Voor het lezen van de niet-technische samenvatting zijn volgende kaarten, uit de aparte kaarten-, figuren- en bijlagenbundel bij het MER, relevant:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voor het lezen van de niet-technische samenvatting zijn volgende kaarten, uit de aparte kaarten-, figuren- en bijlagenbundel bij het MER, relevant:"

Transcriptie

1 1 NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Voorliggend hoofdstuk betreft de niet-technische samenvatting bij het project-mer voor de inrichting van het gecontroleerd overstromingsgebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde (GOG. Hierin wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste ingrepen in het kader van het project en de effecten hiervan op het milieu. Dit gebeurt in niet-technische bewoordingen zodat ook een lekenpubliek op beschouwelijke wijze inzicht krijgt in de voorgenomen activiteit, de milieugevolgen door aanleg/exploitatie van het gecontroleerd overstromingsgebied, de milderende maatregelen en de gevolgen van leemten in de kennis. Ondanks het opzet om in de niet-technische samenvatting eenvoudige bewoordingen te gebruiken, kunnen hier en daar onduidelijke termen ingeslopen zijn. Deze kunnen steeds worden opgezocht in de verklarende woordenlijst (zie 2). Voor het lezen van de niet-technische samenvatting zijn volgende kaarten, uit de aparte kaarten-, figuren- en bijlagenbundel bij het MER, relevant: kaart 1 situering van het projectgebied op topografische kaart kaart 5 referentietoestand water kaart 7 referentiesituatie monumenten & landschappen kaart 13: maatregelen in het abiotisch beheer in de getijonafhankelijke gebiedsdelen BGOG en RGOG kaart 19 mate van verdichtingsgevoeligheid in het projectgebied kaart 20: mate van gevoeligheid voor profielvernietiging van het projectgebied kaart 23 grondwaterkwetsbaarheidskaart ter hoogte van het studiegebied kaart 28 biologische waarderingskaart van het studiegebied (versie 2.1) kaart 29: situering van de verschillende landschappelijke eenheden in het studiegebied Kaart 30: situering van de positieve en negatieve beelddragers kaart 31 referentiesituatie voor de discipline mens in het studiegebied van het project GOG KBR kaart 32 landgebruik in het projectgebied (omstreeks 2000) kaart 36: knelpuntenkaart discipline bodem aanleg werfwegen (voorbereidingsfase) kaart 37: knelpuntenkaart discipline bodem ontbossing (voorbereidingsfase) kaart 38: knelpuntenkaart discipline bodem ingrepen aan dijken, in- en uitwateringskunstwerken, afwatering Barbierbeek, kwel en cuesta kaart 39: knelpuntenkaart discipline bodem ingrepen aan kabels en leidingen, toegankelijkheid en onthaal kaart 40: knelpuntenkaart discipline bodem ingrepen i.f.v. recreatief en educatief medegebruik, natuur- en landschapsbouw kaart 43: knelpuntenkaart discipline bodem: alternatieven kaart 46: knelpuntenkaart discipline water kaart 47: effectenkaart discipline M&L cultuurhistorie: uitvoeringsfase kaart 48: effectenkaart discipline M&L cultuurhistorie: exploitatiefase kaart 49: vergelijking van de huidige versus toekomstige situatie inzake het voorkomen van kenmerkende structurerende landschapstypes binnen het projectgebied van het GOG KBR kaart 51: effectenkaart mens kaart 56: ruimtelijk lokaliseerbare milderende maatregelen bijlage 2: Integraal Plan voor de inrichting van het GOG KBR Figuur 8.0: globaal streefbeeld Figuur 8.1: dijken en in- en uitwateringskunstwerken Figuur 8.2: afwatering Barbierbeek, kwel en cuesta Figuur 8.3: kabels en leidingen Figuur 8.4: toegankelijkheid en onthaal Figuur 8.5: recreatie en educatief medegebruik Figuur 8.6: natuur- en landschapsbouw

2 1.1 Inleiding en verantwoording Voorliggend project behandelt de aanleg van een gecontroleerd overstromingsgebied langsheen de Zeeschelde (linkeroever) te Kruibeke-Bazel-Rupelmonde (zie kaart 1). Een gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) is in principe een onbewoond gebied, gelegen in het oorspronkelijke winterbed van de rivier, dat slechts overstroomt bij een vooraf bepaalde stormvloedhoogte. Het GOG Kruibeke-Bazel-Rupelmonde (verder genaamd GOG kadert in het Sigmaplan waarbinnen de bescherming van de bevolking centraal staat, maar waar ook maximaal rekening wordt gehouden met de andere functies van de rivier, in dit specifieke geval hoofdzakelijk natuurontwikkeling, maar ook vormen van medegebruik zoals recreatie. Het geplande GOG KBR is ca. 600 ha groot. Het gebied is om een aantal specifieke redenen uiterst geschikt voor waterberging: de lage ligging, de beperkte bebouwingsgraad, de grote oppervlakte en de lengte van de overloopdijk. Bovendien is het gebied ideaal gelegen binnen het Schelde-estuarium, namelijk aan de monding van de Rupel in de Schelde. Het GOG wordt doorsneden door de Barbierbeek, die de scheiding tussen de polder van Kruibeke en Bazel vormt. Deze beek ligt binnen de polders ingedijkt tussen dijken op hoogte van 4m TAW. Binnen het GOG KBR kunnen een aantal zones gedefinieerd worden, gebaseerd op de toekomstige inrichting die de gebieden zullen kennen (zie figuur 8.0-conceptplan basisproject). De polder van Kruibeke en het oostelijk deel van de polder van Bazel zullen worden ingericht als gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) met slikken en schorren d.m.v. gecontroleerd gereduceerd getij (GGG): KGGG BGGG Het westelijk deel van de polder van Bazel en de polder van Rupelmonde worden ingericht als gecontroleerd overstromingsgebied (GOG): BGOG RGOG De Scheldedijk langs de Fasseitpolder zal landinwaarts worden verlegd op het tracé van een bestaande compartimenteringsdijk. Door deze dijkverlegging komt dit deelgebied volledig buitendijks te liggen en zullen zich hier buitendijkse slikken en schorren ontwikkelen: FDV De hoofddoelstelling van het project is duidelijk: het overstromingsgebied wordt aangelegd voor de veiligheid. Daarnaast gaf men van hogerhand echter bijkomende opdrachten, waaraan zeker moet worden voldaan. Het betreft natuurcompensaties in de vorm van het realiseren van: 300 ha slikken en schorren 150ha weidevogelgebied 40ha boscompensatie Een specifieke beheercommissie GOG KBR is belast met de uitvoering van de natuurcompensaties en moet de resultaten ervan opvolgen en evalueren. In de loop van werd/wordt in Kruibeke de ringdijk reeds aangelegd. Voor deze fase van de werken werd reeds een milieueffectrapport opgesteld (Ecorem, 1999) en vervolgens een bouwvergunning verkregen. Het moge duidelijk zijn dat de inrichting van het gecontroleerd overstromingsgebied in de polders van Kruibeke-Bazel-Rupelmonde belangrijke effecten teweeg zal/kan brengen op de verschillende onderzochte milieudisciplines. Alvorens in algemene termen per milieudiscipline aan te geven welke de belangrijkste (positieve en negatieve) effecten zijn t.g.v. de inrichting van het GOG KBR en welke milderende maatregelen worden voorgesteld om negatieve effecten te milderen, teniet te doen of te compenseren, wordt een kort overzicht gegeven van de juridische en beleidsmatige achtergrond waarbinnen het project wordt uitgevoerd. De relevante aspecten van de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden omkaderen het projectgebied en leggen beperkingen op aan de uitgevoerde werken.

3 1.2 Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Juridische randvoorwaarden Op het gewestplan Sint-Niklaas Lokeren werd het gebied van het toekomstige GOG KBR bestemd als resp. natuurgebied, bosgebied, agrarisch gebied met landschappelijke waarde en valleigebied. Bij besluit van Vlaamse Regering werd de bestemming van dit gebied op het gewestplan op 8/09/2000 gewijzigd. De grondbestemmingen bleven grotendeels behouden (op enkele gebieden voor dagrecreatie na die werden herbestemd tot natuurgebied ) en een overdruk Gecontroleerd Overstromingsgebied werd toegevoegd. Om het projectgebied een natuurgerichte invulling te kunnen geven diende echter aanvullend een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opgemaakt te worden. Op het grafisch plan van het RUP GOG KBR kunnen vier soorten gebieden onderscheiden worden, met verschillende functies en bestemmingen: een gecontroleerd overstromings- en natuurgebied (N). een gebied voor waterbeheersing een bouwvrij agrarisch gebied een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen Het bodemsaneringsdecreet regelt de bodemsanering, potentiële verontreinigingsbronnen, historisch verontreinigde gronden en het grondverzet. In het kader van de bouw van de ringdijk en de inrichtingswerken is de polder van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde ingedeeld in drie kadastrale werkzones. Uitgegraven grond kan hergebruikt worden als niet vormgegeven bouwstof of als bodem indien deze binnen de respectievelijke kadastrale zones wordt aangewend. De wet op de bescherming van de oppervlaktewateren regelt de bescherming van oppervlaktewateren tegen verontreiniging en legt de kwaliteitsdoelstellingen vast voor alle oppervlaktewateren. Voor alle waterlopen in het projectgebied geldt dat ze aan de basiswaterkwaliteitsnorm moeten voldoen. In het studiegebied wordt de praktische uitvoering van het beheer van de waterlopen van 2de en 3de categorie en van de niet-geklasseerde waterlopen toevertrouwd aan de Polder van Kruibeke en dit in samenspraak met respectievelijk de betrokken provincie en gemeente. Het decreet integraal waterbeheer legt de doelstellingen, principes en structuren vast voor een vernieuwd duurzaam waterbeleid. In dit decreet wordt o.m. de watertoets als instrument voor een integraal waterbeleid opgenomen. Voor een vergunningsplichtige activiteit die wordt onderworpen aan een milieueffectrapportage geschiedt de analyse en evaluatie van het al dan niet optreden van een schadelijk effect op het watersysteem en de op te leggen voorwaarden om dat effect te vermijden, te beperken, te herstellen of te compenseren in dit rapport. Het begrip overstromingsgebied speelt een belangrijke rol in het integraal waterbeleid. Het is onlosmakelijk verbonden met de behoefte aan ruimte voor water, dat op de eerste plaats te maken heeft met de veiligheidsfunctie die watersystemen vervullen. Deze gebieden zijn ook van belang bij het hydrologisch en ecologisch behoud en herstel van watersystemen. Om de schadelijke gevolgen van overstromingen buiten overstromingsgebieden te kunnen minimaliseren, is in toenemende mate ruimte nodig voor het bergen van overvloedige neerslag en voor het afvlakken van de hoger wordende piekdebieten in de waterafvoer van de rivieren. Dit moet worden bewerkstelligd door het herstellen van de natuurlijke werking van het watersysteem, waaronder overstromingsgebieden. Het voorliggende project te Kruibeke past met andere woorden volledig in de geest van de Kaderrichtlijn Water. Het natuurdecreet regelt het beleid inzake natuurbehoud en vrijwaring van het natuurlijke milieu, inzake de handhaving en het herstel van de daartoe vereiste milieukwaliteit en inzake het scheppen van een zo breed mogelijk draagvlak. Het natuurdecreet legt de voorschriften en geboden in VEN en de Speciale Beschermingszones (waaronder Habitat- en Vogelrichtlijngebieden) vast. Tevens regelt dit decreet de bescherming van de soorten. In het projectgebied van het in te richten GOG KBR komen geen gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) voor. Het volledige projectgebied wordt op het verordenend grafisch plan van het gewestelijk RUP wel voorzien van een overdruk als natuurverwevingsgebied. Dit gebied maakt deel uit van een Natuurverwevingsgebied en is een onderdeel van het Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (IVON), in de zin van het decreet Natuurbehoud.

