RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Transcriptie

1 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING BEHORENDE BIJ AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING "TIJDELIJKE VERKOOPUNIT VUURWERK" MOLENWERF 36 TE UITGEEST datum: 16 april 2012

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding pagina 2 2. Uitgebreide omschrijving van het project pagina 3 t/m 6 3. Vigerend beleid pagina 7 4. Planologisch regime pagina 7/8 5. Privaatrechtelijke belemmeringen pagina 8 6. Wet kenbaar gemaakte publieksrechtelijke beperkingen pagina 8/9 7. Luchtkwaliteit pagina 9 8. Geluidhinder pagina 9 9. Externe veiligheid pagina Milieuzonering pagina 10/ Bodemkwaliteit pagina Ecologie pagina Water pagina Verkeer en parkeren pagina 13/ Luchthavenindelingsbesluit Schiphol pagina Archeologie pagina Cultuurhistorie pagina Stedenbouwkundige aspecten pagina 14/ Economische uitvoerbaarheid pagina Maatschappelijke uitvoerbaarheid pagina Overige aspecten pagina Conclusie pagina Bijlage 1: kaart situatie bestaand pagina 17 Bijlage 2: kaart situatie nieuw met tijdelijke verkoopunit pagina 18 1

3 1. Inleiding Gegevens initiatiefnemer Schotvanger Beheer B.V. vertegenwoordigt door Dhr. J. Schotvanger en Dhr. D. Schotvanger gevestigd te Uitgeest, is de initiatiefnemer van het plan. Naar aanleiding van een ingediende aanvraag tot een omgevingsvergunning voor een tijdelijke verkoopunit voor consumentenvuurwerk, bestaande uit een verkoopunit, twee opslagbunkers, een watertank en parkeervoorzieningen op eigen grond aan de Molenwerf heeft de gemeente Uitgeest gemeend deze aanvraag ruimtelijk van nadere info te laten voorzien door middel van een Ruimtelijke Onderbouwing. De Ruimtelijke Onderbouwing dient aan te tonen dat op basis van de vigerende regelgeving de tijdelijke verkoopunit geen ruimtelijke belemmeringen voor de omgeving zal opleveren. Overzicht lokatie, plangebied en omgeving De lokatie langs de Molenwerf is kadastraal bekend onder: gemeente: Uitgeest adres: Molenwerf 36 sectie: A nummer: 822 Het perceel aan de Molenwerf 36 is het laatste nog niet ingevulde stuk industrieterrein tegenover de Molen De Dog en duidelijk zichtbaar vanaf de Geesterweg. Het stuk grond m2 groot, is gelegen in het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Noord" vastgesteld op 2 maart 1995 door de Gemeenteraad van Uitgeest. Bestaande situatie Molenwerf 36 is gelegen op het voormalige defensieterrein (juni 1989) dat is herbestemd tot Bedrijventerrein. Inmiddels is het terrein grotendeels ingevuld en bebouwd met bedrijfsgebouwen en kantoren. Dit laatste perceel zal naar alle waarschijnlijkheid de komende jaren, wanneer de markt zich daarvoor leent, ook worden ingevuld met een bedrijfsbestemming (bedrijfsgebouw / kantoor). In bijlage 1 is de bestaande situatie conform de huidige kadastrale onderlegger weergegeven. 2

