Economische groei, schuldafbouw en besparingen in de economische crisis: een vergelijkende studie tussen de recente recessie en het verleden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Economische groei, schuldafbouw en besparingen in de economische crisis: een vergelijkende studie tussen de recente recessie en het verleden"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Economische groei, schuldafbouw en besparingen in de economische crisis: een vergelijkende studie tussen de recente recessie en het verleden Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Algemene Economie Evelien Sierens onder leiding van Prof. Dr. Heylen

2 II

3 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR Economische groei, schuldafbouw en besparingen in de economische crisis: een vergelijkende studie tussen de recente recessie en het verleden Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Algemene Economie Evelien Sierens onder leiding van Prof. Dr. Heylen III

4 PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Evelien Sierens IV

5 Woord Vooraf Deze masterproef is tot stand gekomen met de hulp van enkele mensen. Ik wil graag een woord van dank aan hen richten. Ik zou eerst graag mijn promotor, Prof. Dr. Freddy Heylen willen bedanken, voor een uitstekende begeleiding. De ideeën, verbeteringen en kennis van mijn promotor zijn een meerwaarde geweest voor deze masterproef. Daarnaast wil ik ook graag mijn familie en vrienden bedanken. Mijn ouders ben ik zeer dankbaar voor de aanmoedigingen en de financiële steun die ze mij gegeven hebben. Ook mijn zussen wil ik bedanken voor hun steun. Mijn vrienden ben ik ook zeer dankbaar en dan in het bijzonder Hedejeh Mohammad en Jonathan Vervaeke die mij gesteund hebben gedurende het hele proces en mij geholpen hebben waar mogelijk. Evelien Sierens V

6 Inhoud Woord Vooraf... V Afkortingen... VII Figuren... VIII Tabellen... IX Inleiding... 1 Hoofdstuk 1: Economisch debat Inleiding: de economische crisis De situatie in de OESO-landen Het economische debat: austerity versus spending Austerity Keynesianen Conclusie van het debat Hoofdstuk 2: data over besparingsprogramma s en schuld Besparingen in de OESO Besparingen en overheidsschuld Besparingen en economische groei Economische groei en schuldniveaus Bewijzen uit het verleden Conclusies Hoofdstuk 3: onderzoek Theoretische inleiding Opzet van het onderzoek Caseselectie Methodologie Resultaten Conclusie van de resultaten Conclusie Bibliografie VI

7 Afkortingen BBP Bruto binnenlands product CAP Vaste kapitaalsvorming van de overheid in percent van potentieel BBP CAPBu Cyclically adjusted underlying government primary balance in percent of potential GDP EPL EXP GDPG IMF INTR NWC OESO PMR REV SOCB SOCG SUB TB TH TI UNION WC Employment protection legislation Cyclisch gezuiverde onderliggende non-interest uitgaven van de overheid in percent van potentieel BBP. Procentuele groei van het BBP in de OESO International Monetary Fund Gemiddelde interest in de OESO Niet-loonsconsumptie van de overheid in percent van potentieel BBP Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling Product market regulation Cyclisch gezuiverde onderliggende overheidsinkomsten in percent van potentieel BBP Cyclisch gezuiverde sociale zekerheidsbijdragen ontvangen door de centrale overheid in percent van potentieel BBP Sociale zekerheidsbijdragen betaald door de overheid in percent van potentieel BBP Subsidies in percent van potentieel BBO Cyclisch gezuiverde belastingen op bedrijven in percent van potentieel BBP Cyclisch gezuiverde belastingen op huishoudens in percent van potentieel BBP Cyclisch gezuiverde indirecte belastingen in percent van potentieel BBP Union density Loonsconsumptie van de overheid in percent van potentieel BBP VII

8 Figuren Figuur 1: Reële en nominale kortetermijn rentevoet van de Verenigde Staten in %..3 Figuur 2: Netto sparen van huishoudens in % van het beschikbaar inkomen in de Verenigde Staten 4 Figuur 3: Huizenprijzen in de VS: percentage van de verandering ten opzichte van het vorige jaar. 5 Figuur 4: evolutie van begrotingssaldo in de OESO landen (1).7 Figuur 5: evolutie van begrotingssaldo in de OESO landen (2) 7 Figuur 6: evolutie van begrotingssaldo in de OESO landen (3).7 Figuur 7: evolutie van begrotingssaldo in de OESO landen (4).8 Figuur 8: evolutie van cyclisch gezuiverd begrotingssaldo in de OESO landen (1).8 Figuur 9: evolutie van cyclisch gezuiverd begrotingssaldo in de OESO landen (2).9 Figuur 10: evolutie van cyclisch gezuiverd begrotingssaldo in de OESO landen (3).9 Figuur 11: evolutie van cyclisch gezuiverd begrotingssaldo in de OESO landen (4).9 Figuur 12: Overheidsschuld in % van het BBP in de OESO landen (2007 en 2010).10 Figuur 13: Werkloosheidsgraad in de Eurozone 11 Figuur 14: Besparingen in het IS-LM-BP model volgens expansive austerity.16 Figuur 15: Besparingen in het IS-LM-BP schema volgens de keynesianen.19 Figuur 16: Wijziging in de overheidsschuld en besparingen in de OESO landen..29 Figuur 17: Wijziging in de overheidsschuld en besparingen in de besparende OESO landen.30 Figuur 18: Wijziging in het reëel BBP en besparingen in de besparende OESO landen.32 Figuur 19: Wijziging in het schuldniveau en wijziging in het BBP 34 Figuur 20: verband tussen wijziging in de schuldgraad en wijziging in CAPBu.36 Figuur 21: Procentuele wijziging in het BBP en besparingen in de OESO landen ( ).38 Figuur 22: Wijziging van de overheidsschuld en procentuele wijziging van het reëel BBP in de besparingsperiodes ( ).39 VIII

9 Tabellen Tabel 1: Besparingsperiodes in de OESO landen ( ).23 Tabel 2: Wijziging in de overheidsuitgaven en inkomsten in de besparingsperiodes ( )..24 Tabel 3: Wijziging in de belastingen in de besparingsperiodes ( )..25 Tabel 4: Wijziging in de loonsconsumptie van overheden in de besparingsperiodes ( )..26 Tabel 5: Wijziging in de sociale zekerheidsuitgaven van overheden in de besparingsperiodes ( )..27 Tabel 6: Wijzigingen in de overheidsschuld in % van het BBP in de besparingsperiodes ( )...28 Tabel 7: Procentuele wijziging in het reëel BBP in de besparingsperiodes ( ). 31 Tabel 8: Besparingsperiodes in de OESO landen ( ).35 Tabel 9: Wijziging in de overheidsschuld tijdens de besparingsperiodes in de OESO landen ( )..35 Tabel 10: Procentuele wijziging van het BBP in de besparingsperiodes ( ).37 Tabel 11: Succesvolle besparingen in de periode Tabel 12: Mislukte besparingen in de periode Tabel 13: Relatief goede besparingen in de periode Tabel 14: Mislukte besparingen in de periode Tabel 15: SPSS resultaten hypothese Tabel 16: SPSS resultaten Mann-Whitney U-test (hypothese 1)..52 Tabel 17: SPSS resultaten hypothese 2 52 Tabel 18: SPSS resultaten Mann Whitney U-test (hypothese 2) 55 Tabel 19: SPSS resultaten hypothese 3 56 Tabel 20: SPSS resultaten Mann-Whitney U-test (hypothese 3)..58 Tabel 21: SPSS resultaten hypothese 4 59 Tabel 22: SPSS resultaten Mann-Whitney U-test (hypothese 4)..61 IX

10 Inleiding Deze masterproef voert een vergelijkende studie tussen OESO landen die in het verleden bespaard hebben ( ) en die in de huidige besparingsgolf besparen ( ). Er wordt daarbij gefocust op de verschillen tussen variabelen die in de theorie naar voor komen als determinerend voor het succes of het falen van besparingen. Dit onderwerp sluit nauw aan bij de actualiteit. Veel landen van de OESO bevinden zich momenteel namelijk in een besparingsperiode die gepaard gaat met hoge schuldopbouw. Het debat over het al dan niet besparen in tijden van recessie is dan ook brandend actueel. Bevindingen uit dit onderzoek kunnen leerrijk zijn voor besparingen die zich momenteel voordoen. Dit onderzoek stuit echter wel op enkele beperkingen. Eerst en vooral worden er uit het verleden vijf besparingsperiodes geëlimineerd door gebrek aan gegevens over de schuldniveaus in deze periodes. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat we belangrijke aspecten niet vatten. Een tweede beperking is deze van de indeling van de groepen. Voor de periodes tussen 1990 en 2007 nemen we als maatstaf voor succes een schuldreductie van meer dan 1 procentpunt, maar deze definitie gaat niet op voor besparingen in de recente besparingsgolf. Er zijn slechts twee landen die aan deze vereiste voldoen. Daarom nemen we als succesgevallen in de recente periode de 10 landen die het best scoren wat betreft schuldwijzigingen. Deze masterproef zal in het eerste hoofdstuk een algemeen beeld schetsen van de crisis en de impact daarvan op de begrotingssaldi en schuldniveaus van de overheden. Van hieruit zullen we verdergaan met het economisch debat dat zich actueel afspeelt. Daarin vinden we twee grote kampen die zullen worden toegelicht. Het tweede hoofdstuk zal de besparingsprogramma s analyseren aan de hand van data voor de recente besparingsperiodes. Daarna zullen de besparingen gelinkt worden aan de wijziging in de overheidsschuld en de economische groei, alsook zal er een verband gezocht worden tussen de wijziging in de overheidsschuld en de economische groei. Ten slotte worden deze verbanden ook gezocht in de besparingsperiodes uit de periode om zo te oordelen of er gelijkaardige effecten en verbanden te vinden zijn. 1

