C.V.I. 5.6 Meten van temperaturen 5.6 METEN VAN TEMPERATUREN: METHODEN, SYSTEMEN EN AAN- DACHTSPUNTEN. Eckenhausen WarmteTechnologie Deventer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "C.V.I. 5.6 Meten van temperaturen 5.6 METEN VAN TEMPERATUREN: METHODEN, SYSTEMEN EN AAN- DACHTSPUNTEN. Eckenhausen WarmteTechnologie Deventer"

Transcriptie

1 5 METHODEN VAN ONDERZOEK 5.6 METEN VAN TEMPERATUREN: METHODEN, SYSTEMEN EN AAN- DACHTSPUNTEN Auteur : F.W. Eckenhausen Eckenhausen WarmteTechnologie Deventer maart 2000 blad 1 van 22

2 INHOUDSOPGAVE 1 TEMPERATUURSCHALEN Ontwikkeling van de thermometer Verschillende temperatuurschalen Internationale temperatuurschaal van TEMPERATUUROPNEMERS Responstijd Mechanische en elektrische opnemers Veelgebruikte soorten elektrische opnemers in de voedingsmiddelensector Metaalweerstandsensors Thermistors IC- sensors Thermokoppels Infraroodsensors 11 3 SIGNAALVERWERKING EN OPSLAG VAN MEETWAARDEN Versterken en lineariseren van een meetsignaal AD-conversie 13 4 CONTROLE VAN THERMOMETERS: KALIBRATIE EN IJKING 14 5 UITVOERING EN TOEPASSING VAN MEETAPPARATUUR Insteekvoelers Schrijvende thermometers Dataloggers Meter/logger-combinaties 19 6 PRAKTISCHE TEMPERATUURMETINGEN EN MOGELIJKE FOUTEN Fouten bij het meten van de temperatuur in een vloeibaar of gasvormig medium (of bulkmateriaal) Fouten bij het meten van de temperatuur in vaste of (deels) vloeibare producten Fouten bij temperatuurmetingen ten behoeve van een temperatuurregeling 22 7 LITERATUUR 22 blad 2 van 22

3 1 TEMPERATUURSCHALEN 1.1 Ontwikkeling van de thermometer Alhoewel het begrip 'warmtegraden' (dat overeenkomt met het tegenwoordige begrip 'temperatuur') al in de Middeleeuwen werd gebruikt, begint de ontwikkeling van de thermometer pas tegen het einde van de 16 e eeuw. Rond 1600 werden de eerste instrumenten vervaardigd, ondermeer door Galilei (ca. 1592), waarmee een temperatuurindicatie kon worden verkregen. De werking hiervan berustte op de uitzetting van lucht door verwarming (bij constante druk). De constructie was eenvoudig: een glazen bol met lucht, van de buitenlucht afgesloten door een hoeveelheid vloeistof in een dun glazen buisje. Een volumeverandering van de lucht in de bol, als gevolg van een temperatuurverandering, wordt zichtbaar gemaakt door een verplaatsing van de vloeistofkolom in het buisje. Dergelijke voorlopers van de thermometer, zogenaamde thermoscopen, hadden nog geen schaalverdeling. Bovendien was ook de heersende luchtdruk van invloed op de positie van de vloeistofkolom. Uit dit soort instrumenten zijn na verloop van tijd de eerste thermometers voortgekomen zoals bijvoorbeeld de Florentijnse thermometer. Later ging men vloeistofthermometers gebruiken, gebaseerd op de uitzetting door verwarming van een vloeistof zoals alcohol of kwik. In het begin van de 18 e eeuw ontstonden er verschillende temperatuurschalen, waarvan de bekendste nog steeds worden gebruikt. Voor deze schalen, aangebracht op vloeistofthermometers, gebruikte men steeds twee min of meer reproduceerbare 'ijk'-temperaturen. 1.2 Verschillende temperatuurschalen De temperatuurschaal van Fahrenheit, die in de Angelsaksische landen nog steeds wordt toegepast, dateert van De uit Duitsland afkomstige instrumentmaker Gabriël Fahrenheit ( ) vervaardigde in ons land betrouwbare kwikthermometers. Als laagste ijkpunt voor zijn schaalverdeling nam hij de temperatuur van een mengsel van ijs en salmiak, een zogenaamd 'koudmakend mengsel' met een reproduceerbare temperatuur van ongeveer -18 C (de Celsius-schaal bestond toen overigens nog niet). Dit was de laagste temperatuur die hij kon bereiken. Als hoogste ijkpunt nam Fahrenheit de temperatuur van het menselijk lichaam. Deze temperatuur definieerde hij als 96 graden. Hij verdeelde de afstand tussen de beide ijkpunten aanvankelijk in 24 stukken, waarna hij elk stuk nog tweemaal halveerde. In 1742 stelde de Zweed Anders Celsius ( ) een temperatuurschaal voor die was gebaseerd op de temperaturen van smeltend ijs en kokend water, beide bij een druk van 1 atmosfeer. Celsius ging uit van de kwikthermometer, die op dat moment als het meest bruikbare instrument werd beschouwd. Als nulpunt nam hij de temperatuur van kokend water, de temperatuur van smeltend ijs stelde hij op 100 graden. Later heeft men deze punten verwisseld en ontstond de Celsius-schaal in zijn huidige vorm. Bij de definiëring van de temperatuurschaal op de kwikthermometer werd ervan uitgegaan dat de uitzetting van kwik exact lineair is met de temperatuur. Deze aanname bleek later een zwak punt, nog afgezien van andere praktische onvolkomenheden van de thermometer. Ook de temperatuurschaal van de Fransman Réaumur ( ), die in Frankrijk nog lang in gebruik is geweest, is gebaseerd op smeltend ijs en kokend water. Réaumur verdeelde zijn thermometer tussen deze beide ijkpunten echter niet in 100, maar in 80 gelijke delen. Overeenkomstig de schalen van Celsius en Réaumur is de schaal van Fahrenheit later eveneens gerelateerd aan smeltend ijs en kokend water. Bij het ijken van een thermometer in graden Fahrenheit werd smeltend ijs op 32 graden gesteld en kokend water op 212 graden. Behalve het nulpunt is ook de grootte van één graad op de schalen van Celsius en Fahrenheit verschillend. Tussen smeltend ijs en kokend water liggen 100 graden Celsius, tegen 180 graden Fahrenheit. De graad Fahrenheit is dus 100/180, ofwel 5/9 deel van de graad Celsius. blad 3 van 22

4 Omrekenen gaat als volgt: F = /5 C en C = 5/9 ( F - 32) Om van zo'n omrekening één voorbeeld te geven: als referentietemperatuur voor de berekening van sterilisatiewaarden (F-waarden) heeft men destijds in de VS een ronde temperatuur van 250 F gekozen, omgerekend naar graden Celsius is dit 5/9 (250-32) = 121,11 C. Halverwege de 19 e eeuw introduceerde William Thomson ( , sinds 1892 Lord Kelvin) de zogenaamde absolute temperatuurschaal. Deze is niet gebaseerd op de kwikthermometer, maar op de gasthermometer. Hierbij wordt een reservoir, gevuld met een verdund gas, in de te meten omgeving gebracht. Zodra het gas in het reservoir de omgevingstemperatuur aangenomen heeft, wordt de druk van het gas gemeten. Uit de gemeten druk kan nu de temperatuur worden afgeleid. De druk van een ideaal gas is volgens de wet van Boyle evenredig met de temperatuur van het gas mits het volume constant gehouden wordt. Het soort gas speelt hierbij geen rol. Als de gemeten druk met een gasthermometer in een grafiek wordt uitgezet tegen de temperatuur (in graden Celsius, gemeten met een kwikthermometer), ontstaat er een rechte lijn. Wordt deze lijn vervolgens geëxtrapoleerd naar onderen, dan snijdt deze de x- as bij een temperatuur van -273,15 C (de gasdruk is dan 0). Deze temperatuur noemt men het absolute nulpunt. Kelvin liet zijn temperatuurschaal bij dit punt beginnen (zij het dat de nauwkeurigheid van de metingen het toen niet toeliet om het absolute nulpunt op minder dan één graad nauwkeurig te bepalen). Het nulpunt van de kelvin-schaal ligt dus bij -273,15 C. De kelvin (K), dus zonder 'graad' (vroeger was het K), is in grootte gelijk aan de graad Celsius. Dit maakt het omrekenen gemakkelijk: K = C + 273,15 en C = K - 273,15. Voor de volledigheid kan nog worden vermeld dat er ook een absolute temperatuurschaal bestaat, waarbij de grootte van de graad overeenkomt met één graad Fahrenheit. Dit is de schaal van Rankine (genoemd naar W.J.M. Rankine): R = F + 459,67. De absolute of thermodynamische temperatuurschaal, gebaseerd op de ideale gasthermometer, geldt als primaire standaard voor het meten van temperaturen. De kelvin is één van de zeven grondeenheden van het internationale eenhedenstelsel (SI-systeem). Naast de kelvin is de graad Celsius in het SI-systeem blijvend erkend. Voor temperatuurverschillen maakt het overigens niet uit welke van de twee eenheden wordt gebruikt. Het gebruik van de Fahrenheit-schaal is officieel niet meer toegestaan, maar is in de Engelstalige landen kennelijk moeilijk uit te bannen, evenals een aantal andere Angelsaksische eenheden. Hoewel de absolute temperatuurschaal in eerste instantie werd gedefinieerd aan de hand van het vriespunt (smeltend ijs) en het kookpunt van zuiver water bij een druk van 1 atmosfeer, ofwel 1013,25 hpa (hectopascal), is smeltend ijs als ijkpunt al in 1948 vervangen door het zogenaamde tripelpunt van water. Dit is de temperatuur waarbij de drie fasen van een stof (in dit geval ijs, water en waterdamp) met elkaar in evenwicht zijn. Het tripelpunt van water ligt bij 0,01 C (273,16 K) en heeft als voordeel dat het met een grotere nauwkeurigheid reproduceerbaar is. Vanaf 1954 definieert men de absolute temperatuurschaal nog uitsluitend op het tripelpunt van water, het kookpunt wordt hiervoor sindsdien niet meer gebruikt. De absolute temperatuurschaal is nu gebaseerd op twee vaste punten: het absolute nulpunt en het tripelpunt van water. blad 4 van 22