4 2. Uitgebreide omschrijving van het project Aanleiding Schotvanger Beheer B.V. heeft een bedrijf dat gespecialiseerd is in het inrichten van mobiele verkooppunten voor consumentenvuurwerk. Dit bedrijf is gevestigd onder de naam mobielevuurwerkbunker.nl. Op meerdere lokaties in het land zijn reeds (tegen het einde van het jaar) tijdelijke verkoopplaatsen voor consumentenvuurwerk aangebracht. Met deze verkooppunten is aangetoond dat tijdelijke verkoopunits voor consumentenvuurwerk met duidelijke en heldere veiligheidsvoorwaarden en voorzieningen kan worden aangebracht. Het braakliggende stuk grond aan de Molenwerf 36 te Uitgeest is gedeeld eigendom van de initiatiefnemer. Wegens de slechte markt voor het ontwikkelen van nieuwe bedrijfsgebouwen en kantoren heeft de initiatiefnemer gemeend dat dit een ideale tijdelijke plek is voor de verkoop van consumentenvuurwerk. Met name het ontbreken van directe belendende bebouwing in de vorm van woningen, maakt deze lokatie uitermate geschikt voor het plaatsen van compleet geteste verkoopunits en bunkers met de nodige veiligheidsvoorzieningen eromheen. Met de verkoopunit en bunkers op deze lokatie wordt tevens de verkoop van een deel van consumentenvuurwerk binnen de woonomgeving van de gemeente Uitgeest voorkomen. Nieuwe situatie De initiatiefnemer wenst een vergunning voor het tijdelijk plaatsen van een verkoopunit met opslagbunkers en een watertank. In bijlage 2 is de nieuwe situatie met daarin de gewenste tijdelijke bouwwerken aangegeven, inclusief de afmetingen en afstanden tot de perceelsgrenzen. Ruimtelijke gevolgen (landschappelijke inpassing, verkeersontsluiting, parkeerfaciliteiten) De aanvraag betreft een tijdelijk bouwwerk, welke slechts enkele weken (rond de jaarwisseling) zal worden ingericht. De units hebben slechts een beperkte oppervlakte en hoogte en zullen ruimtelijk opgaan in de bestaande belendende bebouwing. De tijdelijke units zullen worden geplaatst buiten de contouren van de Molenbiotoop en binnen de rooilijnen die zijn ontstaan door de belendende bebouwing van Molenwerf 32 en Molenwerf 48. Parkeren kan geheel geschieden op eigen terrein en de verkeersontsluiting via de Molenwerf is zonder aanvullende voorzieningen te handhaven. Functie Het huidige perceel is op het ogenblik braakliggend. Ligging Het perceel aan de Molenwerf 36 heeft een overzichtelijke ligging. Zowel voor de bereikbaarheid als voor de veiligheid is het perceel ideaal voor de tijdelijke plaatsing van de verkoopunit, bunkers en watertank. 3

5 Grootte Het perceel is 6706 m2 groot, waarvan de tijdelijke bebouwing zal bestaan uit 36 m2 verkoopunit / 36 m2 opslagbunkers en 4,5 m2 voor een watertank. Inrichting De inrichting van het terrein is zichtbaar op bijlage 2 waarin de nieuwe situatie wordt verduidelijkt. De inrichting van de units is conform een beproefd veiligheidsconcept uitgewerkt in technische tekeningen / sprinklerplannen en een Programma van Eisen. Deze technische uitwerking van de tijdelijke units is geen onderdeel van deze Ruimtelijke Onderbouwing, maar is reeds ingediend voor de aanvraag Omgevingsvergunning en zal technisch worden getoetst door de daarvoor ingestelde instanties. In het kader van de Milieuwetgeving zal een Milieumelding worden gedaan bij de Milieudienst IJmond. Kaartmateriaal en foto's Op bijgevoegde kaarten en foto's wordt inzichtelijk gemaakt waar het perceel is gelegen t.o.v. de omliggende bebouwing. 4

6 Beeld van Google Earth met blauw omlijnt het huidige perceel - pijl lokatie verkoopunit - cirkel Molenbiotoop Molen De Dog 5

7 Pijl geeft de plek op het perceel van de tijdelijke verkoopunit, bunkers en watertank weer. 6

8 3. Vigerend beleid Vigerend Rijksbeleid De Rijksoverheid heeft op 22 januari 2002 een Besluit genomen tot het vastleggen van nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk in een zogenaamd Vuurwerkbesluit. Alle tot de verkoop van consumentenverkoop behorende regels worden nageleefd conform het Vuurwerkbesluit. Het toetsen daarvan valt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Vigerend Provinciaal Beleid Er is geen Provinciaal Beleid bekend die specifiek van toepassing is op de aanvraag van de tijdelijke verkoopunits voor Consumentenvuurwerk op deze lokatie. Gemeentelijk Beleid De gemeente Uitgeest heeft geen specifiek gemeentelijk beleid ten aanzien van vestiging van een nieuwe verkoopplaats van Consumentenvuurwerk. De gemeente Uitgeest toetst de aanvraag op basis van het vigerende Bestemmingsplan en technisch op basis van het Vuurwerkbesluit dat is samengesteld door de Rijksoverheid. In de Structuurvisie 2020 p.53/54 is beleid geformuleerd dat de detailhandel zoveel mogelijk gecentreerd zou moeten worden in het centrum om de dorpsstructuur te versterken. In het geval van de tijdelijke units voor consumentenvuurwerk lijkt het niet wenselijk, zowel uit oogpunt van de tijdelijkheid, de verkeerstoename als de veiligheid om de units in de dorpskern onder te brengen. Overig Beleid Er is niet bekend op welk Beleid de aanvraag nog meer van toepassing zou kunnen zijn. 4. Planologisch regime Huidige bestemming In het huidige Bestemmingsplan "Bedrijventerrein-Noord" vastgesteld op 2 maart 1995, is op de huidige lokatie de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" gelegen. Op het terrein zijn conform het Bestemmingsplan bedrijven met Milieucategorie 4 toegestaan. Conform de Bestemmingsplankaart "Bedrijventerrein-Noord" onder nummer gedateerd maart 1995 is de maximale bouwhoogte 10m. In het Bestemmingsplan is in artikel 4 Bedrijfsdoeleinden onder 2g. de volgende bestemming vastgelegd: "detailhandel is uitsluitend toegestaan, als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten" Tevens is in het Bestemmingsplan in artikel 4 Bedrijfsdoeleinden onder 2.n. het volgende vastgelegd "... met gebruikmaking van de vrijstellingsbevoegdheid van lid 4 kan vrijstelling worden verleend voor: 1. detailhandel in goederen, waarvan de verkoop in woon- en winkelwijken ongewenst is, zoals brandgevaarlijke, explosieve en milieuverstorende goederen". 7