4 In het projectgebied bevindt zich geen natuurreservaat van het Vlaams Gewest. Door de Afdeling Natuur van het Vlaams Gewest werd binnen het projectgebied wel reeds 22ha aangekocht. Voor het bos de Kooi van ca. 5,8ha binnen dit gebied in bezit van het Agentschap voor Natuur en Bos, is een bosbeheersplan opgesteld. Met het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 1998 werden de polders van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde integraal als speciale beschermingszone (Vogelrichtlijngebied) aangeduid, onder de naam Durme en middenloop van de Schelde. Dit hield in feite een uitbreiding in van dit reeds bestaande vogelrichtlijngebied, dat aangemeld werd als compensatie voor het verlies aan Vogelrichtlijngebied door de aanleg van het Deurganckdok. Op 14 februari 1996 werd door de Vlaamse regering beslist het volledige projectgebied voor de aanleg van het GOG KBR aan te duiden als Habitatrichtlijngebied. De aanduiding van dit gebied valt binnen het grote Habitatrichtlijngebied Schelde- en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent. Het landschapsdecreet regelt de bescherming van landschappen en de instandhouding, het herstel en het beheer van de in het Vlaams Gewest gelegen beschermde landschappen. Het regelt tevens de bescherming van de monumenten, stads- en dorpsgezichten. In de omgeving van het projectgebied komen verschillende beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten, en landschappen voor. Het doel van het decreet erfgoedlandschappen is een juridische basis te creëren voor het behoud en de zorg van landschapskenmerken en -waarden van ankerplaatsen en erfgoedlandschappen. In de landschapsatlas is de polder van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde integraal aangeduid als ankerplaats. Er is echter nog geen aanduiding als erfgoedlandschap volgens dit decreet. Het decreet op de bescherming van het archeologisch patrimonium regelt de bescherming, het behoud en de instandhouding, het herstel en het beheer van het archeologisch patrimonium en organiseert en reglementeert de archeologische opgravingen. Er is een overeenkomst met de Archeologische Dienst Waasland omtrent de uitvoering van archeologisch onderzoek n.a.v. de werken in het projectgebied. Binnen het projectgebied zelf is echter slechts één vondst van een vuurstenen artefact (nabij de donk) gekend. Deze situatie is niet echt verwonderlijk voor een poldergebied, waar vaak alle sporen ouder dan de postmiddeleeuwse periode door veen en/of alluviale sedimenten zijn afgedekt Beleidsmatige randvoorwaarden Het voorliggende project kadert, zoals reeds vermeld, binnen de realisatie van het Sigmaplan en de actualisatie daarvan. Binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is het gebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde de meest prioritaire zone om vanuit een visie op het integraal waterbeheer ingericht te worden als gecontroleerd overstromingsgebied. Het gebied kan dan niet alleen de stroomopwaarts gelegen delen van het Schelde-estuarium beschermen tegen ongewenste overstromingen maar zal tevens door o.m. de ontwikkeling van slikken en schorren, broekbossen en weidevogelgebied een belangrijke natuurfunctie krijgen. In het ruimtelijk structuurplan van de provincie Oost-Vlaanderen is de polder van Kruibeke-Bazel- Rupelmonde een structuurbepalend natuurcomplex. Het overstromingsgebied van Kruibeke-Bazel- Rupelmonde is tevens aangeduid als natuuraandachtszone, waarmee bedoeld wordt dat het gebied mee de basis vormt voor de aanduiding als natuurverbindingsgebied. Natuurverbindingsgebieden zijn gebieden die tot doel hebben een natuurverbinding te realiseren tussen grote eenheden natuur (GEN), grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO) en natuurverwevingsgebieden. De bedoeling hiervan is om een functioneel netwerk van natuurlijke elementen te creëren waarbij uitwisseling tussen planten en dieren mogelijk is. In het ruimtelijk structuurplan van de gemeente Kruibeke worden 7 deelruimtes onderscheiden, die elk eigen ontwikkelingsmogelijkheden hebben. Volgende deelruimten zijn van belang voor het voorliggende project: de Scheldevallei, het restgebied = de zone tussen de ringdijk en de lineaire bewoningsstructuur, de Barbierbeekvallei,

5 de bewoningsstructuur op de cuesta 1.3 Omschrijving van de projectwerken De inrichtingsmaatregelen binnen het projectgebied kunnen vanuit een aantal thematische benaderingen worden ingedeeld: werken in functie van de aanleg van dijken en in- en uitwateringskunstwerken; werken in functie van de afwatering van de Barbierbeek, kwel en cuesta; werken aan kabels en leidingen; werken in functie van toegankelijkheid en onthaal; werken in functie van de uitbouw van een recreatief en educatief medegebruiksnetwerk; werken in functie van natuur- en landschapsbouw Er wordt verwezen naar de figuren in de bij dit MER bijhorende kaarten- en figurenbundel. Het basisproject is globaal weergegeven op het integraal plan (bijlage 2). De inrichtingsmaatregelen zijn volgens de thematische benaderingen uitgesplitst in verschillende figuren (o.a. figuur 8.1b, 8.2b, 8.3b, 8.4b, 8.5b en 8.6b) Dijken en in- en uitwateringskunstwerken (figuur 8.1) Het GOG zal worden aangelegd d.m.v. dijken en sluizen. De overloopdijk wordt aangelegd door het afgraven van de bestaande Scheldedijk, van noord tot zuid, tussen de Scheldelei en de bestaande Scheldedijk achter de voormalige oude scheepswerf CNR te Rupelmonde. De bestaande Scheldedijk - die op Sigmahoogte +8,35m TAW werd aangelegd - wordt verlaagd tot op een peil van +6,80m TAW. Ter hoogte van de Fasseitpolder, net ten zuiden van de site van het Scheldeveer Bazel/Hemiksem, zal de huidige Scheldedijk volledig worden afgegraven en zal de achterliggende dijk verhoogd worden heraangelegd als overloopdijk. Langs de cuestarand wordt d.m.v. verschillende met elkaar verbonden segmenten een ringdijk aangelegd die de verschillende gebiedsdelen landinwaarts begrensd. Deze ringdijk zal, net zoals de Scheldedijk dat voorheen deed, het overstromingsgebied landinwaarts begrenzen en zal de kernen van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde beschermen tegen overstromingen vanuit de Schelde. De ringdijk zal worden afgewerkt op Sigmahoogte die in kader van het Sigmaplan in Kruibeke werd vastgelegd op +8,35m TAW. Voor het realiseren van de compartimentering tussen de verschillende deelgebieden uit het globaal streefbeeld, wordt in het basisproject maximaal uitgegaan van de bestaande dijken en wordt een minimale wijziging van de bestaande dijken vooropgesteld. Alle compartimenteringsdijken hebben een lagere dijkhoogte dan de overloopdijk langs de Schelde. Bij een bepaalde waterstand zullen ze zelf ook overstromen en functioneren als overloopdijk tussen de verschillende gedefinieerde deelgebieden. Er wordt enkel een kleine bijkomende dijk voorzien t.h.v. de Dweerse Gaanweg/Lange Gaanweg teneinde in aansluiting met de donk een volledige compartimentering te kunnen maken tussen deelgebieden BGOG en BGGG. De grote in- en uitwateringskunstwerken die dienen voor de uitwatering bij toepassing van het GOG-principe en voor de inwatering bij toepassing van het GGG-principe worden geïntegreerd in de overloopdijk langs de Schelde. Langs de deelgebieden KGGG, KKGGG en BGGG worden in de overloopdijk kunstwerken met zowel in- als uitwateringssluizen voorzien. Langs het deelgebied RGOG worden in de overloopdijk kunstwerken met enkel uitwateringssluizen voorzien. De uitwateringssluizen hebben een groot uitstroomoppervlak en zorgen er voor dat de deelgebieden bij eb voldoende leegstromen. Naast de uitwateringssluizen worden in de Kruibeekse en de Bazelse polder een aantal hoge inwateringssluizen voorzien die de kruin van elk tij gedeeltelijk binnen laten stromen. In combinatie met de lage uitwateringssluizen wordt op die manier een gereduceerde getijdenwerking gecreëerd en kunnen we dus effectief spreken van de gereduceerde getijdengebieden KGGG en BGGG. De hoge sluizen in de gereduceerde getijdengebieden zijn vooral van belang om de verschillen in doodtij en springtij door te laten werken in de polder. De combinatie van in- en uitwateringssluizen maakt een vrijwel continue uitwisseling van vissen en andere

