Werkplan 2011 Vastgesteld door bestuur 25 maart

Transcriptie

1 Werkplan 2011 Vastgesteld door bestuur 25 maart

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding a. Korte Historie 3 b. Voorwerk voor het werkplan: veldconsultatie 4 c. Besluitvormingsprocedure 5 d. Uitgangspunten van de JGZ 5 e. Het profiel van de nieuwe JGZ 6 f. Het profiel van het NCJ Werkplan op hoofdlijnen a. Vanuit de pleitbezorgingsfunctie 13 b. Vanuit de innovatiefunctie 14 c. Vanuit de kennisfunctie 17 2

3 Hoofdstuk 1 Inleiding Dit werkplan is gebaseerd op het Beleidsprogramma van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid met de titel Verbinden vanuit Kennis 1 dat door het bestuur van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) is vastgesteld. Op grond van dit beleidsprogramma verkreeg het NCJ een instellingssubsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, vanzelfsprekend dus dat dit werkplan ook op de subsidiebeschikking is toegesneden. In de beschikking van het ministerie van VWS staat vermeld dat deze uitwerking eerst wordt besproken met het ministerie, alvorens ermee aan de slag te gaan. Op initiatief van het NCJ is een vijftal veldconsultaties gehouden, denksessies genoemd, die in november en december 2010 werden gehouden. De uitkomsten van deze denksessies heeft het NCJ gebruikt om haar werkplan in te vullen. A. Korte historie Het ministerie voor Jeugd en Gezin besloot in 2009 om het RIVM/ Centrum Jeugdgezondheid uit te plaatsen. Hoofdreden hiervoor was het Rijksbesluit uit 2008 tot vermindering van het aantal rijksambtenaren. ActiZ en GGD Nederland waren van mening dat de Jeugdgezondheid (JGZ) in Nederland door een innovatie- en kenniscentrum ondersteund moest worden en namen het initiatief een nieuw centrum op te richten: het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. De beroepsverenigingen uit de JGZ ondersteunden dit initiatief en het ministerie van VWS toonde zich bereid dit nieuwe Centrum financieren. ActiZ en GGD Nederland bereikten vervolgens eind september 2009 overeenstemming over de bestuurlijke vormgeving van het Centrum Jeugdgezondheid, in een nieuwe stichting: Stichting Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, kortweg het NCJ. Het NCJ werd 22 maart 2010 een feit. 1 Door het Bestuur van het NCJ geaccordeerd op 28 juni

4 De stichting heeft een onafhankelijk bestuur dat tot stand is gekomen op voordracht van Actiz, GGD Nederland en de beroepsverenigingen AJN, V&VN en NVDA. 2 Op 1 oktober 2010 startte het NCJ zijn werkzaamheden op een nieuwe locatie 3 onder leiding van een nieuwe directeur. 4 B. Voorwerk voor het werkplan: veldconsultatie Ten behoeve van het beleidsprogramma werden al vele functionarissen uit het veld, de wetenschap en het beleid geconsulteerd. Door dit wederom te doen bij het opstellen van dit werkplan, geeft het NCJ bij de aanvang van haar werkzaamheden aan de rol van verbinder in te willen nemen. Vele functionarissen uit het veld, het beleid en de wetenschap van jeugd en jeugdgezondheid werden (sommigen wederom) uitgenodigd om mee te denken in een vijftal bijeenkomsten in de november en december 2010, gefaciliteerd door De Argumentenfabriek. In de eerste twee bijeenkomsten van telkens drie uur met beide keren een andere bezetting werd antwoord gegeven op de kernvraag Wat zijn de trends en factoren op het gebied van de ontwikkeling van de jeugd die van belang zijn voor het NCJ? In de daarop volgende drie sessies, met telkens een andere bezetting, werd antwoord gegeven op de vraag Welke diensten zou het NCJ kunnen aanbieden, rekening houdend met de trends? De opbrengst van deze bijeenkomsten zijn vervat in twee overzichten (kaarten) waarin de antwoorden op deze vragen zijn weergegeven. Deze kaarten zijn bijlagen bij dit werkplan. 2 Bestuursleden: drs. M. A. T. Kavelaars, prof. dr. S. E. Buitendijk en drs. R.E. Axt 3 Churchilllaan 11 te Utrecht 4 Mr F.H.J Strijthagen 4

5 C. Besluitvormingsprocedure Onder verantwoordelijkheid van de directeur van het NCJ is dit werkplan opgesteld. Het bestuur heeft zich in januari en februari 2011 in eerste instantie uitgesproken over de aanzet van het werkprogramma, waarin de hoofdlijnen waren verwoord. Met het doel draagvlak te verkrijgen op de koers van het NCJ en om samenwerking te entameren, is het concept-werkplan in maart 2011 besproken met de directies van VWS, Publieke Zorg en Jeugdzorg, VNG, Actiz, GGD Nederland, ZonMw, NJI, RIVM (Volksgezondheid en Zorg), de Inspectie Gezondheidszorg en de voorzitters van de beroepsverenigingen uit de JGZ. Het bestuur heeft op 25 maart 2011 het werkplan vastgesteld en kennis genomen van de projectplannen van de respectieve thema s. Daarna is het werkplan aan het ministerie van VWS aangeboden. D. Uitgangspunten van de JGZ, gebaseerd op het Beleidsprogramma In haar Beleidsprogramma verwoordt het NCJ de uitgangpunten voor de rol en positie van de JGZ. Centraal staat de definitie van gezondheid van de World Health Organization, die door de jeugdgezondheid in Nederland wordt gevolgd: Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken. Deze definitie impliceert dat gezondheid niet alleen het domein van medici en verpleegkunde is. Integendeel, vele aspecten van onze samenleving dragen bij aan gezondheid of bedreigen die juist. Het gaat dus niet alleen om jeugdgezondheid maar om de publieke gezondheid van de jeugd in brede zin. Om de gezondheid van onze jeugd te beschermen en te bevorderen zal er: op metaniveau sprake moeten zijn van een effectief, onderling goed afgestemd beleid; 5

6 op meso- en microniveau sprake moeten zijn van een effectief en efficiënt, onderling goed afgestemd geheel van voorlichting, screening, vroegsignalering, gedragsbeïnvloeding, ondersteuning, hulp en zorg. De Centra voor Jeugd en Gezin bieden veel kans tot onderlinge afstemming en samenwerking. De Jeugdgezondheid kan daar een unieke bijdrage aan leveren, omdat: de JGZ ongevraagd toegang heeft tot alle kinderen in alle leeftijdsgroepen en lokaal is georganiseerd; de JGZ de ontwikkelingen van onze jeugd monitort; de JGZ zowel op collectief als op individueel niveau opereert; de JGZ zich kan richten op groepen en individuen die risico lopen in de ontwikkeling van hun gezondheid in de brede WHO-definitie. E. Het profiel van de nieuwe Jeugdgezondheid De JGZ heeft een unieke positie in Nederland die zich kenmerkt door het in beeld hebben van alle kinderen, zeker in de jonge leeftijdscategorie, en een laagdrempelige toegang. De screening en monitoring van alle kinderen én de ondersteuning van ouders in het veilig en gezond laten opgroeien en opvoeden van hun kinderen, zijn kerntaken van de JGZ. Dit vormt de basis voor de preventieve karakter van de JGZ en de gezondheidswinst die de JGZ al vele jaren bereikt en moet zien te behouden. De JGZ is tegelijkertijd volop in beweging. De laatste jaren hebben zich binnen de JGZ allerlei ontwikkelingen voorgedaan die van groot belang zijn voor het karakter en de werkwijze van de JGZ. In dit verband is de vorming van de Centra voor Jeugd en Gezin belangrijk. Daarnaast wordt er een grote mate van urgentie ervaren dat de JGZ noodzakelijke vernieuwingen doorvoert om aan te sluiten bij de veranderende vraag. Die vraagverandering komt voort uit nieuwe gezondheidsvraagstukken van de Nederlandse jeugd, zoals ongezonde leefstijl en psycho-sociale problematiek, vooral in de leeftijdscategorie van 12 jaar en ouder. Daarbij komt dat de gezinnen en jongeren waar deze gezondheidsvraagstukken het meest spelen, vaak niet worden bereikt door de JGZ. Dat doet een nieuw beroep op de JGZ. Hoewel de JGZ in veel opzichten in haar werk effectief is, sluiten de aanpak en werkwijze van de JGZ niet altijd aan op de veranderde vraag. 6

7 Het NCJ heeft de ambitie de vernieuwing in de JGZ, die nodig is om aan de veranderde vraag te voldoen, te stimuleren en te ondersteunen. Uiteraard spelen daarbij ook de politiek-maatschappelijke ontwikkelingen een rol, zoals de stelselherziening jeugdzorg en de bezuinigingen op de zorg. De JGZ werkt vanuit het opdrachtgeverschap van de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor het gemeentelijk jeugd(gezondheidsbeleid) in brede zin en is vanuit deze context opdrachtgever van de JGZ. Sinds lange tijd was de aandacht vooral gericht op de lichamelijke gezondheid met als meest aansprekende het fysiek gezond opgroeien van de baby. Een van oudsher medisch model met aandacht voor vaccinaties is in de loop der jaren ontwikkeld tot een aanpak met brede aandacht voor fysieke en psychosociale gezondheid en lichte opvoedingsondersteuning, gericht op het gezond en veilig opvoeden en opgroeien van kinderen. Een model waarmee de JGZ veel successen behaalt in het gezond houden van de Nederlandse jeugd en waaraan alle beroepsgroepen in de JGZ: jeugdartsen, verpleegkundigen en doktersassistenten een grote bijdrage hebben geleverd en leveren. Evenwel zijn nieuwe gezondheidsbedreigingen ontstaan. Meer en meer wordt aandacht gevraagd voor de psychosociale aspecten van opvoeden en opgroeien in een toenemend complexe maatschappij. De JGZ kan hiervoor antwoorden bieden omdat de JGZ vanuit sociale geneeskunde werkt. De artsen, verpleegkundigen en doktersassistenten werken vanuit het collectief: de jeugd als geheel. De focus ligt daarbij niet op ziekte, maar op de gezonde ontwikkeling van de jeugd. En juist daar is de sociale geneeskundige van meerwaarde. Zij kan het medische relateren aan het sociale en die kan verbanden leggen tussen de sociaalmaatschappelijke omgeving en de impact daarvan op de gezonde geestelijke en lichamelijk ontwikkeling van de jeugd. Een ontmoeting tussen de medische wereld en de sociaal-maatschappelijke die uitstekend in het Centrum voor Jeugd en Gezin inhoud en vorm kan krijgen. Er wordt dus niet alleen naar het kind als individu gekeken, maar er wordt steeds gezocht naar de verbinding tussen het kind en zijn omgeving, naar de maatschappelijke context en de mogelijkheden tot gezondheidsbevordering vanuit een collectieve benadering. Het uitgangspunt is en blijft dus de publieke gezondheidszorg voor de jeugd. Uit de veldconsultaties die het NCJ heeft uitgevoerd kwam een aantal kenmerken van de nieuwe JGZ naar voren: 7

8 Positie van ouders en kinderen De professionals van de JGZ zijn ervan doordrongen dat zij er zijn om ouders te versterken bij het gezond en veilig opvoeden en opgroeien van kinderen. Hulp en zorg zijn pas aan de orde als versterking niet meer toereikend is, op grond van het adagium één gezin, één plan. Op basis daarvan krijgt en heeft de ene ouder voldoende aan een screening van de gezondheid van het kind, terwijl de ander veel ondersteuning krijgt in de opvoeding. Ouders, kinderen en jongeren worden in hun context en sociale structuur benaderd. De JGZ waakt over een goede balans tussen de medische, psychologische en maatschappelijke invalshoeken. Van daaruit is ook veel aandacht voor het versterken van de regie van ouders en de eigen kracht van ouders, kinderen, jongeren en hun netwerken. Ouders, kinderen en jongeren worden standaard betrokken bij de samenstelling en vormgeving van de dienstverlening. Ingebed in het Centrum voor Jeugd en Gezin weet de JGZ stut en steun krachten rond ouders, kinderen en jongeren aan te spreken en te activeren. Indien noodzakelijk vanuit veiligheidsoverwegingen voor het kindhandelt de JGZ in het belang van het kind en niet van de ouder. Uitgangspunt zijn de Rechten van het Kind. Interactie met ouders, kinderen en jongeren Het contactmoment is niet meer het enige middel dat ingezet wordt om ieder kind in beeld te krijgen en te houden. Er is een variëteit aan contacten tussen JGZ met ouders en kinderen/jongeren ontstaan. Zowel naar aard (van gesprekken met de jeugdarts tot digitaal onderzoek), als naar moment (tijdstip van contact), als naar plaats/locatie. Pro-actief en outreachend werken is een belangrijk middel in het bereiken van ouders en kinderen/jongeren. De JGZ is 7 x 24 uur beschikbaar via digitale media en ook s avonds worden er onderzoekingen gedaan/gesprekken gevoerd. Nieuwe vormen van communicatie worden toegepast. De herziening van het basistakenpakket heeft ruimte gegeven om deze benadering mogelijk te maken. Maatwerk voor het gezin is daarbij leidraad. Ketensamenwerking Werkend binnen het verband van de Centra voor Jeugd en Gezin, werkt de JGZ samen met andere disciplines werkzaam voor de jeugd en zorg in brede zin, zoals de verloskundige, de kraamzorg, de thuiszorg, de 8

9 peuterspeelzalen, de kinderdagverblijven, het maatschappelijk werk, het welzijnswerk, het jongerenwerk, de huisarts, medisch-specialisten en het onderwijs. Zowel met het basis- als voortgezet onderwijs, is de samenwerking essentieel. Binnen het onderwijs kan een functionaris als de nurse-practitioner vanuit de JGZ een belangrijke rol vervullen. Essentiële informatie uit al die veldcontacten, wordt opgenomen in de digitale dossiers van de Jeugdgezondheid. Versterken en verbinden van vindplaatsen draagt bij aan de oordeelvorming over eventuele hulp-, zorgof dienstverlening en biedt kansen voor eenduidige samenwerking en het opzetten van een plan van aanpak rondom het gezin. Het samenwerken met partners in de jeugdketen heeft een belangrijke plaats ingenomen in het werk- en denkproces van de JGZ. Nadere verkenning Naast de beschreven kenmerken, kwamen uit de veldconsultaties ook enkele thema s naar voren die nadere verkenning verdienen. Het NCJ wil deze thema s gebruiken als aanknopingspunten voor de verdere invulling van de vernieuwing van de JGZ. Diversiteit Er is nadrukkelijke aandacht voor diversiteit binnen de Nederlandse samenleving zowel in sociaal-economisch opzicht als in cultureel opzicht. De JGZ heeft een breed palet aan instrumenten nodig om de groepen in de samenleving die dit betreft te bereiken en deze verschillen te overbruggen. Coördinatie van zorg binnen het CJG Met respect voor de eigen regie en verantwoordelijkheid van de ouders of jongere, is binnen het CJG coördinatie en regie nodig van de zorg-, hulpof dienstverlening. Vanuit deze coördinatie- en regierol zou beoordeeld moeten worden of, en zo ja welke specialisten uit de tweede lijn worden betrokken in de hulp en ondersteuning aan het gezin. Het zou wenselijk zijn na te gaan of en zo ja, op welke wijze en op grond van welke competenties, de jeugdarts een dergelijke coördinatie- en regierol zou kunnen invullen. Staat van de jeugdgezondheid Om tot een zorgvuldige oordeelsvorming over de ontwikkelingen van de jeugd te komen worden de gegevens uit de digitale dossiers van de JGZ, vanzelfsprekend geanonimiseerd, ingebracht in een Staat van de 9

10 Jeugdgezondheid dat door het NCJ wordt uitgebracht. Deze Staat en de gegevens worden gebruikt voor onderzoek en beleidsontwikkeling en worden gebruikt voor de ontwikkeling van de programma s van zorg- en dienstverlening door de JGZ. Paradigmashift De nieuwe JGZ levert een bijdrage aan de noodzakelijke paradigmashift in de totale keten van jeugdzorg. Niet langer is verdere specialisering (en professionalisering daarin) in de zorg- en hulpverlening het vigerende paradigma, maar het versterken van de kracht van ouders, jongeren en de hen omringende netwerken bij vraagstukken van opgroeien, opvoeden, ondersteunen, ontwikkelen en ontplooien van onze jeugd van 9 maanden tot 23 jaar. Om dat te bereiken is veel nodig met een zwaar accent op verandering van attitude, competenties en werkprocessen en op toepassing van nieuwe communicatietechnieken. 10

11 F. Het profiel van het NCJ Het NCJ functioneert als innovatie- en kenniscentrum voor de JGZ. Het NCJ ondersteunt met haar activiteiten de JGZ bij de uitvoering van haar taken en legt hierbij een verbinding met ontwikkelingen in wetenschap, beleid en uitvoeringspraktijk. Het NCJ brengt organisaties en functionarissen in de JGZ bij elkaar en verspreidt best practices. Het NCJ staat voor verbinden, vernieuwen en versterken. Bij het NCJ staat de vernieuwing van de JGZ centraal. Het NCJ wil deze vernieuwing stimuleren en verbinden. Daarnaast wil het NCJ het landelijk kenniscentrum voor de publieke gezondheidszorg voor de jeugd zijn, dat op basis van inhoudelijke kennis bepalend optreedt met betrekking tot veranderingen en snel en adequaat reageert op ontwikkelingen. Het is daarom de missie van het NCJ om de lichamelijke en geestelijke gezondheid en het maatschappelijk welzijn van kinderen in Nederland te bevorderen door het optimaliseren van de publieke gezondheidszorg voor de jeugd. Daarbij wordt niet alleen naar het kind als individu gekeken, maar wordt steeds gezocht naar de verbinding tussen het kind en zijn omgeving, naar de maatschappelijke context en de mogelijkheden tot gezondheidsbevordering vanuit een collectieve benadering. Het uitgangspunt is dus de publieke gezondheidszorg voor de jeugd. Het NCJ neemt een onafhankelijke positie in en gaat en staat daarmee voor de professionaliteit en inhoud van de JGZ. Het NCJ opereert in een netwerk van politiek, beleidsmakers, landelijke organisaties op het terrein van jeugd en jeugdgezondheid, beroepsverenigingen en lokale JGZorganisaties. Om haar rol goed te kunnen vervullen is het van belang dat het NCJ een solide communicatiebeleid ontwikkelt en uitvoert. Hiervoor wordt een Communicatieplan 2011 opgesteld. De doelstellingen die in dit plan worden verwoord hebben in de eerste plaats betrekking op de positionering van het NCJ als innovatief en verbindend instituut. Daarnaast wordt verwoord op welke manier communicatie een rol speelt bij de individuele projecten en wordt er een middelenplan en communicatiekalender 2011 opgesteld. Het NCJ positioneert zichzelf als een innovatie- en kenniscentrum dat van het JGZ-veld is en voor de JGZ werkt. Het NCJ zoekt interactie met het veld in de breedste zin van het woord; van management tot de werkvloer. Het NCJ is een organisatie die niet in een ivoren toren zit maar met de voeten in het veld staat. Daar hoort open communicatie bij. Het gaat om het 11

12 stimuleren en uitwisselen van (nieuwe) ideeën en het snel en adequaat inspelen op nieuwe ontwikkelingen en veranderingen. Het belang van voeling houden met de behoeftes van het veld wordt door de interactieve manier van communiceren onderstreept. Tegelijk is er differentiatie naar doelgroepen en worden heldere keuzes gemaakt. Belangrijke doelstelling daarbij is dat het NCJ wordt gezien als een autoriteit. Dit is een perceptie die moet groeien en worden gevoed. Een perceptie die in de eerste plaats gebaseerd is op inhoud. De inzet en de verwachting van het NCJ is dat autoriteit wordt verkregen door de rol die zij, via de in dit werkplan beschreven thema s, speelt in de pleitbezorging voor de JGZ, bij innovatie in de JGZ en aan de ontwikkeling van kennis. 12

13 Hoofdstuk 2 Werkplan op hoofdlijnen Het NCJ werkt vanuit drie functies: de pleitbezorgingsfunctie, de innovatiefunctie, en de kennisfunctie. 5 In het vertalen van haar beleidsprogramma naar dit werkplan heeft het NCJ in de voorgenomen thema s en activiteiten focus aangebracht op de vernieuwing van de JGZ en binnen haar budgettaire kaders keuzes gemaakt die de prioriteiten van de JGZ weerspiegelen. A. Vanuit de pleitbezorgingsfunctie Het NCJ zal onophoudelijk aandacht vragen voor de positie van de JGZ én ijveren voor een stevige positionering van de JGZ en daarin steeds de unieke meerwaarde van de JGZ voor het voetlicht brengen. Actieve deelname van het NCJ aan netwerken rond jeugd en jeugdgezondheid is daarbij essentieel. De pleitbezorging wordt zowel geadresseerd aan rijksen gemeentelijke overheid, als aan landelijke organisaties op het terrein van jeugd en jeugdgezondheid. De pleitbezorgingsfunctie zal invulling worden gegeven in nauwe afstemming met partnerorganisaties die actief zijn op het brede terrein van jeugd. De pleitbezorgersfunctie vloeit tevens voort uit de duidelijke positiekeuze in het beleidsprogramma: Op twee punten wil het NCJ zich duidelijk positioneren: a) als hét gezaghebbende landelijke innovatie en kenniscentrum van waaruit namens de Jeugdgezondheid wordt gesproken over inhoudelijke thema s die dringend om aandacht vragen; 5 In de kaarten, die het resultaat zijn van de denksessies, wordt gesproken over een zestal functies. Wij geven er echter de voorkeur aan deze terug te brengen tot drie. Vanuit overwegingen van overzichtelijkheid en aansluiting bij het beleidsprogramma en de subsidiebeschikking. Vrijwel alle elementen uit de kaart, hebben in dit werkplan een plek gekregen. 13

14 b) als de (kennis)autoriteit op het gebied van het basistakenpakket van de Jeugdgezondheid. Vanuit de denksessies komen aanbevelingen die vooral te maken hebben met deze functie (verwoord onder de opiniefunctie). In de gehonoreerde subsidieaanvraag is hiervoor 1450 uur gereserveerd onder de noemer Netwerken Jeugd. Onderwerpen in dit kader in 2011: Actief deelnemen in netwerken rond jeugd en jeugdgezondheid. De unieke meerwaarde van de JGZ kenbaar maken in het politieke en maatschappelijke debat. De politieke- en beleidsagenda zodanig beïnvloeden dat de jeugdgezondheid een optimale bijdrage aan de gezondheid van de jeugd kan leveren. Stelling nemen en de publieke opinie beïnvloeden over voor de Jeugdgezondheid relevante thema s. B. Vanuit de innovatiefunctie Onder innovatiefunctie wordt hier verstaan de bijdragen die het NCJ levert aan daadwerkelijke vernieuwingen in de sector JGZ en mogelijk daarmee ook in aanpalende sectoren. In het kader van de innovatiefunctie brengt het NCJ mensen bij elkaar en stimuleert het samenwerkingsverbanden op het gebied van innovatie, verspreidt best practices en ontwikkelt, indien nodig, zelf innovatie ten bate van de nieuwe JGZ. Het beleidsprogramma Vanuit Kennis Verbinden benadrukt het belang van innovatie, zowel bij de herinrichting van het primaire proces als bij de herpositionering van de publieke gezondheidszorg voor de jeugd als geheel in het perspectief van de vorming van Centra voor Jeugd & Gezin en de stelselherziening jeugdzorg. 14

15 Vanuit de denksessies worden aanbevelingen gedaan (verwoord onder de stimuleringsfunctie en de ontwikkelfunctie). In de gehonoreerde subsidieaanvraag is hiervoor 3775 uur voor gereserveerd onder de noemer Vanuit Kennis Verbinden Thema s in 2011: 1. Het centraal stellen van ouders en kinderen a. Te stimuleren dat ouders en jongeren worden beschouwd als partners bij de vormgeving van het primaire proces en als ervaringsdeskundigen worden benaderd. b. Te formuleren welke ondersteuning en hulp ouders en kinderen/jongeren van de JGZ kunnen verwachten. c. Te activeren dat de eigen kracht een leidend principe wordt bij het denken en handelen in de hulpverlening en ondersteuning van gezinnen en jongeren. Beschikbaar 1250 uur 2. Herpositionering van de publieke gezondheidszorg voor de jeugd als geheel in het perspectief van de vorming van Centra voor Jeugd & Gezin a. Bij elkaar brengen van betrokken partijen om gezamenlijk een innovatieve visie op publieke gezondheidszorg voor de jeugd te ontwikkelen (en de plaats van het CJG daarin) verder te ontwikkelen: waarom, waarheen, en waartoe. b. Ontwikkelen van een innovatief ontwerp voor het voor het Primaire Proces van het Centrum voor Jeugd en Gezin in samenwerking met ketenpartners. Daarbij meerdere scenario s te schetsen van het minimum en maximum aandeel van de JGZ in de Centra voor Jeugd & Gezin kan zijn. c. Ontwikkelen van concepten en procesaanpak 6 voor de vorming van goede lokale netwerken van onder meer onderwijs-, zorgen hulpverlenende instanties, vrijetijdsvoorzieningen en overheid. d. Ontwikkelen van een concept voor een sluitende keten met de 1 e en de 2 e lijn. 6 Onder procesaanpak wordt hier verstaan het hebben van aandacht voor de inrichting van het proces van samenwerking. Hoe benader je anderen, hoe komt je tot besluitvorming. Bij conceptontwikkeling gaat het om uit uitwerken hoe netwerken er uit kunnen zien. 15

16 e. Uitzetten van een project voor conceptontwikkeling en procesaanpak bij het mobiliseren van stut en steun krachten in de samenleving f. Ontwikkelen van een efficiënte kennisinfrastructuur voor de CJG s in samenwerking met betrokken partijen. Beschikbaar 925 uur 3. De inzet van nieuwe (sociale) media Kennis over (de toepassingsmogelijkheden van) sociale media verzamelen, ordenen en verspreiden (ten behoeve van beroepsgroepen in de JGZ alsook in het bereiken van ouders en jongeren). Beschikbaar 550 uur 4. Het verkleinen van de gezondheidsverschillen Te stimuleren dat materialen en methoden worden ontwikkeld en uitgewisseld die verschillen in gezondheid tussen groepen jeugd verkleinen. Beschikbaar 550 uur 5. Signaleren, inventariseren en analyseren wat de gevolgen zijn van de veranderingen in de JGZ voor het onderwijscurriculum van JGZprofessionals met speciale aandacht voor de groeiende interdisciplinaire samenwerking van professionals werkzaam voor de jeugd. Bijzondere aandacht voor de benodigde competenties die binnen de JGZ in het kader van de vernieuwing nodig zijn. Beschikbaar 450 uur 16