9 De tijdelijke bouwwerken voldoen ruimschoots aan de maximale bebouwingsoppervlakte, hoogte en milieucategorie. De toegestane milieucategorie op de lokatie is categorie 4. Type vrijstellingsprocedure Als een bouwplan niet past binnen het geldende Bestemmingsplan moet ofwel het bouwplan ofwel het bestemmingsplan aangepast worden. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wro is de art. 19-procedure komen te vervallen. Op basis van de voorliggende Ruimtelijke Onderbouwing wordt echter aangetoond dat alle betrokken belangen zijn gewogen, op basis waarvan de gemeente Uitgeest vrijstelling kan verlenen. De gemeente zal op basis van de WABO (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) de vergunningsprocedure gaan voeren. Conform artikel 2.12 van de Wabo kan bij afwijking van het bestemmingsplan het plan als volgt worden beoordeeld. "In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder a, onder 3, kan de vergunning, voor zover zij betrekking heeft op een activiteit voor een bepaalde termijn, worden verleend, indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening." Conform artikel 3.10 van de WABO zal de gemeente Uitgeest de Voorbereidingsprocedures doorlopen om te komen tot een wettelijk erkende vergunningsprocedure. De aanvraag inclusief Ruimtelijke Onderbouwing wordt ter besluitvorming voorgelegd aan het College, de Commissie en de Raad. Na eventueel akkoord worden de stukken voor zes weken ter inzage gelegd. Na verwerking van eventuele zienswijzen worden de stukken opnieuw voorgelegd aan het College, Commissie en de Raad. Vervolgens staat het plan voor zes weken open voor beroep. In het kader van de Milieuwetgeving dient op basis van de opslag van consumentenvuurwerk een Milieumelding te worden gedaan. 5. Privaatrechtelijke belemmeringen Recht van overpad e.d. Er bestaan geen privaatrechtelijke belemmeringen op het perceel. Het perceel is rondom vanaf de openbare weg - Molenwerf - te bereiken en vrij te betreden. Kabels en leidingen De tijdelijke verkoopunits en bunkers zullen op de bestaande grond worden aangebracht. Er zullen geen graafwerkzaamheden plaatsvinden op het perceel, die de kabels en leidingen zouden kunnen raken. 6. Wet kenbaar gemaakte publieksrechtelijke beperkingen Monumentenstatus Het huidige perceel is onbebouwd en kent geen monumentstatus. 8

10 Ook is ter plaatse geen bijzonder beschermd Stads- of Dorpsgezicht van kracht. Molen de Dog aan de Geesterweg 22, die wordt beschermd, door de Molenbiotoop is een Rijksmonument. Echter zal de tijdelijke verkoopunit en bunkers op ruime afstand van de molen geen schade aan deze monumentenstatus berokkenen. Wet voorkeursrecht Op het perceel is geen Wet voorkeursrecht van toepassing. Aanschrijvingen Op het perceel zijn geen aanschrijvingen die de plaatsing van de tijdelijke verkoopunit, bunkers en watertank kan belemmeren. 7. Luchtkwaliteit Beschrijving luchtkwaliteit Wet luchtkwaliteit In 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Met deze wet zijn luchtkwaliteitseisen verankerd in de Wet milieubeheer. Er is een andere wijze van toetsing van bouw- en bestemmingsplannen opgenomen. Zo dient te worden onderzocht of een project in betekenende mate van invloed is op de luchtkwaliteit. Als een bouwproject voldoet aan de gestelde criteria voor de schaalgrootte van het plan (minder dan 1500 woningen of m2 kantooroppervlakte) dan hoeft er niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen. Het plan betreft de plaatsing van een tijdelijke verkoopunit voor consumentenvuurwerk. Er is sprake is van een kleinschalige ontwikkeling (minder dan 100 m2), het project is gezien bovengenoemde criteria niet in betekende mate van invloed op de luchtkwaliteit. Er hoeft dus niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen. In verband met een goede ruimtelijke ordening wordt opgemerkt dat langs de Molenwerf kan worden voldaan aan de luchtkwaliteitsnormen. De conclusie is dat de Wet luchtkwaliteit geen knelpunt vormt voor de realisatie van het plan. 8. Geluidhinder Ontheffing van de Wet geluidhinder Aangezien de aanvraag geen betrekking heeft op een bestemming zoals omschreven is in de Wet Geluidhinder is de ontheffing van de Wet Geluidhinder niet van toepassing. Tevens zal de verkoopunit, bunkers en watertank geen geluid produceren, die van invloed kan zijn op de leefbaarheid van de omgeving. 9

11 9. Externe veiligheid Plaatsgebonden Risico (PR) Het plaatsgebonden risico geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6 contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden. Het plan ligt niet binnen een 10-6 contour. Er kan geconcludeerd worden dat er aan het PR voldaan wordt. Groepsrisico (GR) Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Het GR wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N), de fn- curve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt doorgaans begrensd door de 1 % letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald), ofwel door de afstand waarop nog 1 % van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Het plangebied ligt in het toetsingsgebied (200 meter) aan weerszijden van een transportroute te weten de A9. De A9 is een autosnelweg. De A9 heeft geen 10-5 en geen 10-6 PR-contour. Het aantal LPG-tankwagens is lager dan per jaar. Het aantal bulktransporten van de stofcategorie LT2 is kleiner dan Groeprisico De bebouwing langs de A9 ter hoogte van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling is eenzijdig. Bij een personendichtheid van minder dan 100 per hectare en minder dan 500 LPG-transporten/jaar of LT2-transporten/jaar, wordt de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet overschreden. Op basis van de beschikbare gegevens kan geconcludeerd worden dat het groepsrisico niet wordt overschreden. 10. Milieuzonering Gevaarlijke stoffen De opslag en verkoop van Consumentenvuurwerk is vastgelegd in de aanvraag voor de Omgevingsvergunning, die is voorzien van een Programma van Eisen en bijbehorende tekeningen en rapporten. Op basis van het Vuurwerkbesluit kan de aanvraag worden getoetst op de Wet Milieubeheer en de brandveiligheid. 10

12 Een goede ruimtelijke ontwikkeling streeft naar het bevorderen van een duurzame ruimtelijke kwaliteit in een dynamische samenleving. Het is helder dat duurzame ruimtelijke kwaliteit mede richting en inhoud geeft aan het criterium een goede ruimtelijke ordening. Een goede ruimtelijke ordening houdt ook in het voorkomen van voorzienbare hinder door milieubelastende activiteiten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten doet in de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (editie 2009), het zogenaamde groene boekje, een handreiking ten behoeve van de afstemming tussen ruimtelijke ordening en milieu op lokaal niveau. Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie ten opzichte van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand bedrijven gesitueerd worden. Het perceel staat een bedrijfscategorie 4 toe. De opslag en verkoop van consumentenvuurwerk valt onder categorie 1 uit het groene boekje. Er kan geconcludeerd worden dat het plan uitvoerbaar is op genoemde locatie. 11. Bodemkwaliteit Beschrijving bodemkwaliteit Bij het samenstellen van het Bestemmingsplan "Bedrijventerrein Noord" is de bodemkwaliteit van de locatie onderzocht. Dit onderzoek heeft geen beperkingen gegeven voor de bebouwing van bedrijfsdoeleinden. Voordat er een omgevingsvergunning kan worden verleend dient beoordeeld te worden of de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de beoogde activiteit. Aangezien de plaatsing van de vuurwerkverkoopunit tijdelijk is kan bodemonderzoek hier achterwegen blijven. Ook voor de opslagbunkers is dit het geval. Bodemvervuiling Het consumentenvuurwerk zal worden opgeslagen in compleet afgesloten bunkers. Deze opslag zal geen gevaar geven voor bodemvervuiling op deze locatie. 11

