatologie, maar de rijke en coherente beschrijvingen die uit de methode voortvloeien, geven een compleet beeld van zowel de stoornis en persoonlijkheid van de patiënt, als van de onderliggende etiologische en verklarende processen. De dtp-methode lijkt inmiddels dan ook populair onder diagnostici, getuige de belangstelling voor de dtp-workshops in het hele land en de tweede druk van het recent uitgegeven boek. Bij nadere bestudering van dit boek blijkt echter een aantal ernstige bezwaren aan de dtp te kleven, welke wij hier nader onder de aandacht willen brengen. Achtereenvolgens komen de volgende kwesties aan de orde: a) onduidelijkheid ten aanzien van wat de dtp-methode precies omvat; b) oneigenlijk gebruik van de tests: conceptual drift; c) veronachtzaming van de beperkte betrouwbaarheid van testscores; d) extreem doorwerken van fouten; e) pathologiserende interpretaties; f) gebrek aan empirische fundering. De dynamische-theoriegestuurde profielinterpretatie van Eurelings-Bontekoe en Snellen kan zich verheugen in een toenemende populariteit onder Nederlandse diagnostici. Al jaren wordt deze methode door het hele land gedoceerd en gebruikt. In 2003 publiceerden de bedenkers het boek Dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek, waarin uitgangspunten en werkwijze hiervan beschreven staan. Voldoende redenen om de methode eens nauwkeurig te bestuderen. Dat levert ernstige bedenkingen op bij de betrouwbaarheid en validiteit van deze manier van diagnosticeren. Wineke Smid en Jan-Henk Kamphuis Dit artikel sluit af met enkele concrete aanbevelingen ter verbetering van de dtp. Wat omvat de DTPmethode precies? Het boek maakt onvoldoende duidelijk wat de methode precies inhoudt. De auteurs openen het boek met het beschrijven van een zeer uitgebreide multidimensionale diagnostiek waarbij in zes domeinen van het menselijk functioneren met meerdere instrumenten wordt gemeten. Direct na de beschrijving van deze ideale diagnostische methode geven ze aan dat een dergelijk uitgebreid onderzoek meestal niet tot de mogelijkheden behoort. Dat is niet verwonderlijk, want dit programma omvat minstens vijftien uur aan vragenlijsten, projectieve tests en semi-gestructureerde interviews. In dat verband brengen de auteurs de methode terug tot een zogenaamde korte screening (p. 54), die bestaat uit nvm (Luteijn en Kok, 1985), npv (Luteijn et al., 1985) en ucl (Schreurs et al., 1993); drie vragenlijsten met in totaal 216 ja/ nee-vragen en 47 vierkeuzevragen. Volgens de diverse handleidingen kunnen deze lijsten samen in 95 minuten worden ingevuld, gescoord en geïnterpreteerd. Dat lijkt ineens wel erg karig, zeker gezien de pretentie dat hiermee de totale persoon in beeld wordt gebracht. Er wordt voor de keuze van juist deze drie instrumenten in het boek geen andere reden genoemd dan dat wij goede ervaringen hebben met deze methode (p. 54). In het boek worden lang niet alle onderdelen van de uitgebreide diagnostiek behandeld en er wordt evenmin een casus beschreven van de uitgebreide methode, wat doet vermoeden dat de dtp in de praktijk bestaat uit de korte screening. De testbatterij van die korte screening varieert overigens van hoofdstuk tot hoofdstuk. De nvm maakt er altijd deel van uit, aangevuld met mmpi-2, npv, ucl, neo-pi-r en tci in wisselende combinaties. Aldus ontstaat de indruk dat de dtp in essentie bestaat uit de verschillende korte methodes en dat zowel de conceptuele basis van de dtp als de daarop Wetenschap februari
2 gebaseerde uitgebreide diagnostische methode eerder voortkomen uit deze korte screening dan andersom. Hoe het ook zij, door alle onduidelijkheid over de precieze inhoud, valt uit het boek geen vastomlijnde methode te leren. Oneigenlijk gebruik van de tests Duidelijk is dat de nvm (Nederlandse Verkorte mmpi; Luteijn & Kok, 1985) de spil van de dtp vormt. Door middel van die nvm wordt de persoonlijkheidsorganisatie volgens Kernberg (1984) bepaald en vervolgens worden de resultaten van alle andere tests op basis van deze persoonlijkheidsorganisatie geïnterpreteerd. Basaal is de onderverdeling in neurotische, borderline, en psychotische persoonlijkheidsorganisatie en narcistische Negativisme Somatisatie Somatisatie Verlegenheid Verlegenheid Psychopathologie Extraversie Extraversie dynamiek. Binnen deze basale verdeling is nog een aantal subcategorieën ondergebracht, wat leidt tot in totaal dertien mogelijke variaties in persoonlijkheidsorganisatie. Deze persoonlijkheidsorganisaties worden voorzien van uitgebreide, beeldende beschrijvingen, waarvan een voorbeeld wordt gegeven in Tabel 1 (zoals overgenomen uit het boek op p. 90). Vroeg narcisme, neurotisch overdekt (eveneens te categoriseren onder de as-if borderline-pathologie): van dit profiel is sprake als psy = 0-3 (benedengemiddeld-bovengemiddeld) en verl = 11, 12 of 13 (benedengemiddeld-hoog). Hierbij is enerzijds sprake van borderline dynamiek, anderzijds wordt deze dynamiek op het manifeste niveau overdekt door een aangepaste/ neurotisch aandoende façade. Deze mensen kunnen vrij langdurig aangepast en adequaat functioneren, maar kunnen, onverwacht en plotseling, deviant gedrag vertonen. Wanneer de Extraversie bovengemiddeld en hoger is bij dit profiel, zullen impulscontroleproblemen, mogelijk in de vorm van verslavingsproblemen, overheersen. Bij Extraversie-scores van benedengemiddeld en lager zal vooral de narcistische dynamiek overheersen, zich manifesterend in krenkbaarheid, depressie, een grote controlebehoefte en dwangmatigheid, sterk perfectionisme, al dan niet bedekte grootheidsfantasieën en snel te mobiliseren woede na kritiek en verlating. De patiënt doet een appel op de hulpverlening met neurotisch aandoende klachten, maar als men als hulpverlener hierop ingaat, stuit men op een zekere mate van trots, op basis waarvan de patiënt het ook weer moeilijk vindt hulp te accepteren en deze dan ook neigt af te wijzen. Er is dan ook vaak ambivalentie met betrekking tot het vragen van hulp. In feite ziet men onderliggend de (narcistische) dynamiek behorend bij het profiel van de lage verl/lage ex. Tabel 1. Beschrijving van een persoonlijkheidsorganisatie vastgesteld door middel dan de NVM, conform de DTP-richtlijnen. Dit gebruik van de nvm binnen de dtp is op zijn zachtst gezegd onorthodox. Zo hadden Luteijn en Kok het stellig niet bedoeld toen zij in hun handleiding meldden dat de nvm geschikt is voor de bepaling van enige persoonlijkheidsaspecten (Luteijn & Kok, 1985, p. 5). Om de persoonlijkheidsorganisatie volgens Kernberg te bepalen bestaan andere Volgens de handleiding Geen negatieve vijandige instelling Neiging tot somatiseren of somatische aandoening Geen neiging tot somatiseren Vaak verlegen, terughoudend, introvert Vlot, open en sociabel Niet afwijkend Extravert, energiek en actief in sociale contacten Niet extravert Volgens de dtp Gebrek aan introspectie en loochening of verdringing van dynamiek Regressieve afhankelijkheid en manipulatie, of bewaren psychisch evenwicht Narcistische tegenafhankelijkheid Controle, frustratietolerantie, sociale aangepastheid Illusie van absolute controle over agressieve gevoelens Sociale wenselijkheid, ontkenning van angst en kwetsbaarheid Prikkelhonger, geen structuur van binnenuit Introvert, naar binnen gekeerd, gedragsinhibitie Tabel 2. (Verschillen in de) meetpretenties van de NVM-Schalen tussen de handleiding en de DTP. instrumenten, bijvoorbeeld het Structurele Interview van Kernberg zelf (1984). Eurelings-Bontekoe en Snellen werken om onvermelde redenen liever met de nvm, hetgeen een forse conceptual drift betekent ten opzichte van de oorspronkelijk meetpretentie van de nvm. De conceptual drift geldt zowel voor het instrument als geheel, als per schaal. De nvm-handleiding (Luteijn & Kok, 1985) is in het algemeen terughoudend in het toeschrijven van meetpretenties aan de schalen. Eurelings-Bontekoe en Snellen gaan daarin veel verder dan deze handleiding toestaat en in een aantal gevallen staat de door hen gegeven betekenis zelfs haaks op de originele meetpretentie (zie Tabel 2). De enorme conceptuele verschuivingen beperken zich overigens niet tot de nvm. Ook bij de interpretatie van de andere tests zijn opmerkelijke begripsverschuivingen te vinden. Het boek biedt geen bewijs voor deze nieuwe en afwijkende meetpretenties, noch bestaat er enig gepubliceerd valideringsonderzoek naar deze betekenissen, hetgeen doet vermoeden dat deze kennis berust op de klinische inzichten en ervaring van de auteurs. De Cotan-beoordeling voldoende die de gebruikte tests krijgen met betrekking tot hun validiteit (Evers et al., 2000), geldt zodoende niet voor de validiteit van de dtp. Veronachtzaming van de beperkte betrouwbaarheid De binnen de dtp gebruikte tests krijgen stuk voor stuk een Cotan-beoordeling voldoende met betrekking tot betrouwbaarheid (Evers et al., 2000) en de standaardmeetfouten van de meeste schalen zijn normaal van omvang. De gerapporteerde meetfouten zijn echter wel te groot om de scores te gebruiken op de wijze die de auteurs voorstaan, waarbij met name het gebruik van de nvm twijfelachtig is. In het algemeen geldt dat hoe extremer de gevonden schaalscore van een individu is, des te aannemelijker het is dat diens werkelijke score ook van het gemiddelde afwijkt. Maar met behulp van de standaardmeetfout en eenvoudige algoritmes kan 72 Wetenschap februari 2005
3 men uitrekenen dat bijvoorbeeld een gevonden score van 22 ( hoog ) op de ex-schaal van de nvm toch nog in meer dan 5% van de gevallen duidt op een werkelijke score gelijk aan of kleiner dan 17, het gemiddelde. Al met al is duidelijk dat specifieke scores van een individu met passende terughoudendheid geïnterpreteerd dienen te worden. Bij de dtp wordt op geen enkele wijze rekening gehouden met deze beperkingen. Sterker nog, er wordt in de dtp bewust veel waarde gehecht aan slechts kleine scoreverschuivingen. (p. 67) Dat doen Eurelings-Bontekoe en Snellen onder andere door te kijken naar de zogenaamde a-p-range van de scores. Dat wil zeggen dat de individuele scores afgezet worden tegen twee normgroepen tegelijk, de algemene normgroep en de psychiatrische patiëntengroep. In plaats van een matigende invloed, hebben deze extra vergelijkingen een polariserende invloed op de interpretatie. Zo is een ruwe Verlegenheid-score van 11 bovengemiddeld voor normalen en benedengemiddeld voor psychiatrische patiënten. Een ruwe score van 12 is hoog voor normalen, maar nog steeds benedengemiddeld voor patiënten. Zouden we alleen de normgroep patiënten hanteren, dan zou er tussen de hoogte van deze twee scores geen verschil zijn: beide worden geclassificeerd als benedengemiddeld. Door de score af te zetten tegen beide normgroepen, wordt zichtbaar dat score 12 inderdaad hoger is dan score 11. Wat is hiervan het kernprobleem? Een scoreverschil van één punt kan leiden tot een wezenlijk andere uitspraak over iemands fundamentele persoonlijkheidsorganisatie (zie Tabel 3), welke dan vervolgens tot uitgangspunt en moderator wordt gemaakt voor alle andere interpretaties. Van tekortschietende controle en dus van low-level borderlinepathologie is sprake wanneer de Verlegenheid-score 13. Van zwakke controle en dus van psychotische organisatie is sprake wanneer de Verlegenheid-score 14. (p. 139) Een verschil van één punt op de Verlegenheid-schaal (meetfout 2.75) maakt hier dus het verschil tussen een borderline- en een psychotische organisatie. De kans echter dat bij een gevonden score van 14 de werkelijke score 13 of lager is, is psy verl som neg Zwak neurotisch Neurotisch Neurotisch High-level borderline Impulsief/afhankelijke borderline Psychotische borderline Low-level (core) borderline 8 13 Latente low-level (core) borderline Onrijpe persoonlijkheid Overdekt vroeg narcisme Vroeg narcisme Latente psychotische organisatie Psychotische organisatie Tabel 3. Indeling van Persoonlijkheidsorganisaties op basis van nvmschaalscores. ongeveer 36%, dus de diagnose bij zo n grensscore is in drie tot vier van de tien gevallen verkeerd. Zelfs als de diagnoses in principe conceptueel valide zouden zijn, zijn ze daarmee in veel gevallen statistisch te onzeker. Extreem doorwerken van fouten Naast de conceptual drift en de veronachtzaming van meetfouten van de individuele instrumenten is de dtp nog eens extra gevoelig voor fouten door de manier waarop de tests met elkaar in verband worden gebracht. Nadat de persoonlijkheidsorganisatie door middel van de nvm is vastgesteld, worden alle verdere resultaten in het licht van deze uitkomst bekeken. De met de nvm bepaalde persoonlijkheidsorganisatie is input en startpunt voor de interpretatie van de overige tests. De uitkomsten die stroken met de nvm vormen bevestiging en de uitkomsten die in tegenspraak zijn met de nvm worden wegverklaard (door middel van toestandsbeeld, afweer, et cetera). De tegenstrijdigheden in de uitkomsten krijgen dus steevast een theoretisch inhoudelijke verklaring, waardoor de tegenstrijdigheden ook weer een bevestiging vormen voor die nieuwe theorie; er wordt dus niets gefalsifieerd/gecorrigeerd. Volgens de auteurs is het voordeel van deze werkwijze dat er geen informatie verloren gaat, alles wordt gebruikt. Dat is zeker waar, maar dat betekent dat er ook niets verloren gaat van wat wel verloren zou moeten gaan, namelijk meetfouten en verkeerde interpretaties. Een enkele meetfout op een enkele schaal van de nvm beïnvloedt zodoende niet alleen de beoordeling op die schaal, maar via de interpretatieve cascade de hele nvm en vervolgens alle andere tests. De invloed van fouten wordt exponentieel vergroot door deze manier van (over)interpreteren. Anderzijds leiden deze top-downinterpretaties tot verleidelijk/misleidend mooie samenhangende beschrijvingen zonder onaangename tegenstrijdigheden. Alles wordt passend gemaakt binnen het kader van de persoonlijkheidsorganisatie. Eenmaal door de nvm veroordeeld tot narcistische dynamiek bijvoorbeeld, wordt elke gunstige score op een ander instrument onveranderlijk geïnterpreteerd als ontkenning van de eigen zwakheden. Zo ontstaat een zeer duidelijke, coherente omschrijving van een narcistische persoonlijkheid. De interne consistentie van de beschrijvingen kan bij de clinicus ten onrechte de indruk wekken dat deze dan ook wel accuraat zullen zijn. Pathologiserende interpretaties De dtp interpreteert zowel absolute verhogingen en verlagingen op de schalen alsook relatieve verhogingen van de schalen ten opzichte van elkaar. Een gevolg van deze relatieve interpretatie is dat ook gemiddelde scores geregeld problematische betekenis krijgen, wanneer ze relatief te hoog of te laag gevonden worden in vergelijking met andere schalen. Een gemiddelde Verlegenheid-score is bijvoorbeeld problematisch laag wanneer de Extraversie-score ook laag of juist hoog is (p. 72). De profielinterpretatie gaat daar zo ver in dat Wetenschap februari
4 zelfs een gemiddelde score op alle schalen (van de ucl) als zeer problematisch aangemerkt kan worden (p. 181), hetgeen toch bizar overkomt. Overigens kenmerkt dit fenomeen de dtp meer in het algemeen: het is onmogelijk om niet problematisch te scoren. Elke mogelijke score op de nvm leidt tot een neurotische, borderline- of psychotische persoonlijkheidsorganisatie dan wel narcistische dynamiek. Een neurotische organisatie wijst weliswaar op een relatief rijpere persoonlijkheid en late persoonlijkheidpathologie (p. 85), maar dus nog steeds op persoonlijkheidspathologie. Iemand die volgens de algemene normen van de nvm op alle schalen volstrekt gemiddeld scoort, krijgt de diagnose vroeg narcisme, de as-if -borderline [met een] structureel gebrek aan sociale souplesse, moeite met afhankelijkheid, vervreemding. [Daarbij] primair narcistische affectafweer, tegenafhankelijkheid, mogelijk ter overdekking van sociaal onvermogen en splijting van het gevoelsleven met massale loochening van primitieve agressie, die, gezien de stabiliteit, lang kan worden volgehouden, maar wel onverwacht kan doorbreken, leidend tot acting-out van agressie, angstklachten of zelfs psychose. (p. 89) Wellicht om voor de hand liggend commentaar voor te zijn, stellen de auteurs dat er voor het diagnostisch dtp-onderzoek een zogenaamde reason for encounter moet zijn. Dat wil zeggen dat er de zekerheid bestaat dat er iets mis is met de patiënt. Deze denktrant impliceert dat de dtp bij zieken iets fundamenteel anders meet dan bij gezonde mensen en dat is een opmerkelijk uitgangspunt dat op zijn minst wat meer toelichting had verdiend. Er is bovendien ook wat voor te zeggen om bij psychodiagnostiek open te houden óf er sprake is van pathologie, zeker gezien het feit dat hier sprake is van persoonlijkheidsdiagnostiek. Kan het niet zijn dat de patiënt encounter zoekt op grond van een toestandsbeeld, of vanwege een moeizaam huwelijk, zonder dat er persoonlijkheidspathologie in het geding is? Gebrek aan empirische fundering Zonder meer het grootste manco van de dtp is dat ruim tien jaar na de eerste beschrijvingen van de methode (Snellen, 1990; Snellen, 1993), nog steeds niets is gepubliceerd aan empirische onderbouwing. In het boek wordt melding gemaakt van één ongepubliceerde studie met veelbelovende resultaten, die echter niet beschreven worden. Zeker gezien het feit dat de dtp in het hele land wordt gedoceerd en gebruikt, is dat een meer dan bedroevende stand van zaken. Eurelings-Bontekoe en Snellen voeren aan dat er wel sprake zou zijn van voldoende klinische evidentie voor de in dit boek beschreven werkwijze (p. 11). Op dezelfde bladzijde geven ze aan wat die klinische evidentie dan is: ze horen van degenen die de dynamisch-diagnostische, hypothesegenererende werkwijze [= dtp] hebben leren kennen en hiermee aan de slag zijn gegaan hoezeer het hun klinisch werken heeft verdiept. Daaruit blijkt hooguit dat clinici het een prettige methode vinden om mee te werken. Dat is natuurlijk fijn en ook niet onbelangrijk, maar het zegt hoegenaamd niets over de betrouwbaarheid en validiteit van de diagnoses. De auteurs melden tevens dat patiënten zich bij assessment met deze methode zeer serieus genomen, begrepen en erkend voelen. Dit is ook positief, maar laat een hoop te raden over. Voelen patiënten zich bij andere diagnostiek minder begrepen? Hoe accuraat zijn de diagnoses en leiden ze tot succesvolle behandeling? En hoe verhoudt dat zich tot andere diagnostische methodes? Klinische ervaring is zeker waardevol en kan uitstekend als uitgangspunt dienen voor wetenschappelijk/empirisch onderzoek, maar het kan nooit de enige kurk zijn waar een hele methode op drijft. Ook Luteijn, de maker van de nvm, heeft daar een uitgesproken mening over (Luteijn & Barelds, 2003): Deze profielinterpretaties berusten echter vooral op klinische ervaring en enige gevalsbeschrijvingen en zijn bijgevolg speculatief. De auteurs houden uiteindelijk wel een empirische slag om de arm door te zeggen dat alle uitkomsten en diagnoses van de dtp in principe hypothesen zijn die nog getoetst moeten worden, maar ze geven niet aan hoe dat precies moet gebeuren. De suggestie die ze doen, is toetsen met behulp van andere informatie, zoals informatie afkomstig uit andere tests, (hetero) anamnese en klinische observaties. (p. 12) Dit is een veel te vrijblijvende opstelling waarbij Eurelings-Bontekoe en Snellen het probleem doorschuiven naar de individuele diagnosticus, terwijl het beter zou zijn om zo veel mogelijk betrouwbaarheid en validiteit in de methode zelf in te bouwen, dan wel uitdrukkelijk te vermelden waar de problemen met betrekking tot de betrouwbaarheid en validiteit binnen de dtp precies liggen vandaar ook deze bijdrage. Conclusie en aanbevelingen Is de dtp nu waardeloos? Zeker niet per definitie: in de uitgangspunten ligt de belofte van een aantal aansprekende voordelen boven de klassieke diagnostiek. Het voornaamste probleem is dat nog volstrekt onbekend is of de dtp die beloften waarmaakt, omdat er nog niets aan valideringsonderzoek is gedaan. Daarnaast leidt het voorbijgaan aan de statistische beperkingen van de instrumenten tot een onacceptabele onzekerheid van de uitkomsten. De volgende concrete aanbevelingen zouden een start kunnen zijn ter ontwikkeling van de dtp. Standaardiseren. De dtp zou gestandaardiseerd moeten worden, zodat duidelijk is welke tests er wel en niet bij horen. Vervolgens zou er, ten behoeve van de betrouwbaarheid, een eenduidig protocol van de methode moeten komen, waarin de regels voor interpretatie uitputtend worden beschreven, zodat iedereen precies dezelfde methode kan hanteren. Gebruik NVM heroverwegen. Daar de nvm niet is gemaakt om persoonlijkheidsorganisatie te meten, zou het beter zijn om hier toch een ander, specifieker instrument voor te gebruiken, mede gezien de grote invloed van de persoonlijkheidsorganisatie op de rest van de interpretaties. Te denken valt aan het Structurele Interview van Kernberg. Als de auteurs de nvm toch zouden willen handhaven, dan zou eerst een validatieonderzoek moeten worden gedaan waaruit blijkt dat de nvm-diagnoses voldoende correleren met een gouden standaard -maat voor persoonlijkheidsorganisatie (Kernbergs interview?). 74 Wetenschap februari 2005
5 Rekening houden met beperkte betrouwbaarheid. Men dient consequent de normale tolerantiemarges voor onzekerheid aan te houden bij het interpreteren van de scores. Daartoe lijkt het noodzakelijk het aantal categorieën van persoonlijkheidsorganisatie afgeleid uit de nvm drastisch terug te brengen om de betrouwbaarheid van de diagnose op een aanvaardbaar niveau te brengen. Empirisch verantwoorden. Er moet nog erg veel onderzoek worden gedaan om de betekenissen die de dtp aan schaalscores en combinaties van schaalscores geeft empirisch te verankeren. Daarnaast moet aan de gebruiker duidelijk worden gemaakt waar de huidige risico s met betrekking tot de betrouwbaarheid en validiteit van de dtp liggen en hoe groot deze zijn. Met andere woorden: er moet worden aangegeven waar de betekenissen afwijken van de handleidingen en welke steun daar op dit moment voor is. Er moet worden aangegeven wat de meetfouten zijn en wat dat betekent voor de gevonden score ten opzichte van de werkelijke score. Pas dan kan de clinicus werkelijk met informed consent kiezen de dtp wel of niet te gebruiken. Er moet dus nog heel veel gebeuren aan de dtp. Eurelings- Bontekoe en Snellen geven in hun boek hooguit een ruwe schets van een diagnostische methode die interessant zou kunnen zijn, maar met de accurate omschrijving en de empirische fundering zijn ze eigenlijk nog maar net begonnen. Totdat er een acceptabele betrouwbaarheid van de diagnoses is bereikt en enige steun is gevonden voor hun validiteit, lijkt het niet verstandig deze methode op grote schaal te gebruiken. Epiloog Met ingang van 2004 is de nvm uit de handel genomen omdat de uitgever van de mmpi-2 geen verkorte versies meer op de markt toestond. Daar de nvm de spil van de dtp vormt, lijkt dit een ernstige gebeurtenis. Te meer daar de officiële vervanger van de nvm, de npst (Luteijn, 2003), onbruikbaar lijkt als vervanger van de nvm binnen de dtp, wegens het ontbreken van de dimensies Verlegenheid (verl) en Extraversie (ex). Hoe nu verder? Er is een aantal mogelijkheden. De auteurs zouden een nieuwe nvm kunnen maken op basis van de mmpi-2 en deze niet zelfstandig uitgeven, maar steeds rechtstreeks uit de afgenomen mmpi-2 berekenen; als vijf extra supplementary scales. De tijdrovende mmpi-2 wordt dan wel een standaardonderdeel van de dtp. Een andere mogelijkheid is het vaststellen van de persoonlijkheidsstructuur met behulp van andere dtp-instrumenten, zoals in het boek beschreven wordt, bijvoorbeeld door middel van de mmpi-2- clusters of door middel van npv- of tci-profielen. Het is ook een mogelijkheid, volgens ondergetekenden de beste optie, een heel nieuw instrument te introduceren om de persoonlijkheidsorganisatie te meten. Te denken valt aan het Klinisch interview van Kernberg of misschien de Dynamic Character Inventory-2. De vraag is echter of deze instrumenten niet te veel tijd en expertise vergen. Ten slotte zou men de oude nvm veelvuldig kunnen kopiëren en de dtp op de huidige manier blijven toepassen. Dat lijkt voor de huidige gebruiker op korte termijn een praktische oplossing, maar met betrekking tot toekomstige publicaties en cursussen is deze oplossing niet houdbaar. Ook het empirisch evalueren van de methode wordt moeilijk wanneer het centrale instrument illegaal is. Op den duur zullen Eurelings-Bontekoe en Snellen dus tot een werkbaar alternatief moeten komen. Drs. W.J. Smid is onderzoekspsycholoog bij de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht. <konst@homekplusv.nl>. Dr. J.H. Kamphuis is als universitair hoofddocent verbonden aan de programmagroep Klinische Psychologie van de Universiteit van Amsterdam. Literatuur Eurelings-Bontekoe, E.H.M. & Snellen, W.M. (2003). Dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek. Lisse: Swets & Zeitlinger. Evers, A., Vliet-Mulder, J.C. van & Groot, C. J. (2000). Documentatie van tests en testresearch in Nederland. Deel I Testbeschrijvingen. Assen: Van Gorcum. Kernberg, O.F. (1984). Severe personality disorders. Psychotherapeutic strategies. New Haven/London: Yale University Press. Luteijn, F. & Barelds, D.P.H. (2003). NPST, Negativisme, ernstige Psychopathologie en Somatisering Test, Handleiding. Lisse: Swets & Zeitlinger. Luteijn, F. & Kok, A. R. (1985). NVM, Nederlandse Verkorte MMPI, Handleiding. Lisse: Swets & Zeitlinger. Luteijn, F., Starren, J. & Dijk, H. van. (1985). Handleiding bij de NPV. Lisse: Swets & Zeitlinger. Schreurs, P.J.G., Willige, G. van de, Brosschot, J.F., Tellegen, B. & Graus, G.M.H. (1993). De Utrechtse Coping Lijst UCL: Omgaan met problemen en gebeurtenissen. Lisse: Swets & Zeitlinger. Snellen, W.M. (1990). MMPI- en NVM-profielen bij borderline-persoonlijkheden. In J.J. L. Derksen en F.J.S. Donker (red.), De borderline patiënt. Diagnostiek, behandeling en onderzoek (p ). Amersfoort, Leuven: Acco. Snellen, W.M. (1993). De voordelen van diagnostiek met behulp van persoonlijkheidsvragenlijsten. In E.H.M. Eurelings-Bontekoe (red.), Persoonlijkheidsdiagnostiek in de ambulante geestelijke gezondheidszorg (p ). Amsterdam: NIP. Summary Considerations concerning the DTP ( Dynamic Theory- driven interpret a- tion of Profiles) W. Smid, J.H. Kamphuis This article criticaly examines the Dynamic Theory-driven interpretation of Profiles (DTP), developed by Eurelings-Bontekoe and Snellen. This method uses three self-rate questionnaires to asses the patient s personality as well as explaining the underlying processes and etiology of this personality. The scales of the used instruments are combined into so-called profiles, explained by psychodynamic theories. Upon closer investigation, this method poses some serious problems. Interpretations of tests-scales are redefined, causing substantial conceptual drift. The limited reliability of the test results is disregarded. Any possible score leads to the description of a pathological personality. All of this without any published empirical support. It is concluded that this method needs a lot of research and development before being used so widely. Wetenschap februari
Een vergelijking van DTP-profielen op basis van de NKPV en de NVM
Een vergelijking van DTP-profielen op basis van de NKPV en de NVM Dick P. H. Barelds en Frans Luteijn Inleiding Hoewel de Nederlandse Verkorte MMPI (NVM; Luteijn & Kok, 1985) ruim 10 jaar geleden uit de
Nadere informatieVerschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.
Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Differences in Personality Traits and Personality Structure between Groups of Eating Disorder
Nadere informatieUit tabel 3 valt af te lezen dat de correlaties zoals gevonden in het huidige onderzoek sterk overeenkomen met de resultaten uit eerder onderzoek
Uit tabel 3 valt af te lezen dat de correlaties zoals gevonden in het huidige onderzoek sterk overeenkomen met de resultaten uit eerder onderzoek (dat hoofdzakelijk onder de algemene bevolking is uitgevoerd).
Nadere informatieDe waarde van de NPST als vervanger van de NVM voor de theoriegestuurde dynamische profielinterpretatie. Een equivalentie studie.
De waarde van de NPST als vervanger van de NVM voor de theoriegestuurde dynamische profielinterpretatie. Een equivalentie studie. E.H.M Eurelings-Bontekoe, T. de Tourton Bru yns en K.Jonker Personalia:
Nadere informatieRisico en succes bij protocollaire CGT
Risico en succes bij protocollaire CGT De waarde van theoriegestuurde profielinterpretatie van de NVM drs. A van Dam, Hoofd afdeling protocollaire behandelingen GGZ-WNB Inhoud presentatie CGT en TGP??
Nadere informatieDe Selfreportmethode in de Psychiatrie
De Selfreportmethode in de Psychiatrie Dhr..J.M.Klaver Spatie Apeldoorn Overzicht colleges 1 Algemeen - methodes - definities - Scl-90, UCL, VM 2 Stressmanagement - Kernberg - Indicatie behandeling/beleid
Nadere informatieDiagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn
Diagnostiek met vragenlijsten in de eerstelijn drs. G.J. Kloens RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN DIAGNOSTIEK MET VRAGENLIJSTEN IN DE EERSTELIJN Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Psychologische,
Nadere informatieTSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie
TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst
Nadere informatieInhoud Voorwoord Hoofdstuk 1 Proces, instrumenten, beoordeling en besluitvorming Hoofdstuk 2 Aanvraag, hulpvraaganalyse en eerste contact
Inhoud Voorwoord 7 Hoofdstuk 1 Proces, instrumenten, beoordeling en besluitvorming 11 1 Inleiding: wat is psychodiagnostiek? 11 2 Het diagnostische proces 12 3 Het gebruik van instrumenten 13 4 Oordelen
Nadere informatieHet meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Utrechtse Coping Lijst (UCL) November 2012 Review: 1. A. Lueb 2. M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking
Nadere informatieAutisme is oorspronkelijk door. Evelien Kok & Liesbeth Eurelings-Bontekoe
Evelien Kok & Liesbeth Eurelings-Bontekoe De laatste jaren is de belangstelling voor diagnostiek van Autisme Spectrum Stoornissen (ASS) bij volwassenen toegenomen. Dit artikel beschrijft hoe op basis van
Nadere informatieDescriptieve en structurele psychodiagnostiek
Descriptieve en structurele psychodiagnostiek Prof. Dr. Jan Derksen, UHD psychodiagnostiek Universiteit van Nijmegen, Professor psychotherapie Vrije Universiteit Brussel Descriptieve en structurele diagnostiek
Nadere informatieBedoeling van dit werkcollege:
PSYCHOLOGISCHE DIAGNOSTIEK Veld Klinische en Gezondheidspsychologie Oktober 2005 Cécile Vandeputte- v.d. Vijver Bedoeling van dit werkcollege: Bespreking van de stappen van het psychodiagnostisch proces
Nadere informatiePsychische versus cognitieve stoornissen
Psychische versus cognitieve stoornissen De rol van de neuropsycholoog in dementiediagnostiek Drs. M.C. Verhaaf GZ-psycholoog Klinische neuropsychologie Het bestuderen van veranderingen in cognitie en
Nadere informatieRequiem voor de NVM. Ineke Mosterman en Willem K.B. Hofstee. De Psycholoog
Requiem voor de NVM Een analyse van relatieve en absolute scores In veel situaties is kennis van de relatieve positie van een respondent ten opzichte van een normgroep, bruikbare informatie. Bij klinische
Nadere informatieEnquête naar het gebruik van de Thematic Apperception Test in Vlaanderen en Nederland.
Enquête naar het gebruik van de Thematic Apperception Test in Vlaanderen en Nederland. Struyfs, Jessica & Vereycken Johan Inleiding In 2012 werd een digitale enquête over het gebruik van de TAT in Vlaanderen
Nadere informatieDrs. I. Visser, psychiater/neuropsycholoog Psyon
Drs. I. Visser, psychiater/neuropsycholoog Psyon Stellingen Een neuropsychologisch onderzoek (NPO) is de gouden standaard bij het objectiveren van cognitieve klachten. Neuropsychologisch onderzoek kan
Nadere informatieGeneral Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis
General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende
Nadere informatieTSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:
TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor
Nadere informatieCRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport
CRE-W Instrument over creatief denken in organisaties HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Basisrapport INLEIDING CRE-W 2/7 Inleiding De CRE-W is een vragenlijst die de mate van creatief denken van
Nadere informatieBRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum
BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Leerkrachtversie Informant: Liesbeth Bakker Leerkracht BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is
Nadere informatieBRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Zelfrapportageversie
BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Zelfrapportageversie BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is een vragenlijst waarmee executieve
Nadere informatiePSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ENIGE VRAGENLIJSTEN IN DE EERSTELIJN
PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ENIGE VRAGENLIJSTEN IN DE EERSTELIJN drs. Gert Jan Kloens 1, dr. Dick P.H. Barelds 2, dr. Frans Luteijn 3 & prof. dr. Cas P.D.R.Schaap 3 1 Ichthus Groep Katwijk 1 Rijksuniversiteit
Nadere informatieDe intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis
De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis Een empirische studie Treatment outcome in personality disordered forensic patients An empirical study ( with a summary
Nadere informatieHet meten van persoonlijkheidseigenschappen: een vergelijking van de tci met de nvm
o o r s p r o n k e l i j k a r t i k e l Het meten van persoonlijkheidseigenschappen: een vergelijking van de tci met de nvm m. a. b o s s c h a, c. j. m. v a n v e l z e n, y. m e e s t e r s achtergrond
Nadere informatieDAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum
HTS Report DAPP-BQ Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie ID 5105-7038 Datum 20.07.2017 Screening INLEIDING DAPP-BQ 2/22 Inleiding De DAPP Screening is de verkorte versie van de DAPP-BQ,
Nadere informatieDutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)
Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test
Nadere informatieCitation for published version (APA): Egberink, I. J-A. L. (2010). Applications of item response theory to non-cognitive data Groningen: s.n.
University of Groningen Applications of item response theory to non-cognitive data Egberink, Iris IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite
Nadere informatieHTS Report NEO-FFI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam
NEO-FFI-3 Persoonlijkheidsvragenlijst HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING NEO-FFI-3 2/8 Inleiding Dit rapport beschrijft de scores van de kandidaat op de NEO-FFI-3 persoonlijkheidsvragenlijst.
Nadere informatieBRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum
BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vrouw BRIEF-A Inleiding 2 / 11 INLEIDING De BRIEF-A is een
Nadere informatieDe informatie uit dit rapport is vertrouwelijk. Bewaar dit rapport dus op een veilige plek!
George Washington Inhoud Introductie... 2 Bridge Theorie... 3 Bridge Antwoordgedrag...4 Bridge Quickscan...5 Bridge Dimensie Overzicht - Besturen... 6 Bridge Dimensie Overzicht - Uitvoer...7 Bridge Dimensie
Nadere informatieDE WAARDE VAN ENIGE VRAGENLIJSTEN IN DE EERSTELIJN
DE WAARDE VAN ENIGE VRAGENLIJSTEN IN DE EERSTELIJN Gert Jan Kloens 1, Dick P.H. Barelds 2, Frans Luteijn 2 & Cas P.D.R.Schaap 2 1 Ichthus Groep Katwijk 2 Rijksuniversiteit Groningen, Klinische Psychologie
Nadere informatieOnbegrip voor reumatische aandoeningen
Marianne B. Kool Onbegrip voor reumatische aandoeningen Validatie van de Illness Invalidation Inventory (3*I) Psychoreumatologie onderzoeksgroep Utrecht Universiteit Utrecht & UMC Utrecht. Rinie Geenen,
Nadere informatieInhoud. Ten geleide 7. Woorden vooraf 9 Een overzicht van de inhoud 10
Inhoud Ten geleide 7 Woorden vooraf 9 Een overzicht van de inhoud 10 Hoofdstuk 1 Oordelen en beslissen in de klinische praktijk gaat soms goed fout 11 1 Inleiding 11 2 Zoek de normale, gezonde mens 11
Nadere informatieRapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest
Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining
Nadere informatieFEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID 4589-2 Datum 11.11.2015. Zelfrapportage
FEEL-E Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen HTS Report ID 4589-2 Datum 11.11.2015 Zelfrapportage FEEL-E Inleiding 2 / 14 INLEIDING De FEEL-E brengt de strategieën in kaart die volwassenen gebruiken
Nadere informatieHOGAN DEVELOPMENT SURVEY OVERZICHT
HOGAN DEVELOPMENT SURVEY OVERZICHT INTRODUCTIE De Hogan Development Survey () identificeert persoonlijkheidsgerelateerde prestatierisico s en zogenoemde derailers van interpersoonlijk gedrag. Deze derailers
Nadere informatieThuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde
Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar
Nadere informatieEen onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7
Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding
Nadere informatiePsychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest
Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest Versie 1.0 (c) Mei 2008, Dr Edwin van Thiel Copyright 123test alle rechten voorbehouden info@123test.nl 1 Over de Nederlandse persoonlijkheidstest Dit document
Nadere informatieNederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en
Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen
Nadere informatieDandachi-FitzGerald, B. (2017). Symptom validity in clinical assessments.
Dandachi-FitzGerald, B. (2017). Symptom validity in clinical assessments. Het onderzoek beschreven in dit proefschrift richt zich op de validiteit van (neuro)psychologische onderzoeken van patiënten met
Nadere informatieAchtergronden bij het instrument
Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl
Nadere informatiePsychodiagnostiek. Het onderzoeksproces in de praktijk. De Tijdstroom, Utrecht
Psychodiagnostiek Het onderzoeksproces in de praktijk prof.dr. Cilia Witteman, dr. Paul van der Heijden en prof.dr. Laurence Claes De Tijdstroom, Utrecht De Tijdstroom uitgeverij, 2014 Omslagontwerp: Cees
Nadere informatieHandleiding Nederlandse Werkwaardentest
Handleiding Nederlandse Werkwaardentest Versie 1.0 (c), mei 2008 Dr Edwin van Thiel Nederlandse werkwaardentest De Nederlandse werkwaardentest is eind 2006 ontwikkeld door 123test via een uitgebreid online
Nadere informatieTMA Talentenanalyse. Kandidaat-rapportage samenvatting. Demo Kandidaat 29 augustus 2011
TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting Demo Kandidaat 29 augustus 2011 Waddenring 24 2993 VE Barendrecht T 0180 848044 I www.priman.nl E info@priman.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 2. Betekenis
Nadere informatieVK+ Zelfrapportage. Vragenlijst over veerkracht. Henk Smit
VK+ Zelfrapportage Vragenlijst over veerkracht ID 255-17 Datum 26.05.2015 VK+ Inleiding 2 / 9 INLEIDING De VK+ is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage de mentale veerkracht van volwassenen in
Nadere informatieDESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie
DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Ouderversie Informant: Mevrouw Bakker Ouder INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst waarmee
Nadere informatieFEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. David-Jan Punt ID 256-4 Datum 27.08.2014.
FEEL-KJ Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren HTS Report ID 256-4 Datum 27.08.2014 Zelfrapportage FEEL-KJ Profielformulier 3 / 27 PROFIELFORMULIER Vragenlijst over emotieregulatie bij
Nadere informatierecidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst
Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst
Nadere informatieRapportgegevens Marketing en sales potentieel test
Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing
Nadere informatie1 2 3 4 5 Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het nooit zelden soms meestal altijd
MI 1 Naam:... Datum:... Hieronder vindt U een lijst met situaties en activiteiten. Het is de bedoeling dat U aangeeft in hoeverre U die vermijdt, omdat U zich er onplezierig of angstig voelt. Geef de mate
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.
Nadere informatieWelke vragenlijst voor mijn onderzoek?
Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? NHG wetenschapsdag 2010 Caroline Terwee Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU medisch centrum Inhoud 1. Presentatie 2. Kritisch
Nadere informatieInleiding Deel I. Ontwikkelingsfase
Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,
Nadere informatieDe beoordeling van tests en toetsen door de COTAN: Meetinstrumenten de maat genomen Arne Evers
RCEC Conferentie 19 november 2008 De beoordeling van tests en toetsen door de COTAN: Meetinstrumenten de maat genomen Arne Evers Coördinator Testbeoordelingen van de Commissie Test- Aangelegenheden Nederland
Nadere informatieVoorbeeld Examen Inleiding in de Klinische Psychologie
Voorbeeld Examen Inleiding in de Klinische Psychologie Woord vooraf: -Het examen is vrij uitgebreid en pittig. Dit is bewust gedaan zodat u vragen heef rond verschillende onderwerpen en aspecten van de
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E.
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument De Klepel 0 september 2011 Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking
Nadere informatieRapportage Eigenschappen. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:
Rapportage Eigenschappen Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 01.04.2016 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 01.04.2016 / Eigenschappen (QPN) 2 Inleiding Wat zijn jouw meest kenmerkende eigenschappen?
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een
Nadere informatiePROMIS. De nieuwe gouden standaard voor PROMs. Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum
PROMIS De nieuwe gouden standaard voor PROMs Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group Kenniscentrum Meetinstrumenten Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU Medisch Centrum Dr. Dolf de Boer Vraaggestuurde
Nadere informatieCDI-2. Screeningsvragenlijst voor depressie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Meisje Test ID 255-303 Datum 26.04.2016.
HTS Report CDI-2 Screeningsvragenlijst voor depressie bij kinderen en jongeren ID 255-303 Datum 26.04.2016 Oudervragenlijst Informant: Ouder Test Moeder CDI-2 Inleiding 2 / 7 INLEIDING De CDI-2 is een
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent
Nadere informatieDe PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart
DSM-5 whitepaper De PID-5 brengt het DSM-5 persoonlijkheidstrekkenmodel in kaart Prof. dr. Gina Rossi, Vakgroep Klinische en LEvensloopPsychologie (KLEP) aan de Vrije Universiteit Brussel De Personality
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt
Nadere informatieAntreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant
RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen
Nadere informatieSRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum
SRS-2 Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Informantenrapportage over 4- tot 18-jarigen Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING SRS-2 2/7 Inleiding
Nadere informatieFEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Joris van Doorn ID 5107-5881 Datum 04.04.2016.
FEEL-KJ Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren HTS Report ID 5107-5881 Datum 04.04.2016 Zelfrapportage FEEL-KJ Inleiding 2 / 27 INLEIDING De FEEL-KJ brengt de strategieën in kaart die
Nadere informatieBevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen
Pagina 2 van 17 Naam: Maarten de Boer Afnamedatum: 16.12.2011 09:28 Normgroep: Bevolking Nederland en Vlaanderen, Mannen en Vrouwen Pagina 3 van 17 NEO-PI-R Uitgebreide interpretatie van de resultaten
Nadere informatieConnector Big Five Personality
Connector Big Five Personality Frequently Asked Questions P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90
Nadere informatieHelpt het hulpmiddel?
Helpt het hulpmiddel? Het belang van meten Zuyd, Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Dr. Ruth Dalemans, Prof. Sandra Beurskens 08-10-13 Doelstellingen van deze presentatie Inzicht
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatieLoopbaanIndicator. Voor een duurzame loopbaanplanning
LoopbaanIndicator Voor een duurzame loopbaanplanning 1. Inleiding LoopbaanIndicator wordt ingezet om alle relevante waarden rondom menselijke inzetbaarheid gestructureerd en genormeerd in kaart te brengen,
Nadere informatieObjectieve functioneringsmeetlat: Hoeveel beter word ik van de zorg in het ziekenhuis?
Objectieve functioneringsmeetlat: Hoeveel beter word ik van de zorg in het ziekenhuis? MEDISCHE AFDELING H Ziekte of ziek zijn kun je op allerlei manieren definiëren. Maar waar het een patiënt uiteindelijk
Nadere informatieOmgaan met stemmen horen. Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks
Omgaan met stemmen horen Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks Hoort stemmen horen bij de Psychiatrie? Ja? Nee? JA Want: Het betreffen vocale, audiatieve hallucinaties. 85 % van de Mensen met een dissociatieve
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen bij ouderen
Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen Prof. Dr. Bas van Alphen b.van.alphen@mondriaan.eu Epidemiologie Beloop Five Factor Model (FFM): Neuroticisme, Extraversie, Openheid nemen af op latere leeftijd,
Nadere informatieOmgaan met Borderline
PAOG 26 maart 2013 Maastricht Borderline 50 jaar geleden: de cliënt: reddeloos de hulpverlener: radeloos de situatie: hopeloos Borderline nu: De best behandelbare persoonlijkheidsstoornis Persoonlijkheidsstoornissen
Nadere informatieVaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog diagnostiek en indicatiestelling (volwassenen en ouderen)
Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog diagnostiek en indicatiestelling (volwassenen en ouderen) Doelstelling De volgende twee Kerncompetenties en vaardigheden in de Regeling periodieke
Nadere informatieAGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Basis emoties 28-3-2012. Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman
Basis emoties AGRESSIE en psychiatrische sen Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman Basis emoties Basis emoties Psychofysiologische reactie op een prikkel Stereotype patroon van motoriek,
Nadere informatiePROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde
PROMIS Een integraal systeem voor het meten van patientgeraporteerde uitkomsten in de zorg Dr. Caroline Terwee Dutch-Flemish PROMIS group VU University Medical Center Department of Epidemiology and Biostatistics
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieDiagnostische bronnen
Diagnostische bronnen Testinformatie MMPI-2 Observatie Testattitude Validiteit Inhoudschalen Empirische schalen HL-schalen, suppl. Schalen Kritieke items Klinische informatie Anamnese Biografie Somatiek
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. + (verkorte versie) Sociale Steun Lijst- Interactie 12 (SSL-12)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Sociale Steun Lijst - interactie en Sociale Steun Lijst - discrepanties + (verkorte versie) Sociale Steun Lijst- Interactie 12 (SSL-12) 26 november 2009 Review:
Nadere informatieInleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2
Inleiding Klinimetrie 2006 1. Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Wanneer bij wie welk meetinstrument? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Klinimetrie 2006
Nadere informatieDe rol van sekse, hechting en autonomie in as-i en persoonlijkheidspathologie.
De rol van sekse, hechting en autonomie in asi en persoonlijkheidspathologie. Drs. N. Bachrach GZ psycholoog io Klinisch psycholoog VVGI Externpromovendus UvT Promotor Prof. Dr. M. Bekker Copromotor: Dr.
Nadere informatieBETEKENIS EN OORZAKEN VAN EETSTOORNISSEN: OPVATTINGEN VAN PATIËNTEN EN HUN OUDERS
BETEKENIS EN RZAKEN VAN EETSTRNISSEN: VATTINGEN VAN ATIËNTEN EN HUN UDERS Walter Vandereycken & Dafne Bollen In de onderzoeksliteratuur blijkt er de laatste jaren wel een groeiende belangstelling voor
Nadere informatieWerkbeleving 21 maart Bea Voorbeeld
Werkbeleving 21 maart 2018 Bea Voorbeeld Hoe beleef je je werk? De meeste mensen functioneren het best en beleven het meeste plezier aan hun werk wanneer er evenwicht is tussen de eisen die aan hen gesteld
Nadere informatieBURNOUT ASSESSMENT TOOL
BURNOUT ASSESSMENT TOOL Wat is de BAT? De eigenschappen en sterktes van de nieuwe meting Woensdag 20 maart 2019 Inhoud 1- Hoe betrouwbaar & valide is de BAT? 2- Hoe gebruik je de BAT? 3- Hoeveel werkenden
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieVraag 4 Vul in het antwoordformulier in het schema in om welke vorm van mishandeling het gaat:
Feedbackvragen Casus Janna Vraag 1 Lees de tekst Definitie van kindermishandeling en bekijk de Kennismaking en de scènes 1, 2 en 3. Beantwoord daarna de vraag. Welke van de volgende facetten of kenmerken
Nadere informatieKennislacunes NHG-Standaard Depressie
Kennislacunes Kennislacunes 1. Het nut van screening naar depressie bij mensen met een chronische somatische aandoening in de (noot 15-16). 2. De 4DKL als instrument om het verloop van de (ernst van de)
Nadere informatieHTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam
NEO-PI-3 Persoonlijkheidsvragenlijst HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Basisrapport NEO-PI-3 Inleiding 2 / 22 INLEIDING Dit rapport bevat de scores op de NEO-PI-3 persoonlijkheidsvragenlijst. De
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders
Nadere informatieGezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Gezinskenmerken: De constructie van de Vragenlijst Gezinskenmerken (VGK) Klijn, W.J.L. Link to publication Citation for published version (APA): Klijn, W. J. L. (2013).
Nadere informatieVOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST
VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST Respondent: J. de Vries ( voorbeeld) E- mailadres: jdevries@example.com Geslacht: Man Leef tijd: 32 Opleiding sniveau: HBO Verg elijking sg roep: Normg
Nadere informatie