5 1.3 Internationale temperatuurschaal van 1990 De ideale gasthermometer, geijkt bij het tripelpunt van water, geldt weliswaar als de primaire standaard voor temperatuurmetingen, maar is zeer onpraktisch in het gebruik. Dit instrument wordt dan ook alleen in sommige gespecialiseerde standaardisatie-laboratoria gebruikt. Voorschriften voor de kalibratie van praktische thermometers zijn vastgelegd in een internationale praktische temperatuurschaal. De meest recente versie hiervan is de 'International Temperature Scale 1990' (ITS-90). Deze schaal is voortgekomen uit eerdere versies (zoals ITS-27, IPTS-48, IPTS-68). Basis van de internationale temperatuurschaal is een reeks van 17 goed reproduceerbare temperaturen die gebaseerd zijn op faseovergangen van een aantal zuivere stoffen en waarvan de waarde met een gasthermometer nauwkeurig is vastgelegd. Tabel 1 toont de 5 temperaturen die vallen in het bereik dat voor de productie van voedingsmiddelen van toepassing is (van invriezen tot grillen en braden). Opvallend is dat het kookpunt van water in tabel 1 ontbreekt. In de voorlaatste versie van de internationale praktische temperatuurschaal (ITPS-68) kwam deze temperatuur nog wel voor. Inmiddels is echter gebleken dat het kookpunt van water niet bij 100,00, maar bij 99,97 C ligt. Voor alle temperatuurgebieden worden nauwkeurig gespecificeerde meetinstrumenten voorgeschreven als secundaire standaard. Voor het traject tussen -259,35 C en 961,78 C zijn dit platina weerstandthermometers (zie 2). De elektrische weerstand van een platinadraad (Pt) is gelijk aan de relatieve weerstandswaarde in kolom 3 van tabel 1 maal de weerstand van deze draad bij 0,01 C. Voor temperaturen tussen de vaste punten bevat ITS-90 een reeks interpolatieformules (dit is nodig, omdat de weerstand van een Ptelement wel ongeveer, maar niet precies lineair is met de temperatuur ervan). Tabel 1 Enkele vaste punten van de ITS-90 temperatuurschaal (smelt- en stolpunten gelden bij een druk van Pa) temperatuur ( C) omschrijving relatieve weerstand van platina -38,8344 tripelpunt van kwik 0, ,01 tripelpunt van water 1, ,7646 smeltpunt van gallium 1, ,5985 stolpunt van indium 1, ,928 stolpunt van tin 1, TEMPERATUUROPNEMERS 2.1 Responstijd Een temperatuurmeting kost altijd enige tijd, namelijk de tijd die de sensor nodig heeft om de temperatuur van de te meten omgeving aan te nemen. De benodigde tijd is groter naarmate de sensor een grotere massa heeft en de omhulling dikker is. Voor snelle metingen moet de sensor klein zijn en moet de omhulling dun en goed geleidend zijn. Het snelst is uiteraard een sensor die open en bloot ligt, hetgeen soms bij thermokoppels het geval is. Als maat voor de snelheid, waarmee een thermometer zich aan een nieuwe temperatuur aanpast, gebruikt men de responstijd of tijdconstante, met als symbool de Griekse letter tau (τ). Als een sensor plotseling in een nieuw medium wordt gebracht is τ de tijd die nodig is om het oorspronkelijke temperatuurverschil tussen de sensor en het medium met een factor e te doen afnemen (net als bijvoorbeeld π is het getal e is een wiskundige constante: e = 2,7183). blad 5 van 22

6 Na de responstijd is er van het temperatuurverschil nog 1/e 100 % = 36,8 % over, anders gezegd: het verschil is dan met 63,2 % verminderd. De responstijd wordt daarom ook wel de t 63,2-waarde genoemd. Voor de praktijk zijn als maat voor de snelheid van een voeler de t 90-waarde en de t 99-waarde handiger. Dit zijn de tijden die de voeler nodig heeft om een plotseling temperatuurverschil voor respectievelijk 90% en 99% te volgen (dus 10 maal en 100 maal kleiner te doen worden). Deze constanten kunnen als volgt uit τ berekend worden: t 90 = 2,3026 τ en t 99 = 4,6052 τ De getallen 2,3026 en 4,6052 in deze formules zijn de natuurlijke logaritmen van 10 en 100: ln(10) en ln(100). Algemeen geformuleerd geldt dat de tijd die nodig is om het temperatuurverschil tussen sensor en omgeving x maal kleiner te maken gelijk is aan ln(x) τ. Stel dat een sensor met een temperatuur van 20 C plotseling in een omgeving wordt gebracht met een constante temperatuur van -20 C. Als de thermometer op hele graden afleesbaar is, hoe lang duurt het dan voor deze -20 C aangeeft bij een responstijd van 1 minuut? Om het oorspronkelijke temperatuurverschil van 40 C te verminderen tot 0,5 C (dus 80 maal kleiner te maken) is een tijd nodig van 1 ln(80) = 4,4 min. Figuur 1 Temperatuurverloop van een sensor met een responstijd van 10 s na plotseling overbrengen van kokend water naar smeltend ijs Tijd [s] Als voorbeeld van het bovenstaande toont figuur 1 het temperatuurverloop van een sensor die zich aanvankelijk in kokend water (100 C) bevindt en dan plotseling wordt overgebracht in smeltend ijs (0 C). De responstijd is in dit voorbeeld 10 s. Van de plotselinge temperatuurverandering van 100 C is na 10 s nog maar 36,8 C over. De responstijd hangt niet alleen af van de voeler zelf, maar ook van de aard en stromingstoestand van het medium. In stromend water is de responstijd bijvoorbeeld veel kleiner (bijvoorbeeld enkele seconden) dan in stilstaande lucht (bijvoorbeeld enkele minuten). Dit wordt veroorzaakt door het verschil in warmteoverdrachtscoëfficiënt (bijvoorbeeld 1000 W/m²K in water, tegen 10 W/m²K in lucht). Als de voeler in het voorbeeld van figuur 1 van smeltend ijs naar kokend water wordt overgebracht zal de responstijd kleiner zijn dan 10 s, aangezien kokend water een zeer goede warmteoverdracht geeft. Een responstijd kan in de praktijk worden bepaald aan de hand van een grafische weergave van het gemeten temperatuurverloop in de aanpassingsfase. Op de x-as wordt blad 6 van 22

7 de tijd uitgezet en op de y-as de natuurlijke logaritme van het temperatuurverschil tussen sensor en omgeving. Dit levert een rechte lijn met -1/τ als richtingscoëfficiënt. 2.2 Mechanische en elektrische opnemers De vertrouwde kwikthermometers worden momenteel eigenlijk alleen nog in laboratoriumsituaties gebruikt. Vanwege het risico van vrijkomend kwik bij breuk mogen ze bij de productie van voedingsmiddelen niet meer worden gebruikt. Mechanische thermometers, die nog wel veel voorkomen, zijn bimetaalthermometers en thermometers waarvan de werking berust op de druktoename van een gas, een vloeistof of vloeistof/damp-systeem bij temperatuurverhoging. De werking van een bimetaalthermometer berust op het kromtrekken van een uit twee lagen bestaande (meestal spiraalvormige) strook, waarvoor metalen zijn gebruikt met verschillende uitzettingscoëfficiënten. Bimetaalthermometers zijn eenvoudig, robuust en goedkoop, maar voor nauwkeurige metingen ongeschikt. Temperatuurvoelers met gas/vloeistof-vulling worden veel gebruikt voor temperatuurregelingen (thermostaten). Deze voelers zijn via een capillair verbonden met de meet- (en eventueel regel-)eenheid. Voor nauwkeurige metingen worden tegenwoordig vrijwel uitsluitend elektrische thermometers gebruikt. Zoals bij de zojuist genoemde (mechanische) thermometers op basis van een met gas/vloeistof gevulde voeler, bestaat het meetsysteem hier uit twee gedeelten: De sensor, ofwel het opnemer-element Dit is de plaats waar de eigenlijke meting wordt verricht. De sensor kan zich in de meter zelf bevinden (interne sensor) of buiten de meter (externe sensor). Heeft een thermometer een interne sensor, dan meet het apparaat de temperatuur van de ruimte waarin het zich bevindt. Voor een meting op afstand is een externe sensor nodig. Meestal is de sensor in dit geval opgenomen in een beschermende omhulling (de voeler), die direct of via een kabel is verbonden met de meter. Bij een kerntemperatuurvoeler bevindt zich de sensor, die dan zeer klein moet zijn, in de punt van de voeler. Wordt er een meting gedaan, dan neemt de sensor de temperatuur van zijn directe omgeving aan en geeft vervolgens een elektrisch signaal af (bijvoorbeeld een spanning) waarvan de grootte afhankelijk is van de temperatuur. De eigenlijke meter (de rest van het apparaat) Deze heeft tot taak de sensor, als dit nodig is, te voorzien van een voedingsspanning en het elektrische signaal van de sensor te vertalen naar een temperatuur, die vervolgens op de meter moet kunnen worden uitgelezen. In plaats van een kastje met elektronica kan de meter ook de gedaante hebben van een insteekkaart voor de computer. Na aanbrengen van zo'n kaart kan een sensor meteen op de computer worden aangesloten. Een dergelijke insteekkaart bevat tevens een zogenaamde AD-converter, die het meetsignaal voor de computer omzet in een binaire waarde (zie 3). De uitlezing vindt dan plaats met een computer, waarin de metingen desgewenst ook kunnen worden opgeslagen. 2.3 Veel gebruikte soorten elektrische opnemers in de voedingsmiddelensector Metaalweerstandsensors Tot deze soort behoren de Pt-100 en de Pt-1000-elementen. De werking van deze sensors berust op het feit dat de elektrische weerstand van een metaal (zoals in dit geval platina) toeneemt met de temperatuur. Alhoewel platina veruit het meest wordt toegepast, worden soms ook andere metalen gebruikt in weerstandsensors, zoals bijvoorbeeld nikkel (Ni). Traditioneel wordt voor de fabricage van een metaalweerstandelement een dunne metaaldraad gebruikt. Zo wordt een Pt-100-element gemaakt van een zeer fijne draad van zuiver platina, gewonden op een glazen of keramische spoel. De lengte van deze draad is zodanig dat de weerstand ervan exact 100 ohm bedraagt bij 0 C (bij een Pt-1000-element is deze weerstand 1000 ohm). blad 7 van 22