13 12. Ecologie Gebiedsbescherming De bescherming van natuurgebieden wordt geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische hoofdstructuur (EHS). Ruimtelijke projecten kunnen niet zonder meer worden gerealiseerd in beschermde natuurgebieden. Projecten die in de nabijheid van beschermde natuurgebieden worden geprojecteerd, dienen te worden getoetst op de mogelijke negatieve effecten die zij op deze gebieden kunnen hebben en of zij verstoring zullen veroorzaken (externe werking). Als sprake is van externe werking dan kan het noodzakelijk zijn dat bij de provincie (bevoegd gezag) een vergunning volgens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet aangevraagd moet worden. Soortbescherming Soortbescherming wordt geregeld in de Flora- en faunawet. In deze wet is een aantal planten en dieren aangewezen als beschermd. Deze beschermde organismen mogen niet zonder reden in hun bestaan worden aangetast. Belangrijk is het feit dat beschermde organismen ook buiten natuurgebieden voorkomen. De wet maakt een onderscheid tussen licht en zwaar beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik dan wel van ruimtelijke ontwikkeling of inrichting, gelden voor sommige, licht beschermde soorten, de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet niet. Als negatieve effecten op zwaar beschermde soorten optreden, dient een ontheffing volgens art. 75 van de flora- en faunawet te worden aangevraagd bij het ministerie van LNV. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien: er sprake is van een wettelijk geregeld belang (groot maatschappelijk belang, in sommige gevallen ook ruimtelijke inrichting en ontwikkeling). er geen alternatief is. geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Beoordeling plan Het plan betreft te plaatsing van een tijdelijke verkoopunit voor vuurwerk op een perceel aan de Molenwerf 36, momenteel is het perceel braakliggend. Op basis van beschikbare foto s van het perceel wordt geconcludeerd dat geen beschermde flora en fauna te verwachten is. De natuurbeschermingswet 1998 is niet van toepassing op dit plan. Advies Milieudient IJmond Er hoeft geen flora- en faunaonderzoek te worden uitgevoerd. Er zijn geen nadere procedures in verband met de Flora- en faunawet nodig. Mogelijkheden van duurzame inrichting van het terrein Daar de aanvraag om een tijdelijk bouwwerk handelt is de mogelijkheid van een duurzame inrichting van het terrein niet van toepassing. 12

14 13. Water Watertoets Hoogheemraadschap Doordat de verkoopunit en bunkers tijdelijk van aard zijn en geen extra permanente bebouwing zal worden toegevoegd aan het perceel is een Watertoets bij het Hoogheemraadschap niet van toepassing. Oppervlaktewater Het oppervlaktewater zal niet worden beïnvloed door de plaatsing van de tijdelijke bouwwerken. Riool- en hemelwaterafvoer De tijdelijke bouwwerken zullen het hemelwater lozen op het bestaande perceel. Er zullen geen vuilwaterrioleringen worden aangebracht in de tijdelijke bouwwerken. Te nemen maatregelen Er zijn geen aanvullende maatregelen van toepassing op de aanvraag. 14. Verkeer en parkeren Ontsluiting en aantrekking verkeer Het perceel kan geheel vrij via de Molenwerf - bereikbaar vanaf de Geesterweg - worden ontsloten. Tijdens de verkoopdagen van consumentenvuurwerk kan er extra verkeer op de Molenwerf ontstaan. De wegen zijn echter zo breed, met de mogelijkheid om door te rijden op de Molenwerf dat geen hinder zal worden verwacht van mogelijk extra verkeer. Benodigde parkeervoorzieningen Groot deel van het bestaande perceel is reeds voorzien als parkeerterrein, waardoor hiervoor geen belemmeringen zullen zijn. De benodigde parkeervoorzieningen zullen op eigen terrein worden aangelegd. Zij zullen niet op de huidige rijweg worden gerealiseerd. De parkeerplaatsen zullen verhard worden, bijvoorbeeld in de vorm van betonstenen of betonplaten. De vuurwerkverkoopplaats dient toegankelijk te zijn voor mindervalide. Een specifiek invalidenparkeerplaats wordt niet nodig geacht. Er zal ruimte worden gemaakt voor het opstellen van 15 fietsen / bromfietsen. Deze opstelplaats daarvoor zal verhard worden. Er zijn 2 parkeerplaatsen voorzien voor de eigenaar / verkopers van het verkooppunt. De parkeerplaatsen hebben een afmeting van 2,5 x 5,00 m Er zullen 20 parkeerplaatsen voor bezoekers worden gerealiseerd. 13

15 Inritten De lokatie ligt rondom aan de Molenwerf, waardoor geen belemmeringen voor de inritten zullen ontstaan. De parkeerplaatsen zullen normaal aansluiten op de rijweg. 15. Luchthavenindelingsbesluit Schiphol Belemmeringen in het kader van luchtverkeer Uitgeest is gelegen in de aanvliegroute van Schiphol. Een deel van de aanvliegroute gaat ook over het bedrijventerrein van de gemeente Uitgeest. Het luchtverkeer zal echter geen belemmeringen geven voor de aangevraagde bestemming, die daarop namelijk niet van toepassing is. 16. Archeologie Effecten van het voornemen op eventueel in de bodem aanwezige archeologische waarden De tijdelijke verkoopunit en bunkers zullen op de bestaande grond worden aangebracht. Er zullen geen graafwerkzaamheden plaatsvinden op het perceel, waardoor geen archeologische schatten kunnen worden aangetast. 17. Cultuurhistorie Cultuurhistorische Waarden Door de tijdelijkheid van de bouwwerken en het plaatsen op de bestaande bodem zal de mogelijke cultuurhistorische waarde van de lokatie geen schade worden toegebracht. 18. Stedenbouwkundige aspecten Welstand De verkoopunit en opslagbunkers zullen conform de Woningwet moeten worden beoordeeld door de Welstand. In het kader van de tijdelijkheid zullen de bouwwerken welstandelijk worden beoordeeld tijdens de aanvraag van de omgevingsvergunning. Bezonningsstudie Het uitvoeren van een bezonningsstudie voor de tijdelijke bouwwerken van circa 3m hoog heeft geen toegevoegde waarde voor de aanvraag. 14

16 Windhinder Ook het uitvoeren van een windhinderonderzoek voor de tijdelijke bouwwerken van circa 3m hoog op deze lokatie heeft geen toegevoegde waarde voor de aanvraag. Molenbiotoop In de aanvraag is rekening gehouden met de aanwezig Molenbiotoop. De tijdelijke bouwwerken zijn buiten de contouren van de Molenbiotoop aanbracht, zodat dit geen enkele belemmering voor het functioneren van de molen mag geven. Beeldkwaliteitsplan Door de tijdelijkheid van de bouwwerken is het toetsen aan het Beeldkwaliteitsplan niet van toepassing. 19. Economische uitvoerbaarheid De kosten van het project en de financiële haalbaarheid ervan Alle kosten van het project zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Exploitatieplan of anterieure overeenkomst Aangezien het om tijdelijke bouwwerken gaat is een exploitatieplan of anterieure overeenkomst niet van toepassing Planschadeovereenkomst Tussen de initiatiefnemer en de gemeente Uitgeest zal een planschadeovereenkomst worden gesloten. 20. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Overleg met en reacties van belanghebbenden Het plan voor de vekoopunit, bunkers en watertank is voorbesproken met de gemeente Uitgeest. Mede vanuit de vrije ligging buiten de woonbebouwing vormt de aanvraag een interessant initiatief om verkoop van consumentenvuurwerk buiten de kern van Uitgeest te brengen. Er zijn geen directe andere belanghebbenden waarmee uit oogpunt van de aanvraag en de Ruimtelijke Onderbouwing is gesproken. De aanvraag inclusief Ruimtelijke Onderbouwing wordt ter besluitvorming voorgelegd aan het College, de Commissie en de Raad. Na eventueel akkoord worden de stukken voor zes weken ter inzage gelegd. Na verwerking van eventuele zienswijzen worden de stukken opnieuw voorgelegd aan het College, Commissie en de Raad. Vervolgens staat het plan voor zes weken open voor beroep. 15

17 21. Overige aspecten Overige aspecten die van belang zijn voor een goede ruimtelijke onderbouwing Er zijn geen andere dan genoemde aspecten ter aanvulling. 22. Conclusie De afweging van de verschillende belangen De uiteindelijke afweging van de verschillende belangen zal door de gemeente Uitgeest dienen te worden gedaan. Op basis van genoemde argumenten en onderzochte onderwerpen in het kader van goede ruimtelijke ordening kan volgens de initiatiefnemers worden vastgesteld dat er ruimtelijk geen belemmeringen zijn voor het toestaan van de tijdelijke verkoopunit, bunkers en watertank. Daarnaast zal het plan technisch moeten worden getoetst op basis van de Wet Vuurwerkbesluit door de daarvoor ingestelde instanties. 16

18

19