6 organismen tussen de Schelde en de polder mogelijk. In de gereduceerde getijdengebieden wordt bovendien een klein deel van de uitwateringssluizen ook gebruikt voor de inwatering van Scheldewater door ze permanent open te laten staan. Dit laatste principe wordt ook toegepast ter hoogte van de Kruibeekse kreek zodat de kreek ook kan functioneren als gereduceerd getijdengebied KKGGG Afwatering Barbierbeek, kwel en cuesta (figuur 8.2) Tengevolge van opstuwing door de duikers onder de Oude Kruibekestraat en onder de GW N419 treedt vaak wateroverlast op langsheen de Barbierbeek. Om deze problemen op te lossen wordt een aanpassing van de dimensionering van de duikers van de Barbierbeek voorzien. Een belangrijke conceptkeuze m.b.t. afwatering is de keuze om de Barbierbeek in de toekomst vrij te laten afwateren via deelgebied KGGG. Dit komt niet alleen de veiligheidsaspecten ten goede. Op die manier worden meer ruimte en kansen geboden voor natuurontwikkeling en wordt de invloed van de Barbierbeek mee benut als sturende parameter voor de inrichting van een divers ecosysteem. Dit betekent dat de Barbierbeekbedding stroomafwaarts van de ringdijk wordt verlegd en in de toekomst zal afwateren naar de Schelde via de uitwateringskunstwerken tussen deelgebied KGGG en de Schelde. Om het water van de Barbierbeek te kunnen bergen wanneer het GOG gevuld is en het waterpeil in de Barbierbeekvallei blijft stijgen, is de aanleg van een waterbergingsgebied noodzakelijk. Vanaf een bepaald peil zal het water van de Barbierbeek via een overloopdijk overlopen in het waterbergingsgebied. De uitwerking van herinrichtingsmaatregelen in functie van de afwatering van de Barbierbeek worden gecombineerd met maatregelen in functie van natuur- en landschapsbouw. Op die manier wordt gestreefd naar een landschapsecologische herinrichting van het valleilandschap van de Barbierbeek stroomopwaarts van de ringdijk Kabels en leidingen (figuur 8.3) Binnen het projectgebied komen een aantal hoogspanningsleidingen voor. In functie van de werking van het GOG KBR moet de hoogte van een aantal hoogspanningslijnen worden aangepast en moeten maatregelen getroffen worden om de masten te beschermen tegen de hoge waterstanden. Omwille van de overstromingen en de druk van de bestaande en toekomstige dijken worden de nodige werken aan de funderingen voorzien opdat deze niet instabiel zouden worden tengevolge van het onder water komen te staan. Ook de bouw en de ligging van ondergrondse pijpleidingen is gebonden aan strikte regels en randvoorwaarden. Om de werking van het GOG KBR te kunnen garanderen moet de ligging en de constructie van een aantal pijpleidingen en bijhorende infrastructuren worden aangepast. Omdat de Scheldedijk wordt omgevormd tot overloopdijk, moeten de leidingen uit de dijk worden verwijderd en/of op een veilige afstand van de overloopdijk worden geherlokaliseerd. In de gebiedsdelen die onder invloed komen te staan van GGG-werking zullen de leidingen in aangepaste leidingendijken worden verlegd naar de hogergelegen randen van de deelgebieden zodat ze voldoende beschermd zijn tegen de dagelijkse in- en uitstroom van Scheldewater. Daarnaast worden tevens werken voorzien aan het midden- en laagspanningsnet Toegankelijkheid en onthaal (figuur 8.4) Binnen het GOG worden de dijken (ringdijk, overloopdijk en compartimenteringsdijken) voorzien van de nodige dienstwegen en worden de typische gaanwegen in gebruik genomen als dienstwegen. Met uitzondering van de dienstwegen op Sigmahoogte (ringdijk en bepaalde segmenten van de overloopdijk), zullen de meeste dienstwegen binnen het GOG bij uitzonderlijk hoge waterstanden niet meer toegankelijk zijn om de eenvoudige reden dat ze dan overstromen. Het dijkenpatroon met wegen die uitgerust zijn voor dienstverkeer wordt binnen het GOG zo uitgebouwd dat het voor autoverkeer op geen enkele plek mogelijk is om met een auto op een schijnbaar veilige en tegen overstroming

7 beschermde weg ingesloten te geraken en uiteindelijk toch in gevaar te komen door opkomend water. In het overgangsgebied tussen de ringdijk en de cuestarand worden dienstwegen aangelegd langs de belangrijkste afwateringsinfrastructuren (ringgrachten, waterbergingsgebieden en dijken in de Barbierbeekvallei). Binnen het GOG wordt het autoverkeer zo veel mogelijk beperkt ten behoeve van zowel de natuurwaarden als de uitbouw van het netwerk van recreatieve paden. Daarbij wordt tevens rekening gehouden met de toegankelijkheid van de verbindingen naar de Scheldeveren. Voor het Scheldeveer Kruibeke/Hoboken wordt een maximale toegankelijkheid voor autoverkeer vooropgesteld. De toegangsweg tot het veer wordt gecombineerd met een ringdijk op Sigmaniveau waardoor de weg in principe te allen tijde toegankelijk zal zijn voor autoverkeer. Voor het Scheldeveer Bazel/Hoboken wordt het toegankelijkheidsconcept anders ingevuld. Zowel in de tijd als naar type verkeer worden beperkingen opgelegd. Na de aanleg van het GOG zal enkel het tracé van de Dweerse/Lange Gaanweg vanuit de Kemphoekstraat toegankelijk zijn voor plaatselijk autoverkeer naar de site van het Scheldeveer Bazel/Hemiksem. Dit tracé wordt tevens gebruikt als belangrijke centrale toegangsweg voor dienstverkeer. De dienstweg en ontsluitingsweg naar de site aan het Scheldeveer Bazel/Hemiksem zal bij stormtij niet toegankelijk zal zijn als het waterpeil in het GOG hoger staat dan de hoogste potentiële verbindingsweg Recreatief en educatief medegebruik (figuur 8.5) Het toeristisch-recreatief (mede)gebruik van de polders van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde is voornamelijk gericht op zachte recreatievormen. Het recreatief gebruik en medegebruik wordt voornamelijk bepaald door routegebonden recreatievormen, sport en visserij. Het recreatief medegebruik van de open ruimte wordt vorm gegeven d.m.v. een eigen infrastructuur voor fietsers en wandelaars en door het uitzetten van recreatieve routes die daar gebruik van maken. Het geplande overstromingsgebied zal door z n enorme grootte van ongeveer 750ha (ca. 600ha GOG + ca. 150ha overgansgzone tussen ringdijk en cuesta) een belangrijke functie kunnen vervullen als gebied voor zacht recreatief medegebruik. In samenhang met de dorpskern van Bazel en de horecazaken in de omgeving van het kasteel van Wissekerke, die gericht zijn op wandelen en fietsen in de polders, zullen de mogelijkheden voor recreatie met weinig impact op de omgeving en natuur verder ontwikkeld worden Natuur- en landschapsbouw (figuur 8.6) Het instellen van de GOG-werking en bijkomend de GGG-werking in de respectievelijke deelgebieden van de polders van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde zal nog verschillende jaren op zich laten wachten. Nu alle maatregelen treffen die vereist zijn voor het verkrijgen van het gewenste eindbeeld zou gedurende lange tijd aanleiding kunnen geven tot een visueel onaantrekkelijke overgangsperiode. Fasering biedt daarom zowel maatschappelijke voordelen als praktische voordelen m.b.t. de realisatie. Uiteindelijk wordt gestreefd naar een volledig aaneengesloten natuurontwikkelingsgebied. Dit grote natuur- en recreatiegebied zal gekenmerkt worden door grote ruimtelijke gehelen van bos en open gebied met geleidelijke overgangen. Het is de bedoeling om een deel van de plaatselijke onteigende landbouwers te betrekken in de omvorming van akkers en bossen en het beheer van het open nat grasland of weidevogelgebied. In het Kruibeeks GGG wordt in eerste instantie een brede ondiepe bedding uitgegraven zodat de Barbierbeek snel een nieuwe loop krijgt door een gegraven vallei. Hierdoor blijft de rest van de polder droog, zodat dit geen hinder vormt voor verdere werken die uitgevoerd moeten worden in de polder (dijkwerken, bomen rooien,...). Het rooien van bomen zal gefaseerd verlopen. In eerste instantie moeten de bomen die in de zone liggen van de nieuwe Barbierbeekloop worden verwijderd. Gekoppeld aan een gefaseerde introductie van het gereduceerd tij wordt ook het bomenbestand geleidelijk gekapt.

8 Ten zuiden van de Barbierbeek worden naast het weidevogelgebied overgangsbeheersblokken aangegeven waar bosontwikkeling naar een rivierbegeleidend bos of bosweidelandschap actief en/of passief gestimuleerd zullen worden. Stroomopwaarts de ringdijk wordt de Barbierbeekvallei geaccentueerd als een ecologisch lint door het landschap. Het versterken van het valleigebied, het ontwikkelen van de natuurfunctie en de waterberging staan hier voorop. Bij de uitwerking van het globaal streefbeeld werd rekening gehouden met de situering van de verschillende landschappelijke eenheden en landschapsstructurerende elementen. Een landschappelijk en landschapsecologisch verantwoorde inrichting en de toepassing van een landschapsecologische beheer dienen ervoor te zorgen dat de effecten op landschapsvisueel vlak miniem zijn en dat op bepaalde plaatsen door toepassing van concrete maatregelen op vlak van landschapsbouw zelfs meerwaarden kunnen worden gecreëerd. 1.4 Overzicht van de belangrijkste milieueffecten Discipline bodem Voor een weergave van de referentiesituatie inzake de discipline bodem wordt verwezen naar kaarten 19 en 20. De belangrijkste effecten worden weergegeven op kaarten 36 tot en met 40 en kaart Voorbereidingsfase In de voorbereidingsfase zullen tijdelijke werfwegen worden aangelegd teneinde de toegankelijkheid om de beoogde ingrepen te verwezenlijken mogelijk te maken. Ter hoogte van de aan te leggen werfwegen is er sprake van een zeer grote verdichtingsgevoeligheid (zie kaart 36). Het aanleggen van de tijdelijke werfwegen dient dan ook gepaard te gaan met voorzorgen om de draagkracht bij het uitvoeren van de werken te garanderen. De werfwegen hebben net de bedoeling om op een degelijke manier materiaal en machines doorheen het projectgebied te kunnen transporteren. Zodra de werfwegen zijn aangelegd valt het risico op significante moeilijkheden bij het vervoer van zwaar materieel en machines over deze werfwegen m.b.t. draagkracht van de grond voor het grootste gedeelte weg. Ter hoogte van de werfwegen zal de bodem wel permanent verdicht worden. Bijkomende effecten die te wijten zijn aan de aanleg van (tijdelijke) werfwegen, werfzones en stockageruimtes zijn bodeminname en eventuele bodemverontreiniging t.g.v. lekkages en/of uitloging ter hoogte van stockageruimtes (bijv. grondspecie- en zandopslag). Ter voorbereiding van de werken wordt verspreid over het projectgebied een gefaseerde ontbossing ingevoerd. Het gaat in totaal om circa 85ha ontbossing bij uitvoering van het basisproject en om circa 71ha bij uitvoering van de inrichtingsalternatieven. In het basisproject ligt zo n 54ha (63%) in een zone die zeer tot uiterst gevoelig voor verdichting te noemen is. In de alternatieven (inrichtingsalternatieven 1, 2 en 3 samen beschouwd) gaat het om ca. 53ha (74% van de te ontbossen zones). Het valt m.a.w. te verwachten dat er verdichting van de bodem zal optreden t.g.v. betreding en wegslepen van boomstammen, zeker in het geval dat de ontbossingswerken plaats vinden in een periode met een hoge grondwaterstand. De ontbossing wordt omwille van bovenstaande redenen dan ook het best manueel (motorzaag), of met voor moeilijk betreedbare terreinen aangepaste bosbouwmachines uitgevoerd, zoals een kraan met extra brede rupsbanden. Met name ter hoogte van de Bazelse donk is het verdichtingsrisico minder uitgesproken. Naar profielwijziging toe (het verwijderen van de strooisellaag, toplaag en/of diepere bodemlagen of het verstoren van de oorspronkelijke gelaagdheid van het profiel door de werkzaamheden) is het projectgebied, gezien de jonge polderbodems, grotendeels ongevoelig. Enkel t.h.v. de Bazelse donk en in het uiterste noordwesten van het projectgebied (toekomstig bergingsgebied ten noorden van de Scheldelei) komen, over een beperkte oppervlakte, bodems voor waar sprake is van profielontwikkeling.

9 Uitvoeringsfase Tengevolge van de inrichtingswerken van het projectgebied zal de bodem significante structuurwijziging (verdichting en verslemping door het berijden met machines) ondergaan. Daar de belangrijkste tijdelijke werfwegen in de voorbereidingsfase worden aangelegd, zal ter hoogte van deze werfwegen het verdichtingsaspect tijdens de uitvoeringfase minder ingrijpend zijn, aangezien een halfverharding voor voldoende stabiliteit zal zorgen. Naast berijden met machines zal ook door tijdelijke opslag van grondspecie e.d. een structuurwijziging optreden. Op verschillende locaties in het projectgebied komen tevens zones met veen op geringe diepte voor. Waar veen voorkomt is naast bodemverdichting tevens het risico op zettingen bijzonder groot. Op veel plaatsen in het projectgebied is het veen ontgonnen, hier is het risico op zettingen minder significant. Uit sonderingsgegevens blijkt dat langsheen de Scheldedijk, die lokaal wordt afgegraven tot overloopdijk, de verdichtingsgevoeligheid in de boventoplaag in de meeste gevallen gering is. Naar stabiliteit toe komen binnen de bovenste 10-tal meter wel verschillende lagen voor die matig of zelfs totaal ondraagkrachtig blijken te zijn. Omwille van die reden is het mogelijk dat de in- en uitwateringskunstwerken in de overloopdijk niet in, maar achter de Scheldedijk zullen worden gebouwd (zeker wat betreft de kunstwerken in het deelgebied KGGG). Aan GOG-zijde wordt bij het afvlakken van de overloopdijk omwille van stabiliteitsredenen tevens een grondvervanging voorzien. Ter hoogte van de nog te sluiten ringdijksegmenten is het risico op bodemverdichting zeer tot uiterst groot te noemen. De verdichting treedt er lokaal op (plus minus beperkt tot de zone voorzien voor de aanleg van de ringdijktracés, aangevuld met zones waar afgegraven bodemmateriaal wordt opgeslagen). Aangezien ter hoogte van de ringdijksegmenten geen nieuw toekomstig bodemgebruik meer mogelijk is, kan de verdichtingsimpact gerelativeerd worden. Naar zettingen toe dienen er vnl. ter hoogte van de ringdijkgaten 2, 4 en 6 tengevolge van het voorkomen van een veensubstraat op geringe diepte, milderende maatregelen genomen te worden. Waar bestaande dijken worden omgevormd tot compartimenteringsdijken vindt in principe een gedeeltelijke afgraving plaats. Naar verdichtingsrisico s toe heeft dit weinig impact t.h.v. de dijklichamen zelf, op uitzondering van een nieuw te bouwen compartimenteringsdijkje naast de Dweerse Gaanweg/Lange Gaanweg teneinde in aansluiting met de donk een volledige compartimentering te kunnen maken tussen de deelgebieden BGGG en BGOG. Ter hoogte van dit aan te leggen compartimenteringsdijktracé neemt de verdichtingsgevoeligheid van de bodem toe van gering (nabij de donk) tot groot (nabij de Verkortingsdijk). Er dient hier ook rekening gehouden te worden met eventuele zettingen. In functie van de afwatering van de Barbierbeek, opkwellend grondwater en afstromend water afkomstig van de cuesta dienen enkele specifieke ingrepen plaats te vinden (dijkwerken aan de Barbierbeek, aanpassing van de dimensionering van bruggen en duikers langsheen de Barbierbeek, omvormen van de tijdelijke langsgracht langsheen de ringdijk tot een volwaardige ringgracht, bouwen en optimaliseren van uitwateringssluizen, aanleggen van waterbergingsgebieden ten noorden de Scheldelei en langsheen de Barbierbeek,...). Afhankelijk van de lokale omstandigheden varieert de bodemverdichtingsgevoeligheid en het risico op zettingen. Het risico is gering ter hoogte van de aan te passen bruggen en duikers langsheen de Barbierbeek, ter hoogte van reeds bestaande dijkconstructies en ter hoogte van het toekomstig waterbergingsgebied ten noorden van de Scheldelei, aangezien hier reeds in belangrijke mate verdichting voorkomt t.g.v. de tijdelijke grondstock. Op de andere projectlocaties is er wel een groot/groter verdichtingsrisico en/of risico op zettingen t.g.v. de aanwezigheid van een ondiep veensubstraat. Dit is o.a. het geval ter hoogte van de te bouwen uitwateringssluis t.b.v. de afwatering van de Barbierbeek naar deelgebied KGGG, ter hoogte van de plaastelijk noodzakelijke waterkerende voorzieningen langsheen de linkeroever van de Barbierbeek, t.h.v. het toekomstige waterberingsgebied voor de Barbierbeek en t.h.v. de te bouwen uitwateringssluizen i.f.v. afwatering van de noordelijke ringgracht. Er lopen bovengrondse hoogspanningslijnen doorheen het zuidelijke deel van het projectgebied. Omwille van toekomstige overstromingen en de druk van bestaande en toekomstige dijken worden funderingswerken voorzien opdat de masten niet instabiel zouden worden t.g.v. het sporadisch onder water komen te staan. Ter hoogte van de ingrepen is de bodemverdichtingsgevoeligheid maximaal matig te noemen. De aanleg en inrichting van het GOG KBR heeft tevens een impact op de aanwezige ondergrondse pijpleidingen. Waar nodig worden tracés en infrastructuren aangepast. Daar waar bestaande leidingensegmenten dienen verwijderd te worden, is de bodem uiteraard reeds gekenmerkt door een verstoring en zekere verdichting (t.g.v. de aanleg van de leidingen in het

10 verleden). Tussen de Verkortingsdijk en de kruising onder de Schelde wordt de Air Liquide waterstofleiding Zelzate Puurs geherlokaliseerd. Langsheen het tracé van de her aan te leggen leiding is de bodem overwegend matig tot zeer verdichtingsgevoelig en komen er, vnl. ten westen van de Fasseitpolder, enkele zones met veensubstraat op geringe diepte voor. Alle maatregelen inzake dienstverkeer vinden plaats ter hoogte van momenteel reeds bestaande weggedeelten en/of op het het moment van de aanleg herstelde en/of verbeterde weggedeelten en dijktracés, waardoor geen bijkomende effecten naar verdichting toe verwacht worden. Binnendijks het GOG KBR zullen fiets- en wandelpaden die deel uitmaken van het toekomstig recreatief netwerk vnl. in de Rupelmondse polder (Rupelmondse Kreek) wel een verdichting teweegbrengen. Hetzelfde geldt voor de inplanting van observatietorens, vogelkijkhutten, ter hoogte van verdichtingsgevoelige bodems. In functie van natuur- en landschapsbouw wordt in het deelgebied KGGG een nieuwe ondiepe bedding voor de Barbierbeek uitgegraven. Ter hoogte van de nieuwe bedding is de bodem grotendeels (zeer) gevoelig voor verdichting. Gedurende de uitvoeringsfase treedt in het projectgebied reeds een belangrijke wijziging op inzake het bodemgebruik en de bodemgeschiktheid. Deze wijziging heeft vnl. te maken met betrekking tot graafwerkzaamheden en ontbossingsingrepen. In het kader van het project treedt heel wat grondverzet op. Binnen de wettelijke bepalingen wordt er gestreefd naar een maximaal herbruik. Zo is het mogelijk dat afgegraven bodemmateriaal herbruikbaar is als bodem binnen de kadastrale werkzones en als niet vormgegeven bouwstof Beheer- en exploitatiefase Bij het in werking treden van het GOG zullen grote delen van het projectgebied sporadisch onder een metersdikke waterkolom komen te staan. Deze waterkolom zal een tijdelijke, maar significante verdichtingsimpact uitoefenen op de reeds (zeer) verdichtingsgevoelige bodem in de polder. Bij het in werking treden van de GGG-deelgebieden zal door sedimentatie- en erosieprocessen veroorzaakt door het binnenstromen van het Scheldewater een geleidelijke wijziging optreden in de bodemstructuur. Er zal, bij voldoende grote stroomsnelheden en overstromingsfrequenties een volledig nieuw bodemprofiel, in zekere zin typisch voor buitendijkse gebieden, tot ontwikkeling komen. Het tijregime, met de bijhorende overstromingshoogte en duur, is doorslaggevend wat betreft het toekomstig te verwachten sedimentatiepatroon. Om te snelle opslibbing te beperken wordt er naar gestreefd om zoveel mogelijk van het aangevoerde sediment terug te evacueren naar het estuarium. Dit kan door maatregelen te voorzien om zoveel mogelijk sediment terug uit de polder te laten stromen: om de export van sediment te stimuleren wordt getracht de tidale energie tijdens eb te vergroten, en de energie tijdens vloed te minimaliseren. Dit kan gerealiseerd worden a.d.h.v. de gekozen sluisconfiguratie (met extra hoge uitwatering). Clustering van uitwateringssluizen in de overloopdijk kan bijdragen tot een bundeling van de tidale energie tijdens eb. Om kreekvorming te bewerkstelligen zal de dynamiek en de stroomsnelheid van het in- en uitgaande Scheldewater groot moeten zijn. Instroom van sedimentarm water kan een afname van sedimentatie veroorzaken. Uitgaande van bovenstaande maatregelen zal in de Kruibeekse polder (deelgebied KGGG) een kreek gevormd worden die in het noorden gevoed wordt door het Scheldewater, in het zuiden door de Barbierbeek. Vermits er geen grote noord-zuid grachten aanwezig zijn in de Kruibeekse polder, zullen de Barbierbeek en de nieuwe kreek een eigen weg krijgen. De aanwezigheid van een kleine verhoging in het terrein zal het Barbierbeekwater dwingen naar het noorden te vloeien, en niet onmiddellijk oostwaarts te stromen. Om een vlotte start van de kreekvorming te verzekeren en te versnellen, zal een brede ondiepe bedding uitgegraven worden. De Kruibeekse Kreek (deelgebied KKGGG) wordt getransformeerd van een zoetwaterplas, gevoed door de Barbierbeek, naar een licht brakke kreek met sterke tijdynamiek. Naar sedimentatie en kreekvorming toe, zal dynamiek de sturende factor worden. Een sterke ebstroom, die volgt op een korte fase van hoogwater, kan sedimentatie reduceren en uitspoeling van de kreek stimuleren. In het Bazelse GGG (deelgebied BGGG) is input van sedimentarm beekwater niet mogelijk. Dit vertaalt zich wellicht in hogere sedimentatiesnelheden in vergelijking met KGGG. Het zal essentieel

11 zijn om een groot deel van de sedimentinstroom terug uit de Bazelse polder te spoelen. Grote stroomsnelheden kunnen hierbij helpen. De keuze van de hoogwaterstanden en uitwateringsdrempels laten een zeer hoog uitstroomdebiet per sluiscomplex toe. Er wordt voorgesteld om de in werking treding van de GGG-deelgebieden gefaseerd te laten verlopen: in eerste instantie wordt het KGGG blootgesteld aan getijdeninvloed en pas na grondige monitoring en evaluatie van onder andere het sedimentatiepatroon en de sedimentatiesnelheid, kan ook het BGGG aan het getij blootgesteld worden. De Fasseitpolder wordt in het basisproject door verlegging van de overloopdijk teruggegeven aan het estuarium. In deze polder wordt dan ook een slikken- en schorrenlandschap nagestreefd. In de exploitatiefase van het GOG KBR zullen de inrichtingsmodaliteiten en dijkconfiguraties voor een significante wijziging van het bodem- en landgebruik zorgen. Het grootste deel van de polder bestond anno 2002 uit grasland. Bossen bedekten 28% van de polders van KBR en vormden de best bewaarde natuurkernen van het gebied. Ongeveer 16% of 99ha van de polder bestond uit akker (vnl. maïs). Een ruime 6% of 42ha van de polder bestond uit wateroppervlaktes, waarvan het grootste aandeel kreken zijn (Rupelmondse, Bazelse en Kruibeekse Kreek). Tengevolge van de projectingrepen in het basisproject komen volgende belangrijke wijzigingen inzake het bodemgebruik naar voren: een grote afname (ca. 60ha) van de hoeveelheid grasland, plus minus een halvering van de hoeveelheid akkerland (enkel nog mogelijk in het overgangsgebied), een significante toename van binnendijkse slikken en schorren, en slikken en schorren met struweel- en bosontwikkeling (o.a. door spontane bosontwikkeling en door aanplantingen) Inzake bodemgeschiktheid worden de effecten van een gewijzigd bodemgebruik beoordeeld door de waarde van de huidige bodems voor het huidige gebruik te bepalen en te vergelijken met de toekomstige waarde voor het toekomstig gebruik. Op basis van de in de polder voorkomende bodemtypes kan geconcludeerd worden dat het projectgebied voor 1/3 geschikt is als landbouwgrond. Wat betreft toekomstige bodemgebruik kan gesteld worden dat, ondanks het feit dat sommige (Elzenbroek)bossen en waterplantenvegetaties sterk in biologische waarde verminderd zijn door eutrofiëring, verdroging en aanwezigheid van gebiedsvreemde (infra)structuren, de polder nog belangrijke natuurpotenties vertoont bij een goede, toekomstige inrichting. De (biologisch) waardevolste zones situeren zich in de broekbossen van de Bazelse en Rupelmondse polder en de Rupelmondse kreek. Op basis van de lokale bodem- en waterhuishoudingskarakteristieken (o.a. kwel in de toekomstige getijonafhankelijke deelgebieden van het GOG kunnen belangrijke potentiële landschapstypes zoals rivierbegeleidende bossen, bosweidelandschap en natte graslanden als doel worden gesteld. Daar de waarde van de toekomstige bodems voor het toekomstig gebruik (natuurontwikkeling) op veel plaatsen in de polder van gelijke of zelfs grotere waarde is dan de waarde van de huidige bodems voor het huidige bodemgebruik, wordt dit aspect dan ook matig positief beoordeeld. Belangrijke effecten die tengevolge van uitwisseling van Scheldewater kunnen/zullen optreden bij de werking van het GOG/GGG met een impact naar de bodemkwaliteit toe zijn o.a.: bodemverontreiniging (door accumulatie van zware metalen) sedimentatie van slib en aanvoer van drijvend materiaal verzilting wijziging bodemstructuur bodemerosie Discipline water Voor een weergave van de referentiesituatie inzake de discipline water wordt verwezen naar kaarten 5 en 23. De belangrijkste effecten worden weergegeven op kaart Voorbereidingsfase Aangezien momenteel (medio 2006) reeds voor 90% van het volledige ringdijktracé een tijdelijke langsgracht is gerealiseerd die het water van enkele waterlopen die afwateren vanaf de cuesta (Akkersbeek, Annekensbeek en Daelstraatbeek) afvoert naar de nog niet vergunde ringdijkgedeelten

12 ( gaten ) in de ringdijk, zijn geen specifieke bijkomende voorbereidende werkzaamheden i.k.v. reorganisatie van het oppervlaktewater genoodzaakt. In de uitvoeringsfase wordt de tijdelijke langsgracht wel aangepast en gerealiseerd in de vorm noodzakelijk i.f.v. de afwatering (o.a. met brede overstroombare zones). Het in de voorbereidingsfase fragmentarisch en sporadisch rooien van vegetatie heeft geen significante impact naar de discipline water toe Uitvoeringsfase In het kader van de inrichting van het GOG KBR dienen heel wat graafwerken plaats te vinden. Bij het graven van bouwputten voor kunstwerken, onderdoorpersingen, etc. is het van belang dat deze bouwputten gedurende de duur van de werken droog gehouden kunnen worden. Hiervoor wordt bemaling ingezet. Het graven van bouwputten en bemaling beïnvloeden de stromingsrichting van het grondwater. Dit zal naar de bouwput toestromen zodat een bemalingskegel ontstaat. Omwille van de kleiige bodem ter hoogte van het projectgebied reikt de impact van de bemaling echter niet ver (maximaal een 10-tal meter). Het opgepompte bemalingsdebiet kan zonder problemen geloosd worden in het huidige grachtensysteem. Tijdens de uitvoeringsfase zullen met name werken aan grachten zorgen voor een wijziging van infiltratie/afstroming in het GOG KBR systeem. Nadat de reeds vergunde ringdijkgedeelten zijn afgewerkt, worden de nog niet vergunde ringdijkgedeelten dichtgemaakt. Waar mogelijk worden bestaande grachten langs de ringdijk geïntegreerd in de tot ringgracht omgevormde langsgracht. Langs de gracht worden brede overstroombare zones voorzien (20-tal meter breed) waarin de ringgracht wordt ingericht. De definitieve ringgracht langs de ringdijk heeft twee belangrijke functies. Enerzijds zal de gracht het water, dat momenteel nog in de polders terecht komt, afvoeren naar de Schelde. Anderzijds heeft de gracht een bufferfunctie om bij hevige neerslag en bij stormtij het toestromende water gedeeltelijk op te vangen. Een belangrijke maatregel met een ingrijpende impact op de afvoer van de Barbierbeek is het uitgraven van een nieuwe ondiepe bedding voor de Barbierbeek. De Barbierbeek op zich zal zonder een GGG-werking immers niet in staat zijn snel een nieuwe bedding uit te schuren. Om een lange periode van slechte ontwatering tijdens de uitvoeringsfase te vermijden, wordt daarom de nieuwe bedding reeds aangegeven. Zo wordt ook een mogelijke afwijking van het gewenst tracé, bijvoorbeeld door een kortsluiting naar de dijksloot (langsheen de huidige Scheldedijk) vermeden. Op sommige plaatsen zal een kleine verhoging in het terrein moeten uitgegraven worden, bijv. ter hoogte van de Kapelbeek, om een vlotte afwatering te verzekeren. De lokale afwateringssloten moeten eveneens, bij voorkeur reeds bij het graven van de brede ondiepe bedding (ten laatste bij het doorsteken van de Barbierbeek), lokaal gedempt worden om kortsluitingen te vermijden. De bestaande dijksloot (langsheen Scheldedijk), Kapelbeek en Akkersbeek (gedeelten richting Schelde) worden het best volledig gedempt. Ook de verlaten bedding van de Barbierbeek kan na het graven van de nieuwe ondiepe bedding gedempt worden. Ter hoogte van de gedempte grachten en sloten zal het afwaterings- en infiltratiepatroon sterk wijzigen. De waterkwaliteit van het ondiepe grondwater en het oppervlaktewater kan tijdens de uitvoering van de werken verontreinigd worden door accidentele lekkages van gebruikte machines. De grotendeels kleiige poldersedimenten en/of dikke deklaag zorgt er voor dat het diepe grondwater vrij goed beschermd is tegen eventuele verontreiniging t.g.v. doorsijpeling van contaminanten. Het lozen van eventueel bemalingswater in de dichtstbijzijnde grachten en greppels zorgt voor een inbreng van gebiedsvreemd water in de grachten en beken van de polder KBR. Het grondwater dat zal geloosd worden in het oppervlaktewater heeft grotendeels een vrij goede kwaliteit. Het betreft vnl. zilt kwelwater, afkomstig van buiten de polder zelf. Ter hoogte van de Bazelse donk en nabij de Rupelmondse kreek is het opgepompte grondwater zoeter van aard. Tijdens de uitvoeringsfase worden tengevolge van enkele inrichtingswerken beken en greppels in het projectgebied gedwarst. Dit is onder andere het geval bij de heraanleg van de Air Liquide waterstofleiding ND100 in het RGOG (dwarsing van hoofdgracht die zorgt voor de uitwatering van de deelgebieden RGOG en BGOG) en bij het aanleggen van een wandelpadennetwerk ter hoogte van de Rupelmondse Kreek. De belangrijkste dwarsing en verstoring van de grachtenstructuur vindt plaats in de Kruibeekse polder tengevolge van het graven van de nieuwe ondiepe bedding van de Barbierbeek en het afsluiten van een aantal naar de Scheldedijk (dijkgracht) toestromende afwateringsgrachten

13 (o.a. Akkersbeek en Kapelbeek). Het bouwen van grootschalige in- en uitwateringsconstructies langsheen de Scheldedijk, het afgraven van de Scheldedijk tot overloopdijkniveau en het saneren van enkele voormalige slik- en schorranden die als stortplaats werden gebruikt, kunnen een impact hebben op de structuuurkwaliteit langsheen de Schelde en de dijkgracht. Het merendeel van de polderwaterlopen in het Schelde-alluvium zijn recht met hoge, uniforme onverstevigde oevers en met een uniforme waterloopbreedte. Ze hebben een matig waardevolle structuurkwaliteit. Verstoring van de structuur van deze polderwaterlopen wordt dan ook matig negatief beoordeeld. Wanneer de kruising gebeurt door middel van een doorpersing, hetgeen voorzien wordt bij de heraanleg van pijpleidingen, is er uiteraard geen uitgesproken nadelig effect voor de beekstructuur. Er wordt op gewezen dat na inrichting van het GOG KBR de poldergrachtenstructuur in met name de GGG-deelgebieden grootschalig zal wijzigen tengevolge van de ontwikkeling van een geulensysteem. Desalniettemin betekent dit niet dat de poldergrachten gedurende de uitvoeringsfase zonder enige schroom mogen verstoord en doorsneden worden. De gebruikelijke natuurtechnische uitvoeringsmethodieken die bestaan om een kruising van een waterloop zo milieuvriendelijk mogelijk te laten plaats vinden dienen met name bij het herleggen van pijpleidingentracés dan ook aangewend te worden (bijv. onderdoorpersing of gestuurde boring). Naast verstoring van de structuurkwaliteit en de impact op polderwaterlopen en greppels, zal er t.g.v. de inrichtingsmaatregelen ook een impact zijn op wielen, cultuurhistorische relicten van historische dijkdoorbraken. Verstoring ervan wordt matig tot zeer negatief beoordeeld Beheer- en exploitatiefase Effecten waterkwantiteit De polders van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde ( worden ingericht als gecontroleerd overstromingsgebied. Langsheen de Schelde wordt het gebied begrensd door een overloopdijk. Via deze verlaagde dijk (6,80 m TAW) zal bij stormtij water de polder binnenstromen, en zo de kruin van de tijgolf aftoppen. Bij eb zal het water terug uit de polder geëvacueerd worden via enkele lage uitwateringssluizen. Als dusdanig komen de GOG s slechts sporadisch onder water te staan, namelijk enkel bij stormtij als het waterpeil in de Schelde de 6,80 m TAW overstijgt. Uit modelleringen blijkt dit 1 à 2 maal per jaar het geval te zijn. Voor de ontwikkeling van slik- en schorfuncties wordt via het concept gecontroleerd gereduceerd getij (GGG) in enkele compartimenten van de GOG s een dagelijkse getijdenwerking geïntroduceerd. Bij hoog water kan via de inwateringssluizen een beperkte hoeveelheid water in het gebied stromen. Bij eb wordt dit water weer geëvacueerd naar de Schelde via de uitwateringssluizen. Aldus ontstaat in de polder een gereduceerd getij, dat gekenmerkt wordt door een kleine getijslag en een veel lager gemiddeld waterpeil. De locatie 1 en de parameters 2 van de in- en uitwateringskunstwerken leveren, rekening houdend met gekende tijgegevens voorspelde waterstanden op in het deelgebied KGGG variërende van 1,30m TAW bij gemiddeld hoogwater bij doodtij op de Schelde tot 1,60m TAW bij gemiddeld hoogwater op de Schelde bij springtij. De variatie in het KGGG tengevolge van springtij-doodtij op de Schelde is dus eerder beperkt (ca. 30cm). Piekdebieten op de Barbierbeek, die uitmondt in het KGGG, zullen echter voor een grotere variatie aan waterstanden zorgen. De gecreëerde variatie aan hoogwaterstanden in het KGGG zal aanleiding geven tot een relatief grote variatie in overstromingsfrequentie. Bijna 90% van de Kruibeekse polder zal hierdoor onder rechtstreekse invloed van het getij komen te staan, goed voor zo n 140ha slikken en schorren. Sommige delen zullen dagelijks overstromen, andere slechts enkele malen per jaar. Het aandeel van de Barbierbeek in het totale watervolume in de polder van Kruibeke varieert van minder dan 3% bij aanvoer van een gemiddeld Barbierbeekdebiet gedurende hoogwater tijdens springtij op de Schelde tot bijna 30% bij aanvoer van een piekdebiet vanuit de Barbierbeek gedurende hoogwater tijdens doodtij op de Schelde. 1 in- en uitwateringssluizen om redenen van sterke N-Z dynamiek zover mogelijk naar het noorden geconcentreerd. 2 Hoge inwatering met een beperkte lage inwatering.

Gecontroleerd overstromingsgebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde

Gecontroleerd overstromingsgebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde Info- en vormingsdag: boottocht van Antwerpen tot Brussel Gecontroleerd overstromingsgebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde GOG KBR Gecontroleerd overstromingsgebied in aanleg 2 GOG KBR Gecontroleerd overstromingsgebied

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. toelichting en visie. 1. bestemmingsvoorschriften. 2. inrichting en beheer

TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. toelichting en visie. 1. bestemmingsvoorschriften. 2. inrichting en beheer voorschriften art. 1: natuurgebied VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 1. bestemmingsvoorschriften Onderhavige zone wordt bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de

Nadere informatie

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur

Nadere informatie

Veilig wonen langs de Schelde gecontroleerd overstromingsgebied Kruibeke - Bazel - Rupelmonde

Veilig wonen langs de Schelde gecontroleerd overstromingsgebied Kruibeke - Bazel - Rupelmonde Veilig wonen langs de Schelde De bouwstenen van veiligheid Groene overstroombare dijk Aan de rivierzijde vormen we de 8 km lange Scheldedijk om tot een overloopdijk. Zo kan het Scheldewater bij extreem

Nadere informatie

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Antwerpse Gordel en Klein-Brabant landbouw-, natuur- en bosgebieden Vallei van

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel

Nadere informatie

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Pagina 2 van 9 Gewestelijk

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Schelde-Dender gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan Polder van Vlassenbroek, Grote

Nadere informatie

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Provincie Oost-Vlaanderen - Gemeenten Sint-Niklaas en Temse Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Bijlage II: : stedenbouwkundige voorschriften DEPARTEMENT RUIMTE

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Waasland gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan Durmevallei Bijlage II: stedenbouwkundige

Nadere informatie

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename

Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename Intern Rapport Archeologische opvolging van de aanleg van een natuureducatieve tuin in Oudenaarde, Ename KARL CORDEMANS GENT 2011 Verslaggever, vergunning en depot Karl Cordemans Archeoloog Adjunct van

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde EXCURSIEPUNT DE SCHELDEVALLEI Hoogte = Ter hoogte van het voormalige jachtpaviljoen, De Notelaar, gelegen aan de Schelde te Hingene (fig. 1 en 2), treffen we een vrij groot slikke- en schorregebied aan,