8 Tegenwoordig worden er ook Pt-elementen gemaakt waarbij het platina de vorm heeft van een folie of een zeer dunne film. Folie-temperatuuropnemers lenen zich goed voor het meten van oppervlaktetemperaturen (ook aan gebogen oppervlakken). Met behulp van de dunnefilm-techniek kunnen metaalweerstandsensors veel kleiner worden gemaakt dan de traditionele draadgewonden elementen. De weerstand van een Pt-element, te meten met een zogenaamde brugschakeling (zie verderop), is vrijwel lineair met de temperatuur. De relatieve weerstandstoename van een materiaal per graad temperatuurstijging noemt men de temperatuurcoëfficiënt. Platina heeft een temperatuurcoëfficiënt van 0,385 % per C. Voor nauwkeurige temperatuurmetingen is het noodzakelijk rekening te houden met de, zij het geringe, niet-lineariteit van een Pt-weerstand element. In de Duitse norm DIN43760 zijn de specificaties van metaalweerstandthermometers (zowel Ni- als Pt-elementen) vastgelegd. Voor de weerstand van een Pt-100-element geldt: voor het gebied tussen -200 C en 0 C: R t = R 0 {1 + A t + B t 2 + C (t - 100) t 3 } voor het gebied tussen 0 C tot 850 C: R t = R 0 (1 + A t + B t 2 ) In deze formules is t de temperatuur in C en zijn R 0 en R t zijn de weerstanden bij respectievelijk 0 en t C. De constanten A, B en C hebben de volgende getalswaarden: A = 3, B = -5, C = -4, Weerstandthermometers zijn zeer stabiel en kunnen erg nauwkeurig zijn. Het feit dat de weerstand van de toevoerdraden enigermate wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur kan een evenwel een meetfout veroorzaken. Deze fout kan worden voorkomen door toepassing van een zogenaamde drie- of vierdraadsschakeling. Figuur 3 geeft een indruk van deze beide schakelingen. Figuur 2 Weerstandmeting via een driedraads- en een vierdraadsschakeling (V = spanningsbron; I = stroombron) a A R 1 R(T) driedraadsschakeling D V B c R 3 R2 b C R(T) vierdraadsschakeling V I blad 8 van 22

9 Bij de afgebeelde driedraadsschakeling wordt de zogenaamde brug van Wheatstone gebruikt. R 1 en R 2 zijn vaste weerstanden waarvan de waarde exact gelijk is. R 3 is een instelbare weerstand, waarvan de ingestelde waarde afleesbaar is. Voor zeer nauwkeurige metingen kan als instelbare weerstand een weerstandsbank of decaden-bank worden gebruikt. Bij de zogenaamde nulmethode wordt R 3 zodanig ingesteld, dat het spanningsverschil tussen de punten B en D nul is. Dit kan worden waargenomen met de spanningsmeter die hier als nulindicator fungeert. De weerstand tussen de punten A en B is nu gelijk aan die tussen B en C. De draden a en b dienen exact gelijk aan elkaar te zijn, zodat ze dezelfde weerstand hebben ongeacht de omgevingstemperatuur. De weerstand van draad c is niet van belang daar er tussen B en D geen stroom loopt. De te meten weerstand R(T) van het weerstandelement is nu gelijk aan R 3. Bij een vierdraadsschakeling wordt in plaats van een spanningsbron een stroombron gebruikt. De weerstand van de toevoerdraden speelt daardoor geen rol. Voorwaarde is wel dat de weerstand van de beide draden tussen de spanningsmeter en de weerstandsensor te verwaarlozen is ten opzichte van de ingangsweerstand van de meter. Doordat er bij het meten met een weerstandsensor altijd een zekere stroom door de sensor loopt, zal er hierin onvermijdelijk enige warmte worden opgewekt. Om te voorkomen dat dit de meting beïnvloedt, dient deze stroom zo klein mogelijk te blijven. Dit is met name van belang bij een trage warmteoverdracht tussen sensor en medium zoals bij metingen in lucht, vooral als de circulatie beperkt is. Vanwege hun stabiliteit en betrouwbaarheid worden weerstandelementen (meestal Pt-100) in de praktijk zeer veel gebruikt. Zoals reeds vermeld worden gespecificeerde Ptweerstandelementen door ITS-90 als secundaire standaard voorgeschreven voor kalibraties in een groot temperatuurtraject Thermistors Een thermistor is feitelijk ook een weerstandelement. In plaats van een metaal bevat dit element een halfgeleidermateriaal, waarvan de weerstand temperatuurafhankelijk is. In tegenstelling tot de weerstand van een metaal neemt de weerstand van de halfgeleider in een thermistor bij een temperatuurverhoging meestal af. De sensor heeft dan een negatieve temperatuurcoëfficiënt. Hiervoor gebruikt men de afkorting NTC (van Negative Temperature Coefficient). Vergeleken met een metaalweerstandelement is een NTC veel gevoeliger. De weerstandsverandering per graad ligt hier in de orde van procenten in plaats van tienden van een procent. Het verband tussen temperatuur en weerstand is bij een thermistor overigens lang niet zo mooi lineair als bij een metaalweerstandelement. Behalve hun grote gevoeligheid hebben thermistors het voordeel dat ze klein zijn en dus een korte responstijd hebben. Het nadeel is dat ze maar in een beperkt temperatuurgebied kunnen worden gebruikt, tot ruim 100 C, zodat ze voor het gebruik in een oven niet geschikt zijn. Verder is een thermistor vrij fragiel. Het laten vallen of hard stoten van de sensor maakt deze onbetrouwbaar. Dit geldt overigens ook voor een weerstandsensor. Veel dataloggers gebruiken als opnemer-element een NTC-thermistor IC-sensors Een IC-sensor is een chip (Integrated Circuit) die een spanning of stroom afgeeft, die lineair is met de temperatuur. Een IC-sensor heeft, evenals een thermistor, een beperkt temperatuurbereik bijvoorbeeld -55 C tot +150 C en is bovendien vrij traag (lange responstijd). blad 9 van 22

10 2.3.4 Thermokoppels Thermokoppels zijn minder nauwkeurig en stabiel dan metaalweerstandelementen, maar zijn robuust en flexibel in het gebruik. Ze kunnen worden ingezet op plaatsen die met andere sensors niet of zeer moeilijk bereikbaar zijn. Bovendien kunnen met dit type sensor zeer korte responstijden worden gerealiseerd. Een thermokoppel kan zeer eenvoudig worden gemaakt door de uiteinden van twee draden van verschillende metalen aan beide uiteinden met elkaar te verbinden, zodat er een gesloten kring ontstaat. Als de beide laspunten op een verschillende temperatuur gebracht worden, zal er hierdoor een kleine stroom door de draden worden opgewekt. Als de kring onderbroken wordt, zal er geen stroom meer kunnen lopen, maar zal er op de open uiteinden een kleine spanning komen te staan. Deze spanning wordt thermospanning genoemd. Het ontstaan van een spanning uit een temperatuurverschil noemt men het Seebeck-effect, naar Thomas Seebeck die dit verschijnsel in 1821 ontdekte. De gevormde thermospanning is min of meer evenredig met het temperatuurverschil tussen de laspunten. De gevormde spanning per graad temperatuurverschil heet de Seebeck-coëfficiënt. Deze coëfficiënt hangt af van de gekozen combinatie van metalen. Een veel gebruikt thermokoppel is de combinatie van koper en constantaan (constantaan is een legering van koper en nikkel). De Seebeck-coëfficiënt van dit koppel is ongeveer 0,04 mv/ C. Als de Seebeck-coëfficiënt van een thermokoppel bekend is, kan dit koppel worden gebruikt voor het meten van temperaturen. Het temperatuurverschil tussen de beide laspunten kan worden bepaald door meting van de gevormde thermo-spanning. Wordt er bijvoorbeeld (bij koper-constantaan) een spanning van 2 mv gemeten dan betekent dit dat het temperatuurverschil tussen de lassen 2 / 0,04 = 50 C bedraagt. Hiermee is dus weliswaar het temperatuurverschil tussen de laspunten bepaald, maar niet de temperaturen zelf. Dit probleem kan worden opgelost door één van de beide lassen, de zogenaamde 'koude las', in een thermoskan met smeltend ijs te houden. De andere las, de 'warme las', kan dan als sensor worden gebruikt voor het meten van de temperatuur. Daar de temperatuur van de koude las 0 C is, is het temperatuurverschil gelijk aan de temperatuur van de warme las (in C). Om de noodzaak van een thermoskan met smeltend ijs voor de koude las te elimineren wordt de koude las in de praktijk meestal opgenomen in de meter zelf. Via het meten (bijvoorbeeld met een IC-sensor) van de koude las-temperatuur kan het nulpunt nu elektronisch (hardware-matig) dan wel software-matig worden nagebootst. Thermokoppeldraad kan per meter in verschillende soorten en kwaliteiten worden gekocht. De beide draden zitten dan bij voorkeur in elkaar gedraaid (getwist) om storing door elektromagnetische velden te vermijden. De beide draden zijn hierbij voorzien van een isolatie. Soms worden de draden samen ook nog omgeven door een beschermende isolatie, eventueel met een afscherming van gevlochten koper. Bij het meten met een thermokoppel worden de beide draden aan de ene kant aan elkaar gemaakt, bij voorkeur gesoldeerd of gepuntlast. De andere uiteinden worden verbonden met het meetinstrument. Hiervoor zijn speciale stekkers in de handel, waarvan de pootjes van hetzelfde materiaal gemaakt zijn als de beide draden. De lengte van de draden doet er in principe niet toe. Naast koper-constantaan zijn er nog diverse andere thermokoppels die regelmatig worden gebruikt. Tabel 2 geeft een overzicht van vier gangbare typen. Koper-constantaan (type T) is, zoals uit de tabel blijkt, het nauwkeurigst. Dit type is tevens het meest geschikt voor het gebruik in een vochtige omgeving. De kleuren die in de tabel staan vermeld, zijn de kleuren van de isolatie van de afzonderlijke draden. Hieraan kan men het type thermokoppel herkennen. Er bestaan verschillende kleurcoderingen (ANSI, DIN, IEC/CEI, BS, NF). In tabel 2 is de Amerikaanse (ANSI) kleurcodering vermeld. blad 10 van 22

11 chromel-alumel NiCr-NiAl K geel-rood 0,040 mv/ C C 1,1 C koper-constantaan Cu-CuNi T blauw-rood 0,040 mv/ C C 0,5 C Tabel 2 Overzicht van enkele gangbare thermokoppels kleuren: Amerikaanse (ANSI-) kleurcode Seebeck-coëfficiënt: de opgegeven waarde geldt bij een temperatuur van 20 C Nauwkeurigheid: de vermelde nauwkeurigheid geldt alleen als deze meer is dan 0,4% van de meetwaarde, anders is de nauwkeurigheid 0,4% van de meetwaarde thermokoppel symbolen code kleuren Seebeckcoëff. bereik nauwk. ijzer-constantaan Fe-CuNi J wit-rood 0,051 mv/ C C 1,1 C chromelconstantaan NiCr-CuNi E violet-rood 0,062 mv/ C C 1,0 C Bij de aansluiting van een thermokoppel op een meetinstrument kan het belangrijk zijn te weten welke draad positief is (+) en welke negatief (-). Het als eerste genoemde metaal is altijd positief. De negatieve draad is volgens de vermelde kleurcodes altijd rood. In de genoemde thermokoppels komen 2 zuivere metalen voor (Fe en Cu). De metalen constantaan, chromel en alumel zijn speciale legeringen. Constantaan (symbool CuNi) is een legering van voornamelijk koper en nikkel. Chromel en alumel bestaan grotendeels uit nikkel. Chromel (symbool NiCr) bevat 10% chroom. Alumel (symbool NiAl) bevat onder meer 2% aluminium Infraroodsensors Met infraroodsensors kunnen oppervakte-temperaturen op afstand, dus contactloos, worden gemeten. Elk oppervlak met een temperatuur boven het absolute nulpunt zendt elektromagnetische straling uit. De intensiteit van deze straling neemt toe met de temperatuur. Het uitgezonden vermogen (P) is evenredig met de vierde macht van de absolute temperatuur (T) van het oppervlak: P [W/m 2 ] = ε 5, T 4 Hierin is ε de emissiecoëfficiënt van het oppervlak. In het ideale geval van een perfect spiegelend oppervlak is de emissiecoëfficiënt 0; een volledig zwart oppervlak, een zogenaamde zwarte straler, heeft een emissiecoëfficiënt van 1. De uitgezonden straling is over een zeker golflengtegebied verdeeld. De spectrale verdeling van de uitgezonden straling verschuift met de temperatuur T van het oppervlak. De golflengte (λ max) waarbij de meeste energie wordt uitgezonden kan worden berekend met: λ max [µm] = 2890 / T Figuur 3 toont de spectrale verdeling van de door een zwart oppervlak uitgezonden straling bij verschillende oppervlaktetemperaturen. Het zichtbare deel van het spectrum loopt van 0,4 µm (violet) tot 0,7 µm (rood). Het (nabije) infrarood begint dus ongeveer bij 0,7 µm. Uit de figuur blijkt dat de stralingsintensiteit bij alle golflengten toeneemt als de temperatuur stijgt. Het zwaartepunt van de spectrale verdeling verschuift bij temperatuurverhoging naar links. Bij lage temperaturen ligt de uitgezonden straling geheel in het infrarode gebied en is dus onzichtbaar. Bij hogere temperaturen wordt er ook zichtbare straling uitgezonden (licht), waarvan de kleur van dof rood verschuift naar helder wit naarmate de temperatuur hoger wordt. In figuur 3 is te zien dat er bij 1000 C, naast infrarood, ook zichtbaar licht wordt uitgestraald in het hele zichtbare golflengtegebied. Bij 600 C raakt de getekende curve in de figuur net aan het rode deel van het zichtbare spectrum (weliswaar met een zeer geringe intensiteit, maar voor het menselijk oog goed zichtbaar). Met een stralingsthermometer of infraroodsensor wordt slechts een deel van de uitgezonden straling gemeten, liggend in het infrarode gebied. blad 11 van 22

12 Bij veel meters wordt het gedeelte gemeten in het golflengtegebied tussen 8 en 14 µm. Bij het meten van een groter deel van het spectrum treedt het probleem op dat de lucht, met het hierin aanwezige CO 2 en H 2O, tussen het te meten oppervlak en de sensor een deel van de straling absorbeert, waardoor de afstand tussen sensor en oppervlak op de meting van invloed is. Uit de door de sensor ontvangen stralingsenergie kan de temperatuur van het gemeten oppervlak worden berekend. De sensor meet alle straling die binnen een bepaalde hoek ontvangen wordt. Het te meten oppervlak moet het 'gezichtsveld' van de sensor geheel vullen om er zeker van te zijn dat alleen dit oppervlak gemeten wordt. Heeft het te meten oppervlak een emissiecoëfficiënt lager dan 1, dan moet de meting hiervoor worden gecorrigeerd. Overigens is elk oppervlak een perfecte zwarte straler als hierin een gat wordt geboord met een diepte van minimaal 6 keer de doorsnede. De meethoek moet dan wel zodanig zijn dat de sensor alleen dit gat 'ziet'. Figuur 3 Uitgezonden straling door een zwart oppervlak bij verschillende temperaturen Relatieve intensiteit [W/m²/µm] ,1 0, C 600 C 37 C 0, Golflengte [µm] 3 SIGNAALVERWERKING EN OPSLAG VAN MEETWAARDEN 3.1 Versterken en lineariseren van een meetsignaal Een sensor geeft een elektrisch signaal af, vaak een spanning. Dit signaal moet door het meetinstrument worden vertaald naar een meetwaarde, in dit geval naar een temperatuur. Hierbij spelen verschillende factoren een rol. - Nulpuntcorrectie Ook als de te meten grootheid 0 is, geeft de sensor vaak een zeker signaal af. De grootte van dit nulsignaal moet van elk gemeten signaal worden afgetrokken. - Versterken van het meetsignaal Het meetsignaal is vaak te klein om met de vereiste nauwkeurigheid te kunnen worden gemeten, zodat het eerst dient te worden versterkt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een thermokoppel. Meestal wordt een zodanige versterking toegepast dat het signaal na nulpuntcorrectie een standaardbereik heeft van bijvoorbeeld van 0 tot 5 V. blad 12 van 22

13 - Linearisering Dit is nodig om het versterkte meetsignaal te kunnen omzetten in een reële meetwaarde zoals temperatuur. Linearisering van het meetsignaal behoeft enige toelichting. De ideale sensor geeft een signaal dat exact evenredig is met de te meten grootheid. In de praktijk voldoet hieraan geen enkele sensor. De Pt-weerstandsensor benadert dit ideaal het best, maar ook hier moet voor een nauwkeurige meting rekening worden gehouden met een zekere nietlineariteit. Bij thermokoppels is de niet-lineariteit nog veel groter. De thermo-spanning is namelijk niet precies evenredig met de temperatuur. Dit komt tot uiting in de zogenaamde Seebeck-coëfficiënt. Voor koper-constantaan bijvoorbeeld neemt deze toe van 0,039 mv/ C bij 0 C tot 0,047 mv/ C bij 100 C en 0,053 mv/ C bij 200 C. Dit probleem kan op twee manieren worden opgelost. De ene oplossing is hardware-matig: het meetsignaal wordt via een elektronische schakeling gelineariseerd of er wordt gebruik gemaakt van een niet-lineaire schaal. De tweede oplossing is software-matig: de temperatuur wordt nauwkeurig berekend met behulp van een polynoom: y = a 0 + a 1 x + a 2 x 2 + a 3 x 3 + a 4 x 4 + a 5 x 5 + a 6 x 6 + a 7 x 7 + a 8 x 8 + a 9 x 9 In deze formule is y de temperatuur en x de gemeten thermospanning. De polynoomcoëfficiënten a 0 t/m a 9 zijn in officiële tabellen vastgelegd. Tabel 3 toont deze coëfficiënten voor de thermokoppels van tabel 2. Een software-matige linearisering maakt het gebruik van verschillende thermokoppels mogelijk op één meetapparaat. Dit apparaat moet dan worden overgeschakeld op een andere polynoom. Tabel 3 Polynoomcoëfficiënten van de thermokoppels van tabel 2 (NBS) type J 0 tot 760 C type K 0 tot 1370 C type T -160 tot 400 C type E -100 tot 1000 C a 0-0, , , , a , , , ,45282 a , , , ,0850 a , , , ,5 a , , ,6 a ,83506E+10 6,97688E+11 1,10866E+10 a ,18452E+12-2,66192E+13-1,76807E+11 a 7-1,38690E+13 3,94078E+14 1,71842E+12 a ,33708E ,19278E+12 a ,06132E AD-conversie Voor het opslaan van meetwaarden in een elektronisch geheugen van een computer of datalogger moeten deze waarden nog worden geconverteerd. Het signaal van een sensor, bijvoorbeeld de spanning van een thermokoppel, kan binnen het meetgebied alle mogelijke waarden aannemen. De grootte van het signaal is een continue variabele, met andere woorden: een analoog signaal. Stel dat dit signaal door de elektronica van de meter wordt versterkt en gelineariseerd tot een spanning tussen 0 en 5 Volt, die lineair is met de te meten temperatuur. blad 13 van 22

14 Deze spanning is nog steeds analoog en kan tussen 0 en 5 Volt elke denkbare waarde aannemen. Om nu uit de verkregen spanning een meetresultaat te verkrijgen, dat kan worden opgeslagen in een computergeheugen, moet het meetresultaat van de analoge spanning ergens tussen 0 en 5 Volt worden omgezet in een digitale waarde. Dit is een binair getal, ofwel een getal van enen en nullen. Hiertoe bevat een datalogger en elke andere meter die zijn meetwaarden aan een computer kan doorgeven, een zogenaamde AD-converter. (analoog - digitaal omzetter). De goedkoopste dataloggers bijvoorbeeld gebruiken een zogenaamde 8 bits AD-converter. Deze geeft een binair getal van 8 bits (ofwel 1 byte). Een 8 bits converter zet de analoge meetwaarde om in een binair getal met een lengte van 8 bits. Het grootste getal van 8 bits is De decimale waarde hiervan is = = 255. Het totale meetbereik van de meter wordt nu dus onderverdeeld in 255 stapjes. Stel dat het meetbereik loopt van -50 tot +150 C. Het totale bereik van 200 C wordt dan verdeeld in 255 stapjes, dus in stapjes van 200/255 = 0,78 C. De resolutie of uitleesnauwkeurigheid van de meetwaarden is hier dus circa 0,8 C. Ook al zou de meter een meetnauwkeurigheid hebben van bijvoorbeeld 0,2 C dan zou men hier niets aan hebben. Om de meetnauwkeurigheid van de meter ten volle te benutten mag de resolutie van de AD-converter niet grover zijn dan de meetnauwkeurigheid. Elke bit die een AD-converter meer geeft, verkleint de stapgrootte met een factor 2. Een 10 bits converter zou dus in het zojuist gegeven voorbeeld een resolutie opleveren van circa 0,2 C. Goede dataloggers hebben tegenwoordig een resolutie van 14 bits. 4 CONTROLE VAN THERMOMETERS: KALIBRATIE EN IJKING Algemene richtlijnen, procedures en verantwoordelijkheden bij kalibratie van meetmiddelen zijn te vinden in de normbladen, NEN 2646, NEN 2647, NEN 2648, NEN Om de belangrijkste begrippen te verhelderen worden hieronder een aantal definities gegeven, ontleend aan NEN 2649 ('Voorwaarden te stellen aan meet- en kalibratiesystemen'). Standaard Geautoriseerd meetmiddel bestemd om één of meer waarden van een grootheid te definiëren of te verstoffelijken, te conserveren of te reproduceren, ten einde deze door vergelijking naar andere meetmiddelen over te brengen. Primaire standaard Standaard die betrekking heeft op een bepaalde grootheid en die de hoogste metrologische hoedanigheid op dit gebied vertegenwoordigt. Secundaire standaard Standaard waarvan de waarde wordt bepaald door een directe of indirecte vergelijking met een primaire standaard. Referentiestandaard Secundaire standaard waarmee standaarden van lagere nauwkeurigheid worden vergeleken. Werkstandaard Standaard die, zelf gekalibreerd door vergelijking met een referentiestandaard, bestemd is voor het kalibreren van de overige meetmiddelen en referentiematerialen. Internationale standaard Standaard die door een overeenkomst tussen twee of meer landen is aangewezen om als basis te dienen voor het vaststellen van de waarden van alle standaarden van de gegeven grootheid. Nationale standaard Standaard die wettelijk is aangewezen om in een land als basis te dienen voor het vaststellen van de waarden van alle andere standaarden van de gegeven grootheid. In het algemeen is de nationale standaard ook de primaire standaard. blad 14 van 22

15 Kalibreren Het bepalen van de waarde van de afwijkingen van een meetmiddel of referentiemateriaal ten opzichte van een van toepassing zijnde standaard en, indien noodzakelijk, het bepalen van andere metrologische eigenschappen. Justeren Het verrichten van handelingen nodig om het meetmiddel of referentiemateriaal zodanig nauwkeurig te laten functioneren dat het geschikt is voor het gebruiksdoel. IJken Het vaststellen of het meetmiddel of referentiemateriaal geheel voldoet aan de bij de aard van het onderzoek behorende en op het tijdstip van de vaststelling geldende voorschriften. Veelal geschiedt dit vaststellen onder verantwoordelijkheid van een nationale metrologische dienst. Het wettelijk ijken houdt tevens in het waarmerken van het geijkte als zodanig. Kalibratiestatus Status van een meetmiddel of referentiemateriaal ten aanzien van de omvang van en de termijnen voor de kalibratie, alsmede een eventuele beperking in het gebruik van het meetmiddel of referentiemateriaal. Thermometers kunnen soms, zonder dat dit onmiddellijk opvalt, een behoorlijke afwijking vertonen. Om dit probleem te ondervangen, is het nodig belangrijke thermometers met een vaste regelmaat te laten kalibreren en indien nodig justeren. De aanwijzing van de meter wordt dan bij een aantal vaste temperaturen in het werkgebied van de meter vergeleken met een standaard. De hierbij gebruikte standaard is via de hierboven aangegeven hiërarchie van standaarden herleidbaar op de primaire standaard. Desgewenst kunnen sensoren ook afzonderlijk worden gekalibreerd, dus los van het meetinstrument. Wenst men een officieel kalibratie-certificaat, dan dient de betreffende kalibratie te worden uitgevoerd door een door de Nederlandse Kalibratie Organisatie (NKO) geaccrediteerde instantie zoals Kalibra, KEMA, Fluke, Thermo Electric, etc. Bij een door het NKO erkende kalibratie moet er volgens nauwkeurig omschreven richtlijnen worden gewerkt (EN en ISO/IEC richtlijn 25). Het feit dat een kalibratie is uitgevoerd door een geaccrediteerde instelling wil nog niet zeggen dat dit een officiële NKO-kalibratie is. Vaak kan worden volstaan met een goedkopere niet-officiële kalibratie. Een officiële kalibratie is altijd herleidbaar op de internationale standaard (ITS-90). Afgezien van een al dan niet officiële kalibratie kan men een thermometer, datalogger of ander temperatuurmeetinstrument meestal gemakkelijk zelf controleren met behulp van smeltend ijs (0 C) en kokend water (100 C). De meter moet dan zijn voorzien van een externe voeler of in zijn geheel ondergedompeld kunnen worden in kokend water. Deze werkwijze kan dus niet bij alle meetapparaten worden toegepast. Het is wel van belang dat men uitsluitend gedestilleerd of gedemineraliseerd water gebruikt (ook voor het ijs). Leidingwater bevat altijd een kleine hoeveelheid mineralen ('kalk'), die het smeltpunt verlagen en het kookpunt verhogen. Voor het controleren van de meter bij 0 C moet een thermoskan worden gebruikt met een fijnverdeeld mengsel van water en ijs (in de vorm van een natte brij). Hier moet de sensor dan in worden gehouden tot de aanwijzing van de meter niet meer verandert. Bij een datalogger zonder uitleesvenster dient de tijd aan de veilige kant te worden genomen. Voor het controleren van de meter bij 100 C gebruikt men water dat zacht en regelmatig aan de kook is, bijvoorbeeld in een pan. Ook hier moet de sensor voldoende tijd krijgen om de temperatuur van het water aan te nemen. Als de luchtdruk op het moment van de meting toevallig net aan de hoge of lage kant is, zal dit een fout veroorzaken. Het kookpunt van 100 C voor zuiver water geldt namelijk alleen bij een druk van 1 atmosfeer. Op een barometer is dit een druk van 1013 mbar. Moderne barometers gebruiken de eenheid hpa (hectopascal), deze is gelijk aan de mbar. Naarmate de luchtdruk hoger is, zal ook de kooktemperatuur van water hoger liggen. blad 15 van 22

16 Tabel 4 geeft het verband tussen het kookpunt van water en de heersende luchtdruk. De drukken die in de tabel vermeldt staan, bestrijken de hele schaalverdeling van een gebruikelijke barometer. Alhoewel de uitersten van deze schaal zich zelden zullen voordoen, zijn afwijkingen tot één graad Celsius zeer wel mogelijk. Tabel 4 Het kookpunt van water bij verschillende barometerstanden luchtdruk [hpa] kookpunt [ C] uchtdruk [hpa] kookpunt [ C] luchtdruk [hpa] kookpunt [ C] luchtdruk [hpa] kookpunt [ C] , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,6 Als er, bij een controle zoals hier beschreven is, een onacceptabele afwijking wordt geconstateerd is natuurlijk de vraag wat er dan dient te gebeuren. Het bijstellen (justeren) van de thermometer is niet altijd eenvoudig. Misschien zal dit uiteindelijk moeten worden gedaan door de fabrikant, de importeur of een andere instantie. Men kan zich dan tijdelijk behelpen door de foute aanwijzing in te calculeren. 5 UITVOERING EN TOEPASSING VAN MEETAPPARATUUR 5.1 Insteekvoelers Voor het meten van de kerntemperatuur van een product bestaan er insteekvoelers in een groot aantal uitvoeringen. Om heel nauwkeurig op één plaats te meten, moet zo'n voeler zo dun mogelijk zijn. De sensor, die in de voeler zit opgesloten, moet dan bovendien zo klein mogelijk zijn. De sensors waarmee dit het beste kan worden gerealiseerd zijn thermokoppels. Thermokoppeldraden kunnen zeer dun worden gemaakt en ook het laspunt kan zeer klein zijn. Het geheel kan dan worden opgesloten in een roestvrijstalen naaldvoeler met een dikte van ongeveer 1 mm. De sensor bevindt zich doorgaans in de punt van de voeler. Er zijn ook naaldvoelers waarbij de sensor zich precies in het midden van de naald bevindt. Zo'n voeler kan dan helemaal door het product worden heen gestoken (zodat deze er aan beide kanten even ver uitsteekt). In figuur 4 is het gebruik van een dergelijke voeler in een cilindervormig product getekend. De uitstekende delen van de voelernaald zijn hierbij door middel van opgeschroefde nylon busjes van de omgeving afgeschermd. Inmiddels bestaan er ook redelijk dunne naaldvoelers met een Pt-100- element als meetopnemer (naalden tot 1 mm zijn leverbaar). Alhoewel met dunne naaldvoelers heel precies gemeten kan worden, zijn deze in een productiesituatie zeer kwetsbaar. Men gebruikt dan liever voelers met een dikte van enkele millimeters. Met losse thermokoppels kan er overigens ook heel goed in de kern van een product worden gemeten. Het aanbrengen is dan alleen wat lastiger. Het meetpunt wordt dan vaak ter plekke gesoldeerd. Voor het meten op moeilijk bereikbare plaatsen, waar starre insteekvoelers het laten afweten, zijn losse thermokoppels vaak zeer bruikbaar. Thermokoppeldraden zijn bovendien dun genoeg om tussen een deur van een oven of onder een autoclaafdeksel door naar binnen te worden geleid. Mocht een draad hierbij toch worden afgekneld en beschadigd raken, dan kunnen de draden gewoon worden ingekort en opnieuw gesoldeerd. blad 16 van 22

17 Figuur 4 Nauwkeurig meten van de kerntemperatuur van een cilindervormig product met een voelernaald waarvan het meetpunt zich in het midden bevindt 5.2 Schrijvende thermometers Een schrijvende thermometer of temperatuur-recorder is een draagbare of ingebouwde thermometer die het gemeten temperatuurverloop op papier registreert. Meestal gebeurt dit in de vorm van een grafiek, soms ook in de vorm van een lijst met meetwaarden. Sommige apparaten bieden beide mogelijkheden. De meeste recorders beschikken over meerdere meetkanalen en bieden dan aansluitmogelijkheden voor meerdere voelers tegelijkertijd. Ingebouwde schrijvende thermometers registreren elk uitgevoerd verhittingsproces in een kookkast of -ketel of autoclaaf. Het papier wordt bij een recorder aangedreven door een motortje met een constante dan wel instelbare snelheid. Het papier bevat in de lengte een tijdschaal en in de breedte een temperatuurschaal. Een ander type recorder, dat vroeger vrij algemeen werd gebruikt, werkt met ronde papieren schijven. Zo'n schijf draait dan langzaam rond. Is de schijf helemaal rond geweest, 24 uur is hiervoor een gangbare tijd, dan moet deze worden vervangen. Vaak bieden registrerende thermometers tegenwoordig de mogelijkheid om ze aan te sluiten op een computer. De gemeten waarden kunnen daar dan worden afgelezen en opgeslagen in de vorm van bijvoorbeeld een schijfbestand. De afdruk op papier, die een recorder produceert, verliest hiermee langzamerhand zijn betekenis. Voor omstandigheden waar geen netspanning aanwezig is, bijvoorbeeld tijdens lange koeltransporten, zijn er ook schrijvende thermometers die met een veermotor werken. Na te zijn opgewonden, zoals een ouderwetse wekker, kan zo'n apparaatje geruime tijd werken. De eigenlijke thermometer wordt in dit geval gevormd door een bimetaal. Aan het uiteinde van het bimetaal-element bevindt zich een kraspennetje, dat op het papier een grafiek achterlaat. 5.3 Dataloggers Hoewel hierboven geschetste apparaatjes met een veermotor nog steeds bestaan, is hun functie inmiddels grotendeels overgenomen door zogenaamde dataloggers. Een datalogger is een meetinstrument, dat is voorzien van een elektronisch geheugen. Hierin kan een groot aantal metingen worden opgeslagen. Een datalogger werkt op batterijen en is dus onafhankelijk van het lichtnet. De eenvoudigste loggers beschikken over één interne of externe sensor. Op sommige loggers kunnen meerdere externe sensoren worden aangesloten. blad 17 van 22

18 Naast temperatuursensoren kunnen dit ook andere sensoren zijn, zoals voor druk of relatieve vochtigheid. Een eenvoudige datalogger heeft geen uitleesvenster voor de actuele meetwaarde(n). Recentelijk verschijnen er echter ook steeds meer kleine dataloggers op de markt die wel een uitleesvenster hebben in de vorm van een digitaal display; ze zijn dan echter vaak sterk begrensd in resistentie tegen verhoogde temperaturen. Na afloop van een meetsessie kan de inhoud van het loggergeheugen worden ingelezen in een computer. De metingen worden dan opgeslagen in de vorm van een schijfbestand. In het eenvoudigste geval kan de datalogger direct via een kabeltje verbonden worden met de seriële poort (RS-232-ingang) van de computer. Vaak ook loopt de verbinding via een zogenaamde interface die dan bij de logger moet worden aangeschaft. Bij een datalogger hoort altijd een computerprogramma. Dit programma heeft men niet alleen nodig om de metingen in de computer te kunnen inlezen, maar ook om de logger via de computer te kunnen programmeren. Bij het programmeren van een datalogger, voorafgaand aan een meetsessie, wordt aan de logger doorgegeven van wanneer tot wanneer de metingen moeten worden gedaan en welke intervaltijd te gebruiken tussen de opeenvolgende metingen. Dataloggers met één interne temperatuursensor kunnen worden gebruikt voor de registratie van de temperatuur in een ruimte. Dit soort loggers worden bijvoorbeeld gebruikt bij lange koeltransporten van vers vlees. Er wordt dan een logger tussen het vlees gelegd. Bij aankomst kan men zich er dan van (laten) vergewissen dat de koelketen tijdens het transport niet onderbroken is geweest. De uitlezing kan bijvoorbeeld geschieden door uitleesapparatuur aanwezig in het aanleverende voertuig of op een met de geschikte software voorziene computer bij de afnemer. Dataloggers kunnen ook zo worden gemaakt, dat ze geheel water- en drukdicht zijn en bestand tegen een hoge temperatuur. Hierdoor kunnen sommige loggers ook in een kookkast of -ketel worden gebruikt, of zelfs in een autoclaaf. Dit heeft het grote voordeel dat er geen kabels naar buiten hoeven te worden geleid. Met name bij verhittingsapparatuur of vries/koel-tunnels, die volgens het doorstoomprincipe werken, is dit een zeer groot voordeel. Voor de registratie van de kerntemperatuur van een product tijdens een verhittings- of koelproces heeft men een logger nodig die is voorzien van tenminste één externe sensor in de vorm van een insteekvoeler al dan niet met een flexibel kabeltje tussen de voeler en de logger. Om aan te geven onder welke omstandigheden een datalogger kan worden ingezet, gebruikt men een code waarmee de dichtheid (beschermingsklasse) wordt aangegeven. Deze code bestaat uit de letters IP (afkorting van International Protection), gevolgd door twee cijfers. Het eerste cijfer geeft de bescherming in tegen vaste voorwerpen en stof. De hoogste beschermingscode is 6: volkomen stofdicht. Het tweede cijfer staat voor de bescherming tegen water. De hoogste beschermingscode is 8: drukwaterdicht tot de aangegeven diepte (elke 10 meter water komt overeen met een druk van 1 atmosfeer). Tabel 5 geeft een overzicht van de IP-codering. Naast de beschermingsklasse is ook het temperatuurgebied van belang waaraan een logger tijdens het meten kan worden blootgesteld. Voor metingen tijdens verhittingsprocessen, waarbij zich de logger in het verhittingsmedium bevindt, moet de logger tegen de gebruikte temperaturen bestand zijn. Verder is hier de hoogste dichtheidsklasse vereist: IP68. Er zijn loggers in de handel die bij temperaturen tot 125 C kunnen worden gebruikt. Voor metingen bij nog hogere temperaturen, bijvoorbeeld in een oven, kan er bij sommige loggers nog een speciale isolerende behuizing worden geleverd. Hierin kan de betreffende logger dan een beperkte tijd worden gebruikt. De door de fabrikant opgegeven maximale verblijftijd van de logger bij een bepaalde temperatuur is uiteraard korter, naarmate de temperatuur hoger is. blad 18 van 22

Elementaire meettechniek (7)

Elementaire meettechniek (7) Elementaire meettechniek (7) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-5-6) 1 Temperatuurmetingen In de motorvoertuigentechniek kunnen we de temperatuurmetingen onderscheiden in 1 : Temperatuurmetingen door het systeem

Nadere informatie

TEMPERATUURSENSOR ML45M GEBRUIKERSHANDLEIDING

TEMPERATUURSENSOR ML45M GEBRUIKERSHANDLEIDING TEMPERATUURSENSOR ML45M GEBRUIKERSHANDLEIDING CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl Beschrijving Temperatuursensor ML45m meet temperaturen in het bereik van -225 tot 1225 C (-373..

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2)

Theorie: Temperatuur meten (Herhaling klas 2) heorie: emperatuur meten (Herhaling klas 2) Objectief meten Bij het meten van een grootheid mag je meting niet afhangen van toevallige omstandigheden. De temperatuur die je ervaart als je een ruimte binnenkomt,

Nadere informatie

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen. Samenvatting door een scholier 873 woorden 2 maart 2016 7,6 37 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Hoofdstuk 3 1. fasen en fase-overgangen Water komt voor als: - vaste stof (ijs) - vloeistof (vloeibaar

Nadere informatie

C.V.I. 5.3 Het meten van relatieve vochtigheid 5.3 HET METEN VAN RELATIEVE VOCHTIGHEID

C.V.I. 5.3 Het meten van relatieve vochtigheid 5.3 HET METEN VAN RELATIEVE VOCHTIGHEID 5 METHODEN VAN ONDERZOEK 5.3 HET METEN VAN RELATIEVE VOCHTIGHEID Auteur: T. van Daal 1987 Bij de conversie naar een elektronisch beschikbaar document zijn er kleine tekstuele en inhoudelijke wijzigingen

Nadere informatie

Handboek Voedselveiligheid. Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. Bijlage B KOELKETEN BEWAKING

Handboek Voedselveiligheid. Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. Bijlage B KOELKETEN BEWAKING Handboek Voedselveiligheid Vereniging van Nederlandse Voedselbanken Bijlage B KOELKETEN BEWAKING Juni 2014 Versie 1 Voor voedselveiligheid is de borging van de koelketen een belangrijk onderwerp. De temperatuur

Nadere informatie

PROCESBEHEERSING. Temperatuurmetingen Pb-3-06

PROCESBEHEERSING. Temperatuurmetingen Pb-3-06 PROCESBEHEERSING Temperatuurmetingen Pb-3-06 Artikelnr: Pb-3-06 Versie: 1.0 Uitgave: juli 2013 International B.V. PROCESBEHEERSING - Temperatuurmetingen - Pb-3-06 Versie 1.0 juli 2013 Uitgave van: Consortium

Nadere informatie

THERMOKOPPELSENSOR 0135I GEBRUIKERSHANDLEIDING

THERMOKOPPELSENSOR 0135I GEBRUIKERSHANDLEIDING THERMOKOPPELSENSOR 0135I GEBRUIKERSHANDLEIDING CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl Beschrijving De Thermokoppelsensor meet temperatuur in twee bereiken: 200.. 1300 C (grote

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) Uitgave 2016 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur

Nadere informatie

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Naam: Klas: Practicum soortelijke warmte van water Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Doel van de proef Het bepalen van de soortelijke warmte van water

Nadere informatie

Pajottenlandse Radio Amateurs. De multimeter

Pajottenlandse Radio Amateurs. De multimeter Pajottenlandse Radio Amateurs De multimeter ON3BL 05/03/2013 Wat is een multimeter of universeelmeter? Elektronisch meetinstrument waar we de grootheden van de wet van ohm kunnen mee meten Spanning (Volt)

Nadere informatie

LADINGSENSOR BT19i GEBRUIKERSHANDLEIDING

LADINGSENSOR BT19i GEBRUIKERSHANDLEIDING LADINGSENSOR BT19i GEBRUIKERSHANDLEIDING CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl Korte beschrijving De ladingsensor BT19i meet elektronische lading en kan worden gebruikt als vervanging

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING Infrarood Thermometer PCE-IR 100

GEBRUIKSAANWIJZING Infrarood Thermometer PCE-IR 100 PCE Brookhuis B.V. Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon: +31 (0)900 1200 003 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pce-instruments.com/dutch GEBRUIKSAANWIJZING Infrarood Thermometer

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

Indien er bij 2 objecten sprake is van een temperatuurverschil, is er sprake van warmteoverdracht.

Indien er bij 2 objecten sprake is van een temperatuurverschil, is er sprake van warmteoverdracht. Indien er bij 2 objecten sprake is van een temperatuurverschil, is er sprake van warmteoverdracht. Indien er bij 2 objecten sprake is van een temperatuurverschil, is er sprake van warmteoverdracht. Warmteoverdracht

Nadere informatie

+31 (0) E:

+31 (0) E: Contactloze thermometer PCE-IR 100 (HACCP) Contactloze thermometer voor contactloze metingen van levensmiddelen of voor het vaststellen van de kerntemperatuur (m.b.v. een uitklapbare insteeksensor) / de

Nadere informatie

H4 weer totaal.notebook. December 13, 2013. dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4)

H4 weer totaal.notebook. December 13, 2013. dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4) Het Weer (hoofdstuk 4) Luchtdruk Om te begrijpen wat voor weer het is en ook wat voor weer er komt zijn een paar dingen belangrijk Luchtdruk windsnelheid en windrichting temperatuur luchtvochtigheid dec

Nadere informatie

Kalibreren van meetapparatuur

Kalibreren van meetapparatuur Kalibreren van meetapparatuur Vanuit de wettelijk verplichte F-gassen regeling bent u als koeltechnisch bedrijf verplicht met gekeurde meetapparatuur te werken. Afgelopen periode heeft STEK geconstateerd

Nadere informatie

Werkplekbeschrijving: Elektronisch meten

Werkplekbeschrijving: Elektronisch meten Werkplekbeschrijving: Bij dit practicum horen: een bloeddrukmeter; een oorthermometer; een vingerpulseoximeter; een temperatuurmeter; een ph-meter; een geleidbaarheidsmeter; een zuurstofmeter; een luxmeter.

Nadere informatie

Samenvatting natuurkunde Recht evenredig verband =als de ene grootheid 2x zo groot wordt, is dat met de andere grootheid ook zo.

Samenvatting natuurkunde Recht evenredig verband =als de ene grootheid 2x zo groot wordt, is dat met de andere grootheid ook zo. Samenvatting door K. 577 woorden 10 december 2012 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nieuwe natuurkunde Samenvatting natuurkunde 1.1-1.7 1.1 Weersgrootheden Recht evenredig verband =als de ene

Nadere informatie

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE EXAMEN VOORBEREDEND WETENSCHAPPELJK ONDERWJS N 1975 (GYMNASUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE,, " 1: Van een fotocel is de kathode K bedekt met. een laagje metaal mefeen grensgolflengte

Nadere informatie

Pt100 sensoren met kabel

Pt100 sensoren met kabel ME 2050 Buigbare weerstandsthermometer Precisie draadgewonden Pt100 detector enkel of duplex. Aangesloten in een 2, 3 of 4-draads systeem. Nauwkeurigheid volgens IEC 751 standaard klasse B, optie klasse

Nadere informatie

Klimaatbeheersing (2)

Klimaatbeheersing (2) Klimaatbeheersing (2) E. Gernaat (ISBN 978-90-808907-6-3) 1 Natuurkundige begrippen 1.1 Warmte () Warmte is een vorm van energie welke tussen twee lichamen met een verschillende temperatuur kan worden

Nadere informatie

Laservlekmarkering en grote optiek voor nauwkeurige meting ook op grotere afstanden. Snelle meetwaardenweergave van twee metingen per seconde

Laservlekmarkering en grote optiek voor nauwkeurige meting ook op grotere afstanden. Snelle meetwaardenweergave van twee metingen per seconde Infraroodthermometer Snelle en contactloze meting van de oppervlaktetemperatuur Laservlekmarkering en grote optiek voor nauwkeurige meting ook op grotere afstanden C Snelle meetwaardenweergave van twee

Nadere informatie

Alle meetgegevens. Altijd en overal. Op iedere smartphone, tablet of PC. Het WiFi dataregistratiesysteem testo Saveris 2. Analyse & Rapportage

Alle meetgegevens. Altijd en overal. Op iedere smartphone, tablet of PC. Het WiFi dataregistratiesysteem testo Saveris 2. Analyse & Rapportage Analyse & Rapportage Coldstore east 14.09.2014 tot 16.09.2014 Grafische weergave 14/09/2014 15/09/2014 16/09/2014 Data logger 1 ( C) Data logger 2 ( C) Data logger 3 ( C) Tabelvorm weergave Alarmen Alle

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 10

jaar: 1989 nummer: 10 jaar: 1989 nummer: 10 Gegeven een cylindervomtige geleider van 1 m lengte met een diameter van 5 mm. De weerstand van de geleider is R. De draad wordt uitgerekt tot een lengte van 1,2 m terwijl het volume

Nadere informatie

Alle meetgegevens. Altijd en overal. Op iedere smartphone, tablet of PC. Het WiFi dataregistratiesysteem testo Saveris 2. Analyse & Rapportage

Alle meetgegevens. Altijd en overal. Op iedere smartphone, tablet of PC. Het WiFi dataregistratiesysteem testo Saveris 2. Analyse & Rapportage Analyse & Rapportage Coldstore east 14.09.2014 tot 16.09.2014 Grafische weergave 14/09/2014 15/09/2014 16/09/2014 Data logger 1 ( C) Data logger 2 ( C) Data logger 3 ( C) Tabelvorm weergave Alarmen Alle

Nadere informatie

Handleiding voor demonstratie multimeter

Handleiding voor demonstratie multimeter Handleiding voor demonstratie multimeter 24.06.18 3867.70 Omschrijving: Deze demonstratie multimeter is special ontworpen voor educatieve doeleinden en kan de volgende eenheden meten: spanning, stroom.

Nadere informatie

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding)

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding) De bepaling van de positie van een onderwatervoertuig (inleiding) juli 2006 Bepaling positie van een onderwatervoertuig. Inleiding: Het volgen van onderwatervoertuigen (submersibles, ROV s etc) was in

Nadere informatie

2 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 NATUURKUNDE. Woensdag 28 augustus, uur. Zie ommezijde

2 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 NATUURKUNDE. Woensdag 28 augustus, uur. Zie ommezijde 2 H-ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 Woensdag 28 augustus, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren. 1 Meten en verwerken 1.1 Meten Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren. Grootheden/eenheden Een

Nadere informatie

Wiskundige vaardigheden

Wiskundige vaardigheden Inleiding Bij het vak natuurkunde ga je veel rekenstappen zetten. Het is noodzakelijk dat je deze rekenstappen goed en snel kunt uitvoeren. In deze presentatie behandelen we de belangrijkste wiskundige

Nadere informatie

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275 Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4

Nadere informatie

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009

HEREXAMEN EIND MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2009 MNSTERE VAN ONDERWJS EN VOLKSONTWKKELNG EXAMENBUREAU HEREXAMEN END MULO tevens e ZTTNG STAATSEXAMEN END MULO 2009 VAK : NATUURKUNDE DATUM : VRJDAG 07 AUGUSTUS 2009 TJD : 7.30 9.30 UUR DEZE TAAK BESTAAT

Nadere informatie

7. MEETINSTRUMENTEN Inleiding. 7.2 Stroommetingen

7. MEETINSTRUMENTEN Inleiding. 7.2 Stroommetingen 7-1 7. MEETINSTRUMENTEN 7.1 Inleiding Iedere zendamateur doet vroeg of laat metingen. Daarom wordt op het examen enige kennis van de belangrijkste meet-instrumenten gevraagd. We behandelen in dit hoofdstuk

Nadere informatie

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en tem Profielwerkstuk door een scholier 1083 woorden 10 maart 2016 6 7 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Weerstand en tem Hoe heeft de tem invloed op de weerstand van

Nadere informatie

Aanvulling hoofdstuk 1

Aanvulling hoofdstuk 1 Natuur-Scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd VMBO- Tl2 H. Aelmans SG Groenewald 1.

Nadere informatie

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas. Practicum water verwarmen Schenk koud leidingwater in een bekerglas (voor 70% vullen). Verhit het water met een teclubrander. Houd de temperatuur van het water in de gaten met een thermometer. Noteer alle

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

Pt100 sensoren met kabel of stekker

Pt100 sensoren met kabel of stekker ME 2050 Buigbare weerstandsthermometer Precisie draadgewonden Pt100 detector enkel of duplex. Aangesloten in een 2, 3 of 4-draads systeem. Nauwkeurigheid volgens IEC 751 standaard klasse B, optie klasse

Nadere informatie

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Schakeling In de hiernaast afgebeelde schakeling kan de spanning

Nadere informatie

De temperatuur kan op verschillende manieren gemeten worden.

De temperatuur kan op verschillende manieren gemeten worden. 16 De temperatuur T (of θ) met als eenheid de Kelvin [K] is evenals de lengte en de massa één van de basisgrootheden van de stof. De Kelvin [K] is de thermodynamische temperatuur die gelijk is aan het

Nadere informatie

Mac-Solar Stralingsmeter (SLM18c-2) met geïntegreerde sensor, energierendement van zonne-installaties

Mac-Solar Stralingsmeter (SLM18c-2) met geïntegreerde sensor, energierendement van zonne-installaties Mac-Solar Stralingsmeter (SLM18c-2) met geïntegreerde sensor, energierendement van zonne-installaties De zonnestralingsmeter Mac-Solar is een ideaal, handmatig apparaat voor zonneingenieurs, architecten

Nadere informatie

Men schakelt nu twee identieke van deze elementen in serie (zie Figuur 3).

Men schakelt nu twee identieke van deze elementen in serie (zie Figuur 3). jaar: 1989 nummer: 09 Men heeft een elektrisch schakelelement waarvan we het symbool weergeven in figuur 1. De (I,U) karakteristiek van dit element is weergegeven in de nevenstaande grafiek van figuur

Nadere informatie

Naam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A)

Naam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A) Naam: Klas: REPETITIE STOFFEN EN MOLECULEN VWO (versie A) OPGAVE 1 In de figuur hiernaast zijn de zes faseovergangen genummerd. Geef de namen van deze faseovergangen. 1: 2: 3: 4: 5: 6: OPGAVE 2 Geef de

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING Thermometer PCE-IR 50

GEBRUIKSAANWIJZING Thermometer PCE-IR 50 PCE Brookhuis B.V. Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon: +31 (0)900 1200 003 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pce-instruments.com/dutch GEBRUIKSAANWIJZING Thermometer

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton)

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting door een scholier 1404 woorden 25 augustus 2003 5,4 75 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Verwarmen en isoleren Warmte en energie 2.1 Energievraag

Nadere informatie

Parameter Min. Typisch Max. Eenheid. Meetbereik met meegeleverde type-2 thermistor probe ºC. Kabellengte meegeleverde thermistor probe 100 cm

Parameter Min. Typisch Max. Eenheid. Meetbereik met meegeleverde type-2 thermistor probe ºC. Kabellengte meegeleverde thermistor probe 100 cm EL-USB-TP-LCD: thermistor logger met display, -40 ºC tot +125 ºC Bestel on-line bij Vego VOF, levering naar Nederland en Vlaanderen Slechts 82,88 (prijs exclusief 21 % BTW en verzending) EL-USB-TP-LCD:

Nadere informatie

Spanningscoëfficiënt water. 1 Doel 1. 2 Theorie 1

Spanningscoëfficiënt water. 1 Doel 1. 2 Theorie 1 Proefnummer : FE3-W5-WA1 Naam schrijver : René van Velzen Naam medewerker : Guillaume Goijen klas en PGO-groep : TN-P2, Groep 1 Datum practicum : 4 Oktober 2007 Datum inlevering : 11 Oktober 2007 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het

Nadere informatie

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen 1.1 Grootheden en eenheden Opgave 1 a Kwantitatieve metingen zijn metingen waarbij je de waarneming uitdrukt in een getal, meestal met een eenheid. De volgende metingen zijn kwantitatief: het aantal kinderen

Nadere informatie

Webinar. Infrarood-temperatuurmeting

Webinar. Infrarood-temperatuurmeting Webinar Infrarood-temperatuurmeting Infrarood-temperatuurmeting In dit webinar leert u principiële zaken over de contactloze temperatuurmeting met infrarood thermometers. Naast fysische basiskennis en

Nadere informatie

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg.

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1,00.10 3 kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4,19.10 3 J/(kg. ste ronde van de 9de Vlaamse Fysica Olympiade Formules ste onde Vlaamse Fysica Olympiade 7 9de Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen

Nadere informatie

TEAM VOEDSELVEILIGHEID

TEAM VOEDSELVEILIGHEID TEAM VOEDSELVEILIGHEID Notitie Thermometers Versie 2.1 31 augustus 2015 Deze notitie is bedoeld om een advies te geven aan de lokale Voedselbanken in het gebruik van thermometers. De besproken thermometers

Nadere informatie

HERTENTAMEN MEETTECHNIEK (EE1320) Woensdag 24 augustus 2011, 9:00u 12:00u

HERTENTAMEN MEETTECHNIEK (EE1320) Woensdag 24 augustus 2011, 9:00u 12:00u HERTENTAMEN MEETTECHNIEK (EE1320) Woensdag 24 augustus 2011, 9:00u 12:00u Dit tentamen bestaat uit 3 vraagstukken met elk 5 deelvragen. Alle deelvragen tellen in principe even zwaar. Bij dit tentamen mag

Nadere informatie

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012 DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke

Nadere informatie

5 Weerstand. 5.1 Introductie

5 Weerstand. 5.1 Introductie 5 Weerstand 5.1 Introductie I n l e i d i n g In deze paragraaf ga je verschillende soorten weerstanden bestuderen waarvan je de weerstandswaarde kunt variëren. De weerstand van een metaaldraad blijkt

Nadere informatie

+31 (0) E:

+31 (0) E: Digitale contactthermometer PCE-T390 contactthermometer voor type K, J en Pt100 sensoren, met datalogger in SD-geheugenkaart (.xls-formaat) / groot LCD-beeldscherm / werkt op batterijen of via een netstroomcomponent

Nadere informatie

Inhoudsopgave De weerstand

Inhoudsopgave De weerstand Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Inleiding...3 Wet van Ohm...3 Geleidbaarheid (conductantie)...3 Weerstandsvariaties...3 Vervangingsweerstand of substitutieweerstand...4 Serieschakeling...4 Parallelschakeling...4

Nadere informatie

H7 werken met stoffen

H7 werken met stoffen H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-09-2009 W.Tomassen Pagina 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Rekenen.... 3 Hoofdstuk 2 Grootheden... 5 Hoofdstuk 3 Eenheden.... 7 Hoofdstuk 4 Evenredig.... 10 Inleiding... 10 Uitleg...

Nadere informatie

+31 (0)900 1200 003 E:

+31 (0)900 1200 003 E: Luchtvochtigheidsmeter XA1000 Luchtvochtigheidsmeter voor zeer nauwkeurige meting van temperatuur en rel. vochtigheid / Geïntegreerde luchtdruksensor / Online- & Offline gegevensregistratie / Briljante

Nadere informatie

Siliconen verwarmingsmatten

Siliconen verwarmingsmatten Flexibele, siliconen verwarmingsmatten zijn voor zeer veel verschillende toepassingen bruikbaar. De verwarmingsmatten worden toegepast in onder andere laboratoria, ruimtevaart, machinebouw, tankindustrie

Nadere informatie

TEMPERATUURSENSOR 0511 GEBRUIKERSHANDLEIDING

TEMPERATUURSENSOR 0511 GEBRUIKERSHANDLEIDING TEMPERATUURSENSOR 0511 GEBRUIKERSHANDLEIDING CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl Beschrijving Temperatuursensor 0511 meet temperatuur en temperatuurverschillen in het bereik

Nadere informatie

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.

Nadere informatie

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1976

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1976 I V- 14 EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1976 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Dinsdag II mei, 9.3 0-12.30 uur NATUURKUNDE Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24

Nadere informatie

+31 (0) E:

+31 (0) E: Infrarood thermometer met digitale camera PCE-IVT 1 infrarood thermometer met professionele digitale camera voor contactloze metingen met instelbare emissiegraad / extra indicatie van temperatuur en vochtigheid

Nadere informatie

Schakelingen Hoofdstuk 6

Schakelingen Hoofdstuk 6 Schakelingen Hoofdstuk 6 Een schakeling... I = 0,1 A = 100 ma U = 6 V Geen grote stroom door de lamp. Dit komt door de weerstand van die lamp. De weerstand kunnen we berekenen. Presentatie H6 1 De weerstand

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een langere tijdsperiode. Meestal wordt hiervoor 30 jaar gebruikt.

Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een langere tijdsperiode. Meestal wordt hiervoor 30 jaar gebruikt. Werken met klimaatgegevens Introductie Weer en klimaatgegevens worden gemeten. Om deze meetgegevens snel te kunnen beoordelen worden ze vaak gepresenteerd in de vorm van grafieken of kaarten. Over de hele

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1 Eerste ronde - 3ste Vlaamse Fysica Olympiade 3ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde van deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 vragen met vier mogelijke antwoorden. Er is telkens

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast

Nadere informatie

ET uitwerkingen.notebook May 20, 2016

ET uitwerkingen.notebook May 20, 2016 Examentraining Vaardigheden uit Examen 2014 1 1 De afgebeelde foto moet worden omgezet in een schakeling. Hier moet over het lampje ook een spanningsmeter geplaatst worden. (Gebruik de juiste symbolen)

Nadere informatie

Temperatuurmeting met thermokoppels

Temperatuurmeting met thermokoppels Temperatuurmeting met thermokoppels Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Thermokoppelprincipe 1 3 Compensatiekabel. 2 4 Nauwkeurigheid 4 5 Kleurcode voor thermokoppels 4 1 Inleiding Waarschijnlijk is een temperatuurmeting

Nadere informatie

Maandag 15 juni, uur

Maandag 15 juni, uur MAV0-4 Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1981 MAV0-4 Maandag 15 juni, 9.00-11.00 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Dit examen bestaat uit 10 opgaven. Bijlage: 1 antwoordblad

Nadere informatie

Meten is Weten. 1 Inhoud... 1

Meten is Weten. 1 Inhoud... 1 1 Inhoud 1 Inhoud... 1 2 Meten is weten... 2 2.1 Inleiding... 2 2.2 Debieten... 2 2.2.1 Elektromagnetische debietmeters... 4 2.2.2 Coriolis... 4 2.2.3 Vortex... 4 2.2.4 Ultrasoon... 4 2.2.5 Thermische

Nadere informatie

Een of twee aquariumverwarmingen?

Een of twee aquariumverwarmingen? Een of twee aquariumverwarmingen? Categorie: Achtergronden Voor het verwarmen van een aquarium worden meestal aquarium staafverwarmingen gebruikt. Maar wat is de beste optie, één aquarium staafverwarming

Nadere informatie

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS 12 juli 2000 72 --- 13 de internationale olympiade De magnetische schijf 2,5 uur Geef in dit experiment een schatting

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Signaalverwerking

Hoofdstuk 5: Signaalverwerking Hoofdstuk 5: Signaalverwerking Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 5: Signaalverwerking Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

Werkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden

Werkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden Werkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden Grootheden en eenheden Bij het vak natuurkunde spelen grootheden en eenheden een belangrijke rol. Wat dat zijn, grootheden en eenheden? Een grootheid is een

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2007-I

Eindexamen wiskunde B1 havo 2007-I De wet van Moore Eén van de belangrijkste onderdelen van de computer is de chip. Een chip is een elektronische schakeling die uit vele duizenden transistors bestaat. Toch is een chip niet groter dan een

Nadere informatie

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011 Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige

Nadere informatie

Significante cijfers en meetonzekerheid

Significante cijfers en meetonzekerheid Inhoud Significante cijfers en meetonzekerheid... 2 Significante cijfers... 2 Wetenschappelijke notatie... 3 Meetonzekerheid... 3 Significante cijfers en meetonzekerheid... 4 Opgaven... 5 Opgave 1... 5

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

THERMODYNAMICA 2 (WB1224)

THERMODYNAMICA 2 (WB1224) THERMODYNAMICA 2 (WB1224) dinsdag 21 januari 2003 14.00-17.00 u. AANWIJZINGEN Het tentamen bestaat uit twee open vragen en 15 meerkeuzevragen. Voor de beantwoording van de meerkeuzevragen is een formulier

Nadere informatie

Voorbeeld kalibratie procedure voor drukmeters

Voorbeeld kalibratie procedure voor drukmeters Technische Commissie Drukmeting Voorbeeld kalibratie procedure voor drukmeters INHOUD 1 Inleiding 2 2 Uitwerking kalibratieprocedure 3 3 Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie 4 4 Modelcertificaat

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte: LABO Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 7 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../ Evaluatie :.../10

Nadere informatie

SYSTEMEN 11/3/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (28 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

SYSTEMEN 11/3/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (28 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 4 PROEFWERK HOOFDSTUK 3: AUTOMATISCHE SYSTEMEN OOFDSTUK 3: A 11/3/2009 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (28 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Nadere informatie

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen.

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen. Weerstand stroombeperking voor LED s Om de stroom door een LED te beperken wordt een weerstand toegepast. Maar hoe hoog moet de waarde van zo n weerstand eigenlijk zijn? In de dagelijkse praktijk wordt

Nadere informatie

Zelf een simpele ionisatiekamer bouwen

Zelf een simpele ionisatiekamer bouwen Zelf een simpele ionisatiekamer bouwen Simpele ionisatiekamer Een ionisatiekamer is een detector voor ioniserende straling, zoals alfa-, bèta- en gammastraling. Ten gevolge van ionisaties wordt de lucht

Nadere informatie

CO 2 SENSOR 0661I PPM GEBRUIKERSHANDLEIDING

CO 2 SENSOR 0661I PPM GEBRUIKERSHANDLEIDING CO 2 SENSOR 0661I 0-5000 PPM GEBRUIKERSHANDLEIDING CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl Beschrijving CO 2 -sensor 0661i kan gebruikt worden in een verscheidenheid aan biologie-

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1 Hoofdstuk 1 : Hoe haal ik hoge cijfers. 1. Maak van elke paragraaf een samenvatting. (Titels, vet/schuin gedrukte tekst, opsommingen en plaatsjes.)

Nadere informatie

MAGNEETVELDSENSOR BT52I

MAGNEETVELDSENSOR BT52I MAGNEETVELDSENSOR BT52I GEBRUIKERSHANDLEIDING CENTRUM VOOR MICROCOMPUTER APPLICATIES http://www.cma-science.nl Beschrijving De Magneetveldsensor BT52i meet de sterkte van het magnetisch veld en heeft twee

Nadere informatie

Meten is weten als je weet wat je meet

Meten is weten als je weet wat je meet Instrumenten om klimaatparameters te meten Meten is weten als je weet wat je meet Om te begrijpen wat gemeten wordt is het belangrijk een idee te hebben over het meetprincipe waarop het instrument gebaseerd

Nadere informatie