11 In het laatste hoofdstuk wordt er een vergelijkend onderzoek uitgevoerd. Daarbij gaan we aan de hand van een Independent samples T-test de gemiddelde wijzigingen in enkele variabelen die determinerend zijn voor overheidsschuld gaan vergelijken tussen de verschillende groepen (successen en mislukkingen) op zoek naar significante verschillen. We gaan daarbij uit van normaliteit van de data, maar om deze veronderstelling niet teveel het onderzoek te laten beïnvloeden, gaan we voor de niet-normale variabelen controleren of dezelfde elementen naar voor komen in een Mann-Whitney U-test. 2

12 Renteniveau in % Hoofdstuk 1: Economisch debat 1.1. Inleiding: de economische crisis Volgens Taylor kent een crisis een typisch verloop: eerst is er sprake van een buitensporigheid, gevolgd door een boom en vervolgens een bust (Taylor, 2009, p.1). De buitensporigheid vinden we terug in de lage rentevoeten in de Verenigde Staten. Vanaf 2000 zien we in figuur 1 een daling van de korte termijn rente Figuur 1: Reële en nominale kortetermijn rentevoet van de Verenigde Staten in % Reële rente Nominale rente Jaartal Figuur 1: data van OECD Economic Outlook 92 en The World Bank De lage rentevoeten zorgden ervoor dat lenen goedkoop werd (Stiglitz, 2010, pp ). Dit geleende geld werd door de individuen gepercipieerd als een groter inkomen dat ze konden consumeren. Dit was echter niet zo aangezien het toegenomen inkomen eigenlijk geleend geld was. Dit zorgde voor negatieve spaarsaldo s voor de Amerikaanse gezinnen. In figuur 2 zien we een daling in het netto sparen in percent van het beschikbaar inkomen. 3

13 Nettosparen in % van beschikbaar inkomen 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 Figuur 2: Netto sparen van huishoudens in % van het beschikbaar inkomen in de Verenigde Staten Jaartal Figuur 2: Data van OECD Economic Outlook 92 Daarbij kwam nog eens dat er een stijging plaatsvond van de zogenaamde subprime mortgage loans. Dit zijn hypotheekleningen aan de slechtere leners waarvan een reële kans verwacht wordt dat men de lening niet kan terugbetalen. Er is een hoog defaultrisico (Demyanyk & Van Hemert, 2011, pp ). Tussen 2001 en 2006 vond een viervoudiging plaats van het aantal subprime leningen en een verdubbeling van de geleende bedragen. Het aandeel van de subprime leningen in de hypotheekmarkt steeg van 8% in 2001 naar 20% in 2006 (Demyanyk & Van Hemert, 2011, p. 1875). De boom en de bust vonden plaats op de huizenmarkt (Taylor, 2009, pp.5-7). Tot bleven de huizenprijzen stijgen, met een sterke stijging vanaf Op de huizenmarkt vinden we ook de bust, namelijk vanaf We zien een zeer sterke daling van het stijgingspercentage tussen 2005 en In 2007 wordt het stijgingspercentage negatief. 4

14 wijzinginspercentage tov het vorige jaar 15,0 10,0 5,0 Figuur 3: Huizenprijzen in de VS: percentage van de verandering ten opzichte van het vorige jaar. Nominale prijzen Reële prijzen 0,0-5,0-10,0 Jaartal Figuur3: Data van OECD Economic Outlook 92 Figuur 1 toont ons een stijgende rente vanaf Dit zorgde ervoor dat gezinnen het moeilijk kregen om hun hypotheekleningen af te betalen (Taylor, 2009, p.11). Het percentage hypotheekleningen in default steeg sterk tussen 2005 en 2007 en dit had een groot effect op de subprime markten (United States Government Accountability Office, 2007). De hypotheekleningen werden door kredietinstellingen terug op hand genomen. Een bijkomend probleem van de hypotheekleningen was dat deze verwikkeld waren binnen nieuwe financiële instrumenten. Doordat gezinnen hun hypotheekleningen niet meer konden afbetalen, bleef de return op deze instrumenten uit (Taylor, 2009, p.12). De ratingbureaus schatten de risico s fout in en gaven te hoge ratings aan risicovolle effecten (Crotty, 2009, p.566). Door deze verkeerde ratings kwam het zelfs zover dat financiële instrumenten met een AAA-rating (de veiligste belegging) geen return meer hadden. Deze financiële instrumenten waren verweven over de wereld, waardoor de Amerikaanse crisis ook voet aan wal kreeg in andere economieën (Stiglitz, 2010, pp ). Banken waren verplicht de slechte financiële assets terug op hun balans te nemen, waardoor zij in de problemen kwamen met hun bankbalans (Crotty, 2009, p.570). De banken hadden nood aan geld, maar door het wantrouwen over de kredietwaardigheid van de actoren viel de interbankenmarkt volledig stil (European Commission, 2009, p.8). Banken moesten beroep doen op hun overheden om hen te financieren of richtten zich tot de ECB als lender of last resort. Het faillissement van Lehman Brothers en de redding van Fannie Mae en Freddie Mac luidde een hele reeks van tussenkomsten door de overheid in 5

15 (European Commission, 2009, p.8). Dit betekende natuurlijk voor overheden dat zij een grote hap uit hun budget moesten nemen om de balansen van hun banken recht te trekken. Dit zorgde er uiteindelijk voor dat de bankencrisis zijn weerslag had op de gehele economie en er geëvolueerd werd naar een schuldencrisis De situatie in de OESO-landen De meeste landen in de OESO startten met een expansief begrotingsbeleid. Dit zorgde voor tekorten op de begrotingssaldi van de landen. Het is namelijk zo dat in tijden van recessie het begrotingssaldo van een land zal dalen door de werking van de automatische stabilisatoren (Heylen, 2004, pp ). Wat betreft de belastingen zijn de belastingen op gezinnen, op bedrijven en de indirecte belastingen conjunctureel gebonden. Dit houdt in dat in tijden van recessie, wanneer de werkgelegenheid daalt, de inkomsten dalen, de consumptie daalt en de winsten dalen, er minder grote belastingsinkomsten zullen zijn voor de overheden. Ook enkele transfers tellen als automatische stabilisatoren. Het belangrijkste voorbeeld zijn de werkloosheidsuitkeringen. Door lagere werkgelegenheid in een recessie zullen meer overheidsmiddelen gaan naar deze uitkeringen. We zien dus een verlaging van de belastingsinkomsten en een verhoging van de uitgaven wat zal resulteren in een lager begrotingssaldo. Dit nemen we ook waar in onderstaande figuren die de evolutie van de begrotingssaldi weergeven voor 20 OESO landen tussen 2007 en Hieruit kan een algemene tendens afgeleid worden, namelijk een daling in de begrotingssaldi van de landen van de OESO. 6

16 Begrotingssaldo Begrotingssaldo Begrotingssaldo Figuur 4: evolutie van begrotingssaldo in de OESO landen (1) Jaartal Australië België Estland Hongarije Oostenrijk Figuur 4: data van OECD Economic Outlook Figuur 5: evolutie van begrotingssaldo in de OESO landen (2) Jaartal Ijsland Italië Nederland Noorwegen Polen Figuur 5: data van OECD Economic Outlook Figuur 6: evolutie van begrotingssaldo in de OESO landen (3) Tsjechië 2008 Frankrijk Jaartal Griekenland 2009 Ierland 2010 Portugal Figuur 6: data van OECD Economic Outlook 92 7

17 Cyclisch gezuiverd begrotingssaldo Begrotingssaldo 5 0 Figuur 7: evolutie van begrotingssaldo in de OESO landen (4) Jaartal Slovenië Spanje Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Canada Figuur 7: data van OECD Economic Outlook 92 Belangrijk is ook te kijken naar de cyclisch gezuiverde overheidssaldi. Dit zijn de begrotingssaldi die gezuiverd werden voor conjuncturele schommelingen. Overheden hebben geen controle over de cyclische componenten van de overheidssaldi (Heylen, 2004, p. 185). Onderstaande figuren tonen de evolutie van deze onderliggende overheidssaldi Figuur 8: evolutie van cyclisch gezuiverd begrotingssaldo in de OESO landen (1) Jaartal Australië Oostenrijk België Estland Hongarije Figuur 8: data van OECD Economic Outlook 92 8

18 Cyclisch gezuiverd begrotingssaldo Cyclisch gezuiverd begrotingssaldo Cyclisch gezuiverd begrotingssaldo 5 Figuur 9: evolutie van cyclisch gezuiverd begrotingssaldo in de OESO landen (2) Jaartal Ijsland Italië Nederland Noorwegen Polen Figuur 9: data van OECD Economic Outlook 92 Figuur 10: evolutie van cyclisch gezuiverd begrotingssaldo in de OESO landen (3) Jaartal Tsjechië Frankrijk Griekenland Ierland Portugal Figuur 10: data van OECD Economic Outlook 92 5 Figuur 11: evolutie van cyclisch gezuiverd begrotingssaldo in de OESO landen (4) Jaartal Slovenië Spanje Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Canada Figuur 11: data van OECD Economic Outlook 92 9

19 Canada Japan Verenigde Staten Australië Oostenrijk België Tsjechië Denemarken Estland Finland Frankrijk Duitsland Griekenland Hongarije Ijsland Ierland Israël Italië Korea Luxemburg Nederland Nieuw-Zeeland Noorwegen Polen Portugal Slovakije Slovenië Spanje Zweden Zwitserland Verenigd Koninkrijk Overheidsschuld in % van het BBP We zien voor het cyclisch gezuiverde saldo ongeveer dezelfde trends terugkomen als bij de overheidssaldi die niet gezuiverd werden voor cyclische bewegingen. Grote verschillen zijn zichtbaar bij Hongarije en IJsland. Hongarije kent een stijging van het cyclisch gezuiverde saldo terwijl het structurele saldo daalt. IJsland kent een diepere daling van het cyclisch gezuiverde saldo. De overheidstekorten en dalingen van de saldi zorgden voor een opbouw van de overheidsschuld. In onderstaande figuur zien we de niveaus van de overheidsschuld in percent van het BBP voor 2007 en We zien in bijna alle landen een schuldopbouw. 250 Figuur 12: Overheidsschuld in % van het BBP in de OESO landen (2007 en 2010) Figuur 12: data van OECD Statistical Compendium Door de stijgende overheidsschuld is er een groeiende drang naar besparingen om de overheidsschuld te reduceren. Binnen de Europese Unie zijn de lidstaten zelfs verplicht een maximale overheidsschuld te hebben van 60 percent van het BBP (European Commission, 2012). De landen binnen de Europese Unie moeten nu dus naar deze schuldniveaus gaan evolueren. Toch zijn er ook kritieken op een besparingsbeleid. Deze problematiek heeft een economisch debat naar de oppervlakte gebracht over besparingen. 10

20 Werkloosheidsgraad 1.3. Het economische debat: austerity versus spending Zoals uit de data blijkt, heeft de crisis zijn grootste weerslag gehad in het Europese continent. Binnen de Eurozone heb je Griekenland, Ierland en Portugal die genoodzaakt waren een noodlening aan te vragen en daardoor gebonden zijn aan strenge besparingsregels. Ook Spanje bevindt zich in de problemen en er wordt gespeculeerd of ook zij een noodlening zullen moeten aanvragen (Burke, 2012). Binnen Europa zien we een tendens van besparingen om de overheidsschulden terug te dringen. De Europese top bestaat uit vele voorstanders van besparingen zoals de voormalig leider van de ECB, Jean Claude Trichet (Krugman, 2012b). De ECB vormt samen met het IMF en de Europese Commissie de troika die de voorwaarden van noodleningen uitstippelt. Ook enkele belangrijke staatsleiders scharen zich achter besparingen met als bekendste en machtigste de Duitse bondskanselier, Angela Merkel (Krugman, 2012b). Recent komt er een steeds groeiende weerstand tegen besparingen. De individuen voelen de gevolgen van de recessie en de besparingen in de vorm van onder andere hogere werkloosheid, hogere lasten en lagere inkomens. Deze figuur schetst de werkloosheidsgraden in de Eurozone. We zien opnieuw dezelfde probleemlanden naar voor komen met de grootste werkloosheidsgraden. Hier is het protest ook het grootst. De recentste protesten waren deze van 15 november en waren het grootst in Spanje en Portugal (BBC, 2012c). 30 Figuur 13: Werkloosheidsgraad in de Eurozone Figuur 13: data van OECD Economic Outlook 92 11

21 De protesten zijn niet alleen merkbaar in protestmarsen en stakingen, maar ook in de verkiezingstrend waarbij vooral partijen verkozen worden die een anti-besparingshouding aannemen (Daveri, 2012). Zo zagen we op 6 mei 2012 de verkiezing van Hollande in Frankrijk ter vervanging van Sarkozy, die Merkel altijd bijstond in het pleidooi voor besparingen (New York Times, 2012). Ook de Griekse verkiezingen en de lokale verkiezingen in Duitsland en Italië toonden deze trend (Daveri, 2012). Volgens Wyplosz zit Europa vast in het pad van de besparingen en is de keuze om ervan af te stappen niet mogelijk (Wyplosz, 2012). In Europa nemen we een negatieve groei waar, maar volgens Neumann van de Deutsche Bank is dit geen bewijs dat besparingen te ver gegaan zijn (Neumann, 2012, p.6). Volgens hem hebben de risicolanden drie opties als ze de kosten niet meer kunnen dragen: een ommekeer in hun fiscale standpunt, maar dit zal het vertrouwen en dus de risicopremies niet ten goede komen, de besparingssamenstelling aanpassen of de Eurozone verlaten. Naast deze landen uit de Eurozone zien we ook dat de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk een grote weerslag hadden op het begrotingssaldo en een grote schuldopbouw. Het Verenigd Koninkrijk volgt dezelfde weg als de Eurozone, namelijk deze van besparingen. Ook hier komt er protest op de maatregelen die genomen zijn. Op 20 oktober 2012 vond nog een grote protestactie plaats in Londen (CNN, 2012). De kritiek op het besparingsbeleid komt niet alleen van het volk, maar ook van het IMF die pleit voor minder zware maatregelen om de groei te stimuleren (Inman, 2012). Binnen de Verenigde Staten lijken we een andere tendens waar te nemen, namelijk budgettaire stimuli. In 2009 keurden zij de American Recovery and Reinvestment Act goed (The Economist, 2012a). Dit plan is gebaseerd op de ideeën van John Maynard Keynes die de Verenigde Staten in de jaren 30 uit de grote depressie hebben geleid. Wanneer de consumptie en investeringen terugvallen, is het de taak van de overheid om meer uit te geven om de economie draaiende te houden. Dit was ook het doel van dit stimulusplan. Kritiek komt hier van de Republikeinse zijde van het politieke spectrum. Zij willen namelijk besparen. De Verenigde Staten stevent af op de zogenaamde fiscal cliff wat inhoudt dat vanaf begin 2013 enkele belastingskortingen en uitgaven automatisch verdwijnen (Romer, 2012). 12

22 De verschillen in aanpak tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten zijn een weerspiegeling van het hedendaagse economische debat. Dit debat focust op het budgettaire beleid. Het monetaire beleid wordt opzij geschoven aangezien dit nog weinig effect lijkt te vertonen op de economie. De rentevoeten zitten bijna op het nulniveau waardoor verdere verlagingen niet of bijna niet meer aan de orde zijn (Wyplosz, 2012). Bij de keynesianen vinden we de ineffectiviteit van monetair beleid tijdens een recessie in de liquiditeitsval die verder nog besproken wordt. De centrale banken pogen wel nog via alternatieve werkwijzen de rente te beïnvloeden en geld de economie in te pompen, namelijk via kwantitatieve versoepeling en het opkopen van overheidsobligaties van landen in problemen, maar dit beleid moet nog zijn effectiviteit bewijzen. In de Verenigde Staten heeft de Federal Reserve al drie rondes van kwantitatieve versoepeling doorgevoerd, met als meest recente deze in september 2012 (Rushe, 2012). Ook in september maakte de Europese Centrale Bank bekend dat zij een ongelimiteerd plan gaat doorvoeren om overheidsobligaties op te kopen (Traynor, 2012). Binnen het debat zijn er twee kampen te onderscheiden die een andere visie hebben op overheidsschuld en economische groei. Aan de ene zijde heb je de groep die voorstander is van besparingen van de overheid zodat de schuld kan teruggeschroefd worden. Aan de andere zijde staan de volgers van het keynesiaanse gedachtegoed die economische groei prioritair vinden boven schuldreductie en het noodzakelijk achten dat overheden financiële stimuli geven aan de economie. Beide kampen staven hun argumenten met empirisch onderzoek of historische feiten en beiden weerleggen de andere theorieën met kritiek op de methodes van het empirisch onderzoek. Er lijkt geen uitsluitsel binnen de economische context over welke weg de beste is om te volgen. Volgens Carlo Cottarelli van het IMF is het debat zodanig verhit doordat men blijft focussen op wat de economie in normale omstandigheden zou moeten zijn (Cottarelli, 2012). Hij stelt dat iedereen zou moeten focussen op de huidige staat van de economie. Austerity Austerity kent geen letterlijke Nederlandse vertaling, maar wordt in vele gevallen omschreven als besparingen (Roels, 2012). Hier zullen wij het ook hebben over besparingen of budgettaire consolidatie. 13

23 Voorstanders van besparingen menen dat de schuldafbouw prioritair moet zijn. Overheidstekorten en overheidsschuld zullen toekomstige groei belemmeren en moeten eerst worden weggewerkt. De OESO waarschuwt voor onhoudbare schuldniveaus en de rentesneeuwbal, waarbij de rentekosten op de schuld steeds hoger worden door hun slechte positie op de markt, wanneer de schuld niet worden afgebouwd (OECD, 2012, p.13). Kritiek op deze visie is dat het de besparingen zijn die de groei belemmeren. Deze kritiek wordt door het besparingskamp weerlegd door de zogenaamde term expansive austerity (Krugman, 2012a, pp ). Deze is gebaseerd op de expansionary fiscal contraction hypothese van Giavazzi en Pagano (Barry & Devereux, 1995, p.249). Deze houdt in dat besparingen kunnen leiden tot de groei van consumptie, investeringen en output. Enerzijds zullen lagere schuldniveaus leiden tot een lagere rente (Heylen, Hoebeeck & Buyse, 2011, pp.9-11). Anderzijds zullen ook verwachtingseffecten en geloofwaardigheid een rol spelen. Wanneer de individuen verwachten dat budgettaire consolidatie zal aanslaan, geloven ze dat ze in de toekomst een verlaging van de belastingen zullen hebben (Heylen et al., 2011, pp. 9-11). Zij zullen een verhoogd toekomstig inkomen waarnemen en dus de lagere overheidsuitgaven gaan compenseren met hogere private uitgaven. Dit heet ook wel de Ricardiaanse equivalentie. Hierbij komt het belang van vertrouwen en verwachtingen duidelijk naar voor. Ook Alesina en Ardagna steunen deze visie en stellen dat als individuen geloven dat er verandering zal komen en dat strengere maatregelen in de toekomst zullen uitblijven, besparingen een expansief effect kunnen hebben (Alesina & Ardagna, 2009, p.4). De verwachtingen zullen een positief effect hebben op de rente en de consumptieniveaus. Alesina en Giavazzi menen dat in alle onderzoeken naar budgettaire consolidatie drie zaken altijd terugkomen: uitgaven verminderen heeft minder nefaste gevolgen dan belastingverhogingen, uitgavenvermindering kan tot een positief effect op de economische groei leiden als ze vergezeld wordt van het juiste beleid en alleen uitgavenverminderingen hebben tot permanente veranderingen geleid (Alesina & Giavazzi, 2012). Dat juiste beleid is voor Alesina en Giavazzi bijvoorbeeld monetair beleid. Ook de OESO bevestigt deze stelling. Zij menen dat specifieke procedures voor het vastleggen van het budget en fiscale regels een gunstigere bodem creëren voor besparingen (OECD, 2012, pp.26-27). 14

24 Geloofwaardigheid zal ook voor een lagere risicopremie zorgen op de overheidsschuld en dus voor lagere rentevoeten. Wanneer een beleid geloofwaardig is, zal het vertrouwen opwekken volgens Jens Weidmann, Bundesbank voorzitter: We can only win back confidence if we bring down excessive deficits and boost competitiveness in such a situation, consolidation might inspire confidence and actually help the economy to grow (Weidmann, speech op 24 april 2012, New York) We schetsen de theorie van de expansieve besparingen binnen het IS-LM-BP kader of het Mundell-Fleming model (Heylen, 2004, pp ). Figuur 14 toont ons de effecten. Door een daling van de overheidsuitgaven zullen de bestedingen terugvallen en is er een verschuiving van IS 1 naar IS 2 waar te nemen. Volgens de theorie zijn er twee effecten die de verschuiving van de IS curve deels zullen compenseren en een shift terug naar rechts zullen veroorzaken. Een eerste effect houdt in dat een geloofwaardig beleid ervoor zal zorgen dat gezinnen lagere toekomstige belastingen verwachten en dus een groter toekomstig inkomen. Hierdoor gaan zij hun consumptie verhogen. Een tweede effect is dat door de verlaagde renteniveaus de koersen van aandelen en obligaties zullen stijgen, waardoor het vermogen van de gezinnen zal toenemen. Opnieuw zullen zij meer gaan consumeren. Deze effecten verklaren dus een herstel van de bestedingen. Grafisch hebben ze ook, en dan vooral het eerste effect, tot gevolg dat IS terug naar rechts verschuift. Volgens de theorie zal er ook een effect plaatsvinden op de BP curve. Door besparingen zal de schuld afgebouwd worden, waardoor overheden grotere solvabiliteit vertonen. Dit zal leiden tot lagere risicopremies op de schuld, met als gevolg dat de BP curve naar onder verschuift van BP 1 naar BP 2. Dit brengt ons in punt 3 waar er sprake is van een overschot op de betalingsbalans. Dit zorgt ervoor dat de centrale banken een expansief monetair beleid kunnen voeren waardoor de LM curve zich naar onder beweegt. Uiteindelijk wordt een nieuw evenwicht tot stand gebracht bij een lager renteniveau en een hoger outputniveau dan de aanvankelijke situatie. 15

25 Figuur 14: Besparingen in het IS-LM-BP model volgens expansive austerity Figuur 14: figuur uit Heylen, 2004, p.346 Er zijn verscheidene kritieken op de besparingsvisie. De belangrijkste is dat besparingen voor een rem op de groei zullen zorgen. Krugman haalt de volgende woorden van Keynes aan in zijn recente boek End this depression now! : the boom, not the slump, is the time for austerity (Keynes in Krugman, 2012a, p.xi) Dit vat alle kritiek samen. De schuld moet afgebouwd worden, daar is men het roerend over eens, maar de kritiek luidt dat een recessie niet het juiste moment is om te besparen. Krugman is van mening dat uitgaven verminderen in een economische depressie, de depressie zal versterken (Krugman, 2012d). De een zijn uitgaven zijn immers de ander zijn inkomen en als we minder uitgeven, hebben we minder inkomen. Daarnaast is er ook kritiek op de expansieve effecten van besparingen. Het IMF heeft hiernaar een onderzoek gevoerd en vond op korte termijn geen bewijzen dat besparingen konden leiden tot expansieve effecten (IMF, 2010, p. 102). Het IMF onderzocht ook enkele bijkomende elementen. Zo ontdekte het dat de kost voor de output dubbel zo groot is wanneer de rente tegen de 0%-grens aanleunt, namelijk 1% van het BBP in plaats van 0.5% 16

26 (IMF, 2010, p.109). Het vond ook dat budgettaire consolidatie bij een vaste rente (0%) een groter negatief effect zal hebben op output wanneer alle landen tegelijkertijd besparen, dan wanneer één land dit zou doen (IMF, 2010, pp ). Bij een variërende rente zal de kost beperkter zijn. Het IMF ziet op korte termijn dus alleen maar samentrekkende effecten voor een economie en geen expansieve effecten zoals andere empirische bronnen. De negatieve effecten kunnen tegengewerkt worden door expansief monetair beleid, maar dit is nu uitgesloten zoals eerder besproken. Daarnaast zijn de effecten ook minder pijnlijk wanneer we verder verwijderd zijn van de 0%-grens en wanneer een land individueel bespaart, maar in de huidige crisis zitten we echter bij die 0%-grens en zien we binnen de OESO meerdere besparingsplannen opduiken. Het klimaat volgens deze IMF-studie is dus niet de meest gunstige voor besparingen. De bedenking van Carlo Cottarelli van het IMF ligt ook in deze lijn (Cottarelli, 2012). Hij stelt dat besparingen een positief effect kunnen hebben op de groei als actoren verwachten dat er groei zal zijn. Hij meent echter dat de mogelijkheid dat de groei terugvalt door besparingen veel plausibeler is omwille van de vele verlaagde ratings voor landen en dus een gebrek aan vertrouwen op de markten. Ook Bradford DeLong gaat hierop verder met kritiek op de bevinding van Alesina en Giavazzi dat uitgaven verminderingen een positief effect kunnen hebben wanneer ze begeleid worden door een geschikt monetair beleid (DeLong, 2012). Hij vindt dit niet passen in deze context. Het monetaire beleid is immers uitgespeeld binnen het huidige economische kader en kan de negatieve effecten op de groei door een restrictief budgettair beleid niet meer gaan compenseren. Nog een andere kritiek is dat het zogenaamde vertrouwen door besparingen niet bestaat (Krugman, 2012c, 16 september 2012). Krugman meent dat het vertrouwen effecten kan genereren die de negatieve effecten van besparingen compenseren, maar dit gebeurt door kanalen die renteverlagingen of lagere renteverwachtingen inhouden (Krugman, 2012a, pp ). Aangezien de rente nu bijzonder laag is, is er geen mogelijkheid voor deze kanalen om in werking te treden. Keynesianen Aan de andere zijde van het spectrum bevinden zich de keynesianen met als belangrijkste namen Paul Krugman en Joseph Stiglitz en als voorvader John Maynard Keynes. Zijn ideeën 17

27 kwamen op het voorplan na de Grote Depressie van de jaren 30. Ze vormden een kritiek op het toen heersende paradigma dat markten efficiënt en zelfcorrigerend waren (Stiglitz, 2010, pp ). Keynes beschreef die depressie als: a chronic condition of subnormal activity for a considerable period without any marked tendency either towards recovery or towards complete collapse. (Keynes in Krugman, 2012a, p.x) Krugman ziet deze definitie ook toepasbaar op ons huidig economisch klimaat (Krugman, 2012a, pp.x-xi). Hij benadrukt dat velen tevreden zijn over het uitblijven van de complete chaos, maar dat men zich eigenlijk zorgen moet maken over de lange periode van abnormale activiteit. Keynesianen beschouwen budgettaire consolidatie als nefast voor economische groei omdat het leidt tot een daling in de geaggregeerde vraag (Heylen et al., 2011, p.9). Dit kan doordat overheden hun consumptie terugdringen of doordat gezinnen minder consumeren door hogere belastingen. Krugman haalt dezelfde problematiek aan, namelijk dat consumenten, bedrijven en overheden niet genoeg gaan uitgeven wat zorgt voor een lage economische output en hogere werkloosheid (Krugman, 2012a, p. 24). Ook Stiglitz meent dat de leiders zouden moeten weten dat markten op zich niet stabiel zijn en dat besparingen zullen leiden tot een verdere daling van de vraag waardoor output en tewerkstelling zullen dalen (Stiglitz, 2012). Deze lagere economische output zou voor een stijging van de schuldgraad kunnen zorgen in plaats van een reductie. Binnen het IS-LM-BP kader zien we dat keynesianen er van uitgaan dat overheidsbesparingen zullen leiden tot een terugval van de output van de economie (Heylen, 2004, pp ). Dit wordt aangetoond met figuur 15 waarbij uitgegaan wordt van een vaste wisselkoers. Door verlaagde uitgaven van de overheid zal de IS curve naar links verschuiven. We komen in punt 2. De rentedaling door de verschuiving van de IS-curve zal zorgen voor een tekort op de betalingsbalans. Hierdoor zullen de monetaire machtshebbers verplicht worden eigen munt terug te nemen en dus een verstrakkend monetair beleid te voeren. Dit zal uiteindelijk tot een nieuw evenwicht leiden bij punt 3. Het nieuwe evenwicht bevindt zich op een lager outputniveau en een lager renteniveau als de aanvangssituatie. 18

28 Figuur 15: Besparingen in het IS-LM-BP model volgens keynesianen Figuur 15: figuur uit Heylen, 2004, p.346 Bij een vlottende wisselkoers zal de monetaire autoriteit geen eigen munt moeten terugnemen, maar zal er een depreciatie zijn van de munt (Heylen, 2004, pp ). Dit zal er voor zorgen dat de BP-curve naar onder verschuift en dat de bestedingen opnieuw een beetje toenemen. Hier zullen we op de LM-curve ergens tussen punt 1 en punt 2 uitkomen. Dit houdt nog altijd een outputverlies in. De prioriteit voor de keynesianen is daarom niet besparingen om onmiddellijke schuldreductie teweeg te brengen, maar het stimuleren van de economie om de output hoog te houden en de economie opnieuw te laten draaien. De overheid moet de weggevallen uitgaven van de private sector opvangen en de private sector stimuleren om opnieuw te gaan uitgeven. Hiervoor zijn financiële stimuli en jobcreatie van belang. Dit idee vinden we terug bij de American Recovery and Reinvestment Act waarbij zowel geld gaat naar herfinanciering van hypotheken als naar jobcreatie (The Economist, 2012a). Schuldreductie is pas een prioriteit wanneer de economie opnieuw naar behoren draait en zoals eerder vermeld in de boom en niet de slump. 19

29 Keynesianen geloven in de zogenaamde liquiditeitsval. Dit houdt in dat op een bepaald punt in de recessie monetair beleid geen invloed meer zal hebben en de rente niet meer kan zakken (Heylen, 2004, p.298). Wanneer de rente bijna 0% is, zal het voor mensen ook voordeliger worden om cash geld aan te houden in plaats van het te gaan uitlenen aan anderen (Krugman, 2012a, p.33). De weg uit de crisis is dan ook budgettair beleid. Krugman stelt dat de crisis van de jaren 30 geëindigd is door hogere uitgaven van de overheid en ziet grotere overheidsuitgaven dan ook opnieuw als de oplossing voor de huidige recessie (Krugman, 2012a, p.38-39). Hij stelt echter dat de huidige leiders deze historische kennis niet aanwenden en overheidsuitgaven terugdringen of beperkt houden (Krugman, 2012a, pp.xxi). Kritiek van de voorstanders van besparingen is dat keynesianen steeds meer schuld opbouwen. Volgens Krugman is dit geen probleem omdat de schuld geld is dat we aan onszelf verschuldigd zijn (Krugman, 2012a, p.146). De een zijn schuld is de ander zijn vermogen. Er is ook kritiek op de negatieve vraageffecten die de keynesianen naar voor schuiven bij besparingen (Heylen et al., 2011, pp. 9-11). Critici menen dat er ook positieve vraageffecten zijn. Enerzijds door crowding-in waarbij door besparingen de tekorten worden teruggedrongen en daardoor de rente daalt. Dit zorgt ervoor dat investeringen stijgen. Daarnaast is er ook het verwachtingseffect waarbij beroep wordt gedaan op de Ricardiaanse equivalentie. Dit houdt in dat als overheden nu sterk besparen, consumenten een toekomstige belastingverlaging zullen anticiperen en daarom nu al meer gaan uitgeven. Een derde positief effect speelt zich af via de geloofwaardigheid. Wanneer overheden geloofwaardig zijn in hun besparingen zullen risicopremies voor overheden dalen. Een andere kritiek is dat bugettaire stimulus niet werkt. Vaak wordt dan gewezen naar het stimuluspakket van Obama, maar volgens Krugman is het falen van dit pakket enkel te wijten aan de beperkte omvang ervan (Krugman, 2011). Stiglitz stelt dat de focus op de huidige werkloosheidscijfers om het stimuluspakket te beoordelen foutief is (Stiglitz, 2010, pp ). Er moet volgens hem gekeken worden naar wat de werkloosheid zou zijn geweest zonder dit pakket. 20

30 Conclusie van het debat Centrale elementen in het debat zijn economische groei en overheidsschuld. Beide kampen leggen de prioriteiten bij een ander aspect. Het besparingskamp meent dat de overheidsschuld eerst moet gereduceerd worden en dit door te besparen. Dit kan enerzijds via belastingen verhogen of via reducties in de overheidsuitgaven. De vermindering van de overheidsschuld kan op zijn beurt economische groei creëren, wanneer er voldoende vertrouwen is in het programma, volgens de theorie van expansive austerity. Aan de andere zijde zijn de keynesianen van mening dat economische groei een prioriteit is. Voor hen is het eerste doel de economie terug laten draaien en wanneer deze zich terug in een boom bevindt, kan een schuldreductieplan worden doorgevoerd. 21

31 Hoofdstuk 2: data over besparingsprogramma s en schuld Dit hoofdstuk zal focussen op besparingen en hun verband met overheidsschuld en economische groei. Zoals eerder vermeld zijn er twee grote visies in het huidig economisch debat: één die gelooft dat besparingen zullen leiden tot een reductie van de overheidsschuld en in sommige gevallen ook tot economische groei en een ander kamp dat gelooft dat besparingen zullen leiden tot een belemmering van economische groei waardoor de schuldgraad niet hoeft te dalen. We zullen in dit hoofdstuk de verbanden leggen voor de recente periode en de periode Besparingen in de OESO Om een besparingsperiode te definiëren focussen we op de underlying primary balance in percent of potential BBP of CAPBu. Hierbij wordt CAPB gezuiverd voor eenmalige budgettaire beslissingen (Heylen et al., 2011, p.3). CAPB is op zijn beurt het primaire saldo van een overheid gezuiverd voor cyclische componenten, namelijk de renteuitgaven en de conjunctuurcyclus. We volgen de aanpak van Heylen, Hoebeeck en Buyse. Wanneer CAPBu minimum twee jaar verbetert met in totaal minimum 2 procentpunt, waarvan minstens 0.25 procentpunt in het eerste jaar en minstens 0.10 procentpunt in het laatste jaar, en in elk jaar van die periode een stijging is, kunnen we spreken van een besparingsperiode. In de tabel zien we de periodes van besparingen wanneer we de definitie toepassen op de periode De wijziging van CAPBu wordt berekend als het verschil tussen het laatste jaar van de besparingen en het jaar voor de besparingsperiode. In onderstaande tabel staan de landen en periodes die hieraan voldoen. 22

32 Tabel 1: Besparingsperiodes in de OESO landen ( ) Land Periode * CAPBu * Land Periode * CAPBu * Australië ,93 Ierland ,84 Oostenrijk ,32 Italië ,76 België ,61 Nederland ,70 Tsjechië ,50 Noorwegen ,28 Estland ,65 Polen ,56 Frankrijk ,48 Portugal ,07 Griekenland ,82 Slovenië ,87 Hongarije ,13 Spanje ,09 Hongarije ,63 Verenigd Koninkrijk ,83 IJsland ,25 Verenigde Staten ,12 GEMIDDELDE 5.67 * Periode = t s - t f CAPBu berekend over t f t s-1 waarbij t f het eindjaar van de besparingen en t s het aanvangsjaar van de besparingen Tabel 1: data van OECD Statistical Compendium De besparingen draaien om twee belangrijke aspecten: overheidsuitgaven verlagen en belastingsinkomsten verhogen. In tabel 2 zien we in de besparingsperiode deze zaken terugkomen. REV staat voor de wijziging van de onderliggende inkomsten in procent van het potentieel BBP van de overheid en EXP voor de wijziging van de onderliggende uitgaven (zonder rentelasten) in procent van het potentieel BBP voor de overheid. Beiden zijn gezuiverd voor de cyclische componenten en eenmalige beleidsbeslissingen. Alle landen verlagen hun uitgaven en alle landen, met uitzondering van Noorwegen, verhogen hun inkomsten. 23

33 Tabel 2: Wijziging in de overheidsuitgaven en inkomsten in de besparingsperiodes ( ) Land Periode* REV* EXP* Land Periode* REV* EXP* Australië ,76-3,18 Ierland ,60-7,22 Oostenrijk ,85-1,31 Italië ,30-1,47 België ,13-0,48 Nederland ,35-1,34 Tsjechië ,20-3,25 Noorwegen ,87-2,73 Estland ,17-3,85 Polen ,24-3,33 Frankrijk ,71-1,71 Portugal ,91-7,19 Griekenland ,03-13,89 Slovenië ,39-7,47 Hongarije ,35-2,99 Spanje ,13-1,71 Hongarije ,31-1,33 Verenigd Koninkrijk ,99-1,67 IJsland ,61-6,94 Verenigde Staten ,98-1,98 GEMIDDELDE * Periode = t s - t f REV en EXP berekend over t f t s-1 Tabel 2: data van OECD Statistical Compendium (underlying current receipts, general government, as percentage of potential GDP + underlying government current disbursements excluding interest as percentage of potential GDP) In de landen komen vooral plannen voor uitgavenverminderingen naar voor en minder voor belastingverhogingen. Dit zien we ook in bovenstaande tabel. De wijzigingen in de overheidsuitgaven in procent van het potentieel BBP hebben in de meeste gevallen een grotere absolute waarde dan de wijzigingen in de overheidsinkomsten in percent van het potentieel BBP. De voorgestelde belastingverhogingen zijn vaak voor luxeproducten, grote inkomens en schadelijke producten. Zo voert Griekenland hogere belastingen in voor gas, sigaretten, alcohol en een luxebelasting op het bezitten van zwembaden (CBC News, 2011). Duitsland introduceert een hogere belasting op nucleaire energie (BBC, 2012b). Ook het Verenigd Koninkrijk voert hogere belastingen in op olie en tabak (BBC, 2012a). Spanje volgt deze trend en kondigde een stijging van de belasting op tabak aan met 28 procent (BBC, 2012b). Daarnaast kondigde ze ook een hogere belasting voor grootverdieners aan. Ook Portugal, Frankrijk en Italië volgen dit voorbeeld. Naast de focus op grootverdieners en luxeproducten, wordt ook vaak een verhoging van de BTW doorgevoerd (BBC, 2012b). In onderstaande tabel bevinden zich de wijzigingen in de indirecte belastingen ( TI), de belastingen op bedrijven ( TB) en de inkomstenbelastingen op de gezinnen ( TH), allemaal in procent van het potentieel BBP en allemaal cyclisch gezuiverd. De gemiddelde wijziging 24

34 voor de indirecte belastingen bedraagt 0.58 procentpunt, voor de belastingen op bedrijven 0.19 procentpunt en voor de belastingen op gezinnen 0.66 procentpunt. Tabel 3: Wijziging in de belastingen in de besparingsperiodes ( ) Land Periode* TI* TB* TH* Land Periode* TI* TB* TH* Australië ,29 0,40 1,24 Ierland ,29-0,12 3,37 Oostenrijk ,30 0,60 0,45 Italië ,11-0,03 1,24 België ,18 0,27 0,67 Nederland ,32 0,25 0,06 Tsjechië ,45-0,13 0,16 Noorwegen ,42-0,24 0,03 Estland ,12-0,43-0,69 Polen ,61 0,09 0,17 Frankrijk ,26 1,22 1,45 Portugal ,65 0,52 1,40 Griekenland ,66 0,43 1,06 Slovenië ,43-0,49-0,04 Hongarije ,71-0,57 0,20 Spanje ,19-0,34 1,52 Hongarije ,75-0,01-1,33 Verenigd Koninkrijk ,63 0,42-0,28 IJsland ,27 1,00 0,96 Verenigde Staten ,02 0,89 1,54 GEMIDDELDE * Periode = t s - t f TI, TB en TH berekend over t f t s-1 Tabel 3: data van OECD Statistical Compendium (cyclically adjustes taxes on production and import, value + cyclically adjusted direct taxes on business, value + cyclically adjustes direct taxes on households +potential output of total economy, value) In de uitgavenverminderingen zitten meestal besparingen op overheidsdiensten en ambtenaren, loonbevriezingen of het verdwijnen van overheidsjobs. Een eerste voorbeeld is Griekenland. In drie verschillende besparingsplannen hebben zij beslist hierin te snoeien. In het eerste plan werden dalingen van de lonen in de publieke sector voorzien, de sluiting van ongeveer 2000 scholen en lagere defensieuitgaven (CBC News, 2012). In een tweede ronde van besparingen werd aangekondigd dat jobs in de overheidssector zouden verdwijnen (Donadio & Kitsantonis, 2012). De derde ronde bracht een reductie van de overheidslonen tot één derde met zich mee (Labropoulou & Smith-Spark, 2012). Ook in andere landen vinden we dergelijke elementen terug. In Spanje werden de lonen van ambtenaren bevroren en de budgetten van de departementen beperkt (BBC, 2012b). Het Verenigd Koninkrijk heeft in zijn eerste besparingsplan in 2010 een besparing aangekondigd van 6 miljard op de efficiëntie van de overheid en 3.3 miljard op de bevriezing van de publieke lonen (HM Treasury, 2010, p.16). Later in 2010 werd aangekondigd dat ambtenarenjobs zouden verdwijnen (BBC, 2012b). 25

35 In onderstaande tabel zie je de wijziging in de loonuitgaven van de overheid in percent van het potentieel BBP. In elk land wordt hierop bespaard. De grootste wijziging vinden we in Griekenland en Portugal. Land Periode* WC* Land Periode* WC* Oostenrijk ,82 Italië ,49 België ,16 Nederland ,12 Tsjechië ,35 Noorwegen ,33 Estland ,80 Polen ,89 Frankrijk ,52 Portugal ,01 Griekenland ,02 Slovenië ,23 Hongarije ,05 Spanje ,42 Hongarije ,27 Verenigd Koninkrijk ,56 IJsland ,92 Verenigde Staten ,56 Ierland ,74 GEMIDDELDE * Periode = t s - t f WC berekend over t f t s-1 Tabel 4: data van OECD Statistical Compendium (government final wage consumption expenditure, value + potential output of total economy, value) Een ander terugkerend element zijn de besparingen in de sociale zekerheid en de sociale sectoren. Een veelvoorkomende maatregel zijn de verlaging van pensioenen en hogere pensioenleeftijden. In Griekenland zou er een verlaging van de pensioenen zijn met zo n 5 à 10 procent (Labropoulou & Smith-Spark, 2012b). In Italië worden de pensioenen van de topverdieners gereduceerd (BBC, 2012b). Een ander terugkerend element zijn besparingen in de sociale zekerheid. In Portugal wil men de sociale zekerheidsbijdragen van de werkgevers verlagen en deze van werknemers verhogen (The Economist, 2012b). In Duitsland worden minder subsidies voorzien voor ouders (BBC, 2012b). Het Verenigd Koninkrijk kondigde in 2010 aan de kinderbijslagen te bevriezen (The Telegraph, 2010). Dit willen ze nog verder trekken naar verlagingen in de kinderbijslagen (BBC, 2012b). Onderstaande tabel toont de wijzigingen in de sociale zekerheidsuitgaven van de overheden in procent van het potentieel BBP. Opnieuw heeft Griekenland de grootste absolute wijziging. Tabel 4: Wijziging in de loonsconsumptie van overheden in de besparingsperiodes ( ) 26

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide

Nadere informatie

De financiële crisis en de reële economie. Het belang van instituties en waarden. Prof. Wim MOESEN Departement Economie Katholieke Universiteit Leuven

De financiële crisis en de reële economie. Het belang van instituties en waarden. Prof. Wim MOESEN Departement Economie Katholieke Universiteit Leuven De financiële crisis en de reële economie Het belang van instituties en waarden Prof. Wim MOESEN Departement Economie Katholieke Universiteit Leuven Studiedag voor leerkrachten Economie 22 april 2010 Twee

Nadere informatie

Michiel Verbeek, januari 2013

Michiel Verbeek, januari 2013 Michiel Verbeek, januari 2013 1 2 Eens of oneens? De bankiers zijn schuldig aan de kredietcrisis. De huidige economische crisis is het gevolg van de kredietcrisis van 2008. Als een beurshandelaar voor

Nadere informatie

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

Tabel 1: Economische indicatoren (1) Tabel 1: Economische indicatoren (1) Grootte van de Openheid van de Netto internationale Saldo op de lopende rekening (% economie (in economie (Export + BBP per hoofd, nominaal (EUR) BBP per hoofd, nominaal,

Nadere informatie

Miljoenennota Helmer Vossers

Miljoenennota Helmer Vossers Helmer Vossers Helaas niet helemaal waar 8 5 1/2 2010 2011 69,5 66,0 0 1 3/4 Groei Werkloosheid Saldo 2010 Saldo 2011 Schuld 2011 (% bbp) (% beroepsbevolking) (% bbp) (% bbp) (% bbp) -4,0-6,3-5,8-5,6

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Oktober 2015. Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur : Oktober 2015 Macro & Markten 1. Rente en conjunctuur : VS Zoals al aangegeven in ons vorig bulletin heeft de Amerikaanse centrale bank FED de beleidsrente niet verhoogd. Maar goed ook, want naderhand werden

Nadere informatie

België in de Europese informatiemaatschappij. Een benchmark van het bezit en het gebruik van ICT in België t.o.v. 24 Europese landen in 2006

België in de Europese informatiemaatschappij. Een benchmark van het bezit en het gebruik van ICT in België t.o.v. 24 Europese landen in 2006 België in de Europese informatiemaatschappij Een benchmark van het bezit en het gebruik van ICT in België t.o.v. 24 Europese landen in 2006 Bezit en gebruik van ICT en Internet 1 Luxemburg 2 Litouwen 3

Nadere informatie

Overheid en economie

Overheid en economie Overheid en economie Overheid en economie Het aandeel van de overheid in de economie, de overheid als actor en de overheid op regionaal niveau, een verkenning Inleiding Het begrip economische groei komt

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht EconomieeenInleiding 1: Wereldreis o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht o Wat is macro-economie? o Concepten, variabelen o Overzicht boek = structuur cursus en lessen #1 1 Op wereldreis Inleiding

Nadere informatie

CPB Achtergronddocument

CPB Achtergronddocument CPB Achtergronddocument Tekortreductie in internationaal perspectief Erik Floor 3 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Tekortreducerende maatregelen 5 3 Tekortreducering 7 3.1 Overheidsuitgaven 8 3.2 Overheidsinkomsten

Nadere informatie

De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau

De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau Chapter 6 Samenvatting (Dutch summary) De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau van de staatsschuld kan leiden tot oplopende rentelasten die economisch herstel tegengaan. In

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Economie en onderneming De macro-economische vooruitzichten 2006-2012 voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Meyermans, E. & Van Brusselen, P. (2006).

Nadere informatie

Waarom loopt de economie nog steeds niet echt lekker? Michiel Verbeek, 2 december 2015

Waarom loopt de economie nog steeds niet echt lekker? Michiel Verbeek, 2 december 2015 Waarom loopt de economie nog steeds niet echt lekker? Michiel Verbeek, 2 december 2015 4 Onderwerpen: 1. De financiële crisis van 2008 2. Geldschepping 3. Hoe staan de landen er economisch voor? 4. De

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale

Nadere informatie

Overheidsontvangsten en -uitgaven: analyse en aanbevelingen

Overheidsontvangsten en -uitgaven: analyse en aanbevelingen Overheidsontvangsten en -uitgaven: analyse en aanbevelingen Seminarie voor leerkrachten, 26 oktober 2016 Ruben Schoonackers Bruno Eugène INTERN Departement Studiën Groep Overheidsfinanciën Structuur van

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

SCHULD EN BOETE IN HET WESTEN. Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2012

SCHULD EN BOETE IN HET WESTEN. Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2012 SCHULD EN BOETE IN HET WESTEN Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2012 1 Wie zijn de schuldenaren? Bedrijven zij lenen om te investeren Gezinnen zij lenen om een huis te kopen (of om de aankoop

Nadere informatie

Moedige overheden. Stille kampioenen = ondernemingen. Gewone helden = burgers

Moedige overheden. Stille kampioenen = ondernemingen. Gewone helden = burgers Moedige overheden Stille kampioenen = ondernemingen Gewone helden = burgers Vaststellingen Onze welvaart kalft af Welvaartscreatie Arbeidsparticipatie Werktijd Productiviteit BBP Capita 15-65 Bevolking

Nadere informatie

Euroschuldencrisis en beleggingsalternatieven. Koen De Leus Senior Economist KBC Group

Euroschuldencrisis en beleggingsalternatieven. Koen De Leus Senior Economist KBC Group Euroschuldencrisis en beleggingsalternatieven Koen De Leus Senior Economist KBC Group Agenda Constructiefouten EMU en oplossingen Beleggingsalternatieven Obligaties Aandelen Vastgoed 2 19 oktober 2012

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

Roads to recovery. George Gelauff, Debby Lanser, Albert van der Horst, Adam Elbourne. Centraal Planbureau 1

Roads to recovery. George Gelauff, Debby Lanser, Albert van der Horst, Adam Elbourne. Centraal Planbureau 1 Roads to recovery George Gelauff, Debby Lanser, Albert van der Horst, Adam Elbourne 1 De Grote Recessie 2008: Financiële crisis subprime hypotheken crisis 15 september: Lehman Brothers bankroet stilstand

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

De Wereldeconomie van Morgen: Op Zoek naar Groei

De Wereldeconomie van Morgen: Op Zoek naar Groei De Wereldeconomie van Morgen: Op Zoek naar Groei Jan Van Hove Chief Economist, KBC Group NV Bolero Tips & Trends 2016 10 september 2016 Globalization presumes sustained economic growth. Otherwise, the

Nadere informatie

Gemiddelde hypotheekrentes in 2012 met NHG

Gemiddelde hypotheekrentes in 2012 met NHG rente rente Datum: 2 januari 2013 Terugblik renteontwikkeling 2012: de hypotheekmarkt is dood 2012 was een heel saai jaar. Er waren maar heel weinig wijzigingen in de hypotheekrentes. Je kunt wel zeggen

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK

ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK Geert Gielens, Ph.D. hoofdeconoom 19 mei 2015 Agenda Het verschil met vorig jaar De euro zone De VS De ECB & haar beleid Besluit 2 Het verschil met vorig

Nadere informatie

Arbeidsmarkt allochtonen

Arbeidsmarkt allochtonen Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 3 mei 2013 Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie Na in 2012 in een recessie te hebben verkeerd, zal de EU-economie

Nadere informatie

Resolutie ECB; een Europees verlies Indiener: Jaap de Vries JOVD Voorjaarscongres te Sint-Michielsgestel, 20 & 21 april 2013

Resolutie ECB; een Europees verlies Indiener: Jaap de Vries JOVD Voorjaarscongres te Sint-Michielsgestel, 20 & 21 april 2013 Resolutie ECB; een Europees verlies Indiener: Jaap de Vries JOVD Voorjaarscongres te Sint-Michielsgestel, 20 & 21 april 2013 Inleiding In dit stuk betoog ik dat de ECB een dubbel mandaat moet krijgen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

Hoofdstuk 14 Conjunctuur Hoofdstuk 14 Conjunctuur Open vragen 14.1 CPB: groei Nederlandse economie valt terug naar 1% in 2005 In 2005 zal de economische groei in Nederland licht terugvallen naar 1% ten opzichte van een groei van

Nadere informatie

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011 Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 3 oktober Grote Recessie was geen Grote Depressie Wereldhandel Aandelenmarkt 9 8 7 8 VS - S&P-5 vergelijking met crash 99 Wereld industriële

Nadere informatie

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? Komt er QE in de eurozone? Sinds enige maanden wordt er op de financiële markten gezinspeeld op het opkopen van staatsobligaties door de Europese

Nadere informatie

Waar staan we? Enkele begrippen verduidelijkt Van waar komen we? Waar gaan we naartoe? 30 JAAR DEFICITS EN SCHULD IN BELGIË. Inhoud van de lezing

Waar staan we? Enkele begrippen verduidelijkt Van waar komen we? Waar gaan we naartoe? 30 JAAR DEFICITS EN SCHULD IN BELGIË. Inhoud van de lezing UNIVERSITEIT DERDE LEEFTIJD LEUVEN 3 JAAR DEFICITS EN SCHULD IN BELGIË Inhoud van de lezing Enkele begrippen verduidelijkt Van waar komen we? Waar gaan we naartoe? Prof. André Decoster Centrum voor Economische

Nadere informatie

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Vraag 1 Bin. Munt/Buit. munt Hoeveelheid buitenlandse munt Beschouw bovenstaande grafiek met op de Y-as de hoeveelheid binnenlandse

Nadere informatie

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen De voorbeelden in de casussen zijn verzonnen door de auteurs en komen niet noodzakelijkerwijs

Nadere informatie

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Europa in crisis George Gelauff Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering Opzet Baten en kosten van Europa Banken en overheden Muntunie en schulden Conclusie 2 Europa in crisis Europa veruit

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2015 tijdvak 2 economie CSE GL en TL GT-0233-a-15-2-b Zelfstandig of niet informatiebron 1 Cijfers Kamer van Koophandel over 2013 Starters 113.823 Bedrijfsbeëindigingen 136.640 informatiebron

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Door: F. De Smyter en P. Holvoet 1. Geef een correcte omschrijving van de volgende economische begrippen: a) Globalisering:.

Nadere informatie

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

Nadere informatie

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2013-2045

Nadere informatie

Test Europese Hypotheekrentes

Test Europese Hypotheekrentes Onderzoek Hypotheekrentes SOMI publicatie Badhoevedorp, 11 november 2016 Versie: 2.0 Test Europese Hypotheekrentes 1. Introductie Dit document voert een zogenaamde mean-variance test uit voor de hypotheekrente

Nadere informatie

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. De grafiek hieronder geeft de participatiegraad voor Nederland, de V.S. en de 12 kernlanden

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Proefexamen Macro-economie: verbetering

Proefexamen Macro-economie: verbetering Proefexamen Macro-economie: verbetering Deel 1: Drie open vragen op telkens 6 punten. 1. H9 a) Leid wiskundig de Philipscurve af uit de prijszettingsrelatie op de arbeidsmarkt. Verklaar de gebruikte symbolen.

Nadere informatie

Onderzoek gunstige prijsligging.

Onderzoek gunstige prijsligging. Onderzoek gunstige prijsligging. BMW 3 Serie Model 320D. 22 Eu-Lidstaten. Jordy Reijers Marketing/Onderzoek P van. Prijs 1 Inhoud Opgave Onderzoek informatie over Eu landen Welke landen hanteren de euro?

Nadere informatie

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel

Nadere informatie

Welkom. Prinsjesdaglezing Rabobank. Een bank met ideeën. 6 oktober Rabobank Valkenswaard en Waalre

Welkom. Prinsjesdaglezing Rabobank. Een bank met ideeën. 6 oktober Rabobank Valkenswaard en Waalre Welkom Prinsjesdaglezing 2 Rabobank. Een bank met ideeën. 6 oktober 2 Rabobank Valkenswaard en Waalre Programma 6.3 uur Welkomstwoord Johan van de Louw, manager Bedrijven Rabobank Valkenswaard en Waalre

Nadere informatie

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel

Nadere informatie

Uitgaven voor onderwijs 2012

Uitgaven voor onderwijs 2012 Webartikel 2013 Uitgaven voor onderwijs 2012 Trends en ontwikkelingen Daniëlle Andarabi-van Klaveren 6-12-2013 gepubliceerd op cbs.nl CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Uitgaven voor onderwijs 2012

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Buitenlandse Financiële Betrekkingen Korte Voorhout 7 2511 CW

Nadere informatie

Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018

Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018 Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018 1 Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Uitgangspositie Trends Uitdagingen

Nadere informatie

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (!

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (! Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen 2016 Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (!) cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen, april 2017 1 ALGEMEEN OOST-

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 15 juli 2013 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat er

Nadere informatie

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel.

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. EEN TRANSFER VAN BIJNA 9 MILJARD UIT DE PORTEMONNEE VAN DE WERKENDE MENSEN NAAR DE BEDRIJFSWINSTEN. EEN VERLIES

Nadere informatie

E F F E C T U E E L. augustus 2011-18. Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh

E F F E C T U E E L. augustus 2011-18. Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh E F F E C T U E E L augustus 2011-18 Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh Hilaire van den Bergh werkt bij BCS Vermogensbeheer B.V. te Rotterdam. De inhoud van deze publicatie schrijft hij

Nadere informatie

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. 1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7

Nadere informatie

Bijlage: minimumjeugdloon in historisch en internationaal perspectief

Bijlage: minimumjeugdloon in historisch en internationaal perspectief Bijlage: minimumjeugdloon in historisch en internationaal perspectief Historische ontwikkeling van het wettelijk minimumjeugdloon De ontstaansgeschiedenis van het wettelijk minimumloon in Nederland gaat

Nadere informatie

10889/10 VP/mg DG G I

10889/10 VP/mg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig

Nadere informatie

Wat doen centrale banken eigenlijk? Finale sessie: The big Picture. Brussel, 21 oktober 2015

Wat doen centrale banken eigenlijk? Finale sessie: The big Picture. Brussel, 21 oktober 2015 Wat doen centrale banken eigenlijk? Finale sessie: The big Picture Brussel, 21 oktober 2015 The big picture: het Eurosysteem, een ééngemaakt monetair beleid voor 19 lidstaten Overzicht Een globale crisis

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot:

4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot: Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. dr. Jan Bouckaert Prof. dr. André Van Poeck 12-15 december 2014 1. Stel dat het bruto nationaal inkomen 200 miljard euro bedraagt. Hoeveel bedraagt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Een internationale analyse van het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans,

Een internationale analyse van het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans, Een internationale analyse van het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans, 2014-2015 Inleiding Lorette Ford De betalingsbalans is een overzicht van de waarde van alle transacties die in een

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie

Kortcyclische arbeid, Op de teller!

Kortcyclische arbeid, Op de teller! Kortcyclische arbeid, Op de teller! 1 Doel Doel van dit instrument is inzicht bieden in de prevalentie (mate van voorkomen) en de effecten van kortcylische arbeid. Dit laat toe een duidelijke definiëring

Nadere informatie

Verslag Antwerpen, februari Guy Quaden Gouverneur

Verslag Antwerpen, februari Guy Quaden Gouverneur Verslag 200 Antwerpen, februari 20 Guy Quaden Gouverneur Bbp-groei in de voornaamste economieën (veranderingspercentages naar volume t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld) 2008 2009 200 p.m.

Nadere informatie

5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief

5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief 5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief 5.1 Vergelijking van bruto wettelijk minimumjeugdlonen Ook andere landen kennen minimumjeugdlonen. In de helft van de OESO-landen is dat het

Nadere informatie

Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets

Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets December 2008 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus een lijst

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België - 2009 -

De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België in 2009 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van 2009 Zoals lang gevreesd, werden in 2009 de gevolgen van

Nadere informatie

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom

Nadere informatie

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis Jan Smets 29ste Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres, Gent, 19 november 2010 DS.10.09.340 Het Europees

Nadere informatie

ING International Survey. De ik -generatie: Grip op financiële doelstellingen en eigen dromen nastreven

ING International Survey. De ik -generatie: Grip op financiële doelstellingen en eigen dromen nastreven april 2014 De ik -generatie: Grip op financiële doelstellingen en eigen dromen nastreven Deze enquête is samengesteld door Ipsos namens ING Grote belangstelling voor geldzaken, maar het beheren van geld

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016

Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016 Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016 De overheid behaalde in 2016 een begrotingsoverschot van 2,9 miljard euro. Dit is 0,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Een jaar eerder was

Nadere informatie

Macro-economische uitdagingen ten gevolge van de vergrijzing

Macro-economische uitdagingen ten gevolge van de vergrijzing Macro-economische uitdagingen ten gevolge van de vergrijzing Gert Peersman Universiteit Gent Seminarie VGD Accountants 3 november 2014 Dé grootste uitdaging voor de regering Alsmaar stijgende Noordzeespiegel

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder

Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder Praktische-opdracht door 1859 woorden 2 juni 2014 5 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Opdracht 1: D. E. Met de term economische groei wordt

Nadere informatie

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN VOLTOOIING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE Bijdrage van de Commissie aan de Leidersagenda #FutureofEurope #EURoadSibiu ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN Figuur

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN 2018D19763 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de brief van de Minister van Financiën van 16 februari 2018 met zijn toelichting op de opbouw van het Nederlandse handelsoverschot

Nadere informatie

Onderwijs in Rusland. Jan Limbeek

Onderwijs in Rusland. Jan Limbeek Onderwijs in Rusland Een van de terreinen waar de Sovjet-Unie in uitblonk was onderwijs. Het onderwijs was toegankelijk, goed en gratis. Vergeleken met de Sovjet-Unie is de algemene indruk dat de situatie

Nadere informatie

De besparingen van Amerikaanse huis houdens na de financiële crisis

De besparingen van Amerikaanse huis houdens na de financiële crisis De besparingen van Amerikaanse huis houdens na de financiële crisis De besparingen van Amerikaanse gezinnen bereikten vlak voor de crisis een naoorlogs dieptepunt. Na de crisis moeten huishoudens fors

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

Bruto binnenlands product

Bruto binnenlands product Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen

Nadere informatie

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september 2016 Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen, januari 2017

Nadere informatie