Hout, eigenschappen en soortherkenning

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hout, eigenschappen en soortherkenning"

Transcriptie

1 Hout, eigenschappen en soortherkenning 1

2 Een uitgave van Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert II laan 20 bus Brussel Tekst Willy Verbeke i.s.m. Belgian Woodforum Figuren Johan Cosijn, Belgian Woodforum Foto s Rollin Verlinde, Belgian Woodforum, Willy Verbeke, Geert Sioen Vormgeving Patrick Van den Berghe Uitgave Augustus 2006 Depotnummer D/2006/3241/171 2

3 Inhoud 1. Inleiding 2. Algemene kenmerken 2.1. Secundaire groei 2.2. Hoofdrichtingen 2.3. Microscopische structuur 2.4. Kern en Spint Spinthoutbomen 3. Natuurlijke onvolkomenheden 3.1. Takkige stammen en kwasten 3.2. Gevorkte stammen 3.3. Draaigroei 3.4. Reactiehout 3.5. Harszakken 3.6. Waterloten en maserknollen 3.7. Kromme stammen 3.8. Onregelmatige jaarringdikte 3.9. Scheuren in de stam Ideale stamvorm 4. Fysische eigenschappen 4.1. Vochtgehalte 4.2. Krimpen en zwellen 4.3. Volumieke massa 4.4. Warmteeigenschappen 4.5. Visueel waarneembare eigenschappen 5. Mechanische eigenschappen 5.1. Kracht, spanning, vormverandering en sterkte 5.2. Elasticiteit en elasticiteitsmodulus 5.3. Kruip en relaxatie 5.4. Eigenschappen bij belasting 5.5. Hardheid en afslijtweerstand 5.6. De invloed van onvolkomenheden 6. Chemische samenstelling 6.1. Algemeen 6.2. Cellulose 6.3. Lignine 6.4. Hemi-cellulose 6.5. Inhoudsstoffen en mineralen 3

4 7. Duurzaamheid 7.1. Natuurlijke duurzaamheid 7.2. Houtaantastende organismen 7.3. Verduurzaming en andere houtbehandelingen 8. De belangrijkste houtsoorten uit de Vlaamse bossen 8.1. Loofhout 8.2. Naaldhout 8.3. Overzichtstabel 8.4. Determinatietabel 9. Enkele producten uit hout 9.1. plaatmaterialen 9.2. fi neer 9.3. vloeren 9.4. gelijmd-gelamelleerd en samengesteld hout 9.5. papier en karton 10. Literatuur 4

5 1. Inleiding Dit cursusboek heeft tot doel een basiskennis mee te geven over het materiaal hout aan toekomstige bos- of natuurwachters en aanverwante beroepen. Hierbij is alles toegespitst op de praktijk van de Vlaamse situatie. Daarom is bewust voor gekozen niet in te gaan op de vele tropische en andere geïmporteerde houtsoorten. Deze mensen komen op twee manieren in contact met het materiaal hout. Zij zijn producenten aangezien de Vlaamse bossen hout produceren. En zelfs als het Vlaamse houtverbruik een veelvoud is van de lokale productie, dan nog heeft deze productie zin in termen van handelsbalans, lokale tewerkstelling en vermindering van het energieverbruik voor het houttransport. Daarnaast zijn ze echter beroepswege ook consumenten aangezien vele constructies bij bos- en natuurbeheer uit hout bestaan. Denken we maar aan afsluitingen, meubilair voor de recreatie, schuilhutten, knuppelpaden, enz. De wetenschap die zich bezighoudt met de algemene kenmerken, de technische eigenschappen en de natuurlijke onvolkomenheden van hout wordt ook wel houttechnologie genoemd. Naast de kenmerken en de samenstelling van hout wordt in deze cursus ook kort ingegaan op de belangrijkste houtsoorten uit onze bossen, hun herkenning en toepassingen. Hierbij is het van belang zich te realiseren dat iedere houttoepassing zijn eigen eisen stelt aan de eigenschappen van hout. Geen enkele houtsoort is dan ook absoluut slecht of over de hele lijn supergoed. Ook de schoonheid van de houtsoorten is relatief en afhankelijk van de smaak. Stofnamen eindigen in het Nederlands meestal op -en, zoals bijvoorbeeld stenen en ijzeren. In onze cursus en in de meeste Nederlandstalige literatuur over hout wordt deze taalregel zo consequent mogelijk toegepast. Bij heel wat soorten wijkt de naam van het hout sterk af van de naam van de boomsoort in het bos. Bij plantensoorten worden ook hoofdletters gebruikt om duidelijk een bepaalde botanische soort aan te geven (bijvoorbeeld : Zwarte els, Zomereik, maar wel bijvoorbeeld Alle eiken hebben eikels ), bij stofnamen gebeurt dit niet (bijvoorbeeld : elzen, inlands eiken, maar wel Europees eiken). De kennis van de eisen die men aan het hout stelt zal toelaten bepaalde bosbouwkundige ingrepen beter te begrijpen en op hun waarde te beoordelen. Een zekere basiskennis over de hernieuwbare grondstof en energiebron hout is hoe dan ook nuttig voor elke bos- of natuurbeheerder. Hout wordt sinds mensenheugenis voor tal van toepassingen gebruikt en allerhande (niet in het minst ecologische) evoluties op wereldvlak maken dat hout in zeer grote mate ook één van de materialen van de toekomst is. Ziehier op een rijtje de voornaamste gunstige eigenschappen van hout: - hernieuwbare grondstof en energiebron - het kan vaak plaatselijk gewonnen worden (weinig transport) - een uitzonderlijk hoge verhouding sterkte/gewicht - gemak en snelheid van verwerking - de verwerking vraagt weinig energie en kan zeer milieuvriendelijk - lokale en verspreide werkgelegenheid, ook op het platteland - groot gamma aan decoratieve eigenschappen : is er naar ieders smaak - vrij gunstige isolerende en thermische eigenschappen - houten structuren zijn brandveilig - hout is meestal recycleerbaar, desnoods als energiebron 5

6 - houtgebruik kan het broeikasgas kooldioxide uit de lucht vastleggen - houtwinning blijkt veel minder vervuilend te zijn dan de ontginning van andere materialen (mijnen, olieputten, ) Daartegenover staan ook problemen: - krimpen en zwellen onder invloed van een veranderende vochtsituatie - biologische houtaantasting, voornamelijk door schimmels en insecten (Deze biologische afbreekbaarheid kan echter ook als een voordeel gezien worden bij de verwerking van hout- afval.) - onoordeelkundige houtwinning kan bosecosystemen vernietigen - heterogeniteit en diversiteit, tussen en binnen de soorten Samenvattend kan men stellen dat het er steeds op aankomt hout en de verschillende houtsoorten zodanig toe te passen dat de gunstige eigenschappen zoveel mogelijk tot hun recht komen en de minder gunstige zo weinig mogelijk hinder veroorzaken. 6

7 2. Algemene kenmerken In de cursus plantkunde worden de primaire groei en de primaire plantenstructuren (stengel, wortel, ) besproken. Ze komen voor bij kruidachtige planten. Bij de houtige planten, bomen en struiken verder kortweg bomen genoemd, vinden we echter vooral secundaire structuren Secundaire groei Secundaire groei en houtvorming komt voor bij loofbomen (bedektzadigen > tweezaadlobbigen) en naaldbomen (naaktzadigen). Bij éénzaadlobbigen en de primitievere sporenplanten komt geen echte secundaire groei voor. Nochtans maken sommigen onder hen (palmbomen, bamboe, boomvarens) een soort hout, dat echter een totaal andere structuur heeft. Vermits het hier gaat over soorten die niet in de Vlaamse bossen voorkomen wordt er niet verder op ingegaan. Secundaire groei manifesteert zich in de diktegroei aan stengels en wortels. Vermits wortelhout slechts uitzonderlijk gebruikt wordt, concentreren we ons helemaal op de houtvorming en de schorsvorming aan de stengel (=de stam) van bomen. Zodra de secundaire diktegroei in een stengeldeel een aanvang neemt, stopt de hoogtegroei of de verlenging van de lengte-as in dat stengeldeel volledig. Dit geldt trouwens ook voor wortels Houtgroei Stengels van kruidachtige planten bevatten strengvaatbundels (primaire structuren), welke op de dwarsdoorsnede bij tweezaadlobbigen in de regel gerangschikt staan in een kring rondom het centrum. Elke vaatbundel bevat xyleem aan de binnenzijde en fl oëem aan de buitenzijde. Xyleem is plantenweefsel dat zorgt voor opwaarts saptransport (mineralen en veel water). Floëem is plantenweefsel dat zorgt voor neerwaarts saptransport (suikers en minder water). Bij de tweezaadlobbigen zijn de strengvaatbundels in de regel zogenaamd open. Tussen xyleem en fl oëem bevindt zich immers een zone met cellen die eventueel nog tot deling in staat zijn. Ze vormen een meristematisch weefsel dat procambium genoemd wordt en langs de binnenzijde xyleemcellen kan afzetten en langs de buitenzijde fl oëemcellen. Op een bepaald ogenblik worden er bij de tweezaadlobbigen uit deze primaire structuren secundaire stengelstructuren gevormd. Er vormt zich op doorsnede een ring van cambium dat voortaan zal zorgen voor secundaire diktegroei en houtvorming. Een deel van het cambium vormt zich uit het procambium tussen het primaire xyleem en het primaire fl oëem in de strengvaatbundels. Een ander deel vormt zich uit de parenchymecellen welke zich tussen de strengvaatbundels bevinden. We spreken van het interfasciculair cambium. Bij vele dicotylen blijft de stengel zuiver kruidachtig en wordt geen interfasciculair cambium gevormd (bijvoorbeeld boterbloem). Een andere groep maakt haast geen secundaire structuren, zodat we ook deze planten als voornamelijk kruidachtig kunnen betittelen (bijvoorbeeld Luzerne). 7

8 Sommige houtige tweezaadlobbigen hebben aan het begin van hun leven duidelijk strengvaatbundels gescheiden door parenchyme, zodat een aanzienlijk deel van het cambium hieruit moet ontstaan (bijvoorbeeld vlier), terwijl bij een laatste groep bijna alle cambium voortkomt uit procambium. Tussen de strengvaatbundels ligt van in het begin haast geen parenchyme (bijvoorbeeld linde). Het cambium gaat afwisselend langs de binnenzijde xyleemcellen afscheiden en langs de buitenzijde fl oëemcellen. We krijgen de vorming van ringvaatbundels (secundaire structuren) uit de strengvaatbundels. Het cambium komt dan op doorsnede ringvormig voor, tussen xyleem en fl oëem, over de ganse omtrek van de stengel als een doorlopende cylinder. Zowel in xyleem als fl oëem vinden we houtstralen, die zorgen voor horizontaal saptransport. De allereerste houtstralen zijn dan in feite de zones met parenchymecellen tussen de strengvaatbundels in. De eerste houtstralen worden ook wel eens mergstralen genoemd, omdat ze doorlopen tot aan het merg. Het zou echter fout zijn alle houtstralen mergstralen te noemen. Naarmate de diktegroei zich verder zet worden houtstralen bijgevormd omdat de omtrek toeneemt. Bij de naaktzadigen (naaldbomen) zijn geen kruidachtige vertegenwoordigers bekend zodat de overgang van primaire naar secundaire stengelstructuren minder voor de hand ligt. Fossielen wijzen er trouwens op dat in de evolutie gezien de uitvinding van het hout die van het zaad voorafgaat. De houtvormende sporenplanten zouden dan wel allemaal uitgestorven zijn. Wat we dus gewoonlijk hout noemen kan gedefi nieerd worden als secundair xyleem van tweezaadlobbige loofbomen en naaktzadige naaldbomen. Het secundair floëem is in de regel niet sterk genoeg, te dun of te weinig duurzaam om een praktisch gebruik te kennen. Onder ons klimaat vertonen bomen een groeiperiodiciteit. De stengel groeit namelijk niet in de winter. Ook de wintergroene bomen vertonen s winters een periode zonder hoogtegroei noch diktegroei. Tijdens het groeiseizoen realiseert de lengtegroei zich in jaarscheuten (eventueel in twee of meer stappen). Het jaarlijks stoppen en weer hernemen van de diktegroei uit zich in jaarringen. Op een stamdoorsnede of een boorspaan kan men dan de leeftijd van de boom afl ezen. De structuur van deze jaarringen is wel sterk soortafhankelijk. Het is niet zo dat de diktegroei op het einde van het groeiseizoen gewoon stilvalt omdat het weer te slecht wordt. De bomen hebben zich aangepast aan de seizoenen en spelen in op de veranderende weersomstandigheden. Aan de twijgen worden winterknoppen aangemaakt, ook reeds lang voor de eigenlijke winter inzet. In de jaarringen wordt in het voorjaar vroeghout (lentehout) afgezet, wat vooral zorgt voor de sapstroom met brede sapkanalen en dunne celwanden. Later in het groeiseizoen vormt de boom laathout (zomerhout), wat vooral instaat voor de stevigheid van de stam met duidelijk dikkere celwanden. In vele gevallen kan men het donkerdere laathout met het blote oog onderscheiden van het blekere vroeghout. 8

9 figuur 1 - De vorming van secundaire structuren in de stengel. 9

10 Schorsvorming Rondom kruidachtige planten en zeer jonge delen van bomen en struiken vinden we een epidermis. Deze levende primaire structuur is in de regel één laag cellen dik. Het is als het ware de primaire huid van de plant. Daaronder kan zich bijvoorbeeld collenchym bevinden, bestaande uit levende steuncellen. Door de diktegroei scheurt de epidermis open en gaat snel teloor. Zijn functie wordt overgenomen door een secundaire structuur. Al het weefsel dat zich aan de buitenzijde van het cambium bevindt wordt gewoonlijk bast genoemd. Dat men deze buitenste structuren samenneemt is normaal aangezien het cambium, zeker in het groeiseizoen, een kwetsbare structuur is waar de bast gemakkelijk afgepeld kan worden. Deze bast mag niet verward worden met spinthout (zie verder), dat zich aan de binnenzijde van het cambium bevindt en dus zuiver uit xyleem bestaat. De bast bestaat deels uit levend en functioneel floëem, dat zich het dichtst bij het cambium bevindt. Meer naar de buitenkant vinden we ouder fl oëem en tenslotte de schors, waarvan het buitenste deel enkel uit dode cellen bestaat. De eigenlijke schors bestaat uit cellen die nooit een sapgeleidingsfunctie gehad hebben. Schorscellen (kurk) worden aangemaakt in een meristematische laag, fellogeen of kurkcambium genoemd. In tegenstelling tot het gewone cambium zet het vooral cellen af naar de buitenzijde en draagt het weinig bij tot de diktegroei. Het gewone cambium wordt ook wel vasculair cambium genoemd om het onderscheid te maken met het kurkcambium. Het geheel van fellogeen en erdoor afgezette cellen wordt ook wel periderm genoemd. Het periderm is een secundair beschermingsweefsel. Bij sommige soorten kan het periderm behoorlijk dik zijn. Zo kennen we de kurk die behoedzaam geoogst kan worden van de Kurkeik, een mediterrane boomsoort. De diktegroei van de boom doet niet alleen de epidermis maar ook eventueel het periderm en het oudere floëem openbarsten. In dit oudere floëem bevinden zich vooral oude sapkanalen welke niet meer functioneel zijn. Deze situatie is voor de boom zeer gevaarlijk omdat schimmels en bastkevers op deze manier toegang kunnen krijgen tot het kwetsbare en voedselrijke levende fl oëem. De meeste bomen reageren op deze bedreiging door op de juiste plaatsen steeds nieuwe laagjes fellogeen aan te maken, steeds dieper in het fl oëem. Bij vele boomsoorten is er dan ook geen duidelijke scheiding tussen de eigenlijke schors en het niet meer functionele fl oëem. De term bast zoals hoger gedefi nieerd is dan ook goed op zijn plaats. figuur 2 - Stamdoorsnede (eik). 10

11 Merk op dat de schorsvorming van de verschillende boomsoorten zeer sterk verschilt : dik of dun, gebarsten of glad, in brokjes loskomend of vast, enz. In de loop van de evolutie zijn er heel wat variaties tot stand gekomen op het hierboven geschetste basisconcept. Merk wel op dat zelfs binnen één soort nogal wat verschil kan optreden in de schorsvorm tussen de variëteiten. Anderzijds kan men op het zicht aan de schors alleen onmogelijk zeggen of men met een loofboom, dan wel met een naaldboom te maken heeft, tenzij men de welbepaalde individuele soort waarover het gaat zeer goed kent natuurlijk. Op welbepaalde plaatsen in de schors kan een verhoogde gasuitwisseling mogelijk zijn, omdat de cellen er losser op elkaar zitten. Op deze wijze kan de bast zuurstof betrekken uit de atmosfeer. Bij Ruwe berk bijvoorbeeld zijn dit duidelijke, ruwe en bleke puntjes op de twijgen. Dergelijke plaatsen worden lenticellen genoemd. Het zijn secundaire structuren, die als ademhalingsopeningen de functie overnemen van de huidmondjes in de primaire epidermis Hoofdrichtingen In de houtanatomie en de houtverwerking onderscheidt men drie hoofdvlakken of zaagwijzen van het hout : Op de dwarse doorsnede zien we het kopse vlak. Zichtbaar zijn de jaarringen en eventueel de houtstralen (als dunne lijntjes van centrum naar buitenkant) en de vaten (als fi jne poriën). De radiale doorsnede volgt de lengte-as van de boom en gaat door het centrum van de stam. Men spreekt ook van kwartiers. Meestal geeft deze snede een zeer regelmatige streeptekening, gevormd door de afwisseling van vroeghout en laathout. In principe zijn enkel de weinige planken die vlak bij het centrum uit de stam gezaagd worden zuiver kwartiers. In de praktijk is er een overgang naar de volgende doorsnede. De tangentiale doorsnede volgt eveneens de lengte-as van de boom, maar gaat niet doorheen het centrum. Men spreekt ook van dosse. Hierop zien we de jaarringen vaak als een soort vlampatroon, omdat de stam naar boven toe dunner wordt en er steeds minder jaarringen in aanwezig zijn. figuur 3 - Hoofdrichtingen of zaagwijzen in hout. 11

12 De structuur van het hout verschilt dus zeer sterk in de drie hoofdrichtingen (lengterichting, radiaal en tangentiaal). Allerhande eigenschappen van hout verschillen eveneens naar gelang van de gekozen richting, zoals we verder in de cursus bij herhaling zullen zien (sterkte, krimp en zwel, ). Hout is een anisotroop materiaal in tegenstelling tot isotrope materialen (plastic, metaal, rubber, ) Microscopische structuur Vele van de beschreven structuurelementen in het hout bevinden zich dicht tegen de grens van de mogelijkheden van het blote oog. Met een loupe die bijvoorbeeld 10x vergroot, ziet men reeds veel meer. Andere structuurelementen zijn ook zonder vergroting zichtbaar. Het komt er dan enkel op aan juist te interpreteren wat men ziet Microscopische onderdelen van loofhout Loofhout bevat vaten, vezelcellen, parenchyme en eventueel tracheïden. Vaten (= tracheeën) bestaan uit vrij korte, cylindrische cellen die als tonnen op elkaar gestapeld zijn. De tussenwanden zijn geheel of gedeeltelijk verdwenen om een optimale sapstroom toe te laten. Men kan het zich voorstellen alsof de bodems verdwenen zijn uit de tonnen in de stapel. Vezelcellen zijn veel smaller dan de vaten en lopen naar boven en naar onder puntig toe. Ze hebben dikke celwanden zodat ze hun steunfunctie optimaal kunnen waarnemen. De vezelcellen vormen het grondweefsel bij loofhout. Het grootste deel van het loofhout bestaat uit vezelcellen. Parenchymecellen blijven veel langer leven dan de vaten en de vezelcellen, zodat ze eventueel later opnieuw kunnen gaan delen indien dat nodig mocht blijken (bijvoorbeeld voor de vorming van wondweefsel). Ze hebben echter nog vele andere functies : bijhouden van reservevoedsel, sapgeleiding in de radiale richting (in de houtstralen), sapgeleiding in de tangentiale richting, Parenchymecellen kunnen allerhande vormen hebben, maar vaak zijn ze niet zo lang en smal als de andere cellen in het hout. De houtstralen van loofhout kunnen één cel dik zijn en onzichtbaar met het blote oog, maar ze kunnen ook tientallen cellen breed en honderden cellen hoog zijn. Dan zijn ze wel met het blote oog zichtbaar, zoals bij eiken. In de celwanden van cel naar cel zijn meestal kleine openingen aanwezig, de stippels. Tracheïden zijn langgerekt en steeds aan beide zijden puntig toegespitst. Ze kunnen eventueel bij loofhout voorkomen, maar ze zijn vooral kenmerkend voor naaldhout. Het onderscheid tussen vezels en tracheïden in loofhout is niet altijd duidelijk (vandaar een overgangsvorm vezeltracheïde genoemd). 12

13 figuur 4 - Microscopische onderdelen van loofhout Ringporigheid Wanneer de brede vaten duidelijk gegroepeerd staan in het vroeghout spreekt men van een ringporige houtsoort. In het laathout zijn de vaten dan veel dunner, zodat ze gewoonlijk ook niet meer met het blote oog zichtbaar zijn. Ringporigheid is een vrij zeldzame eigenschap zodat het zeer interessant is voor de herkenning van een aantal soorten. Eiken, essen, iepen, robinia en (Tamme) kastanje zijn ringporig. Aangezien naaldhout geen vaten heeft komt ringporigheid er niet voor. Bij de meeste boomsoorten is er geen concentratie van brede vaten in het vroeghout, maar liggen de vaten egaal verspreid in het grondweefsel. We noemen deze soorten verspreidporig (diffuusporig). Soms zijn de jaarringen zelf ook niet zo goed te onderscheiden. Bij boomsoorten waarbij de groei continu doorgaat kunnen de jaarringen zelfs helemaal afwezig zijn. Dit komt voor in de tropen, maar niet in de Vlaamse bossen. Onze boomsoorten vertonen allemaal in meer of mindere mate jaarringen, alhoewel de meeste wel verspreidporig zijn. Een kleine tussengroep van houtsoorten wordt halfringporig genoemd, omdat de bredere vaten minder duidelijk geconcentreerd zijn in het vroeghout. Halfringporigheid is niet zo n duidelijke eigenschap, bijvoorbeeld bij kersen. figuur 5 - Ringporigheid (links) en verspreidporigheid (rechts). 13

14 Microscopische onderdelen van naaldhout De microscopische structuur van naaldhout is veel eenvoudiger dan die van loofhout, in zekere zin primitiever. Deze grotere interne homogeniteit maakt dat bij gelijke volumieke massa het naaldhout in de regel sterker is dan het loofhout. Naaldhout bestaat uit tracheïden en parenchyme. Naaldhout bevat geen vaten noch vezels. Het grondweefsel van naaldhout bestaat uit tracheïden. Ze zijn langgerekt en steeds aan beide zijden puntig toegespitst. Als saptransportelementen zijn ze minder effi ciënt dan de vaten in het loofhout, maar het systeem van tracheïden is wel minder kwetsbaar, bijvoorbeeld bij vorming van gasbelletjes. Het transport van cel naar cel gebeurt doorheen stippels, die zich ook kunnen sluiten indien nodig. In het vroeghout hebben de tracheïden een brede celopening en relatief dunne wanden. Ze zorgen vooral voor saptransport. In het laathout daarentegen hebben ze stevige dikke celwanden en zijn ze smaller zodat ze beter voor steun kunnen zorgen. Naaldhout bevat vaak harskanalen, welke omgeven zijn door parenchymecellen, die de hars erin afzetten. Deze harskanalen mogen niet verward worden met de vaten van loofhout. Harskanalen bevatten geen sap en hebben een totaal andere structuur. Ze kunnen zowel in verticale als in horizontale richting voorkomen. De harskanalen zijn ook wel eens met het blote oog zichtbaar, net als de vaten in loofhout. Bij verwonding van de boom loopt de hars uit de harskanalen en vormt zo een effi ciënte bescherming tegen schimmels en insecten. Parenchymecellen komen, net als bij loofhout, ook in de houtstralen voor. De houtstralen van naaldhout zijn steeds dun en dus met het blote oog niet te zien. figuur 6 - Microscopische onderdelen van naaldhout. 14

15 2.4. Kern en spint Bij nogal wat houtsoorten is er een duidelijk onderscheid tussen kernhout en spinthout (ook wel spint of spek genoemd). Het spinthout is niet voor alle toepassingen bruikbaar, maar mag niet verward worden met bast of fl oëem, dat zorgt voor de neerwaartse sapstroom, een andere structuur heeft en slechts zelden gebruikt wordt Kernhoutbomen Een groot aantal boomsoorten maken steeds kernhout (zie fi guur 2) dat door zijn donkerdere kleur afsteekt tegen het spint, dat altijd bleek is. Het spint kan dun of breed zijn naargelang de soort. De kleur van het kernhout is soortspecifi ek en meestal donkerbruin. De sterkte-eigenschappen verschillen niet wezenlijk tussen kern en spint. Het kernhout wordt door de boom aangemaakt vanuit spinthout. Het spint is aanvankelijk volledig levend en zorgt voor de opwaartse sapstroom. Na een aantal jaren wordt het door de boom omgezet in kernhout dat, eenmaal volledig gevormd, geen levende cellen meer bevat en een aanzienlijk lager vochtgehalte heeft dan het levende spint. Het kernhout draagt wel in grote mate bij tot de stevigheid van de boomstam. Bij de kernhoutvorming worden bepaalde stoffen in de cellen opgestapeld zoals gommen, harsen, looistoffen of oliën. Reservevoedsel daarentegen wordt tijdens het verkerningsproces weggetrokken. De levende boom kan in het kernhout een deel van zijn afvalstoffen kwijt, maar de zogenaamde kernstoffen zorgen ook voor de kleur en de eventueel hogere natuurlijke duurzaamheid van kernhout. figuur 7 - Het ontstaan van thyllen en een volledig met thyllen verstopt vat. De vaten in loofhout kunnen bij het verkerningsproces opgevuld worden met thyllen. Dit zijn ballonachtige structuren die groeien vanuit de parenchymecellen naast de houtvaten. Op deze wijze worden de brede vaten afgesloten tegen gevaarlijke indringers zoals bacteriën en houtaantastende schimmels. Bij naaldhout kunnen de stippels tussen de tracheïden zich sluiten zodat een gelijkaardige afsluiting wordt bereikt. Kernhout is dus niet sterker maar wel in de regel duurzamer dan spinthout. Het is met andere woorden beter bestand tegen houtaantastende schimmels en insecten. Op deze manier blijft de stam ook langer stevig rechtop staan. Kernhoutbomen maken een groot deel uit van de grootste en langst levende bomen in onze bossen. 15

16 Alhoewel de kernvorming sterk verschilt van soort tot soort, komt het evenzeer voor bij naaldbomen als bij loofbomen. Ziehier enkele voorbeelden uit onze bossen. Naaldbomen : Grove den, Corsicaanse den, Europese lork, Japanse lork en Douglasspar Loofbomen : Zomereik, Wintereik, Amerikaanse eik, Tamme kastanje, Robinia, Gewone es, Zoete kers en Gladde iep. Sommige soorten maken pas kernhout op oudere leeftijd zoals Corsicaanse den of Gewone es Rijphoutbomen Het meest essentiële onderscheid tussen kern en spint is eigenlijk dat spinthout zorgt voor sapstroom en kernhout niet. Er zijn een aantal boomsoorten die in het centrum van de stam hout bezitten dat niet meer meedoet aan de sapstroom en beduidend droger is dan het spint. Nochtans is er geen kleurverschil te zien en ook de natuurlijke duurzaamheid verschilt niet wezenlijk. Dergelijke boomsoorten worden rijphoutbomen genoemd. We vinden rijphoutbomen zowel bij de loofbomen als bij de naaldbomen. Bekende voorbeelden zijn de Beuk en de Fijnspar. De rijphoutbomen zijn echter niet zo talrijk. Bij rijphoutbomen kan wel een valse kern voorkomen. Een bekend voorbeeld hiervan is de rode kern in beuken. De oorzaak van het verschijnsel moet worden gezocht in de reactie van de boom tegen ziekteverwekkende schimmels in de stam. Deze kunnen in het stamlichaam dringen via afgebroken takken en verwondingen aan de stam of de stamvoet. De boom vormt dan thyllen in de vaten en zet tevens stoffen in het houtweefsel af, om het hout tegen verdere aantasting te beschermen. Het beukenhout kleurt er roodachtig door, maar dit proces gebeurt dus niet spontaan en automatisch in alle exemplaren van de soort. Het wordt in gang gezet door een uitwendige prikkel en daarom spreken we van een valse kern of facultatieve kernvorming Spinthoutbomen Een vrij groot aantal boomsoorten kent echter geen verkerningsproces. Het spinthout blijft zolang mogelijk levend en werkzaam. Het wordt ook nooit omgezet in kernhout. We noemen deze bomen spinthoutbomen. Dit heeft tot gevolg dat het centrum van de stam vochtig blijft en dat er ook daar nog levende cellen kunnen aangetroffen worden. Het centrum van de stam verschilt niet in kleur en de natuurlijke duurzaamheid is er evenmin groter. Deze bomen zijn dan ook relatief slecht beschermd tegen houtaantastende organismen. Vaak gaat het om boomsoorten met een vrij beperkte levensduur, maar er zijn daarop uitzonderingen. In onze Vlaamse fl ora zijn er heel wat spinthoutbomen : alle wilgen, populieren, berken, elzen en esdoorns. Ook bij spinthoutbomen kan een soort valse kern voorkomen, zoals bijvoorbeeld in heel wat oude populieren. Dit verschijnsel wordt meestal niet geapprecieerd. 16

17 3. Natuurlijke onvolkomenheden Het betreft hier afwijkingen die reeds in de staande boom voorkomen, of kort na het vellen ontstaan. Ze hebben meestal tot gevolg dat het hout in mindere of meerdere mate aan waarde verliest. Zware takkigheid, lage vorken, draaigroei, asymmetrische kronen, kromme stammen, scheuren, waterloten en andere gebreken zijn dan ook vaak redenen om de desbetreffende bomen reeds op jongere leeftijd bij dunningen uit het bos te verwijderen Takkige stammen en kwasten Vrijwel alle boomsoorten vormen in geheel vrije stand een grote kroon met een aanzet die reikt tot dicht bij de grond. In een gesloten bos daarentegen, vormen ze een relatief kleine kroon, waarbij de onderste takken door lichtgebrek afsterven en vervolgens afbreken. Dit proces wordt takafstoting of natuurlijke stamreiniging genoemd. Aan bosranden en langs wegen kunnen bomen zeer takkig zijn langs één kant. Het proces van natuurlijke stamreiniging verloopt bij de éne boomsoort al vlotter dan bij de andere. Bij Beuk bijvoorbeeld is de schaduw van de kroon zeer diep en rot het hout van de dode takjes snel, zodat ze reeds na enkele maanden of jaren netjes dicht tegen de stam afbreken. De lange takvrije stammen van de Beuk zijn dus een volledig natuurlijk soortkenmerk van beuken in bosverband. Bij eik of Grove den verloopt dit proces echter veel moeizamer. Op bijgaande fi guur wordt het proces aangegeven hoe een takstomp overwald raakt door de dikker wordende stam. Er zijn twee mogelijkheden : 1) De afgestorven tak verzwakt snel en breekt glad af langs de stam. Het actieve cambium zorgt voor een overwalling van het gedeelte van de tak dat reeds in de stam zit. Dit gedeelte is ingegroeid toen het nog in leven was en zit organisch vergroeid met de rest van de stam. Men spreekt van een levend ingegroeide takstomp of een vaste kwast. Bij het verzagen valt dit gedeelte niet uit de plank. Het is wel in de regel harder en donkerder omdat de jaarringen er veel dunner zijn dan in de rest van de stam. 2) De afgestorven tak blijft jarenlang aan de stam hangen en breekt eventueel af op een zekere afstand van de stam. Het actieve cambium zorgt voor een zekere diktegroei van de stam maar slaagt er jarenlang niet in om de takstomp helemaal te overwallen. Een gedeelte van de tak raakt in de stam ingegroeid nadat hij afgestorven is, waardoor er ook geen vergroeiing kan optreden tussen dit dode weefsel en het levende hout van de stam. We krijgen een dood ingegroeide takstomp of losse kwast. Bij het verzagen valt dit gedeelte uit de plank en een losse kwast is ook vaak aangetast door schimmels en/of insecten. 17

18 figuur 8 - Het ontstaan van losse en vaste kwasten. Merk op dat een dood ingegroeide takstomp in alle gevallen dichter bij het centrum van de stam overgaat in een levend ingegroeide takstomp. Takkigheid en kwasten worden in de regel niet geapprecieerd, zeker losse kwasten niet. De houtverwerking verkiest foutvrije stammen. Een zekere mate van takkigheid, met niet te veel en niet te dikke vaste kwasten, kan decoratief hout opleveren, maar het schept toch enige problemen bij de verwerking. Voor een aantal toepassingen met een lagere toegevoegde waarde zoals spaanderplaten of brandhout maakt de takkigheid niets uit. Om de houtkwaliteit te verhogen kan men er toe overgaan de stammen op te snoeien. Dit is een arbeidsintensieve ingreep en dus redelijk duur. Het wordt ook meestal in verschillende stappen gedaan, eerst tot op manshoogte en dan geleidelijk hoger aan de stam met enige jaren tussenin. Men moet zich telkens afvragen of het snoeien wel zal renderen. In de volgende omstandigheden is dergelijke snoei niet aan te raden : - bij een aantal boomsoorten verloopt de natuurlijke stamreiniging zeer vlot - vanaf een zekere leeftijd is de meeste diktegroei voorbij. De takstompen zijn reeds ingegroeid en het weinige kwastvrije hout dat nog langs de buitenrand van de stam kan gerealiseerd worden loont de moeite niet meer. - vanaf een zekere hoogte kan de ingreep zeer duur worden en is de nog te verwachten diktegroei te gering - het hout zal gebruikt worden voor toepassingen waarbij de takkigheid niet belangrijk is of zelfs gewenst wordt - de bomen zullen toch nooit geoogst worden voor de houtopbrengst (bijvoorbeeld in vele bosen natuurreservaten) Anderzijds kunnen bomen in bosverband ook gesnoeid worden om andere redenen dan de beoogde houtkwaliteit zoals omwille van de brandveiligheid of om landschappelijke redenen (doorzicht doorheen het bos). Ingegroeide takstompen kunnen zich uiterlijk aan de stam tonen onder de vorm van bulten of tekeningen op de schors. 18

19 3.2. Gevorkte stammen Indien het toplot van een boom met een overigens rechte stam wegvalt, dan gebeurt het wel dat er twee of meer loten de taak van de top overnemen. We krijgen dan een gevorkte stam (synoniem gegaffeld), met boven de vork verschillende min of meer verticale stammen. Ter hoogte van de vork of beter net onder de vork, krijgen we een zogenaamd dubbel hart. De onderdelen van de opgesplitste stam gaan namelijk min of meer met elkaar vergroeien. Ze kunnen zo sterk tegen elkaar gaan drukken, dat zelfs het cambium van de verschillende delen met elkaar vergroeid raakt over een zekere hoogte. De houtmantel wordt dan verder in één gesloten geheel om de oorspronkelijk afzonderlijke stamstukken afgezet. Wordt de stam op deze plaats (net onder de vork) doorgezaagd, dan zijn duidelijk de oorspronkelijke stammen met ieder een hart te herkennen. Tussen de onderdelen van de opgesplitste stam komt ter hoogte van de vork ook vaak ingesloten bast voor, als gevolg van de vergroeiing van de verschillende stammen. Het verschijnsel van ingesloten bast kan bij heel wat boomsoorten eveneens voorkomen op andere plaatsen ten gevolge van een onregelmatige stamvorm, al dan niet veroorzaakt door een ziekte. We krijgen als het ware een deuk in de boom, die van de kanten overwald wordt. figuur 9 - Gevorkte stam met ingesloten bast en dubbel hart. De verschillende onderdelen boven de vork hebben wel elk hun eigen diktegroei en gaan zo ten opzichte van elkaar druk uitoefenen. Vorken scheuren hierdoor gemakkelijk uiteen. In de oksel van de vork kan ook water blijven staan en houtrot ontstaan. Een gevorkte boom is dus bosbouwkundig niet interessant en langsheen een weg zelfs potentieel gevaarlijk. Boven de vork vinden we ook veel excentrisch hart en reactiehout omwille van de asymmetrische kroon op elk stamelement van de vork. Vermits de waarde van een stam sterk toeneemt met de diameter zijn de dunnere stamstukken boven een vork voor de houtproducerende eigenaar veel minder waard dan in het geval van een enkele, niet-gevorkte stam. Gevorkte bomen worden dan ook bij dunningen verwijderd of eventueel in een zeer jong stadium door vormsnoei gecorrigeerd. 19

20 3.3. Draaigroei Draaigroei is het niet parallel verlopen van de draad van het hout met de lengte-as van de stam. Alle structurele langs-elementen in het hout zoals vezels en vaten onwikkelen zich in een bepaalde hoek ten opzichte van deze, doorgaans verticaal staande, lengte-as. Hierbij kan de draad, gezien van het worteleinde van een stamstuk, verlopen van rechts beneden naar links boven (links draadverloop) of van links beneden naar rechts boven (rechts draadverloop). Bij boomsoorten met een gegroefde schors is de draaigroei in de regel goed van buitenaf waarneembaar. Soms is het niet te zien aan de schors, ook omdat de draaigroei in de loop van de tijd kan veranderen en de buitenste schorslaag lang geleden kan gevormd zijn. Het is echter wel goed waar te nemen aan de ontschorste stam en zeer duidelijk wanneer door uitdrogen scheurtjes in de buitenzijde van het hout ontstaan. figuur 10 - Rechtse draaigroei, links een oude boom, rechts een stuk van de stam. Hout van stammen met draaigroei vertoont bij drogen een neiging tot kromtrekken en ook de sterkte-eigenschappen zijn doorgaans geringer omwille van de zogenaamde korte draad. Dit verschijnsel wordt veroorzaakt omdat de zaagrichting wel de lengte-as van de boom volgt en dus een hoek maakt met de oriëntatie van de langs-elementen in het hout. Stammen met een sterke draaigroei mogen niet verzaagd worden tot dunne maten. Draaigroei bij jonge naaldbomen verloopt meestal naar links. Met de ouderdom is er neiging om de oriëntatie van de langs-elementen te laten overgaan in de richting van een rechtse draaigroei. Draaigroei aan oude bomen verloopt dus in de regel naar rechts. Een draadverloop naar rechts wordt als een ouderdomsverschijnsel beschouwd, zowel bij naaldbomen als bij loofbomen Reactiehout Bomen die niet in evenwicht verkeren zullen proberen hier iets aan te doen. Denk maar aan overhangende bomen, eenzijdige windbelasting, kromme bomen, bomen met asymmetrische kronen of bomen met vorken. Het levende hout gaat op bepaalde plaatsen bloot staan aan verhoogde druk- of trekkrachten, waartegen de boom gaat reageren. Er vormt zich zogenaamd reactiehout en het hart zal ook buiten het centrum gaan liggen (excentrisch hart). Hetzelfde verschijnsel doet zich ook voor in overhangende takken. Naaldbomen en loofbomen hebben in de loop van de evolutie een verschillende reactie uitgewerkt ten opzichte van de krachten die inwerken op het levende hout. Loofbomen vormen trekhout en naaldbomen vormen drukhout. Druk- en trekhout worden beiden reactiehout genoemd. 20

21 figuur 11 - Drukhout bij naaldbomen (links) en trekhout bij loofbomen (rechts). Naaldboomsoorten vormen drukhout aan de zijde die van de werkende kracht afgekeerd is. Op een helling is dit de dalzijde, bij de heersende winden de luwzijde, bij een overhangende boom of tak de kant waar deze overhangt. Drukhout is wat donkerder en maakt een dichtere en vastere indruk. Het is harder maar heeft verder meestal lagere sterkteëigenschappen dan gewoon hout. De wanden van de tracheïden zijn er belangrijk dikker en de intercellulaire holtes groter. Ook bevat het meer lignine en minder cellulose dan normaal naaldhout. Drukhout komt voor in het excentrisch gedeelte van de stam (met dikkere jaarringen) in niet doorlopende banden, waarbij een aantal jaarringen uit drukhout bestaan en de vroeger en later gevormde ringen uit normaal hout. Deze wisseling kan enige malen plaatsvinden. Loofboomsoorten passen zich aan door trekhout te vormen aan de kant van de boom die aan trek onderhevig is. Aan deze zijde zijn de jaarringen ook gemiddeld dikker. Op een helling is dit de bergzijde, bij heersende winden de zijde waar de wind het meest tegenaan blaast, bij een naar één zijde overhangende kroon de tegenovergestelde kant van de boom. Loofboomtakken die overhangen vormen trekhout aan de bovenzijde. De jaarringen zijn in deze zone doorgaans ook breder. Trekhout bevat een hoger aandeel cellulose in de dikkere celwanden. Reactiehout vertoont een veel grotere lengtekrimp dan normaal hout, radiale en tangentiale krimp zijn daarentegen kleiner. Krimp en zwel is op zichzelf al een vervelende eigenschap van hout, maar de situatie wordt hier verergerd omdat reactiehout in de regel ingebed ligt tussen gewoon hout en verschillende delen van een houten element dus sterk verschillend kunnen gaan reageren op veranderingen in het vochtgehalte. Het hout kan gaan kromtrekken en ook wel scheuren. Ook bij de afwerking kunnen zich problemen voordoen, omdat het vers gezaagde hout bij trekhout een ruwer, meer vezelig-wollig oppervlak vertoont Harszakken Hars en harskanalen komen bij heel wat naaldboomsoorten voor. Maar geen enkele van de loofbomen die in de Vlaamse bossen groeien bevat harskanalen. Grenen, douglas en lorken bevatten normaal vrij veel harskanalen, vuren minder, maar door verwonding of aantasting van het cambium kunnen al deze naaldboomsoorten plaatsen vertonen met veel hars. 21

22 Dit kan bij de verwerking van het hout zeer vervelend zijn, omdat de plakkerige hars dan langzaam uit de verse planken loopt. Bij de beschadiging van de bast vormen naaldbomen met harsgangen plaatselijk een groot aantal van dergelijke gangen. Het hout kan er geheel van doortrokken raken en er glazig uitzien. Dit is ook een afweersysteem tegen insecten zoals bastkevers. figuur 12 - Harszak bij vuren. Harszakken ontstaan uit scheurtjes in het jong gevormde hout bij het cambium. Zeker in het voorjaar, als de groei weer aan de gang is, zijn de cambiumcellen en de eerstgevormde tracheïden teer en vochtrijk. De bast kan in deze periode dan ook gemakkelijk los scheuren van het eigenlijke hout, bijvoorbeeld door een buiging ten gevolge van een storm. Dergelijke kleine scheurtjes lopen vanuit de harskanalen snel vol hars, het verdedigingssysteem van deze naaldbomen. Deze scheurtjes en dus ook de harszakken die ze teweegbrengen lopen steeds evenwijdig aan de jaarringen. Op plaatsen in het landschap waar naaldbomen gemakkelijk de volle wind krijgen kan een groot aantal harszakken voorkomen. Gomgangen kunnen ook het gevolg zijn van verwondingen van de boom. Ze komen bijvoorbeeld voor in kersenhout. Gom lost echter op in water, hars niet Waterloten en maserknollen Waterloten zijn kleine, vaak slappe takjes, die aan de stam van oude bomen voorkomen. Ze worden gevormd uit slapende knoppen in de bast van de stam. Het aantal slapende knoppen is sterk afhankelijk van de boomsoort, zodat ook het verschijnsel van de waterloten sterk soortafhankelijk is. Bij naaldbomen komt het zo goed als niet voor, bij Zomereik bijvoorbeeld is het een zeer algemeen verschijnsel. Om de slapende knoppen te doen uitlopen tot waterloten moeten ze wel een prikkel krijgen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de boom bij een dunning plots wordt vrijgesteld en de zon op de bast kan schijnen. Het kan ook zijn dat de naaststaande boom afsterft of omverwaait. Vaak vormt 22

23 een boom waterloten om het evenwicht tussen wortel- en kroonmassa te herstellen. De waterloten zijn dan een soort wanhoopspoging van de boom om te compenseren voor de kroon die te klein geworden is. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij eiken die in de verdrukking komen door omstaande bomen, bij ziekte, bij windbreuk in de kroon of na te sterke snoei (bijvoorbeeld bij populier). Het kan zijn dat er zeer veel slapende knoppen op één plek bij elkaar zitten, die dan ook kunnen zorgen voor een bosje kleine takjes, waarvan de meeste al snel weer afsterven. Op een dergelijke plaats aan de stam ontstaat vaak een bult van zeer warrig hout, maserknol genoemd. Dergelijke bulten kunnen tot wel een meter groot worden en intern een mooie tekening in het hout geven. Ze worden daarom ook wel gezocht voor snijfi neer. figuur 13 - Fineer uit maserknol bij eik. Andere bulten op de stam kunnen veroorzaakt worden door ingegroeide takstompen. Beschadigde bast kan ook geïnfecteerd raken door parasitaire schimmels of andere ziekteveroorzakende organismen. De boom probeert de aantasting te overwallen, ze in te kapselen en zo te neutraliseren, maar in vele gevallen lukt dat niet echt of zeer moeizaam. We krijgen dan woekeringen van basten/of houtweefsel, die we kanker noemen. figuur 14 - Kanker bij beuk. 23

24 3.7. Kromme stammen Insecten of andere dieren kunnen de topscheut van de boom doen afsterven. Dan moet een lager gelegen scheut of knop de functie van de topscheut, namelijk het verlengen van de stam, overnemen. Soms lukt dit probleemloos, maar vaak blijven we een slingering zien in de stam. Men spreekt ook wel van een bajonetvorm. Indien twee of meer scheuten de afgestorven top vervangen krijgen we een vork (zie hoger). Ten gevolge van storm, sneeuwdruk, overstromingen of aardverschuivingen op steile hellingen kunnen goede jonge bomen sterk scheef gaan zakken. Ze willen zich echter altijd weer oprichten naar het licht toe. De boom kromt zich dan relatief dicht bij de voet en vormt een zogenaamde sabelvoet. Is de voet slechts weinig scheef, dan spreekt men gewoon van scheve voet. figuur 15 - Bajonetvorm en sabelvoet. Kromme stammen zijn niet altijd het gevolg van een beschadiging. Het kan ook erfelijk zijn : sommige variëteiten van bepaalde boomsoorten zijn nu eenmaal bijzonder decoratief gekruld. Vroeger werden speciale kromme vormen van eikenstammen en -takken gebruikt in de scheepsbouw. Men liet de jonge bomen met opzet in gebogen vorm groeien. Maar over het algemeen kan nu toch gesteld worden dat kromme stammen minder waardevol zijn voor de houtmarkt. Er zijn moeilijkheden bij het verzagen en er komt bijvoorbeeld veel reactiehout voor Onregelmatige jaarringdikte Bij ringporige houtsoorten is het hout met zeer brede jaarringen het sterkst, omdat de jaarringen dan naar verhouding weinig vaten bevatten en veel houtvezels. Ringporig hout met zeer smalle jaarringen is daarentegen vaak wat bros en minder sterk, omdat zulke jaarringen vrijwel geheel uit vroeghout met grote vaten bestaan en weinig vezelweefsel bevatten. Voor eiken stoelpoten, houten onderdelen en gymnastiektoestellen uit essen is hout met brede jaarringen dus het beste. Eiken met zeer smalle jaarringen heeft men graag voor snijfi neer en draaiwerk. Bij naaldbomen bestaat er een groot verschil in eigenschappen tussen vroeg- en laathout. Bij zeer smalle jaarringen komen deze verschillen in de praktijk niet meer tot uiting, wat de homo- 24

25 geniteit van het hout verhoogt. Naaldhout met zeer smalle jaarringen is in de regel ook zwaarder, sterker en duurzamer, omdat het relatief minder vroeghout bevat. Bij naaldhout blijft dus ongeacht de dikte van de jaarring, de dikte van het laathout ongeveer gelijk. Bij ringporige houtsoorten is het net het vroeghout dat steeds een bepaalde dikte behoudt. Onregelmatige jaarringdikte komt voor bij excentrisch hart, wat reeds eerder behandeld is bij reactiehout. Het komt voor bij eenzijdige winddruk, asymmetrische kroon, scheve stammen, in min of meer horizontale takken, in de stamelementen boven een vork, enz. Merk wel op dat ook in het geval van excentrisch hart de stamdoorsnede meestal een cirkelvorm weergeeft, ondanks het feit dat de jaarringen aan de éne zijde beduidend breder zijn dan aan de andere zijde. Er zijn ook nog andere situaties waarin de jaarringdikte sterk verschilt binnen één stamschijf. Sommige boomsoorten kunnen in hun jeugd vele jaren onderdrukt en traag in de schaduw groeien, om dan plots na het wegvallen van de grote bomen snel te groeien en voortaan brede jaarringen te maken. Dit kan later spanningen opleveren tussen het centrale deel met dunne jaarringen en het omgevende stamgedeelte met dikke jaarringen. Vermits hout met dunne jaarringen in zijn eigenschappen verschilt van dat met dikke, is het van belang om in het bos regelmatig en steeds op dezelfde manier te dunnen. Zo bekomt men de allerhoogste houtkwaliteiten. Maar in vele gevallen zijn deze toch onbereikbaar, omwille van andere factoren (standplaats, beschadigingen, ), wat geen reden mag zijn om helemaal geen dunningen uit te voeren. De dikte van de jaarringen verschilt min of meer van jaar tot jaar omwille van de weersinvloeden. Op basis hiervan worden per boomsoort en per streek specifi eke combinaties van jaarringdiktes gevormd, die toelaten op een accurate wijze houten voorwerpen te dateren. De wetenschap die dit bestudeert wordt dendrochronologie genoemd en is een grote steun voor het geschiedenisonderzoek en de archeologie Scheuren in de stam Strenge vorst kan bij diverse boomsoorten zoals eik vorstscheuren veroorzaken. Dit zijn verticale scheuren, meestal van de schors tot aan het hart van de stam. Ze kunnen enkele meters lang zijn. De boom probeert deze scheuren te overwallen en vormt dan zogenaamde vorstlijsten. In zeer droge zomers kunnen levende stammen zoveel vocht verliezen dat droogtescheuren optreden. figuur 16 - Vorstscheur bij Zomereik. 25

26 Bliksemschade treedt regelmatig op bij hoge bomen of bomen op een verhevenheid in het landschap. De schade kan zeer verschillend zijn, van geringe beschadiging van de bast tot volledige versplintering van de stam. Na het vellen treden vaak allerhande scheuren op, die de waarde van de stam sterk kunnen verminderen. Hartscheuren lopen doorheen het hart en kunnen reeds aanwezig geweest zijn in de staande boom. Bij meerdere hartscheuren spreekt men van kruis- of sterscheuren. Windscheuren lopen eveneens naar het hart toe, maar worden naar de bast toe steeds breder. Ze zijn in de regel ontstaan door het droogproces van de stam. Ringscheuren volgen de oriëntatie van de groeiringen. Ze ontstaan vaak op de overgang tussen smalle en brede jaarringen. Soms tracht men het verder gaan van scheuren tegen te gaan door het inslaan van S-vormige haken in de kop van de stam. Het effect hiervan is twijfelachtig. Veelal is het kwaad reeds geschied, terwijl de kans bestaat dat men vergeet de S-haak tijdig te verwijderen Ideale stamvorm De ideale zaagstam ziet er als volgt uit : - cylindrische vorm - het hart in het centrum - recht - foutvrij - met een klein verloop (hoogstens 1cm per m) Het stamverloop drukt uit hoeveel de stamdiameter (of eventueel de omtrek) vermindert per lopende meter aan de stam van beneden naar boven. 26

27 4. Fysische eigenschappen Onder fysische eigenschappen verstaat men de eigenschappen die verband houden met de fysische of natuurkundige verschijnselen. Deze beslaan een zeer breed terrein. De mechanische eigenschappen worden verderop apart behandeld Vochtgehalte Hout in verse toestand bevat veel water; in woningen verwerkt hout bevat er weinig, maar toch nog een beduidende hoeveelheid. Het houtvochtgehalte is één van de belangrijkste karakteristieken van een stuk hout, alhoewel het uiterlijk weinig of niet waarneembaar is. Daarom wordt het houtvochtgehalte steeds per conventie uitgedrukt op dezelfde manier : de gewichtshoeveelheid water die het hout bevat, uitgedrukt als een percentage van het drooggewicht. vochtgehalte = (gewicht in vochtige toestand - drooggewicht) x 100 (%) drooggewicht Onder drooggewicht verstaat men het gewicht dat wordt verkregen na droging van het hout in een geventileerde oven bij een temperatuur van 103 à 105 C totdat het gewicht constant blijft. De temperatuur moet hoog genoeg zijn om het water eruit te krijgen (100 C = kookpunt van water) en anderzijds ook weer niet te hoog omdat dan ook andere vluchtige stoffen uit het hout beginnen te ontsnappen. Voorbeeld : Een stuk hout weegt 500 gram en na droging in een oven tot constant gewicht nog maar 400 gram. Het vochtgehalte voor droging was dan : ( ) 400 x 100 = 25 % figuur 17 - Let op de hoeveelheid water die hout voor en na droging kan bevatten en op de krimp in de drie richtingen. 27

28 Ook in de levende boom kan het houtvochtgehalte sterk variëren, van ± 30% tot meer dan 200%. Spinthout heeft, omwille van de actieve sapstroom, gewoonlijk een veel hoger vochtgehalte dan kernhout. Bij zware houtsoorten is het houtvochtgehalte van de levende boom lager dan bij lichte houtsoorten. Bij zware houtsoorten zijn de celwanden immers dikker, zodat er minder plaats overblijft voor de opslag van water. Het drooggewicht van zware houtsoorten ligt ook hoger, zodat de noemer in de formule van het vochtgehalte groter wordt en dus het bekomen percentage kleiner Krimpen en zwellen Krimpen en zwellen of dimensionele instabiliteit is één van de grootste problemen van het materiaal hout, zoniet het grootste probleem ervan. Het wordt ook wel aangegeven met de term werken van hout Vezelverzadigingspunt Water komt in het hout voor onder twee vormen : - in de celholten als vrij water - binnenin de celwanden als gebonden water Wanneer vers hout droogt in de lucht, die dan niet verzadigd is met waterdamp, verdwijnt eerst het vrije water. Pas nadat al het vrije water uit het hout is gedroogd, begint ook het gebonden water uit het hout te verdwijnen. Het gebonden water wordt echter nooit volledig aan de lucht afgestaan, behalve wanneer men het hout droogt in een oven bij temperaturen hoger dan 100 C. Het vochtgehalte waarbij al het vrije water reeds verdwenen is, maar de celwanden nog volledig verzadigd zijn met gebonden water, wordt aangeduid als het vezelverzadigingspunt (v.v.p.). Wanneer het hout vanaf het vezelverzadigingspunt nog meer vocht kwijtraakt moet dit dus uit de celwanden komen, waardoor deze gaan vervormen. Het hout gaat dan krimpen. Wanneer hout beneden het v.v.p. daarentegen vocht opneemt gaat het zwellen. Zwel en krimp komen in hout alleen voor beneden het v.v.p. Boven het v.v.p. blijven de dimensies van stukken hout dezelfde bij wisselende vochtgehaltes. Het v.v.p. varieert voor de verschillende houtsoorten tussen 20 en 36%. Als gemiddelde waarde neemt men vaak 27% Evenwichtsvochtgehalte Onder relatieve vochtigheid (r.v.) verstaat men de verhouding van de gewichtshoeveelheid waterdamp, die een hoeveelheid lucht bevat, tot de gewichtshoeveelheid die deze lucht in de toestand van verzadiging bevatten kan bij dezelfde temperatuur. Deze verhouding wordt uitgedrukt als een percentage van de gewichtshoeveelheid bij verzadiging. Beneden het vezelverzadigingspunt is hout een hygroscopisch materiaal, wat betekent dat het vocht aan de omringende lucht kan afstaan en vocht eruit kan opnemen. Om hout te bevochtigen is het dus niet eens nodig om vloeibaar water op het hout te brengen; het volstaat dat de lucht er rond vochtig genoeg is. Op dezelfde wijze droogt hout als de omringende lucht maar droog genoeg is. Het proces van vocht afstaan of opnemen gaat zolang door tot een evenwichtssituatie is bereikt. Het na verloop van tijd bereikte stabiele vochtgehalte in evenwicht met de relatieve luchtvochtigheid 28

Cursus Hout in Boomopbouw en -architectuur

Cursus Hout in Boomopbouw en -architectuur Cursus Hout in Boomopbouw en -architectuur Willy Verbeke, 2006 Primaire en secundaire groei Primaire groei : bij kruidachtige planten (wortel, stengel, ) zie cursus plantkunde Secundaire groei : bij houtige

Nadere informatie

Hout. Primaire en secundaire groei. Primaire groei : bij kruidachtige planten (wortel, stengel, ) zie cursus plantkunde

Hout. Primaire en secundaire groei. Primaire groei : bij kruidachtige planten (wortel, stengel, ) zie cursus plantkunde CURSUS Hout in boomopbouw en architectuur Willy Verbeke, 2008 Primaire en secundaire groei Primaire groei : bij kruidachtige planten (wortel, stengel, ) zie cursus plantkunde Secundaire groei : bij houtige

Nadere informatie

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel Dwarse doorsnede van een boomstam Spinthout (licht) en kernhout (donker) Spinthout is het niet-verkernde hout van een boom: het bevindt zich tussen het kernhout

Nadere informatie

Bos & milieu. Bomen 2013/12

Bos & milieu. Bomen 2013/12 2013/12 Bos & milieu Bomen In een boom speelt zich een aantal levensprocessen af die zorgen voor de groei. Dit verschijnsel heet fysiologie en komt bij alle levende organismen voor. De belangrijkste levensprocessen

Nadere informatie

Hygroscopische eigenschappen

Hygroscopische eigenschappen 2013/12 Hout Hygroscopische eigenschappen Hout en vocht Hout is een natuurproduct dat na droging en verwerking gevoelig blijft voor vocht. Dit betekent dat het kan uitzetten en krimpen. Gebeurt dit ongelijkmatig,

Nadere informatie

Boombiologie. Basiskennis 1. Boomanatomie (1) Boomanatomie (3) Boomanatomie (2) Het samenstel van deze organen vormen samen een organisme: de boom

Boombiologie. Basiskennis 1. Boomanatomie (1) Boomanatomie (3) Boomanatomie (2) Het samenstel van deze organen vormen samen een organisme: de boom Boomanatomie (1) Boombiologie Alle levende organismen hebben dezelfde opbouw: Basis is cellen, weefsels en organen Cellen zijn bouwstenen van structuur Gespecialiseerde structuren heten meristeemweefsel

Nadere informatie

Informatie reader. Over bomen

Informatie reader. Over bomen Informatie reader Over bomen Bron: een selectie uit folders van de bomenstichting Hoe groeit een boom? blz. 1 t/m 4 Bomen en mensen blz. 5 t/m 7 Bomen en feesten blz. 8 t/m 10 Bomen en medicijnen blz.

Nadere informatie

Virtual Classroom Biologie: Objectief: - ter ondersteuning van (plantkunde) praktika en werkstukken

Virtual Classroom Biologie:  Objectief: - ter ondersteuning van (plantkunde) praktika en werkstukken 3D houtanatomie bij de den (Pinus sp.) Dwarse, radiale en tangentiale doorsneden Virtual Classroom Biologie: Objectief: - ter ondersteuning van (plantkunde) praktika en werkstukken Serie van 17 dia s Nederlandse

Nadere informatie

Yves de Roder C U R S U S. Wondreacties

Yves de Roder C U R S U S. Wondreacties Yves de Roder C U R S U S Wondreacties 1. Wondreacties 2. Herhaling basis boombiologie 3. Oxidatie 4. Afgrendeling spinthout 5. CODIT 6. Wondovergroeiing 7. Wondbehandeling Supportpage TW14 honingboom

Nadere informatie

Wondreacties. Supportpage TW14

Wondreacties. Supportpage TW14 Yves de Roder C U R S U S Wondreacties 1. Wondreacties 2. Herhaling basis boombiologie 3. Oxidatie 6. Wondovergroeiing 7. Wondbehandeling Supportpage TW14 tw17 1 1. Wondreacties 2. Herhaling basis boombiologie

Nadere informatie

(FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS

(FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS (FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS MENSEN, DIEREN EN PLANTEN GROEIEN EEN BEPAALDE PERIODE VAN HUN LEVEN TOT ZE HUN UITEINDELIJKE GROOTTE HEBBEN BEREIKT. BIJ MENSEN EN DIEREN IS MEESTAL WEL TE ZIEN OF

Nadere informatie

Hout. Hout. 1e college Utrecht 6 september Inleidend college Utrecht 7 september 2009 HKU HKU

Hout. Hout. 1e college Utrecht 6 september Inleidend college Utrecht 7 september 2009 HKU HKU Hout Hout Inleidend college Utrecht 7 september 2009 1e college Utrecht 6 september 2010 HKU HKU Speelgoed Verpakking 1 Meubels Meubels Auto (afwerking) Auto (afwerking) Vasily Lazarenko uit de Oekraïne

Nadere informatie

Eigenschappen van eiken

Eigenschappen van eiken Eigenschappen van eiken ir. Jos Creemers SHR studiemiddag 1 oktober 2015 SHR, Nieuwe Kanaal 9 b, 6709 PA Wageningen, T:0317-467366, E: info@shr.nl, W: www.shr.nl 1 Eiken en eik (Quercus) 2 22 SHR Studiemiddag

Nadere informatie

BOOMVERZORGING. Plantkunde

BOOMVERZORGING. Plantkunde BOOMVERZORGING Anatomie en Fysiologie Willy Verbeke, 2008 Met dank aan Rebecca Devlaeminck Anatomie : - Weefsels - Stengel - Wortel - Blad Fysiologie : - Fotosynthese - Ademhaling - Verdamping Plantkunde

Nadere informatie

Bouwkundige elementen. Hout: introductie

Bouwkundige elementen. Hout: introductie Bouwkundige elementen Hout: introductie Pergola Schutting Deur Vlonder, steiger, damwand Brug De houtzagerij 8 De opbouw van hout 9 Hout voor productie Kernhout Het binnenste hout van de boom is duurzamer

Nadere informatie

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN 3 8 6 10 ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN Een boom is...... een vaste plant met een houten stam en een kruin, alleen noemen de onderdelen anders dan bij een plant. Delen van de boom Laat de kinderen

Nadere informatie

Fiche Houtsoorten / Padoek Afrikaans Belgian WOODFORUM

Fiche Houtsoorten / Padoek Afrikaans Belgian WOODFORUM Fiche Houtsoorten / Padoek Afrikaans Belgian WOODFORUM Wetenschappelijke naam Pterocarpus soyauxii Taub. Familie Leguminosae - Fabaceae Herkomst Midden- en West- Afrika Houtbeschrijving Spinthout: crème

Nadere informatie

Houtaantasting onder water -stopt het ooit-

Houtaantasting onder water -stopt het ooit- Houtaantasting onder water - stopt het ooit - René Klaassen 17 januari 2012 7 de nationale houten heipalendag Inleiding-1, tekst Beste mensen, Op de nationale houten heipalendag is houtaantasting natuurlijk

Nadere informatie

Beknopte snoeiinstructie door Leo van Mierlo voor Boomgaard De Steenen Camer, januari 2015

Beknopte snoeiinstructie door Leo van Mierlo voor Boomgaard De Steenen Camer, januari 2015 1 Snoeien doet groeien Beknopte snoeiinstructie door Leo van Mierlo voor Boomgaard De Steenen Camer, januari 2015 Botanische termen De STAM is de hoofdstengel van een boom. Een SCHEUT (of LOOT) is een

Nadere informatie

Hout. Houteigenschappen 2013/12

Hout. Houteigenschappen 2013/12 2013/12 Hout Houteigenschappen Hout is een natuurproduct. Elke houtsoort heeft zijn eigen unieke eigenschappen. Deze eigenschappen kunnen echter per soort enigszins variëren. Om tot optimaal gebruik en

Nadere informatie

Houten terrasplanken met B-Fix clipsysteem. Verkrijgbaar in de houtsoorten: - Alungu (ook met bol profiel) of - Garapa - Merbau - Ipé

Houten terrasplanken met B-Fix clipsysteem. Verkrijgbaar in de houtsoorten: - Alungu (ook met bol profiel) of - Garapa - Merbau - Ipé Houten terrasplanken met B-Fix clipsysteem Verkrijgbaar in de houtsoorten: - Alungu (ook met bol profiel) of - Garapa - Merbau - Ipé Kenmerken Alungu: Verkrijgbaar in de afmetingen: 21mm x 145mm met vlakke

Nadere informatie

Loof-en naaldbomen. Naam :

Loof-en naaldbomen. Naam : Loof-en naaldbomen Naam : Veel bomen maken een bos In een boomgaard staan soms honderden bomen, en toch is een boomgaard geen bos. Ook in een park kun je veel bomen zien, maar een park is beslist geen

Nadere informatie

Opdrachtgever. : Gemeente Breda : Toezichthouder. : J.L. de Jong Deelopdracht / perceel. : Mechelenstraat NTO-formulier nummer : -

Opdrachtgever. : Gemeente Breda : Toezichthouder. : J.L. de Jong Deelopdracht / perceel. : Mechelenstraat NTO-formulier nummer : - WORTELS STAM / STAMVOET KROON Opdrachtgever : Gemeente Breda : Toezichthouder : J.L. de Jong Deelopdracht / perceel : Mechelenstraat NTO-formulier nummer : - 1. ALGEMENE GEGEVENS Boom nr. : 1 t/m 7 Opname

Nadere informatie

Begeleidingssnoei van laanbomen

Begeleidingssnoei van laanbomen Begeleidingssnoei van laanbomen IPC Groene Ruimte, Arnhem 2009 Inhoud Inleiding 5 1 Achtergronden van het snoeien 7 1.1 Vrijstaande boomvorm 7 1.2 Groei van een boom 7 1.3 Groeisnelheid en conditie 9 1.4

Nadere informatie

TABELLARISCH OVERZICHT VAN DE EIGENSCHAPPEN VAN PLANTENWEEFSELS

TABELLARISCH OVERZICHT VAN DE EIGENSCHAPPEN VAN PLANTENWEEFSELS 87 TABELLARISCH OVERZICHT VAN DE EIGENSCHAPPEN VAN PLANTENWEEFSELS Walter Deconinck Ereleraar biologie Rijksnormaalschool Kortrijk en Brugge 8500 Kortrijk INLEIDING Zoals alle organismen zijn de zaadplanten

Nadere informatie

SNOEIEN (LAAN) BOMEN

SNOEIEN (LAAN) BOMEN SNOEIEN (LAAN) BOMEN Snoeien van bomen Ideale boomvorm Een solitaire boom in de vrije ruimte behoeft géén snoei Begrippen binnen begeleiding snoei Scheut een nog niet verhouten stengel die max. 1 groeiseizoen

Nadere informatie

Is het Eike- of eikenhout

Is het Eike- of eikenhout Lezingenblok Hout en monumenten Is het Eike- of eikenhout Patrick Assink Assinkhout BV Mijn naam is Patrick Assink. Ik ben werkzaam in ons familiebedrijf, waar we rondhout zagen, schaven, verhandelen en

Nadere informatie

LEVEN MET BOMEN. Dirk Criel

LEVEN MET BOMEN. Dirk Criel LEVEN MET BOMEN Dirk Criel Wat is een boom? Is dit een boom? Hoe ziet een boom eruit? kroon = het gedeelte van de boom boven de takvrije stam kruin = het geheel van bladeren en twijgen Stamopbouw Het

Nadere informatie

Zetel LESVOORBEREIDING. Datum : 20/04/2004 Lesnummer : Klas :. BVLg

Zetel LESVOORBEREIDING. Datum : 20/04/2004 Lesnummer : Klas :. BVLg Departement Bedrijfskunde, Lerarenopleiding & Sociaal werk Zetel Campus Lier Bouwmeestersstraat 3 Berlaarsestraat 31 2000 Antwerpen 2500 Lier tel. 03/259 08 00 tel. 03/490.00.50 fax 03/259 08 18 fax 03/490.00.51

Nadere informatie

HISTOLOGIE WEEFSELS EN CELTYPES

HISTOLOGIE WEEFSELS EN CELTYPES 4 HISTOLOGIE WEEFSELS EN CELTYPES 4.1 CELLEN EN WEEFSELS Collenchym: enkelvoudig (steun)weefsel Xyleem: samengesteld (geleidings)weefsel 4.2 WEEFSELS EN CELVORM DWARSE COUPE OVERLANGSE COUPE A B C 4.3

Nadere informatie

Holte in de stamvoet en de stam:

Holte in de stamvoet en de stam: Visuele afwijkingen VTA (Visual Tree Assesment) = Visuele boomcontrole is controle van de boom. Middels deze methode wordt het breukrisico en de stabiliteit van een boom visueel beoordeeld op grond van

Nadere informatie

Reflectie GEVELTIMMERWERK READER. Mathieu Peters. Fontys PTH Eindhoven. Studentennummer: 2073444

Reflectie GEVELTIMMERWERK READER. Mathieu Peters. Fontys PTH Eindhoven. Studentennummer: 2073444 Reflectie GEVELTIMMERWERK READER Mathieu Peters Fontys PTH Eindhoven Studentennummer: 2073444 2014 2015 Inhoudsopgave 1 Hout... 3 1.1 Bomen... 3 1.2 Processen in een boom... 5 1.3 Fotosynthese... 6 2 Indeling

Nadere informatie

Werkbladen. Kiezen voor Bomen. voor de leerlingen

Werkbladen. Kiezen voor Bomen. voor de leerlingen en Kiezen voor Bomen voor de leerlingen Kiezen voor bomen (1/2) Bomen zijn belangrijk. Ze geven ons zuurstof en voedsel waardoor we kunnen leven. Ze geven hout waardoor we kunnen bouwen en ze geven ons

Nadere informatie

ONBEKENDE BOOMAANTASTINGEN. December 2009

ONBEKENDE BOOMAANTASTINGEN. December 2009 ONBEKENDE BOOMAANTASTINGEN December 2009 Onbekende boomaantastingen De gemeente Alphen aan den Rijn zet zich in voor een gezonde leefomgeving. Het openbaar groen draagt hier in belangrijke mate aan bij.

Nadere informatie

Kris Hofkens C U R S U S. Snoeien van bomen

Kris Hofkens C U R S U S. Snoeien van bomen Kris Hofkens C U R S U S Snoeien van bomen Snoeien en probleembomen Snoeien = belangrijkste beheersmaatregel mits juiste aanplant Vanaf kwekerij tot het omhakken Volledig in handen van de beheerder (standaardbestek

Nadere informatie

Extra -Laat de kinderen eventueel op internet zoeken naar gezonde en ongezonde bomen

Extra -Laat de kinderen eventueel op internet zoeken naar gezonde en ongezonde bomen Bomen van binnen Lesduur: 60 tot 90 minuten Bestemd voor groep 6 t/m 8 Sluit aan bij kerndoelen: 37, 39, 40, 41 Inleiding Korte omschrijving van de les: Lengtegroei en diktegroei, de lagen van een boom,

Nadere informatie

DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK

DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK Kwaliteitsbeoordeling van de bomen op deze locatie Door T. Katerberg European Tree

Nadere informatie

BOOM de kampioen. vertelt over de plek die alle bomen over de hele wereld in ons. Er zijn ontelbaar veel boomsoorten en soms heeft een boom

BOOM de kampioen. vertelt over de plek die alle bomen over de hele wereld in ons. Er zijn ontelbaar veel boomsoorten en soms heeft een boom BOOM de kampioen vertelt over de plek die alle bomen over de hele wereld in ons leven innemen. En in het leven van de dieren. Er zijn ontelbaar veel boomsoorten en soms heeft een boom ook nog eens familieleden

Nadere informatie

Cursus Boomopbouw en -architectuur

Cursus Boomopbouw en -architectuur Cursus Boomopbouw en -architectuur Willy Verbeke, 2006 Wat is de architectuur van een boom? Het geheel van de structurele vormen die men kan observeren Het resultaat van het functioneren van de meristemen

Nadere informatie

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN Een boom is... Een boom is een plant, alleen noemen de onderdelen anders. Een boom is namelijk een vaste plant met een houten stam en een kruin. Delen van de boom Laat

Nadere informatie

Meet- en rekenprincipes

Meet- en rekenprincipes 2 Meet- en rekenprincipes MEET- EN REKENPRINCIPES HOOFDSTUK 2 2.1 Algemene inhoudsberekening Illustratie 2.a: Inhoudsberekening van een cilinder = oppervlakte x lengte. De inhoud van een object zoals een

Nadere informatie

Fiche Houtsoorten / Southern Yellow Pine Belgian WOODFORUM

Fiche Houtsoorten / Southern Yellow Pine Belgian WOODFORUM Fiche Houtsoorten / Southern Yellow Pine Belgian WOODFORUM Wetenschappelijke naam Pinus spp, onder meer : P. taeda, P. echinata, P. palustris, P. elliottii en P. rigida Familie Pinaceae Herkomst Zuidoosten

Nadere informatie

Thema 1 De wereld om je heen

Thema 1 De wereld om je heen Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 1 De wereld om je heen Samenvatting De wereld van hout Veel dingen om je heen zijn gemaakt van hout. Hout is een natuurlijk materiaal, het komt van bomen.

Nadere informatie

Kwasten in hout: definities en meting

Kwasten in hout: definities en meting i Kwasten in hout: definities en meting Belgian WOODFORUM 31/03/06 Het uitzicht van het hout is van doorslaggevend belang om de kwaliteit ervan te bepalen. Het voorkomen van kwasten aan het houtoppervlak

Nadere informatie

T2. Planten. 2009 Biosoft TCC - Lyceumstraat

T2. Planten. 2009 Biosoft TCC - Lyceumstraat T2. Planten T2. Planten (les 1. Tuinkers) De natuurwetenschappelijke methode Opdracht 2 blz. 33 1. Wat willen we onderzoeken? Waarom kwaakt de kikker? 2. Wat veronderstellen we? Je bedenkt een antwoord

Nadere informatie

KLEE JENNE ILYANO KARA ROZELIEN QUINN NIENE FLEUR V. NOAH JULES NINA. Project Bomen

KLEE JENNE ILYANO KARA ROZELIEN QUINN NIENE FLEUR V. NOAH JULES NINA. Project Bomen KLEE JENNE ILYANO KARA ROZELIEN QUINN NIENE FLEUR V. NOAH JULES NINA Project Bomen FLEUR K. MATTEO LEI FYNN FERRE CHARLOTTE BERN LEONIE LOTTE ALINA STAN Wat is een boom? Bomen zijn de grootste planten

Nadere informatie

NovaWood (Thermo Essen) Gevelbekleding:

NovaWood (Thermo Essen) Gevelbekleding: NovaWood (Thermo Essen) Gevelbekleding: NovaWood of thermisch essen is hét beste alternatief voor kostbare exotische houtsoorten. Voordelen van thermisch essen gevelbekleding: Essenhout wordt bij een thermobehandeling

Nadere informatie

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden BK402: PLANTEN Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Kader maakt de vragen 1 t/m 45. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Beantwoord de volgende vragen. 1 Een

Nadere informatie

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

WORD EEN ECHTE bomenkenner! WORD EEN ECHTE bomenkenner! In dit boek kun je bladeren van loofbomen plakken die je vindt tijdens je wandelingen in het bos of het park. Maar voor je een echte bomenkenner kunt worden, moet je nog een

Nadere informatie

Herfstwerkboekje van

Herfstwerkboekje van Herfstwerkboekje van Herfst werkboekje groep 5 1 De bladeren aan de bomen worden bruin en rood en vallen naar beneden, het is weer herfst! September wordt herfstmaand genoemd, dit omdat op 22 september

Nadere informatie

Tussentijdse rapportage bastknobbelonderzoek 2007 in Alphen aan den Rijn 20 mei 2007

Tussentijdse rapportage bastknobbelonderzoek 2007 in Alphen aan den Rijn 20 mei 2007 Tussentijdse rapportage bastknobbelonderzoek 2007 in Alphen aan den Rijn 20 mei 2007 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit Mei 2007 PPO nr. 32 340 427 00 Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Duurzaam zonder verduurzaming Handleiding voor gebruik van hout zonder preventieve chemische behandeling

Duurzaam zonder verduurzaming Handleiding voor gebruik van hout zonder preventieve chemische behandeling Duurzaam zonder verduurzaming Handleiding voor gebruik van hout zonder preventieve chemische behandeling door VIBE vzw in samenwerking met WWF met financiële steun van de Vlaamse overheid Inleiding FSC,

Nadere informatie

Acryl hoogglans wordt aangeboden als prijsalternatief voor de gepolierde hoogglans lakdeuren.

Acryl hoogglans wordt aangeboden als prijsalternatief voor de gepolierde hoogglans lakdeuren. MATERIALEN VOOR FRONTEN ACRYL Eigenschappen acryl Acryl hoogglans wordt aangeboden als prijsalternatief voor de gepolierde hoogglans lakdeuren. Acryl hoogglans is een kunststof en kan enkel als vlakke

Nadere informatie

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar 5.1 4 organen van de plant: Wortels o Opnemen water met voedingsstoffen (mineralen) o Stevigheid o Opslag van reservestoffen Stengel o o Transport van water

Nadere informatie

Samenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie

Samenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie Samenvatting Onderzoek en beheerstrategie COLOFON Opdrachtgever: Gemeente Utrecht Mevrouw ing. I. Tepp Opdrachtnemer: Terra Nostra Boomtechnisch adviseur: De heer R. Geerts Mevrouw W.W. Batenburg Fotografie:

Nadere informatie

Robbert Wijers 23 mei 2011

Robbert Wijers 23 mei 2011 Cursus inkoop en drogen van hout voor houtverwerkers Robbert Wijers 23 mei 2011 1) Inleiding 2) Onze practische expertise bestaat uit: - Houtkwaliteit van bomen - Relatie tussen de kwaliteit van hout en

Nadere informatie

26/05/2010. Materiaal Gebruik Bewaring

26/05/2010. Materiaal Gebruik Bewaring Behoud en beheer van figurentheaterelementen. Hoe garandeer ik mijn figuren, rekwisieten, decors en documenten een lang leven? Op een lang leven voorbereid? Materiaal Gebruik Bewaring 1 Eigenschappen van

Nadere informatie

Cellen en stevigheid van voedsel.

Cellen en stevigheid van voedsel. Cellen en stevigheid van voedsel. Opmerkingen bij de stevigheid van voedingmiddelen met een structuur van plantencellen. f.pluimers@aocfriesland.nl 8 juni 2011 vruchtdeeltje weefsel van plantencellen vruchtdeeltje

Nadere informatie

Bloeiend plantje Spoor van een dier

Bloeiend plantje Spoor van een dier Volwassen boom Jonge boom Dode boom Hoge struik Lage struik Varen Mos Klimmende plant Bloeiend plantje Spoor van een dier Paddenstoel (op de grond) Bodemdiertje Paddenstoel (op een boom) Activiteit 3 :

Nadere informatie

Stengel één- versus tweezaadlobbige plant (zie tekeningen p.4) Blad één- versus tweezaadlobbige plant (zie tekeningen p.5)

Stengel één- versus tweezaadlobbige plant (zie tekeningen p.4) Blad één- versus tweezaadlobbige plant (zie tekeningen p.5) Met het microscopisch onderzoek wil ik meer te weten komen over de opbouw van de plantenweefsels. In dit onderzoek bestudeer ik de plantenweefsels van één- en tweezaadlobbige planten. Ik probeer het verschil

Nadere informatie

BOMEN EN STRUIKEN. IVN Helden 1 Bomen

BOMEN EN STRUIKEN. IVN Helden 1 Bomen BOMEN EN STRUIKEN IVN Helden 1 Bomen Inhoud Betekenis voor de leefomgeving... 3 Indeling... 4 Groeiplaats... 5 Onderhoud... 5 Beplantingstypen... 5 Bomen en struiken... 6 Functies en voordelen van beplantingstypen...

Nadere informatie

Biologie VWO thema: Planten Tweede deel. Docent: A. Sewsahai

Biologie VWO thema: Planten Tweede deel. Docent: A. Sewsahai Biologie VWO thema: Planten Tweede deel Docent: A. Sewsahai opname, afgifte, transport en opslag van stoffen, stevigheid en bescherming Doelstellingen: De student moet de processen van ontkieming en groei

Nadere informatie

Impact van groen op levenskwaliteit

Impact van groen op levenskwaliteit Impact van groen op levenskwaliteit Inge Vermeulen Provincie Antwerpen Dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid 1-6/6/2018 Levenskwaliteit Een goede omgevingskwaliteit zorgt voor een betere levenskwaliteit.

Nadere informatie

De tien bomen van.. Johan Mullenders Stamtekeningen -----------------------------------------------------------------------------

De tien bomen van.. Johan Mullenders Stamtekeningen ----------------------------------------------------------------------------- De tien bomen van.. Johan Mullenders Stamtekeningen In deze serie boomwandelingen worden telkens 10 bomen beschreven. Welke 10, is aan de schrijver. Dit mag een persoonlijke voorkeur zijn of te maken hebben

Nadere informatie

Een jonge sequoia opgegroeid tussen de as van een bosbrand en een jonge sequoia in een pot.

Een jonge sequoia opgegroeid tussen de as van een bosbrand en een jonge sequoia in een pot. Hoofdstuk 8. De levensloop van de Sequoia gigantea: van zaadje tot reuzenboom Niet elk zaadje dat uit de kegel valt ontkiemt. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat van de zaadjes die in een groene

Nadere informatie

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden:

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden: Opslag en transport Om beschadiging, vervorming en vervuiling van de gevelbekleding te voorkomen dient men bij transport en de opslag zorgvuldig te werk te gaan. De delen dienen schoon, droog en vlak getransporteerd

Nadere informatie

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden PRAKTIJKADVIES Phytophthora ramorum en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden PRAKTIJKADVIES SEPTEMBER 2004 Het Bosschap, Zeist Vormgeving: HBG Design bv, Nieuwegein Foto s: Plantenziektenkundige

Nadere informatie

1 Beplantingen Onderhoud van beplantingen Snoeigereedschappen Samenvatting 22

1 Beplantingen Onderhoud van beplantingen Snoeigereedschappen Samenvatting 22 Inhoud Colofon 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 1 Beplantingen 11 1.1 Onderhoud van beplantingen 11 1.2 Snoeigereedschappen 17 1.3 Samenvatting 22 2 Bomen 23 2.1 Onderhoud van bomen 23 2.2 Samenvatting 29 3 Specifiek

Nadere informatie

Telen van Kwaliteitshout Wouter Bax, Parenco hout. Parenco hout Wat is kwaliteitshout Welke factoren zijn van belang

Telen van Kwaliteitshout Wouter Bax, Parenco hout. Parenco hout Wat is kwaliteitshout Welke factoren zijn van belang Telen van Kwaliteitshout Wouter Bax, Parenco hout Inhoud Parenco hout Wat is kwaliteitshout Welke factoren zijn van belang Markt Terreinomstandigheden Partijkenmerken De kwaliteit Beschrijving per houtsoort

Nadere informatie

Onderstaande tabellen geven de meest voorkomende afmetingen van hout in België verhandeld.

Onderstaande tabellen geven de meest voorkomende afmetingen van hout in België verhandeld. Afmetingen van handelshout Onderstaande tabellen geven de meest voorkomende afmetingen van hout in België verhandeld. De afmetingen van het hout worden beïnvloed door het vochtgehalte (krimpen, zwellen),

Nadere informatie

Ziekten en plagen: houtrot

Ziekten en plagen: houtrot Ziekten en plagen: houtrot Wat gaan we zien? Afgrendeling in bomen (CODIT) Wat is houtrot + verschillende types rot Belangrijkste houtrotschimmels 1 Afgrendeling in bomen Bomen zijn niet mobiel, maar ook

Nadere informatie

Vertaling van het December nummer 2014 van The Satsuki Kenkyu. Deze les wordt u gepresenteerd voor diegene die graag Satsuki bomen willen vormen in

Vertaling van het December nummer 2014 van The Satsuki Kenkyu. Deze les wordt u gepresenteerd voor diegene die graag Satsuki bomen willen vormen in Vertaling van het December nummer 2014 van The Satsuki Kenkyu. Deze les wordt u gepresenteerd voor diegene die graag Satsuki bomen willen vormen in goede stijlen vanaf het eerste begin. Hoe echte Satsuki

Nadere informatie

Bomenpad Park Vredeoord. Antwoordenblad. Vul hier eerst jullie namen in:

Bomenpad Park Vredeoord. Antwoordenblad. Vul hier eerst jullie namen in: Antwoordenblad Vul hier eerst jullie namen in: 1......................................................................................... 3.........................................................................................

Nadere informatie

OPDRACHT 4 BOOMBEHEER. TERMEN UIT DE THEORIE BOOMVERZORGING Groeiplaatseisen. Bodemvaag. Penetrograaf. Sint-Janslot. Primaire groei secundaire groei

OPDRACHT 4 BOOMBEHEER. TERMEN UIT DE THEORIE BOOMVERZORGING Groeiplaatseisen. Bodemvaag. Penetrograaf. Sint-Janslot. Primaire groei secundaire groei OPDRACHT 4 BOOMBEHEER TERMEN UIT DE THEORIE BOOMVERZORGING Groeiplaatseisen Bodemvaag Penetrograaf Sint-Janslot Primaire groei secundaire groei Schors bast cambium spinthout kernhout Groeiring Afgrendelingszones

Nadere informatie

Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum

Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum Aan : Rob Scheper Gemeente Hilversum Van : Gerbrand van de Weerd Bomenwacht Nederland Datum : 15 april 2013 Projectcode : 12565 Inleiding

Nadere informatie

Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen.

Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen. Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. november 2010 nummer 8 Gallen Vorig jaar is er een nieuwe druk verschenen van het Gallenboek. Dit is een boek, waarin alle Nederlandse gallen staan,

Nadere informatie

1. Geheimen. 2. Zwammen

1. Geheimen. 2. Zwammen 1. Geheimen 'Geen plant en geen dier' Een paddestoel is zeker geen dier, maar een plant is het ook niet. Ze hebben geen groene bladeren om zonlicht op te vangen. Bovendien groeien paddestoelen in het donker.

Nadere informatie

LEER SCHILDEREN ALS EEN MEESTER

LEER SCHILDEREN ALS EEN MEESTER LEER SCHILDEREN ALS EEN MEESTER DE STRUCTUUR VAN BOMEN door Michel van den Einden Tekenoefening Winter is voor landschapschilders een geweldige tijd. Niet alleen vanwege het effect dat de laagstaande zon

Nadere informatie

Zorgeloos Tuinplezier

Zorgeloos Tuinplezier Zorgeloos Tuinplezier Ruw blank & geïmpregneerd Douglashout Hout is een natuurproduct en elke houtsoort heeft bepaalde eigenschappen. Om u goed te informeren, hebben wij deze voor u op een rij gezet. Vaak

Nadere informatie

TECHNISCHE INGREPEN TEGEN VOCHT ONDERAAN DE MUREN. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen :

TECHNISCHE INGREPEN TEGEN VOCHT ONDERAAN DE MUREN. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen : TECHNISCHE INGREPEN TEGEN VOCHT ONDERAAN DE MUREN Ongeacht de aard van de ingreep en zijn doeltreffendheid vergt het drogen van muren vrij veel tijd. Zo bijvoorbeeld bevat een muur met een dikte van 40

Nadere informatie

Wat gaat er gebeuren in het Oosterpark?

Wat gaat er gebeuren in het Oosterpark? Essentaksterfte De situatie in Nederland Inmiddels is meer dan 80 % van de essen in Nederland aangetast. De verwachting is dat hooguit 10 % van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen

Nadere informatie

Hout. 3e college Utrecht 13 september 2010 HKU

Hout. 3e college Utrecht 13 september 2010 HKU Hout 3e college Utrecht 13 september 2010 HKU Vandaag: Herhaling vorige week wat weten van een materiaal draad Vervolg hout... Opdracht Aan de slag algemeen: Wat moet je van materialen weten? - Wat is

Nadere informatie

Hout. Materialen HKU. Materialen. Materialen Vandaag: Herhaling vorige week wat weten van een materiaal draad

Hout. Materialen HKU. Materialen. Materialen Vandaag: Herhaling vorige week wat weten van een materiaal draad Hout 3e college Utrecht 13 september 2010 Vandaag: Herhaling vorige week wat weten van een materiaal draad Vervolg hout... Opdracht Aan de slag HKU algemeen: Wat moet je van materialen weten? Wat is hout:

Nadere informatie

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou 2.1 Ongeslachtelijke voortplanting = voortplanting waarbij geen bevruchting plaats vindt; hierbij groeit een stukje van de volwassen plant uit tot een nieuwe

Nadere informatie

PRESENTATIE BOMENPLAN ISVW

PRESENTATIE BOMENPLAN ISVW PRESENTATIE BOMENPLAN ISVW Bomenplan ISVW - Herplanten om variëteit te krijgen in leeftijd van het huidige bomenbestand. - Variëteit huidig bos: eiken, lindes, kastanjes, fruitbomen Visie en wens voor

Nadere informatie

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten Herfst inhoud Herfst 3 1. Het weer 4 2. Overal blad 5 3. Zaden 6 4. Paddenstoelen 7 5. De eekhoorn 8 6. De egel 9 7. Insecten 10 8. Vogels op reis 11 9. Filmpje 12 Pluskaarten 13 Bronnen en foto s 15 Colofon

Nadere informatie

BOS+ Is er vraag naar, en aanbod van kwaliteitshout; nu en in de toekomst? Stichting Probos. Inleiding

BOS+ Is er vraag naar, en aanbod van kwaliteitshout; nu en in de toekomst? Stichting Probos. Inleiding Is er vraag naar, en aanbod van kwaliteitshout; nu en in de toekomst? Jan Oldenburger (Probos) en Dries Van der Heyden (BOS+) BOS+ Stichting Probos Zet zich in voor duurzaam bosbeheer in Nederland en daarbuiten

Nadere informatie

Kies voor hout! De 10 voordelen van hout: Houten schrijnwerk past in elke omgeving, landelijk of strak. Hoog wooncomfort door thermische isolatie

Kies voor hout! De 10 voordelen van hout: Houten schrijnwerk past in elke omgeving, landelijk of strak. Hoog wooncomfort door thermische isolatie Kies voor hout! Houten schrijnwerk past in elke omgeving, landelijk of strak. De 10 voordelen van hout: Hoog wooncomfort door thermische isolatie Nieuwe functionele eisen Realisatiemogelijkheden Meegaan

Nadere informatie

inhoud Hout 1. De stam 2. Van stam tot plank 3. Zagen is een kunst 4. Bomen en hun hout 5. Resthout 6. Het gebruik van hout 7. Houtkap 8.

inhoud Hout 1. De stam 2. Van stam tot plank 3. Zagen is een kunst 4. Bomen en hun hout 5. Resthout 6. Het gebruik van hout 7. Houtkap 8. Hout inhoud Hout 3 1. De stam 4 2. Van stam tot plank 5 3. Zagen is een kunst 6 4. Bomen en hun hout 7 5. Resthout 9 6. Het gebruik van hout 10 7. Houtkap 14 8. Filmpje 15 Pluskaarten 16 Bronnen en foto

Nadere informatie

Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, gemeente Papendrecht

Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, gemeente Papendrecht Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, gemeente Papendrecht September 2014 Veiligheidscontrole Paardenkastanjes Veerdam, Papendrecht Prohold BV Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Conclusie en advies..3

Nadere informatie

Bijenhotel maken Draaiboek Leeftijd: 10 tot 15 jaar Duur activiteit: 2 tot 2,5 uur

Bijenhotel maken Draaiboek Leeftijd: 10 tot 15 jaar Duur activiteit: 2 tot 2,5 uur Bijenhotel maken Draaiboek Leeftijd: 10 tot 15 jaar Duur activiteit: 2 tot 2,5 uur pagina 1 van 6 Onderwerp activiteit : Bijen hotel maken Begeleider : Begeleider(s) van de groep en/of jager(s) Doelstelling

Nadere informatie

ND/MD Vinkeveen, April FIGUEIRA

ND/MD Vinkeveen, April FIGUEIRA ND/MD Vinkeveen, April 2004. FIGUEIRA Bot. Naam : Ficus Glabrata (H.B.K.), (Oude literatuur Ficus Carica) Familienaam : Moraceae Handelsnamen : Figeuira, Higuerin, Matapalo, Renaco, Oje, Caxinguba, Matapau,

Nadere informatie

.2.. ~r (J~s~tHYt) 3 ~~IUH L li(ul.wufsd I. 1.[~rN (6t4tA..tr ~1 ) 1'rM0 prrrf tu+- wa./&r) vi.. f.(.m /'f)-tf'h? ~'fk- ~ ej..",; tit-~l ;..

.2.. ~r (J~s~tHYt) 3 ~~IUH L li(ul.wufsd I. 1.[~rN (6t4tA..tr ~1 ) 1'rM0 prrrf tu+- wa./&r) vi.. f.(.m /'f)-tf'h? ~'fk- ~ ej..,; tit-~l ;.. 2. Viltwerk ( Vf!,Illt.-W V~ ~ I~; ~6""m. ~ ~Wl.A.k.r;.... ~ ~ A.,- 6«41-..3 vi.. f.(.m /'f)-tf'h? ~'fk- ~ ej..",; tit-~l ;.. 7~ : 1.[~rN (6t4tA..tr ~1 ).2.. ~r (J~s~tHYt) 3 ~~IUH L li(ul.wufsd I VN"nt,t

Nadere informatie

Wat gaat er gebeuren in de Wevershoek?

Wat gaat er gebeuren in de Wevershoek? Essentaksterfte De situatie in Nederland Inmiddels is meer dan 80 % van de essen in Nederland aangetast. De verwachting is dat hooguit 10 % van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen

Nadere informatie

BUITENPLANKEN. ipodeck

BUITENPLANKEN. ipodeck BUITENPLANKEN ipodeck WAAROM IPODECK? Amorim Wood Supplies introduceert een innovatief systeem voor het gebruik van hout in verschillende natuurlijke omgevingen zoals tuinen, zwembaden, voetgangersbruggen

Nadere informatie

Wat is essentaksterfte?

Wat is essentaksterfte? Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Planten

Antwoorden Biologie Planten Antwoorden Biologie Planten Antwoorden door een scholier 1287 woorden 21 december 2006 6,9 97 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1. Als een deel van een individu uitgroeit

Nadere informatie

De zachte snoei. (Part3)

De zachte snoei. (Part3) De zachte snoei Een lange levensverwachting van de druivenstokken en gezond plukgoed zijn de economische uitgangspunten waar iedere wijnbouwer van uitgaat wanneer hij zijn aanplant start. Wanneer de wijnstokken

Nadere informatie

Technische uitvoering van damwanden, steigers en meerpalen

Technische uitvoering van damwanden, steigers en meerpalen Technische uitvoering van damwanden, steigers en meerpalen Damwanden Damwand wordt in de waterbouw toegepast om water en grond te scheiden, veelal langs een oever waar een bepaalde waterdiepte vereist

Nadere informatie