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden

BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN. 1 Hiërarchie. 2 Afbakening gebieden. 2.1 Kwetsbare gebieden BIJLAGE 3: AFBAKENING GEBIEDEN In onderstaande tekst wordt de afweging gemaakt tussen juridische toestand van een gebied, de toestand op het terrein en de visie van het GRS. Daaruit wordt een conclusie

Nadere informatie

Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol

Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf De

Nadere informatie

ONTMOET DE SCHELDE. VNSC SYMPOSIUM Antwerpen 20-11-2014

ONTMOET DE SCHELDE. VNSC SYMPOSIUM Antwerpen 20-11-2014 VNSC SYMPOSIUM Antwerpen 20-11-2014 VNSC Symposium 2014 Deelprojecten Sigmaplan Scheldekaaien Antwerpen Polders van Kruibeke Hedwige-Prosperpolder Cluster Kalkense Meersen Vlassenbroek Wal-Zwijn Cluster

Nadere informatie

Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap. Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s

Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap. Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s Inleiding Decreet IWB, decreet natuurbehoud, SBZ, : vraag naar ecologisch herstel waterlopen

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 14.11.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 68251 VLAAMSE OVERHEID N. 2011 2948 [C 2011/35922] 14 OKTOBER 2011. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 1 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding

Nadere informatie

Oostende - Middenkust

Oostende - Middenkust Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met

Nadere informatie

Sint-Niklaas - Lokeren

Sint-Niklaas - Lokeren Sint-Niklaas - Lokeren 1. Valleigebieden (KB 7/11/78) 0911 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde die op kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letter V hebben

Nadere informatie

Steenbakkerij Floren en Cie NV

Steenbakkerij Floren en Cie NV Steenbakkerij Floren en Cie NV gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften 1 van 6 2 van 6 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Steenbakkerij Floren en Cie NV de

Nadere informatie

gebieden voor toeristischrecreatieve

gebieden voor toeristischrecreatieve Provincie Oost-Vlaanderen - Gemeente Sint-Gillis-Waas ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gebieden voor toeristischrecreatieve structuur Golfterrein Sint-Gillis-Waas bijlage II: stedenbouwkundige

Nadere informatie

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte GEWESTPLAN OPEN RUIMTE Kaart: Gewestplan open ruimte bestemming Vlaanderen 3,2 2,4 1,8 33,7 59 Andere bestemmingen Landbouw Cijfers: Gewestplan open ruimte bestemming

Nadere informatie

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST + KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu

Nadere informatie

Zeeschelde - Scheldemeander Gent-Wetteren

Zeeschelde - Scheldemeander Gent-Wetteren Zeeschelde - Scheldemeander Gent-Wetteren Jenny Walrygesprek - Overleg Buren van de Abdij 11 september 2015 Wim Dauwe, Michaël De Beukelaer-Dossche Overleg Buren van de Abdij Inhoud presentatie Historiek

Nadere informatie

Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning

Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning Oppervlaktedelfstoffenzone Klei van de Kempen Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Datum: 19/04/2017 Rita Heyvaert (Omgeving Vlaanderen) Betreft : Beschrijvende nota bouwaanvraag Polder van Lier

Datum: 19/04/2017 Rita Heyvaert (Omgeving Vlaanderen) Betreft : Beschrijvende nota bouwaanvraag Polder van Lier Nota Datum: 19/04/2017 Aan: Rita Heyvaert (Omgeving Vlaanderen) Auteur: Toon Goormans Nazicht: Michaël Van Rompaey Documentref: I/NO/11458/17.114/TGO Betreft : Inhoudstafel 1. INLEIDING... 2 1.1 VOORWERP

Nadere informatie

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking RUP Zonevreemde recreatie Toelichting Bevolking 11 juni 2018 RUP Is een uitvoering van het Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan (GRS) Vervangt het gewestplan Bestaat uit een grafisch plan en bijhorende

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-mer. Aanleg leiding Air Liquide OxGam (Oxygen Gent ArcelorMittal) Temse Zelzate

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-mer. Aanleg leiding Air Liquide OxGam (Oxygen Gent ArcelorMittal) Temse Zelzate Vlaamse overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) ~\".. \ Vlaa~se 'l~ \ Regenng Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het Bosdecreet

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur Gebied 1 Bakels Broek / Galgenbeemd Art. 3 N Art. 1 Achtergrond: Gescande kadastrale plans - Toestand 01.01.01 - Bron KADSCAN (OC GIS Vlaanderen-AKRED) GEWESTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN Onderdelen

Nadere informatie

Ontmoet de Dijle. December 2013

Ontmoet de Dijle. December 2013 Ontmoet de Dijle December 2013 In het rivierenland rond Mechelen en Willebroek komt heel wat water bijeen: de Zenne, Dijle en Nete vloeien er samen en vormen zo de Rupel. Om wateroverlast in die natte

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1;

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1; 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2016 tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Zwinpolders (B.S., 14 juli 2016, I : 10 d. na publicatie) De Vlaamse Regering, Gelet op

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

afbakening zeehavengebied Antwerpen

afbakening zeehavengebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Havenontwikkeling linkerscheldeoever Bijlage VIb: onderzoek tot milieueffectrapportage deelgebied polder tussen Verrebroek en

Nadere informatie

Inleiding. Opdrachten

Inleiding. Opdrachten Het geactualiseerde Sigmaplan Dagen van de Scheldekaaien Inleiding ir. Wim Dauwe Afdelingshoofd afdeling Zeeschelde - Waterwegen en Zeekanaal NV Structuur Opdrachten Vlaamse Overheid Beleidsdomein Mobiliteit

Nadere informatie

LAR- Zuid - Tracé- wijziging buurtwegen Toelichting. Menen / Kortrijk : Buurtwegen SRBT LAR- Zuid 1

LAR- Zuid - Tracé- wijziging buurtwegen Toelichting. Menen / Kortrijk : Buurtwegen SRBT LAR- Zuid 1 LAR- Zuid - Tracé- wijziging buurtwegen Toelichting Menen / Kortrijk : Buurtwegen SRBT LAR- Zuid 1 Situering : De projectzone opgenomen in voorliggend dossier is gelegen op de grens tussen de stad Kortrijk

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

N16 Scheldebrug Temse-Bornem gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage III: toelichtingsnota tekst colofon Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement RWO - Ruimtelijke Planning Phoenixgebouw

Nadere informatie

SIGNAALGEBIED INDUSTRIEGEBIED E17 DEERLIJK ANALYSE MOGELIJKE COMPENSATIE SEPTEMBER 2015 IN OPDRACHT VAN INTERCOMMUNALE LEIEDAL

SIGNAALGEBIED INDUSTRIEGEBIED E17 DEERLIJK ANALYSE MOGELIJKE COMPENSATIE SEPTEMBER 2015 IN OPDRACHT VAN INTERCOMMUNALE LEIEDAL NOTA SIGNAALGEBIED INDUSTRIEGEBIED E17 DEERLIJK ANALYSE MOGELIJKE COMPENSATIE SEPTEMBER 2015 IN OPDRACHT VAN INTERCOMMUNALE LEIEDAL Disclaimer HydroScan en degenen die aan dit rapport hebben meegewerkt,

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

RUP SION. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. bijlage 5: aanvullende watertoets. stad Lier. 04 mei 2011

RUP SION. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. bijlage 5: aanvullende watertoets. stad Lier. 04 mei 2011 RUP SION bijlage 5: aanvullende watertoets Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan stad Lier 04 mei 2011 RUP SION LIER BIJLAGE 5 aanvullende watertoets dd. 04.05.2011 PAGINA 2 / 10 Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem In Gent 1 van 8 2 van 8 Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 Knoop Wondelgem de ontwerpers Griet De Mulder Peter David Gezien om

Nadere informatie

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12 Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kempische Kleiputten Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften 1 van 12 2 van 12 3 van 12 ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kempische

Nadere informatie

SIGMAPLAN - participatief beleid

SIGMAPLAN - participatief beleid SIGMAPLAN - participatief beleid ir. Wim Dauwe, afdelingshoofd Programma Inleiding Aanleiding en situering Goed onderbouwd plan Complex plan Reikwijdte Recente ontwikkelingen m.b.t. beleidskader en politieke

Nadere informatie

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST EN KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement

Nadere informatie

Moervaartvallei fase 1

Moervaartvallei fase 1 VR 2017 1407 DOC.0688/5BIS Moervaartvallei fase 1 Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

EEN DIJK VAN EEN PLAN. Wim Dauwe

EEN DIJK VAN EEN PLAN. Wim Dauwe EEN DIJK VAN EEN PLAN Wim Dauwe 25-02-2016 De evolutie van het Sigmaplan Waarom het Sigmaplan? Het Sigmaplan in 1977 Actualisatie is noodzakelijk Het geactualiseerde Sigmaplan De evolutie van het Sigmaplan

Nadere informatie

Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017)

Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017) Informatie over de integrale effectenanalyse Zuid-West 380 kv Oost (13 april 2017) Inleiding Het Rijk en TenneT zijn voornemens om de Zuid-West 380 kv hoogspanningsverbinding van Borssele naar Tilburg

Nadere informatie

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Zevenbergen Terheijden Overzichtskaart met uitsnede van het deelgebied (dijkvak B100b) en vogelvlucht foto (Google Earth) Sectie Dijkvakken

Nadere informatie

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Maasvallei van Stokkem tot Heppeneert deelgebied 1. Projectgrindwinning Elerweerd

Maasvallei van Stokkem tot Heppeneert deelgebied 1. Projectgrindwinning Elerweerd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Maasvallei van Stokkem tot Heppeneert deelgebied 1. Projectgrindwinning Elerweerd Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften 1 van 10 2 van 10 3 van 10 Gewestelijk

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

adviezen n.a.v. planmer-screening

adviezen n.a.v. planmer-screening adviezen n.a.v. planmer-screening RUP nr. 6 Kragenwiel gemeente Bornem september 2012 ADVIES ONTWERPER colofon project: RUP Kragenwiel opdrachtgever: GEMEENTE BORNEM opdrachtnemer: OMGEVING cvba uitbreidingstraat

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het behoud van de poldergraslanden en de andere historische permanente graslanden

Voorstel van resolutie. betreffende het behoud van de poldergraslanden en de andere historische permanente graslanden stuk ingediend op 1440 (2011-2012) Nr. 1 20 januari 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de heren Dirk Van Mechelen, Marc Vanden Bussche en Bart Tommelein, mevrouw Mercedes Van Volcem, de heer Karlos

Nadere informatie

Kaart 1.1. Legende. Eigendomssituatie

Kaart 1.1. Legende. Eigendomssituatie Kaart 1.1 Eigendomssituatie Fam. Verschelden - Beck (6) Eerens (8) Nikim nv (3) Pauselijke Missiewerken (9) Puytvoet vzw (4) Stad Sint-Niklaas (2) Van Den Bossche (7) Van Tilborg (5) Schaal 1:35 5 1. 2.

Nadere informatie

RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle. Infomarkt 14 februari 2012

RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle. Infomarkt 14 februari 2012 RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle Infomarkt 14 februari 2012 Doel van het plan uitvoeren Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uitvoeren Landschapsdecreet vastleggen landbouw-, natuuren bosgebieden

Nadere informatie

Een blik op het Gecontroleerd Overstromingsgebied Kruibeke - Bazel - Rupelmonde (GOG KBR)

Een blik op het Gecontroleerd Overstromingsgebied Kruibeke - Bazel - Rupelmonde (GOG KBR) Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap COLOFON Een blik op het Gecontroleerd Overstromingsgebied Kruibeke - Bazel - Rupelmonde (GOG KBR) Tekst, lay-out, eindredactie en samenstelling: Eco Consult Milieucommunicatie

Nadere informatie

ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP ZWINPOLDERS

ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP ZWINPOLDERS ADVIES VAN 26 FEBRUARI 2014 OVER HET VOORONTWERP RUP ZWINPOLDERS SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. VRAAG NAAR BEPERKTE UITBREIDING PLANGEBIED... 3 III. DIFFERENTIATIE

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling Aan Waternet, T.a.v. de afdeling vergunningverlening & handhaving, Korte Ouderkerkerdijk 7, 1096 AC Amsterdam Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling In het kader van project De Nieuwe N200 zal de

Nadere informatie

Gecoro en Minaraad De Ham Wetteren. Voorstelling Gebiedsvisie

Gecoro en Minaraad De Ham Wetteren. Voorstelling Gebiedsvisie Gecoro en Minaraad 02.03.2009 De Ham Wetteren Voorstelling Gebiedsvisie gemeente WETTEREN INHOUD 1. Situering opdracht - uitgangssituatie 2. Inrichtingsvisie 3. Verder verloop uitwerken visie 2 INHOUD

Nadere informatie

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG

NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG NATUURVERGUNNINGSAANVRAAG (in drie exemplaren in te dienen) (Bijlage II bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 houdende nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse Regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Kust-Polders-West-hoek Zwin en Zwinbosjes bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

Archeologische opvolging van de werken in kader van inrichtingsplan Oude Kale (gemeentes Nevele en Lovendegem en stad Gent)

Archeologische opvolging van de werken in kader van inrichtingsplan Oude Kale (gemeentes Nevele en Lovendegem en stad Gent) Intern Rapport Archeologische opvolging van de werken in kader van inrichtingsplan Oude Kale (gemeentes Nevele en Lovendegem en stad Gent) KARL CORDEMANS GENT - 2010 Verslaggever, vergunning en depot Karl

Nadere informatie

VR DOC.1571/2

VR DOC.1571/2 VR 2018 2112 DOC.1571/2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de inrichtingsnota Kwetshage Meetkerkse Moeren DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting,

Nadere informatie

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel

Nadere informatie

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING, Vlaamse Regering Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Kust-Polders-Westhoek landbouw-, natuur- en bosgebieden Zwinpolders

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Kust-Polders-Westhoek landbouw-, natuur- en bosgebieden Zwinpolders gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Kust-Polders-Westhoek landbouw-, natuur- en bosgebieden Zwinpolders bijlage 2 : stedenbouwkundige

Nadere informatie

WATERPROEF. Het geactualiseerde SIGMAPLAN en de Antwerpse Scheldekaaien. Naar een klimaatbestendig Antwerpen

WATERPROEF. Het geactualiseerde SIGMAPLAN en de Antwerpse Scheldekaaien. Naar een klimaatbestendig Antwerpen WATERPROEF Naar een klimaatbestendig Antwerpen Het geactualiseerde SIGMAPLAN en de Antwerpse Scheldekaaien ir. Hans De Preter Waterwegen & Zeekanaal NV afdeling Zeeschelde Celhoofd Investeringen 1. De

Nadere informatie

VOETWEG 65 AANVRAAG TOT GEDEELTELIJKE AFSCHAFFING

VOETWEG 65 AANVRAAG TOT GEDEELTELIJKE AFSCHAFFING VOETWEG 65 AANVRAAG TOT GEDEELTELIJKE AFSCHAFFING GEGEVENS Atlasgemeente: Kortrijk Detailplan 9 Buurtweg: (deel van) nr. 65 INHOUD Met het oog op het indienen van de omgevingsvergunningsaanvraag voor de

Nadere informatie

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc. WATERTOETSPROCES Globale checklist waterbelangen in de ruimtelijke ordening Bij het watertoetsproces let het waterschap op alle wateraspecten. Doorgaans krijgen het voorkomen van wateroverlast en de zorg

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING

ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING ARCHEOLOGISCHE WERFBEGELEIDING BIJ DE REALISATIE VAN EEN VERKAVELING AAN DE MARGRIETSTRAAT TE MEERDONK (SINT-GILLIS) 2010 Inventariserend veldonderzoek werfbegeleiding ARCHEOLOGISCHE DIENST WAASLAND SINT-NIKLAAS

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling ONDERWERP Bestemmingsplan check DO 42 Zoetepasweiden ONZE REFERENTIE 078791258 0.2 DATUM 19-1-2016 VAN Wouter Nijhof In uiterwaarde 42 Zoetepasweiden is het volgende bestemminsplannen vigerend: Bestemmingsplan

Nadere informatie

GEMEENTEBESTUUR ZEMST RUP NR 09 RECREATIEZONE OSSEBEEMDEN. Ontwerp definitieve vaststelling. Stedenbouwkundige voorschriften

GEMEENTEBESTUUR ZEMST RUP NR 09 RECREATIEZONE OSSEBEEMDEN. Ontwerp definitieve vaststelling. Stedenbouwkundige voorschriften GEMEENTEBESTUUR ZEMST RUP NR 09 RECREATIEZONE OSSEBEEMDEN Ontwerp definitieve vaststelling Stedenbouwkundige voorschriften 184446\RAP\ZEMST_04_ontwerp_voorschriften_d Gemeente Zemst De Griet 1 1980 Zemst

Nadere informatie

Openruimtegebieden Beneden-Nete

Openruimtegebieden Beneden-Nete ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur, regio Neteland Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) Oudenaarde 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) 0912 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde, die op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letters V of B,

Nadere informatie

De Laarse Beek inrichting groenzone Leeg-Rietbeemden

De Laarse Beek inrichting groenzone Leeg-Rietbeemden De Laarse Beek inrichting groenzone Leeg-Rietbeemden 27/11/2014 1-17/11/2014 Inhoud Aanleiding en kader van het project Doel Inrichtingsplan Bijsturing perimeter Planning en timing Vragen? 2-17/11/2014

Nadere informatie

Toetsing signaalgebieden Uitvoering actie A4 bekkenbeheerplan Demer. Actorenoverleg 27/02/2012

Toetsing signaalgebieden Uitvoering actie A4 bekkenbeheerplan Demer. Actorenoverleg 27/02/2012 Toetsing signaalgebieden Uitvoering actie A4 bekkenbeheerplan Demer Actorenoverleg 27/02/2012 1 - Inleiding - Bekkenbeheerplan Demer: actie A4 Inventariseren van het effectieve bodemgebruik in zones bestemd

Nadere informatie

De Zeeschelde: varen tussen Temse en Antwerpen

De Zeeschelde: varen tussen Temse en Antwerpen Leerlingen Naam: De Zeeschelde: varen tussen Temse en Antwerpen Klas: 9 Opdracht 1: rivieren het stroomgebied en kanalen van in Vlaanderen Schelde Het gebied van de Schelde en haar bijrivieren heeft een

Nadere informatie

Jaarverslag 2012 Beheercommissie Natuur Kruibeke-Bazel-Rupelmonde

Jaarverslag 2012 Beheercommissie Natuur Kruibeke-Bazel-Rupelmonde Jaarverslag 2012 Beheercommissie Natuur Kruibeke-Bazel-Rupelmonde Jaarverslag 2012 Beheercommissie Natuur Kruibeke-Bazel-Rupelmonde Inhoudsopgave 4 1. Verklaring afkortingen 6 2. Voorwoord 7 3. Situering

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Bijlage 1 Nadere toelichting cultuurhistorie en archeologie

Bijlage 1 Nadere toelichting cultuurhistorie en archeologie Bijlage 1 Nadere toelichting cultuurhistorie en archeologie In onderstaand kader is een uitsnede van de cultuurhistorische waardenkaart van provincie Noord-Brabant opgenomen. Voor de locatie aan de Kerkstraat

Nadere informatie

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Golfterrein Witbos. In Herentals en Westerlo

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Golfterrein Witbos. In Herentals en Westerlo Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Golfterrein Witbos In Herentals en Westerlo Golfterrein Witbos Pagina 1 van 8 Het ontwerp-grup Golfterrein Witbos is gelegen op het grondgebied van de

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college 2015-04-16 p r o v i n Directie Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat 10 3700 TONGEREN Dienst Ruimtelijke Planning en Beleid Geacht college Betreft: uw verzoek tot raadpleging

Nadere informatie

Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning

Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning Oppervlaktedelfstoffenzone ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDE- EN MAASBEKKEN & POLDERKLEI Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie