Juli Bouwkunde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Juli 2006. Bouwkunde"

Transcriptie

1 Juli 2006 Bouwkunde

2 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus RA Utrecht Telefoon: Fax: Internet: QANU Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen. 2 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

3 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Deel I Algemeen deel 7 1. Inleiding 9 2. Taak en samenstelling commissie Werkwijze commissie Domeinspecifiek referentiekader Algemene bevindingen 21 Deel II Opleidingsdeel Bachelor of Science Bouwkunde, Technische Universiteit Delft Master of Science Architecture, Urbanism and Building Sciences, Technische Universiteit Delft Bachelor of Science Bouwkunde, Technische Universiteit Eindhoven Master of Science Architecture Building and Planning, Technische Universiteit Eindhoven Bachelor of Science Installatietechnologie, Technische Universiteit Eindhoven Master of Science Building Services, Technische Universiteit Eindhoven 173 Bijlagen 199 Bijlage A: Curricula Vitae 201 Bijlage B: Bezoekprogramma s 205 Bijlage C: Qualifications Directive (2005/36/EC) 207 Bijlage D: Afkortingen 209 Bijlage E: Overzicht scores Bouwkunde opleidingen per kwaliteitsonderwerp en facet. 211 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 3

4 4 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

5 VOORWOORD Dit rapport is onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling van universitaire bachelor- en masteropleidingen in Nederland. Het doel van het rapport is om een betrouwbaar beeld te geven van de resultaten van de voor beoordeling voorgelegde opleidingen, een terugkoppeling te geven naar de interne kwaliteitszorg van de betrokken organisaties en als basis te dienen voor de accreditatie van de betrokken opleidingen door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). QANU beoogt onafhankelijke, objectieve en kritische beoordeling te laten plaatsvinden en om opbouwende kritiek te leveren, zo veel mogelijk uitgaande van een gestandaardiseerde set van kwaliteitscriteria met oog voor specifieke omstandigheden. De Visitatiecommissie Bouwkunde van QANU heeft haar taken met grote toewijding uitgevoerd in een periode die wordt gekenmerkt door de overgang naar de bachelor-masterstructuur. De opleidingen zijn beoordeeld op een grondige en zorgvuldige manier en binnen een duidelijk beoordelingskader. Wij verwachten dat de oordelen en de aanbevelingen in zorgvuldige overweging zullen worden genomen door de betrokken opleidingen, faculteitsbesturen en Colleges van Bestuur. Wij zeggen dank aan de voorzitter en de leden van de visitatiecommissie voor hun bereidheid deel te nemen aan deze beoordeling en voor de toewijding waarmee ze hun taak hebben uitgevoerd. Ook gaat onze dank uit naar de staf van de betrokken afdelingen aan de universiteiten voor hun inspanningen en hun medewerking aan deze beoordeling. drs. J.G.F. Veldhuis voorzitter van het bestuur van QANU mr. C.J. Peels directeur van QANU QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 5

6 6 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

7 DEEL I: ALGEMEEN DEEL QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 7

8 8 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

9 1. Inleiding Met het oog op de accreditatie van wetenschappelijke Bachelor- en Masteropleidingen door middel van een externe kwaliteitsbeoordeling heeft Stichting QANU in 2006 de Onderwijsvisitatiecommissie Bouwkunde ingesteld. In dit rapport brengt de Onderwijsvisitatiecommissie Bouwkunde (hierna de commissie) verslag uit van haar bevindingen. Het rapport bestaat uit twee delen: een algemeen deel (I) en een opleidingsdeel (II). Het eerste deel gaat in op de taak, samenstelling en werkwijze van de commissie. Hierin komen ook enkele algemene bevindingen van inhoudelijke aard ter sprake. Het tweede deel behandelt per opleiding in volgorde van de visitatiebezoeken de 21 facetten van het accreditatiestelsel. In dit deel spreekt de commissie oordelen uit op facet- en onderwerpniveau. QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 9

10 10 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

11 2. Taak en samenstelling commissie Taak van de commissie De taak van de commissie was het verrichten van een visitatie conform het QANU-Protocol. De commissie had de opdracht op basis van de door de faculteiten aan te leveren informatie en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken een oordeel te geven over de verschillende aspecten van de kwaliteit van de betrokken opleidingen, zoals beschreven in het bovengenoemde protocol en de punten te identificeren die naar haar oordeel verbeterd moeten worden. Betrokken opleidingen De commissie onderzocht de volgende opleidingen: Universiteit Technische Universiteit Delft Technische Universiteit Eindhoven Opleidingen (en CROHO-nummer) Bachelor Bouwkunde (56951) Master Architecture, Urbanism and Building Sciences (60349) Bachelor Bouwkunde (56951) Bachelor Installatietechnologie (59301) Master Architecture Building and Planning (60434) Master Building Services (69301) Samenstelling commissie De samenstelling van de commissie is tot stand gekomen mede aan de hand van suggesties vanuit de betrokken decanaten. De betrokken opleidingen en faculteitsbesturen zijn in de voorbereidende fase in de gelegenheid gesteld om bezwaar aan te tekenen tegen de door het QANU-bestuur voorgelegde samenstelling van de commissie, conform het QANU-kader. De commissie bestond uit de volgende personen: Voorzitter, tevens lid van de commissie: Prof. dr. ir. arch. Herman Neuckermans, architect, gewoon hoogleraar en programmadirecteur aan het departement ASRO, faculteit Ingenieurswetenschappen, KU Leuven. Leden van de commissie: Prof. ir. arch. Jef Van den Broeck, emeritus hoogleraar stedenbouwkundig ontwerp en strategische planning en oprichter/ontwerper van/aan Studiegroep Omgeving Antwerpen; Dr. ir. Philippe Samyn, Partner van SAMYN and PARTNERS en als docent verbonden aan onder andere de Vrije Universiteit te Brussel; Drs. ing. Douwe Kras, algemeen directeur ARCADIS Nederland B.V. Voor de visitatie van de opleidingen aan de Technische Universiteit Delft aangevuld met de volgende commissieleden: Prof. dr. Sanne Dijkstra, emeritus hoogleraar onderwijskunde aan de Universiteit Twente; Mw. Geri Wijnen, student Bouwkunde aan de TU Eindhoven. QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 11

12 Voor de visitatie van de opleidingen aan de Technische Universiteit Eindhoven aangevuld met de volgende commissieleden: Prof. dr. Fried Augenbroe, professor aan het College of Architecture en hoofd van Building Technology, aan het Georgia Institute of Technology, USA; Prof. dr. Wynand Wijnen, emeritus hoogleraar Onderwijskunde en oud Rector Magnificus van Universiteit Maastricht; Dhr. Hans van Velthoven, student Bouwkunde aan de TU Delft. Als secretaris van de commissie is opgetreden: drs. Inge Akerboom, projectleider van het bureau QANU, Utrecht. Als bijlage A zijn de curricula vitae van de leden opgenomen. 12 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

13 3. Werkwijze commissie De commissie hield op 7 februari 2006 haar startvergadering. Zij werd formeel geïnstalleerd door de directeur van QANU, mr. C.J. Peels. Tijdens deze vergadering bespraken de commissieleden het domeinspecifieke referentiekader, bespraken en ondertekenden zij de onafhankelijkheidsverklaring en maakten zij afspraken over de werkwijze. Het QANU-protocol is leidraad geweest voor de werkwijze van de commissie. De voorbereidingsfase De commissieleden ontvingen ruim voor het visitatiebezoek de zelfevaluatierapporten (en bijlagen) en formuleerden vragen. De secretaris compileerde alle vragen tot één document dat voorlag tijdens het visitatiebezoek. Ook lazen de commissieleden van tevoren een aantal (doctoraal-, Bachelor- of Master-) scripties per bezoek. Deze waren geselecteerd en opgevraagd door de secretaris en de voorzitter. Het visitatiebezoek De secretaris heeft voor ieder bezoek in samenspraak met de voorzitter en de visitatiecoördinator van de betreffende instelling een bezoekprogramma opgesteld (zie bijlage B). Daarin was ruimte voor (een representatieve) vertegenwoordiging van het faculteitsbestuur, opleidingsbestuur, afgestudeerden, opleidingscommissies (studenten en docenten afzonderlijk), examencommissies en studiebegeleiders. Daarnaast werd er steeds afzonderlijk gesproken met student- en docentvertegenwoordigers van de Bachelor- en de Masteropleidingen en met de kwaliteitszorgmedewerker. Tijdens ieder bezoek bestudeerde de commissie het ter inzage gevraagd materiaal en hield zij spreekuur ten behoeve van spontane aanmeldingen van studenten of docenten. In plaats van het traditionele visitatiediner is er op informele wijze met vertegenwoordigers van het College van Bestuur, faculteitsbestuur en opleidingsmanagement gesproken. Bij beide bezoeken heeft de commissie een rondleiding door het gebouw gekregen om zich een beeld te vormen van de beschikbare faciliteiten. De commissie gebruikte het eerste dagdeel van de bezoeken om de interviews concreet voor te bereiden, materiaal in te zien en scripties te bespreken. Het laatste dagdeel werd ingezet voor de voorbereiding van de mondelinge rapportage en een discussie over de beoordeling van de opleidingen. Aan het einde van elk bezoek gaf de voorzitter een mondelinge terugkoppeling op grond van de eerste bevindingen van de commissie. Daarbij ging het steeds om een aantal algemene waarnemingen en eerste indrukken per opleiding. De bezoeken vonden plaats in maart In mei hebben de voorzitter en secretaris een extra bezoek aan Eindhoven gebracht om aanvullende informatie te verzamelen over de duale en deeltijdvarianten van de opleidingen aldaar. De gesprekken die deze ochtend plaatsvonden met studenten, opleidingsdirecteur en studieadviseurs leverden de nodige gegevens op. Bestuderen materiaal ter plaatse De commissie heeft tijdens het bezoek systematisch materiaal ter bestudering en verificatie doorgenomen. De opleidingen hebben onder andere het volgende materiaal ter beschikking gesteld: alle scripties uit de zelfstudie en eventueel beoordelingsformulieren als die gebruikt zijn; voorlichtingsmateriaal; studiemateriaal: handboeken en syllabi, readers, studiehandleidingen; QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 13

14 voorbeelden van werkstukken, portfolio s, onderzoeksverslagen van studenten, stageverslagen; scriptiereglementen en richtlijnen voor het maken van werkstukken; stagereglementen/handleidingen; tentamen- en examenreglement; toetsmaterialen (enkele tentamens, toetshandleiding e.d.); recente verslagen Opleidingscommissie, Examencommissie, onderwijsjaarverslagen, Bachelor-Masterovergangsregelingen; college-, onderwijs- en curriculumevaluaties, studententevredenheidsmonitor(en); alumni-enquêtes; verslagen/rapporten relevante (d.i. voor het onderwijs) ad hoc commissies; jaarverslagen. Wanneer gewenste informatie naar het oordeel van de commissie niet volledig voorhanden was heeft de commissie gevraagd die informatie alsnog te verstrekken. De opleidingen waren in alle gevallen in staat om de gevraagde informatie te leveren. Beslisregels De commissie heeft voor de beoordeling van de 21 facetten een vierpuntsschaal en de standaard QANU-beslisregels gevolgd. Deze zijn: De beoordeling onvoldoende wijst erop dat het facet beneden de gestelde verwachting ligt en dat beleidsaandacht op dit punt nodig is; De beoordeling voldoende houdt in dat het facet beantwoordt aan de basisstandaard of basisnorm; De beoordeling goed houdt in dat het niveau van het facet uitstijgt boven de basiskwaliteit; De beoordeling excellent houdt in dat voor het facet een niveau wordt gerealiseerd waardoor de beoordeelde opleiding zowel nationaal als internationaal als een voorbeeld van goede praktijk kan functioneren. Per onderwerp is op een tweepuntsschaal een oordeel gegeven: voldoende of onvoldoende. In de opleidingsrapporten is na het laatste facet steeds een overzicht van de oordelen op facet- en onderwerpniveau opgenomen. Uitwerking van de beslisregels Doordat de commissie, conform de regels, het predikaat voldoende heeft gebruikt voor de basisstandaard of basisnorm, zou het oppervlakkig kunnen lijken of ze de gevisiteerde programma s als aan de magere kant beschouwt. In werkelijkheid is ze juist over het algemeen van mening dat faculteiten en opleidingen de ontwikkeling van Bachelor- en Masterprogramma s met bekwame spoed hebben aangegrepen om op basis van de bestaande, veelal goede kwaliteit tot verbetering te komen. De rapportage De secretaris heeft, op basis van de bevindingen van de commissie, conceptrapporten opgesteld. Deze zijn in eerste instantie voorgelegd aan de voorzitter en tijdens de slotvergadering op 13 juni 2006 aan de hele commissie. Aan de varianten van opleidingen (deeltijd en duaal) wordt, voor zover aangeboden, alleen expliciet aandacht besteed indien er daadwerkelijk sprake was van afwijkingen van de voltijdse opleidingen. 14 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

15 In de rapporten van een Bacheloropleiding en de doorstroom -Master is bij een aantal facetten sprake van zodanige inhoudelijke overlap dat de commissie besloten heeft letterlijk dezelfde tekst en oordeel op te nemen. Bij welke facetten dat gebeurt staat steeds aan het begin van het opleidingsrapport aangegeven. Het gaat in de meeste gevallen om facetten 12 tot en met 14 (Onderwerp Personeel), facetten 15 en 16 (Voorzieningen), facetten 18 tot en met 19 (Kwaliteitszorg). In twee opleidingsrapporten, namelijk de Master Architecture, Urbanism and Building Sciences aan de TU Delft en de Master Architecture Building and Planning van de TU Eindhoven, heeft de commissie op verzoek van de faculteiten zich aanvullend een oordeel gevormd over het onderwerp internationalisering. Het oordeel en de ondersteunende tekst is in deze twee opleidingsrapporten toegevoegd na het zesde onderwerp. Het telt niet mee voor het eindoordeel over de basiskwaliteit van het programma. Na de slotvergadering zijn commentaren en opmerkingen van de commissieleden verwerkt in een definitieve versie van de rapporten. Na accorderen door de voorzitter zijn het algemeen deel en de betreffende opleidingsrapporten aangeboden aan de faculteiten voor correctie van eventuele feitelijke onjuistheden. Begin juli waren de feitelijke onjuistheden en commentaren van de opleidingen binnen bij de secretaris. Deze zijn in overleg met de voorzitter door de secretaris verwerkt in de rapporten en/of met de verantwoordelijken afgehandeld. Kengetallen Universitair Onderwijs (KUO-cijfers) De schrijvers van de zelfevaluaties hebben cijfermateriaal gebruikt dat afkomstig is van een database die onder auspiciën van de VSNU is ontwikkeld. Deze cijfers worden ook wel de KUO-cijfers genoemd (Kengetallen Universitair Onderwijs). Deze database bevat gegevens over onder andere studenteninstroom, rendementen en studieduur van de cohorten tot en met Aangezien de cijfers op identieke wijze door het Centraal Bureau Statistiek (CBS) worden bewerkt, is het mogelijk om de universiteiten en opleidingen onderling te vergelijken. Met uitzondering van de cijfers over het aantal ingeschrevenen zijn alle cijfers over instroom, rendementen en studieduur gebaseerd op één basisdefinitie: de student heeft niet eerder aan een bepaalde opleiding van een instelling ingeschreven gestaan. Dit wordt ook wel de inschrijving Eerstejaars-Opleiding-Instelling (EOI) genoemd. Studenten met meer dan één inschrijving blijven dus buiten beschouwing vanwege het feit dat ze niet goed toe te delen zijn in hoofd- en nevenopleiding. De commissie heeft naast de KUO-cijfers ook kennisgenomen van de rendement- en doorstroomcijfers zoals die door de opleidingen zelf worden gebruikt, vaak voor interne doeleinden en ten behoeve van het monitoren van beleidsmaatregelen. Bij het beoordelen van de rendementen worden de maatregelen betrokken die de opleiding heeft genomen om deze te verbeteren. Kwaliteit afgestudeerden Om zo goed mogelijk vast te stellen of de behaalde eindkwalificaties overeenkomen met de eisen die gesteld mogen worden aan een afgestudeerde, heeft de commissie de opleidingen gevraagd zo veel mogelijk informatie ter beschikking te stellen die daar inzage in geeft, zoals bijvoorbeeld recent alumnionderzoek of evaluaties onder het afnemend veld. Het beeld is gecompleteerd door gesprekken met studie- en stagebegeleiders, alumni en studenten. Ter voorbereiding op de visitatie heeft ieder commissielid een aantal afstudeerverslagen per bezoek beoordeeld. Als handreiking hiervoor heeft QANU een lijst met beoordelingscriteria ter QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 15

16 beschikking gesteld. De selectie geschiedde door secretaris en voorzitter conform het protocol uit de lijst van de laatste 25 afstudeerverslagen, waarbij gelet was op een goede spreiding naar specialisatie en gegeven eindcijfer. De opleidingen is gevraagd om de beoordelingsformulieren bij de betreffende scripties te voegen. De commissie heeft op die wijze inzage gekregen in de criteria die bij de beoordeling van de eindscripties worden gehanteerd. De overige scripties van de 25 meest recente werkstukken per opleiding lagen ter inzage. Bevindingen met betrekking tot de visitatie De commissie heeft de bezoeken als prettig en leerrijk ervaren. Ze heeft de zelfevaluatierapporten nauwgezet kunnen verifiëren. 16 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

17 4. Domeinspecifiek referentiekader Inleiding Bij de vormgeving van dit referentiekader is gebruikgemaakt van referentiekaders van collega s in het buitenland, te weten van de QAA (UK) en het VSNU-visitatierapport De tekst is verder gebaseerd op de Dublin-descriptoren, de criteria voor wetenschappelijke opleidingen vastgesteld door de drie Nederlandse Technische Universiteiten en Europese richtlijnen voor beroepstoetreding. Dit referentiekader is gevalideerd en vastgesteld door de visitatiecommissie Bouwkunde in de startvergadering van de commissie op 7 februari Het referentiekader definieert welke eisen worden gesteld aan de doelstellingen van de opleidingen, met name aan de domeinspecifieke eindtermen en kwalificaties. Een opleiding krijgt de ruimte om naar de aard van het object van studie dat centraal staat en naar de aard van de eigen invalshoek keuzes te maken en accenten te leggen. Missie, doelstelling en eindtermen De Bachelor- en Masteropleidingen die in de visitatie Bouwkunde worden beoordeeld, hebben als doel studenten op te leiden tot een elementair (Bachelor), dan wel specialistisch (Master) academisch niveau op het gebied van het object van de studie. Het object van studie is het brede domein van het onderzoeken, ontwerpen, construeren en sturen van de gebouwde omgeving op alle schaalniveaus, gefundeerd op wetenschappelijk inzicht, maatschappelijke relevantie en inzicht in de voorbije en recente ontwikkelingen in dit domein. De inbedding in de universiteit betekent diepgang in de studie naar universiteitsmaatstaven; de inbedding in een technische universiteit betekent een technisch wetenschappelijke invalshoek op het domein van studie. BSc-afgestudeerden kunnen doorstromen naar MSc-opleidingen aan een faculteit Bouwkunde. Behalve een zogenaamde doorstroommaster aan de eigen instelling verleent het Bachelordiploma ook toegang tot opleidingen aan andere Nederlandse Technische Universiteiten en aan buitenlandse universiteiten. Voor de Masteropleidingen geldt dat de student zodanig wordt opgeleid dat hij kan worden toegelaten tot een opleiding die voorbereidt op een promotie. De commissie hanteert als missie van de bouwkundige opleidingen: het opleiden van ingenieurs die in staat zijn een effectieve en oplossingsgerichte rol te spelen bij het duurzaam inrichten van de fysieke leefomgeving, die voortdurend aan verandering onderhevig is. Als academische opleiding moet zij rekening houden met een aantal eisen uit het afnemend veld, maar tegelijk deze overstijgen vanuit een visie op de maatschappij en de missie van de bouwkundige in die maatschappij. Deze aspecten moeten tot uitdrukking komen in het curriculum. Daarbij moet er nationaal rekening worden gehouden met de kwaliteiten die worden verondersteld door de Wet op de Architectentitel en de Nadere regeling inrichting opleidingen tot architect, stedenbouwkundige en interieurarchitect; en internationaal met de eisen van de Qualifications Directive (2005/36/EC) althans voor deze taakprofielen, die voorbereiden op het beroep van architect. BSc- en MSc-opleidingen Bouwkunde moeten ten minste voorzien in één of meerdere van de volgende taakprofielen: Architectonisch ontwerpen; Stedenbouwkundig ontwerpen; QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 17

18 Bouwtechnisch ontwerpen; Proces en management; Installatie-technologisch ontwerpen. De Bacheloropleiding biedt een algemene en brede basisopleiding en leidt op tot een elementair academisch niveau. De Masteropleiding biedt specialisatie en verdieping in één van de vijf genoemde taakprofielen of vakgebieden. Bij de Masteropleiding is het ook denkbaar dat de specialisatie en verdieping meerdere vakgebieden bestrijkt, dit heeft dan gevolgen voor de mate van diepgang. Eindtermen en kwalificaties Bachelor Opleidingen kunnen naar de aard van het object van studie dat centraal staat en naar de aard van de invalshoek die zij gekozen hebben, keuzes maken en accenten leggen. Studenten die een Bachelor hebben afgerond in een van de opleidingen binnen dit onderwijsvisitatiecluster beschikken in ieder geval over de onderstaande domeinspecifieke kennis en vaardigheden. a. Kennis Afgestudeerde Bachelors hebben basiskennis van de bovenbeschreven taakprofielen en kennen de bouwkunde als een divers beroepsveld dat altijd in verandering is en vele facetten kent. b. Vaardigheden Afgestudeerde Bachelors bezitten volgende vaardigheden: 1. toepassen en beheersen van de gangbare bouwkundige, ontwerp- en onderzoeksmethoden, van de onderliggende principes en technieken van één of meerdere bouwkundige (sub)discipline(s); 2. kennen van de ontwikkelingslijn in westerse architectuur, stedenbouwkunde, bouwtechniek, bouwmanagement en volkshuisvesting en die kunnen relateren aan theorieën, stromingen en tendensen en precedenten, alsmede aan de culturele en maatschappelijke context; 3. reflecteren op de beroepsuitoefening van de bouwkundig ingenieur en daarbij de eigen rol en productie kunnen plaatsen in het eigentijds maatschappelijk kader; 4. de processen en procedures die bij de totstandkoming van de gebouwde omgeving een rol spelen, beheersen; 5. op basis van een programma van eisen en een gegeven locatie, met bestudering van relevante precedenten en de fysische en intellectuele context, binnen een tevoren gefaseerde tijdsperiode, een ontwerp of een herontwerp maken voor een gebied of een gebouw en dat (gedeeltelijk) uitwerken tot op het niveau van de bouwkundige detaillering; 6. de capaciteit om met bouwkundige middelen ruimten af te stemmen op menselijke behoeften en milieueisen rekening houdend met de relatie tussen mens en omgeving, rekening houdend met maatschappelijke en juridische normen voor vorm en constructie, kosten en duurzaamheid; 7. een opgave in bouwtechnisch opzicht conceptueel kunnen oplossen. Dit wil zeggen de bouw- en productwijze, de keuze van bouwmaterialen, de aard van de bouwelementen en bouwsystemen kunnen kiezen en de beoogde comfort-, klimaat- en milieuprestaties realiseren. Dit betekent ook dat de draagconstructie(s) op basis van kennis van en inzicht in de krachtswerking worden ontworpen en gedimensioneerd, respectievelijk worden aangepast in geval van herontwerp; 18 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

19 8. bij het creëren van ruimtelijke concepten en constructies creatief kunnen omgaan met kennis en informatie uit andere, bij de ruimtelijke ordening betrokken disciplines. Het gaat meer bepaald om de informatie- en communicatietechnologie, wiskunde en natuurkunde, sommige deelgebieden van de civiele techniek en geowetenschappen, sommige deelgebieden van de humane wetenschappen (sociologie, psychologie, etcetera); 9. bij de presentatie van het ontwerp en de onderzoeksresultaten diverse media toepassen, het ontwerp zowel grafisch, mondeling als schriftelijk presenteren, argumenteren en verantwoorden en op een wetenschappelijk verantwoorde manier bevindingen rapporteren en presenteren, afgestemd op een gegeven forumconceptuele denkkracht. c. Academische attitude en vaardigheden De afgestudeerde Bachelors zijn in staat zich op het gebied van het object van de studie een kritisch en gefundeerd oordeel te vormen, mede gebaseerd op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Ook zijn zij instaat tot reflectie op eigen verantwoordelijkheid. De typerende attitude van een Bachelor bouwkunde en derhalve de eigenheid van de opleiding bouwkunde ligt in de ontwerpmatige benadering van de fysieke omgeving: dat wil zeggen geschoold in breed denken, met open geest, met kennis van de intellectuele en maatschappelijke context, met de blik van een creatief en constructief denker. Eindtermen en kwalificaties Master De Masteropleiding bouwt wat betreft kennis en vaardigheden voort op de Bacheloropleiding. Onderstaande eindtermen zijn van toepassing afhankelijk van de keuze voor één of meerdere specialismen in de Masteropleiding. Opleidingen kunnen naar de aard van het object van studie dat centraal staat en naar de aard van de invalshoek die zij gekozen hebben, keuzes maken en accenten leggen. Studenten die een Master hebben afgerond in een van de opleidingen die in het kader van de visitatie Bouwkunde worden beoordeeld, zullen over de volgende kennis en vaardigheden beschikken: a. Kennis De afgestudeerde Master heeft gedegen, specialistische kennis van en inzicht in een specialisme binnen de genoemde taakprofielen; en (afhankelijk van het specialisme) grondige kennis van en inzicht in de belangrijkste theorieën, de principes, de onderzoeksmethoden en -technieken. Het beoefenen van diverse bouwkundige disciplines wordt in de praktijk gekenmerkt door een noodzakelijke integratie. De bouwkundig ingenieur participeert, vanuit zijn specialisme, constructief in dat integratieproces. De afgestudeerde dient tijdens de opleiding inzicht te hebben verworven in dit integratieproces en in de verschillende disciplines die hierbij een rol spelen. b. Vaardigheden Een afgestudeerde Master beschikt over de negen vaardigheden die bij de Bachelor staan opgesomd maar dan meer ervaren op het gebied van zijn/haar specialisatie. Daarbovenop komt: vergevorderde vaardigheden in onderzoek (fundamenteel, innoverend of toegepast), ontwikkeling, advisering; creatief ontwerpend bijdragen tot de kwaliteit van de gebouwde omgeving; QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 19

20 kennis en inzicht toepassen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (multidisciplinaire) context; oordelen formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie; dialoog aangaan met alle disciplines die bij het object van studie betrokken zijn. c. Academische attitude en vaardigheden Een afgestudeerde Master geeft blijk van een gedegen onderzoekattitude. Hij/zij heeft het vermogen om onderzoeksvragen en hypothesen te formuleren en te toetsen, en het vermogen tot kritische reflectie op eigen handelen. De Master heeft geleerd te leren en levenslang bij te leren. Afstemming op het afnemend veld De opleidingen moeten kunnen aantonen dat zij ten minste de eindkwalificaties hebben afgestemd op de verwachtingen van het afnemend veld. De commissie is op de hoogte van het gegeven dat het afnemend veld zeer divers is, waardoor een wisselwerking tussen opleiding en afnemend veld nodig is. De complexiteit van het veld is vanzelfsprekend ook aan de faculteiten bouwkunde bekend. De commissie verwacht dat zij hierop inspelen door in de eerste plaats de inhoud van praktijkvakken af te stemmen op diverse functies in de praktijk. In de tweede plaats door het instellen van verschillende opleidingstrajecten in de opleiding tot Master of Science en hierop in de basisopleiding al in te spelen. In de derde plaats door in de opleiding ruimte te bieden voor deeltijddocenten, die zelf in het beroepenveld actief zijn. Afgestudeerden (van Bachelor en Master) beschikken over voldoende van de genoemde vaardigheden om beroepen of functies te kunnen vervullen, waarvoor een wetenschappelijke Bachelorof Masteropleiding op het gebied van opleidingen die in de visitatie Bouwkunde beoordeeld worden, vereist of dienstig is. Onder academische beroepen worden beroepen verstaan waarin duurzame kennisontwikkeling, -verwerving of -verwerking, onzekerheid (er wordt langdurig gewerkt aan iets waarvan niet alleen de uitkomst onbekend is, maar waarvan ook onzeker is of er wel iets uitkomt dat echt standhoudt) en verantwoordelijkheid samengaan. Architect-ontwerper Wat de beroepssituaties als architect-ontwerper betreft voldoet de opleiding in zijn geheel (dit wil zeggen de Bachelor- plus de Masteropleiding) aan de Europese regelgeving inzake wederzijdse erkenning van diploma s architectuur in de 25 lidstaten. De nieuwe Qualifications Directive (2005/36/EC) stelt de volgende eisen aan architectuuropleidingen: een studieduur van minstens vier jaar voltijds, te besteden aan het verwerven van de volgende elf vaardigheden. In bijlage C is een opsomming van de elf vaardigheden opgenomen. Onderwijskundige uitgangspunten Onderwijskundige uitgangspunten waarvoor de opleiding en instelling verantwoordelijk zijn staan in het NVAO Kader beschreven. Zo moet een Bacheloropleiding voldoende breed zijn om een goed beeld te geven van de verschillende bouwkundige disciplines en het Masterprogramma gericht zijn op verdieping en specialisatie (facet 2); moeten studenten worden geconfronteerd met een variëteit aan werkvormen (facet 10); en draagt de opleiding zorg voor een zodanige inrichting van het onderwijs, de inhoud, werkwijze en beoordelingsvormen dat belemmeringen vermeden worden en aan eisen van studeerbaarheid wordt voldaan (facet 7). De commissie zal de opleidingen langs dat kader leggen en hier geen eigen opsomming van belangrijke onderwijskundige uitgangspunten opnemen. 20 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

21 5. Algemene bevindingen In deze paragraaf heeft de commissie een aantal bevindingen opgenomen waaraan zij graag apart aandacht wil besteden. Deze bevindingen komen voort uit de vergelijking tussen de twee faculteiten en de verschillende opleidingen die zij aanbieden. Twee profielen De commissie wil beginnen met de constatering dat de faculteiten verschillend zijn. Dat lijkt een open deur maar is voor de commissie van belang, omdat het bijvoorbeeld de relatie tot bepaalde beroepsgroepen bepaalt. De beide faculteiten kennen historisch gegroeide profielen. Deze profielen en het onderzoek dat gedaan wordt in de faculteiten bepalen de Masterafstudeerrichtingen. Delft biedt aan Architecture, Urbanism, Building Technology en Real Estate & Housing. De laatste variant vindt de commissie overigens een wat ongewone combinatie en/of naamgeving. Eindhoven kent negen afstudeerrichtingen duidelijk geënt op de aanwezige onderzoekscompetenties: Architecture, Building Technology, Construction Management and Engineering, Construction Technology, Design and Decision Support Systems, Physics of the Built Environment, Real Estate Management and Development, Structural Design, Urban Design and Planning en natuurlijk Building Services. Studieduur Beide faculteiten hebben een over-enthousiast studentenpubliek dat misschien wat beter tegen zichzelf beschermd moet worden; zo constateerde de commissie tijdens de bezoeken dat studenten Bouwkunde relatief lang over hun studie doen, terwijl de programma s op papier goed studeerbaar zijn. De faculteiten, studenten en alumni voerden verschillende redenen aan, zoals de passie voor ontwerpen die resulteert in een (te) grote tijdsbesteding aan ontwerpprojecten en de wens zich te ontwikkelen buiten de studie door een extra stage of bestuurswerk. De studenten vinden de studieduur zelf geen groot issue. De commissie acht de attitude van studenten op dit punt zorgelijk. Bijvoorbeeld de vrijblijvende attitude ten opzichte van het afronding van de propedeuse. De commissie beseft wel dat dit grotendeels te wijten is aan een beslissing van de leden van de Tweede Kamer, die de limiet van twee jaar voor de propedeuse hebben laten vallen. Ze wil het belang van goede doorstroom vanuit onderwijskundig oogpunt onderstrepen. De bouwkundeprogramma s zijn volgtijdelijk en in samenhang opgezet: kennis uit bepaalde modules moet worden toegepast in bijvoorbeeld een daaropvolgend practicum. De commissie concludeert dat haar zorg gedeeld wordt door het management van de opleidingen en de Colleges van Bestuur. Zij hebben de afgelopen jaren maatregelen getroffen met als doel de studieduur te verkorten. Delft kent bijvoorbeeld de zogenaamde Xmin2-regeling. In beide faculteiten is een niet-bindend studieadvies in de propedeuse ingevoerd en wordt er gesproken over (de voor- en nadelen van) het invoeren van een zogenaamde harde knip tussen Bachelor en Master. Bij dat laatste tekent de commissie aan dat een dergelijke maatregel pas ingevoerd kan worden nadat alle struikelblokken voor een soepele doorstroom van Bachelornaar Masteropleiding opgelost zijn. De commissie is er wel in meerderheid voorstander van, net als van een bindend studieadvies. Beroepspraktijk en stage Het accreditatiekader stelt de eis dat aspecten van de opleiding moeten aansluiten bij eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld. Die eisen zijn door de commissie nader uitgewerkt in haar domeinspecifieke referentiekader. Voor dat kader heeft de commissie onder meer het advies over de Wet op de architectentitel en het architectuuronderwijs als QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 21

