Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP

Transcriptie

1 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP

2 KENNISGEVING De informatie in dit document is zeer zorgvuldig en naar waarheid samengesteld, maar Mitel Networks Corporation (MITEL ) biedt hiervoor geen garanties. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd en is niet bindend voor Mitel, aan haar gelieerde ondernemingen of haar dochterbedrijven. Mitel, aan haar gelieerde ondernemingen en haar dochterbedrijven kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten of weglatingen in dit document. In verband met bedoelde wijzigingen kunnen revisies of nieuwe edities van dit document worden uitgebracht. Mitel is een gedeponeerd handelsmerk van Mitel Networks Corporation. Internet Explorer is een handelsmerk van Microsoft Corporation. Netscape Navigator is een handelsmerk van Netscape Communications Corporation. Andere productnamen die in dit document worden genoemd, kunnen handelsmerken van hun respectieve houders zijn en worden hierbij erkend.

3 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE AAN DE SLAG... 1 SIP-gebruikersaccounts en -wachtwoorden... 1 SIP-beheermodus...1 Informatie over de SIP-telefoon... 1 Onderdelen van de telefoon... 3 Indicator voor gesprekscodering... 4 Accessoires voor de telefoon... 4 Koptelefoons... 4 Conference Units (alleen 5224 IP Phone)... 5 Aanvullende documentatie... 5 De online Help van het webconfiguratieprogramma... 5 Andere documentatie... 5 DE TELEFOON AANPASSEN... 6 Superkey-menu-interface... 6 Webconfiguratieprogramma... 6 Accounts en wachtwoorden voor het webconfiguratieprogramma... 6 Het webconfiguratieprogramma openen... 7 Display-Assisted Feature Selection... 7 Menuopties selecteren... 7 Cijfers en letters invoeren... 8 Volumeregeling voor belsignaal... 9 Regeling beltoon... 9 Volumeregeling voor hoorn Volumeregeling luidspreker Contrastregeling van de display Taal van de display...10 Persoonlijke toetsen Programmering van toetsen voor verkort kiezen weergeven Een toets voor verkort kiezen programmeren Een toets voor verkort kiezen verwijderen OPROEPEN PLAATSEN EN BEANTWOORDEN Gesprekken plaatsen Een nummer kiezen Een naam kiezen (alleen 5224 IP Phone) Een SIP URL of IP-adres kiezen (alleen 5224 IP Phone) Een telefoonboekvermelding kiezen i -

4 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone Een item uit een gesprekslijst bellen Opnieuw kiezen Oproepen beantwoorden Een oproep beantwoorden Automatisch beantwoorden Een wachtend gesprek beantwoorden OPROEPEN AFHANDELEN Wachten Een gesprek in de wachtstand plaatsen Een gesprek uit de wacht halen Wachtstandinstellingen wijzigen Gesprekken doorschakelen Gesprek doorschakelen programmeren Doorschakeling in- of uitschakelen Gesprekken doorverbinden Een gesprek doorverbinden naar een derde partij die nog geen verbinding heeft Een gesprek doorverbinden naar een derde partij die al in de wacht staat Telefonische conferentie met drie partijen Een derde partij toevoegen aan een actief gesprek Een partij in de wacht toevoegen aan een actief gesprek Een telefonische conferentie verlaten...20 Berichten: adviestekst Een adviesbericht maken Een adviesbericht in- of uitschakelen Berichten: voic Voic berichten afluisteren GEAVANCEERDE FUNCTIES Niet storen-functie Niet storen-stand in- of uitschakelen Gesprekslijsten Een item in een gesprekslijst bekijken...23 Een item uit een gesprekslijst verwijderen Een item uit een gesprekslijst bellen Hoorn, luidspreker of koptelefoon Schakelen tussen hoorn en luidspreker Schakelen tussen hoorn en koptelefoon Schakelen tussen koptelefoon en luidspreker Het geluid van een gesprek uitschakelen Telefoonboek ii -

5 Inhoudsopgave Een telefoonboekvermelding maken Een telefoonboekvermelding bewerken Een telefoonboekvermelding verwijderen Een telefoonboekvermelding bellen Tijd en datum De tijd en datum wijzigen BEHEERDERSPROGRAMMA S Telefoonwachtwoorden van SIP-beheerder Wachtwoorden van de telefoon wijzigen SIP-gebruikersaccounts Een SIP-gebruikersaccount configureren of wijzigen Een gebruikersnaam bekijken Apparaatparameters Protocollen Protocollen in- of uitschakelen Indicator voor SRTP-gesprekscodering Netwerkinstellingen bekijken of wijzigen Het IP- en MAC-adres bekijken Netwerkinstellingen wijzigen De firmware van de telefoon upgraden De firmwareversie bekijken De firmware upgraden Voic Voic configureren Zomertijd instellen Toetsen voor gedeelde lijnen Extra instellingen Configuratiebestanden Hotline Media configureren Configuratieopties van het hoofdprogramma en het opstartprogramma WOORDENLIJST iii -

6 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone - iv -

7 Aan de slag Aan de slag In SIP-modus beheren de Mitel 5212 en 5224 IP Phones de eigen gespreksstatus en functies. Bij SIP wordt internet gebruikt om de telefoon met andere SIP-telefoons te verbinden. U kunt een gesprek tot stand brengen via een SIP URL of via een IP-adres. U kunt ook bellen naar telefoons in het reguliere telefoonnetwerk. Daarnaast kunt u bellen met een gebruikers-id in de vorm van een naam of een toestelnummer als u een account hebt bij een SIP-aanbieder. Raadpleeg deze handleiding en de on line Help van het webconfiguratieprogramma voor meer informatie over het programmeren en wijzigen van functies van de telefoon met SIP-ondersteuning (zie Aanvullende documentatie op pagina 5). SIP-gebruikersaccounts en -wachtwoorden Uw systeembeheerder configureert meestal SIP-accounts voor gebruikers en beheerders van SIP-telefoons. U hebt een SIP-gebruikersaccount nodig voor het volgende: De telefoon registreren bij de SIP-aanbieder. Gesprekken tot stand brengen door een gebruikers-id of toestelnummer te bellen. Toegang tot het configuratieprogramma. Als u niet over een SIP-gebruikersaccount beschikt, kunt u de telefoon gebruiken met beperkte toegang tot enkele SIP-functies (u kunt bijvoorbeeld geen gebruikers-id of toestelnummer bellen en u hebt geen toegang tot het webconfiguratieprogramma). SIP-beheermodus Beheerders hebben een beheerdersaccount en -wachtwoord nodig voor het volgende: Netwerkconfiguratie-instellingen en gegevens van de SIP-aanbieder wijzigen. Toegang tot menu s voor SIP-instellingen via de Superkey-menu-interface en het webconfiguratieprogramma. Zie Beheerdersprogramma s op pagina 28 voor meer informatie. Informatie over de SIP-telefoon De 5212 en 5224 IP Phones bevatten acht vaste functietoetsen en twee pijltoetsen. De 5212 bevat 12 persoonlijke toetsen en de 5224 bevat 24 persoonlijke toetsen die via één toetsdruk toegang tot functies bieden. De 5212 en de 5224 IP Phone zijn ook voorzien van beeldschermondersteuning voor het selecteren van functies, de mogelijkheid tot het kiezen van nummers met de hoorn op de haak, een handsfree functie met luidspreker en een grote oproep/bericht-indicator. Zie Onderdelen van de telefoon op pagina 3 voor meer informatie over toetsen en functies

8 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone Afbeelding 1: 5224 IP Phone Afbeelding 2: 5212 IP Phone - 2 -

9 Aan de slag Onderdelen van de telefoon Elk element is ingedeeld volgens de nummers (bijvoorbeeld ) in Afbeelding 1 en Afbeelding 2 op pagina 2. De 5212 IP Phone ondersteunt geen functietoetsen. Element Display Functietoetsen (alleen 5224 IP Phone) Oproep- en berichtindicator Toetsen voor volume, luidspreker en dempen Functie LCD-scherm met twee regels van twintig tekens voor het selecteren en gebruiken van telefoonfuncties, toegang tot de voic en het identificeren van bellers. Superkey-menu-opties worden op de display U kunt de telefoon kantelen met de ingebouwde standaard, zodat u een beter zicht hebt op de display. Raadpleeg de meegeleverde installatiehandleiding van de telefoon voor meer informatie over het wijzigen van de hoek van de telefoon. Met de contextgevoelige functietoetsen kunt u gemakkelijk functies weergeven en selecteren. Knippert bij inkomende oproepen en om aan te geven dat een bericht wacht in uw voic box. De indicator brandt continu als het toestel opnieuw wordt opgestart. (OMHOOG) en (OMLAAG): hiermee stelt u het contrast van de display en de volumeniveaus van de beltoon, de hoorn en de handsfree luidspreker in. De pijltoetsen kunt u ook gebruiken om te schakelen tussen het invoeren van hoofdletters en kleine letters. (DEMPEN): hiermee schakelt u de microfoon in en uit. Als de toets is ingeschakeld, is de microfoon uitgeschakeld en kan uw gesprekspartner u niet horen. (LUIDSPREKER): hiermee schakelt u de handsfree functie in. Vaste functietoetsen (SUPERKEY): hiermee opent u de menu s van de telefoon. (ANNULEREN): hiermee beëindigt u een gesprek. Als u op deze toets drukt tijdens het programmeren van de telefoon, verwijdert u eventuele ingevoerde gegevens en gaat u terug naar het vorige menuniveau. (OPNIEUW KIEZEN): hiermee kiest u de/het laatstgekozen nummer, naam, SIP URL of IP-adres. (WACHTSTAND): hiermee zet u het huidige gesprek in de wacht. (TRANS/CONF): hiermee verbindt u een gesprek door of brengt u een telefonische conferentie tussen drie partijen tot stand. (BERICHT): hiermee opent u uw voic box (optioneel)

10 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone Element Toetsenblok Programmeerbare persoonlijke toetsen en identificatiekaart Functie Het toetsenblok gebruikt u om nummers te kiezen. Op de 5212 IP Phone gebruikt u de toetsen, 0 en # om de bijbehorende menuopties op de display te kiezen. Bieden via één toetsdruk toegang tot de functies Verkort kiezen, Gesprekslijsten, Koptelefoon, Telefoonboek, Niet storen en Adviesbericht. De beheerder kan de overige persoonlijke toetsen ook programmeren als toetsen voor gedeelde lijnen. Zie Persoonlijke toetsen op pagina 11. Identificatiekaart Noteer de naam (contactpersoon, functie of regel) van de persoonlijke toetsen die u programmeert, op de identificatiekaart (gebruik de zijde van de kaart met de tekstvakken). Gebruik de sleuf achter de plastic klep op de onderzijde van de telefoon om de identificatiekaart te verwijderen of te plaatsen. Luidspreker Hoorn Hiermee wordt het geluid verzonden tijdens een handsfree gesprek. Hiermee voert u gesprekken met de hoorn. Indicator voor gesprekscodering De 5212 en 5224 IP Phone bieden automatisch spraakcodering met SRTP (Secure Real-time Transport Protocol) wanneer verbinding wordt gemaakt met een telefoon die ook ondersteuning biedt voor SRTP. Bij een beveiligd gesprek en bij telefonische conferenties waarbij alle gesprekspartners SRTP ondersteunen, ziet u een pictogram van een dicht slotje op de display. U ziet een pictogram voor een onbeveiligd gesprek (een open slotje) op de display als de verbinding niet beveiligd is omdat uw gesprekspartner geen SRTP-codering ondersteunt. Er wordt alleen een pictogram weergegeven als SRTP is ingeschakeld. De beheerder schakelt SRTP in op de telefoon. het pictogram van het slotje wordt alleen weergegeven wanneer u met een gesprekspartner spreekt. Het pictogram wordt niet weergegeven als u een bezettoon hoort. Accessoires voor de telefoon Koptelefoons De 5212 en 5224 IP Phone bieden ondersteuning voor een door Mitel goedgekeurde koptelefoon met functieschakelaar. Sluit de koptelefoon alleen aan op de daarvoor bedoelde koptelefoonaansluiting op de achterkant van de telefoon. Als u de koptelefoon aansluit, wordt de microfoon van de hoorn uitgeschakeld. Wanneer u de koptelefoon loskoppelt bij de aansluiting of de snelle-ontkoppelingsstekker, wordt de hoorn weer ingeschakeld. Als u de hoorn voor langere tijd moet gebruiken, stelt u de telefoon in op gebruik van de hoorn met de toets Koptelefoon

11 Aan de slag Conference Units (alleen 5224 IP Phone) Mitel biedt ondersteuning voor gebruik van de 5310 IP Boardroom Conference Unit in combinatie met de 5224 IP Phone. Raadpleeg de documentatie bij de 5310 IP Boardroom Conference Unit (zie Aanvullende documentatie op pagina 5) of neem contact op met de beheerder voor meer informatie over de conference unit. Aanvullende documentatie De online Help van het webconfiguratieprogramma U opent als volgt de online Help van het webconfiguratieprogramma: 1. Ga naar de startpagina van het webconfiguratieprogramma (zie Het webconfiguratieprogramma openen op pagina 7). 2. Ga naar de onderkant van de pagina. 3. Klik in het venster aan de linkerkant bij Ondersteuning op Help. De Help-pagina wordt geopend met koppelingen naar deze handleiding en de online Help van het webconfiguratieprogramma voor gebruikers. als u beschikt over beheerdersrechten, hebt u toegang tot het online Helpsysteem van het webconfiguratieprogramma voor gebruikers en voor beheerders. Andere documentatie U opent als volgt andere documentatie over de Mitel-telefoon en randapparatuur: 1. Ga in de browser naar 2. Houd de cursor boven Support en kies Documentation Library. 3. Kies User Guides in de vervolgkeuzelijst

12 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone De telefoon aanpassen Als u de functies van de telefoon wilt aanpassen en gebruiken, kunt u een van de volgende twee interfaces gebruiken: Superkey-menu-interface. Webconfiguratieprogramma. Superkey-menu-interface Via de vaste functietoetsen hebt u rechtstreeks toegang tot de meeste functies van de telefoon. Via de Superkey-menu-interface van de telefoon hebt u toegang tot extra functies. U opent de Superkey-menu-interface door op de blauwe toets telefoon te drukken. (SUPERKEY) op de Webconfiguratieprogramma Het webconfiguratieprogramma is een optioneel programma dat u naast de telefoon kunt gebruiken om gesprekken tot stand te brengen en de instellingen van de telefoon aan uw eigen wensen aan te passen. Met een SIP-gebruikersaccount hebt u toegang tot de webconfiguratie vanaf elke pc die op internet is aangesloten en die een van de volgende webbrowsers bevat: Netscape Navigator 4.8 of later. Internet Explorer 4 of later. Een andere equivalente browser. als het netwerk wordt beveiligd met een firewall, is het mogelijk dat u van buiten de firewall geen toegang hebt tot de telefoon via het webconfiguratieprogramma. Accounts en wachtwoorden voor het webconfiguratieprogramma U moet beschikken over een SIP-gebruikersaccount of een SIP-beheerdersaccount om toegang te krijgen tot het programma. Op basis van de account wordt bepaald tot welk type webconfiguratiepagina s u toegang hebt wanneer u zich aanmeldt

13 De telefoon aanpassen De beheerder kan de standaardinstellingen voor de gebruikersnaam en het wachtwoord wijzigen. Vraag uw nieuwe gebruikersnaam en wachtwoord indien nodig op bij de beheerder. Tabel 1: Standaardgebruikersnamen en -wachtwoorden voor het webconfiguratieprogramma Standaardgebruikersnaam: Standaardwachtwoord: (5212 IP Phone) Standaardwachtwoord: (5224 IP Phone) Gebruiker gebruiker hello hello zie Beheerdersprogramma s op pagina 28 voor informatie over de standaardgebruikersnaam en het standaardwachtwoord van beheerders. Het webconfiguratieprogramma openen U opent als volgt het webconfiguratieprogramma: 1. Ga als volgt te werk op de telefoon om het IP-adres van de telefoon op te vragen: Druk op (SUPERKEY). Druk op de toets Lijn 1 (hoofdlijn). Het IP-adres van de telefoon wordt Noteer het IP-adres en druk op (SUPERKEY) om terug te gaan naar de standaarddisplay. 2. Start de browser op de pc. 3. Typ het IP-adres van de telefoon in het vak URL of Adres van de browser. Het dialoogvenster voor aanmelding bij het webconfiguratieprogramma wordt 4. Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord voor het webconfiguratieprogramma in de desbetreffende velden. 5. Klik op OK. De startpagina van het webconfiguratieprogramma wordt zie Beheerdersprogramma s op pagina 28 voor beheeropties als u een SIP-beheerder bent. raadpleeg de online Help van het webconfiguratieprogramma (zie De online Help van het webconfiguratieprogramma op pagina 5) als u hulp nodig hebt bij het gebruik van het programma. Display-Assisted Feature Selection Menuopties selecteren Op de 5212 IP Phone drukt u op het toetsenblok op, 0 en # om menuopties op de display te kiezen. Als bijvoorbeeld de opties =JA 0=STANDAARD #=NEE worden weergegeven en u JA wilt kiezen, drukt u op. Op de 5224 IP Phone drukt u op de functietoetsen om menuopties op de display te kiezen

14 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone Cijfers en letters invoeren 5212 IP Phone Op de 5212 IP Phone gebruikt u het toetsenblok om het volgende in te voeren: Toestelnummers. Telefoonnummers ( gewone PSTN-nummers). druk niet op de toetsen en # als u een toestel- of telefoonnummer belt op een 5212 IP Phone. Druk op # om het gekozen nummer te bellen. Druk op om het laatst ingevoerde cijfer te verwijderen IP Phone Afhankelijk van de context kunt u met het toetsenblok van de 5224 IP Phone alleen cijfers, of cijfers en letters en enkele speciale tekens invoeren. Op de 5224 IP Phone kunt u het volgende kiezen: Toestelnummers. Telefoonnummers ( gewone PSTN-nummers). IP-adressen. SIP URL s. Gebruikers-id s in de vorm van namen. Letters corresponderen met de letters op het toetsenblok en met tekens in de volgende tabel. Een knipperende cursor geeft de positie aan waar het teken wordt ingevoegd. De cursor gaat automatisch naar de volgende positie als u één seconde wacht of op een andere toets op het toetsenblok drukt. U voert letters en speciale tekens als volgt in: Druk snel op de desbetreffende nummertoets tot het gewenste teken op de display wordt U voert een hoofdletter als volgt in: Druk op (OMHOOG) voordat u de letter invoert. Druk op (OMLAAG) om terug te keren naar de modus voor kleine letters. U verwijdert het laatst ingevoerde teken als volgt: Druk op de functietoets <

15 De telefoon aanpassen Tabel 2: Letters en tekens invoeren Druk op Keuzetoets 1 maal 2 maal 3 maal 4 maal 5 maal 6 maal 7 maal 8 maal 9 maal 1 1 spatie?! ~ 2 2 a b c 3 3 d e f 4 4 g h i 5 5 j k l 6 6 m n o 7 7 p q r s 8 8 t u v 9 9 w x y z & % $ \ * *. = : / ;, _ # ( ) [ ] < > Volumeregeling voor belsignaal U past het volume van het belsignaal als volgt aan wanneer de telefoon overgaat: Druk op (OMHOOG) of op (OMLAAG). U past het volume van het belsignaal als volgt aan wanneer de telefoon niet actief is: 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot INST. & OPTIES? wordt 2. Druk op OK en druk vervolgens op tot BELSIGNALEN? wordt 3. Druk op OK. BELVOLUME INSTELLEN? wordt 4. Druk op JA. De telefoon gaat over. 5. Druk op (OMHOOG) of (OMLAAG) om het volume in te stellen op het gewenste niveau en druk op OPSLAAN. BELVOLUME INSTELLEN? wordt 6. Druk op NEE. BELTOON INSTELLEN? wordt 7. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u wilt teruggaan naar het hoofdmenu, drukt u op NEE. Als u wilt teruggaan naar de standaarddisplay, drukt u op (SUPERKEY). Regeling beltoon U wijzigt als volgt de beltoon: 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot INST. & OPTIES? wordt 2. Druk op OK en druk vervolgens op tot BELSIGNALEN? wordt - 9 -

16 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone 3. Druk op OK en druk vervolgens op NEE tot BELTOON INSTELLEN? wordt 4. Druk op JA. De telefoon gaat over. 5. Druk op (OMHOOG) of (OMLAAG) om de toon in te stellen op het gewenste niveau en druk op OPSLAAN. BELTOON INSTELLEN? wordt 6. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u wilt teruggaan naar het hoofdmenu, drukt u op NEE. Als u wilt teruggaan naar de standaarddisplay, drukt u op (SUPERKEY). Volumeregeling voor hoorn U wijzigt als volgt het volume van de hoorn wanneer u de hoorn gebruikt: Druk op (OMHOOG) of op (OMLAAG). Volumeregeling luidspreker U wijzigt als volgt het volume van de luidspreker tijdens een handsfree gesprek: Druk op (OMHOOG) of op (OMLAAG). Contrastregeling van de display U wijzigt als volgt het contrast van de display van de telefoon: Druk op (OMHOOG) of op (OMLAAG) wanneer de telefoon niet actief is. als de voeding van de telefoon wordt onderbroken, worden de standaardinstellingen weer van kracht. Taal van de display U stelt als volgt de taal van de display in: 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot INST. & OPTIES? wordt 2. Druk op OK en druk vervolgens op tot TAAL? wordt 3. Druk op OK en druk hierna op NEE totdat de gewenste taal wordt 4. Zodra de gewenste taal wordt weergegeven, drukt u op JA. De tekst TAAL? verschijnt op de display. 5. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u wilt teruggaan naar het hoofdmenu, drukt u op AFSLUITEN. Als u wilt teruggaan naar de standaarddisplay, drukt u op (SUPERKEY)

17 De telefoon aanpassen Persoonlijke toetsen Persoonlijke toetsen bieden via één toetsdruk toegang tot de functies Verkort kiezen, Gesprekslijsten, Koptelefoon, Telefoonboek, Niet storen en Adviesbericht. Elke persoonlijke toets die geen lijntoets is, kunt u programmeren als toets voor verkort kiezen, waarmee u met één toetsdruk kunt kiezen. U kunt de informatie die voor een persoonlijke toets is geprogrammeerd, ook bekijken, wijzigen of verwijderen. u kunt de instellingen van de persoonlijke toetsen niet wijzigen tijdens een gesprek. Lijntoetsen Met lijntoetsen kunt u bellen of oproepen beantwoorden op basis van de gegevens van de lijn of de beller. De 5224 IP Phone bevat vier lijntoetsen. De 5212 IP Phone bevat twee lijntoetsen. Als één lijn bezet is, worden binnenkomende oproepen ontvangen op de volgende beschikbare lijntoets. Elk toestel bevat een vooraf ingestelde hoofdlijntoets (lijn 1). de beheerder kan persoonlijke toetsen of toetsen voor gedeelde lijnen voor u programmeren. Zie Toetsen voor gedeelde lijnen op pagina 33 voor meer informatie over toetsen voor gedeelde lijnen. Vooraf ingestelde persoonlijke toetsen De SIP-telefoon bevat de volgende vooraf ingestelde persoonlijke toetsen die niet kunnen worden gewijzigd: Vooraf ingestelde waarde Locatie van toets (Tel van beneden naar boven op de 5212 IP Phone en van boven naar beneden in de rechterrij op de 5224 IP Phone.) Lijn 1 (hoofdlijn) Toets 1 Koptelefoon Toets 10 Adviesbericht Toets 11 Gesprekslijsten/ Toets 12 telefoonboek Programmering van toetsen voor verkort kiezen weergeven U geeft de programmering van een persoonlijke toets als volgt weer: 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot GEH.TOETSEN PROGR? wordt 2. Druk op OK. TOETS SELECTEREN wordt 3. Druk op een persoonlijke toets. Als de toets is geprogrammeerd, worden de programmeringsgegevens Als de toets niet is geprogrammeerd, wordt VRIJE TOETS Een toets voor verkort kiezen programmeren U programmeert een persoonlijke toets als volgt als toets voor verkort kiezen: 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot GEH.TOETSEN PROGR? wordt 2. Druk op OK. TOETS SELECTEREN wordt

18 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone 3. Druk op de persoonlijke toets die u wilt programmeren. De bijbehorende programmeergegevens worden weergegeven op de display. Als de toets niet is geprogrammeerd, wordt VRIJE TOETS 4. Voer een van de volgende handelingen uit: Als de geselecteerde toets al is geprogrammeerd, drukt u op VERWIJDEREN (op een 5212) of op BEWERKEN (op een 5224). VOER NUMMER IN wordt Als de geselecteerde toets momenteel is geprogrammeerd als andere functietoets, drukt u op WZG NAAR VRKRT KIEZ om de toets te wijzigen in een toets voor verkort kiezen. VOER NUMMER IN wordt Als de geselecteerde toets momenteel niet is geprogrammeerd, drukt u op NIEUW. VOER NUMMER IN wordt 5. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u een naam wilt invoeren, drukt u op NAAM. (Alleen 5224 IP Phone) Als u een SIP URL of een IP-adres wilt invoeren, drukt u op URL. druk op < als u tekens wilt verwijderen. 6. Voer de bestemmingsgegevens in en druk vervolgens op OPSLAAN. TOETS OPGESLAGEN wordt 7. Druk op OK. GEH.TOETSEN PROGR? wordt 8. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u meer toetsen voor verkort kiezen wilt programmeren, drukt u op OK. TOETS SELECTEREN wordt Als u wilt teruggaan naar de standaarddisplay, drukt u op (SUPERKEY). 9. Noteer de naam van de functie op de identificatiekaart (zie Onderdelen van de telefoon op pagina 3). Een toets voor verkort kiezen verwijderen U verwijdert als volgt een toets voor verkort kiezen: 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot GEH.TOETSEN PROGR? wordt 2. Druk op OK. TOETS SELECTEREN wordt 3. Druk op de persoonlijke toets waarvan u de programmering wilt verwijderen. De bijbehorende programmering wordt 4. Druk op VERWIJDEREN. ITEM VERWIJDEREN? wordt 5. Druk op JA. VRIJE TOETS wordt 6. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u wilt teruggaan naar het hoofdmenu, drukt u op AFSLUITEN. Als u wilt teruggaan naar de standaarddisplay, drukt u op (SUPERKEY)

19 Oproepen plaatsen en beantwoorden Oproepen plaatsen en beantwoorden Gesprekken plaatsen U kunt gesprekken plaatsen en beantwoorden met de hoorn, de koptelefoon of de handsfree luidspreker. U kunt een toestelnummer of telefoonnummer, gebruikers-id (alleen 5224 IP Phone), of SIP URL of IP-adres (alleen 5224 IP Phone) kiezen. U kunt ook een item in de gesprekslijst of het telefoonboek kiezen. Als u bent geregistreerd bij een SIP-aanbieder en een regulier telefoonnummer wilt kiezen, moet de SIP-aanbieder toegang verschaffen tot het reguliere telefoonnetwerk (PSTN). Als u een SIP-gebruikersnaam of SIP-toestelnummer wilt kiezen, moet u zijn geregistreerd bij een SIP-aanbieder. Neem contact op met de beheerder voor meer informatie. Een nummer kiezen 1. Neem de hoorn van de haak (optioneel). 2. Als u een andere lijn wilt gebruiken dan lijn 1, drukt u op een lijntoets. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: Kies het gewenste nummer. Druk op een toets voor verkort kiezen. Druk op (OPNIEUW KIEZEN). 4. Druk op KIEZEN. Een naam kiezen (alleen 5224 IP Phone) Als u een gebruikers-id in de vorm van een naam wilt kiezen, moet u zijn geregistreerd bij een SIP-aanbieder. 1. Neem de hoorn van de haak (optioneel). 2. Druk op NAAM. 3. Voer de naam in van degene die u wilt bellen. als de naam uit meer dan 20 tekens bestaat, worden alleen de laatste 20 tekens op de display 4. Druk op KIEZEN. Een SIP URL of IP-adres kiezen (alleen 5224 IP Phone) 1. Neem de hoorn van de haak (optioneel). 2. Druk op URL en voer de SIP URL of het IP-adres in van degene die u wilt bellen. als de SIP URL uit meer dan 20 tekens bestaat, worden alleen de laatste 20 tekens 3. Druk op KIEZEN

20 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone Een telefoonboekvermelding kiezen 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot TELEFOONBOEK? wordt 2. Druk op OK. TELEFOONBOEK <het aantal vermeldingen> wordt weergegeven op de display. 3. Druk op (OMHOOG) en (OMLAAG) om naar de vermelding te gaan die u wilt bellen. 4. Druk op KIEZEN. 5. Neem de hoorn van de haak (optioneel). als u vanuit het telefoonboek wilt bellen met behulp van het webconfiguratieprogramma, opent u de pagina Telefoonboek van het programma (zie Het webconfiguratieprogramma openen op pagina 7 voor meer informatie). Een item uit een gesprekslijst bellen 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot GESPREKSLIJSTEN? wordt 2. Druk op OK en druk hierna op om naar de gewenste gesprekslijst te gaan (gemiste, beantwoorde of uitgaande gesprekken). 3. Druk op OK. Het aantal gesprekken wordt 4. Druk op (OMHOOG) en (OMLAAG) om door de items in de lijst te lopen. 5. Druk op KIEZEN. Het item wordt gekozen en de standaarddisplay wordt 6. Neem de hoorn van de haak (optioneel). Opnieuw kiezen 1. Neem de hoorn van de haak (optioneel). 2. Druk op (OPNIEUW KIEZEN). als de stroomvoorziening wordt onderbroken, verdwijnt het laatstgekozen nummer uit het geheugen

21 Oproepen plaatsen en beantwoorden Oproepen beantwoorden Een inkomende oproep komt binnen op lijn 1 als alle lijnen vrij zijn, of op de eerstvolgende beschikbare lijn. Als alle lijnen bezet zijn en Gespreksdoorschakeling bij bezet niet is ingeschakeld (zie Doorschakeling in- of uitschakelen op pagina 18), hoort de beller een bezettoon. Als de telefoon overgaat, knipperen de oproep/bericht-indicator en de bijbehorende lijntoets en wordt de naam van de beller Een oproep beantwoorden Voer een van de volgende handelingen uit om een oproep te beantwoorden: Neem de hoorn op als u de hoorn gebruikt. Druk op de toets Koptelefoon en druk vervolgens op de knipperende lijntoets als u de koptelefoon gebruikt. Druk op (LUIDSPREKER) als u de luidspreker gebruikt. Zie Hoorn, luidspreker of koptelefoon op pagina 23 voor meer informatie over gebruik van de hoorn, koptelefoon of luidspreker. Automatisch beantwoorden U kunt de functie Automatisch beantwoorden gebruiken om inkomende oproepen automatisch te beantwoorden als u de luidspreker of koptelefoon gebruikt. U schakelt Automatisch beantwoorden als volgt in of uit: Open de pagina Functies configureren van het webconfiguratieprogramma (zie Het webconfiguratieprogramma openen op pagina 7). U beantwoordt een gesprek als volgt met Automatisch beantwoorden: U kunt spreken zodra de oproep binnenkomt. Voer een van de volgende handelingen uit om een gesprek met Automatisch antwoorden te beëindigen: Druk op (ANNULEREN). Wacht totdat de beller ophangt

22 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone Een wachtend gesprek beantwoorden Op de 5224 IP Phone kunnen maximaal drie gesprekken wachten terwijl u bezig bent met een ander gesprek. Op de 5212 IP Phone kan één gesprek wachten. Nieuwe gesprekken wachten op de volgende beschikbare lijn. Wanneer er een nieuwe oproep binnenkomt, hoort u een toon die aangeeft dat er een wachtend gesprek is, ziet u de naam van de nieuwe beller en knippert de bijbehorende lijntoets. Als alle lijnen bezet zijn, horen bellers een bezettoon. U beantwoordt een wachtend gesprek als volgt: Druk op de knipperende lijntoets van het wachtende gesprek. Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en u wordt verbonden met de nieuwe beller. U keert als volgt terug naar het oorspronkelijke gesprek: Druk op de desbetreffende knipperende lijntoets

23 Oproepen afhandelen Oproepen afhandelen Wachten De 5224 IP Phone ondersteunt maximaal vier gesprekken tegelijk in de wachtstand. De 5212 IP Phone ondersteunt maximaal twee gesprekken in de wachtstand. Als u een gesprek in de wachtstand plaatst of als iemand u in de wachtstand plaatst, helpt de pieptoon van de wachtstand u herinneren dat u een gesprek in de wachtstand hebt geplaatst of dat uw gesprek in de wachtstand is geplaatst. Als de hoorn op de haak ligt, hoort u de pieptoon via de luidspreker. U kunt deze pieptoon desgewenst uitschakelen. u kunt de instellingen voor de wachtstand niet wijzigen tijdens een gesprek. Een gesprek in de wachtstand plaatsen Druk op (WACHTSTAND). De desbetreffende lijntoets knippert. Een gesprek uit de wacht halen Druk op de desbetreffende knipperende lijntoets. De lijntoets verandert van knipperend in continu brandend. Wachtstandinstellingen wijzigen Open de pagina Functies configureren van het webconfiguratieprogramma (zie Het webconfiguratieprogramma openen op pagina 7). Gesprekken doorschakelen Met Doorschakelen worden binnenkomende gesprekken doorgeschakeld naar uw voic box (standaardinstelling) of naar een ander nummer. U kunt kiezen uit de volgende opties voor het doorschakelen: Gesprek altijd doorschakelen: alle binnenkomende gesprekken worden doorgeschakeld. Gesprek doorschakelen - Geen antwoord: gesprekken worden doorgeschakeld als u niet opneemt binnen het opgegeven aantal keren overgaan (1 10). Gesprek doorschakelen bezet: gesprekken worden doorgeschakeld als alle lijnen bezet zijn. Alle doorschakelingsopties zijn standaard uitgeschakeld. U kunt Gesprek doorschakelen - Geen antwoord en Gesprek doorschakelen bezet tegelijkertijd inschakelen. u kunt de instellingen van gespreksdoorschakeling niet wijzigen tijdens een gesprek. als u het doorschakelen wilt programmeren en in- of uitschakelen met het webconfiguratieprogramma, opent u de pagina Functies configureren van het programma (zie pagina Het webconfiguratieprogramma openen op pagina 7)

24 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone Gesprek doorschakelen programmeren 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot INST. & OPTIES? wordt 2. Druk op OK. DOORSCHAKELEN? wordt 3. Druk op OK. ALTIJD DS: <huidige status> wordt 4. Druk op om naar de gewenste optie voor doorschakelen te gaan. 5. Druk op OK om de gewenste optie voor doorschakelen te selecteren. 6. Druk op INZIEN. De huidige doorschakelbestemming wordt Als er geen doorschakeling is geprogrammeerd, is de bovenste regel van de display leeg. 7. (Alleen voor de optie Gesprek doorschakelen - Geen antwoord) Druk op OPTIES, voer het gewenste aantal keer overgaan in (1 10) voordat het gesprek wordt doorgeschakeld en druk op OPSLAAN. 8. Druk op WIJZIGEN en voer een van de volgende handelingen uit: Als u een URL wilt invoeren als bestemming, drukt u op URL en geeft u de URL op. Als u een naam wilt invoeren als bestemming, drukt u op NAAM en geeft u de naam op. 9. Druk op OPSLAAN. Zodra de informatie is opgeslagen, ziet u dezelfde optie voor doorschakelen op de display met de nieuwe status. 10. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u wilt teruggaan naar het hoofdmenu, drukt u op AFSLUITEN. Als u wilt teruggaan naar de standaarddisplay, drukt u op (SUPERKEY). Doorschakeling in- of uitschakelen 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot INST. & OPTIES? wordt 2. Druk op OK. DOORSCHAKELEN? wordt 3. Druk op OK. ALTIJD DS: <huidige status> wordt 4. Druk op om naar de gewenste optie voor doorschakelen te gaan. 5. Zodra de gewenste optie voor doorschakelen wordt weergegeven, drukt u op ZETAAN of ZETUIT om de optie voor doorschakelen in of uit te schakelen. U ziet de optie voor doorschakelen en de nieuwe status op de display. 6. Druk op OK en druk op (SUPERKEY) om terug te gaan naar de standaarddisplay

25 Oproepen afhandelen Gesprekken doorverbinden U kunt een actief gesprek doorverbinden naar een andere partij (er moet ten minste één lijn vrij zijn op de telefoon). De 5224 IP Phone ondersteunt vier lijnen. De 5212 IP Phone ondersteunt twee lijnen. Als alle lijnen op de telefoon bezet zijn, kunnen geen gesprekken worden doorverbonden. tijdens een telefonische conferentie kan elke gesprekspartner een gesprek doorverbinden als er een lijn niet in gebruik is op de telefoon waarmee de telefonische conferentie is gestart. Zie Telefonische conferentie met drie partijen op pagina 19 voor informatie over telefonische conferenties. Een gesprek doorverbinden naar een derde partij die nog geen verbinding heeft 1. Druk tijdens een gesprek op (DS./CONF.). Het gesprek wordt in de wacht geplaatst. 2. Druk op de vrije lijntoets. 3. Bel degene naar wie u het gesprek wilt doorverbinden en voer een van de volgende handelingen uit: Als u met deze persoon wilt spreken, wacht u tot de verbinding tot stand is gebracht en spreekt u met degene naar wie u wilt doorverbinden. Hierna drukt u op (DS./CONF.) of op de functietoets DOORVRB (alleen 5224) om het gesprek in de wacht door te verbinden en hangt u op. Dit heet beheerd doorverbinden. Als u het gesprek wilt doorverbinden zonder met de partij te spreken, drukt u onmiddellijk op (DS./CONF.) of op de functietoets DOORVRB (alleen 5224) en hangt u op. Het gesprek in de wacht wordt doorverbonden naar het actieve gesprek. Dit heet onbeheerd doorverbinden. Druk op (ANNULEREN) om het doorverbinden te annuleren. U gaat terug naar het gesprek in de wacht. Een gesprek doorverbinden naar een derde partij die al in de wacht staat 1. Druk tijdens een gesprek op (DS./CONF.). Het gesprek wordt in de wacht geplaatst. 2. Druk op de lijntoets van het gesprek dat in de wacht staat en druk op (DS./CONF.). 3. Hang op. Telefonische conferentie met drie partijen tijdens een telefonische conferentie kan elke gesprekspartner een gesprek doorverbinden als er een lijn niet in gebruik is op de telefoon waarmee de telefonische conferentie is gestart. Zie Gesprekken doorverbinden op pagina 19 voor informatie over het doorverbinden van gesprekken

26 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone Een derde partij toevoegen aan een actief gesprek 1. Druk op (DS./CONF). Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet. 2. Druk op een beschikbare lijntoets en voer een van de volgende handelingen uit: Kies het gewenste nummer. Druk op een toets voor verkort kiezen. Druk op (OPNIEUW KIEZEN). 3. Druk op KIEZEN. 4. Als de nieuwe partij opneemt, drukt u op de sneltoets CONF (of op # om CONF te selecteren op de 5212). Het gesprek dat u bij stap 1 in de wacht hebt gezet, wordt verbonden met het actieve gesprek. als de nieuwe partij niet opneemt, drukt u twee keer op (ANNULEREN) om terug te gaan naar de partij in de wacht. Een partij in de wacht toevoegen aan een actief gesprek 1. Druk op (DS./CONF.). Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet. 2. Druk op de lijntoets van de partij die al in de wacht staat. 3. Druk op (DS./CONF.) Het gesprek dat u bij stap 1 in de wacht hebt gezet, wordt verbonden met het actieve gesprek. Een telefonische conferentie verlaten Voer een van de volgende handelingen uit: Hang op. Druk op de functietoets OPHANGEN (alleen 5224 IP Phone). Druk op (ANNULEREN). als de partij die de telefonische conferentie heeft gestart, ophangt, worden de verbindingen van de andere twee partijen ook verbroken. Als een van de gebelde partijen ophangt, blijven de andere partijen wel verbonden. Berichten: adviestekst Er wordt een adviesbericht weergegeven op de display van de telefoon zodat mensen die bij uw bureau komen weten waar u bent. Een adviesbericht maken Open de pagina Functies configureren van het webconfiguratieprogramma (zie Het webconfiguratieprogramma openen op pagina 7)

27 Oproepen afhandelen Een adviesbericht in- of uitschakelen U schakelt een adviesbericht als volgt in of uit: 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot INST. & OPTIES? wordt 2. Druk op OK en druk vervolgens op tot ADVIESBERICHTEN? wordt 3. Druk op OK. U ziet het eerste van verschillende adviesberichten. 4. Druk op (OMHOOG) of (OMLAAG) om naar het gewenste bericht te gaan. 5. Druk op ZETAAN of ZETUIT om het bericht in of uit te schakelen. Als het bericht is ingeschakeld, wordt de toets Adviesbericht verlicht. 6. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u wilt teruggaan naar het hoofdmenu, drukt u op AFSLUITEN. Als u wilt teruggaan naar de standaarddisplay, drukt u op (SUPERKEY). Op de standaarddisplay wordt het adviesbericht afgewisseld door de datum en tijd. als u adviesberichten wilt in- of uitschakelen met het webconfiguratieprogramma, opent u de pagina Functies configureren van het programma (zie pagina 7). Berichten: voic De beheerder configureert uw voic gegevens zodat u voic berichten kunt ontvangen en beluisteren. De oproep/bericht-indicator knippert om aan te geven dat er wachtende berichten zijn. zie Voic op pagina 32 voor beheerinformatie over voic . Voic berichten afluisteren 1. Neem de hoorn van de haak (optioneel). 2. Druk op (BERICHT) en voer uw voic boxnummer in. 3. Volg de aanwijzingen voor de voic box

28 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone Niet storen-functie Geavanceerde functies De functie Niet storen zorgt ervoor dat alle gesprekken direct worden doorgeschakeld naar uw voic box, zodat u niet wordt gestoord door de telefoon die overgaat. Als Niet storen is ingeschakeld en u geen voic box hebt ingesteld, horen bellers een bezettoon. als Niet storen is ingeschakeld, worden afwisselend *NS AAN* en de datum weergegeven op de display van de telefoon. Als zowel Gespreksdoorschakeling als Niet storen zijn ingeschakeld, worden afwisselend *NS AAN* en de tijd weergegeven op de display. Niet storen-stand in- of uitschakelen 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot INST. & OPTIES? wordt weergegeven op de display. 2. Druk op OK en druk vervolgens op tot NIET STOREN? wordt 3. Druk op OK. NIET STOREN <huidige status> wordt 4. Druk op ZETAAN of ZETUIT om Niet storen in of uit te schakelen. Zodra de informatie is opgeslagen, ziet u de tekst NIET STOREN <nieuwe status>. 5. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u wilt teruggaan naar het hoofdmenu, drukt u op AFSLUITEN. Als u wilt teruggaan naar de standaarddisplay, drukt u op (SUPERKEY). als u Niet storen wilt in- of uitschakelen met het webconfiguratieprogramma, opent u de pagina Functies configureren van het programma (zie Het webconfiguratieprogramma openen op pagina 7). Gesprekslijsten Op de pagina Gesprekslijsten worden uw gemiste, beantwoorde en uitgaande oproepen bijgehouden. Op de 5212 IP Phone worden de vijf recentste gemiste, beantwoorde en uitgaande oproepen bijgehouden. Op de 5224 IP Phone worden de tien recentste gemiste, beantwoorde en uitgaande oproepen bijgehouden. De meest recente oproep staat boven aan elke lijst. De gespreksgegevens die in gesprekslijsten worden bijgehouden, zijn de naam van de gesprekspartner, het nummer, de SIP URL of het IP-adres, de gespreksduur en de datum en tijd van elk gesprek. Wanneer u inkomende gesprekken hebt gemist, wordt in plaats van de datum het aantal gemiste gesprekken weergegeven op de display van de telefoon. de informatie in gesprekslijsten wordt automatisch elke 4 uur opgeslagen. Als u de telefoon opnieuw instelt voordat deze 4 uur zijn verstreken, wordt de informatie over alle gemiste, beantwoorde of uitgaande oproepen gedurende deze periode niet opgeslagen

29 Geavanceerde functies Een item in een gesprekslijst bekijken 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot GESPREKSLIJSTEN? wordt 2. Druk op OK en druk hierna op om naar de gewenste gesprekslijst te gaan (gemiste, beantwoorde of uitgaande gesprekken). 3. Druk op OK. Het aantal gesprekken wordt 4. Druk op (OMHOOG) en (OMLAAG) om door de items in de lijst te lopen. 5. Wanneer het gewenste item wordt weergegeven op de display, drukt u op DETAIL en vervolgens op << en >> om de gegevens van het item te bekijken. 6. Druk op GEREED wanneer u klaar bent. 7. Druk op (SUPERKEY) om terug te gaan naar de standaarddisplay. als u items in de gesprekslijsten wilt bekijken met het webconfiguratieprogramma, opent u de pagina Gesprekslijsten van het programma (zie Het webconfiguratieprogramma openen op pagina 7). Een item uit een gesprekslijst verwijderen 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot GESPREKSLIJSTEN? wordt weergegeven op de display. 2. Druk op OK en druk hierna op om naar de gewenste gesprekslijst te gaan (gemiste, beantwoorde of uitgaande gesprekken). 3. Druk op OK. Het aantal gesprekken wordt 4. Druk op (OMHOOG) en (OMLAAG) om door de items in de lijst te lopen. 5. Zodra het gewenste item wordt weergegeven, drukt u op VERW. VERWIJD. BEVESTIGEN? wordt 6. Druk op JA. Het item wordt verwijderd. 7. Druk op (SUPERKEY) om terug te gaan naar de standaarddisplay. Een item uit een gesprekslijst bellen Zie Een item uit een gesprekslijst bellen op pagina 14 als u een item uit een gesprekslijst snel wilt bellen. Hoorn, luidspreker of koptelefoon Schakelen tussen hoorn en luidspreker U schakelt als volgt over van de hoorn naar de luidspreker: 1. Druk op (LUIDSPREKER). 2. Leg de hoorn op de haak. Gebruik de luidspreker om met uw gesprekspartner te praten

30 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone U schakelt als volgt over van de luidspreker naar de hoorn: Neem de hoorn op en gebruik deze om met uw gesprekspartner te praten. Schakelen tussen hoorn en koptelefoon U schakelt als volgt over van de hoorn naar de koptelefoon: 1. Druk op de toets Koptelefoon. Het lampje van de toets Koptelefoon gaat branden. 2. Leg de hoorn op de haak. Gebruik de koptelefoon om met uw gesprekspartner te praten. U schakelt als volgt over van de koptelefoon naar de hoorn: 1. Neem de hoorn van de haak. 2. Druk op de toets Koptelefoon. De toets Koptelefoon wordt uitgeschakeld. Gebruik de hoorn om met uw gesprekspartner te praten. Schakelen tussen koptelefoon en luidspreker U schakelt als volgt over van de koptelefoon naar de luidspreker: Druk op de toets Koptelefoon en druk hierna op (LUIDSPREKER). De toets Koptelefoon wordt uitgeschakeld. Gebruik de luidspreker om met uw gesprekspartner te praten. U schakelt als volgt over van de luidspreker naar de koptelefoon: Druk op de toets Koptelefoon. De toets Koptelefoon wordt ingeschakeld. Gebruik de koptelefoon om met uw gesprekspartner te praten. Het geluid van een gesprek uitschakelen U schakelt als volgt het geluid van de telefoon uit zodat uw gesprekspartner u niet kan horen: Druk op (DEMPEN). De toets (DEMPEN) wordt ingeschakeld. U kunt het geluid als volgt opnieuw inschakelen en doorgaan met de conversatie: Druk nogmaals op (DEMPEN). De toets (DEMPEN) wordt uitgeschakeld. Telefoonboek Het telefoonboek is een lijst met contactpersonen waardoor u kunt bladeren en van waaruit u kunt bellen. In het telefoonboek van de 5212 IP Phone kunt u maximaal 20 contactpersonen opslaan. In het telefoonboek van de 5224 IP Phone kunt u maximaal 60 contactpersonen opslaan

31 Geavanceerde functies Een telefoonboekvermelding bevat een automatisch indexnummer, de naam van de contactpersoon (maximaal 20 tekens) en een nummer, SIP URL of een IP-adres. als u een telefoonboek wilt maken, het telefoonboek wilt wijzigen of vanuit het telefoonboek wilt bellen met behulp van het webconfiguratieprogramma, opent u de pagina Telefoonboek van het programma (zie Het webconfiguratieprogramma openen op pagina 7). u kunt de instellingen van het telefoonboek niet wijzigen tijdens een gesprek. Een telefoonboekvermelding maken 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot TELEFOONBOEK? wordt 2. Druk op OK. TELEFOONBOEK: <aantal items> wordt 3. Druk op (OMHOOG) en (OMLAAG) om door de items te lopen tot ITEM LEEG wordt 4. Druk op NIEUW TOEVOEGEN. ADRES PROGRAMMEREN? wordt 5. Druk op JA en voer de SIP URL of het IP-adres van de contactpersoon in. druk op < als u tekens wilt verwijderen. 6. Druk op VERZENDEN. Zodra de informatie is opgeslagen, ziet u de tekst NAAM PROGRAMMEREN?. 7. Druk op JA en voer de naam van de contactpersoon in. 8. Druk op VERZENDEN. Zodra de informatie is opgeslagen, ziet u de naam van de contactpersoon. 9. Druk op (SUPERKEY) om terug te gaan naar de standaarddisplay. Een telefoonboekvermelding bewerken 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot TELEFOONBOEK? wordt 2. Druk op OK. TELEFOONBOEK: <aantal items> wordt 3. Druk op (OMHOOG) en (OMLAAG) om naar de vermelding te gaan die u wilt wijzigen. 4. Druk op WIJZIGEN en druk vervolgens op BEWERKEN. ADRES PROGRAMMEREN? wordt 5. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u een IP-adres of SIP URL wilt bewerken, drukt u op JA, voert u het IP-adres of de SIP URL in en drukt u op VERZENDEN. Zodra de informatie is opgeslagen, ziet u de tekst NAAM PROGRAMMEREN?. Als u een naam wilt bewerken, drukt u op NEE. U ziet de tekst NAAM PROGRAMMEREN?. Druk op JA, voer de naam in en druk op VERZENDEN. Zodra de informatie is opgeslagen, ziet u de gewijzigde naam. 6. Druk op (SUPERKEY) om terug te gaan naar de standaarddisplay

32 Gebruikers- en beheerdershandleiding voor SIP voor de 5212 en 5224 IP Phone Een telefoonboekvermelding verwijderen 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot TELEFOONBOEK? wordt 2. Druk op OK. TELEFOONBOEK: <aantal items> wordt 3. Druk op (OMHOOG) en (OMLAAG) om naar de vermelding te gaan die u wilt verwijderen. 4. Druk op WIJZIGEN en druk vervolgens op VERWIJDEREN. VERWIJD. BEVESTIGEN? wordt 5. Druk op BEVESTIGEN. De vermelding wordt verwijderd en de tekst ITEM LEEG verschijnt. 6. Druk op (SUPERKEY) om terug te gaan naar de standaarddisplay. Een telefoonboekvermelding bellen Zie Een telefoonboekvermelding kiezen op pagina 14 voor meer informatie over het bellen van telefoonboekvermeldingen. Tijd en datum Een SNTP-server (Simple Network Time Protocol, versie 4 of later) voorziet de telefoon van de datum en tijd. De beheerder configureert de tijdzone met het webconfiguratieprogramma. De telefoon wordt automatisch aangepast aan de zomertijd. Als er geen SNTP-server beschikbaar is voor uw systeem, kunt u de tijd en datum van de telefoon wijzigen via de pagina Datum/Tijd van het webconfiguratieprogramma (zie Het webconfiguratieprogramma openen op pagina 7). Neem contact op met de beheerder voor meer informatie. u kunt de instellingen voor datum en tijd niet wijzigen tijdens een gesprek. als de stroomvoorziening van de telefoon wordt onderbroken, gaan de gewijzigde tijd en datum verloren. De tijd en datum wijzigen Belangrijk: gebruik deze procedure alleen als u niet beschikt over een SNTP-server. Als er geen SNTP-server beschikbaar is, moet u deze instellingen steeds opnieuw programmeren wanneer de telefoon opnieuw wordt opgestart. 1. Druk op (SUPERKEY) en druk vervolgens op >> tot INST. & OPTIES? wordt 2. Druk op OK en druk vervolgens op tot TIJD EN DATUM? wordt 3. Druk op OK. TIJD INSTELLEN? wordt 4. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u de tijd wilt wijzigen, drukt u op JA. 12- of 24-u NOTATIE? wordt Ga naar stap 5. Als u de datum wilt wijzigen, drukt u op NEE. U ziet de tekst DATUM INST?. Ga naar stap

33 Geavanceerde functies 5. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u de tijd wilt invoeren met vm/nm-notatie, drukt u op 12. Als u de tijd wilt invoeren in een 24-uurs notatie, drukt u op Voer de tijd in (bijvoorbeeld, 1236 voor 12:36; 0220 voor 02:20) en druk op VERZENDEN. 7. (Alleen voor vm/nm) Druk op VM of NM. De tekst TIJD INSTELLEN? verschijnt met de nieuwe tijd. 8. Druk op NEE. DATUM INST? wordt 9. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u de datum wilt wijzigen, drukt u op JA en gaat u door naar stap 10. Als u wilt teruggaan naar het hoofdmenu, drukt u op NEE en gaat u door naar stap Voer de datum in (bijvoorbeeld, voor 16 december 2004) en druk op VERZENDEN. De tekst DATUM INST? verschijnt met de nieuwe datum. 11. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u wilt teruggaan naar het hoofdmenu, drukt u op NEE. Als u wilt teruggaan naar de standaarddisplay, drukt u op (SUPERKEY)