Topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen"

Transcriptie

1 Thema 1: een leven lang leren en evolueren in de kennismaatschappij Topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen Projectvoorstel in het kader van het VIONA-arbeidsmarktonderzoeksprogramma 2003 Prof. dr. Dirk Buyens Vlerick Leuven Gent Management School

2 1. Promotor Prof. dr. Dirk Buyens Academisch directeur Hoofd HRM Centre Vlerick Leuven Gent Management School Bellevue 6, 9050 Gent-Ledeberg 2. Titel De opleidingsmarkt in Vlaanderen 3. Thema en topic waarbij dit projectvoorstel aansluit Thema 1: Een leven lang leren en evolueren in de kennismaatschappij Topic 1.1.: De opleidingsmarkt in Vlaanderen VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 2

3 4. Samenvatting van het onderzoeksvoorstel Het concept levenslang leren staat sinds de jaren 90 centraal in nationale en Europese beleidsagenda s. Vanuit zowel economische als sociale motieven beschouwt men het investeren in mensen en kennis als een beleidsprioriteit. Door de explosieve toename van informatie en de economische ontwikkelingen die gekenmerkt worden door verandering en innovatie betekent sneller leren dan de concurrentie een competitief voordeel. Een leven lang leren en de lerende organisatie zijn dan ook twee concepten die gerelateerd zijn aan elkaar. Immers, omwille van het economisch belang zijn organisaties genoodzaakt om te investeren in de opleiding van hun medewerkers. Het belang dat organisaties hechten aan arbeidsmarktgerichte opleidingen om de competenties van medewerkers te ontwikkelen, is dan ook sterk toegenomen. De Vlaamse overheid streeft ernaar om het levenslang leren in goede banen te leiden via actieplannen. Ondanks overheidsmaatregelen om opleidingsinitiatieven te steunen is het niet duidelijk in welke mate deze inspanningen effectief zijn. Om de impact van beleidsmaatregelen in te schatten is onderzoek naar de werking van de private en publieke opleidingsmarkt essentieel. Men kan een leven lang leren als een marktgegeven beschouwen waarin er een formele uitwisseling tussen vraag en aanbod plaatsvindt. Uit onderzoek blijkt dat het aantal private instellingen in België die commerciële arbeidsmarktopleidingen aanbieden, is toegenomen. In Vlaanderen is de werking van de private opleidingsverstrekkers nog grotendeels een blinde vlek. Ook is onduidelijk welke rol de overheid kan spelen op de opleidingsmarkt. Momenteel trekt zij de kaart van vraaggerichte subsidiëring via o.a. het aanbieden van opleidingscheques. Uit onderzoek blijkt echter dat dergelijke maatregelen een goede marktwerking kunnen verhinderen. Internationale akkoorden betreffende liberalisering van de opleidingsmarkt in Europa zullen ook meer en meer de Vlaamse opleidingsmarkt gaan beïnvloeden. Concreet staan volgende onderzoeksvragen in dit voorstel centraal: (1) Wie zijn de verschillende actoren op de Vlaamse opleidingsmarkt op het vlak van arbeidsmarktgerichte opleidingen en hoe kenmerken ze zich, (2) Wat zijn vergelijkings- en verschilpunten tussen de Vlaamse opleidingsmarkt en andere Europese opleidingsmarkten en wat is de rol van de overheid?, (3) Welke inspanningen levert de overheid en wat is de impact hiervan?, (4) Wat zijn de sterktes en zwaktes van de Vlaamse opleidingsmarkt?, (5) Welke beleidsvoorstellen kunnen we formuleren betreffende de rol van de overheid om een optimale werking van de opleidingsmarkt te garanderen? Het beantwoorden van deze onderzoeksvragen verloopt in vijf onderzoeksfasen. Het onderzoek start met een literatuurstudie op basis waarvan de opleidingsmarkt in Vlaanderen in kaart wordt gebracht. In een tweede fase worden instrumenten ontwikkeld op basis van deze literatuurstudie. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 3

4 Daarnaast worden experten bevraagd behorende tot de vraagzijde van de opleidingsmarkt. De output van de expertinterviews bestaat enerzijds uit de toetsing van de kaart van de opleidingsmarkt in Vlaanderen, opgesteld in de eerste fase, en anderzijds uit de aanvulling van recente trends in de aanbodzijde van opleidingen waarmee de actoren aan vraagzijde worden geconfronteerd. Deze informatie leidt tot de ontwikkeling van drie bevragingsinstrumenten. Een eerste instrument is een vragenlijst voor het kwantitatief onderzoek dat we uitvoeren in fase drie. Vervolgens wordt een semi-gestructureerd vragenschema opgesteld voor de telefonische expertinterviews in fase vier. Een laatste instrument is een gestructureerd vragenschema voor de focusgroepen met vertegenwoordigers van diverse belangengroepen in fase vijf. De derde fase omvat een kwantitatief onderzoek bij een representatieve steekproef van publieke en private opleidingsinstituten, gebaseerd op een databestand van een duizendtal opleidingsverstrekkers. In een vierde fase worden waarin via telefonische enquêtes vijf buitenlandse experten van de aanbodzijde bevraagd die inzicht moeten verschaffen in de effectiviteit van overheidsmaatregelen in andere Europese landen. In de laatste fase worden de onderzoeksresultaten geanalyseerd en getoetst aan de praktijk door discussies met twee focusgroepen. Hieraan nemen (1) actoren van belangroepen aan de vraag/aanbodzijde, (2) beleidsmakers en overheidsvertegenwoordigers, en (3) sociale partners deel. Het onderzoek zal resulteren in een beschrijving van de opleidingsmarkt in Vlaanderen, een analyse van de knelpunten voor een optimale werking van de opleidingsmarkt en tot slot in het formuleren van beleidsvoorstellen omtrent de rol van de overheid op de opleidingsmarkt in Vlaanderen in vergelijking met andere Europese landen. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 4

5 5. Gedetailleerd tijdsschema De totale doorlooptijd voor het project bedraagt 12 maanden, van 1 november 2003 tot 31 oktober De doorlooptijd voor elk van de afzonderlijke fasen staat in de onderstaande tabel aangegeven. Na het afronden van de fasen 1 en 2 (maart 2003) wordt een eerste tussentijds rapport afgeleverd. Het eindrapport wordt eind september 2004 voorgelegd aan de stuurgroep en vervolgens afgewerkt tegen eind oktober Okt 03 Nov 03 Dec 03 Jan 04 Feb 04 Ma 04 Apr 04 Mei 04 Jun 04 Jul 04 Aug 04 Sep 04 Literatuurstudie Ontwikkeling Bevragingsinstrumenten Tussentijdse rapportering Kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek Analyse resultaten / beleidsaanbevelingen Eindrapportering 6. Valorisatie van de onderzoeksresultaten output Het eindrapport zal minimum bestaan uit de volgende onderdelen: - een beschrijving van de Vlaamse opleidingsmarkt, zowel de vraagzijde als de aanbodzijde: wie zijn de spelers aan aanbodzijde en wie zijn de actoren aan vraagzijde, welke parameters kenmerken deze spelers en hoe is de stand van zaken op vlak van certificatie van opleidingen in Vlaanderen. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan evoluties in het opleidingsaanbod en de evoluties in opleidingsmethoden. - een beschrijving van de knelpunten voor een optimale werking van de opleidingsmarkt: vinden vraag en aanbod elkaar op economisch-optimale wijze en wat zijn factoren die verhinderen dat dit niet steeds zo is. - een omschrijving van de rol en de impact van de overheid op de opleidingsmarkt en de adequaatheid van de genomen Vlaamse initiatieven in vergelijking met de initiatieven die overheden nemen in een aantal andere Europese landen. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 5

6 - een schets van de Vlaamse opleidingsmarkt, vanuit een internationaal kader, met aandacht voor de liberalisering van de opleidingsmarkt en voor de rol van de overheid binnen een geliberaliseerde markt. - een SWOT-analyse van de Vlaamse opleidingsmarkt (met het oog op de internationale liberalisering). - de (eventueel buitenlandse) principes en actievormen die relevant kunnen zijn voor een Vlaamse context. Naast het opleveren van het eindrapport organiseren we een studiemoment waarop we de onderzoeksresultaten voorstellen en omtrent de thematiek in debat zullen treden met vertegenwoordigers van de overheid, sociale partners, opleidingsverstrekkers, Dit studiemoment dient dan vooral als middel om een brede groep van professionele en interprofessionele organisaties te confronteren met de stand van zaken vandaag in Vlaanderen en de vruchten die bepaalde praktijken reeds afgeworpen hebben. Hierbij zal zowel vanuit een Vlaamse als vanuit een internationale invalshoek vertrokken worden. Verder zullen we op basis van het onderzoeksrapport een wetenschappelijke publicatie schrijven en zullen delen van het onderzoeksrapport gepubliceerd worden als working paper bij het Departement Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit Gent en de Vlerick Leuven Gent Management School. Tot slot zullen de belangrijkste resultaten gepubliceerd worden in tijdschriften met een brede maatschappelijke toegang, zoals de Nieuwsbrief van het Steunpunt WAV, HRMagazine, Opleiding & Ontwikkeling, 7. Relevante onderzoeksprojecten Continuing Vocational Training Survey 2 Onderzoek in opdracht van de Europese Commissie (einddatum: juni 2001), samenwerking tussen Vlerick Leuven Gent Management School, ICHEC en onderzoekers uit alle EU lidstaten. Gefinancierd door ESF, Vlaamse Gemeenschap en eigen werkingsmiddelen. Kosten en Baten van een arbeidsmarktbewust personeelsbeleid VIONA-onderzoeksproject (einddatum: december 2001), Vlerick Leuven Gent Management School. Gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 6

7 Trivisi: Duurzaam ondernemen: een drie-eenheid van diversiteit, leren en stakeholder management Trekker van een werkgroep in het kader van trivisi en verantwoordelijk voor het ontwikkelen van cursusmateriaal rond duurzaam ondernemen, in samenwerking met KULeuven/HIVA en Vlerick Leuven Gent Management School. Gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap. (einddatum: september 2004) Trivisi: anders leren met een veelheid aan werkvormen Verantwoordelijk voor het project Anders leren met een veelheid aan werkvormen (einddatum: november 2003) Trivisi: lerende bedrijven Trekker van de pioniersgroep lerende bedrijven in het kader van trivisi en verantwoordelijk voor het project Anders leren (einddatum: januari 2002), samenwerking tussen KULeuven/ HIVA, VOV en Vlerick Leuven Gent Management School. Gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap. Het opleidingsbeleid in Vlaamse ondernemingen: determinerende factoren en knelpunten VIONA-onderzoeksproject (2000), samenwerking tussen KULeuven/HIVA en Vlerick Leuven Gent Management School. Gefinancierd door ESF en Vlaamse Gemeenschap. The role of HRD within organisations in creating opportunities for life-long learning Tweejarig onderzoeksproject ( ) in het kader van het Targeted Socio Economic Research Program, Vlerick Leuven Gent Management School in samenwerking met onderzoekers uit 7 Europese landen. Gefinancierd door de Europese Commissie. CMC De rol van HRM in het managen van competenties Tweejarig onderzoeksproject (einddatum: december 2002), Vlerick Leuven Gent Management School. Gefinancierd door partners uit het bedrijfsleven. CRANET-E Onderzoekssamenwerking van 20 Europese landen, waaronder de Vlerick Leuven Gent Management School voor België, waarbij om de drie jaar een internationale survey wordt georganiseerd rond ken- en stuurgetallen met betrekking tot de HRM-functie.? E-HRM in de 500 grootste Belgische organisaties VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 7

8 Onderzoeksproject gefinancierd door partners uit het bedrijfsleven, uitgegeven in boekvorm door Kluwer (einddatum: december 2003), Vlerick Leuven Gent Management School. E-HRM bij de honderd grootste bedrijven in België Intern onderzoeksrapport (2001), Vlerick Leuven Gent Management School. De toegevoegde waarde van HRM Eénjarig onderzoeksproject (1997), Vlerick Leuven Gent Management School. De toegevoegde waarde van HRM in moeilijke tijden Eenmalig onderzoeksproject (2002). Vlerick Leuven Gent Management School Een vergelijkend onderzoek naar de meerwaarde van de inschakeling van multimedia bij vorming, training en opleiding Onderzoek uitgevoerd in opdracht van IWT (2000), Vlerick Leuven Gent Management School. Analyse van Bedrijfsstrategieën ter heroriëntering van werknemers bij downsizing VIONA-onderzoeksproject (2000), Vlerick Leuven Gent Management School. Gefinancierd door Vlaamse Gemeenschap en ESF.? Open en afstandsleren binnen de Vlaamse bedrijven: Naar zelfgestuurd leren in een lerende organisatie VIONA-onderzoeksproject (2001), Vlerick Leuven Gent Management School. Gefinancierd door Vlaamse Gemeenschap en ESF. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 8

9 Bijlage 1: Uitgebreide omschrijving van het onderzoeksvoorstel 1. Probleemstelling en afbakening van het onderzoeksproject 1.1. Een leven lang leren Dat een leven lang leren een prioriteit is op de Europese én nationale beleidsagenda s, is geen nieuw gegeven. Rond 1996 hebben internationale organisaties als OESO, UNESCO en de Europese Commissie vrijwel gelijktijdig rapporten gepubliceerd waarin het concept een leven lang leren centraal stond (Baert, Vandamme, Baert & Scheeren, 2000). Met de Europese Top te Luxemburg in 1998 en daarop volgend de Raad van Lissabon in 2000, is het belang van een leven lang leren als nationale en internationale beleidsdoelstelling definitief bevestigd. De Europese Commissie (2000) situeert het belang van een leven lang leren op economisch, maar ook op sociaal vlak. Technische (r)evoluties vragen van bedrijven en van medewerkers een steeds groter aanpassingsvermogen. Om competitief te blijven, dienen de bedrijven in te spelen op al deze evoluties. Ook mensen kunnen niet langer volstaan met wat ze hebben geleerd tijdens hun jeugd, om daar de rest van hun leven op te teren (Baert e.a., 2000). Jef Staes omschrijft de evolutie als volgt: De explosieve toename aan informatie zorgt voor een versnelling van de economische ontwikkeling. Een ontwikkeling die wordt gekenmerkt door verandering en innovatie. In deze nieuwe economie betekent sneller leren dan de concurrentie een competitief voordeel. De geboorte van een nieuwe maatschappij, de kennismaatschappij, is een feit. Een leven lang leren en de lerende organisatie zijn duidelijk concepten die niet los van elkaar kunnen worden gezien en die als interdependent moeten worden beschouwd. De toenemende onvoorspelbaarheid en het snelle tempo van de omgevingsveranderingen, noodzaken bedrijven immers om sneller te leren dan hun concurrentie (Bolhuis en Simons, 1999). In toenemende mate hangt het succes van een onderneming dan ook af van haar menselijk kapitaal: de kennis en vaardigheden van medewerkers, hun motivatie en creativiteit. Organisaties worden dan ook meer dan ooit genoodzaakt om hun medewerkers te bekwamen om op die manier een kwaliteitsvolle werking te verzekeren (VEV, 2002; Baert e.a., 2000). Opleiding blijkt een belangrijk instrument te zijn in het beheer van het menselijk kapitaal. Het is een tool om goede medewerkers aan te trekken, te motiveren en te behouden (Buyens & Wouters, 2002). Waar vroeger bedrijfsopleidingen een veeleer ad hoc karakter hadden, komen nu begrippen als permanente vorming, training en opleiding en de lerende organisatie steeds meer op de voorgrond. Lerende organisaties zijn organisaties waarin ieder individu permanent VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 9

10 impulsen krijgt om te leren en om wat hij geleerd heeft in praktijk te brengen, en waarin de organisatie als dusdanig, dus ook bij-leert (VEV,2002). Het is echter ook duidelijk dat de ondernemingen niet de enige actoren zijn die een rol hebben te vervullen om tegemoet te komen aan de huidige uitdagingen. Het concept een leven lang leren is een van de wieg tot het graf benadering waarbij naast het formele onderwijs of formele opleidingen ook andere settings, zoals de thuisomgeving, de lokale omgeving, de werkplek en de gemeenschap bijdragen aan leren op een permanente basis (Baert e.a., 2000; Buyens & Wouters, 2002). Leren in deze betekenis wordt m.a.w. losgekoppeld van een exclusieve relatie met de school of andere opleidingsdiensten en van één bepaalde levensfase. Het gaat om een uitgebreid gamma van leermethoden die in de diverse levenssferen (beroepsleven, vrije tijd, gezin, ) ingang dienen te vinden en waarbij meerdere partners (voorzieningen van volwasseneneducatie, overheid, bedrijven, socio-culturele organisaties, ) een rol dienen te spelen. Daarnaast is het ook duidelijk dat omwille van het economische belang van een leven lang leren en het belang dat organisaties hechten aan het ontwikkelen van de competenties van de medewerkers, de arbeidsmarktgerichte opleidingen nadrukkelijk aandacht verdienen Een Vlaamse stand van zaken De Vlaamse regering streeft ernaar om een leven lang leren in goede banen te leiden. In het pact van Vilvoorde vinden we dan ook als eerste objectief: Vlaanderen is in 2010 verder geëvolueerd naar een lerende samenleving. Het levenslang leren en levensbreed leren zijn ingebed in de samenleving. Minstens 10 procent van de Vlaamse inwoners tussen 25 en 65 jaar neemt deel aan permanente vorming. Een lerende samenleving betekent ook dat competenties waar en hoe men ze ook verwerft, evenwaardig worden erkend. Toch is de vraag of de goede voornemens wel degelijk hun ingang vinden in de praktijk. Uit de Monitoring van de beoogde beleidseffecten (2002), waarin de stand van zaken in oktober 2002 uitvoerig besproken wordt, blijkt dat de deelname aan opleiding in Vlaanderen wel degelijk stijgt en dat het huidige groeiritme volstaat om de in het Werkgelegenheidsakkoord van vooropgestelde participatie van 10% te kunnen behalen tegen Het aandeel van de totale Vlaamse bevolking in opleiding tegenover de totale bevolking op beroepsactieve leeftijd steeg in 2001 van 6,9% naar 7,4%. Vooral het aandeel werkenden in opleiding t.o.v. de totale werkende bevolking blijkt te zijn toegenomen. Het aandeel werkzoekenden in opleiding tegenover de totale werkzoekende bevolking daalde daarentegen lichtjes (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2002). VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 10

11 Dat het belang van permanente vorming ook bij ondernemingen steeds meer doordringt, mag blijken uit de cijfers die hierover beschikbaar zijn. Zo leert de tweede Continual Vocational Survey (Buyens & Wouters, 2002) dat het aantal vormingsbedrijven (bedrijven die hun personeel opleiding aanbieden) sterk is toegenomen in de periode : van 47% tot 70%. Dit zijn echter Belgische cijfers, die niet mogen doorgetrokken worden naar de Vlaamse context. Toch tonen ze aan dat de vormingsinspanningen van Belgische ondernemingen sterk zijn toegenomen. Wanneer we echter naar de vormingsinspanningen op financieel vlak kijken, krijgen we een iets ander beeld: de Belgische cijfers liggen dan nog steeds aan de lage kant (VEV, 2002; Buyens & Wouters, 2002) De opleidingsmarkt in Vlaanderen en de rol van de overheid Inmiddels bestaan er ook tal van maatregelen en initiatieven om mensen in contact te brengen met de talrijke opleidingsmogelijkheden (ACV, 2003; VEV, 2002). In het actieplan van de Vlaamse overheid vinden we tal van initiatieven terug: NT2, RTC s, ECDL, CLB s, enz. Dit zijn allemaal termen die staan voor verschillende maatregelen, maar waarvan men zich ook kan afvragen of ze allemaal even doeltreffend zijn en op elkaar zijn afgestemd. Daarnaast zijn er ook tal van instellingen, organisaties en bedrijven die actief zijn op de opleidingsmarkt en de vraag is dan hoe al deze spelers zich tot elkaar verhouden, hoe ze elkaar stimuleren of beconcurreren, enz. (VEV, 2002). Een leven lang leren blijkt dus een marktgegeven te zijn, zonder daardoor te zeggen dat het enkel en alleen een kwestie is van vraag en aanbod. Er zijn naast de formele vormingen, uiteraard evenveel informele manieren om te leren. Toch kunnen we de economische kant van leren niet langer ontkennen. Individuen en bedrijven proberen zich een weg te banen in het aanbod en aan aanbodzijde zien we dat men de verschillende leer -producten op alsmaar nadrukkelijkere wijze gaat proberen promoten. Verder is er de vraag welke rol de overheid in dit geheel moet, mag en kan spelen. Momenteel trekt de overheid inzake overheidssubsidies volop de kaart van vraaggerichte subsidiëring (ACV, 2003; VEV, 2002). In vorig onderzoek werd deze manier van werken reeds in vraag gesteld. Subsidiëring kan immers leiden tot een nog grotere verstoring van de markt (Matheus & Bollens, 2001). Opmerkelijk is wel dat de overheid minder middelen blijkt te besteden aan opleiding en vorming dan in de meeste andere Europese landen en regio s. Bovendien is het onduidelijk welke impact het overheidsbeleid heeft op de opleidingsmarkt. De belangrijkste reden hiervoor is volgens het VEV (2002) de onduidelijke taakafbakening van de overheid. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 11

12 Om de kerntaken te kunnen afbakenen, is het uiteraard essentieel dat de opleidingsmarkt duidelijk in kaart is gebracht. En het is net daar dat het schoentje blijkt te knellen. In Vlaanderen is met name de werking van private opleidingsspelers nog grotendeels een blinde vlek. Grote delen van de vormingsmarkt zijn vooralsnog onzichtbaar en vooral de kwaliteit van de opleidingen is onvoldoende in kaart gebracht (Baert e.a., 2000; Sels, Bollens & Buyens, 2000). Hoewel er reeds heel wat onderzoek werd verricht naar arbeidsmarktgerelateerde opleidingen, o.a. in het kader van CVTS (Buyens & Wouters, 2002), heerst er onduidelijkheid over het functioneren van de (private) spelers, over de impact die vraaggerichte overheidsmaatregelen hebben op hun functioneren, over de kwaliteit van de opleidingen die de (private) spelers aanbieden, over hun opleidingsmethoden en de evoluties hierin, enz. Bovendien is er onduidelijkheid over de stand van zaken inzake certificatie van opleidingen, enz. (Viona-oproep, 2003; Baert e.a., 2000). Zowel in het kader van een voorgaand VIONA-onderzoek (Baert e.a., 2000), maar ook door het VEV (2002) werden reeds initiatieven opgestart om de krijtlijnen van de Vlaamse opleidingsmarkt in kaart te brengen, om zo een sterkte- en zwakte-analyse te kunnen maken van deze complexe markt. In deze studies komen zowel de vraag- als de aanbodzijde aan bod. Aan vraagzijde worden volgende partijen onderscheiden: bedrijven, individuele personen, sectorfondsen en instellingen, opgericht door de sociale partners en ten slotte de overheid, deze laatste niet enkel als belangrijke werkgever, maar ook als instantie om gelijke participatie aan opleiding te bevorderen (Baert e.a., 2000; VEV, 2002). Aan aanbodzijde vinden we de volgende spelers terug: de private opleidingsverstrekkers, de publieke opleidingsverstrekkers, de non-profit organisaties en de diverse onderwijsinstellingen (Baert e.a., 2000; VEV, 2002). Op basis van deze eerste analyse, identificeert het VEV (2002) een aantal sterktes, maar ook een aantal knelpunten van de Vlaamse opleidingsmarkt. Als sterktes zijn er de degelijkheid van het onderwijssysteem, de traditie van het volwassenenonderwijs, de vrijheid van het onderwijs, de stijgende trend van levenslang leren, het aantal spelers aan aanbodzijde en initiatieven als opleidingscheques, enz. Daartegenover ziet het VEV (2002) ook een aantal knelpunten, die ertoe leiden dat er momenteel (nog) geen sprake is van een performante opleidingsmarkt. Ten eerste blijkt de bereidheid bij individuen en bedrijven om tijd en middelen te spenderen aan opleiding, zeer gering te zijn in vergelijking met andere landen en regio s in Europa. Daarnaast blijken de kerntaken van de overheid onvoldoende te zijn afgebakend: is het een opleidingsaanbieder, een klant, een financier en/of een regulator? Ook zouden de gesubsidieerde opleidingen onvoldoende beantwoorden aan de behoeften van de klant. Daarnaast schuilt er een potentieel gevaar in het VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 12

13 feit dat publiek gefinancierde instellingen, zich steeds meer op de betalende markt begeven, wat kan leiden tot een verstoring van de opleidingsmarkt. Ook in vorig onderzoek werd reeds aangehaald dat subsidiëring kan leiden tot een verstoring van de markt, omdat dit kan resulteren in concurrentievervalsing (Matheus & Bollens, 2001). Daarnaast ervaren diverse actoren de sectorale opleidingsfondsen als onvoldoende transparant. Tenslotte opereren de private opleidingsbedrijven vaak kleinschalig en doet de overheid onvoldoende beroep op deze open markt. Dit laatste heeft natuurlijk veel te maken met het feit dat de oefening om de private markt in kaart te brengen, nog nooit echt is gemaakt. Het spreekt echter voor zich dat ook in deze kleinere bedrijven heel wat know-how aanwezig is, die het huidige beleid kan ondersteunen Afbakening van het onderzoeksproject. Een leven lang leren en de lerende organisatie zijn concepten die niet los van elkaar kunnen worden gezien. De lerende organisatie bestaat niet op zichzelf, maar heeft individuen/medewerkers nodig die bereid zijn om te leren en om over een lerende attitude beschikken. Aan de andere kant is kunnen leren en willen leren niet enkel de verantwoordelijkheid van het individu. Ook al zijn de inspanningen en de motivatie van de medewerkers om te leren nog zo groot, als er op organisationeel niveau geen aandacht is voor mogen leren, zal en kan er niet geleerd worden (Buyens e.a., 2001). Opleiding is dan ook een belangrijk instrument om het menselijk kapitaal en zo ook het lerend vermogen van de organisatie te versterken. Hoewel het duidelijk is dat niet alleen de arbeidsmarktgerichte opleidingen bijdragen tot een leven lang leren, gaat er naar deze opleidingen veel aandacht uit, net omwille van die interdependentie tussen een leven lang leren en de lerende organisatie. Zowel aan overheidskant als aan de kant van de ondernemingen dringt het belang van leren in de huidige kennismaatschappij steeds meer door. De overheid onderneemt tal van maatregelen en initiatieven, maar daarnaast zijn er ook diverse instellingen, organisaties en bedrijven die actief zijn op de opleidingsmarkt. Er heerst echter grote onduidelijkheid over de manier waarop alle spelers, - zowel aan vraagzijde als aan aanbodzijde -, zich tot elkaar verhouden. Er heerst op niveau van de private opleidingsmarkt zelfs grote onduidelijkheid over wie nu precies de belangrijkste actoren aan aanbodzijde zijn. Om de impact en de rol van de overheid te kunnen inschatten, is het echter essentieel dat men inzicht heeft in de werking van zowel de private als de publieke opleidingsmarkt. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 13

14 Bovendien is er sprake van een toenemende internationale liberalisering, zo ook voor de opleidingsmarkt. De opleidingsmarkten worden niet langer afgebakend door de traditionele landsgrenzen en mensen blijven niet meer onder de eigen kerktoren zitten om hun competenties uit te breiden. Daarbij komt dat de opleidingsmarkt onder de aandacht komt van de instanties die begaan zijn met de bevordering van het internationaal handelsverkeer (WTO). Ook de Gatsakkoorden zullen de Vlaamse opleidingsmarkt in belangrijke mate gaan beïnvloeden. Een internationaal perspectief is dan ook een absolute noodzaak om in de toekomst een gefundeerd beleid te kunnen gaan voeren. Uit het voorgaande blijkt dat er reeds heel wat interessante inzichten zijn, maar het totaalbeeld is nog steeds onvolledig en ook de vertaalslag naar de rol van de overheid is onvoldoende gemaakt. Ook over de evoluties en de gebruikte opleidingsmethoden, tasten we nog in het duister. Daarom staan de volgende onderzoeksvragen centraal in dit voorstel. 2. Onderzoeksvragen In dit onderzoek proberen we een antwoord te formuleren op de onderstaande onderzoeksvragen: 1. Wie zijn de verschillende actoren op de Vlaamse opleidingsmarkt op vlak van arbeidsmarktgerichte opleidingen en hoe kenmerken/onderscheiden zij zich? - Wie zijn de actoren aan vraagzijde van de opleidingsmarkt? Welke positie nemen ze in? - Wie zijn de spelers aan aanbodzijde (zowel private als publieke opleidingsinstituten)? Omdat er een groot gebrek aan kennis bestaat over de private opleidingsmarkt, zal er voor de private spelers bijkomende aandacht worden besteed aan de volgende elementen: - Wat zijn de kenmerken van de belangrijkste aanbieders? (Omzet, aantal medewerkers, bedrijfseconomische parameters, enz.)? - Wat bepaalt de kwaliteit van deze spelers? Welke opleidingsmethoden gebruiken ze? Is er sprake van certificatie van de opleidingen? Hoeveel uren vorming bieden ze aan per jaar? Hoeveel opleidingen worden er per jaar georganiseerd? - Tot welke doelgroepen richt men zich (hierbij zal bijzondere aandacht uitgaan naar de genderaspecten en achterstellingen en discriminaties op de opleidingsmarkt) VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 14

15 Waar dit wenselijk is, zal uiteraard telkens een link worden gelegd met de aanpak van de publieke spelers. Ook dient er specifiek aandacht te worden besteed aan de interactie tussen de publieke aanbieders en de private aanbieders. Is er, zoals in andere landen (OESO, 2000), sprake van bepaalde vormen van partnerships? - Welke evoluties/trends bestaan er volgens de belangrijkste spelers aan vraagzijde en/of aanbodzijde, in het aanbod en de gebruikte methoden? 2. Wat zijn vergelijkings- en verschilpunten tussen de Vlaamse opleidingsmarkt en andere Europese opleidingsmarkten en de rol die de respectievelijke overheden spelen? Het is duidelijk dat de opleidingsmarkt niet begrensd kan worden door de traditionele landsgrenzen. Mensen bewegen zich vrij tussen leersettings en arbeidsplaatsen in verschillende regio s en landen, om daarbij zoveel mogelijk profijt te halen uit hun kennis en competenties. Daarbij komt dat de opleidingsmarkt onder de aandacht komt van de instanties die begaan zijn met de bevordering van het internationaal handelsverkeer (WTO). De Gatsakkoorden, die staan voor de liberalisering van de internationale handel in diensten, zullen ook de Belgische opleidingsmarkt in belangrijke mate gaan beïnvloeden (VEV, 2002). Een analyse van de buitenlandse markten en de rol van de overheid daarin, dient zich dan ook aan. 3. Welke inspanningen levert de overheid en wat is de impact hiervan? - Wat is de strategie achter het huidige overheidsbeleid t.a.v. de opleidingsmarkt? - Wat is de huidige rol en de impact van de overheid op de opleidingsmarkt? Bereiken de inspanningen van de overheid hun doel en in welke mate wel of niet? - Wordt er gebruik gemaakt van subsidiëring van de vraag of van het aanbod? Zijn er fiscale stimuli? In welke mate wordt het beleid bepaald door het Europese kader en wat kunnen we hier van leren? 4. Wat zijn de sterktes en de zwaktes van de Vlaamse opleidingsmarkt? Is er sprake van een optimaal werkend marktmechanisme? Wat zijn nog geen sterktes, maar waarin schuilen mogelijks opportuniteiten? Zijn er elementen die een echte bedreiging vormen voor de toekomst van de Vlaamse opleidingsmarkt? Kunnen vraag en aanbod elkaar vinden? Vanuit de internationale liberalisering, is het absoluut noodzakelijk om een SWOT-analyse op te stellen van de opleidingsmarkt in Vlaanderen. Hier dienen we ook aandacht te besteden aan de internationale markt en de rol die de overheid nu speelt en in de toekomst moet spelen. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 15

16 5. Welke principes en actievormen die relevant zijn voor de Vlaamse context, kunnen uit alle verzamelde gegevens worden afgeleid? Zijn buitenlandse initiatieven ook vertaalbaar naar de Vlaamse context of zijn ze inherent aan de specifieke situatie van een land of regio? Welke beleidsvoorstellen kunnen we formuleren over de (ideale) rol van de overheid om een optimale werking van de opleidingsmarkt te garanderen? Het is duidelijk dat om een antwoord te kunnen bieden op deze onderzoeksvragen, een specifieke methodologie vereist is. In wat volgt, wordt deze uitgebreid uiteengezet. 3. Methodologie Teneinde een antwoord te kunnen formuleren op de hierboven beschreven onderzoeksvragen, worden een aantal onderzoeksfasen gedefinieerd en doorlopen: Fase 1: Fase 2: Fase 3: Fase 4: Literatuurstudie, waarbij de uitgebreide nationale en internationale literatuur rond de vraagzijde en aanbodzijde van de opleidingsmarkt gesynthetiseerd wordt op zo n wijze dat een kaart van de opleidingsmarkt in Vlaanderen kan opgesteld worden. Ontwikkeling van de bevragingsinstrumenten. Deze fase omvat twee subfasen: enerzijds acht interviews met experten uit de vier categorieën opleidingsvragers en anderzijds het finaliseren van de vragenlijst voor de kwantitatieve studie en het semi-gestructureerde vragenschema voor de focusgroepgesprekken. De expertinterviews hebben een tweeledig doel: De voornaamste vaststellingen uit de literatuur toetsen op herkenbaarheid en realiteitsgehalte. Verder willen we hiermee de volledigheid en bruikbaarheid van de kaart over de opleidingsmarkt in Vlaanderen toetsen. De experts zullen verder de nodige input verschaffen voor het opstellen van de meetinstrumenten voor fase 3, in het bijzonder rond de trends in de aanbodzijde van opleidingen die zij vanuit hun rol als monitor van de opleidingsmarkt waarnemen. Kwantitatieve studie bij een representatieve steekproef van publieke en private opleidingsinstituten. Kwalitatieve studie waarbij 10, uitgebreide telefonische expertinterviews worden uitgevoerd die inzicht geven in het effectiviteitsgehalte van overheidsmaatregelen in andere Europese landen. De respondenten zullen experts zijn die actief zijn aan de aanbodzijde van de opleidingsmarkt in landen zoals Nederland, Denemarken, Duitsland, Frankrijk en Spanje. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 16

17 Fase 5: Analyse en generalisering van de onderzoeksresultaten en formuleren van beleidsaanbevelingen. Toetsing en aanvulling van de gegenereerde onderzoeksresultaten door middel van twee focusgroepdiscussies. Hierbij wordt gedoeld op (1) diverse actoren van belangengroepen aan aanbodzijde, (2) de beleidsmakers, overheidsvertegenwoordigers en (3) de sociale partners in Vlaanderen Fase 1: Literatuurstudie Duidelijkheid scheppen in de werking van de opleidingsmarkt, in Vlaanderen in het bijzonder, maar ook in andere Europese regio s blijkt een gegeerd onderzoekstopic. Althans, dat kan je besluiten uit de verschillende exploratieve studies die er rond dit topic reeds zijn uitgevoerd. Dat het verkrijgen van inzicht in de werking van de opleidingsmarkt dus van toenemend belang wordt (o.a. om effectiviteit van bestaande stimulerende overheidsmaatregelen na te gaan en met het oog op de liberalisering van de opleidingsmarkt), blijkt duidelijk uit de brede waaier aan onderzoeksstudies die hierrond reeds werden opgezet in binnen- en buitenland, in het kader van Europese projecten en/of nationale en regionale projecten. Dit geeft meteen ook een indicatie van de vele vragen die er rond de werking van het marktmechanisme van opleidingen in Vlaanderen en in Europa nog bestaan. Deze bestaande studies focussen zich vaak op deelaspecten van de opleidingsmarkt: óf de actoren aan aanbodzijde of vraagzijde, óf de methoden van opleidingsaanbod, óf de rol van de overheid in het stimuleren van de vraagzijde, etc. De literatuurstudie in het kader van dit onderzoek heeft dan ook tot doel deze studies samen te brengen in een synthetiserend overzicht van dé opleidingsmarkt in haar geheel. De onderzoekers zullen de bestaande studies samenbrengen (met focus op vraag- en aanbodzijde, evoluties in het opleidingsaanbod en opleidingsmethoden en kwaliteit van het opleidingsaanbod), aanvullen, updaten (recente trends toevoegen) en verder in detail concretiseren voor de Vlaamse markt. In deze fase zal op maximale manier de reeds afgeronde en opgestarte onderzoeksprojecten doorgrond worden om een aantal vaststellingen en data omtrent de opleidingsmarkt in Vlaanderen en de positionering van deze markt ten opzichte van andere Europese regio s te onderkennen. Het opstellen van een representatieve, conceptuele kaart over de status van de opleidingsmarkt in Vlaanderen behoort tot de doelstellingen van onze studie. De studie zal verder gaan dan de opleidingsmarkt in Vlaanderen. Voornamelijk met betrekking tot de rol die de overheid kan spelen in het optimaliseren van de werking van de opleidingsmarkt, zal een internationale benchmarking worden uitgevoerd. De internationale literatuur inzake de VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 17

18 opleidingsmarkt en resultaten van buitenlands onderzoek moet toelaten een vergelijking te maken van de Vlaamse markt met landen waar overheden op een gelijkaardige of andere manier interveniëren in de markt. Er wordt tevens op zoek gegaan naar schoolvoorbeelden van effectieve overheidsmaatregelen. Een dergelijke internationale vergelijking kan toelaten om interessante mogelijkheden te ontdekken die sturend kunnen zijn in hoe Vlaanderen verder kan evolueren. De literatuurstudie zal voornamelijk focussen op onderstaande vragen:? Het oplijsten van de actoren aan vraagzijde en aanbodzijde van de opleidingsmarkt. Het onderkennen van onderscheidende karakteristieken van deze actoren en het in kaart brengen van de nieuwe trends in de aanbodzijde van opleidingen, zowel in termen van de actoren zelf (andere, nieuwe spelers op de markt), als in termen van de opleidingsmethoden (zoals bvb. e-learning). Dit kan door het raadplegen van bestaande databanken omtrent het opleidingsaanbod in Vlaanderen en door het raadplegen van onderzoeksrapporten die een indicatie geven van de kwaliteit van de spelers aan aanbodzijde. Aan aanbodzijde worden zowel de private als de publieke spelers onder de loep genomen en wordt er specifiek aandacht besteed aan de interactie tussen beide partijen. Studies in enkele OESO-landen tonen namelijk aan dat er in alle landen een bepaalde mate van samenwerking bestaat tussen publieke en private aanbieders (bvb. in de vorm van een partnership) (Baert e.a. 2000).? De rol die een overheid kan spelen in een opleidingsmarkt en de vergelijkings- en verschilpunten die er waarneembaar zijn tussen de Vlaamse opleidingsmarkt en de andere Europese opleidingsmarkten. Er wordt op zoek gegaan naar internationale overheidspraktijken en de relevantie voor een Vlaamse context wordt geanalyseerd. Welke zijn de kenmerken van optimaal werkende markten, welke stimuli worden geïnitieerd door de overheid om dit in de hand te werken? Zijn deze kenmerken meetbaar en transfereerbaar naar een Vlaamse context?? Welke factoren pareren een optimale werking in de Vlaamse markt: welke zijn de zwaktes inherent aan het huidige marktmechanisme, welke opportuniteiten zijn er voor de toekomst en welke sterktes kunnen verder uitgebouwd worden? Timing: 3 maanden VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 18

19 3.2. Fase 2: Ontwikkeling van de bevragingsinstrumenten De eerste subfase omvat een kwalitatieve bevraging van 8 experts die behoren tot de vier categorieën actoren aan vraagzijde van de opleidingsmarkt: de bedrijven (bvb. opleidingsverantwoordelijken), individuele medewerkers, de overheid en de sectorfondsen. Aan deze experts zullen de voornaamste conclusies uit de literatuurstudie worden voorgelegd met de vraag of zij deze vaststellingen rond de werking van de opleidingsmarkt (1) herkennen, (2) kunnen aanvullen of nuanceren, (3) kunnen actualiseren (4) verder in detail kunnen concretiseren voor de Vlaamse markt. De belangrijkste output die uit deze interviews verwacht wordt is dus enerzijds de toetsing van de volledigheid van de conceptuele kaart van de Vlaamse opleidingsmarkt en anderzijds de aanvulling van recente trends in aanbodzijde van opleidingen waarmee zij geconfronteerd worden. Om de uitgebreide kwantitatieve studie optimaal voor te bereiden en een brede bagage aan achtergrondinformatie bij de opstart van het kwantitatieve onderzoeksproject mee te hebben, wordt er dus geopteerd om acht interviews te doen met experten inzake opleidingsvraag in Vlaanderen. Op basis van de literatuurstudie en de expertinterviews worden vervolgens in een tweede subfase 3 bevragingsinstrumenten ontwikkeld. 1. Vragenlijst voor de kwantitatieve studie. Voor de empirische, kwantitatieve studie die zal gehouden worden bij een representatieve steekproef van publieke en private opleidingsverstrekkers, zal op basis van de literatuurstudie en de expert-interviews een vragenlijst worden opgesteld waarin een vaste lijst van parameters zullen opgenomen zijn die moeten toelaten om de kenmerken van deze verstrekkers te kwantificeren. Verder wordt een lijst van vaste indicatoren opgenomen die een inzicht moet geven in de kwaliteit van hun aanbod. Tot slot zal deze vragenlijst bestaan uit een deels open vraag rond sterktes en zwaktes van de huidige opleidingsmarkt in Vlaanderen. 2. Semi-gestructureerd vragenschema voor de telefonische expertinterviews. Bedoeling van de telefonische interviews met buitenlandse experts aan aanbodzijde van de opleidingsmarkt is om inzicht te krijgen in de overheidsmaatregelen die toegepast worden in hun respectievelijke landen en deze te toetsen op effectiviteit. Hiertoe wordt op basis van de literatuurstudie een semi-gestructureerd vragenschema opgesteld. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 19

20 3. Gestructureerd vragenschema voor de focusgroepgesprekken met vertegenwoordigers van diverse belanggroepen. De twee focusgroepgesprekken hebben tot doel om uit alle verzamelde informatie (de literatuurstudie, de telefonische enquêtering en de kwantitatieve studie) de resultaten te vervolledigen en hieruit beleidsaanbevelingen te genereren. Het gestructureerd vragenschema zal de deelnemers dan ook op beknopte wijze laten kennismaken met de resultaten uit voorgaande deelstudies. Deze gestructureerde vragenlijst met open vragen zal op systematische wijze en volgens een vooropgestelde logica het onderzoekssubject aan bod laten komen. Deze informatie zal gecomplementeerd worden met nieuwe inzichten rond de potentiële rol van de overheid. Bij de ontwikkeling van de bevragingsinstrumenten zal zeker rekening gehouden worden met de input van de leden van de visiegroep. Timing: 2 maanden 3.3. Fase 3 : Kwantitatieve studie bij een representatieve steekproef van publieke en private opleidingsinstituten. Het in kaart brengen en beschrijven van de aanbodzijde van de opleidingsmarkt in Vlaanderen vereist een kwantitatieve studie. Dit onderzoeksdesign laat toe om kwantitatieve conclusies en inzichten te bieden in de samenstelling van de Vlaamse opleidingsmarkt. Meer bepaald zullen volgende topics onderzocht worden: wie zijn de spelers, hoe kan je deze organisaties categoriseren en welke bekleden de belangrijkste posities, hoe kenmerken zij zich en welke zijn de differentiërende parameters, welke formele en informele indicatoren geven een beeld van de kwaliteit van de opleiding, wat is de stand van zaken over certificatie van opleidingen en welke zijn de trends waarmee opleidingsverstrekkers worden geconfronteerd. Daarnaast zal aan de opleidingsverstrekkers moeten gevraagd worden wat zij als sterktes en zwaktes ervaren van de opleidingsmarkt in Vlaanderen. De steekproeftrekking zal gebeuren aan de hand van beschikbare databases over private en publieke opleidingsverstrekkers in Vlaanderen. Als ondersteunend instrument voor het onderzoek zou meer bepaald een database gehanteerd worden van Management Information, die ook gebruikt wordt door CEVORA en die een tal opleidingsverstrekkers en opleidingsprogramma s bevat. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 20

21 Voor de analyse van de kwantitatieve data in dit onderzoeksluik hanteren we de computergestuurde verwerkingstechnieken van het softwareprogramma SPSS waarbij rekening wordt gehouden met de statistische condities. Timing: 3 maanden 3.4. Fase 4: Kwalitatieve studie door middel van tien telefonische expertinterviews. Teneinde onze derde onderzoeksvraag te beantwoorden, met name de vergelijkings- en verschilpunten tussen de Vlaamse opleidingsmarkt en andere Europese opleidingsmarkten bloot te leggen en de rol die respectievelijke overheden in deze markten spelen, zullen tien uitgebreide expertinterviews afgenomen worden. Verder wordt dit onderzoeksopzet gebruikt om te peilen naar de stand van zaken inzake liberalisering van de opleidingssector in Europa en de impact die vandaag reeds voelbaar is of die men verwacht voor de toekomst. Dit zal telefonisch gebeuren. Dit kwalitatieve onderzoeksopzet is de methode bij uitstek om een reële gang van zaken in landen te beschrijven en te onderzoeken (Bonoma T.V., 1985; Eisenhardt K.M., 1989; Yin, 1989), wat gegeven de exploratieve aard van dit onderzoeksgedeelte aanleiding moet kunnen geven de beste overheidspractices te beschrijven en te kenmerken, waardoor generalisatie mogelijk moet worden. A case study allows the researcher to conduct an empiricial inquiry that investigates a contemporaty phenomenon within its real-life context when the boundaries between phenomenon and context are not clearly evident and in which multiple sources of evidence are used (Yin, 1989). De impact van een overheidsbeleid is vaak geen statisch en geïsoleerd gegeven, maar is het resultaat van een dynamisch proces dat bepaald wordt door de wisselwerking tussen diverse factoren. Teneinde deze dynamiek in zijn totaliteit te kunnen vatten, is een dataverzameling door middel van diepte-interviews aangewezen. De respondenten zullen worden geselecteerd op basis van de kritische-incidenten-methode (Flanagan, 1954). Deze methode stipuleert dat de respondenten relevant moeten zijn voor het onderzoeksonderwerp en in staat moeten zijn een significante bijdrage te leveren om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag. Voor dit onderzoeksvoorstel betekent dit dat we in tien landen (Nederland, Frankrijk, Spanje, Duitsland, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Zwitserland en Canada) vertegenwoordigers van diverse belangengroepen zullen contacteren: actoren van het opleidingsaanbod/beleidsmakers/sociale partners. Dat deze landen een goede vergelijkingsbasis kunnen vormen blijkt onder meer uit studies van Baert e.a. (2000) die eveneens recente beleidsinitiatieven bestudeerden in het merendeel van deze landen inzake een leven lang leren. Op basis van de resultaten van de CVTS 2-studie denken we hiermee ook een aantal landen geselecteerd te hebben waar vorming door de overheid hoog aangeschreven staat. VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 21

22 We zullen er bij de selectie van respondenten zorg voor dragen dat zij allen een fundamenteel inzicht hebben in de rol die de overheid speelt in het optimaliseren van de opleidingsmarkt in hun respectievelijke landen en de effectiviteit van deze overheidsmaatregelen kunnen inschatten en/of aan den lijve ondervinden. De analyse van de kwalitatieve gegevens zal gebeuren met behulp van inhoudsanalysetechnieken (Weber, 1990). Er zullen eveneens, waar relevant, computergestuurde inhoudsanalyse-technieken gebruikt worden (Atlas/ti). Timing: 1,5 maand 3.5. Fase 5: Analyse en generalisering van de onderzoeksresultaten en formuleren van beleidsaanbevelingen. Na afloop van de analyse zullen we twee discussiegroepen samenstellen en uitnodigen in functie van de bredere generaliseerbaarheid van de tot dan toe bekomen onderzoeksgegevens. We willen de resultaten uit alle voorgaande onderzoeksfasen (de literatuurstudie, de expertinterviews rond samenstelling van de opleidingsmarkt, de kwantitatieve studie en kwalitatieve studie) complementeren met nieuwe inzichten. De resultaten uit de voorgaande fase zullen we vertalen in een aantal concrete stellingen, die aan de groep ter discussie voorgelegd worden. De respons vormt dan een input voor het verder verwerken en aanvullen van de onderzoeksconclusies en het formuleren van de beleidsaanbevelingen. De discussiegroepen zullen bestaan uit vertegenwoordigers van de overheid en de arbeidsmarktintermediairen en daarnaast uit vertegenwoordigers van opleidingsinstituten die relevant zijn binnen de gestelde problematiek. Het onderzoek zal resulteren in een beschrijving van de opleidingsmarkt in Vlaanderen, een analyse van de knelpunten voor een optimale werking van de opleidingsmarkt en tot slot een overzicht van mogelijke beleidsvoorstellen die uit de benchmarking met andere Europese landen kunnen afgeleid worden. Timing: 1 maand VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 22

23 4. Beleidsrelevantie Dit onderzoek sluit aan bij de toegenomen nood aan een gedetailleerde analyse van de opleidingsmarkt in Vlaanderen. Hoewel er reeds heel wat initiatieven werden ontwikkeld, is er onduidelijkheid over de impact en adequaatheid ervan. Sluiten de genomen initiatieven voldoende aan bij de behoeften van de verschillende actoren aan vraagzijde? Dit alles wordt nog belangrijker wanneer we het kaderen binnen een internationaal perspectief en binnen de liberalisering van de markten (en zo ook van de opleidingsmarkten). Om haar beleid verder te kunnen verfijnen en de Vlaamse opleidingsmarkt klaar te stomen voor de internationale concurrentie, heeft de overheid nood aan een gedetailleerde profielschets van de spelers op de eigen markt. Ook is er een stand van zaken vereist over de certificatie van opleidingen. Momenteel kunnen we echter spreken van een blinde vlek, vooral wanneer we de private spelers op de markt beschouwen. Naast een voornamelijk beschrijvende plattegrond van de opleidingsmarkt, zullen we de overheid ook een SWOT-analyse aanreiken, gebaseerd op de verzamelde gegevens. De internationale invalshoek die we hierbij nemen, beschouwen we dan ook als een eerste aanzet voor de overheid om initiatieven te nemen die tegemoet komen aan de toenemende concurrentie en internationalisering van de markt. Op deze internationale markt zijn namelijk een aantal opportuniteiten weggelegd voor de Vlaamse opleidingsverstrekkers. Door tevens een aantal principes en actievormen van buitenlandse overheden onder de loep te nemen en daarbij rekening te houden met de haalbaarheid en vertaalslag naar een Vlaamse context, reiken we de overheid een aantal best practices aan, die een stimulans kunnen vormen voor een Vlaams beleid op maat van de diverse actoren. Tot slot sluit dit onderzoek aan bij een ruimere bekommernis van de Vlaamse regering dat de opkomst van de kennismaatschappij dualiteit en sociale uitsluiting teweeg brengt. De overheid heeft een beperkt overzicht over de diverse spelers aan aanbodzijde, laat staan dat individuen en bedrijven aan vraagzijde een dergelijk overzicht hebben. Door vraag en aanbod in kaart te brengen, willen we de vragers van opleiding ondersteunen in hun keuze van die opleidingen die het best aansluiten bij hun behoeften. Volledige informatie is immers essentieel wanneer men efficiënte keuzes moet maken. Bovendien kunnen eventuele leemtes in het aanbod voor VIONA-onderzoeksvoorstel: Thema 1, topic 1: De opleidingsmarkt in Vlaanderen. 23

KRAPTE OP DE ARBEIDSMARKT, KANSEN VOOR VROUWEN? EEN SECTORALE INVALSHOEK

KRAPTE OP DE ARBEIDSMARKT, KANSEN VOOR VROUWEN? EEN SECTORALE INVALSHOEK Herwerkte versie onderzoeksvoorstel VIONA 2001, thema 5, topic 1 KRAPTE OP DE ARBEIDSMARKT, KANSEN VOOR VROUWEN? EEN SECTORALE INVALSHOEK Miet Lamberts Hoger Instituut voor de Arbeid K.U.Leuven E. Van

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek SBO maatschappelijke finaliteit Prof. Dr. Ann Jorissen (UA) IWT, 11 januari 2010 1 Effective Governance of Private Enterprises: the influence

Nadere informatie

Open en Afstandsleren binnen de Vlaamse bedrijven: Naar zelfgestuurd leren in een lerende organisatie?

Open en Afstandsleren binnen de Vlaamse bedrijven: Naar zelfgestuurd leren in een lerende organisatie? Thema: levenslang leren en evolueren in de kennismaatschappij Open en Afstandsleren binnen de Vlaamse bedrijven: Naar zelfgestuurd leren in een lerende organisatie? Projectvoorstel in het kader van het

Nadere informatie

De opleidingsmarkt in Vlaanderen. Hoofdlijnen uit het onderzoeksrapport in het kader van het. VIONA-arbeidsmarktonderzoeksprogramma 2003

De opleidingsmarkt in Vlaanderen. Hoofdlijnen uit het onderzoeksrapport in het kader van het. VIONA-arbeidsmarktonderzoeksprogramma 2003 De opleidingsmarkt in Vlaanderen Hoofdlijnen uit het onderzoeksrapport in het kader van het VIONA-arbeidsmarktonderzoeksprogramma 2003 Onderzoekers: Tine Huyghe Isabel Brysse Begeleiding: Prof. dr. Ans

Nadere informatie

Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE 12 december 2011

Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE 12 december 2011 Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Naar een hogere opleidingsdeelname tijdens periodes van inactiviteit Drempels en kritische succesfactoren voor opleidingsdeelname tijdens tijdelijke werkloosheid

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie

Uitdagingen voor de opleidingsmarkt in Vlaanderen

Uitdagingen voor de opleidingsmarkt in Vlaanderen Uitdagingen voor de opleidingsmarkt in Vlaanderen Huyghe, T., Brysse, I., De Vos, A. & Buyens, D. (2004). De opleidingsmarkt in Vlaanderen. [Eindrapport in het kader van het VIONA-onderzoeksprogramma].

Nadere informatie

Informatiesessie onderzoek tijdsbesteding

Informatiesessie onderzoek tijdsbesteding Informatiesessie onderzoek tijdsbesteding Vertegenwoordigers van het departement Onderwijs en Vorming hebben op 8 maart 2017 om 13.00 uur toelichting gegeven bij het bestek voor het onderzoek tijdsbesteding

Nadere informatie

Evenwichtig woningaanbod

Evenwichtig woningaanbod ONDERZOEKSOPZET Evenwichtig woningaanbod 24 maart 2017 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Leeswijzer 6 2 Doel en probleemstelling van het onderzoek 7 2.1 Doelstelling 7 2.2 Probleemstelling

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte

Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte OP ESF Vlaanderen 2014 2020 Prioriteit uit OP: 1 - loopbaanbeleid curatief investeringsprioriteit 8i - werkloosheid naar werk Informatieve Bijlage: Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte

Nadere informatie

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme

BEST BOSS BELEIDSNOTA Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme Aanbevelingen voor een succesvolle bedrijfsopvolging van KMO s in toerisme www.bestboss-project.eu Grant Agreement No.: 2014-1-DE02-KA200-001608 Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese

Nadere informatie

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2 2 1.1. WAAROM DIT HANDBOEK? Internationale mobiliteit wordt steeds meer een absolute noodzaak op een arbeidsmarkt waar een sterke vraag heerst naar meer flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Een van de

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002 ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002 Brussel, 13 februari 2002 2. Op 4 januari 2002 vroeg de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden,

Nadere informatie

Fair Tourism BELEIDSNOTA. Grant Agreement No.: UK01-KA

Fair Tourism BELEIDSNOTA. Grant Agreement No.: UK01-KA Fair Tourism BELEIDSNOTA Grant Agreement No.: 2014-1-UK01-KA200-000057 Inleiding Toerisme is de derde belangrijkste economische sector in de EU. Hoewel toerisme een positieve impact heeft op economische

Nadere informatie

Evaluatie van de Dag van de Klant

Evaluatie van de Dag van de Klant Evaluatie van de Dag van de Klant Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel Maart 2011 Samenvatting De Dag van de Klant

Nadere informatie

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Welke percepties leven er bij werknemers en studenten omtrent de logistieke sector? Lynn De Bock en Valerie Smid trachten in hun gezamenlijke masterproef

Nadere informatie

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd.

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd. Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie DREAM-project Evaluatie DREAM-project De Vlaamse overheid ondersteunt een aantal initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap en de ondernemerszin.

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips Sport en tewerkstelling van jongeren Marc Theeboom / Joris Philips studie Kan sport bijdragen tot competentie-ontwikkeling voor kortgeschoolde jongeren, waardoor hun tewerkstellingskansen toenemen? initiatieven

Nadere informatie

Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie voor de media Klantgerichtheid is de belangrijkste aanjager voor economische groei in Europa

Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie voor de media Klantgerichtheid is de belangrijkste aanjager voor economische groei in Europa Voor nadere informatie, neem contact op met: Wilma Buis Algemeen Directeur van Mercuri Urval b.v. Tel: 033 450 1400 of 06 5025 3038 wilma.buis@mercuriurval.com Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie

Nadere informatie

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking Vlaamse Regering Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan herstel het vertrouwen van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008 Tussen de Vlaamse Regering

Nadere informatie

De opleidingsmarkt in Vlaanderen. Onderzoeksrapport in het kader van het. VIONA-arbeidsmarktonderzoeksprogramma 2003. Onderzoekers: Tine Huyghe

De opleidingsmarkt in Vlaanderen. Onderzoeksrapport in het kader van het. VIONA-arbeidsmarktonderzoeksprogramma 2003. Onderzoekers: Tine Huyghe De opleidingsmarkt in Vlaanderen Onderzoeksrapport in het kader van het VIONA-arbeidsmarktonderzoeksprogramma 2003 Onderzoekers: Tine Huyghe Isabel Brysse Begeleiding: Prof. dr. Ans De Vos Prof. dr. Dirk

Nadere informatie

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 1. Inleiding Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 07.04.2014 De evaluatiepraktijk die het departement EWI hanteert, voorziet

Nadere informatie

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van

Nadere informatie

Evaluatie van de steunverlening voor bedrijventerreinmanagement. Netwerkbijeenkomst

Evaluatie van de steunverlening voor bedrijventerreinmanagement. Netwerkbijeenkomst Evaluatie van de steunverlening voor bedrijventerreinmanagement Netwerkbijeenkomst AGENDA Doel en werkwijze van de onderzoeksopdracht De beleidstheorie ontrafeld De evaluatie resultaten: - Kwantitatieve

Nadere informatie

NIDAP Informatie 02042015 / Audits NIDAP. Opleidingsmarktonderzoek. Informatie over onze onderzoeksdiensten NIDAP 2015

NIDAP Informatie 02042015 / Audits NIDAP. Opleidingsmarktonderzoek. Informatie over onze onderzoeksdiensten NIDAP 2015 Opleidingsmarktonderzoek Informatie over onze onderzoeksdiensten 2015 1 Introductie Inleiding In dit korte document staat algemene informatie over onze opleidingsmarktonderzoeken. Tevens wordt dieper ingegaan

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

Toll-net: samenwerken aan e-leren en gecombineerd leren voor volwassenen

Toll-net: samenwerken aan e-leren en gecombineerd leren voor volwassenen AFSTANDSLEREN EN ICT GECOMBINEERD ONDERWIJS 4 1 Toll-net: samenwerken aan e-leren en gecombineerd leren voor volwassenen Steven De Pauw Coördinator Toll-net Steven Verjans Universitair docent Open Universiteit

Nadere informatie

Vlaanderen. is samenwerking COMPLEXE PROJECTEN. Een nieuwe procesaanpak. www.complexeprojecten.be

Vlaanderen. is samenwerking COMPLEXE PROJECTEN. Een nieuwe procesaanpak. www.complexeprojecten.be Vlaanderen is samenwerking COMPLEXE PROJECTEN Een nieuwe procesaanpak www.complexeprojecten.be U heeft het als bestuur of als private initiatiefnemer wellicht reeds meegemaakt. De opstart en uitvoering

Nadere informatie

Woord vooraf. De promotoren Geert Devos Peter Van Petegem Jan Vanhoof

Woord vooraf. De promotoren Geert Devos Peter Van Petegem Jan Vanhoof Woord vooraf Sinds 2007 zijn de Vlaamse scholen in het secundair onderwijs, alsook de Centra voor Volwassenenonderwijs en de Centra voor Leerlingenbegeleiding, verplicht al hun onderwijzend personeel te

Nadere informatie

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Organisation for Economic Coöperation and Development (2002), Education at a Glance. OECD Indicators 2002, OECD Publications, Paris, 382 p. Onderwijs speelt een

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point (NCP) werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma (VCP)

Evaluatie National Contact Point (NCP) werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma (VCP) Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie VCP/NCP-werking Evaluatie National Contact Point (NCP) werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma (VCP) Het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma (VCP)

Nadere informatie

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014 Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014 Doel en opzet Basisprincipes Voorbereidende werkgroepen Resultaat van de Staten-Generaal Vooraf

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Hoe ondernemend zijn onze Vlaamse studenten? Prof Hans Crijns en Sabine Vermeulen

Hoe ondernemend zijn onze Vlaamse studenten? Prof Hans Crijns en Sabine Vermeulen Hoe ondernemend zijn onze Vlaamse studenten? Prof Hans Crijns en Sabine Vermeulen Inleiding Vlaanderen kent de laatste jaren een lage ondernemerschapsgraad. De resultaten voor Vlaanderen in de Global Entrepreneurship

Nadere informatie

ATLEC. Ondersteunende Technologie Leren via Eenvormig Curriculum. State of the Art en Onderzoeksanalyse Samenvatting

ATLEC. Ondersteunende Technologie Leren via Eenvormig Curriculum. State of the Art en Onderzoeksanalyse Samenvatting ATLEC Ondersteunende Technologie Leren via Eenvormig Curriculum State of the Art en Onderzoeksanalyse Samenvatting WP nummer WP titel Status WP2 State of the Art en Onderzoeksanalyse F Project startdatum

Nadere informatie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie Opdrachtsverklaring Missie - Visie 1. Missie Sint-Lodewijk biedt aangepast onderwijs en/of begeleiding op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een motorische beperking. Ook het gezin en breder

Nadere informatie

Handleiding bij projectvoorstel Innovatie

Handleiding bij projectvoorstel Innovatie OP ESF Vlaanderen 2014-2020 Prioriteit uit OP: 5 Innovatie en Transnationaliteit Handleiding bij projectvoorstel Innovatie Analyse De bedoeling is dat je bij het beantwoorden van de vragen helder en to

Nadere informatie

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking Vlaamse Regering Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan herstel het vertrouwen van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008 Tussen de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen TITEL: FLEXIBLE JOB SEARCH BEHAVIOR AMONG UNEMPLOYED JOBSEEKERS: ANTECEDENTS AND OUTCOMES

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

Mag het iets meer zijn?

Mag het iets meer zijn? Levenslang leren West-Vlaanderen Werkt 3, 2010 Mag het iets meer zijn? De opleidingsbehoeften in de West-Vlaamse bedrijven en organisaties Syntra West - Chris Cardinael Tanja Termote sociaaleconomisch

Nadere informatie

Aanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker

Aanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker Aanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker ONDERZOEKSPROJECT ZONDER DOCTORAATSFINALITEIT. Titel project. Projectvoorstel (max. 4000 woorden, excl. tabel ) a. State-of-the art en probleemstelling Omschrijf

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Langdurig ziekteverzuim is een erkend sociaal-economisch en sociaal-geneeskundig probleem op nationaal en internationaal niveau. Verschillende landen hebben wettelijke maatregelen genomen

Nadere informatie

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? In deze fiche vind je instrumenten om de interculturele competenties van personeelsleden op te bouwen en te vergroten zodat het diversiteitsbeleid

Nadere informatie

http://keyconet.eun.org

http://keyconet.eun.org Europees Beleidsnetwerk met betrekking tot Sleutelcompetenties in het onderwijs http://keyconet.eun.org it her Health & Consumers Santé & Consommateurs Over het KeyCoNet project KeyCoNet (2012-14) is een

Nadere informatie

Oproep Mensgericht ondernemen

Oproep Mensgericht ondernemen Oproep Mensgericht ondernemen MO - Situatieschets Geef een korte situatieschets van uw organisatie op dit moment zowel naar werking als naar context. Link dit aan uw kwaliteitsopstap/ -paper. Project steeds

Nadere informatie

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van

Nadere informatie

VR DOC.0923/1BIS

VR DOC.0923/1BIS VR 2018 2007 DOC.0923/1BIS DE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Visienota - Kwaliteits- en registratiemodel voor de dienstverleners binnen Werk /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor?

Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor? 8 Ondernemers voor Ondernemers Jaarverslag 2014 9 Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor? Missie De missie van de vzw Ondernemers voor Ondernemers (opgericht in 2000) is het bevorderen van duurzame

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie Vlaamse Ouderenraad vzw 26 augustus 2011 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies

Nadere informatie

Structuur geven aan onze seniorenadviesraad

Structuur geven aan onze seniorenadviesraad Seniorenadviesraad Kampenhout 1 Structuur geven aan onze seniorenadviesraad Structureren in 4 stappen : -Oprichting adviesraad - Behoefteonderzoek - Opmaak beleidsplan - Opvolging van het beleid Structureren

Nadere informatie

1. Aanleiding voor de evaluatie

1. Aanleiding voor de evaluatie Evaluatie BAN Vlaanderen Plan van aanpak Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Afdeling Ondernemen en Innoveren 11.06.2010 Plan van aanpak van de evaluatie van

Nadere informatie

SESSIE 4: ORGANISATIES EN INZETBAARHEID

SESSIE 4: ORGANISATIES EN INZETBAARHEID Arbeidsmarktcongres 2013 Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE Donderdag 7 februari 2013 Provinciehuis Vlaams-Brabant SESSIE 4: ORGANISATIES EN INZETBAARHEID In het Vlaamse loopbaanakkoord 2012 wordt benadrukt

Nadere informatie

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie De Global Entrepreneurship Monitor (GEM) is een jaarlijks onderzoek dat een beeld geeft van de ondernemingsgraad van een land. GEM

Nadere informatie

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking Vlaamse Regering Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan herstel het vertrouwen van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008 Tussen de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Welkom op deze focusgroep!

Welkom op deze focusgroep! Focusgroep 02/02/06 1 Mobiliseren, dynamiseren en enthousiasmeren van onze (toekomstige) zilvervloot op de arbeidsmarkt Welkom op deze focusgroep! Focusgroep 02/02/06 2 www.flandersdc.be FDC heeft de volgende

Nadere informatie

Situering Wat biedt het Meetinstrument Centrumbeheer (MICB)? Concrete toepassing van het meetinstrument Uitvoering: rol gemeente en rol RESOC MWVL

Situering Wat biedt het Meetinstrument Centrumbeheer (MICB)? Concrete toepassing van het meetinstrument Uitvoering: rol gemeente en rol RESOC MWVL Situering Wat biedt het Meetinstrument Centrumbeheer (MICB)? Concrete toepassing van het meetinstrument Uitvoering: rol gemeente en rol RESOC MWVL Tijdspad Meer info? Lokale besturen dienen te zorgen dat

Nadere informatie

De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet. Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk

De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet. Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk Peter Van Petegem Jan Van Hoof EduBROn UA Jef C. Verhoeven Ina Buvens Centrum voor Onderwijssociologie KU

Nadere informatie

Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS)

Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS) Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS) Commissie Onderwijs Vlaams Parlement 2 juni 2016 Promotoren: Prof. Dr. Piet Van Avermaet (UGent) Prof. Dr. Mieke Van Houtte (UGent) Prof. Dr. Stef Slembrouck

Nadere informatie

Advies. Krijtlijnen voor de hervorming van het stelsel van de opleidingscheques

Advies. Krijtlijnen voor de hervorming van het stelsel van de opleidingscheques Brussel, 9 juni 2010 SERV_ADV_20100609_Krijtlijnen_stelsel_opleidingscheques.doc Advies Krijtlijnen voor de hervorming van het stelsel van de opleidingscheques Advies De SERV formuleerde op 14 oktober

Nadere informatie

Call for ideas: sollicitatiefeedback

Call for ideas: sollicitatiefeedback Call for ideas: sollicitatiefeedback Probleemstelling Een centrale component in de dienstverlening van VDAB is de bemiddeling naar werk. VDAB leidt geschikte kandidaten toe naar werkgevers die hun vacatures

Nadere informatie

Evaluatie Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen

Evaluatie Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie FWO Evaluatie Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen In de beheersovereenkomst 2002-2007 tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Fonds voor Wetenschappelijk

Nadere informatie

Benchmark uw. productielogistiek. Productiebedrijven in Vlaanderen. met uitsterven bedreigd. springlevend

Benchmark uw. productielogistiek. Productiebedrijven in Vlaanderen. met uitsterven bedreigd. springlevend Iedere ochtend in Afrika ontwaakt een leeuw met de wetenschap dat hij sneller moet lopen dan de traagste gazelle Productiebedrijven in Vlaanderen met uitsterven bedreigd springlevend of? Benchmark uw productielogistiek

Nadere informatie

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID Resultaten Dienstverlening m.b.t. de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid in het kader van het decreet van 13 juli 2001 en het

Nadere informatie

Sessie 7 :: Kennisgebaseerd beleid en de praktijk

Sessie 7 :: Kennisgebaseerd beleid en de praktijk Sessie 7 :: Kennisgebaseerd beleid en de praktijk Spreker: Joris Janssens (VTI) Voorstelling Onderzoeksplatform Cultuur Spreker: Filip Libin (Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media) Voorstelling Repertorium

Nadere informatie

Thema 4: Competentiemanagement

Thema 4: Competentiemanagement Thema 4: Competentiemanagement Competentiemanagement (of management van vaardigheden) is de praktijk van het begrijpen, ontwikkelen en inzetten van mensen en hun competenties. Hoewel competentiemanagement

Nadere informatie

Naar een EPB 2.0. Ann Collys 7 juni 2018

Naar een EPB 2.0. Ann Collys 7 juni 2018 Naar een EPB 2.0 Ann Collys 7 juni 2018 Aanleiding Stand van zaken Impact Vervolg Inhoud Aanleiding Akkoord van april 2017 tussen de drie gewestministers van Energie Akkoord over een hervorming van EPB

Nadere informatie

Evaluatie van de activeringsplicht van oudere werklozen

Evaluatie van de activeringsplicht van oudere werklozen Evaluatie van de activeringsplicht van oudere werklozen Auteur: Joost Bollens 1 Abstract In de loop van mei 2009 werd in Vlaanderen de zogenaamde systematische aanpak van de VDAB (de Vlaamse Dienst voor

Nadere informatie

TTALIS. Leraren doorheen de loopbaan : deelname aan, intensiteit van en behoefte aan professionalisering

TTALIS. Leraren doorheen de loopbaan : deelname aan, intensiteit van en behoefte aan professionalisering Leraren doorheen de loopbaan : TTALIS deelname aan, intensiteit van en behoefte aan professionalisering Bevindingen uit de Teaching And Learning International Survey (TALIS) 2013 IN FOCUS Inhoudsopgave

Nadere informatie

Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers

Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers Introductie Wat we (denken te) weten over competentieontwikkeling Middel tot het versterken van inzetbaarheid

Nadere informatie

Schoolleider tussen functie en beroep

Schoolleider tussen functie en beroep Schoolleider tussen functie en beroep Resultaten van twee enquête-onderzoeken onder schoolleiders en bestuurders 2015 September 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Schoolleider tussen functie en beroep...

Nadere informatie

Opportuniteiten voor een leeftijdsbewust HRM Prof. dr. Ans De Vos HRM Centre Vlerick Leuven Gent Management School

Opportuniteiten voor een leeftijdsbewust HRM Prof. dr. Ans De Vos HRM Centre Vlerick Leuven Gent Management School Opportuniteiten voor een leeftijdsbewust HRM Prof. dr. Ans De Vos HRM Centre Vlerick Leuven Gent Management School ans.devos@vlerick.be Prof. dr. Ans De Vos 1 Waar we niet omheen kunnen Verdrag van Lissabon:

Nadere informatie

Evaluatie. van het DREAM-project SAMENVATTING

Evaluatie. van het DREAM-project SAMENVATTING Evaluatie van het DREAM-project SAMENVATTING Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel 13 juni 2008 Samenvatting In de

Nadere informatie

Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code. Advies. deontologische code voor loopbaandienstverlening

Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code. Advies. deontologische code voor loopbaandienstverlening Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code Advies deontologische code voor loopbaandienstverlening Inhoud Op 2 december 2003 vroeg de Vlaamse Minister van Werkgelegenheid en Toerisme R.

Nadere informatie

Omvorming naar de masteropleidingen

Omvorming naar de masteropleidingen Omvorming naar de masteropleidingen Herindiening van Masteropleiding Informatica - 120 studiepunten Juni 2004 I. Indiener 1. Faculteit / Gemeenschappelijke Raad - Onderwijscommissie WETENSCHAPPEN - Onderwijscommissie

Nadere informatie

Evaluatie Odysseusinitiatief. Volledige naam

Evaluatie Odysseusinitiatief. Volledige naam Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie Evaluatie Odysseusinitiatief Evaluatie Odysseusinitiatief Het Odysseusinitiatief is bedoeld als een startfinanciering om uitstekende Vlaamse onderzoekers

Nadere informatie

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE ACADEMISCHE MIGRATIE elijkse statistieken Jaar 2018 1. Binnenkomende visumaanvragen 1 Tabel 1. Aantal aanvragen visa D, door de diplomatieke en consulaire posten ontvangen in het kader van academische

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

Van Meten naar Verbeteren in de Jeugdzorg. De case van Holland Rijnland Echt inzicht. Voorbij de getallen.

Van Meten naar Verbeteren in de Jeugdzorg. De case van Holland Rijnland Echt inzicht. Voorbij de getallen. Van Meten naar Verbeteren in de Jeugdzorg De case van Holland Rijnland Echt inzicht. Voorbij de getallen. Van Meten naar Verbeteren in de Jeugdzorg: De case van Holland Rijnland 1 De Jeugdwet en Cliëntervaring

Nadere informatie

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking Vlaamse Regering Addendum bij het Protocol van samenwerking In het kader van het economisch impulsplan herstel het vertrouwen van de Vlaamse regering goedgekeurd op 14 november 2008 Tussen de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Evaluatie DREAM-project. Studiedienst en Prospectief Beleid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie

Evaluatie DREAM-project. Studiedienst en Prospectief Beleid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Evaluatie DREAM-project Studiedienst en Prospectief Beleid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie 1. Aanleiding van de evaluatie Aan het departement Economie, Wetenschap en Innovatie is n.a.v. het

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Evaluatiekader Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument

Nadere informatie

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030

Nadere informatie

Vaardigheden voor de toekomst: een economisch perspectief

Vaardigheden voor de toekomst: een economisch perspectief Vaardigheden voor de toekomst: een economisch perspectief Prof. Maarten Goos Universiteit Utrecht & KU Leuven VLOR Startdag, 17 september 2015 Het economische belang van vaardigheden 1. Vaardigheden en

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Digitale (r)evolutie in België anno 2009 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 9 februari Digitale (r)evolutie in België anno 9 De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 71% van de huishoudens in

Nadere informatie

EUROPEES LABEL VOOR INNOVATIEF TALENONDERWIJS 2008

EUROPEES LABEL VOOR INNOVATIEF TALENONDERWIJS 2008 EUROPEES LABEL VOOR INNOVATIEF TALENONDERWIJS 2008 INFORMATIEBROCHURE INHOUDSTAFEL 1. Wat is het Europees Label voor Innovatief Talenonderwijs? 2. Welk is het thema van het Europees Label voor Innovatief

Nadere informatie

Studie naar Innovatiegerichtheid en arbeidsmarktpositie van IWT doctorandi

Studie naar Innovatiegerichtheid en arbeidsmarktpositie van IWT doctorandi agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie 83 November 2014 Studie naar Innovatiegerichtheid en arbeidsmarktpositie van IWT doctorandi Sarah Botterman (GFK Belgium) Colofon Wilt u meer weten

Nadere informatie

Technologieontwikkeling in de wegenbouw

Technologieontwikkeling in de wegenbouw Technologieontwikkeling in de wegenbouw - Hoe de rollen van de overheid het projectresultaat beïnvloeden - NL- Samenvatting van promotieonderzoek dr.ir JC Caerteling Deze dissertatie levert een bijdrage

Nadere informatie