22 brondocument gebruikt. Ze heeft de daarin gemaakte opmerkingen over praktische voorbereiding op het beroep verwerkt. De eisen die de Europese richtlijn aan architecten stelt, komen ook terug in het domeinspecifieke referentiekader. De commissie heeft vervolgens in de beoordelingsrapporten alle vormen van praktische voorbereiding op het beroep in de opleidingen betrokken, onder andere in stages, ateliers, multidisciplinaire projecten, ontwerpopdrachten, praktijkdocenten et cetera. Opvallend was dat vrijwel alle studenten en alumni een stage als nuttig of noodzakelijk onderdeel van de studie noemden. De faculteiten komen hen hierin tegemoet door de stage als facultatief curriculumonderdeel aan te bieden, bijvoorbeeld in de keuzeruimte. De commissie waardeert het feit dat de Bacheloropleiding Installatietechnologie ruimte in het vast programma heeft kunnen vrijmaken voor de stage. Daarbij moet aangetekend worden dat het aantal studenten dat Installatietechnologie kent niet vergelijkbaar is met de Bouwkundeopleidingen en daarmee de logistieke opgave om stage te verzorgen of het helpen vinden ook niet vergelijkbaar is. Hoewel de commissie de Bouwkundeopleidingen aanraadt de mogelijkheid voor een kleine stage (3-6 ECTS credits) in het Bachelor- of Masterprogramma te overwegen, spreekt zij ook haar begrip uit voor de keuze het niet verplicht te stellen. De commissie vindt namelijk een stage tijdens de studie nuttig maar niet noodzakelijk, zolang er in het curriculum voldoende aandacht besteedt wordt aan ontwerp-, onderzoeks- en andere beroepsvaardigheden. Dat is in de Bouwkundeopleidingen van zowel Delft als Eindhoven positief beoordeeld. De commissie heeft zich beperkt tot het beoordelen van kwalificaties, die binnen de opleiding worden gerealiseerd, en de huidige eisen, die aan de opleiding worden gesteld. Het verwerven van nadere praktische kwalificaties buiten de opleiding, bijvoorbeeld in een stage die volgt op de opleiding, of mogelijke aanpassingen in de eisen, die alleen worden gesteld aan architecten die voor het architectenregister registreren, vallen buiten haar taakstelling. Wetenschappelijkheid De commissie constateert dat beide faculteiten werk hebben gemaakt van het verwetenschappelijken van het personeelsbestand. Zij geven in het personeelsbeleid tegenwoordig veel meer aandacht aan de wetenschappelijke ervaring van nieuw aan te stellen personeel en nemen voor hoger wetenschappelijk personeel in principe alleen nog gepromoveerde mensen aan. De commissie verwacht dat dit beleid op den duur in het personeelbestand weerspiegeld zal worden. Tegelijkertijd wil zij onderstrepen dat de input van praktijkmensen van groot belang is in een bouwkundeopleiding en niet verwaarloosd mag worden. De commissie vindt het goed dat de twee faculteiten inspanning verrichten voor de integratie van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek in de architectuur en bouwkunde. In de eerste plaats leidt het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek tot verdieping en uitbreiding van kennis op deelgebieden, zoals op dat van materiaalkunde, mechanica van kunststoffen en andere. Daarnaast wordt het ontwerp beïnvloed door de resultaten van effectstudies van bestaande gebouwen op hun functionaliteit voor huisvesting, kantoorruimte, opslag en industrie. Vervolgens worden de resultaten van studies naar het meest gunstige energiegebruik, klimaatbeheersing en milieuvriendelijkheid in het ontwerpen toegepast. Ten slotte worden de resultaten van humaan- en sociaal-wetenschappelijk onderzoek, met name de geschiedenis en de architectuurtheorie, de sociologie en psychologie, steeds belangrijker in het ontwerp van de gebouwde omgeving. Dit is onder meer het geval bij sterke urbanisatie in het ontwerp van de compacte stad en ook in geval van het ontwerpen van nieuwbouw, die het gevoel van veiligheid bevordert. Het spreekt voor zich dat de integratie van fundamenteel en toegepast wetenschappelijke kennis in het ontwerp stapsgewijs in het ontwerptraject van de Bachelorstudie plaatsvindt. 22 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

23 De commissie wil deze ontwikkeling bij beide faculteiten ondersteunen en de verdere ontwikkeling ervan aanmoedigen. Zij hoopt dat de volgende visitatiecommissie specifiek aandacht aan de resultaten van dit proces zal besteden. Ontwerpen Beide faculteiten voeren het ontwerpen hoog in het vaandel. TU Delft kwalificeert dit kernstuk van de opleiding als ontwerpend onderzoek, TU Eindhoven gebruikt de metafoor van schering en inslag, verwijzend naar de verwevenheid van het cursorisch onderwijs en het projectonderwijs. Toch verschillen de beide faculteiten op dit punt: TU Delft heeft een grotere en langere traditie in het ontwerpen, gericht op de architectuur; TU Eindhoven heeft daarentegen vanaf de oprichting van de Bouwkunde faculteit een nadrukkelijke integratie uitgewerkt van architectuur en bouwtechniek van het ontwerpen. Installatietechnologie De commissie constateert naar aanleiding van haar visitatie van de opleidingen Installatietechnologie en Building Services dat deze twee opereren in een veld waar enerzijds veel vraag naar is vanuit de werkgevers en anderzijds het aanbod uniek is in Europa. Het is een facet waarmee de faculteit zich kan profileren in de internationale onderwijsmarkt. De commissie betreurt het opheffen van de Bacheloropleiding en verzoekt de faculteit Bouwkunde in Eindhoven nadrukkelijk aandacht te houden voor het behoud van de kennis op dit gebied in de faculteit en van de instroom in de Masteropleiding. Meer aandacht aan deze richting in de Bacheloropleiding Bouwkunde dan alleen de minor is aan te bevelen. Internationalisering Beide faculteiten zijn bezig met internationalisering. De onderzoekssamenwerking op internationaal niveau is volgens de onderzoekscommissie van 2004 in orde. In de voorliggende visitatie is vooral aandacht geweest voor de internationalisering van het onderwijs. Enerzijds worden er buitenlandse studenten binnengehaald, anderzijds wordt er in de opleidingen naar buiten gekeken. De commissie constateert dat de TU Delft een van oorsprong sterkere orientatie heeft op het buitenland dan de TU Eindhoven. Dat is zichtbaar in bijvoorbeeld het programma waarin de Delftste studenten kennismaken met architectuur in andere culturen en klimaten en in de talrijke reeksen lezingen van buitenlandse gasten met wereldfaam in het kader van de Delft School of Design. De facilitering van studenten op dit punt is ruimschoots op orde. De faculteit Bouwkunde in Eindhoven heeft een grote inhaalslag gemaakt: zij faciliteert uitgaande en instromende studenten, neemt deel aan Socrates uitwisselingsprogramma s en projecten gericht op curriculumontwikkeling (joint Masterprogramma s) en werkt aan een internationale Topmasteropleiding. De commissie wil de faculteiten aanmoedigen door te gaan in de lijn naar meer internationalisering, ook voor docenten. Zij beveelt aan nauwgezet toe te kijken op de kwaliteit van de ontvangende partnerinstellingen en selectief te zijn in die keuze. Invoering Bachelor-Masterstelsel De commissie concludeert na bestuderen van de Bachelor- en Masterprogramma s dat de faculteiten de overgang naar het nieuwe stelsel hebben aangegrepen om de oude programma s zorgvuldig te evalueren en betere, goed gebalanceerde programma s terug te zetten. Ze waardeert dit ten zeerste. In Eindhoven is ervoor gekozen studenten van de generaties 1995 tot en met 1999 in de ongedeelde opleiding te laten en de studenten van de generaties 2000 en 2001 over te schrijven naar de Bachelor-Masterstructuur, terwijl Delft ervoor koos alle studenten in één keer over te laten stappen, zodat er geen programma s naast elkaar bestonden. De commis- QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 23

24 sie heeft in beide gevallen geen klachten van studenten vernomen over de overgang naar het nieuwe systeem. HBO/HTO-instroom De faculteiten hebben beide te maken met HBO- instroom (in rapporten TU Delft HTO). De instroom is getalsmatig van belang, zeker in een opleiding als Building Services, met name de duale variant. De opleidingen verzorgen schakelprogramma s om de HBO-instromers snel op het gewenste niveau te brengen. De commissie waardeert de inzet en het succes van de faculteiten, maar vraagt wel voor blijvende aandacht voor deze schakelprogramma s en de nauwgezette opvolging van het bereikte wetenschappelijk niveau van de MSc-instromers tijdens hun verdere studie aan de TU. 24 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

25 DEEL II: OPLEIDINGSDEEL QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 25

26 26 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

27 1. Bachelor of Science Bouwkunde, Technische Universiteit Delft Administratieve gegevens Naam opleiding: Bouwkunde CROHO-nummer: Niveau: Bachelor Oriëntatie: Wetenschappelijk Studielast: 180 ECTS credits Graad: Bachelor of Science Variant(en): Voltijd Locatie(s): Delft Einddatum accreditatie: 31 December 2007 Het beoordelingskader De faculteit omschrijft haar domein als primair gericht het ontwerpen, construeren en sturen op alle schaalniveaus, in alle fasen van de levensduurcyclus van gebouwen en de gebouwde omgeving, binnen de context van de natuurlijke, ongebouwde omgeving. Dit vindt zijn neerslag in de vier hoofdpijlers van de faculteit, de afdelingen Architecture, Urbanism, Building Technology en Real Estate & Housing. Dit zijn ook de vier kernthema s van het onderwijsprogramma, de onderzoeksportfolio en het PhD-programma. De Bacheloropleiding bestaat sinds september Op dat moment zijn alle studenten uit de ongedeelde opleiding in één keer overgestapt. De faculteit heeft de aandachtspunten, die uit de Evaluatie Bestuurlijke Hantering (zie facet 18) van 2003 en haar eigen interne onderwijsevaluatie naar voren kwamen, verwerkt in een verbeterprogramma, waarbinnen negen onderling gerelateerde deelprojecten worden onderscheiden: het Onderwijsveranderplan De projecten zijn in maart 2005 van start gegaan: 1. verbetering logistieke kwaliteit; 2. reguliere robuustheid MSc-afstuderen; 3. versterking wetenschappelijke oriëntatie BSc- en MSc-opleiding; 4. versterking samenhang BSc-opleiding; 5. verrijking door samenwerking tussen de MSc-tracks; 6. toetsing van het onderwijs; 7. kwaliteitszorg: levend systeem; 8. professionalisering docenten; en 9. internationalisering. De tekst en commissieoordelen voor de onderwerpen 3 en 5 (Personeel en Kwaliteitszorg) en de facetten 15 en 21 zijn gelijk voor zowel de Bacheloropleiding Bouwkunde als de Masteropleiding Architecture, Urbanism and Building Sciences. Onderwerp 1: Doelstellingen opleiding F1: Domeinspecifieke eisen Bachelor en Master De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 27

28 Het doel van de opleiding luidt als volgt: De Bachelor Bouwkunde wordt breed en fundamenteel opgeleid en leert daarbij ontwerpvraagstukken vanuit een persoonlijke ontwerphouding op praktische, zelfstandige en wetenschappelijke manier aan te pakken. Dat sluit aan bij het domeinspecifieke referentiekader van de commissie, waaruit naar voren komt dat bouwkunde in hoofdzaak een praktische of toegepaste wetenschap is met een multidisciplinair fundament, waarvan de inhoud in de opleiding waar nodig op het gevraagde niveau aan de orde komt. Het bouwkundig domein kent complexe, variabele en contextgevoelige onderzoeksgebieden met een beperkte mate van generaliseerbaarheid: context en object zijn meestal variabel. De faculteit vult dat in met het begrip ontwerpend onderzoek : bij een bouwopgave zijn context en object variabel. De Bacheloropleiding Bouwkunde kent generieke en domeinspecifieke eindkwalificaties. De generieke eindtermen van de BSc-opleiding Bouwkunde zijn dezelfde als de academische criteria, die de drie Technische Universiteiten hebben vastgesteld (2005). Zij zijn onderverdeeld in zeven onderwerpen: kundig in één of meer wetenschappelijke disciplines; bekwaam in onderzoeken; bekwaam in ontwerpen; wetenschappelijke benadering; intellectuele basisvaardigheden; bekwaam in samenwerken en communiceren; houdt rekening met de temporele en maatschappelijke context. De domeinspecifieke eindtermen zijn door de faculteit opnieuw geformuleerd bij de invoering van het nieuwe curriculum en de start van de BSc-opleiding Bouwkunde in 2002 (voor de eindkwalificaties zie de bijlage). Deze domeinspecifieke en generieke eindtermen vertonen overeenkomst met de nationale en internationale state of the art in de wetenschapsbeoefening zoals beschreven in het domeinspecifiek referentiekader. De criteria voor Academische Bachelor- en Mastercurricula geven weer wat binnen de Nederlandse technische instellingen wordt bedoeld met academische vorming. Bij het opstellen van de domeinspecifieke eindtermen is rekening gehouden met de eisen vanuit de Nederlandse arbeidsmarkt: in 2001 heeft de faculteit een onderzoek laten uitvoeren naar de vraag naar bouwkundige ingenieurs vanuit de beroepspraktijk. Hiermee heeft zij inzicht gekregen in de huidige en toekomstige vraag naar bouwkundige ingenieurs en in de competenties waarover een afgestudeerde moet beschikken. De uitkomsten van dit onderzoek zijn meegenomen in het vaststellen van de eindtermen. De commissie constateert dat de domeinspecifieke eisen één op één overeenkomen met de elf kwalificaties (kennis, vaardigheden en attitudes) van de Europese Architect s Directive (85/384/CEE) en hernomen werden in de Qualifications Directive (2005/36/EC). Daarbij komt dat de faculteit in het kader van de IDEA-league waarin de ETH Zürich en de RWTH Aachen naast de faculteit Bouwkunde TU Delft participeren afspraken heeft gemaakt over doorstroommogelijkheden van BScnaar MSc-opleidingen. Deze IDEA-league partners erkennen elkaars BSc-diploma voor rechtstreekse toegang tot hun MSc-opleidingen. De faculteit is lid van drie nationale onderzoeksscholen: the Netherlands Graduate School of Housing and Urban Studies (NETHUR), the Netherlands School for Advanced Studies in Construction (BOUW) en the Research School for Transport, Infrastructure and Logistics (TRAIL). Ontwerpend onderzoek is opgenomen in de Delft School of Design (DSD). Oordeel commissie: goed De commissie concludeert dat de eindkwalificaties van de Bacheloropleiding goede aansluiting vinden bij de eisen uit het wetenschappelijke veld, het internationale domein en de beroepspraktijk. Ze voldoen tevens aan de Europese regelgeving inzake wederzijdse erkenning van diploma s architectuur. 28 QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde

29 F2: Niveau: Bachelor en Master De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor of een Master. De commissie heeft de eindtermen vergeleken met de Dublin-descriptoren voor een Bachelor. De generieke eindtermen bestrijken alle vijf de descriptoren; de domeinspecifieke eindtermen bestrijken de eerste vier Dublin-descriptoren. De generieke eindtermen tonen duidelijk overeenkomst met de vijf Dublin-descriptoren, bijvoorbeeld: Begrijpt de kennisbasis van de relevante vakgebieden (theorieën, methoden, technieken) en Bezit kennis van en enige vaardigheid in de wijze waarop waarheidsvinding, theorievorming en modelvorming plaatsvinden in de relevante vakgebieden (Kennis en inzicht, Dublin-descriptor 1). Kan bestaande kennis integreren in een ontwerp en Bezit de kennis en de vaardigheid voor het gebruiken, rechtvaardigen en op waarde schatten van modellen voor onderzoek en ontwerpen (model breed opgevat: van wiskundig model tot maquette). Kan modellen voor eigen gebruik aanpassen (Toepassen van kennis en inzicht, Dublin-descriptor 2). Kan logisch redeneren in het vakgebied en daarbuiten, zowel waarom als wat hoe redeneringen en Kan kritisch reflecteren (met ondersteuning) op eigen denken, beslissen en handelen en dit daarmee bijsturen (Oordeelsvorming, Dublin-descriptor 3). Kan mondeling communiceren over de resultaten van leren, denken en beslissingen, met vakgenoten en niet-vakgenoten en Is in staat de maatschappelijke consequenties (economisch, sociaal, cultureel) van nieuwe ontwikkelingen in relevante vakgebieden te analyseren en te bespreken met vakgenoten en niet-vakgenoten (Communicatie, Dublindescriptor 4). Is zich bewust van de veranderlijkheid van het onderzoeksproces door externe omstandigheden of voortschrijdend inzicht (Leervaardigheden, Dublin-descriptor 5). De domeinspecifieke eindtermen vertonen duidelijke overeenkomst met de eerste vier Dublindescriptoren, bijvoorbeeld: De ontwikkelingslijnen aangeven in de westerse (bouwkunst) architectuur, stedenbouwkunde, bouwtechniek, bouwmanagement en volkshuisvesting; en relateren aan theorieën en precedenten, alsmede aan de culturele en maatschappelijke context (Kennis en inzicht, Dublin-descriptor 1). De rol aangeven van relevante processen, procedures en organisaties bij de totstandkoming van de gebouwde omgeving (Toepassen van kennis en inzicht, Dublin-descriptor 2). Het ontwerp afstemmen op gebruikers(eisen), rekening houdende met maatschappelijke en juridische normen voor vorm, constructie, kosten en duurzaamheid (Oordeelsvorming, Dublin-descriptor 3). Bij de presentatie van het ontwerp en van onderzoeksresultaten diverse media toepassen, het ontwerp zowel mondeling als schriftelijk beargumenteren en verantwoorden en op een wetenschappelijk verantwoorde manier bevindingen rapporteren en presenteren, afgestemd op een gegeven forum (Communicatie, Dublin-descriptor 4). QANU / Onderwijsvisitatie Bouwkunde 29

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden April 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Bouwkunde. Faculteit Bouwkunde Technische Universiteit Eindhoven

Bouwkunde. Faculteit Bouwkunde Technische Universiteit Eindhoven Bouwkunde Faculteit Bouwkunde Technische Universiteit Eindhoven Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: 030 230 3100

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: 10 SPECIFIEKE FACULTAIRE BEPALINGEN Faculteit: Faculteit A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: Artikel 32 Inschrijving voor cursussen 3A De student

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor se a ccreditati eorganísati e Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen datum 23 januari 201 3 onderwerp Defìnitief

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Versie 1.0.3, 1 mei 2012 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands

Nadere informatie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen Kunstbeleid en

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010 Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een toets nieuwe opleiding leidend

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017 Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience Leiden, 17 januari 2017 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Italiaanse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN Inhoud Eindkwalificaties... 2 Afstudeerrichtingen... 3 Structuur van de opleiding... 3 Beroepsperspectief... 3 Excellentietraject... 4 Toelating en inschrijving...

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifieke deel: Bacheloropleiding: Kunstgeschiedenis Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal Vakbeschrijvingen derde jaar EBM: In het derde jaar volg je enkele verdiepende vakken, schrijf je de bachelorscriptie en heb je een vrije keuzeruimte. Je kunt deze ruimte invullen met keuzevakken (o.a.

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie Voor de Onderwijs- en examenregeling van de Master Gezondheidszorgpsychologie wordt verwezen naar de Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

November 2006. Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam

November 2006. Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam November 2006 Taalwetenschappen Faculteit der Letteren Vrije Universiteit Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker. College van bestuur Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van de aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Master in International

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifieke deel: Bacheloropleiding: Kunstgeschiedenis Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Oktober 2007. Milieuwetenschappen

Oktober 2007. Milieuwetenschappen Oktober 2007 Milieuwetenschappen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030 230 3129 E-mail: info@qanu.nl

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel bij de OER 2016-2017 Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

creating tomorrow Bouwkunde hva techniek

creating tomorrow Bouwkunde hva techniek creating tomorrow 2013 2014 Bouwkunde hva techniek HVA TECHNIEK bouwkunde 2013-2014 Bouwkunde: studeren in dé bouwplaats van Nederland Bouwkunde studeren in Amsterdam biedt veel uitdagingen. Want als er

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling September 2015 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2014-2015

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2014-2015 10 FACULTAIRE OER: FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirecteur op 27 januari 2014 Instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op..2014 A. Nadere facultaire invulling

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016 10 FACULTAIRE OER: FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirecteur op 2 maart 2015 Met nstemming van de facultaire medezeggenschapsraad A. Nadere facultaire invulling van

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirectie op 14 maart 2016. Instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 4 juli 2016. Deze versie treedt in werking op 1

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Onderwijsvisitatie Economie Erasmus Universiteit Rotterdam

Onderwijsvisitatie Economie Erasmus Universiteit Rotterdam Onderwijsvisitatie Economie Erasmus Universiteit Rotterdam QANU, december 2009 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Eindtermen. voor de. Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen. Faculteit der Medische Wetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen

Eindtermen. voor de. Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen. Faculteit der Medische Wetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen Eindtermen voor de Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen Faculteit der Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen 1 Opbouw eindtermen BW Groningen De bewegingswetenschapper is op bachelor niveau

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Conferentie Onderwijsinspectie, Amersfoort, 20 mei 2015 Sietze Looijenga, QANU In deze workshop: Hoe wordt in visitaties aandacht besteed aan

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Griekse en Latijnse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam QANU september 2010 Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Taal en Cultuur 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 week 1-7 colleges week 8/9/10, 20 week 11-16, 19 colleges week 21/22, 30 Griekse grammatica en LQG010P05

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Vrije Universiteit Amsterdam

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Vrije Universiteit Amsterdam Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning. Ontwerp van accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Master of Science in de architectuur (master) van de Universiteit Antwerpen (na tijdelijke

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,nvao ~ n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Indian and Tibetan Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Duitse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Competentie-invullingsmatrix

Competentie-invullingsmatrix Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit datum 19 januari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde ons kenmerk NVAO/20050113/CT

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Managementwetenschappen. Radboud Universiteit Nijmegen

Politicologie Faculteit der Managementwetenschappen. Radboud Universiteit Nijmegen Politicologie Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma PARAGRAAF 1 - ALGEMENE

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit?

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit? Naam opleiding: Industrieel Ontwerpen Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Italiaanse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Radboud Universiteit Nijmegen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool ,nuao r nederlands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool datum 29 september 2017 onderwerp

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Talen en culturen van Latijns Amerika/ Spaans Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Juridische kennis en professionele vaardigheden

Juridische kennis en professionele vaardigheden Eindtermen Bachelor Rechtsgeleerdheid master rechtsgeleerdheid De bachelor heeft kennis van en inzicht in het geldende recht alsmede recht met elkaar verbonden zijn. De bachelor is in staat om vanuit het

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Islamitische Theologie Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; New Media and Digital Culture (voorheen Nieuwe media en digitale cultuur, see English EER) Artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Latijns Amerika/ Spaans Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie