NVAO Jaarverslag 2006

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NVAO Jaarverslag 2006"

Transcriptie

1 NVAO Jaarverslag 2006

2 NVAO Jaarverslag 2006 juni 2007

3 2 Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

4 Voorwoord Na het jaar 2005, waarin de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) volledig kon gaan functioneren, kan 2006 getypeerd worden als het jaar waarin de aandacht vrijwel volledig kon en moest worden gericht op de primaire taak van de NVAO, het behandelen van aanvragen voor accreditatie en de toets nieuwe opleiding. In totaal heeft de NVAO in het verslagjaar 503 Nederlandse en Vlaamse aanvragen afgehandeld (2005: 461). In Nederland is de omvang van accreditatieaanvragen uit de hogescholen in een stabiele situatie gekomen, maar moet het overgrote deel van de universitaire aanvragen nog binnenkomen. De universiteiten slaagden er nauwelijks in de wettelijke termijnen voor het inleveren van de beoordelingsrapporten te realiseren, waardoor in de jaren 2007 t/m 2009 een enorm aantal universitaire aanvragen moet worden behandeld. Bij de toetsingsaanvragen voor nieuwe Nederlandse opleidingen lijkt zich een trend af te tekenen: het aantal aanvragen blijft stijgen van 59 in 2005 naar 91 in 2006, waarbij de verdeling over de sectoren universiteiten, bekostigde hogescholen en het aangewezen onderwijs gelijk blijft. In Vlaanderen is het accreditatiestelsel in 2005 echt van start gegaan, zodat de NVAO in 2006 de eerste Vlaamse accreditatieaanvragen kon afhandelen. In totaal heeft de NVAO in het verslagjaar 42 universitaire accreditatieaanvragen ontvangen en deze uiteindelijk allemaal positief beoordeeld. Dat ging niet vanzelf: in een aantal gevallen waren schriftelijke en mondelinge hoorzittingen nodig. De mogelijkheden en de toereikendheid van het beschikbare decretale instrumentarium konden aldus worden beproefd en dit instrumentarium bleek goed te werken. Daarnaast zijn voor Vlaanderen 13 aanvragen voor een toets nieuwe opleiding behandeld. Bijna de helft hiervan heeft tot een positief besluit geleid. In 2006 heeft de NVAO in Nederland veel aandacht besteed aan het beoordelen van de zogenaamde Associate-degreeprogramma s. In de tweede helft van 2006 werd de omvangrijke tweede ronde beoordeeld. De pilot is inmiddels afgerond en zal in 2007 tot een evaluatieve publicatie leiden. In 2006 is tevens veel aandacht gegeven aan een door de Nederlandse staatssecretaris Rutte geïnitieerd project om de accreditatielast te verminderen. Dat heeft geleid tot veelvuldig overleg met de VBI s om te komen tot afspraken die zowel voor de opleidingen als de VBI s tot een beperking van de accreditatielast zouden kunnen leiden. Vooral in de relatie tussen NVAO en VBI s zijn verbeteringen aangebracht, die de behandeling van aanvragen transparanter maakten en dus uiteindelijk tot minder ruis tussen opleidingen, VBI s en NVAO hebben geleid. Ook in relatie met de Vlaamse evaluatieorganen VLIR en VLHORA werd blijvend geïnvesteerd. Dat leidde tot een aantal operationele afspraken die tot praktische versimpelingen in het accreditatieprotocol hebben bijgedragen. Uiteraard vergden de internationale ontwikkelingen de nodige aandacht. Zowel in ENQA- als in ECAverband speelde de NVAO een actieve rol, niet in het minst vanwege de organisatie van de algemene vergadering van ENQA in Brussel, de halfjaarlijkse workshop van ECA in Brugge en een workshop van de internationale kwaliteitszorgorganisatie INQAAHE in Den Haag. Bovendien bleek de NVAO veel internationale aandacht te trekken: ongeveer tien delegaties uit het (verre) buitenland bezochten de NVAO om informatie in te winnen over het accreditatiestelsel en de Vlaams Nederlandse samenwerking. Het accreditatiestelsel kan slechts goed functioneren als alle partijen daar belang in stellen en hun rol op een goede manier vervullen. In 2006 was dat zeker het geval. De NVAO wenst dan ook de instellingen, opleidingen, koepels van instellingen en studenten, VBI s en evaluatieorganen, en zeker ook de panels, te danken voor de wijze waarop zij met (de medewerkers van) de NVAO samen het accreditatiestelsel tot verdere ontwikkeling hebben laten komen. Wij hopen van harte dat de kwaliteit van het hoger onderwijs en de internationale zichtbaarheid van de Vlaamse en Nederlandse hogeronderwijsinstellingen daarvan zal profiteren. Karl Dittrich, voorzitter Jaarverslag

5 Inhoud 1 ACCREDITATIEONTWIKKELINGEN IN NEDERLAND EN VLAANDEREN Terugblik Verwachtingen voor RESULTATEN Accreditatie en Toets nieuwe opleiding (Nederland en Vlaanderen) Algemeen Accreditatie Toets nieuwe opleiding Bevindingen over de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs Onderzoeksmasters en verlengde masters (Nederland) Onderzoeksmasters Verlengde masters Associate-degreeprogramma s (Nederland) Aanwijzingsprocedure (Nederland) Hogeronderwijsregister (Vlaanderen) Inspectietaken (Nederland) Evaluatieorganen (Vlaanderen) Visiterende en Beoordelende Instanties (VBI s) (Nederland) Beoordeling VBI s VBI-lijst Vermindering accreditatielast (Nederland) 19 3 TABELLEN Nederland Vlaanderen 23 4 INTERNATIONALE ACTIVITEITEN NVAO Algemeen Internationale activiteiten Internationale bezoeken De betekenis van de internationale activiteiten 28 5 ORGANISATIE EN COMMUNICATIE Organisatie Communicatie 30 6 JAARREKENING Balans en staat van baten en lasten Balans per 31 december Staat van baten en lasten over Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Algemeen Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Vorderingen Egalisatiereserve Voorzieningen 33 4 Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

6 6.4 Grondslagen voor het bepalen van het resultaat Specifieke waarderingsgrondslagen voor de bepaling van het resultaat Toelichting op de balans en de staat van baten en lasten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa Egalisatiereserve Voorzieningen Kortlopende schulden Niet uit de balans blijkende verplichtingen Financiële verplichtingen Subsidies Inkomsten uit toetsing en accreditatie Overige opbrengsten Bestuurskosten Lonen en salarissen Sociale lasten Algemene werkingskosten Huisvesting Personele exploitatiekosten Kosten communicatie Inhuur beoordelaars Inhuur externen Overige kosten Overige gegevens 43 Accountantverklaring 44 Bijlage bij jaarrekening 45 7 BIJLAGEN Algemeen bestuur, dagelijks bestuur en adviesraad NVAO Samenstelling algemeen bestuur NVAO (alfabetisch, per 31 december 2006) Samenstelling dagelijks bestuur NVAO (alfabetisch, per 31 december 2006) Samenstelling adviesraad NVAO (alfabetisch, per 31 december 2006) Lijst van begrippen en afkortingen 47 Jaarverslag

7 1 ACCREDITATIEONTWIKKELINGEN IN NEDERLAND EN VLAANDEREN 1.1 Terugblik 2006 In Nederland is het accreditatiestelsel in 2006 volop in werking gekomen. Zowel vanuit hogescholen als vanuit universiteiten werden veel accreditatieaanvragen gedaan en bovendien nam het aantal aanvragen voor de toets nieuwe opleiding toe. Slechts het aantal aanvragen voor de beoordeling van onderzoeksmasters nam sterk af. Klaarblijkelijk waren in vrijwel alle alfa- en gamma-disciplines inmiddels een dekkend aantal onderzoeksmasters goedgekeurd. Tegelijkertijd met de hausse aan aanvragen voor accreditaties nam ook de kritiek op de administratieve en financiële last ervan toe. Staatssecretaris Rutte stond daarop in een conferentie met alle stakeholders stil bij de (mogelijke) ongewilde neveneffecten van het accreditatiestelsel. In de conferentie bleek een brede steun te bestaan voor een initiatief van de NVAO om de accreditatielast te beperken. Deze aanpak behelsde onder andere een aantal pilots met beoordelingen van clusters van opleidingen, waarvoor de VBI s voorstellen ontwikkelden. In 2007 zal van deze experimenten, waar de NVAO nauw bij betrokken is, verslag worden gedaan. Wat Vlaanderen betreft konden het afgelopen jaar eerste accreditatieaanvragen van Vlaamse universitaire opleidingen worden afgehandeld (zie paragraaf 3.2). Ook werden aanvragen voor nieuwe opleidingen van zowel hogescholen als universiteiten behandeld. Zowel de NVAO als de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) en de instellingen doen nu ervaringen op met het accreditatiekader, de VLIR- en VLHORA-protocollen en de rapportering. De eerste ervaringen waren aanleiding tot overleg tussen de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs, VLIR, VLHORA en NVAO om een aantal knelpunten aan te pakken, zoals de verschillende data van de start van de academiejaren, de lange doorlooptijd van visitaties bij opleidingen die door veel hogescholen worden aangeboden en de openbare publicatie van de rapporten door VLIR en VLHORA voordat de accreditatieprocedure wordt doorlopen. Naar verwachting zijn voor deze knelpunten praktische oplossingen te vinden die zoveel mogelijk binnen de eigen mogelijkheden van NVAO, VLIR en VLHORA kunnen worden afgewikkeld en hooguit tot beperkte decreetwijzigingen zouden moeten leiden. Ook werden praktische afspraken gemaakt met VLIR, VLHORA en de instellingen over de opmaak van aanvraagdossiers, waardoor de administratieve lasten bij accreditatieaanvragen werden verminderd. Het Vlaamse Structuurdecreet werd in 2006 via het Minidecreet aangepast aan een aantal eerste bevindingen betreffende accreditatie: - de kwaliteitsbeoordeling in het geval van opleidingen die gezamenlijk met buitenlandse instellingen worden aangeboden (joint degrees) (artikel 25); - de accreditatie van (bachelor)opleidingen in het volwassenenonderwijs en de regelingen voor overdracht van deze opleidingen naar een hogeschool (artikel 26); - de verlenging van de beoordelingstermijn voor accreditatieaanvragen tot zes maanden wanneer bezwaar wordt aangetekend tegen een voorgenomen besluit van de NVAO (artikel 31); - de verlenging van de beoordelingstermijn voor een toets nieuwe opleiding tot zes maanden wanneer een instelling beslist een aanvraag tijdelijk in te trekken om een verbeterde aanvraag uit te werken (artikel 31). Het reglement betreffende de vormvereisten voor aanvragen tot uitvoering van de accreditatie of de toets nieuwe opleiding ten aanzien van hogeronderwijsopleidingen in de 6 Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

8 Vlaamse Gemeenschap, werd aangepast als gevolg van de toenemende internationalisering van hoger onderwijs, zoals de joint degrees. 1.2 Verwachtingen voor 2007 Voor Nederland wordt volgend jaar een piekjaar verwacht. In de eerste helft van 2007 zullen ongeveer vijfhonderd aanvragen van universiteiten binnenkomen, terwijl het aantal aanvragen uit het hbo naar verwachting constant blijft. Verder worden volgend jaar voor Nederland de tijdelijke projecten voor het beoordelen van de Associate-degreeprogramma s, "Ruim baan voor talent" en de overgenomen inspectietaken afgerond. Het aantal aanvragen voor nieuwe opleidingen zal mede door het experiment open bestel en de uitwerking van de gedragscode voor buitenlandse studenten hoog blijven en wellicht nog toenemen. Voor Vlaanderen verwacht de NVAO volgend jaar een eerste golf accreditatieaanvragen van de Vlaamse hogescholen te kunnen behandelen. Ook de accreditatieaanvragen van de universiteiten zal op kruissnelheid komen nu de VLIR diverse visitaties heeft afgerond. In overeenstemming met de prognoses zal het aantal Vlaamse aanvragen volgend jaar zodoende flink toenemen. De NVAO heeft besloten om de Vlaamse Regelgeving betreffende accreditatie en toets nieuwe opleiding op systematische en overzichtelijke wijze te verzamelen in een codex. Dit project wordt afgerond in de zomer van De regelgeving is nu verspreid over diverse documenten, van het Verdrag tot decreten, besluiten, reglementen en handleidingen. Straks is voor de dagelijkse gebruiker het geheel van de regelgeving op transparante wijze verzameld en worden de verbanden tussen de verschillende aspecten verduidelijkt. Een algemeen belangrijk aandachtspunt vormt de externe evaluatie van de NVAO in juni 2007 die wordt opgezet om te voldoen aan de eisen van het Europees Consortium van Accreditatieorganisaties (ECA) en van het European Network of Quality Agencies (ENQA), waarbij ook het Comité van ministers is betrokken. In de eerste maanden van 2007 stelt de NVAO hiertoe een zelfevaluatierapport op. Op internationaal niveau zal de NVAO volgend jaar haar actieve rol in de verschillende internationale samenwerkingsverbanden continueren. Eind 2007 wordt door de deelnemende partners besloten of het European Consortium for Accreditation in higher education (ECA) blijft bestaan. Het Consortium is in 2003 opgericht om te komen tot wederzijdse erkenning van accreditatiebesluiten. Eind 2007 zal een evaluatie van het ECA-verband moeten uitwijzen op welke wijze verder zal gewerkt worden. Samen met een aantal partners binnen ECA voert NVAO momenteel het TEAM-project uit (Transparant European Accreditation decisions and Mutual recognition agreements) (zie ook paragraaf 4.2). Doel is te komen tot een informatie instrument over geaccrediteerde opleidingen en instellingen, vier publicaties en een eindejaarsconferentie over de resultaten en mogelijke uitbreiding van wederzijdse erkenning van accreditatiebesluiten. Dit TEAM-project wordt gefinancierd uit het SOCRATES-programma en duurt tot april Komend jaar wordt ook de Engelstalige website van de NVAO geactualiseerd om tegemoet te komen aan de toenemende internationale stroom van informatievragers. Jaarverslag

9 2 RESULTATEN 2.1 Accreditatie en Toets nieuwe opleiding (Nederland en Vlaanderen) Algemeen Het totale aantal positieve accreditatiebesluiten is in 2006 ongeveer gelijk gebleven aan dat in In het verslagjaar heeft de NVAO 378 accreditatieaanvragen afgehandeld (336 Nederlandse en 42 Vlaamse aanvragen) tegen 371 aanvragen in 2005 en 232 in 2004 (zie ook hoofdstuk 3). In juli 2006 heeft de NVAO voor Nederland nieuwe beleidslijnen vastgesteld voor het bepalen van bijzondere kwaliteitskenmerken, mede in vervolg op een discussiebijeenkomst in november 2005 met vertegenwoordigers van Nederlandse hogeronderwijsinstellingen, VBI's en brancheorganisaties. De meerderheid van de aanwezigen op deze bijeenkomst sprak zich toen uit voor het splitsen van bijzondere kwaliteitskenmerken. Voortaan wordt het beoordelen van bijzondere kwaliteitskenmerken gescheiden in het toetsen van "bijzondere kenmerken" en het toetsen van "bijzondere kwaliteit". Bij het beoordelen van een "bijzonder kenmerk" wordt uitgegaan van "concretisering" en "onderscheidend karakter". Opleidingen en VBI s kunnen vooraf afspraken maken over de essentie waarop dit wordt aangetoond en getoetst. De NVAO valideert de systematiek en methodiek van de VBI-beoordeling. Het kwaliteitscriterium bijzondere kwaliteit heeft te maken met de excellentie van een bepaald facet. De NVAO zal bijzondere kwaliteit toekennen aan een facet wanneer dit overtuigend excellent scoort. Het hoofdstuk over bijzondere kwaliteitskenmerken in het accreditatiekader voor bestaande hogeronderwijsopleidingen is hierop aangevuld. In januari 2007 heeft de NVAO voor het eerst bij vier opleidingen bijzondere kenmerken kunnen valideren. In Vlaanderen is er geen behoefte om de criteria voor bijzondere kwaliteitskenmerken aan te passen: daar blijft het kader ongewijzigd. De animo voor het starten van nieuwe opleidingen was in het verslagjaar bij hogescholen en universiteiten nog steeds groot. In 2006 hebben de Nederlandse instellingen 91 toetsingsaanvragen voor nieuwe opleidingen ingediend (2005: 59) en de Vlaamse instellingen 13 (2005: 3)(zie ook hoofdstuk 3). De opmars lijkt niet te stoppen: het eerste kwartaal van 2007 laat opnieuw een stijgende lijn zien met ruim negentig toetsingsaanvragen, daarmee is in april reeds het aantal voor geheel 2006 bereikt. De opleidingen met in de naamgeving internationaal, management en business in wisselende combinaties staan bovenaan met stip en vertegenwoordigen dertig procent van het totale aantal aanvragen toets nieuwe opleiding. Een derde van de Nederlandse aanvragen is negatief beoordeeld. Deze negatieve adviezen hadden overigens alle betrekking op professionele bacheloropleidingen en masteropleidingen. Inmiddels heeft de NVAO vier jaar ervaring opgedaan met het toetsen van nieuwe Nederlandse opleidingen. Voor Vlaanderen zijn de eerste toetsingsaanvragen in 2005 in behandeling genomen. Ongeveer de helft van de aanvragen heeft tot een positief advies geleid en tot erkenning als nieuwe opleiding door de Vlaamse regering. In het afgelopen jaar is een aantal activiteiten ontplooid ter verbetering van de kwaliteit van het toetsingsproces. Voorbeelden daarvan zijn een rondetafelgesprek met ervaren panelleden en -voorzitters in juni 2006 en een enquête onder panelleden in september Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

10 2.1.2 Accreditatie Nederland De NVAO heeft vorig jaar 320 (2005: 371; 2004: 232) positieve accreditatiebesluiten genomen voor Nederlandse opleidingen (zie ook hoofdstuk 3). De meeste besluiten hadden betrekking op wo-opleidingen (60 procent, 191 aanvragen). Dit is een behoorlijke verschuiving ten opzichte van de jaren daarvoor, toen de NVAO voor het overgrote deel hbo-opleidingen heeft geaccrediteerd. De sector Rechtsgeleerdheid was in het verslagjaar het best vertegenwoordigd (24 procent, 77 aanvragen), gevolgd door de sector Taal en cultuur (20 procent, 64 aanvragen, waarvan 6 hbo-masteropleidingen). De sectoren Economie, Gezondheidszorg, Techniek en Onderwijs en lerarenopleidingen namen alle ongeveer tien procent van het totaalaantal positieve besluiten voor hun rekening. De overige sectoren vijf procent of minder. De minder positief verlopen besluitvorming van Nederlandse aanvragen betrof hoofdzakelijk hbo-bacheloropleidingen en dan vooral in de sectoren Economie en Gedrag en Maatschappij. In deze sectoren leverde een vijfde of meer van het totaal aantal aanvragen problemen op. Zo zijn in 2006 drie negatieve accreditatiebeslissingen genomen, twee in de sector Gedrag en Maatschappij en één in de sector Economie. Daarnaast zijn vijf VBI-rapporten afgekeurd, drie in de sector Economie en twee in de sector Gedrag en maatschappij. Tot slot zijn acht rapporten teruggetrokken, zes in de sector Economie, één in de sector Gedrag en Maatschappij en één in de sector Techniek. De universiteiten hebben in 2006 de meeste aanvragen ingediend (190 aanvragen), gevolgd door de hogescholen (113 aanvragen). Voor de universiteiten en de hogescholen geldt dat respectievelijk 99 en 95 procent van de aanvragen positief zijn beoordeeld. De nietbekostigde instellingen hebben 33 aanvragen ingediend, hiervan heeft 70 procent een positieve beoordeling gekregen (zie ook hoofdstuk 3). Op 18 december 2006 vond de duizendste beoordeling plaats door de NVAO en is de opleiding International Business and Management Studies van de Hanzehogeschool Groningen geaccrediteerd. De betrokken VBI was de Netherlands Quality Agency (NQA). De NVAO heeft voor deze bijzondere accreditatie in januari 2007 een bijeenkomst georganiseerd voor de instelling en VBI en vertegenwoordigers van de Nederlandse en Vlaamse overheid, onderwijskoepels, VBI's/evaluatieorganen en studentenorganisaties in het Nederlandse en Vlaamse hogeronderwijsveld. Vlaanderen In 2006 kon de NVAO ook voor Vlaanderen accreditatiebesluiten afronden. De eerste Vlaamse opleidingen die zijn geaccrediteerd, betroffen de bachelor- en masteropleidingen diergeneeskunde van de Universiteit Gent. Hier was meteen sprake van een accreditatie met een internationale dimensie, omdat deze opleidingen al in 2005 waren geaccrediteerd door de European Association of Establishments for Veterinary Education (EAEVE). De NVAO oordeelde dat de accreditatie door de EAEVE voldeed aan de in het Vlaamse structuurdecreet gestelde voorwaarden en heeft de internationale accreditatie equivalent verklaard. De NVAO heeft de mogelijkheid tot het erkennen van de equivalentie van accreditaties verleend door andere (buitenlandse) accreditatieorganen, decretaal vastgelegd. In juni 2006 heeft de NVAO de buitenlandse accreditatie van 28 opleidingen van de Universiteit Antwerpen equivalent verklaard en de opleidingen geaccrediteerd. Deze opleidingen hebben in april 2005 een positief accreditatiebesluit gekregen van de Association to Advance Collegiate Schools of Business (AACSB). Na grondig onderzoek bleek het AACSB-besluit te voldoen aan de door de NVAO gehanteerde equivalentiecriteria. Jaarverslag

11 In totaal heeft de NVAO in 2006 voor Vlaanderen 42 accreditatieaanvragen afgehandeld met een positieve beoordeling (zie ook hoofdstuk 3). Het betreft allen accreditatieaanvragen van universiteiten. Hiervan had een kwart (26 procent, 11 aanvragen) betrekking op bacheloropleidingen en driekwart (74 procent, 31 aanvragen) op masteropleidingen. Het grootste deel (67 procent, 28 aanvragen) viel in het studiegebied Economische Wetenschappen. Het ging hier in alle gevallen om de bovengenoemde equivalentieverklaringen van accreditaties verleend door andere accreditatieorganen. In het verslagjaar zijn vier Vlaamse dossiers in behandeling genomen waarbij de NVAO op basis van het visitatierapport niet onmiddellijk tot besluitvorming kon komen. Daarom is een mondelinge hoorzitting georganiseerd, waarop de visitatiecommissie, de VLIR en de instelling zijn uitgenodigd om nadere toelichting te verschaffen over de uitkomsten van de visitatie. Bij drie dossiers heeft dit in 2007 geleid tot positief besluit en bij één dossier heeft NVAO een aanvullende beoordeling van de opleiding gevraagd die in 2007 wordt uitgevoerd. Met de VLIR en de VLHORA heeft de NVAO in een vroeg stadium overleg gevoerd over de Vlaamse visitatierapporten en aanvraagprocedures. Afspraken zijn gemaakt over de motiveringen en afwegingen in de rapporten en over de administratieve aspecten. Deze laatste afspraken verminderen in aanzienlijke mate de administratieve last voor de aanvragende instellingen. Er wordt verder gestreefd naar zo veel mogelijke digitale communicatie, waarbij maximaal gebruik gemaakt wordt van de al in het Hogeronderwijsregister aanwezige gegevens over opleidingen Toets nieuwe opleiding Nederland Bij de toetsingsaanvragen voor nieuwe opleidingen tekent zich op jaarbasis een zekere trend af: het aantal aanvragen blijft stijgen en de verdeling over de sectoren blijft constant. Het aantal is zelfs spectaculair gestegen van 59 in 2005 naar 91 in 2006 (zie ook hoofdstuk 3). Zoals eerder opgemerkt, is deze explosieve groei vooral toe te schrijven aan aanvragen in de sector economie. De hbo-sector vertegenwoordigt nog steeds tweede derde van de aanvragen. Binnen de sectoren zijn wel verschuivingen opgetreden. Procentueel is het aantal aanvragen voor nieuwe hbo-masters teruggelopen van 45 procent in 2005 naar 33 procent in Het aandeel van de hbo-bachelor is echter bijna verdubbeld. Dat neemt niet weg dat het totale aantal aanvragen voor nieuwe masters (67 procent) aanzienlijk blijft. Opvallend is dat afgelopen jaar nagenoeg evenveel aanvragen voor masters zijn ingediend in de wo- als in de hbo-sector, respectievelijk 30 en 31. Het aantal aanvragen voor het toetsen van nieuwe wo-bacheloropleidingen is teruggelopen tot twee. Van het totaal aantal aanvragen (91) heeft 70 procent geleid tot een positief besluit (2005: 75 procent; 2004: 50 procent) en zijn 64 opleidingen goedgekeurd. In het verslagjaar zijn geen negatieve besluiten genomen. Immers, alle afgewezen aanvragen zijn door de betrokken instelling ook teruggetrokken. Ruim de helft van deze ingetrokken aanvragen wordt later opnieuw en sterk verbeterd ingediend, meestal uitmondend in een positieve toetsing. Het leereffect van het eerdere paneladvies is daarbij groot en verklaart grotendeels de positieve uitkomst van de meeste opnieuw ingediende aanvragen. Het aantal toetsingsaanvragen voor nieuwe opleidingen afkomstig van niet-bekostigde instellingen is ten opzichte van voorgaande jaren flink gestegen: van 6 aanvragen in 2005 naar 24 in Zowel in het hbo als in het wo worden vooral de masteropleidingen negatief beoordeeld. Dat is ook niet verwonderlijk gezien het grote aantal van dit type opleidingen. Precies 30 procent van de toetsingsaanvragen voor masters wordt afgekeurd met een duidelijk beter resul- 10 Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

12 taat in de wo-sector, waarin slechts 20 procent wordt afgekeurd tegenover nagenoeg 40 procent in de hbo-sector. Voor de afgekeurde opleidingen geldt dat er te veel twijfels bestaan over het beoogde eindniveau. Dat uit zich onder meer in te vage doelstellingen die onvoldoende zijn afgestemd met het beroepenveld, een te brede instroom waarbij de vraag rijst of de eindkwalificaties dan wel haalbaar zijn en een te weinig coherent programma dat vooral bestaat uit onsamenhangende modules. De hbo-master kent op dit ogenblik twee bijkomende knelpunten: de studielast en de kwaliteit van het personeel. Van studenten wordt een serieuze studie-inspanning verwacht met voldoende contact tussen docenten en studenten en tussen studenten onderling. In een aantal aanvragen is de beoogde tijdbesteding van de studenten onvoldoende. Wat de inzet van personeel betreft, is de verbinding van de docenten met de praktijk essentieel, maar dan wel in een gecompliceerde beroepspraktijk. Vaak ontbreekt het ook in hbo-masteropleidingen aan voldoende academisch geschoold personeel, dat ervaring heeft met opleidingen op masterniveau. De verdere ontwikkeling van kenniskringen en lectoraten, en de intensievere samenwerking met universiteiten en hogescholen, ook internationaal, dragen overigens zichtbaar bij aan de verdere professionalisering van de hbo-masteropleidingen. Na een positieve toetsing door de NVAO volgt de macrodoelmatigheidstoets door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Uiteindelijk kan ruim de helft van het totaal aantal nieuwe opleidingen daadwerkelijk starten. Een kwart haalt de kwaliteitstoets niet en nog eens een kwart voldoet niet aan de doelmatigheidstoets. Juist omdat een aanzienlijk aantal opleidingen deze laatste horde niet kan nemen, wil Nederland de volgorde wijzigen en de kwaliteitstoets na de doelmatigheidstoets laten plaatsvinden. Hiermee sluit het toetsingsproces in Nederland nauwer aan bij de werkwijze in Vlaanderen waar deze volgorde al wordt toegepast. Het toetsen van nieuwe opleidingen gebeurt door panels van onafhankelijke deskundigen die zijn samengesteld door de NVAO. Instellingen kunnen ook aanvragen indienen vergezeld van een VBI-rapport. Alleen hogescholen (met 17 aanvragen) hebben tot dusver gebruik gemaakt van deze mogelijkheid en dan vooral de niet-bekostigde instellingen (met 11 aanvragen). De toetsing door VBI s wil de NVAO niet aanmoedigen: de NVAO streeft een maximale gelijkschakeling na van de toetsingssystemen in Nederland en Vlaanderen (cf. macrodoelmatigheidstoets). Vlaamse aanvragen voor toetsing kunnen uitsluitend door NVAO-panels worden beoordeeld en dus niet door de evaluatieorganen Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) of Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA). Mede tegen deze achtergrond wordt in de komende periode bekeken of in Nederland dezelfde werkwijze moet worden gevolgd. In juni 2006 is een rondetafelgesprek georganiseerd met diverse ervaren panelvoorzitters en -leden om de kwaliteit van het proces rond de toets nieuwe opleidingen te bespreken en zo nodig verder te verbeteren. De uitkomsten van deze gedachtewisseling hebben enerzijds geleid tot onmiddellijke aanpassingen en anderzijds tot verdere discussie en reflectie. Voorbeelden van wijzigingen zijn de nagestreefde behandeltermijn (zes maanden vanaf ontvangst aanvraag in plaats van drie maanden vanaf betaling), de positie van de externe secretaris (niet langer lid van het panel) en de beschikbaarheid van panelleden op korte termijn om de behandeltermijn zo kort mogelijk te houden (als toegevoegd criterium). Actiepunten die worden uitgewerkt, zijn onder meer de evaluatie van het toetsingsproces door panelleden, een werkconferentie rond de hbo-master, de evaluatie van aanvragen met VBI-rapport en het samenstellen van een handleiding voor panelleden. Bevraging van panelleden naar aanleiding van iedere individuele aanvraag is minder noodzakelijk gebleken. Dit laatste punt is bevestigd door de evaluatie onder panelleden die in september 2006 is afgerond. Het toetsingsproces is in deze enquête opvallend goed beoordeeld (3.5 op een schaal van 4). Wel achten de respondenten het zinvol om jaarlijks een algemene raadpleging Jaarverslag

13 te houden en met enige regelmaat een vervolggesprek te organiseren. Uit de enquête kwam de volgende top 3 van knelpunten naar voren: (1) hanteerbaarheid van het toetsingskader voor beoordeling TNO-aanvraag; (2) kwaliteit van het aanvraagdossier van de instelling; (3) kwaliteit van de inbreng van de vertegenwoordigers van beroepenveld, studenten, alumni et cetera tijdens het locatiebezoek. De werkconferentie rond de hbo-master wordt in juni 2007 georganiseerd. Hierin zal worden gesproken over de kenmerken van een goede professional master om mogelijk tot een scherpere omschrijving van dit opleidingstype te komen. Een bijzonder aandachtspunt vormt de behandeltermijn van de toetsing. Uit het rondetafelgesprek in juni 2006 kwam al naar voren dat een lange duur van het proces tot irritatie leidt, zowel bij de instellingen als bij de panelleden. Niet alle aanvragen worden afgehandeld binnen de intussen aangepaste termijn van zes maanden. De redenen zijn uiteenlopend: onvolledig aanvraagdossier, vertraging van de procesgang bij NVAO tijdens piekperiodes, niet onmiddellijke beschikbaarheid van panelleden (buitenlands verblijf, vakantie, ziekte, etc.), vakantieperiode instelling, aanvullende vragen van het panel, aanhouden besluitvorming door NVAO (wanneer instellingen niet direct of niet meer reageren naar aanleiding van een negatief advies en het dossier stil valt) of aanhouden besluitvorming door instelling. In de komende periode wordt bekeken op welke wijze dit punt kan worden verbeterd. Vlaanderen In 2006 heeft de NVAO 13 Vlaamse aanvragen behandeld voor een toets nieuwe opleiding. De aanvragen waren afkomstig van zowel universiteiten, hogescholen als geregistreerde instellingen. Drie aanvragen waren niet ontvankelijk. Het betrof aanvragen van instellingen die eerst door de Vlaamse regering dienen te worden geregistreerd. Ruim de helft van de ontvankelijke aanvragen (6) heeft geleid tot een positief besluit (zie ook hoofdstuk 3). Vier aanvragen zijn ingetrokken nadat uit het paneladvies bleek dat niet alle onderwerpen positief konden worden beoordeeld. De grootste knelpunten daarbij zijn gelijklopend met die in de Nederlandse dossiers; zoals de doelstellingen, de relatie tussen doelstellingen en programma en de kwaliteit van het personeel. Twee aanvragen betroffen heringediende aanvragen, die daarna positief zijn beoordeeld Bevindingen over de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs De NVAO heeft per 31 december 2006 ongeveer 1000 aanvragen om accreditatie of de toets nieuwe opleidingen beoordeeld. Uiteraard krijgt de NVAO daarmee een beeld van de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs. Dit beeld moet echter met de nodige voorzichtigheid worden neergezet, omdat vergelijkende analyses in een stelsel dat is gebaseerd op individuele beoordelingen van opleidingen nu eenmaal niet gemakkelijk tot disciplinaire of stelseloordelen kan leiden. De NVAO spreekt dus over haar bevindingen, die pas na een grondige analyse als oordelen kunnen worden beschouwd. Dat stadium is nu nog niet bereikt. Vooralsnog zijn de meest opvallende bevindingen de volgende: - het overgrote deel van de opleidingen van de bekostigde instellingen haalt de drempel van de basiskwaliteit, terwijl een deel van het aangewezen onderwijs daar (nog) moeite mee heeft; - de aandacht voor het functioneren van stelsels van kwaliteitszorg neemt toe: hogescholen zijn hier verder mee dan universiteiten; - universiteiten hebben (nog) moeite met het bepalen van het uitstroomniveau van de bachelor, hetgeen blijkt uit de regelmatige kritische opmerkingen van panels over het niveau van de bachelorthesis; - panels plaatsen kanttekeningen bij het behalen van het wo-masterniveau door instromende hbo-bachelors; 12 Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

14 - de staf/studentenratio binnen universiteiten is bij een aantal disciplines in met name de humaniora en gamma-opleidingen mogelijk bedreigend voor de kwaliteit van de opleidingen; - binnen hogescholen wordt gewezen op een gebrek aan diepgang en theoretische kennis: dit blijkt onder andere uit de beoordeling van de facetten gerealiseerd niveau en beoordeling en toetsing ; - de hogescholen hebben relatief weinig aandacht voor internationalisering: dat blijkt uit de domeinspecifieke kaders, de inhoud van het programma, de studenteninstroom en de gebruikte literatuur; - de arbeidsmarkt blijkt op opleidingsniveau (te?) tevreden over de afgestudeerden. Dit lijkt in een aantal gevallen echter eerder te wijten aan een gebrek aan kennis over het (internationaal aanvaardbare) niveau van met name de bachelor dan aan het behalen van het juiste niveau; - in het hbo wordt op zeer veel verschillende manieren omgegaan met de term onderzoek. Het gaat veel meer om methodisch en evidence based werken dan om het zelf kunnen verrichten van fundamenteel of toegepast onderzoek; - het hbo heeft een bijzonder laag percentage docenten dat enige ervaring heeft in het doen van onderzoek; - panels die oordelen geven over wo-opleidingen zijn kritisch over het aantal door studenten aan de studie gespendeerde uren. Dit geldt ook voor het hbo, waarin bovendien kritiek wordt gehoord op het aantal door de opleiding aangeboden contacturen; - rendementen zijn laag en voor zover zij overeenstemmen met streefcijfers, zijn deze laatste niet hoog. Ondanks deze punten van aandacht is de NVAO niet somber over de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs. Weliswaar is op goede gronden kritiek mogelijk en worden deze punten ook in de VBI-rapporten teruggevonden, over het algemeen zijn de panels er van overtuigd dat de basiskwaliteit van opleidingen niet in het geding is. De NVAO merkt trouwens dat instellingen en opleidingen zich de kritiek ook aantrekken en dat met name de aandacht voor de benodigde contacturen en de kwaliteit van toetsing en beoordeling is toegenomen. Waar de balans in het (competentiegericht) onderwijs bijvoorbeeld mogelijk te ver is doorgeslagen naar de zelfstandigheid van de student, komt de aandacht voor de begeleiding en kennisoverdracht door de docent weer sterk terug. Ook binnen het onderwijs lijkt daarmee een stelsel van checks and balances aanwezig om de vraag van studenten en het aanbod vanuit de instellingen en opleidingen kwalitatief met elkaar in evenwicht te brengen. Een laatste bevinding betreft de toenemende aandacht voor diversiteit, zowel tussen opleidingen als tussen studenten. Steeds meer instellingen hebben oog voor het verschil in talenten van studenten en zijn bereid daar in het onderwijs rekening mee te houden, zoals blijkt uit het vormgeven van Colleges, masterclasses en honourstrajecten. De NVAO beschouwt deze ontwikkelingen als een juiste reactie op de diversiteit binnen de studentenpopulatie. 2.2 Onderzoeksmasters en verlengde masters (Nederland) Onderzoeksmasters Sinds april 2003 beoordeelt de NVAO tweejarige onderzoeksmasters. Deze masters leiden talentvolle studenten op voor een hoogwaardige onderzoekscarrière, zowel binnen de universiteit als in de private en publieke onderzoekssector. De opleiding wordt gegeven door en onder verantwoordelijkheid van gekwalificeerde onderzoekers die beschikken over uitmuntende onderzoeksomgevingen. De NVAO wordt geadviseerd door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) die op alle wetenschapsgebieden internationale commissies met gezaghebbende wetenschappers heeft benoemd. Sinds de zomer van Jaarverslag

15 2003 zijn in totaal 150 onderzoeksmasters beoordeeld waarvan 114 een positief besluit en advies hebben gekregen (van drie aanvragen wordt het besluit in 2007 verwacht). In 2006 zijn tien aanvragen (2005: 27) beoordeeld waarvan zeven aanvragen (2005: 17) een positief besluit en advies hebben gekregen (zie ook hoofdstuk 3). In het verslagjaar heeft de NVAO een enquête gehouden onder de instellingen die een onderzoeksmaster hebben ingediend. De enquête maakt deel uit van een groter onderzoek om de verschillende ervaringen en reflecties drie jaar na de invoering van dit nieuwe type masteropleiding in kaart te brengen. De resultaten van de enquête worden, samen met de resultaten van een in 2007 te organiseren conferentie over onderzoeksmasters, volgend jaar gebundeld in een publicatie Verlengde masters In 2006 zijn 11 aanvragen (2005: 1) binnengekomen voor het beoordelen van een verlengde master. Hiervan zijn vier aanvragen (2005: 1) positief beoordeeld (zie ook hoofdstuk 3). Universiteiten kunnen sinds 2003 voor een bepaalde master in het wetenschappelijk onderwijs aanvragen indienen voor tweejarige programma s, met bijbehorende studiefinancieringrechten voor studenten. De NVAO heeft hiervoor op verzoek van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap twee protocollen opgesteld. Een protocol voor specifieke opleidingen op het gebied van de internationale rechtsvergelijking en de opleidingen taal en cultuur met een bijzonder moeilijk schrift. Het tweede protocol geldt voor de overige wetenschappelijke masteropleidingen die hun bestaande opleiding willen verlengen van één naar twee jaar. Sinds enkele jaren moeten alfa-, gamma-, bèta-, technische en landbouwkundige opleidingen aantonen dat tweejarige curricula noodzakelijk zijn, als gevolg van een wijziging in de Wet op het hoger onderwijs en onderzoek (WHW) die aan deze opleidingen geen speciale rechten meer toekent. 2.3 Associate-degreeprogramma s (Nederland) In augustus 2005 heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de NVAO gevraagd om de kwaliteit te beoordelen van de aanvragen in het kader van de pilots met Associate-degreeprogramma's (Ad-programma s: korte programma's in de hbo-bachelor) met ingang van het studiejaar De NVAO heeft 77 aanvragen beoordeeld en de bevindingen daarover in januari 2006 aan de staatssecretaris gerapporteerd. Die besliste daarop dat 11 hogescholen in september 2006 konden starten met een tweejarig Ad-programma. Op 1 juni 2006 deelde de staatssecretaris de hogescholen mee dat de tweede ronde pilots werd opgesplitst in twee deelrondes: deelronde 2A (uiterste datum van indiening aanvragen 30 juni 2006) en deelronde 2B (uiterste datum van indiening 2 oktober 2006). Voor het inhoudelijk beoordelen van de aanvragen heeft de NVAO voor beide deelrondes een panel van deskundigen samengesteld met enerzijds deskundigen op het gebied van bestuur en onderwijs in hogescholen en anderzijds domeindeskundigen vanuit verschillende sectoren. In deelronde 2A beoordeelde de NVAO 19 aanvragen (waarvan één niet ontvankelijk) en kwam tot 13 positieve adviezen. In deelronde 2B waren er 65 aanvragen (waarvan vier niet ontvankelijk) en formuleerde de NVAO 35 positieve adviezen. In januari 2007 heeft de staatssecretaris aangegeven dat hiervan 33 Ad-pilots kunnen starten. Het totaal aantal pilots voor tweejarige Ad-programma s bedraagt nu 57. De aanvragen in de tweede ronde bleken van betere kwaliteit dan die in de eerste ronde. In de aanvragen die een negatief advies hebben gekregen, blijft het overleg met het werkveld de zwakste plek. Vooral de eis dat op aantoonbare wijze inzicht moet worden gegeven van het gevoerde overleg en van de wijze waarop de resultaten daarvan bij de samenstelling van het programma worden betrokken, blijkt voor veel hogescholen een moeilijke opgave. 14 Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

16 Lijst instellingen met goedgekeurd Ad-programma Instelling ArtEZ Avans Hogeschool Avans Hogeschool Avans Hogeschool Avans Hogeschool Avans Hogeschool Avans Hogeschool Avans Hogeschool Chr. Agrarische Hogeschool Dronten Chr. Agrarische Hogeschool Dronten Chr. Agrarische Hogeschool Dronten Christelijke Hogeschool Nederland Christelijke Hogeschool Nederland Christelijke Hogeschool Nederland Fontys Hogescholen Fontys Hogescholen Haagse Hogeschool Haagse Hogeschool Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen HMDI Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Hogeschool INHOLLAND Hogeschool INHOLLAND Hogeschool INHOLLAND Hogeschool Leiden Hogeschool Rotterdam Hogeschool Schoevers Hogeschool Utrecht Hogeschool Utrecht Hogeschool Utrecht Hogeschool Utrecht Hogeschool Utrecht Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim Hogeschool Windesheim NHTV Breda Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Saxion Hogescholen Saxion Hogescholen Saxion Hogescholen Ad-programma Interieurvormgever Accountancy Bouwtechnische Bedrijfskunde Chemische Technologie Financiële Dienstverlening Management in de Zorg Marketing Management Small Business and Retail Management Dier- en veehouderij Management en Beleid Buitenruimte Tuin- en Akkerbouw International Hospitality Management Small Business and Retail management Vrijetijdsmanagement Accountancy Technische Bedrijfskunde Facility Management Installatietechniek Muziek Opleiding tot verpleegkundige Personeel en Arbeid Sport, gezondheid en management Opleiding senior-medewerker documentaire informatievoorziening Accountancy Assistent fiscalist Civiele Techniek DCP Civiele Techniek WCUI Management in de Zorg Bouwkunde Crossmediale Communicatie Klinische Chemie Management in de Zorg Management in de Zorg Officemanagement Assistent Marketeer Business Administration Intercedent Chemische Technologie Communicatie(Event)management Schrijftolk Elektrotechniek Industrieel Product Ontwerpen Technische Bedrijfskunde Werktuigbouwkunde Functiegerichte bachelor in toerisme en recreatie Bedrijfskundige Informatica Personeel en Arbeid Bedrijfskundige Informatica Informatie dienstverlening en management Integrale handhaving omgevingsrecht Jaarverslag

17 Saxion Hogescholen Saxion Hogescholen Saxion Hogescholen Saxion Hogescholen Stoas Van Hall Instituut/Larenstein Van Hall Instituut/Larenstein Van Hall Instituut/Larenstein Management in de Zorg Small Business and Retail management Technische Informatica Werktuigbouwkunde Educatie en kennismanagement, groene sector bloemsierkunst Agrarisch Ondernemerschap Dier- en Veehouderij Milieukunde, integrale handhaving omgevingsrecht 2.4 Aanwijzingsprocedure (Nederland) Een nieuwe instelling kan in Nederland initiële bachelor- of masteropleidingen aanbieden, mits ze wordt aangewezen door de minister. Aanwijzing betekent dat een instelling, met uitzondering van het recht op bekostiging, dezelfde rechten krijgt als een bekostigde instelling. In de Beleidsregel aanwijzing instellingen voor hoger onderwijs van 8 juli 2004 (gepubliceerd in het Gele katern nr. 13 van 28 juli 2004) heeft de staatssecretaris de procedure als bedoeld in artikel 6.9 van de WHW nader uitgewerkt. De NVAO heeft een rol gekregen in de aanwijzingsprocedure voor hoger onderwijs, namelijk het beoordelen van de kwaliteit van het onderwijs in de betrokken instelling. Daarnaast vraagt de staatssecretaris de Inspectie van het Onderwijs om een advies over de vraag of de instelling voldoet aan de voorschriften die als gevolg van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) van toepassing zijn op aangewezen instellingen. Na deze adviezen neemt de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een besluit op het verzoek van een instelling om aanwijzing. De NVAO heeft haar werkwijze in het kader van de aanwijzingsprocedure toegelicht in het Protocol aanwijzingsprocedure van 13 september 2004 en gepubliceerd op haar website. In 2006 heeft de NVAO positief geadviseerd met betrekking tot de aanwijzing van de Politieacademie te Apeldoorn. Vier andere in 2006 ontvangen aanvragen op het gebied van aanwijzing zijn nog in behandeling. Deze zullen naar verwachting in 2007 worden afgerond. 2.5 Hogeronderwijsregister (Vlaanderen) De Vlaamse regering heeft op 11 juni 2004 besloten de NVAO te belasten met het ontwikkelen en actualiseren van het Hogeronderwijsregister. Dit register bevat informatie over alle instellingen in het Vlaams hoger onderwijs en alle bachelor- en masteropleidingen die in Vlaanderen worden aangeboden. De eerste versie van het register ging in 2004 online. Het jaar daarop heeft de NVAO het Hogeronderwijsregister een grondige opknapbeurt gegeven. In de zomer van 2006 is een uitgebreide vragenronde georganiseerd over de deelname aan en het gebruik van het Hogeronderwijsregister. De deelnemers aan deze bevraging waren vertegenwoordigers van verschillende hogeronderwijsinstellingen, de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA), de Dienst Communicatie van het Departement Onderwijs, de Administratie Hoger Onderwijs, Centra voor Leerlingenbegeleiding, de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) en de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK). Doel was om in september 2006 een nieuw programma van eisen op te stellen met betrekking tot het Hogeronderwijsregister. Omdat ook een Europese databank wordt ontwikkeld op het niveau van het European Consortium for Accreditation in higher education (ECA) is er voor gekozen om het Hogeronderwijsregister hiermee te laten overeenstemmen. 16 Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

18 Hierdoor wordt bespaard op de kosten en vindt een gelijklopende ontwikkeling plaats van de onderliggende databanken. In de herfst van 2006 is echter duidelijk geworden dat de synergie met een te ontwikkelen Vlaamse Leerrechten- c.q. Financieringsdatabank een aandachtspunt vormt bij de verdere ontwikkeling van het Hogeronderwijsregister. De NVAO heeft daarom besloten te wachten met de verdere ontwikkeling van de databank van het Hogeronderwijsregister tot hierover meer duidelijkheid bestaat. De volgende doelstellingen en aanpassingen worden in 2007 nagestreefd: - verhoging van gebruiksgemak door: - een verbeterde structuur, - meer uitgebreide informatie, - een nieuwe frisse layout; - uitgebreide zoekfuncties met meer mogelijkheden en geografische optie; - doelgericht content management met verspreide gedelegeerde administratie (NVAO, instellingen, overheid, NARIC, VLIR en VLHORA); - database gestuurde website, gekoppeld aan centrale database; - integratie van een nieuwssysteem; - integratie van een mailingsysteem; - de mogelijkheid voorzien om elektronisch accreditatieaanvragen in te dienen vanuit het Hogeronderwijsregister; - het verzamelen van marketing intelligences zoals gebruikte trefwoorden via zoekopdrachten en bezoekersstatistieken; - integratie van de Nederlands- en Engelstalige websites van de NVAO. 2.6 Inspectietaken (Nederland) Zoals in voorgaande jaarverslagen is vermeld, heeft de NVAO begin 2003 in de overgangssituatie van het visitatie- naar het accreditatiesysteem twee taken overgenomen van de Inspectie van het Onderwijs: a) evaluatie bestuurlijke hantering: de follow-up van visitaties die eerder door de Inspectie waren goedgekeurd en b) meta-evaluatie: de beoordeling van visitaties vanaf In 2005 heeft de NVAO de visitaties bedoeld onder b) beoordeeld en deze goedgekeurd. Sindsdien is met betrekking tot de inspectietaken louter sprake van de follow-up, de evaluatie bestuurlijke hantering. Daarmee is in 2006 goede voortgang geboekt. In de loop van 2007 zullen de werkzaamheden in dit dossier kunnen worden afgerond. Bij de evaluatie bestuurlijke hantering van visitaties die door de Inspectie zijn goedgekeurd, gaat het om opleidingen waarbij de Inspectie destijds zogeheten ernstige tekortkomingen had vastgesteld. Bij de evaluatie bestuurlijke hantering van visitaties die door de NVAO zijn goedgekeurd, gaat het om opleidingen waarbij de NVAO in de jaren zogeheten substantiële verbeterpunten heeft benoemd. De NVAO heeft alle opleidingen met tekortkomingen of verbeterpunten om een stand van zaken-notitie gevraagd. Op grond van deze notitie en eventueel een gesprek beoordeelt de NVAO of de instelling bestuurlijk adequaat dat wil zeggen tijdig, terzake en toereikend heeft gehandeld naar aanleiding van de kritiek van de visitatiecommissie. In 2006 zijn de stand van zaken-notities van een kleine zestig opleidingen behandeld. In circa drie op de vijf gevallen kon de NVAO op basis van de notitie, dat wil zeggen zonder gesprek, vaststellen dat de instelling bestuurlijk adequaat had gereageerd, al waren er in de meeste gevallen nog wel één of meer verbeterpunten; deze heeft de NVAO in brieven onder de aandacht gebracht. Bij circa twee op de vijf opleidingen was een gesprek noodzakelijk. Dit heeft bij drie opleidingen tot een voortzetting geleid van de procedure evaluatie bestuurlijke hantering. De kwalificatie langdurig ernstige tekortkoming kon in 2006 voor een opleiding worden opgeheven, na analyse van de stand van zaken-notitie en een gesprek met vertegenwoordigers van instelling en opleiding. Jaarverslag

19 In het jaarverslag over 2005 is al melding gemaakt van berichten in de Nederlandse media over de kwaliteit van de opleidingen tot leraar basisonderwijs aan de pabo s naar aanleiding van de meta-evaluatie door de NVAO van een visitatierapport van de Inspectie uit De NVAO stelde op grond van dat visitatierapport vast dat bepaalde opleidingen op onderdelen verbeteringen dienden aan te brengen en berichtte de desbetreffende instellingen hierover. Vijftien pabo s moesten de NVAO uiterlijk 1 januari 2006 een stand van zaken-notitie toesturen. In het voorjaar van 2006 zijn deze pabo s door de NVAO bezocht. In juni 2006 heeft de NVAO een rapport uitgebracht aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), waarin de NVAO oordeelt dat bij dertien van de vijftien pabo s het bestuurlijk handelen adequaat is geweest en in twee gevallen nog niet. De twee instellingen in kwestie hebben de opdracht gekregen vóór september 2006 een operationeel plan van aanpak bij de NVAO in te dienen. Op basis van deze documenten en een bezoek heeft de NVAO geconcludeerd dat de instellingen inmiddels bestuurlijk adequaat hebben gehandeld. Minister Van der Hoeven van OCW heeft begin oktober 2006 de Tweede Kamer laten weten dat alle pabo s nu van rechtswege zijn geaccrediteerd en uiterlijk 31 december 2009 de eerstvolgende accreditatie moeten hebben afgerond. 2.7 Evaluatieorganen (Vlaanderen) In Vlaanderen heeft de decreetgever de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) een belangrijke rol gegeven in de beoordeling van de kwaliteit van de opleidingen van ambtshalve geregistreerde hogeronderwijsinstellingen (de klassieke hogescholen en universiteiten). Deze koepelorganisaties zijn decretaal aangeduid als evaluatieorganen en coördineren de visitaties bij alle ambtshalve geregistreerde instellingen. Beide organisaties vervullen in Vlaanderen eenzelfde opdracht als de Nederlandse VBI s, maar hoeven hiervoor niet erkend te worden door de NVAO. Om de noodzakelijke objectiviteit van het visitatieproces te verzekeren, heeft de decreetgever bepaald dat de zogenaamde Erkenningscommissie en niet de koepelorganisatie de onafhankelijkheid van de leden van de visitatiepanels beoordeelt en dat de visitatiecommissies de visitatierapporten vaststellen. Na de start van het accreditatieproces in Vlaanderen in 2005 heeft de NVAO ook in het verslagjaar regelmatig overleg gevoerd met de VLIR en de VLHORA over de voortgang van de verschillende procedures. Er is daarbij afgesproken dat VLIR en VLHORA na publicatie een aantal visitatierapporten en de onafhankelijkheidsverklaringen aan de NVAO bezorgen, waardoor instellingen geen bijkomende kopieën meer hoeven aan te leveren bij hun accreditatieaanvraag en op termijn de aanvraag volledig elektronisch kan gebeuren op basis van de gegevens in het Hogeronderwijsregister. In periodieke nieuwsbrieven wordt ook regelmatig toelichting gegeven over de aanvraagprocedures. 2.8 Visiterende en Beoordelende Instanties (VBI s) (Nederland) In Nederland heeft de wetgever gekozen voor een vrije markt van Visiterende en Beoordelende Instanties (VBI s). De NVAO publiceert jaarlijks een lijst van organisaties die visitatierapporten kunnen opstellen conform de eisen van de NVAO (zie ook paragraaf 2.8.2). Met deze VBI-lijst onderstreept de NVAO dat de desbetreffende organisaties de inhoudelijke en procedurele randvoorwaarden goed kunnen invullen. Wanneer een instelling wil samenwerken met een andere organisatie toetst de NVAO achteraf of de totstandkoming en de kwaliteit van het visitatierapport voldoende zijn gegarandeerd. Dat een VBI op de lijst staat, is geen garantie dat een door dat VBI opgesteld rapport voldoende basis biedt voor accreditatie. Het leidt wel eens tot onbegrip wanneer de NVAO vragen en opmerkingen maakt bij 18 Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

20 rapporten die zijn opgesteld door VBI s. De NVAO gaat echter na of het rapport beantwoordt aan de gestelde eisen en valideert het oordeel van de VBI. Daarom legt de NVAO veel nadruk op het feit dat zij op grond van het VBI-rapport een eigen afweging moet kunnen maken en aanvullende informatie in kan winnen. Het is van belang dat instellingen zelf kritisch blijven kijken naar de onderbouwing in het rapport voordat het bij de NVAO wordt ingediend Beoordeling VBI s Het in augustus 2005 vastgestelde Protocol VBI s met criteria op basis waarvan de NVAO de werkwijze van de VBI s beoordeelt, is in 2006 ongewijzigd gebleven. Wat dat betreft zijn er voor de VBI s in het verslagjaar geen veranderingen doorgevoerd. In aanvulling op deze algemene beoordeling voert de NVAO audits uit bij VBI s waarvan al meer rapporten zijn beoordeeld. Hierbij bekijkt de NVAO of de informatie in het informatiedossier correct is en of deze overeenkomt met de administratieve processen van de desbetreffende VBI in de praktijk. De audit uit eind 2005 was mede reden om Certiked in 2006 voorwaardelijk op de lijst te plaatsen. Tijdens de vervolgaudit in juni 2006 bleek dat Certiked de zogenoemde non-compliance-punten uit de eerdere audit op een goede manier had opgepakt en kon de voorwaardelijke plaatsing worden opgeheven VBI-lijst De Stichting Bekoo heeft zich eind 2005 als VBI teruggetrokken. ASIIN en FIBAA voldoen als eerste twee buitenlandse organisaties aan het Protocol VBI s en zijn per 1 januari 2006 in de VBI-lijst opgenomen. De NVAO heeft in een panel van onafhankelijke deskundigen deelgenomen aan de beoordeling van FIBAA door de Akkreditierungsrat in Duitsland en heeft de uiteindelijk positieve beoordeling laten meewegen in haar definitieve besluit over FIBAA. De voorlopige plaatsing op de lijst van Certiked is in juni 2006 opgeheven. VBI-lijst (alfabetisch, per 1 januari 2007) ASIIN: Akkreditierungsagentur für Studiengänge der Ingenieurwissenschaften, der Informatik, der Naturwissenshaften und der Mathematik e.v. (sinds 1 januari 2006) Certiked VBI bv: Certificatie Kennisintensieve Dienstverlening (sinds 1 januari 2004) DNV: Det Norske Veritas bv (sinds 1 januari 2005) FIBAA: Internationale Stiftung für Qualität bei Bachelor en Masterstudiengängen; Foundation for International Business Administration Accreditation (sinds 1 januari 2006) Hobéon: Hobéon Certificering bv (sinds 1 januari 2004) NQA: Netherlands Quality Agency (sinds 1 januari 2004) QANU: Quality Assurance Netherlands Universities (sinds 1 januari 2004) 2.9 Vermindering accreditatielast (Nederland) In 2006 heeft de NVAO in Nederland verschillende gesprekken met VBI s georganiseerd. Naast diverse individuele gesprekken onder andere over de plaatsing op de lijst van 2007 heeft de NVAO het afgelopen jaar samen met VBI s en instellingen gezocht naar mogelijkheden om de accreditatielast te verminderen ( ontbureaucratisering ). In april 2006 heeft de NVAO tijdens aparte bijeenkomsten gesproken met verschillende vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen en VBI s. De gesprekken resulteerden in een concreet plan van aanpak met daarin verschillende voorstellen om de accreditatielast te verminderen. Het betrof hier onder meer maatregelen als het experimenteren met verschillende vormen van geclusterde beoordelingen, een kritische beschouwing van de operationaliseringen van VBI s door een werkgroep van de NVAO (hetgeen resulteerde in bijgestelde ope- Jaarverslag

Kwaliteitszorg en accreditatie

Kwaliteitszorg en accreditatie Infofiche Kwaliteitszorg en accreditatie Om kwaliteitsvol onderwijs te garanderen, worden opleidingen en instellingen beoordeeld. Enerzijds is er interne kwaliteitszorg die binnen de hogeschool of universiteit

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN Reglement betreffende de vormvereisten voor aanvragen tot uitvoering van een accreditatie, een instellingsreview of een toets nieuwe opleiding ten aanzien van opleidingen in de Vlaamse Gemeenschap Gelet

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010 Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een toets nieuwe opleiding leidend

Nadere informatie

Versie juli 2013, Accreditatiekader voor aanvragen steunend op een buitenlandse accreditatie. met toelichting. [22 april RN/AR/DP] Pagina 0

Versie juli 2013, Accreditatiekader voor aanvragen steunend op een buitenlandse accreditatie. met toelichting. [22 april RN/AR/DP] Pagina 0 Versie juli 2013, Accreditatiekader voor aanvragen steunend op een buitenlandse accreditatie met toelichting [22 april 2012- RN/AR/DP] Pagina 0 Inhoud 1 Inleiding... 2 2. Beoordelingskader equivalentie

Nadere informatie

Kader Opleidingsaccreditatie. - Vlaanderen 2015-2021

Kader Opleidingsaccreditatie. - Vlaanderen 2015-2021 Kader Opleidingsaccreditatie - Vlaanderen 2015-2021 20 maart 2015 Pagina 2 van 17 Inhoud 1 Opzet 5 2 Beoordelingskader 6 3 Beoordelingsschaal en beslisregel 7 4 Samenstelling van de visitatiecommissie

Nadere informatie

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning. nvao nederiands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 21 november 2016 onderwerp Definitief accreditatiebesluit (004107) bijlage 1 Intrekking en nieuwe vaststelling van het accreditatiebesluit

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Brussel, 10 december _Advies_accreditatieverdrag. Advies. Accreditatieverdrag met Nederland

Brussel, 10 december _Advies_accreditatieverdrag. Advies. Accreditatieverdrag met Nederland Brussel, 10 december 2003 111903_Advies_accreditatieverdrag Advies Accreditatieverdrag met Nederland Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding en situering adviesvraag... 3 2. Samenvatting... 4 3. Advies...5 2 1.

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit datum 19 januari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde ons kenmerk NVAO/20050113/CT

Nadere informatie

Dat de instellingen en evaluatieorganen voldoende kwaliteitsbewustzijn zullen tonen om de verbeterfunctie van de externe kwaliteitszorg

Dat de instellingen en evaluatieorganen voldoende kwaliteitsbewustzijn zullen tonen om de verbeterfunctie van de externe kwaliteitszorg Accreditatie hoger onderwijs Onder welke voorwaarden kan accreditatie in de toekomst een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs. Blijvend succes

Nadere informatie

Handreiking Toetsingskaders Opleidingsschool en academische kop 2013

Handreiking Toetsingskaders Opleidingsschool en academische kop 2013 Handreiking Toetsingskaders Opleidingsschool en academische kop 2013 NVAO en OCW 30 augustus 2013 Inhoud 1 Algemeen 3 2 Toelichting op de toetsingskaders 5 3 Werkwijze beoordelingen 6 Bijlage Aanleveren

Nadere informatie

Onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit

Onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit Vooraf... 2 450 accreditaties, 56 nieuwe opleidingen... 3 Eén excellente opleiding... 4 Heel weinig opleidingen met hersteltermijn... 6 Meeste nieuwe opleidingen bij bouwkunde en civiele techniek... 7

Nadere informatie

Format informatiedossier accreditatieaanvraag steunend op een buitenlandse accreditatie

Format informatiedossier accreditatieaanvraag steunend op een buitenlandse accreditatie Format informatiedossier accreditatieaanvraag steunend op een buitenlandse accreditatie Dit format moet worden gebruikt voor het informatiedossier voor een accreditatieaanvraag steunend op een buitenlandse

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 536 Besluit van 24 oktober 2011, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5a.11,

Nadere informatie

Bestuursreglement Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie NVAO

Bestuursreglement Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie NVAO Bestuursreglement Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie NVAO Augustus 2017 Inhoud 1 Inleiding 4 Artikel 1.1 - Begripsbepalingen 4 Artikel 1.2 - De organisatie 4 2 Het bestuur 5 Artikel 2.1 - Samenstelling

Nadere informatie

Studententevredenheid als kwaliteitsmaat?

Studententevredenheid als kwaliteitsmaat? Studententevredenheid als kwaliteitsmaat? Donderdag 19 september 2013 netwerkbijeenkomst van Platform HBO van het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement (NNK) Presentatie van Annemieke Voets tijdens

Nadere informatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool m a o v nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool datum 31

Nadere informatie

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wie zijn wij? Patrick van den Bosch Expert Kwaliteitszorg Patrick.vandenbosch@vluhr.be Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wouter Teerlinck Expert Kwaliteitszorg Wouter.teerlinck@vluhr.be

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning. Ontwerp van accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Master of Science in de architectuur (master) van de Universiteit Antwerpen (na tijdelijke

Nadere informatie

Cluster Commerciële Economie Communicatie Finance Groen en Voeding Contactpersoon Windesheim Flevoland

Cluster Commerciële Economie Communicatie Finance Groen en Voeding Contactpersoon Windesheim Flevoland Cluster Commerciële Economie Communicatie Finance Groen en Voeding Annemarie van Alphen Ancella Evers-de Boer (a.i.) Contactpersoon Windesheim Flevoland Hogescholen Christelijke HS Windesheim Avans HS

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING MEMORIE VAN TOELICHTING Decreet houdende bekrachtiging van het reglement tot bepaling van de bestuursbeginselen die van toepassing zijn bij de besluitvorming door de Nederlands- Vlaamse Accreditatieorganisatie

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 Ten opzichte van 2009 is de instroom stabiel: -0,3 procent

Nadere informatie

Uitbreiding studieomvang

Uitbreiding studieomvang Infofiche Uitbreiding studieomvang Om te voldoen aan internationale verwachtingen en de studiedruk te verlagen, werd de mogelijkheid gecreëerd de masteropleidingen in de humane wetenschappen te verlengen

Nadere informatie

2o\y/ax Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2o\y/ax Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap - t t 2o\y/ax ONTVANGEN 0 1 FEB.?OTJ Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag HZ University of Applied Sciences t.a.v. het college van bestuur Postbus

Nadere informatie

Visitaties in de hogescholen en universiteiten. VEP 7 december 2012

Visitaties in de hogescholen en universiteiten. VEP 7 december 2012 Visitaties in de hogescholen en universiteiten VEP 7 december 2012 1 Visitaties in de hogescholen en universiteiten 1. Situering van de visitaties in de kwaliteitsbewaking 2. Onderzoek van Belgische Rekenhof

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN Reglement betreffende de erkenning van evaluatieorganen die een coördinerende taak hebben ten aanzien van de externe beoordeling van hogeronderwijsopleidingen in de Vlaamse Gemeenschap Gelet op het decreet

Nadere informatie

5. KWALITEIT. Tevredenheid van studenten en werkveld. Kwaliteitszorg en accreditatie

5. KWALITEIT. Tevredenheid van studenten en werkveld. Kwaliteitszorg en accreditatie 5. KWALITEIT Tevredenheid van studenten en werkveld Kwaliteitszorg en accreditatie Jaarverslag 2010 Hanzehogeschool Groningen, University of Applied Sciences 72 5 Kwaliteit TEVREDENHEID VAN STUDENTEN EN

Nadere informatie

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur De sjabloon van het aanvraagdossier

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Conferentie Onderwijsinspectie, Amersfoort, 20 mei 2015 Sietze Looijenga, QANU In deze workshop: Hoe wordt in visitaties aandacht besteed aan

Nadere informatie

Benchmark Axisopleidingen

Benchmark Axisopleidingen Benchmark Axisopleidingen In opdracht van: Platform Bèta Techniek In samenwerking met Ministerie van OCW HBO-raad Project: 2008.104 Datum: Utrecht, 22 december 2008 Auteurs: Guido Ongena, MSc. drs. Rob

Nadere informatie

Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol

Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol NVAO Afdeling Nederland April 2018 Dit protocol bevat de eisen behorend bij een NVAO beoordelingsprocedure die losstaat van het NVAO beoordelingskader. Het

Nadere informatie

Beoordelingen opleidingsschool en academische kop Sjoerd de Jong (OCW) Irma Franssen (NVAO) 10 juni 2014

Beoordelingen opleidingsschool en academische kop Sjoerd de Jong (OCW) Irma Franssen (NVAO) 10 juni 2014 Beoordelingen opleidingsschool en academische kop 2013 Sjoerd de Jong (OCW) Irma Franssen (NVAO) 10 juni 2014 Over de NVAO Binationale accreditatieorganisatie (Nederland en Vlaanderen); Oordeel over hoger

Nadere informatie

2017 in cijfers Jaarbericht

2017 in cijfers Jaarbericht 2017 in cijfers Jaarbericht NVAO Afdeling Nederland Januari 2018 Totaal aantal afgehandelde aanvragen In 2017 zijn in Nederland 386 aanvragen afgehandeld 1. Daarmee is de groei naar een volgende piek in

Nadere informatie

Overzicht instellingen en opleidingen in experiment leeruitkomsten

Overzicht instellingen en opleidingen in experiment leeruitkomsten Overzicht instellingen en opleidingen in experiment leeruitkomsten I. Instellingen en opleidingen die toestemming hebben gekregen voor deelname aan het experiment leeruitkomsten, n.a.v. per 1 mei 2016

Nadere informatie

Accreditatiestelsel hoger onderwijs Vlaanderen Kader voor de opleidingsaccreditatie 2 de ronde

Accreditatiestelsel hoger onderwijs Vlaanderen Kader voor de opleidingsaccreditatie 2 de ronde Accreditatiestelsel hoger onderwijs Vlaanderen Kader voor de opleidingsaccreditatie 2 de ronde 13 mei 2013 pagina 2 Inhoud 1 Opbouw van het stelsel 4 2 Kader voor de opleidingsaccreditatie 2 de ronde 6

Nadere informatie

Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010 Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een accreditatie voor een joint degreeopleiding

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Toelichting bij de procedure voor het beoordelen van de macrodoelmatigheid van nieuwe opleidingen voor ambtshalve geregistreerde instellingen 1. Situering 1.1. De Commissie

Nadere informatie

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA Versie juli 2013 Concept Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders April 2012 0 Inhoud Gebruikte begrippen en afkortingen... 2 Inleiding... 5 Opbouw

Nadere informatie

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties 1 Inleiding In haar procedure van de accreditatie van bestaande opleidingen heeft de NAO een belangrijke plaats ingeruimd

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus 5375 6802 EJ ARNHEM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

introductie introductie

introductie introductie intro introductie introductie introductie colofon Publicatie Inspectie van het Onderwijs Vormgeving Blik grafisch ontwerp, Utrecht Drukwerk Drukkerij Zuidam & zonen, Woerden Uitgave Inspectierapport 2005-10

Nadere informatie

Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen

Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen Bijlage. Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen als vermeld in artikel 1. Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen 13 april 2018 Inhoud 1 Inleiding 4 2 De

Nadere informatie

Onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit

Onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit 14 opleidingen oordeel goed... 3 Meeste opleidingen voldoende op gerealiseerd eindniveau... 5 Klein aantal opleidingen met hersteltermijn... 7 Meer wo-opleidingen in herstelfase... 8 Maatschappelijke hulp

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 9, tweede lid AANVRAAG SUBSIDIE OP GROND VAN DE CONCEPT- SUBSIDIEREGELING EXPERIMENTEN OPEN BESTEL

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 9, tweede lid AANVRAAG SUBSIDIE OP GROND VAN DE CONCEPT- SUBSIDIEREGELING EXPERIMENTEN OPEN BESTEL Bijlage 1 als bedoeld in artikel 9, tweede lid AANVRAAG SUBSIDIE OP GROND VAN DE CONCEPT- SUBSIDIEREGELING EXPERIMENTEN OPEN BESTEL U dient deze aanvraag, inclusief bijlagen, in drievoud op te sturen naar:

Nadere informatie

NVAO Jaarverslag 2007

NVAO Jaarverslag 2007 NVAO Jaarverslag 2007 NVAO Jaarverslag 2007 2 Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Voorwoord 3 Het jaar 2007 is voor de NVAO een piekjaar geworden. In totaal werden 757 Nederlandse en Vlaamse

Nadere informatie

Biologie, scheikunde en medische opleidingen

Biologie, scheikunde en medische opleidingen Biologie, scheikunde en medische opleidingen... 2 Wiskunde, natuurkunde en informatica... 2 Bouwkunde en civiele techniek... 3 Ontwerpopleidingen... 4 Techniek en maatschappij... 4 Biologie, scheikunde

Nadere informatie

FAQ s tegemoetkoming kosten aspirant-opleidingsscholen Versie 21 augustus 2015

FAQ s tegemoetkoming kosten aspirant-opleidingsscholen Versie 21 augustus 2015 FAQ s tegemoetkoming kosten aspirant-opleidingsscholen Versie 21 augustus 2015 Deze FAQ s richten zich alleen op de uitbreiding van het aantal bekostigde opleidingsscholen en niet op de verlenging en/of

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING

NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING FEBRUARI 2019 NVAO NEDERLAND Richtlijn panelsamenstelling RICHTLIJN BEHOREND BIJ BEOORDELINGSKADER ACCREDITATIE HOGER ONDERWIJS NEDERLAND 2018 FEBRUARI 2019

Nadere informatie

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; Subsidieregeling tweede graden hbo en wo Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van... (datum), nr. HO&S/2010/228578, houdende subsidiëring van tweede bachelor- en mastergraden

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs

Voorontwerp van decreet houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs Voorontwerp van decreet houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs; Na beraadslaging, BESLUIT: De

Nadere informatie

Regeling aanwijzing opleidingen in het hoger onderwijs inzake toelating deficiënte studenten 2007

Regeling aanwijzing opleidingen in het hoger onderwijs inzake toelating deficiënte studenten 2007 Beleidsregel Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek bvh 079-3232.666 Regeling aanwijzing opleidingen in het hoger onderwijs inzake toelating deficiënte

Nadere informatie

BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS

BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS NVAO NEDERLAND BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS PROTOCOL APRIL 2018 NVAO NEDERLAND BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS PROTOCOL APRIL 2018 Dit protocol bevat de eisen behorend bij een NVAO beoordelingsprocedure

Nadere informatie

H JULI W. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ONTVANGEN

H JULI W. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ONTVANGEN Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BI Den Haag UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM T.A.V. mevrouw prof. dr. ten Dam POSTBUS 19268 1000 GG AMSTERDAM ONTVANGEN H JULI

Nadere informatie

Protocol PDG en educatieve minor

Protocol PDG en educatieve minor Protocol PDG en educatieve minor 28 april 2014 Inhoud Protocol voor beoordelingen door de NVAO van de kwaliteit van de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs, het traject

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het

Nadere informatie

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 NVAO 10 juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 6 3 Toetsingskaders 7 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding 1.1 Vooraf Beoordeling kwaliteit opleidingsschool

Nadere informatie

Subsector overig. Subsector overig

Subsector overig. Subsector overig Subsector overig Samenvatting... Grote subsector... 2 Veel switchende studenten... 3 Hoge uitval onder mbo ers... 4 Hoog wo-diplomarendement... 4 Minste studenten van hbo naar wo... 4 8 accreditaties na

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.968/1 van 20 maart 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2014 Honderden Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL (VLERICK)

VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL (VLERICK) VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL (VLERICK) Master of Business Administration (MBA): algemeen management (master na master) Master of Business Administration (MBA): General International Management

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

hbo masteropleidingen en macrodoelmatigheid

hbo masteropleidingen en macrodoelmatigheid hbo masteropleidingen en macrodoelmatigheid 26 maart 2019 Veerle Sleegers-Sanderink Inhoud presentatie 1. Macrodoelmatigheid en CDHO 2. Cijfers en trends 3. Regeling macrodoelmatigheid 26 maart 2019 2

Nadere informatie

Overzicht instellingen en opleidingen in experiment leeruitkomsten

Overzicht instellingen en opleidingen in experiment leeruitkomsten Overzicht instellingen en opleidingen in experiment leeruitkomsten I. Instellingen en opleidingen die toestemming hebben gekregen voor deelname aan het experiment leeruitkomsten, n.a.v. per 1 mei 2016

Nadere informatie

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 GB ZWOLLE Besluit datum 10 februari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde van de Christelijke

Nadere informatie

HBO-Bachelor - studentenaantal Economie en Recht

HBO-Bachelor - studentenaantal Economie en Recht Economie en Recht Accountancy en fiscaal Accountancy Avans Hogeschool 556 Accountancy en fiscaal Accountancy Christelijke Hogeschool Windesheim 289 Accountancy en fiscaal Accountancy De Haagse Hogeschool

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

1 7 JAM Besluit macrodoelmatigheid wo masteropleiding Energy Science

1 7 JAM Besluit macrodoelmatigheid wo masteropleiding Energy Science QNTVANGtN 2 1 JAN. 2019 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Universiteit Utrecht t.a.v. College van Bestuur Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Hoger Onderwijs

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST SAMENWERKINGSOVEREENKOMST werving kandidaat-student-commissieleden Algemeen Het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen

Nadere informatie

ADVIES. Raad Hoger Onderwijs. 14 juli 2005 RHO/IDR/ADV/002

ADVIES. Raad Hoger Onderwijs. 14 juli 2005 RHO/IDR/ADV/002 ADVIES Raad Hoger Onderwijs 14 juli 2005 RHO/IDR/ADV/002 Advies over het voorontwerp van decreet tot bekrachtiging van het reglement van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie tot bepaling van de

Nadere informatie

Accreditatieportret Fontys Hogescholen

Accreditatieportret Fontys Hogescholen Instellingstoets kwaliteitszorg, Fontys Hogescholen Accreditatieportret Fontys Hogescholen Het accreditatieportret geeft een overzicht van alle NVAO besluiten met betrekking tot accreditatie en toets nieuwe

Nadere informatie

ONTVANGEN 2 7 JULI 2016

ONTVANGEN 2 7 JULI 2016 >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM T.A.V. mevrouw prof. dr. G.T.M. ten Dam POSTBUS 19268 Rijnstraat 50 Den Haag 1000 GG AMSTERDAM ONTVANGEN 2 7 JULI 2016 en Studiefinanciering

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Duurzaam hoger onderwijs

Bijzonder kenmerk Duurzaam hoger onderwijs Bijzonder kenmerk Duurzaam hoger onderwijs September 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Naamswijziging 3 3 Bijzonder kenmerk volgt reguliere procedure 3 4 Relatie met keurmerk Duurzaam Hoger Onderwijs: AISHE

Nadere informatie

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn NVAO Afdeling Nederland Augustus 2017 Deze richtlijn beschrijft de uitvoering van de praktijktoets behorend bij

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 819 Tijdelijke regels betreffende experimenten in het hoger onderwijs op het gebied van vooropleidingseisen aan en selectie van aanstaande studenten

Nadere informatie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor , nvao v nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Pedagogisch Management Kinderopvang van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs - Principiële goedkeuring 1. INHOUDELIJK

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM College van Bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Media,

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs februari 2009 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Inleiding Deze factsheet geeft informatie over het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 3 88 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 304 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Regeling vermelding duale opleidingen hoger onderwijs 1998-1999

Regeling vermelding duale opleidingen hoger onderwijs 1998-1999 OCenW-Regelingen Bestemd voor: c colleges van bestuur respectievelijk centrale directies van universiteiten en hogescholen. Beleidsregel Datum: 28 mei 1998 Kenmerk: HBO/SB-98/22812 Datum inwerkingtreding:

Nadere informatie

betreffende het Onderwijs XXIII

betreffende het Onderwijs XXIII stuk ingediend op 2066 (2012-2013) Nr. 5 19 juni 2013 (2012-2013) Ontwerp van decreet betreffende het Onderwijs XXIII Amendementen Stukken in het dossier: 2066 (2012-2013) Nr. 1: Ontwerp van decreet Nr.

Nadere informatie

Advies over het nieuwe NVAO-reglement

Advies over het nieuwe NVAO-reglement Raad Hoger Onderwijs 8 oktober 2013 RHO-RHO-ADV-002 Advies over het nieuwe NVAO-reglement Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99 F +32 2 219 81 18 www.vlor.be info@vlor.be

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). m ao * nederiands-viaam se accreditatie organisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2017 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2015-2016 centraal. Eind 2017,

Nadere informatie

Nadere uitwerking beoordeling educatieve minoren behorende bij wo-bacheloropleidingen

Nadere uitwerking beoordeling educatieve minoren behorende bij wo-bacheloropleidingen Nadere uitwerking beoordeling educatieve minoren behorende bij wo-bacheloropleidingen 15 juli 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze huidige beoordelingsronde 4 3 Beoordeling educatieve minoren met toelichting

Nadere informatie

11 juli 2012 Beleidsreactie advies NVAO m.b.t. kwaliteit en niveau van BE, VTM, CE en MEM bij Hogeschool Inholland

11 juli 2012 Beleidsreactie advies NVAO m.b.t. kwaliteit en niveau van BE, VTM, CE en MEM bij Hogeschool Inholland a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn Bestuurlijke afspraken tussen de HBO-raad en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, naar aanleiding van het advies Vreemde ogen dwingen van de Commissie externe validering examenkwaliteit hoger

Nadere informatie

cto Hó O N T V A N G E N 19 SEP Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Codarts Mevrouw W Franchimon Kruisplein CC ROTTERDAM

cto Hó O N T V A N G E N 19 SEP Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Codarts Mevrouw W Franchimon Kruisplein CC ROTTERDAM O N T V A N G E N 19 SEP. 2016 cto Hó Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Codarts Mevrouw W Franchimon Kruisplein 26 3012 CC ROTTERDAM Datum 2 8

Nadere informatie

O NTVANGEN 0 1 feb. 2018

O NTVANGEN 0 1 feb. 2018 O NTVANGEN 0 1 feb. 2018 inisterievan Onderwijs, Cultuur en retenschap > Retouradres Postbus 16375 2500 BI Den Haag HZ University of Applied Sciences t.a.v. het college van bestuur Postbus 364 4380 Al

Nadere informatie