"De WOZ gewaardeerd" Rapport van de Waarderingskamer over het evaluatie-onderzoek van de Wet WOZ

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download ""De WOZ gewaardeerd" Rapport van de Waarderingskamer over het evaluatie-onderzoek van de Wet WOZ"

Transcriptie

1 WAARDERINGSKAMER "De WOZ gewaardeerd" Rapport van de Waarderingskamer over het evaluatie-onderzoek van de Wet WOZ VAN PROJECT NAAR PROCES

2 EVALUATIE WET WOZ COLOFON Waarderingskamer Het "Rapport van de Waarderingskamer over het evaluatie-onderzoek van de Wet WOZ" is op 1 april 1999 vastgesteld door de Waarderingskamer. Het rapport is voorbereid door de Commissie evaluatie Wet WOZ van de Waarderingskamer. Vormgeving omslag Kluwer, Deventer Opmaak en zetwerk binnenwerk Waarderingskamer Druk Kluwer, Deventer Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Waarderingskamer Postbus AE 's-gravenhage Telefoon: Telefax: info@waarderingskamer.nl ISBN , Waarderingskamer, Den Haag Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Waarderingskamer. 2

3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 5 1. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting 1.2 Overzicht conclusies 1.3 Overzicht aanbevelingen 2. De Waarderingskamer evalueert de Wet WOZ Doel evaluatie-onderzoek Waarderingskamer 2.2 Relatie tot evaluatie-onderzoek door de Staatssecretaris van Financiën 2.3 Aanpak evaluatie-onderzoek 3. De implementatie van de Wet WOZ Veranderingen door invoering Wet WOZ 3.2 Invoeringstraject 3.3 Wet WOZ als continu werkproces 4. De informatievoorziening bij gemeenten Inhoud WOZ-administratie 4.2 Mutaties in WOZ-administratie 4.3 Relatie met gemeentelijke basisregistraties en activiteiten 5. De waardebepaling 5.1 Kwaliteitseisen Marktanalyse 5.3 Objectafbakening 5.4 Waarderingsvoorschriften 5.5 Taxatietechnieken en uitvoering waardebepaling 5.6 Tussentijdse waardebepaling 6. De waardevaststelling Soorten WOZ-beschikking 6.2 Bekendmaking WOZ-beschikking 7. De onderbouwing van de waarde Inhoud taxatieverslag 7.2 Moment verstrekken taxatieverslag 7.3 Leges voor verstrekken taxatieverslag 7.4 Rol van de taxateur 7.5 Beperkte openbaarheid waardegegeven 3

4 EVALUATIE WET WOZ 8. De rechtsbescherming Bezwaarprocedure 8.2 Beroepsprocedure 8.3 Ambtshalve vermindering 8.4 Beperking bezwaar en beroep 9. Waarderingscyclus en waarderingsfrequentie De kosten van de uitvoering van de Wet WOZ Omvang kosten uitvoering Wet WOZ 10.2 Kostenverrekening 10.3 Kostenverdeelsleutel 11. De gegevensuitwisseling Gegevenslevering 11.2 Gegevensuitwisseling met externe bureaus 12. De overgangsregeling De voorlichting aan belanghebbenden De reikwijdte van de wet Heffingswetten 14.2 Gebruik voor andere heffingen 14.3 Uitkering uit het gemeentefonds 14.4 Ander gebruik door gemeenten 14.5 Gebruik voor andere doeleinden 15. Trefwoordenregister op de onderwerpen Overzicht tekstboxen Verklarende begrippenlijst 235 Bijlage 1: Taak en samenstelling Commissie evaluatie Wet WOZ 239 Bijlage 2: Overzicht regelgeving met betrekking tot de Wet WOZ 241 Bijlage 3: Taxatieverslagen volgens Waarderingsinstructie Bijlage 4: Lijst gehoorden 247 4

5 VOORWOORD VOORWOORD Onroerend goed draagt jaarlijks ongeveer 10 miljard gulden bij aan de inkomsten uit belastingen die periodiek worden geheven. Sinds 1997 wordt deze opbrengst verkregen op basis van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) bij beschikking vastgestelde waarde. Deze waarde geldt voor een periode van vier jaren, zodat de waarde gebruikt wordt voor de verdeling van ongeveer 40 miljard gulden belastingdruk. Het belang van kwaliteit bij de waardebepaling, bij de onderbouwing en bij de rechtsbescherming is dan ook groot. Door de Wet WOZ heeft de waardering van onroerend goed voor de belastingheffing veel publieke en politieke belangstelling gekregen. Het belang van inzichtelijkheid en de toetsbaarheid van de bij de WOZ-beschikking vastgestelde waarde is voor alle betrokken partijen geen punt van discussie meer. De mate waarin daaraan invulling wordt gegeven blijft echter steeds een afweging tussen nut en offer. Het is een goede zaak dat de gemeenten verantwoordelijk zijn gesteld voor de uitvoering van de wet. Beter dan welke overheid ook kan de gemeente, op basis van haar plaatselijke kennis en meest directe betrokkenheid, tot een goede waardevaststelling komen. De WOZ doet een groot beroep op goede communicatie met belastingplichtigen. Ook hieraan kan het best door de gemeenten uitvoering worden gegeven. Toch kan het belang van de waarde en de mondigheid van de burger met zich brengen dat gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om bezwaar tegen de beschikking aan te tekenen en eventueel tegen de uitspraak in beroep te gaan. De rechtsbescherming is ook een kwaliteitsaspect. Daarbij moet aanvaard worden dat een taxatie naar zijn aard een natuurlijke bandbreedte heeft. Aan een geobjectiveerd proces van waardebepaling ligt de verwerking van veel informatie ten grondslag. De realisering van de doelstellingen doelmatigheid, duidelijkheid, uniformiteit en kwaliteit komt niet in één slag tot stand. De opbouw en verbetering van de gemeentelijke bestanden is nog steeds in volle gang. De uitvoering van de taxaties voor het volgende tijdvak (2001 tot en met 2004) naar de waardepeildatum 1 januari 1999 is alweer in volle gang. Alle gemeenten voeren een WOZ-conforme herwaardering uit op basis van de uniforme uitgangspunten die zijn neergelegd in de op de wet gebaseerde uitvoeringsvoorschriften. De WOZ staat niet alleen voor waardering. De WOZ betekent ook de levering van zeer omvangrijke aantallen gegevens door de gemeenten aan de Belastingdienst en de waterschappen, die de gegevens nodig hebben voor de heffing van hun belastingen. De informatiseringsaspecten nemen dan ook een belangrijke plaats in bij de uitvoering van de wet. Bij de implementatie van de Wet WOZ is gestuit op de problemen die zich in het algemeen voordoen bij een grootschalig project waarbij de informatisering zo n belangrijke plaats inneemt. Ik beveel de lezer van dit rapport aan te bedenken dat de Wet WOZ, anders dan vierjaarlijkse herwaardering wellicht doet vermoeden, uitgaat van een waardering op 5

6 EVALUATIE WET WOZ basis van permanent uitgevoerde werkzaamheden. Uitgangspunt van de wet is dat permanente bijhouding van eenmaal opgebouwde bestanden tot doelmatigheidswinst leidt. Actuele bestanden bieden waarborgen voor de kwaliteit van de waardebepaling en dragen bij aan de totstandkoming van een goede basis vastgoedregistratie. Ook bieden actuele bestanden mogelijkheden voor frequenter waardebepaling, waarmee de gebruiksmogelijkheden van de WOZ-waarden worden verbreed en het draagvlak voor de uitvoeringskosten van de wet wordt vergroot. In dit rapport doet de Waarderingskamer verslag van het onderzoek dat door de uit haar midden samengestelde Commissie evaluatie Wet WOZ, onder voorzitterschap van prof. dr. L.G.M. Stevens, is verricht. Het rapport bevat conclusies en aanbevelingen die zijn gebaseerd op de eerste ervaringen met de Wet WOZ. De aanbevelingen zijn bedoeld voor de gemeenten en voor de wetgever. Het rapport biedt het perspectief dat de 21ste eeuw voor wat betreft het gebruik van door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde voor de belastingheffing op onroerend goed, met vertrouwen tegemoet kan worden gezien. De commissie is daarbij van mening dat het stelsel van regelgeving met betrekking tot de Wet WOZ niet heeft geleid tot een te hoge regeldichtheid, maar juist een evenwichtig uitgangspunt vormt voor de toekomst. Ik dank al degenen die, puttend uit hun ervaringen met de Wet WOZ, inbreng hebben geleverd aan deze evaluatie. De voorzitter van de Waarderingskamer, mr. J.A.M. Hendrikx 6

7 LEESWIJZER LEESWIJZER Deze rapportage over het evaluatie-onderzoek van de Waarderingskamer is als volgt opgebouwd. Het rapport is ingedeeld in hoofdstukken waarin, na een samenvattend hoofdstuk met de belangrijkste conclusies en aanbevelingen en een hoofdstuk met een verantwoording van de onderzoeksopzet, in verschillende hoofdstukken de uitvoering van de Wet WOZ stapsgewijs wordt gevolgd. Een hoofdstuk is onderverdeeld in paragrafen. Elke paragraaf bevat een algemene inleidende tekst. Vervolgens wordt per paragraaf een onderwerp van evaluatie behandeld volgens een vaste structuur. Eerst wordt samengevat welke inbreng bij het onderzoek een rol heeft gespeeld. Dit gedeelte wordt aangeduid met het romeinse cijfer I. Vervolgens vindt in een aantal stappen een analyse plaats. In de analyse wordt steeds volgens een vast patroon aandacht besteed aan de motivering van de regel, de verwachte situatie, wat bereikt is en waarom nog niet is bereikt wat aanvankelijk werd verwacht. Deze analyse vindt plaats onder het romeinse cijfer II. Het geheel wordt onder het romeinse cijfer III afgesloten met conclusies en/of aanbevelingen. In de tekstboxen wordt, verspreid door de tekst, achtergrondinformatie gegeven over de Wet WOZ en de uitvoering daarvan. Deze tekstboxen staan op zichzelf. Om de toegankelijkheid te vergroten is een uitgebreide inhoudsopgave opgenomen en is een trefwoordenregister op de onderwerpen toegevoegd zodat snel een onderwerp, en de pagina waar dat onderwerp wordt behandeld, kunnen worden gevonden. De achtergrond van de wet Het feit dat de waarde van dezelfde onroerende zaak door verschillende overheden op verschillende wijze werd bepaald, leidde tot ondoelmatigheid en onduidelijkheid voor de burger. Doublures in bezwaar- en beroepsprocedures waren daarvan het gevolg. Het feit dat verschillende waarden in het economische verkeer konden gelden, schaadde het kwaliteitsimago van de uitvoering van de verschillende heffingen. De gegevens werden door de verschillende overheden opgeslagen, terwijl onderlinge uitwisseling in verband met de geheimhoudingsverplichting niet tot de mogelijkheden behoorde. 7

8 EVALUATIE WET WOZ 8

9 1. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 1. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 1.1 Samenvatting Op 1 januari 1995 is de Wet waardering onroerende zaken (hierna Wet WOZ) in werking getreden. Deze wet regelt de waardebepaling en waardevaststelling van onroerende zaken in het kader van de onroerende-zaakbelastingen en de aanslag waterschapsomslag van gebouwde onroerende zaken. Bij de aangifte inkomsten- en vermogensbelasting die voor het jaar 1997 is gedaan, is eveneens van de WOZ-waarden gebruik gemaakt. Op grond daarvan moesten in de loop van 1997 voor de eerste maal door gemeenten voor 7,5 miljoen objecten WOZ-beschikkingen worden genomen. De doelstellingen van de wet Doelstelling van de Wet WOZ is de waarde van een onroerende zaak die voor een aantal heffingswetten als heffingsgrondslag fungeert, op verantwoorde wijze vast te stellen. De waardebepaling vindt plaats op basis van uniforme wettelijke voorschriften, wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van gemeenten en staat onder toezicht van de Waarderingskamer. Van elke onroerende zaak wordt bij beschikking een waarde vastgesteld die ten grondslag ligt aan de heffing van daartoe bij afzonderlijke wet aan te wijzen belastingen. Met één WOZ-waarde voor de verschillende heffingen moeten de uniformiteit, de doelmatigheid en de duidelijkheid verbeteren. De bij beschikking vastgestelde waarde geldt in beginsel voor een tijdvak van vier jaren naar een landelijk uniforme peildatum die twee jaar ligt voor het begin van dat tijdvak. De bedoeling van de wetgever is dat de bij WOZ-beschikking vastgestelde waarde op een zo breed mogelijk terrein zal gaan gelden bij de heffing van belastingen door verschillende overheden. Op grond van de uitgevoerde evaluatieopdracht kan worden vastgesteld dat door de toegenomen kwaliteit van de waardegegevens de heffing van belastingen, die gebaseerd zijn op de WOZ-waarden, met een grotere graad van objectiviteit plaatsvindt dan voorheen het geval was. De kwaliteit van de vastgestelde waarde is in die zin verbeterd dat die, beter dan voordien het geval was, aansluit op het marktniveau rond de waardepeildatum. Daardoor wordt bij de heffing op WOZ-basis een belangrijke rechtvaardigheidswinst verkregen. De uitvoering van de Wet WOZ is echter niet zonder (aanloop)problemen verlopen. Van het totale aantal te nemen beschikkingen was slechts 70% binnen de termijn genomen. Als gevolg van de grote werkdruk bij gemeenten en door vertraagde oplevering van de taxaties door de taxatiebureaus hebben de gemeenten niet alle beschikkingen op tijd (binnen de wettelijke termijn van acht weken na 1 januari 1997) aan de belanghebbenden kunnen verzenden. Ook bij de gegevenslevering aan de beide andere 9

10 EVALUATIE WET WOZ afnemers (rijksbelastingdienst en waterschappen) hebben zich veel problemen voorgedaan. Voorts is de verwerking van geleverde gegevens problematisch verlopen. Dit heeft met name voor de waterschappen tot gevolg gehad dat de aanslagen in veel gevallen later zijn opgelegd dan voorheen gebruikelijk was. Dat heeft tot renteverlies bij de waterschappen geleid. 1. Implementatie: van OZB naar WOZ Omdat gemeenten al taxeerden in het kader van de onroerende-zaakbelastingen, konden de bestaande OZB-bestanden als uitgangspunt worden genomen voor de WOZ-administratie. Van de in totaal ruim 600 gemeenten (in 1995) hebben 360 gemeenten in het kader van de wet een waardering uitgevoerd naar de waardepeildatum 1 januari De andere gemeenten (wetsfictiegemeenten) voerden geen waardering uit, maar maakten gebruik van de overgangsregeling. Het feit dat niet alle gemeenten de waardebepaling uitvoerden conform de Wet WOZ, is in de communicatie met de burger een complicerende factor geweest. De kwaliteit van de bestaande OZB-taxaties in wetsfictiegemeenten is door de Waarderingskamer onderzocht op bruikbaarheid. Voor 49 gemeenten betekende dit dat (gedeelten van) de in de bestanden van de onroerende-zaakbelastingen voorkomende waarden aangepast moesten worden. Daarnaast hebben ongeveer 10 gemeenten het bestand volledig aangepast aan de het marktniveau op de door de wetsfictiegemeente gehanteerde waardepeildatum. Dit was het geval indien de waarden niet op het niveau van de door die gemeente gehanteerde waardepeildatum (1 januari 1992, 1 januari 1993 of 1 januari 1994) waren vastgesteld. Het aantal objecten waarvoor op last van de Waarderingskamer een hertaxatie is uitgevoerd, kan niet worden achterhaald. 2. De informatievoorziening bij gemeenten De uitvoering van de Wet WOZ is een grootschalig informatieverwerkend proces. Er wordt gebruik gemaakt van gegevens uit verschillende bronnen binnen en buiten de gemeente. De kwaliteit van beschikkingen, de WOZ-waarden en de onderbouwing zijn sterk afhankelijk van de betrouwbaarheid van deze informatievoorziening. Alle gemeenten moesten daarom de objectgegevens, de subjectgegevens en de kadastrale gegevens optimaliseren. De subjectgegevens en de kadastrale gegevens zijn nodig voor het bepalen van de gebruikers- en de eigendomsgrenzen. Zij spelen een bepalende rol bij de afbakening van het object en voor het bekendmaken van de beschikking aan de juiste belanghebbende eigenaar en gebruiker. De objectgegevens zijn nodig voor de waardebepaling. De kwaliteitsverbetering van de gemeentelijke bestanden is in gang gezet, maar zeker nog niet voltooid. De werkprocessen blijken namelijk nog niet bij alle gemeenten volledig te zijn toegesneden op het permanent uitvoeren van de werkzaamheden. Ook de processen met betrekking tot de interne gegevensuitwisseling tussen afdelingen van gemeenten en de wijze waarop de waterschap- 10

11 1. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN pen en de rijksbelastingdienst invulling geven aan de verwerking van de gegevens, zijn vaak nog niet optimaal. De komende periode zullen die gemeenten en de externe bureaus, die door de gemeenten zijn ingeschakeld, door de Waarderingskamer gestimuleerd worden om de gewenste omschakeling naar een permanent werkproces uit te voeren. Omdat deze omschakeling nog niet door alle partijen is gemaakt, is het op dit moment nog niet mogelijk om een definitieve analyse van de doelmatigheid van de uitvoering van de Wet WOZ te maken. 3. De waardebepaling De waardebepaling in het kader van de Wet WOZ was geen volstrekt nieuw proces. De werkzaamheden sloten materieel aan bij de praktijk zoals die reeds bestond voor de gemeentelijke onroerende-zaakbelastingen. Dit vloeide voort uit het feit dat de wettelijke regels overgenomen zijn uit de Gemeentewet. Bij de invoering van de Wet WOZ was de praktijk van de waardebepaling op grond van de Gemeentewet wel in ontwikkeling, in verband met de toen recent ingevoerde nieuwe materiële belastingbepalingen in de Gemeentewet. Daarnaast zijn bij de invoering van de Wet WOZ uitvoeringsvoorschriften gegeven die leidden tot een meer uniforme wijze van waardebepaling en tot verbetering van de kwaliteit van de waardegegevens. De meeste regels voor de objectafbakening en de waarderingsvoorschriften hebben geen inhoudelijke wijziging ondergaan ten opzichte van de nieuwe materiële belastingbepalingen. De praktische invoering van deze wetswijziging viel voor de meeste gemeenten gelijk met de invoering van de Wet WOZ. Hierdoor kan met betrekking tot de uitvoeringspraktijk geen onderscheid worden gemaakt tussen de gevolgen die zijn opgeroepen door de invoering van de Wet WOZ en die betreffende de invoering van de nieuwe materiële belastingbepalingen op de noodzakelijke werkprocessen. De nieuwe eisen die door de Wet WOZ werden opgelegd, hebben betrekking op de gegevens die aan de afnemers geleverd moeten worden en de onderbouwing van de waarde voor de belastingplichtige. Ook zijn voorschriften gegeven voor het verzamelen van marktgegevens. 3.1 De waardebepaling van woningen De kwaliteitseisen van de Wet WOZ voor de woningen houden in, dat de waarde aansluit op het marktniveau en dat de onderlinge waardeverhoudingen correct de marktsituatie rondom de waardepeildatum binnen de gemeente weergeven. De waardebepaling moet voorts inzichtelijk en controleerbaar zijn. Daarom worden in het kader van de Wet WOZ, meer dan voorheen onder de onroerende-zaakbelastingen het geval was, eisen gesteld aan de onderbouwing van de waardebepaling. In het verleden heeft in een aantal gevallen beleidsmatige onderwaardering plaatsgevonden. De vereiste opbrengst werd dan bereikt door verhoudingsgewijs hogere tarieven vast te stellen. Deze praktijk voorkwam wellicht een aantal bezwaarschriften, maar impliceerde tevens dat de 11

12 EVALUATIE WET WOZ onderbouwing van de vastgestelde waarde en de onderlinge waardeverhoudingen voor belastingplichtigen niet controleerbaar waren. Voor de inkomstenen de vermogensbelasting zijn destijds in veel gevallen te lage waarden aangegeven die bij de vaststelling van de aanslag niet werden onderkend. Door de wettelijke objectivering van het proces van de waardebepaling en de mede daardoor afgedwongen inspanningen van de gemeenten is de kwaliteit van de woningtaxaties in het algemeen toegenomen. Het toezicht op de waardebepaling, en op het bestand van de wetsfictiegemeenten, heeft daaraan mede bijgedragen. De kwaliteit is dan ook in die zin verbeterd dat beleidsmatige onderwaardering van delen van het objectenbestand niet meer voorkomt en dat de waarden gemiddeld in overeenstemming zijn met het marktniveau op de door de desbetreffende gemeente gehanteerde waardepeildatum. Bij de uitvoering van de waardebepaling en bij het toezicht daarop voor het tweede tijdvak (waardepeildatum 1 januari 1999) zullen met betrekking tot de taxaties van woningen nog nadrukkelijker de onderlinge waardeverhoudingen bewaakt moeten worden. Aangetekend wordt dat een taxatie naar haar aard geen "exact gegeven" is. Een taxatie die voortvloeit uit een zorgvuldig proces van waardebepaling is, naar verwachting, voor de burger slechts aanvaardbaar wanneer deze goed is onderbouwd. De mate van detaillering waarmee deze vertrouwensbasis wordt gelegd, is een lastig bestuurlijk beslispunt. De uitvoeringslasten die deze gedetailleerde onderbouwing met zich brengt, moeten immers worden afgewogen tegen het belang dat met die vergaande detaillering wordt gediend. De acceptatie van de vastgestelde waarde als heffingsmaatstaf voor de aangekoppelde belastingen wordt in belangrijke mate beïnvloed door de communicatie die daarover tussen de gemeente en de belanghebbende plaatsvindt. 3.2 De waardebepaling van niet-woningen Met betrekking tot de kwaliteit van de vastgestelde waarde van niet-woningen bestaan uiteenlopende ervaringen. Ook bij de niet-woningtaxaties is evenwel sprake van een kwaliteitsverbetering, vooral als gevolg van de verplichte onderbouwing van de vastgestelde waarde. Bij de niet-woningen moet dit proces van kwaliteitsverbetering zeker nog verder worden doorgezet. Met name bij niet-woningen gaat de kwaliteit van de waardebepaling hand in hand met de juistheid van de gehanteerde objectgegevens. De verzameling en opslag van de relevante gegevens dient blijvend onderwerp van aandacht te zijn. Bij de nietwoningen is er ook nogal wat interpretatieruimte met betrekking tot de gegevens die tot waardeverschillen kunnen leiden. Met inachtneming van de geldende regels verdient het aanbeveling voorafgaand aan of tijdens het taxatieproces, met bepaalde belanghebbenden overleg te voeren over de aan de waardebepaling ten grondslag liggende gegevens (bijvoorbeeld van industriële complexen, bedrijfsverzamelgebouwen, bijzondere complexen, maar ook van woningen van woningbouwcorporaties). Dit kan geschillen over feitelijkheden voorkomen of beperken. Ook bij de niet-woningen dienen de waarderingsvoorschriften zoveel mogelijk uniform toegepast te worden en is meer toezicht 12

13 1. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN daarop gewenst. Daarbij zijn technische hulpmiddelen, zoals landelijk beschikbare kengetallen of vergelijkingsmaatstaven, wenselijk. 3.3 De objectafbakening Bij de afbakening van de heffingsobjecten blijken de gebruikersgrenzen veel uitvoeringsproblemen op te roepen. De noodzaak tot vaststelling van gebruikersgrenzen hangt samen met het heffen van de onroerende-zaakbelastingen ter zake van het gebruik van een onroerende zaak. De gebruikersgrenzen zijn niet van belang voor het gebruik van de WOZ-waarde voor de andere heffingen. Voor de waterschapsomslag gebouwd en voor de toepassing van het huurwaardeforfait wordt immers alleen gebruik gemaakt van de gegevens die in relatie staan tot de eigenaar. Het afbakenen van objecten op gebruikersniveau vergt met name bij de niet-woningen veel, frequent en vaak moeizaam onderzoek. Voor de uitvoering van de Wet WOZ zou veel werk voorkomen worden, wanneer bij de objectafbakening niet langer rekening hoeft te worden gehouden met de gebruikersgrenzen. De geldende objectafbakeningsregels zijn niet altijd even eenvoudig toepasbaar, met name in het agrarisch gebied. De uitvoeringspraktijk ervaart de regels voor de objectafbakening dan ook als complex. Een en ander kan vereenvoudigd worden door te regelen dat onjuiste afbakening niet langer tot vernietigbaarheid van de WOZ-beschikking leidt indien er redelijkerwijs geen misverstand kan bestaan op welk object de beschikking betrekking heeft en eveneens vaststaat dat die onjuistheid evenmin relevante invloed heeft op de waarde. De Waarderingskamer beveelt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën aan te onderzoeken of het regime van de onroerende-zaakbelastingen ruimte biedt om de gebruikersgrenzen buiten aanmerking te laten. 3.4 De waardering van huurwoningen De waardering van huurwoningen is een bijzonder aandachtspunt. De woningbouwverenigingen vinden dat door de wettelijke waarderingsvoorschriften de waarde van corporatiewoningen te hoog uitvalt. Zij geven aan dat het voorschrift "leeg opleverbaar" niet zou moeten gelden omdat huurwoningen vrijwel nooit leeg worden verkocht. Gepleit wordt voor een waardering waarbij de opbrengst voor een woningbouwvereniging bij verkoop in verhuurde staat centraal staat. Zij baseren zich daarbij op het feit dat huurwoningen zich in een heel andere positie bevinden dan koopwoningen. Bovendien is er bij huurwoningen altijd sprake van exploitatie in verhuurde staat. De lage rentestand van dit moment is huns inziens eigenlijk de grootste veroorzaker van de stijging bij de prijzen van koopwoningen, terwijl dit geen effect heeft op de huurwaarde. De Waarderingskamer is evenwel van oordeel dat een doelmatige uitvoering van de Wet WOZ niet is gediend met afzonderlijke waarderingsvoorschriften 13

14 EVALUATIE WET WOZ voor de categorie huurwoningen. Het maken van onderscheid tussen koopwoningen en huurwoningen zou de uitvoering van de waardebepaling belasten, onder meer omdat dan voor woningen die een gelijk woongenot opleveren een verschil in waarde zou ontstaan. De Waarderingskamer onthoudt zich van een oordeel over wijziging van de waarderingsvoorschriften voor zover dit de verdeling van de belastingdruk over gebruikers van huurwoningen en gebruikers van eigen woningen betreft, omdat zij die problematiek niet tot haar evaluatietaak rekent. 3.5 De waardering van onroerende zaken waarop een erfpachtrecht is gevestigd Ook de waardering van onroerende zaken waarop een erfpachtrecht is gevestigd, vormt een specifiek aandachtspunt. De afgelopen jaren heeft veelvuldig herziening van de erfpachtcontracten plaatsgevonden. Daarbij zijn vaak aanzienlijk hogere erfpachtcanons vastgesteld. Dit heeft tot gevolg gehad dat erfpachters zich meer bewust zijn geworden van de status van het erfpachtrecht en dat zij zich soms meer huurder dan eigenaar van een onroerende zaak zijn gaan voelen. Bij een aflopend erfpachtrecht ziet de erfpachter de waarde van zijn recht jaarlijks afnemen, terwijl bij de bloot-eigenaar de waarde van het blote eigendom toeneemt. Een bijkomend aspect is de grote waardestijging van woningen als gevolg van ontwikkelingen in de onroerend-goedmarkt. Deze aspecten hebben geleid tot een groeiende maatschappelijke discussie over het feit dat de erfpachter wel voor de volledige waarde in de heffing van belastingen wordt betrokken, terwijl de waarde van het erfpachtrecht daarmee niet behoeft te corresponderen. Net als bij de waardebepaling van huurwoningen geldt hier ook het wettelijk waarderingsvoorschrift "vrij en leeg opleverbaar". Evenals bij de waardebepaling van huurwoningen is opgemerkt, valt een oordeel over de daaruit voortvloeiende verdeling van de belastingdruk over de belastingplichtigen echter buiten hetgeen tot de evaluatietaak van de Waarderingskamer behoort. Voor wat betreft de aspecten die zijn verbonden aan eventuele aanpassing van de systematiek wordt opgemerkt dat afwijken van het objectieve en zakelijke karakter van de waardebepaling de uitvoering van de Wet WOZ sterk zou compliceren. Het splitsen van de totale objectieve waarde in een deel dat wordt toegerekend aan de erfpachter en een deel dat wordt toegerekend aan de blooteigenaar impliceert namelijk dat aan de te onderscheiden rechten afzonderlijke waarden zouden moeten worden toegekend. 3.6 De waardering van rijksmonumenten Voor de waardering van rijksmonumenten (niet-woningen) is, als gevolg van een amendement, in de Wet WOZ een nieuwe regeling opgenomen. Deze rijksmonumenten moeten worden gewaardeerd naar de waarde in het economische verkeer. De waardering van deze objecten is soms problematisch omdat onvoldoende transactiecijfers voorhanden zijn. Dit geldt met name voor de 14

15 1. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN rijksmonumenten met een publieke bestemming waarvoor transactiegegevens geheel ontbreken. De jurisprudentie biedt voor dergelijke objecten onvoldoende handvatten om tot een waarde te komen die in overeenstemming is met de bedoeling van het amendement. De Waarderingskamer adviseert om met ingang van 1 januari 2001 het in de Wet WOZ opgenomen waarderingsvoorschrift voor rijksmonumenten (voor zover dat niet-woningen zijn) te wijzigen, in die zin dat deze gewaardeerd worden op de functionaliteitswaarde. Zodoende wordt op een wijze die eenvoudiger uitvoerbaar is invulling gegeven aan de bedoeling van het genoemde amendement. 3.7 De vrijstelling voor bedrijfsmatig gebruikte cultuurgrond. Bij de uitvoering van de waardebepaling moet de gemeente ook beoordelen of er met betrekking tot een perceel cultuurgrond wel of niet sprake is van "bedrijfsmatig" gebruikte cultuurgrond. In het ene geval blijft de waarde buiten aanmerking, terwijl in het andere geval de waarde wel in aanmerking moet worden genomen. Het gaat in het laatste geval om bijvoorbeeld stukjes grond die door een "hobbyboer" worden gebruikt: paardenweitjes en dergelijke. Het onderscheid tussen al dan niet bedrijfsmatige exploitatie van de cultuurgrond is van groot belang gezien de hoge waarde die aan "woonboerderijen" op de markt wordt toegekend. Het taxeren van een "hobby-weiland" als "grond dienstbaar aan een woonboerderij" heeft invloed op de heffingsmaatstaf voor alle gekoppelde heffingswetten. Immers voor de waterschapsomslagen geldt de dienstbare hobbywei als onderdeel van een belastingobject "gebouwd" en voorts zal de waarde ook meetellen bij de waarde van de eigen woning voor huurwaardeforfait en vermogensbelasting. Gemeenten geven aan dat in sommige gevallen de aard van het gebruik niet feitelijk is vast te stellen en bovendien op lokaal niveau moeilijk toetsbaar is. Bij bedrijfsbeëindiging is ook het moment waarop er geen sprake meer is van "bedrijfsmatig gebruik" niet exact aan te geven. De Waarderingskamer beveelt aan om een nadere studie te laten doen naar de best mogelijke oplossingen voor dit probleem. 3.8 Taxatietechnieken en uitvoering van de waardebepaling De technieken met betrekking tot taxaties zijn mede als gevolg van technologische ontwikkelingen en als gevolg van de invoering van de Wet WOZ verbeterd. Verwacht wordt dat deze ontwikkelingen steeds verder de uitvoering van de wet zullen beïnvloeden. Onder begrippen als "indexatie", "modelmatige waardebepaling" en "computerondersteunde waardebepaling" wordt gewerkt aan de ontwikkeling van methoden waarbij de computer een belangrijke rol speelt bij het bepalen van een waarde. Uit de plannen van aanpak voor de herwaardering naar de waardepeildatum 1 januari 1999 blijkt dat de inzet van methoden van "modelmatige waardebepaling", "computerondersteunde taxatie" en "indexatie" een belangrijke plaats innemen bij de taxatie van woningen. 15

16 EVALUATIE WET WOZ Bekend is dat toepassing van deze methoden hoge eisen stelt aan de actualiteit en betrouwbaarheid van de beschikbare objectgegevens en aan de analyse van de marktgegevens. Door de noodzakelijke kwaliteitsverbetering die nog moet plaatsvinden is het in het huidige stadium niet mogelijk om aan te geven in welke mate de inzet van deze methoden thans reeds leidt tot verbetering van de efficiency. Bij de discussie over het gebruik van indexatie is het belangrijk om onderscheid te maken naar de gedetailleerdheid van de te hanteren indexcijfers. Alleen aan de hand van op lokaal niveau vastgestelde indexcijfers, die zijn afgeleid uit een nauwkeurige analyse van de markt, zal indexatie kunnen leiden tot taxaties die voldoen aan de eisen die belastingheffers en belastingplichtigen stellen aan de WOZ-waarde. Landelijk vastgestelde indexcijfers, die bijvoorbeeld zijn vastgesteld op basis van gemiddelde landelijke gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek of het Centraal Planbureau, geven onvoldoende basis om de waarde in het economische verkeer van alle individuele onroerende zaken binnen de, voor wat betreft de waardeontwikkeling uiteenlopende gemeenten en verschillende liggingsgebieden binnen de gemeenten, te bepalen. 4. De waardevaststelling Aan alle eigenaren en gebruikers van onroerende zaken wordt een voor bezwaar vatbare beschikking waarbij de waarde wordt vastgesteld, toegezonden. Dit betekent dat de gemeenten in de loop van 1997 tezamen voor ongeveer 7,5 miljoen objecten beschikkingen genomen hebben die in beginsel gelden voor de jaren 1997 tot en met Indien er een tussentijdse wijziging in de objectafbakening, verbouwing of een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 19, van de Wet WOZ, heeft plaatsgevonden wordt, indien de in dat artikel opgenomen drempels zijn overschreden, aan het begin van het jaar dat volgt op die gebeurtenis, opnieuw de waarde bepaald en vastgesteld (de tussentijdse beschikking). Deze moet voor de rest van het tijdvak gelden. Het voor verzending gereedmaken van deze grote hoeveelheid geschriften betekende een forse werklast. Het moment waarop de gemeenten de WOZbeschikkingen hebben genomen, is per gemeente verschillend geweest. Er zijn gemeenten die ervoor hebben gekozen om de beschikking en de aanslag onroerende-zaakbelastingen (hierna OZB) van dezelfde dagtekening te voorzien en in één enveloppe te verzenden. Dit bracht met zich dat de bezwaar- en beroepstermijnen in de tijd gelijk liepen. Er zijn ook gemeenten die de aanslagen onroerende-zaakbelastingen pas hebben opgelegd nadat de bezwaartermijn voor de WOZ-beschikking was verstreken. De burger die zich niet met de vastgestelde waarde kan verenigen, kan uitsluitend bezwaar maken tegen de WOZ-beschikking. Hij kan niet meer met 16

17 1. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN succes bij de aanslag bezwaar tegen de waardevaststelling maken. Het bleek voor de burger echter moeilijk het belang van het formele onderscheid tussen de WOZ-beschikking en de aanslag te begrijpen. Het kwam in de praktijk veelvuldig voor dat dubbele bezwaren (zowel bezwaar tegen de WOZ-beschikking als tegen de OZB-aanslag) of verkeerd gerichte bezwaren (bezwaar tegen de aanslag) werden ingediend. Dit heeft extra inspanningen bij de afhandeling van de ingediende bezwaarschriften tot gevolg gehad, die bovendien de werkdruk nodeloos belastten. Bezwaarschriften tegen de aanslag onroerende-zaakbelastingen die het gevolg zijn van onduidelijkheid over de samenhang tussen de WOZ-beschikking en de OZB-aanslag kunnen worden voorkomen door het bieden van optimale inzichtelijkheid. Deze kan worden bevorderd door de relatie tussen de aanslag onroerende-zaakbelastingen en de WOZ-beschikking aan te geven. 5. De onderbouwing van de waarde 5.1 Het taxatieverslag De onderbouwende gegevens van een WOZ-beschikking moeten op verzoek aan de belanghebbende worden verstrekt. Uit de evaluatie is naar voren gekomen dat de inhoud van de taxatieverslagen, zoals die in 1997 zijn verstrekt, te summier gevonden wordt. Als probleem is naar voren gebracht dat het taxatieverslag niet (steeds) vermeldt welke woning bij de waardebepaling als referentieobject heeft gediend. Ook blijkt op het taxatieverslag niet altijd opgenomen te zijn of, en zo ja, hoe de te taxeren woning afwijkt van de eventuele op het taxatieverslag opgenomen vergelijkbare woningen (en waarvan transactiecijfers zijn vermeld). De Waarderingskamer heeft in de Waarderingsinstructie 1999 op grond van de ervaringen die zijn opgedaan met de taxatieverslagen de criteria bijgesteld. In de nieuwe model-taxatieverslagen worden thans meer gegevens van het getaxeerde object vermeld, terwijl ook meer informatie over de bij de waardebepaling gebruikte objecten is opgenomen. Hierdoor wordt duidelijker aangegeven wat de objectverschillen zijn die tot de verschillen in waarde hebben geleid. Het taxatieverslag van woningen moet, naast de gebruikte marktgegevens, ook een vermelding bevatten van de vastgestelde waarde van de woningen waarmee vergeleken is. Het bijgestelde model-taxatieverslag voor niet-woningen voorziet, zowel voor de toepassing van de huurwaardekapitalisatie, als voor toepassing van de gecorrigeerde vervangingswaarde in een uitgewerkte berekening van de opbouw van de taxatiewaarde. Dit maakt een betere toetsing van de taxatie door de belanghebbende en/of zijn adviseur mogelijk. De nieuwe modellen voor taxatieverslagen zijn niet verplicht voorgeschreven. Teneinde landelijke uniformiteit te waarborgen verdient dit bij nader inzien wel aanbeveling. 17

18 EVALUATIE WET WOZ In het kader van een goede communicatie tussen de gemeente en de belanghebbenden over de WOZ-waarde past het zo veel mogelijk duidelijkheid en inzichtelijkheid te bieden. Daarom kan overwogen worden om het taxatieverslag direct met WOZ-beschikking mee te zenden. Dit kan het aantal bezwaarschriften beperken omdat zodoende het indienen van pro forma bezwaren, enkel ingegeven door het tijdsverloop dat ontstaat door het opvragen van informatie, wordt voorkomen. Daartegen pleit dat slechts ongeveer 15% van de belanghebbenden om een taxatieverslag heeft gevraagd en dat dus de meeste belanghebbenden kennelijk geen behoefte hebben (gehad) aan extra documentatie. De Waarderingskamer wijst ook nog op de mogelijkheid om het taxatieverslag met onderbouwende gegevens, bij wijze van voormelding, voorafgaande aan het nemen van de beschikking aan de belanghebbenden te verstrekken. Het kan voordelen hebben om voorafgaand aan de massale verzending van WOZ-beschikkingen begin 2001, bijvoorbeeld in het laatste kwartaal van 2000, de nog niet geformaliseerde waarde en/of de daaraan ten grondslag liggende gegevens alvast kenbaar te maken. Wellicht moet deze informatieverstrekking worden beperkt tot bepaalde groepen belanghebbenden (bijvoorbeeld woningeigenaren). 5.2 Openbaarheid De belangenorganisaties van woningeigenaren en bedrijven bepleiten een grote mate van openheid over de totstandkoming van de waarde. De Vereniging Eigen Huis geeft aan niet te hechten aan het stelsel van beperkte openbaarheid. Ook de Vereniging VNO-NCW geeft aan voor courante niet-woningen niet aan geheimhouding te hechten. Er is bij het openbaar maken van waardegegevens naar de mening van de Waarderingskamer een spanningsveld tussen de transparantie van het taxatieproces en de bescherming van persoonsgegevens. Hoewel sympathie bestaat voor de in de maatschappij levende verlangens, vertolkt door de Vereniging Eigen Huis en de Vereniging VNO-NCW, die neerkomen op de wens tot meer openbaarheid, meent de Waarderingskamer dat dit niet zonder meer mogelijk is. Zij adviseert om de Registratiekamer het stelsel van beperkte openbaarheid in het kader van de doelstellingen van de Wet WOZ in dit licht te laten beoordelen en daarover een advies te vragen. 6. De rechtsbescherming 6.1 De bezwaarschriften Tegen de beschikkingen die voor circa 7,5 miljoen objecten zijn genomen, zijn ongeveer bezwaarschriften (wellicht betrekking hebbende op meer dan één object) ingediend. Een telling van het exacte aantal is moeilijk te maken. 18

19 1. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Dit vloeit voort uit het feit dat een beschikking meer dan één beschikkingsregel kan bevatten, dat een bezwaarschrift gericht kan zijn tegen meer dan één beschikking en dat bij de telling verschillende begrippen worden gehanteerd. Een vergelijking met het landelijk aantal bezwaarschriften dat voorheen in het kader van de onroerende-zaakbelastingen werd ingediend is niet te maken omdat de cijfers hierover ontbreken. Ook als er cijfers beschikbaar zouden zijn, is een vergelijking moeilijk te maken, omdat gemeenten onder de onroerendezaakbelastingen verschillende tijdvakken hanteerden en er een jaarlijkse bezwaarmogelijkheid bestond. Bij een oordeel over het aantal bezwaarschriften moet men zich realiseren dat er ook sprake is van "georganiseerde bezwaarschriften" omdat verschillende organisaties (politieke partijen, buurtorganisaties, etc.) belanghebbenden hebben opgeroepen om bezwaar te maken. Daarbij zijn soms gestandaardiseerde bezwaarschriften verstrekt. Daarmee zijn massale processen op gang gebracht. Een belangrijke factor die eveneens van invloed is geweest op het aantal bezwaarschriften, is ook de omstandigheid dat de belanghebbenden moesten wennen aan waardering op een reëel marktniveau. Velen zijn geschrokken van de waarde, mede als gevolg van de waardeontwikkeling van woningen die in de jaren voor de nieuwe waardepeildatum heeft plaatsgevonden. Daar kwam bij dat de financiële gevolgen voor de onderscheiden belastingen waarvoor de WOZ-waarde geldt, niet meteen duidelijk waren. In dit verband is het ook belangrijk dat gemeenten in nauw overleg met Belastingdienst en waterschap intensieve voorlichting geven over de effecten van de waardeontwikkeling voor de onderscheiden heffingen. Door aanpassingen in de sferen van tarief of bijtellingspercentage hoeven hogere waarden immers niet automatisch tot hogere lasten te leiden. Met bijgestelde tarieven zal dezelfde opbrengst verkregen kunnen worden, hetgeen er gemiddeld toe kan leiden dat de belastingdruk gelijk blijft. De beslistermijn op bezwaarschriften is veelal als erg lang ervaren. Niet alle gemeenten hebben binnen een jaar op alle bezwaarschriften beslist. Naar het oordeel van de Waarderingskamer is een belangrijke oorzaak van de lange beslistermijn het aantal te verwerken bezwaarschriften dat voortvloeit uit het massale aantal beschikkingen (voor circa 7,5 miljoen objecten). De beslistermijn is mede bepaald door de gebrekkige beschikbaarheid van onderbouwende gegevens in de gemeentelijke administratie. De Waarderingskamer hecht aan voortvarende afdoening van de bezwaarschriften, maar vindt een zorgvuldige behandeling minstens zo belangrijk. De massaliteit van de beschikkingen en de bezwaren daartegen, die veelal in een korte periode worden ingediend, nopen tot een afhandelingstermijn zoals die thans in de Algemene wet inzake rijksbelastingen is opgenomen en voor de gemeenten geldt. De Waarderingskamer stelt zich op het standpunt dat door te werken aan verbetering van de kwaliteit van de gegevens in de gemeentelijke bestanden, veel bezwaarschriften kunnen worden voorkomen. Daarnaast zal de 19

20 EVALUATIE WET WOZ afdoening van de bezwaren vlotter kunnen plaatsvinden, omdat de door de belanghebbende geponeerde zienswijze vergeleken kan worden met de gegevens in de gemeentelijke administratie, zonder dat altijd verificatie ter plaatse noodzakelijk zal zijn. Het aantal fysiek uit te voeren hertaxaties zal dan beperkt kunnen zijn. Overigens wordt opgemerkt dat voor de dan nog resterende gevallen de coördinatie van een doelmatige inzet van de taxateur een zekere tijd vergt om de bezwaarschriften te kunnen afhandelen. 6.2 De drempels voor ambtshalve vermindering In het Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken is een uniforme regeling voor ambtshalve vermindering van onherroepelijk vaststaande WOZbeschikkingen vastgesteld. De regeling tracht een middenweg te vinden tussen enerzijds het zo min mogelijk afbreuk doen aan de formele rechtskracht van de beschikkingen en de doelmatigheid en anderzijds de redelijkheid en billijkheid dat duidelijk foute beschikkingen behoren te worden hersteld. In het uitvoeringsbesluit is bepaald dat in alle gevallen dat de beschikking ten aanzien van één belanghebbende wordt verminderd (bijvoorbeeld als gevolg van een uitspraak op een bezwaarschrift van de verhuurder), de beschikking die ten aanzien van de andere belanghebbende bij dat object (de huurder) is genomen, ambtshalve wordt verminderd. Wanneer het door één van de belanghebbenden ingediende bezwaarschrift geheel of gedeeltelijk wordt gehonoreerd, wordt dus ook de beschikking van de andere belanghebbende(n) bij dezelfde onroerende zaak op overeenkomstige wijze automatisch verminderd. In deze regeling ligt het algemene uitgangspunt van de Wet WOZ besloten om voor een onroerende zaak steeds één uniforme waarde te hanteren. Daarnaast is een regeling getroffen voor gevallen waarin, ondanks het feit dat de rechtsmiddelen niet of niet tijdig zijn aangewend, de waarde achteraf kan worden verminderd, indien blijkt dat de waarde te hoog is vastgesteld. Er moet dan echter wel voldaan zijn aan de voorwaarde dat de waarde meer dan 20% (met een minimum van ƒ ) te hoog is vastgesteld. In de nota van toelichting bij het besluit is aangegeven dat slechts zwaarwegende redenen aanleiding kunnen zijn om een onherroepelijk vaststaande beschikking alsnog te wijzigen. De wetgever zag in deze drempel, hoewel die uiteraard een arbitrair karakter heeft, een zeker evenwicht tussen doelmatigheid en rechtvaardigheid. De Vereniging Eigen Huis bepleit afschaffing van de drempel. Zij geeft aan dat er veel gevallen bekend zijn waarbij sprake is van een structurele taxatiefout, waardoor tientallen en soms honderden vergelijkbare woningen te hoog zijn gewaardeerd. Zij acht het niet rechtvaardig dat alleen degenen die tijdig bezwaar hebben aangetekend van een correctie profiteren. Met afschaffing van de drempel zou het aantal ingediende bezwaar- en beroepschriften volgens de Vereniging Eigen Huis kunnen worden teruggedrongen. Ook gemeenten geven aan de uitvoeringsregeling als te knellend te ervaren. 20

21 1. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN De Waarderingskamer is van oordeel dat de algemene rechtsbescherming in de vorm van de mogelijkheid tot bezwaar en beroep in beginsel een voldoende waarborg is voor een rechtvaardige behandeling. Vanuit dat perspectief is een ambtshalve vermindering van onherroepelijk vaststaande beschikkingen op basis van gewijzigde waardevaststelling van vergelijkbare panden een extra tegemoetkoming, waarbij de efficiencydrempels aanvaardbaar zijn. De praktijk laat echter zien dat de drempels voor de ambtshalve vermindering niet nodig zijn voor de doelmatigheid van de WOZ-administratie. Immers indien gemaakte fouten aan het licht komen, moeten deze in de WOZ-administratie toch worden hersteld, onafhankelijk van de vraag of deze verbetering van de administratie ook leidt tot een waardeverandering in de richting van de belanghebbende. Het ambtshalve verminderen van een WOZ-waarde verplicht afnemers tot het aanpassen van aanslagen die wellicht reeds onherroepelijk zijn vastgesteld en betaald. Dit betekent hoge administratieve kosten voor het terugbetalen van belasting ter zake van de reeds opgelegde aanslagen. Een alternatief om de gewenste doelmatigheid te bereiken is daarom gelegen in het verlagen of afschaffen van de drempels voor ambtshalve vermindering van de beschikking en het gelijktijdig invoeren van een drempelbedrag voor het verminderen van reeds onherroepelijk vaststaande aanslagen. Daartoe kan bijvoorbeeld de drempel die in artikel 64, tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 is opgenomen (ƒ 26) van overeenkomstige toepassing verklaard worden. Overwogen zou kunnen worden de drempel voor de ambtshalve vermindering van de WOZ-beschikking te verlagen tot 10% van de waarde, onder handhaving van het drempelbedrag van ƒ Dit betekent dat indien blijkt dat de waarde meer dan 10% te hoog is vastgesteld, de beschikking ambtshalve verminderd wordt. 6.3 Invoeren bandbreedte voor bezwaar en beroep Taxeren, waarbij gebruik wordt gemaakt van voor andere objecten gerealiseerde marktgegevens, impliceert dat waarden worden toegekend waarover binnen een zekere marge discussie kan bestaan. Deze "natuurlijke" marge wordt gevormd door het feit dat objecten zelden geheel identiek zijn. Voor de inschatting van de invloed van dergelijke verschillen op de waarde, is niet steeds een rekenkundige onderbouwing te bieden die een ieder kan overtuigen. Gemeenten en taxateurs geven aan dat belanghebbenden soms bezwaar maken of een beroepsprocedure starten, terwijl het verschil tussen de vastgestelde waarde en de waarde ook in de ogen van de belanghebbende zeer beperkt is. De Waarderingskamer brengt naar voren dat beslechting van een geschil binnen deze natuurlijke marge van een taxatie geen wezenlijke bijdrage levert aan de rechtsbescherming. Daarbinnen kan eigenlijk niet worden gesproken over een echt geschil over de hoogte van de waarde of over een verschil van inzicht tussen de taxateur en een belastingplichtige. 21

22 EVALUATIE WET WOZ De Waarderingskamer adviseert dan ook bij wettelijk voorschrift te bepalen dat geschillen die betrekking hebben op afwijkingen binnen een bandbreedte van 5% van de waarde niet met succes in een bezwaar- en beroepsprocedure tot wijziging van de vastgestelde waarde leiden. 7. De waarderingscyclus De Wet WOZ gaat uit van een vierjaarstijdvak (1997 tot en met 2000, 2001 tot en met 2004). De waardepeildatum ligt twee jaar voor het begin van het tijdvak (1995, 1999) Bij de parlementaire behandeling is als bezwaar tegen het tijdvak van vier jaar, met een waardepeildatum twee jaar vóór het begin van het tijdvak, naar voren gebracht dat de bij WOZ-beschikking vastgestelde waarde pas in het derde jaar tot uitdrukking komt in de belastingheffing en nog gebruikt wordt in het belastingjaar dat zes jaar later aanvangt. Bij de behandeling van de Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken werd door de betrokken bewindslieden nogmaals aangegeven dat verhoging van de frequentie op termijn denkbaar zou zijn, als dat technisch uitvoerbaar is en als de maatschappelijke kosten daarvan aanvaardbaar zijn. Bij een hogere waarderingsfrequentie zullen de waardesprongen bij elkaar opvolgende WOZ-beschikkingen minder groot zijn en bovendien zou de WOZwaarde dan ook kunnen gelden bij andere rijksbelastingen dan thans het geval is (bijvoorbeeld successierecht). Nadat de thans aangevangen herwaardering is uitgevoerd, zou grondig bezien moeten worden of verhoging van de waarderingsfrequentie technisch uitvoerbaar is. Vóórdat daartoe wordt besloten zal een nadere afweging van nut en offer moeten worden gemaakt. Eventuele besparingen die kunnen worden bereikt met intensivering van het gebruik van technieken van computerondersteunde waardebepaling, zouden ingezet kunnen worden om de waarderingsfrequentie op te voeren, zonder dat de jaarlijkse kosten toenemen. Op zich is het proces thans zodanig dat na afloop van het tweede WOZ-tijdvak een versnelling kan worden ingezet. Daarbij is dan jaarlijkse waardebepaling naar een waardepeildatum één jaar voor het begin van het tijdvak uiteindelijk haalbaar. De Waarderingskamer is van mening dat het verstandig zou zijn om tijdig een tijdpad te schetsen waarbinnen één en ander moet worden gerealiseerd. 8. De kosten Alle betrokken partijen maken zich zorgen over de kosten van de uitvoering van de Wet WOZ. Thans wordt gemiddeld per jaar ongeveer ƒ 200 mln besteed aan de uitvoering van de Wet WOZ. Naar schatting van de Waarderingskamer is ongeveer ƒ 10 mld belastingopbrengst gebaseerd op het gebruik van de WOZ-waarde. Het percentage perceptiekosten van de totale opbrengst be- 22

Veelgestelde vragen. Veel gestelde vragen over de WOZ.

Veelgestelde vragen. Veel gestelde vragen over de WOZ. Veelgestelde vragen Veel gestelde vragen over de WOZ. 1. Wat is de Wet WOZ? 2. Wat is een WOZ-beschikking? 3. Hoe is de waarde op de beschikking tot stand gekomen? 4. Hoe worden de grenzen van mijn object

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 WOZ-beschikking

HOOFDSTUK 2 WOZ-beschikking HOOFDSTUK 2 2.1 Waardevaststelling In de komt de eigenlijke waardevaststelling tot uitdrukking zoals die in hoofdstuk 4 van de Wet WOZ is geregeld. De Wet WOZ maakt een duidelijk onderscheid tussen waardebepaling

Nadere informatie

Hoe wordt de WOZ-waarde vastgesteld?

Hoe wordt de WOZ-waarde vastgesteld? In dit document vindt u antwoorden op onderstaande vragen 1. Hoe wordt de WOZ-waarde vastgesteld? 2. Waarvoor wordt de WOZ-waarde gebruikt? 3. Taxatieverslag 4. Hoe wordt de waarde van mijn pand vastgesteld

Nadere informatie

WAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Stuf-TAX versie 4. Datum: 1 juli 2006 Bijlage(n): 3

WAARDERINGSKAMER NOTITIE. Betreft: Stuf-TAX versie 4. Datum: 1 juli 2006 Bijlage(n): 3 WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Stuf-TAX versie 4 Datum: 1 juli 2006 Bijlage(n): 3 1. Inleiding Met ingang van 1 januari 2006 zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd in de definitie van het uitwisselingsformaat

Nadere informatie

ECGF/U200902279 Lbr. 09/124

ECGF/U200902279 Lbr. 09/124 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 uw kenmerk bijlage(n) 1 betreft Communicatie WOZ-beschikking 2010 ons kenmerk ECGF/U200902279 Lbr. 09/124 datum 5

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vlaardingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vlaardingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Vlaardingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april 2012 Datum rapport: 25 april 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Rijswijk uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juni Gemeente/ Datum rapport: 19 juni 2012

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Rijswijk uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juni Gemeente/ Datum rapport: 19 juni 2012 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Rijswijk uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juni 2012 Datum rapport: 19 juni 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gorinchem uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 juli 2013. Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gorinchem uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 juli 2013. Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Gorinchem uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 juli 2013 Datum rapport: 21 augustus 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

ons kenmerk bijlage(n) datum 14.1759 JG 31 juli 2014

ons kenmerk bijlage(n) datum 14.1759 JG 31 juli 2014 Aan de minister voor Wonen en Rijksdienst de heer drs. S.A. Blok Postbus 20011 2500 EA 's-gravenhage ons kenmerk bijlage(n) datum 14.1759 JG 31 juli 2014 betreft: gebruik WOZ in het woningwaarderingsstelsel

Nadere informatie

TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ. 24 oktober 2013 (startgesprek) 18 november 2013 (onderzoek)

TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ. 24 oktober 2013 (startgesprek) 18 november 2013 (onderzoek) TOEZICHT WAARDERINGSKAMER RAPPORT ONDERZOEK INTERNE BEHEERSING WET WOZ Gemeente: Almere Datum: Datum rapport: 24 oktober 2013 (startgesprek) 18 november 2013 (onderzoek) 20 december 2013 (concept) 21 februari

Nadere informatie

Heffing & Invordering 10. H&I

Heffing & Invordering 10. H&I Heffing & Invordering 10. H&I Eindterm 10.01. Algemeen De examenkandidaat kan de plaats van de gemeentelijke heffingen omschrijven binnen de inkomstenbronnen van de gemeente en kent de bestedingen door

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Pijnacker-Nootdorp uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Pijnacker-Nootdorp uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Pijnacker-Nootdorp uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei 2018 Datum rapport: 28 mei 2018 1. Inleiding De Waarderingskamer houdt toezicht op de uitvoering van de

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Leidschendam-Voorburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 september 2016.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Leidschendam-Voorburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 september 2016. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Leidschendam-Voorburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 september 2016 Datum rapport: 13 oktober 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

26 oktober 2017 (definitief)

26 oktober 2017 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Edam-Volendam uitvoeringsorganisatie: Datum: 22 september 2017 Datum rapport: 26 september 2017 (concept) 26 oktober 2017 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Sluis uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 maart 2013. Gemeente/ Datum rapport: 15 mei 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Sluis uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 maart 2013. Gemeente/ Datum rapport: 15 mei 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Sluis uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 maart 2013 Datum rapport: 15 mei 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 augustus 2012 Datum rapport: 6 september 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

19 juli 2018 (definitief)

19 juli 2018 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Capelle aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 juli 2018 Datum rapport: 13 juli 2018 (concept) 19 juli 2018 (definitief) 1. Inleiding De Waarderingskamer

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zeewolde/Meerinzicht uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zeewolde/Meerinzicht uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Zeewolde/Meerinzicht uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juli 2017 Datum rapport: 4 augustus 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Baarle-Nassau/ABG uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Baarle-Nassau/ABG uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Baarle-Nassau/ABG uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni 2018 Datum rapport: 3 juli 2018 1. Inleiding De Waarderingskamer houdt toezicht op de uitvoering van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 258 Besluit van 3 juli 2007, houdende aanpassing van enige fiscale uitvoeringsbesluiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

bijlage(n) 1 Onlangs hebben wij onderzoek gedaan naar de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) in uw gemeente.

bijlage(n) 1 Onlangs hebben wij onderzoek gedaan naar de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) in uw gemeente. WAARDERINGSKAMER Gemeente Heerhugowaard T.a.v. mevrouw J. Dijkstra Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD *B201213314* ONTVANGEN 1 1 SEP 2Q12 ons kenmerk 12.2665 IL bijlage(n) 1 betreft: Voortgang uitvoering

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vaals uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juni Gemeente/ Datum rapport: 25 juni 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vaals uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juni Gemeente/ Datum rapport: 25 juni 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Vaals uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juni 2013 Datum rapport: 25 juni 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Lelystad uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 juni Gemeente/ Datum rapport: 20 juni 2018

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Lelystad uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 juni Gemeente/ Datum rapport: 20 juni 2018 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Lelystad uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 juni 2018 Datum rapport: 20 juni 2018 1. Inleiding De Waarderingskamer houdt toezicht op de uitvoering van de Wet waardering

Nadere informatie

ECGF/U200902279 Lbr. 09/124

ECGF/U200902279 Lbr. 09/124 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 uw kenmerk bijlage(n) 1 betreft Communicatie WOZ-beschikking 2010 ons kenmerk ECGF/U200902279 Lbr. 09/124 datum 5

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 30 Besluit van 16 januari 1997, houdende uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken)

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Leerdam uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei Gemeente/ Datum rapport: 15 juni 2012

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Leerdam uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei Gemeente/ Datum rapport: 15 juni 2012 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Leerdam uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 mei 2012 Datum rapport: 15 juni 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar de

Nadere informatie

Wat is uw huis waard? DE WAARDE VAN UW ONROERENDE ZAAK

Wat is uw huis waard? DE WAARDE VAN UW ONROERENDE ZAAK Wat is uw huis waard? BELASTING 2005 DE WAARDE VAN UW ONROERENDE ZAAK inleiding Als eigenaar of gebruiker van een woning of een bedrijfspand betaalt u onroerende zaakbelasting, kortweg OZB. De hoogte van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vlissingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vlissingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Vlissingen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus 2013 Datum rapport: 11 september 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Pekela/de Kompanjie uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 oktober 2017.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Pekela/de Kompanjie uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 oktober 2017. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Pekela/de Kompanjie uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 oktober 2017 Datum rapport: 11 oktober 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oldenzaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 oktober Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oldenzaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 oktober Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Oldenzaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 oktober 2012 Datum rapport: 24 oktober 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Westvoorne uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 november Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Westvoorne uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 november Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Westvoorne uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 november 2018 Datum rapport: 4 december 2018 1. Inleiding De Waarderingskamer houdt toezicht op de uitvoering van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Munitax uitvoeringsorganisatie: Datum: 31 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Munitax uitvoeringsorganisatie: Datum: 31 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Munitax uitvoeringsorganisatie: Datum: 31 augustus 2017 Datum rapport: 15 september 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Kenmerk Uw kenmerk Datum 9 november 2018 Betreft

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Twenterand uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 april Gemeente/ Datum rapport: 22 mei 2012

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Twenterand uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 april Gemeente/ Datum rapport: 22 mei 2012 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Twenterand uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 april 2012 Datum rapport: 22 mei 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo/Dommelvallei uitvoeringsorganisatie: Datum: 15 augustus 2018.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo/Dommelvallei uitvoeringsorganisatie: Datum: 15 augustus 2018. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Geldrop-Mierlo/Dommelvallei uitvoeringsorganisatie: Datum: 15 augustus 2018 Datum rapport: 16 augustus 2018 1. Inleiding De Waarderingskamer houdt toezicht op

Nadere informatie

ons kenmerk bijlage(n) datum JG 1 29 juni 2017

ons kenmerk bijlage(n) datum JG 1 29 juni 2017 Aan de Staatssecretaris van Financiën T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes MBA Postbus 20201 2500 EE 'S-GRAVENHAGE ons kenmerk bijlage(n) datum 17.1736 JG 1 29 juni 2017 betreft: de staat van de uitvoering van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 oktober 2014. Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 oktober 2014. Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Geldrop-Mierlo uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 oktober 2014 Datum rapport: 14 oktober 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Stichtse Vecht uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Stichtse Vecht uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Stichtse Vecht uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 augustus 2017 Datum rapport: 15 september 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

7 november 2016 (definitief)

7 november 2016 (definitief) RAPPORT VAN EN Gemeente/ Apeldoorn/Tribuut uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 september 2016 Datum rapport: 3 oktober 2016 (concept) 7 november 2016 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Nuenen c.a. uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Nuenen c.a. uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Nuenen c.a. uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus 2013 Datum rapport: 23 september 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Someren uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni Gemeente/ Datum rapport: 5 juli 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Someren uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni Gemeente/ Datum rapport: 5 juli 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Someren uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 juni 2013 Datum rapport: 5 juli 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Weesp uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 september Gemeente/ Datum rapport: 5 oktober 2018

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Weesp uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 september Gemeente/ Datum rapport: 5 oktober 2018 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Weesp uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 september 2018 Datum rapport: 5 oktober 2018 1. Inleiding De Waarderingskamer houdt toezicht op de uitvoering van de Wet

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 7 augustus 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Geldrop-Mierlo. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 7 augustus 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Geldrop-Mierlo Datum: 7 augustus 2013 Datum rapport: 4 september 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vianen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 juli Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2014

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Vianen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 juli Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2014 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Vianen uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 juli 2014 Datum rapport: 14 juli 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oisterwijk/Tilburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oisterwijk/Tilburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Oisterwijk/Tilburg uitvoeringsorganisatie: Datum: 12 juli 2012 Datum rapport: 16 juli 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Amstelveen uitvoeringsorganisatie: Datum: 4 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Amstelveen uitvoeringsorganisatie: Datum: 4 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Amstelveen uitvoeringsorganisatie: Datum: 4 juli 2013 Datum rapport: 23 september 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 september Gemeente/ Datum rapport: 9 oktober 2017

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 september Gemeente/ Datum rapport: 9 oktober 2017 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 september 2017 Datum rapport: 9 oktober 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

VOORTGANGSINVENTARISATIE APRIL 2015

VOORTGANGSINVENTARISATIE APRIL 2015 VOORTGANGSINVENTARISATIE APRIL 2015 Telefoonnummer: Emailadres: In deze voortgangsinventarisatie wordt gevraagd naar de gemeentelijke situatie op 15 april 2015. Algemeen deel Deel waardepeildatum 1 januari

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zeist uitvoeringsorganisatie: Datum: 9 juli Gemeente/ Datum rapport: 5 september 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zeist uitvoeringsorganisatie: Datum: 9 juli Gemeente/ Datum rapport: 5 september 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Zeist uitvoeringsorganisatie: Datum: 9 juli 2013 Datum rapport: 5 september 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 mei 2014.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 mei 2014. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 mei 2014 Datum rapport: 23 mei 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Hilversum uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 juni Gemeente/ Datum rapport: 11 juli 2017

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Hilversum uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 juni Gemeente/ Datum rapport: 11 juli 2017 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Hilversum uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 juni 2017 Datum rapport: 11 juli 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tytsjerksteradiel uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 september 2012.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tytsjerksteradiel uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 september 2012. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Tytsjerksteradiel uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 september 2012 Datum rapport: 22 oktober 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

SV Bel Walcheren en Schouwen-Duiveland uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2017

SV Bel Walcheren en Schouwen-Duiveland uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2017 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ SV Bel Walcheren en Schouwen-Duiveland uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2017 Datum rapport: 15 november 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Lisse uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september Gemeente/ Datum rapport: 3 oktober 2016

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Lisse uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september Gemeente/ Datum rapport: 3 oktober 2016 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Lisse uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september 2016 Datum rapport: 3 oktober 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Stadskanaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 april Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Stadskanaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 april Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Stadskanaal uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 april 2017 Datum rapport: 12 april 2017 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

25 april 2017 (definitief)

25 april 2017 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Arnhem uitvoeringsorganisatie: Datum: 23 maart 2017 Datum rapport: 5 april 2017 (concept) 25 april 2017 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oude IJsselstreek uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juni Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Oude IJsselstreek uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juni Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Oude IJsselstreek uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juni 2013 Datum rapport: 15 juli 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Woudrichem uitvoeringsorganisatie: Datum: 17 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Woudrichem uitvoeringsorganisatie: Datum: 17 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Woudrichem uitvoeringsorganisatie: Datum: 17 juli 2012 Datum rapport: 13 augustus 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

23 mei 2017 geactualiseerd op 19 juni 2017 (concept) 7 augustus 2017 (definitief)

23 mei 2017 geactualiseerd op 19 juni 2017 (concept) 7 augustus 2017 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Sint Anthonis uitvoeringsorganisatie: Datum: 23 mei 2017 en 19 juni 2017 Datum rapport: 23 mei 2017 geactualiseerd op 19 juni 2017 (concept) 7 augustus 2017 (definitief)

Nadere informatie

Rapport. Oordeel: Gegrond. Datum: 27 september 2016 Rapportnummer:2016/087

Rapport. Oordeel: Gegrond. Datum: 27 september 2016 Rapportnummer:2016/087 Rapport Rapport over een klacht over de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Schiedam om geen gevolg te geven aan het verzoek tot vermindering van de aanslagen WOZ voor de jaren 2008 en

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Purmerend uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april Gemeente/ Datum rapport: 21 mei 2013

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Purmerend uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april Gemeente/ Datum rapport: 21 mei 2013 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Purmerend uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 april 2013 Datum rapport: 21 mei 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Alphen-Chaam/BWB uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Alphen-Chaam/BWB uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Alphen-Chaam/BWB uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 juli 2012 Datum rapport: 27 juli 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 augustus 2013 Datum rapport: 23 september 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2012.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2012. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Krimpen aan den IJssel uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 oktober 2012 Datum rapport: 26 oktober 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

5 mei 2017 (definitief)

5 mei 2017 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Hilvarenbeek uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 maart 2017 Datum rapport: 24 april 2017 (concept) 5 mei 2017 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Waalre. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 mei Datum rapport: 6 juni 2016

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Waalre. Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 mei Datum rapport: 6 juni 2016 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Waalre Datum: 24 mei 2016 Datum rapport: 6 juni 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar de

Nadere informatie

25 april 2017 (definitief)

25 april 2017 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Renkum uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 maart 2017 Datum rapport: 5 april 2017 (concept) 25 april 2017 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Valkenburg aan de Geul uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 mei Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Valkenburg aan de Geul uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 mei Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Valkenburg aan de Geul uitvoeringsorganisatie: Datum: 1 mei 2013 Datum rapport: 15 juli 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

Onderzoek naar termijnoverschrijding bij afhandeling WOZ-bezwaren

Onderzoek naar termijnoverschrijding bij afhandeling WOZ-bezwaren WAARDERINGSKAMER Onderzoek naar termijnoverschrijding bij afhandeling WOZ-bezwaren Een onderzoek naar overschrijding van de jaargrens bij de afhandeling van WOZ-bezwaarschriften 18 juli 2014 Inhoudsopgave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Cranendonck uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 november Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Cranendonck uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 november Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Cranendonck uitvoeringsorganisatie: Datum: 20 november 2014 Datum rapport: 24 november 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Datum: 28 mei en 16 juli 2009. Datum rapport: 3 augustus 2009

Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Datum: 28 mei en 16 juli 2009. Datum rapport: 3 augustus 2009 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente: Utrechtse Heuvelrug Datum: 28 mei en 16 juli 2009 Datum rapport: 3 augustus 2009 Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van de inspectie

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zoetermeer uitvoeringsorganisatie: Datum: 4 juli Gemeente/ Datum rapport: 11 juli 2014

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zoetermeer uitvoeringsorganisatie: Datum: 4 juli Gemeente/ Datum rapport: 11 juli 2014 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Zoetermeer uitvoeringsorganisatie: Datum: 4 juli 2014 Datum rapport: 11 juli 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 281 Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken, de Wet algemene regels herindeling en enige andere wetten (verfijning waardebepaling en

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid uitvoeringsorganisatie: Datum: 14 maart 2013.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid uitvoeringsorganisatie: Datum: 14 maart 2013. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid uitvoeringsorganisatie: Datum: 14 maart 2013 Datum rapport: 13 mei 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen

Nadere informatie

22 september 2016 (definitief)

22 september 2016 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Geldrop-Mierlo/Dienst Dommelvallei uitvoeringsorganisatie: Datum: 25 augustus 2016 Datum rapport: 28 augustus 2016 (concept) 22 september 2016 (definitief) 1.

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Velsen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 september Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Velsen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 september Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Velsen uitvoeringsorganisatie: Datum: 29 september 2015 Datum rapport: 9 november 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

2 mei 2016 (definitief)

2 mei 2016 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Almere uitvoeringsorganisatie: Datum: 11 april 2016 Datum rapport: 11 april 2016 (concept) 2 mei 2016 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is

Nadere informatie

Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Datum: 3 september 2008. Datum rapport: 8 september 2008

Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Datum: 3 september 2008. Datum rapport: 8 september 2008 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente: Nijmegen Datum: 3 september 2008 Datum rapport: 8 september 2008 Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van de ter plaatse die de Waarderingskamer

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 april Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 april Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Son en Breugel uitvoeringsorganisatie: Datum: 24 april 2013 Datum rapport: 2 mei 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Emmen uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juli Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2012

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Emmen uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juli Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2012 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Emmen uitvoeringsorganisatie: Datum: 13 juli 2012 Datum rapport: 14 juli 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar de

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Goirle/TogNederland uitvoeringsorganisatie: Datum: 22 augustus 2012.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Goirle/TogNederland uitvoeringsorganisatie: Datum: 22 augustus 2012. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Goirle/TogNederland uitvoeringsorganisatie: Datum: 22 augustus 2012 Datum rapport: 22 september 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005;

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, tweede lid, en 29a, tweede lid, van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 februari Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 februari Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Texel uitvoeringsorganisatie: Datum: 10 februari 2016 Datum rapport: 22 februari 2016 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

24 juni 2016 (definitief)

24 juni 2016 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Hoogeveen uitvoeringsorganisatie: Datum: 30 mei 2016 Datum rapport: 7 juni 2016 (concept) 24 juni 2016 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is

Nadere informatie

7 november 2016 (definitief)

7 november 2016 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Zutphen/Tribuut uitvoeringsorganisatie: Datum: 28 september 2016 Datum rapport: 3 oktober 2016 (concept) 7 november 2016 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Utrechtse Heuvelrug uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 april Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Utrechtse Heuvelrug uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 april Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Utrechtse Heuvelrug uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 april 2015 Datum rapport: 18 mei 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Utrechtse Heuvelrug uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 september 2013.

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Utrechtse Heuvelrug uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 september 2013. WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Utrechtse Heuvelrug uitvoeringsorganisatie: Datum: 19 september 2013 Datum rapport: 5 oktober 2013 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Mill en St. Hubert/ Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Mill en St. Hubert/ Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ uitvoeringsorganisatie: Datum: 27 september 2016 Mill en St. Hubert/ Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert Datum rapport: 7 oktober 2016 1. Inleiding

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zwolle uitvoeringsorganisatie: Datum: 21 september Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zwolle uitvoeringsorganisatie: Datum: 21 september Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Zwolle uitvoeringsorganisatie: Datum: 21 september 2015 Datum rapport: 9 november 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 april Gemeente/ Datum rapport: 4 april 2014

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 april Gemeente/ Datum rapport: 4 april 2014 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Gennep uitvoeringsorganisatie: Datum: 3 april 2014 Datum rapport: 4 april 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar de

Nadere informatie

1 mei 2018 (definitief)

1 mei 2018 (definitief) WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Reusel-De Mierden uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 april 2018 Datum rapport: 19 april 2018 (concept) 1 mei 2018 (definitief) 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Sittard-Geleen uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juli Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Sittard-Geleen uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juli Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Sittard-Geleen uitvoeringsorganisatie: Datum: 5 juli 2012 Datum rapport: 13 augustus 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Oordeel uitvoering van de Wet WOZ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemeente/

1. Inleiding. 2. Oordeel uitvoering van de Wet WOZ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Rotterdam uitvoeringsorganisatie: Datum: 18 september 2014 Datum rapport: 21 november 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van

Nadere informatie

Raadsvoorstel 15 december 2011 AB11.01086 RV2011-122

Raadsvoorstel 15 december 2011 AB11.01086 RV2011-122 Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer Raadsvoorstel 15 december 2011 AB11.01086 RV2011-122 Gemeente Bussum Vaststellen tarieven onroerende-zaakbelastingen 2012 Brinklaan 35 Postbus 6000

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 juni Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2014

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 juni Gemeente/ Datum rapport: 14 juli 2014 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Enkhuizen uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 juni 2014 Datum rapport: 14 juli 2014 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Valkenswaard uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Valkenswaard uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Valkenswaard uitvoeringsorganisatie: Datum: 16 september 2015 Datum rapport: 22 september 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Ede uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 april Gemeente/ Datum rapport: 17 mei 2015

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Ede uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 april Gemeente/ Datum rapport: 17 mei 2015 WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN Gemeente/ Ede uitvoeringsorganisatie: Datum: 2 april 2015 Datum rapport: 17 mei 2015 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek naar

Nadere informatie

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Súdwest-Fryslân uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 juni Gemeente/

1. Inleiding WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Súdwest-Fryslân uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 juni Gemeente/ WAARDERINGSKAMER RAPPORT VAN EN Gemeente/ Súdwest-Fryslân uitvoeringsorganisatie: Datum: 26 juni 2012 Datum rapport: 31 juli 2012 1. Inleiding Dit rapport van bevindingen is de weergave van ons onderzoek

Nadere informatie