17 C. Vanuit de kennisfunctie Het beleidsprogramma Vanuit Kennis Verbinden benadrukt het belang van de kennisondersteuning voor de JGZ door het NCJ. Door op te treden als kennisschakelpunt verbindt het NCJ verschillende spelers in het JGZveld met elkaar. Het NCJ, in haar rol van kenniscentrum, fungeert als plek waar partijen elkaar vinden om kennis te halen en te delen. Vanuit de denksessies is het NCJ veel toegedicht in ondersteuning op het terrein van kennis (verwoord onder informatiefunctie, professionaliseringfunctie en ontwikkelfunctie). In de gehonoreerde subsidieaanvraag is hiervoor 6745 uur gereserveerd onder de noemers Communicatie ; Regie op richtlijnen ; Regie op effectiviteit ; Samenwerken kennisprogramma ; Informatisering JGZ ; Jeugd in Beeld ; Basistakenpakket, ontwikkelen aanbod JGZ 15/16 jarigen en Basistakenpakket/Vernieuwing Richtlijn contact momenten JGZ Thema s in 2011: 1. Onderhouden en verbeteren van de kennisinfrastructuur a. Het toegankelijk maken van kennis voor de professionals, managers en beleidsfunctionarissen b. Samenwerking in het kader van kennisprogramma Jeugd Beschikbaar 1825 uur 2. Het verbeteren van de kwaliteit a. Een heroriëntatie uitvoeren op de systematiek en implementatie en monitoring van de richtlijnontwikkeling, leidend tot een herontwerp van de systematiek. b. Het voeren van regie op de richtlijnontwikkeling, implementatie, borging en evaluatie. c. Een programma opzetten dat de actualiteit van richtlijnen systematisch monitort en evalueert. d. Een programma opzetten dat de functie van richtlijnen toesnijdt op het functioneren van de professionals in het CJG. e. Herziening van het basistakenpakket op grond van bestpractices en wetenschappelijke inzichten. f. Stimuleren van het ontwikkelen en gebruiken van effectieve interventies voor en door de JGZ. g. Het formuleren van een onderzoeksagenda JGZ. 17

18 h. Bij voortduring nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap betrekking hebbend op de gezonde ontwikkeling van de jeugd, monitoren, duiden, verspreiden en stimuleren tot toepassen. Beschikbaar 1770 uur 3. Informatisering van de Jeugdgezondheid a. Het NCJ voert regie in de informatisering van de Jeugdgezondheid. b. Beheren en verder ontwikkelen van Basisdataset en het elektronisch berichtenverkeer binnen de JGZ en tussen JGZ en ketenpartners. c. Opstellen van blauwdruk voor Jeugd in Beeld. Een informatiebank die de gegevens van de digitale dossiers geaggregeerd verzamelt en ontsluit voor beleidsmakers. 4. Uitvoeringsopties aanbod JGZ 15/16 jarigen Beschikbaar 2450 uur Nagegaan wordt op welke manier een extra contactmoment voor adolescenten of een andere manier om adolescenten goed te kunnen bereiken en begeleiden het beste vorm gegeven kan worden en wat de meerwaarde (gezondheidswinst) daarvan kan zijn. Hiervoor worden best practices beschreven en gezocht naar wetenschappelijke onderbouwing voor de diverse uitvoeringsopties. Tevens wordt nagegaan aan welke ondersteuning professionals behoefte hebben om de begeleiding van 15/16 jarigen te versterken en hoe hiervoor binnen het Basistakenpakket meer ruimte gecreëerd wordt. 5.Herziening van de Richtlijn contact momenten JGZ 0-19 Beschikbaar 300 Inzet is de flexibiliteit en variëteit in contactmomenten. Uitkomst hiervan kan zijn dat de Richtlijn Contactmomenten aangepast zal moeten worden. Hierbij speelt de visie van professionals en managers in de JGZ een rol. Het proces zal zodanig worden ingericht dat dit leidt tot het verkrijgen van draagvlak bij de diverse partijen. Deze activiteit houdt verband met het ZonMw programma Vernieuwing uitvoeringspraktijk JGZ. Beschikbaar