De rechtbank oordeelt vervolgens dat de aard van de activiteiten van de golfbaan (sport en

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De rechtbank oordeelt vervolgens dat de aard van de activiteiten van de golfbaan (sport en"

Transcriptie

1 Belastingadvies, Recente jurisprudentie Nevenactiviteiten en de landbouwvrijstelling Rb.Haarlem 18 november 2011, nr. AWB 10/3869, 10/3870 en 10/3871 In de berechte casus exploiteren een tweetal broers in VOF-verband een akkerbouwbedrijf, een landbouwbedrijf ex art Wet IB De broers wensen de dalende opbrengsten van hun akkerbouwbedrijf wat op te vijzelen. Daartoe dienen zij bij de gemeente een aanvraag in voor de aanleg van een 9-holes golfbaan en een daarbij behorend clubhuis. In een gemeentelijke notitie wordt over het akkerbouwbedrijf en de golfbaan gesproken als twee aparte inrichtingen. Naar aanleiding van een ter zake door de gemeente opgestarte zogeheten artikel 19-procedure vermelden Gedeputeerde Staten in de uiteindelijk afgegeven verklaring van geen bezwaar evenwel onder andere dat het voor het voortbestaan van het akkerbouwbedrijf van noodzakelijk belang is om naast de landbouwkundige hoofdtaak aanvullende inkomsten te genereren. ( ) Het beheer en het onderhoud van de golfbaan zijn verwant aan het agrarische. De functie van de gronden wordt met de aanleg van de golfbaan niet onomkeerbaar gewijzigd. ( ) De golfbaan wordt geïntegreerd in agrarisch bewerkte gronden. Het agrarisch beheer is in handen van het boerenbedrijf ( ) en is daarmee veiliggesteld. Uiteindelijk verleent de gemeente vrijstelling van het bestemmingsplan ten behoeve van de aanleg van de golfbaan en de bouw van een clubhuis. Het golfcomplex beslaat 16 hectare van de 54 hectare cultuurgrond. Het complex wordt door de VOF verhuurd aan een golfvereniging. De broers verzorgen het onderhoud van het complex en in samenwerking met de vereniging de exploitatie van het golfcomplex. De accountant van de VOF heeft de resultaten met betrekking tot de golfbaan en die met betrekking tot de golfbaan in één jaarrekening begrepen. Daaruit zijn overigens de afzonderlijke resultaten van het akkerbouwbedrijf en van de golfbaan eenvoudig af te leiden. In een minnelijke taxatie met de belastingdienst wordt de ten behoeve van het golfcomplex aangewende grond getaxeerd op een WEV-waarde van en een WEVAB-waarde van Voor de rechtbank is in geschil of de exploitatie van de golfbaan is aan te merken als een zelfstandige onderneming dan wel als een nevenactiviteit binnen het landbouwbedrijf. Verder is in geschil of, wanneer de golfbaan als een zelfstandige onderneming dient te worden aangemerkt, de gronden terecht aan het landbouwbedrijf zijn onttrokken door de inspecteur, en of die onttrekking dan wel in 2003 dient plaats te vinden. De rechtbank overweegt dat gelet op het feit dat de golfbaan an sich niet als landbouwbedrijf is aan te merken, de resultaten van de golfbaan alleen als voordelen uit een landbouwbedrijf kunnen worden aangemerkt als de golfbaan als onderdeel van het bestaande landbouwbedrijf is aan te merken. Hiervoor is, aldus de rechtbank, vereist dat de golfbaan dienstbaar is aan de feitelijke uitoefening van het landbouwbedrijf (HR 23 november 1955, nr , BNB 1956/38). De rechtbank oordeelt vervolgens dat de aard van de activiteiten van de golfbaan (sport en

2 recreatie) dusdanig anders is dan die van het akkerbouwbedrijf (voortbrenging van producten van akkerbouw), dat de golfbaan geen onderdeel vormt van de bestaande landbouwonderneming. Dat is niet anders, aldus de rechtbank, als er slechts één administratie wordt gevoerd, en een gedeelte van het personeel en de bedrijfsmiddelen van de golfbaan ook wordt ingezet op het akkerbouwbedrijf. Daardoor draagt de golfbaan immers nog niet bij aan het voortbrengen van producten van akker-, weide- of tuinbouw. De rechtbank gaat ook niet overstag door de stelling van de broers dat (1) kamperen bij de boer of (2) het stallen van caravans in vrijgekomen agrarische gebouwen, de ermee gemoeide gronden wel als onder de werking landbouwvrijstelling doet blijven vallen. De rechtbank acht die gevallen niet vergelijkbaar omdat in die situaties de gronden en gebouwen wel dienstbaar blijven aan het landbouwbedrijf c.q. de agrarische bestemming. De rechtbank acht vervolgens een onttrekking van de ten behoeve van de golfbaan gebruikte gronden noodzakelijk, nu de gronden van de golfbaan geen functie meer hebben in het landbouwbedrijf van de broers, maar alleen nog worden gebruikt voor golfactiviteiten. Verder oordeelt de rechtbank het door de inspecteur gestelde onttrekkingsmoment (het jaar 2003) eveneens correct. Pas in 2003 zijn (aldus de rechtbank) de gronden bewerkt om er een golfterrein op aan te leggen. Ten slotte wordt het beroep van de broers op het gelijkheidsbeginsel verworpen dat betrekking heeft op het Besluit van de Staatssecretaris van 28 januari 2011, LKB2011/25. In dat besluit wordt agrariërs die landbouwgrond onttrekken ten behoeve van de oprichting van een windmolen toegestaan deze grond als niet-onttrokken te beschouwen. Alsdan blijven de waardeveranderingen van de gronden gebruikt ten behoeve van de oprichting van een windmolen (vooralsnog) droog onder paraplu van de landbouwvrijstelling. De rechtbank acht ter zake geen sprake van gelijke gevallen. De inspecteur scoorde in casu een hole in one en de broers belandden in de rough. NB: In HR 23 april 2010, nr. 08/04843, is overigens uitgemaakt dat de exploitatie van een op privégrond gebouwde windturbine fiscaal als een onderneming heeft te gelden. (Een nieuwe ferme wijziging van) de landbouwvrijstelling en het gelijkheidsbeginsel HR 3 februari 2012, nr. 10/02985 Rb. Haarlem (hiervoor) besteedde nog een enkele opmerking aan het gelijkheidsbeginsel in relatie tot de landbouwvrijstelling. In de zaak berecht door de Hoge Raad in de casus van 3 februari 2012, nr. 10/02985, kwam deze combinatie nog een stukje pregnanter naar voren. De casus De maatschap waarvan belanghebbende X en zijn echtgenote, elk met een winstgerechtigdheid van 50%, de maten zijn, oefent een fokzeugenbedrijf uit. Een dergelijk bedrijf kwalificeert op grond van art lid 2 Wet IB 2001 als landbouwbedrijf in het kader van de in dat artikel geregelde landbouwvrijstelling. Op 14 december 2004 brengen de maten een agrarisch bouwperceel van het ondernemingsvermogen over naar het privévermogen. De intentie is om op het bouwperceel een bedrijfswoning te laten verrijzen. Het voorhuis dat op het bouwperceel heeft gestaan, is daartoe vóór de onttrekking gesloopt

3 Kluwer Online Research Om een fiscale bui en fiscaal geharrewar voor te zijn, hebben X en zijn echtgenote bij de Belastingdienst om een minnelijke taxatie van het perceel verzocht. De uitkomst van deze minnelijke taxatie, verpakt in het d.d. 20 juli 2005 gedateerde taxatierapport: de grond heeft een WEVAB-waarde bouwgrond van , en een WEVAB-waarde cultuurgrond van Ter zake van de onttrekking van de grond heeft X in zijn aangifte geen te belasten voordeel verwerkt. Hij gaat er, naar zijn mening in goed gezelschap van de staatssecretaris die een aantal oekazes op dat terrein heeft uitgevaardigd (waarover hierna), vanuit dat het verschil tussen de WEVAB-waarde bouwgrond van het perceel en de fiscale boekwaarde ervan onder de landbouwvrijstelling valt. Er is verder, dat is een gegeven, geen sprake van een boven de WEVAB-waarde bouwgrond uitgaande WEV-waarde bouwgrond. De inspecteur ziet het toch wat anders. Zich baserend op de zogeheten 7 mei-arresten, waarover hierna meer, komt de inspecteur tot de beslissing slechts dat gedeelte van de boekwinst onder de landbouwvrijstelling toe te laten dat is toe te rekenen aan de WEVAB-waarde cultuurgrond. Tot het hogere bedrag ad (= / )/ 2 maten) corrigeert de inspecteur het door de twee maten aangegeven box 1-inkomen. X is het niet met deze correctie eens. De 7 mei-arresten, de wijziging van het beleid van de belastingdienst en de verlate overgangsregeling Met een zestal arresten van 7 mei 2004, de zogeheten 7 mei-arresten, heeft de Hoge Raad een verduidelijking gegeven van de werking van de landbouwvrijstelling die op zijn minst verrassend genoemd kan worden. Niet in de laatste plaats voor de belastingdienst. Daar waar de belastingdienst tot dat moment nog genereus belastingplichtigen die percelen grond aan het landbouwbedrijf onttrokken voor de bouw van een bedrijfswoning, in het geheel niet belastte voor de daarbij optredende boekwinst, tenzij daarin een component is begrepen voor het verschil tussen de WEV-waarde van de bouwgrond en de WEVAB-waarde van de bouwgrond (bijvoorbeeld in het geval van een bestemmingswijziging naar niet-agrarisch), ziet de Hoge Raad dat in de genoemde arresten toch wel enigszins anders. De Hoge Raad is, contrair aan hetgeen de staatssecretaris tot dat moment als rechtens achtte, van oordeel dat een perceel dat bestemd wordt voor de bouw van een bedrijfswoning, onttrokken wordt aan het gebruik ten behoeve van het landbouwbedrijf in eigenlijke zin. Een en ander ongeacht of de bedrijfswoning dienstbaar is aan het bedrijf en ongeacht of de bedrijfsvoering vereist dat de ondernemer woont in de onmiddellijke nabijheid van zijn landbouwbedrijf. Dat oordeel brengt mee dat de landbouwvrijstelling volgens de Hoge Raad slechts van toepassing is op het verschil tussen de fiscale boekwaarde en de WEVAB-waarde van de grond direct voorafgaand aan de bestemming van die grond tot ondergrond van een bedrijfswoning. Voor een WEVAB-waarde bouwgrond is geen plaats, aldus de Hoge Raad. Het beleid van de belastingdienst blijkt dus onjuist te zijn. Te voordelig voor de belastingplichtigen. Het beleid gold overigens slechts voor onttrekkingen van percelen die als ondergrond van een reeds bestaande woning dienen. Dus in beginsel niet voor situaties waarin percelen worden onttrokken aan het ondernemingsvermogen om daar vervolgens een woning op te bouwen. Het arrest heeft de wenkbrauwen van de belastingdienst flink doen fronsen en de hersenen doen kraken. Pas eind november 2004 komt de belastingdienst tot de overtuiging dat het tot - 3 -

4 dan toe gevoerde beleid rechtens onjuist is geweest. Het beleid wordt echter toch nog enige tijd voortgezet. Het duurt namelijk nog tot april 2005 alvorens de staatssecretaris met de Vereniging van Accountants- en Belastingadviesbureaus in de slag gaat om tot een overgangsregeling te komen en tot een definitieve intrekking van het foutieve beleid. Die overgangsregeling komt uiteindelijk tot stand in het Besluit van 8 maart 2006, gepubliceerd onder nr. CPP2005/3338M. In dat besluit wordt in punt 4 alle agrarische ondernemers eenmalig de kans geboden een agrarisch perceel grond (met bedrijfswoning) ultimo 2005 te onttrekken naar het privévermogen waarbij voor wat betreft de ondergrond slechts afgerekend behoeft te worden over het eventuele verschil tussen de WEV-waarde van de ondergrond en de (fictieve, immers de Hoge Raad ziet in zijn arresten van 7 mei 2004 geen ruimte meer voor een WEVAB-waarde bouwgrond, zie eerder) WEVAB-waarde ervan. De keuze hiervan gebruik te maken moest uiterlijk 30 juni 2006 worden kenbaar gemaakt. Ten aanzien van de onttrekking van een woning kon dan in beginsel voor de zelfbewoning een waardedruk van 20% worden gehanteerd. Hoge Raad In cassatie voert X ook de stelling op dat, mocht de Hoge Raad het oordeel van het hof willen casseren voor zover het de toepasbaarheid van het oude beleid op de casus van X betreft, de staatssecretaris in zijn Besluit van 8 maart 2006 alle agrariërs die na het bekend worden van de intrekking van het oude beleid de wens zouden opvatten de etikettering van hun woning met ondergrond te wijzigen, de mogelijkheid heeft geboden van de landbouwvrijstelling gebruik te maken. Ondanks, aldus X, de 7 mei-arresten. De Hoge Raad pakt deze stelling dankbaar op. Volgens de Hoge Raad stond de eenmalige heretiketteringsmogelijkheid van perceel en woning ultimo 2005, ook open voor hen die bij het bekendmaken van het einde van het oude beleid nog geen aanstalten hadden gemaakt die etikettering te wijzigen, of zelfs niet het voornemen daartoe hadden. Het besluit heeft dan ook, aldus de Hoge Raad, een werking die verder gaat dan het bieden van een overgangsregeling voor oude gevallen, zoals dat van X. Het Besluit van 8 maart 2006 biedt dan ook in zoverre een zelfstandige tegemoetkoming, niet ingegeven door een onjuiste rechtsopvatting ter zake van de landbouwvrijstelling. Ongeacht of voor reparatie van het oude, onjuiste, beleid door de staatssecretaris teveel tijd is genomen, kan dan ook voor gelijke gevallen als die welke in dat besluit zijn geregeld via een beroep op het gelijkheidsbeginsel een gelijke behandeling worden verkregen als van ondernemers die uiterlijk ultimo 2005 hun tot het ondernemingsvermogen behorende woning met ondergrond naar het privévermogen hebben overgebracht. Het hof heeft, aldus de Hoge Raad, verder al, in cassatie onbestreden, geoordeeld dat de gevallen in casu vergelijkbaar zijn. Het gelijk, via het gelijkheidsbeginsel, is aan X, zij het via de band van het Besluit van 8 maart 2006, en niet via die van het oude beleid, zoals eerst door X ingestoken. Maar ja, het is het resultaat dat telt. De zwaarbevochten landbouwvrijstelling is voor de gehele boekwinst binnen! - 4 -

5 Kluwer Online Research Het gelijkheidsbeginsel - Uit HR 2 oktober 2009, nr. 08/01614, blijkt dat belastingplichtigen zich niet via het gelijkheidsbeginsel kunnen beroepen op ten aanzien van een vergelijkbare groep belastingplichtigen gevoerd beleid, dat onjuist blijkt te zijn, over een periode vóórdat van die onjuistheid is gebleken. De onjuistheid van het oude beleid is eerst 7 mei 2004 gebleken met het wijzen van de 7 mei-arresten door de Hoge Raad. Een beroep op dat oude beleid, via het gelijkheidsbeginsel, ter zake van een periode vóór 7 mei 2004 is dan ook niet mogelijk. - De belastingdienst moet gelijke gevallen op een gelijke manier behandelen. Een beroep op het gelijkheidsbeginsel is mogelijk als de belastingdienst andere personen in dezelfde (fiscale) omstandigheden, gunstiger heeft behandeld. Wanneer is hier sprake van? - Bij begunstigend beleid: Van begunstigend beleid is sprake als de belastingdienst voor een bepaalde groep van gevallen bewust een standpunt inneemt dat voor deze groep gunstiger is dan bij een normale toepassing van de wet. Een toepassing van deze vorm waarin het gelijkheidsbeginsel naar voren kan komen treft men aan in het hier besproken arrest. - Bij oogmerk van begunstiging: Dit wil zeggen dat de belastingdienst bewust, maar zonder 'goede' reden, een bepaalde persoon gunstiger heeft behandeld dan iemand anders, die in dezelfde omstandigheden verkeert. Dit zogenaamde handelen met het 'oogmerk van begunstiging' wordt door de rechter bekeken per belastingregio. Zie evenwel het volgende punt. Eén enkel geval van een begunstigende behandeling kan overigens onder omstandigheden al tot een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel leiden. - Bij het voldoen aan de meerderheidsregel: Als de belastingdienst binnen een groep van gelijke gevallen de wet niet bij de meerderheid van die gevallen juist toepast, is eveneens een beroep op het gelijkheidsbeginsel mogelijk. Dit is de zogenoemde meerderheidsregel. Gelijke gevallen worden door de rechter bekeken per belastingregio. De meerderheidsregel komt pas aan de orde als er geen sprake is van begunstigend beleid of het oogmerk tot begunstiging. De belastingplichtige moet zelf een beroep doen op de meerderheidsregel en moet zelf bewijzen hiervoor aandragen. - Uit de zeer lezenswaardige conclusie van advocaat-generaal mr. Th. Groeneveld van 29 augustus 2003, bij HR 23 april 2004, nr , die breed uitweidt over het gelijkheidsbeginsel, blijkt overigens (onder andere) dat het gelijkheidsbeginsel soms over de kantoorgrenzen van de belastingdienst heen werkt. Dat is het geval als een behoorlijke taakvervulling van de belastingdienst eigenlijk vereist heeft om de desbetreffende kwestie landelijk te coördineren, dan wel die coördinatie feitelijk wel heeft plaatsgevonden, doch die coördinatie niet helemaal correct is uitgepakt De landbouwvrijstelling, erfpacht en het bijkopen van de blote eigendom van erfpachtsgrond HR 3 februari 2012, nr. 111/02179, en HR 27 januari 2012, nr. 11/02130 Tenslotte wil ik een tweetal uitspraken van Hof Leeuwarden behandelen, beide van 29 maart 2011, met de zaaknummers: 10/00098 en 10/00104, waarvan het daartegen gerichte cassatieberoep door de Hoge Raad in de arresten met de zaaknummers: 11/02179 respectievelijk 11/02130 onder verwijzing naar art. 81 van de Wet op de rechterlijk organisatie is verworpen, en waarvan het onderliggende feitencomplex een grote mate van vergelijkbaarheid vertoont. Ik zal me daarbij beperken tot de casus met het zaaknummer - 5 -

6 10/ In zoverre de andere uitspraak daarvan betekenisvol afwijkt, zal ik deze afwijking vervolgens ook nog aanstippen. De casus was dat de belanghebbende die tezamen met zijn vrouw in maatschapsverband een akkerbouwbedrijf dreef in 1978 een tot 1 januari 2010 lopend erfpachtrecht, om niet, heeft verkregen op (afgerond) 31,31 hectare grond van een Stichting, die, in overheidsverband in het kader van de financieringsproblematiek van agrarische bedrijven, daartoe een functie had en van de ondernemers in casu een gematigd te noemen erfpachtcanon vroeg (2,5% van de prijs van pachtvrij te aanvaarden grond van vergelijkbare aard en ligging). In 1999 treden belanghebbende en zijn vrouw in overleg met de Dienst Domeinen met het verzoek of zij de blote eigendom van de grond die zij reeds in erfpacht hebben, kunnen bijkopen. De Dienst Domeinen vraagt voor de blote eigendom in eerste instantie een bedrag van fl (60% van de getaxeerde waarde vrij ad fl ). Ondertussen zijn de ondernemers in de weer met potentiële kopers voor de volle eigendom van de grond. Die hebben voor die volle eigendom een bedrag ad fl over. Omdat de ondernemers te lang hebben getreuzeld over het aanbod van de Dienst Domeinen wordt door deze dienst de vraagprijs vervolgens opgevoerd naar fl (60% x de dan getaxeerde waarde vrij ad fl ). Op 30 september 1999 kopen de ondernemers de blote eigendom van de grond in erfpacht van de Dienst Domeinen voor fl om in dezelfde akte de volle eigendom van deze grond te verkopen en te leveren aan de eerdere potentiële kopers voor een bedrag van fl Het bedrag dat men al eerder was overeengekomen. Van belang verder is nog dat de waarde van het erfpachtrecht door de belastingdienst is getaxeerd op fl per hectare per 1 november 1977 (zo n beetje de waarde van het erfpachtrecht ten tijde van de verkrijging daarvan door de ondernemers) en op fl per hectare per 1 november 1999 (zo n beetje de waarde van het erfpachtrecht ten tijde van de verkoop van de volle eigendom van de grond). De inspecteur heeft het verschil tussen de aankoopprijs van de blote eigendom ad fl en de verkoopprijs van de volle eigendom ad fl , derhalve een bedrag ad fl (elke belanghebbende voor de helft), tot de winst van belanghebbenden gerekend en daarop de landbouwvrijstelling niet van toepassing geacht. De belanghebbende waren het met deze correctie niet eens. Uiteindelijk belandde het geschil voor Hof Leeuwarden. Hof Leeuwarden heeft de gerealiseerde bate ad fl in drie stukken geknipt en vervolgens ten aanzien van die drie stukken geoordeeld of op elk van die brokken winst de landbouwvrijstelling toegepast kan worden. 1. Voordeel behaald bij verkrijgen erfpachtrecht Het hof oordeelde dat het erfpachtrecht ten tijde van de verkrijging door belanghebbenden een waarde had ad fl per hectare, en niet van nihil zoals belanghebbenden voorstonden. Het hof nam daarbij o.a. in overweging de zeer gunstige canon (blijkend uit een kapitalisatiefactor van ongeveer 7%), het feit dat er vele belangstellenden waren voor de erfpachtuitgifte, alsmede het gegeven dat bij de latere aankoop door belanghebbende van de blote eigendom door de Dienst Domeinen eveneens een (substantiële) waarde aan het erfpachtrecht is toegekend

7 Kluwer Online Research Voor zover deze verkregen erfpachtswaarde ten tijde van de verkoop (de realisatie van het voordeel) nog aanwezig was (fl per hectare) is, aldus het hof, sprake van een niet onder de landbouwvrijstelling vallend, belast, voordeel. Dat voordeel bedraagt dan: fl per hectare x (+/-) 31,31 hectare = fl Verkrijging van de blote eigendom Het hof heeft verder het voordeel dat belanghebbenden hebben verkregen als gevolg van het feit dat de Dienst Domeinen de waardedruk wegens het erfpachtrecht heeft vastgesteld op (fl /- fl =) fl , terwijl die waardedruk blijkens taxatie door de belastingdienst (fl x 31,31 hectare =) fl (zie hiervoor) bedraagt, dat voordeel zijnde derhalve een bedrag adfl eveneens buiten de landbouwvrijstelling en in de belaste winst gebracht. Volgens de belastingdienst houdt dit voordeel geen verband met de waardestijging van de grond als landbouwgrond. Wellicht had overigens een en ander anders uitgepakt als de erfpachtvoorwaarden het recht hadden omvat tot de aankoop van de blote eigendom over te gaan tegen de gunstige condities zoals die uiteindelijk zijn toegepast. Daar was evenwel in casu geen sprake van. 3. Verschil getaxeerde waarde Dienst Domeinen en verkoopprijs aan derden Het hof achtte ten slotte ook het verschil tussen de verkoopprijs ad fl en de door de Dienst Domeinen getaxeerde vrije waarde ad fl , derhalve een bedrag ad fl belast en niet vallend onder de landbouwvrijstelling. Als één van de argumenten voor het niet van toepassing achten van de landbouwvrijstelling op dit deel van de gerealiseerde winst noemde het hof dat het resultaat niet zozeer haar oorzaak vond in de waardeverandering van de landbouwgronden als zodanig maar in de goede onderhandelingskwaliteiten van de belanghebbenden. De bij de punten 1 tot en met 3 genoemd bedragen, bijeengeteld fl , is bij elk van de vennoten voor 50%, door de belastingdienst gecorrigeerd, en het hof, en vervolgens de Hoge Raad in zijn kielzog, sluiten zich hierbij aan. Waar wijkt de uitspraak van Hof Leeuwarden, met het zaaknummer: 10/00104, nu van de bovenbeschreven uitspraak af? In de uitspraak van Hof Leeuwarden van 29 maart 2011, nr. 10/00104, wordt in tegenstelling tot in die van dezelfde datum van hetzelfde hof met zaaknummer: 10/00098, wel een gedeelte van de verkoopwinst onbelast gelaten op basis van de landbouwvrijstelling. Van het verschil tussen de door de Dienst Domeinen ten behoeve van de aankoop van de blote eigendom door de belanghebbenden in die casus getaxeerde waarde vrij van de volle eigendom van de grond en de gerealiseerde verkoopprijs van die grond, is volgens het hof dat deel belast dat toerekenbaar is aan de met de verkoop van de grond tevens geleverde leveringsrechten van suiker. Verder is, volgens het hof, dat deel belast dat toerekenbaar is aan het verschil tussen de door de Dienst Domeinen hiervoor genoemde taxatiewaarde en de door de belastingdienst per datzelfde moment getaxeerde waarde vrij, nu dit voordeel de belanghebbenden is toegekomen op basis van de onderhandelingsvaardigheden van belanghebbenden en niet vanwege een waardestijging van de grond als landbouwgrond. Het laatste restantje van de gerealiseerde winst mag van het hof evenwel wel onder de - 7 -

8 landbouwvrijstelling worden gebracht. Het verschil met de hiervoor genoemde casus wordt veroorzaakt door het feit dat in zaaknummer 10/00104 er een periode is verlopen tussen de aankoop van de blote eigendom en de verkoop van de volle eigendom van de grond, in welke tussenperiode de grond als agrarische grond binnen het landbouwbedrijf is aangewend. Een korte periode (van 30 september 1999 tot 28 maart 2000), maar toch, terwijl in de hiervoor besproken uitspraak van Hof Leeuwarden de verkoop aan de derden tegelijkertijd geschiedde met de aankoop van de blote eigendom. De Hoge Raad heeft het tegen de uitspraak van Hof Leeuwarden ingestelde cassatieberoep verworpen. Met de hiervoor besproken twee uitspraken en de daarop volgende, bevestigende, arresten, zijn de erfpachtfinancieringen (aangeboden door Fagoed, of ASR) die de laatste tijd in zwang kwamen meteen in grote mate van hun aantrekkelijkheid ontdaan. Copyright Kluwer 2012 Kluwer Online Research Dit document is gegenereerd op Op dit document zijn de algemene leveringsvoorwaarden van Kluwer van toepassing

Inkomstenbelasting. Landbouwvrijstelling; heretikettering per 27 juni 2000; gevolgen van de 7 mei 2004 arresten

Inkomstenbelasting. Landbouwvrijstelling; heretikettering per 27 juni 2000; gevolgen van de 7 mei 2004 arresten Inkomstenbelasting. Landbouwvrijstelling; heretikettering per 27 juni 2000; gevolgen van de 7 mei 2004 arresten 1 Inkomstenbelasting. Landbouwvrijstelling; heretikettering per 27 juni 2000; gevolgen van

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

Belastingadvies, Inkomstenbelasting (en de vennootschapsbelasting)

Belastingadvies, Inkomstenbelasting (en de vennootschapsbelasting) Belastingadvies, Inkomstenbelasting (en de vennootschapsbelasting) Algemeen De landbouwvrijstelling, thans geregeld in art. 3.12 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (nader: Wet IB 2001), en voor de vennootschapsbelasting

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden. Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk:

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk: R/?6o3 Den Haag, 8 SEP. 2017 Kenmerk: 2017-0000180894 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/03603) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 juni 2017, nr. 16/00344, inzake

Nadere informatie

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N,

D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, 21 October 1959. F. No. 14043. D E H O O G E R A A D D E R N E D E R L A N D E N, Gezien het beroepschrift in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-hertogenbosch van 6 Maart 1959

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen / XIII. HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen / XIII. HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1 1.1 Schets van de problematiek / 1 1.2 Voor- en tegenstanders van de landbouwvrijstelling / 5 1.3 Vormt de landbouwvrijstelling staatssteun?

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2004:AR4710 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHLEE:2004:AR4710 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHLEE:2004:AR4710 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 22-10-2004 Datum publicatie 28-10-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK 1978/02 Inkomstenbelasting

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:185 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/04877 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:3523, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2009:BJ4751

ECLI:NL:RBBRE:2009:BJ4751 ECLI:NL:RBBRE:2009:BJ4751 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 22-07-2009 Datum publicatie 07-08-2009 Zaaknummer 08/5931 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BP8393

ECLI:NL:GHARN:2011:BP8393 ECLI:NL:GHARN:2011:BP8393 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 01-03-2011 Datum publicatie 21-03-2011 Zaaknummer 10/00433, 10/00439 en 10/00440 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

Kapitaalverzekering vormt geen KEW ook niet nu polis was verpand aan geldverstrekker en uitkering is benut voor aflossing hypotheek

Kapitaalverzekering vormt geen KEW ook niet nu polis was verpand aan geldverstrekker en uitkering is benut voor aflossing hypotheek Kapitaalverzekering vormt geen KEW ook niet nu polis was verpand aan geldverstrekker en uitkering is benut voor aflossing hypotheek ECLI:NL:RBZWB:2015:3188 Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BX9444

ECLI:NL:HR:2013:BX9444 ECLI:NL:HR:2013:BX9444 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-04-2013 Datum publicatie 12-04-2013 Zaaknummer 12/01372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Cassatie Omzetbelasting.

Nadere informatie

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

(f&ks CQ3 Belanghebbende heeft in beroep voor het Gerechtshof te Leeuwarden de door de Inspecteur van de p Belastinadienst/fjMfflmwny^ aanslag Inkomstenbelasting/Premie volksverzekeringen 1999 ten bedrage

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:2681

ECLI:NL:GHARL:2014:2681 ECLI:NL:GHARL:2014:2681 Instantie Datum uitspraak 01-04-2014 Datum publicatie 11-04-2014 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 13/00862 en 13/00863 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268 ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-09-2006 Datum publicatie 13-10-2006 Zaaknummer AWB 06/2133 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Leeuwarden nummer: 12/00201 uitspraakdatum: 15 oktober 2013 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer op het hoger beroep

Nadere informatie

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl ECLI:NL:HR:2015:1084 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775 In cassatie op

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting -- Deel 1

Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

Uitspraak d.d. 10 januari 1986 MI Griffie 3699/85 Type: ws. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer.

Uitspraak d.d. 10 januari 1986 MI Griffie 3699/85 Type: ws. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer. Uitspraak d.d. 10 januari 1986 MI Griffie 3699/85 Type: ws HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer. GEZIEN het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 21 augustus 1985, no.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044 ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 25-07-2008 Datum publicatie 05-08-2008 Zaaknummer 07/6768 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2017:659 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604395/1/A2 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 22-03-2013 Datum publicatie 22-03-2013 Zaaknummer 11/05644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-113 d.d. 15 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

FISCALE ASPECTEN VAN ASR AGRARISCHE GRONDFINANCIERING. Samengesteld door: mr. E. Marcus FB

FISCALE ASPECTEN VAN ASR AGRARISCHE GRONDFINANCIERING. Samengesteld door: mr. E. Marcus FB FISCALE ASPECTEN VAN ASR AGRARISCHE GRONDFINANCIERING Samengesteld door: mr. E. Marcus FB Ref. 2383M012/maart 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Het product ASR Agrarische Grondfinanciering 4 3. Fiscale

Nadere informatie

Instituut Financieel Management

Instituut Financieel Management FFEBLR0111 IB (niet-winst) Instituut Financieel Management Opdracht 1b (inleveren in week 3) De tekst van artikel 1.2 Wet IB is per 1 januari 2011 ingrijpend gewijzigd. Vanaf 2001 t/m 2010 luidde de tekst

Nadere informatie

Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond.

Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. b) LJN: BX8102, Gerechtshof 's-gravenhage, BK-10/00754 en 10/00233

Nadere informatie

Actualiteiten btw en overdrachtsbelasting

Actualiteiten btw en overdrachtsbelasting Actualiteiten btw en overdrachtsbelasting Mr. Henk de Kat Bouw- en vastgoedcursus Slot Zeist 11 juni 2015 Programma BTW: Leegstand gebouw Verbouwing / btw-aftrek Overdracht gebouw aan derde/ in de plaats

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123 ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2408 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onvoldoende inzicht in gedachtegang bij taxatie. Bezwaar tegen kostenveroordeling bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/00631 uitspraakdatum: 18 maart 2014 Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-05-2016 Datum publicatie 23-06-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5196 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/01104

ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/01104 ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-02-2010 Datum publicatie 17-02-2010 Zaaknummer 08/01104 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:8624

ECLI:NL:GHARL:2013:8624 ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:1341

ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00396

Nadere informatie

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november

Nadere informatie

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Tussen klaagster en haar ex-echtgenoot is een gerechtelijke procedure over huwelijkse voorwaarden gevoerd. De ex-echtgenoot heeft daarbij een beroep gedaan op een in zijn

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 Instantie Datum uitspraak 11-12-2007 Datum publicatie 07-01-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 06/2511, AWB 06/2530 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/017

Rapport. Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/017 Rapport Datum: 30 januari 2007 Rapportnummer: 2007/017 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Limburg/kantoor Venlo weigert de hem toekomende teruggaaf omzetbelasting alsnog te storten

Nadere informatie

Uitspraak. is de aanslag onroerendezaakbelasting 2015 (OZB) vastgesteld op 433,78.

Uitspraak. is de aanslag onroerendezaakbelasting 2015 (OZB) vastgesteld op 433,78. Auteur: mr. R.T. Wiegerink Verschenen in: Belastingblad (BB), november 2018, BB 2018/434 Datum: 11 september 2018 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Titel: Bij nieuwe WOZ-beschikking wegens onjuiste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:8488

ECLI:NL:RBAMS:2016:8488 ECLI:NL:RBAMS:2016:8488 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2016 Datum publicatie 04-01-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 264 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712 ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 26-03-2015 Zaaknummer 13/00712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof

Nadere informatie

FISCALE ASPECTEN FAGOED-FINANCIERING (II ADVISEUR)

FISCALE ASPECTEN FAGOED-FINANCIERING (II ADVISEUR) FISCALE ASPECTEN FAGOED-FINANCIERING (II ADVISEUR) Samengesteld door: mr. E. Marcus FB Ref. 2023M016/11112011 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Overdrachtsbelasting 4 Pagina 3. Inkomstenbelasting 5 3.1 Algemeen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619

ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619 ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 04-01-2007 Datum publicatie 19-01-2007 Zaaknummer 06-00066 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:6941

ECLI:NL:RBGEL:2016:6941 ECLI:NL:RBGEL:2016:6941 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 27-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Zaaknummer AWB - 16 _ 3964 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 Instantie Datum uitspraak 17-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer 16/00056 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:2198

ECLI:NL:RBGEL:2014:2198 ECLI:NL:RBGEL:2014:2198 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 03-04-2014 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AWB-13_2856 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2015:2589, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Kluwer Online Research. Nieuwe regels privégebruik ondernemingsauto in de omzetbelasting

Kluwer Online Research. Nieuwe regels privégebruik ondernemingsauto in de omzetbelasting Belastingadvies Actualiteiten auto in de omzetbelasting Nieuwe regels privégebruik ondernemingsauto in de omzetbelasting Per 1 juli 2011 geldt een nieuwe regeling voor het in de heffing betrekken van privégebruik

Nadere informatie

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 februari 2012 in de zaak tussen

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 februari 2012 in de zaak tussen Kwijtscheldingsvrijstelling mist toepassing nu eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de op hem rustende lijfrenteverplichting aan zijn vader niet meer voor verwezenlijking vatbaar was LJN: BV2968, Rechtbank

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:20

ECLI:NL:GHARL:2015:20 ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

NLF 2018/2225 Onbegrijpelijk oordeel over omkering en verzwaring bewijslast HR, 5 oktober 2018, 17/00374, ECLI:NL:HR:2018:1839

NLF 2018/2225 Onbegrijpelijk oordeel over omkering en verzwaring bewijslast HR, 5 oktober 2018, 17/00374, ECLI:NL:HR:2018:1839 Kijk op NLFiscaal voor online versie NLF 2018/2225 Onbegrijpelijk oordeel over omkering en verzwaring bewijslast HR, 5 oktober 2018, 17/00374, ECLI:NL:HR:2018:1839 SAMENVATTING De activiteiten van A (bv)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2005:AT7887

ECLI:NL:GHARN:2005:AT7887 ECLI:NL:GHARN:2005:AT7887 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 12-05-2005 Datum publicatie 21-06-2005 Zaaknummer 04-01163 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk:

3 SFR. 20« Den Haag, Kenmerk: Den Haag, 3 SFR. 20«Kenmerk: 2018-0000147519 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 18/03132) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 8 juni 2018, nr. X Z 17/00004,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864 ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864 Instantie Datum uitspraak 29-03-2005 Datum publicatie 31-03-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 02/6235 AOW/ANW e.a. Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:6759

ECLI:NL:GHARL:2014:6759 ECLI:NL:GHARL:2014:6759 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 12-09-2014 Zaaknummer 13/01247 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:8884

ECLI:NL:GHARL:2016:8884 ECLI:NL:GHARL:2016:8884 Instantie Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 11-11-2016 Zaaknummer 16/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 27 augustus 1985,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Kluwer Online Research. Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956

Kluwer Online Research. Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Auteur: - Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Op 4 april is een nieuw besluit uitgevaardigd

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Inkomstenbelasting. Direct durfkapitaal Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 24 maart 2009, nr. CPP2009/170M, Stcrt. Nr. 68 De staatssecretaris

Nadere informatie

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3701

ECLI:NL:GHDHA:2014:3701 ECLI:NL:GHDHA:2014:3701 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 02-12-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13_1439

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4117

ECLI:NL:RBDHA:2016:4117 ECLI:NL:RBDHA:2016:4117 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 07-04-2016 Datum publicatie 06-07-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 9639 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 10/00867 Schriftelijke uitspraak op het hoger beroep van BigffiwnrrmBriWiflMI^^^^^ te hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:9611

ECLI:NL:GHARL:2017:9611 ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research V-N 2010/46.11: BELASTINGEN VAN RECHTSVERKEER WBR-vrijstelling wordt teruggenomen bij doorinbreng onderneming Instantie: Hof 's-hertogenbosch Datum: 4 juni 2010 Magistraten: Bongaarts; Swinkels; Zaaknr:

Nadere informatie

FISCALE ASPECTEN VAN ASR ERFPACHTFINANCIERING. Samengesteld door: mr. E. Marcus FB

FISCALE ASPECTEN VAN ASR ERFPACHTFINANCIERING. Samengesteld door: mr. E. Marcus FB FISCALE ASPECTEN VAN ASR ERFPACHTFINANCIERING Samengesteld door: mr. E. Marcus FB Ref. 2383M013/maart 2012 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Inleiding 3 2. De fiscale gevolgen van erfpachtfinanciering 4 2.1 Algemeen

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren/kantoor Almere,

de inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren/kantoor Almere, Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling Bestuursrecht, belastingkamer locatie Leeuwarden procedurenummer: AWB LEE 13/970 uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 17 september 2013 als bedoeld

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:747

ECLI:NL:RBZWB:2014:747 pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBZWB:2014:747 Instantie Datum uitspraak 31-01-2014 Datum publicatie 21-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Rechtbank Zeeland-West-Brabant AWB-13_2158 Belastingrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:8771

ECLI:NL:RBAMS:2016:8771 ECLI:NL:RBAMS:2016:8771 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-12-2016 Datum publicatie 08-02-2017 Zaaknummer AMS 16 /805 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed. Taxatie. Boedeltaxatie. Peildatum. Klager en zijn partner hebben in 2006 een woning gekocht. Nadat klager en zijn partner in augustus 2008 uit elkaar waren gegaan heeft hij beklaagde in verband met de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:3831

ECLI:NL:RBDHA:2016:3831 ECLI:NL:RBDHA:2016:3831 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 05-04-2016 Datum publicatie 16-06-2016 Zaaknummer AWB - 16 _ 315 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 6 F E B 2013 Kenmerk: DGB 2013-384 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00280) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00501, X inzake

Nadere informatie

Overwegende dat de inspecteur het verschuldigde griffierecht tijdig heeft

Overwegende dat de inspecteur het verschuldigde griffierecht tijdig heeft HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Eerste Enkelvoudige Belastingkamer. Gezien het beroepschrift ingediend door Y te Z namens X te Z, ingekomen ter griffie op 29 april 1982 onder nummer 2344/82 en gericht tegen

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen

Nadere informatie