Christelijke basisschool De Hofvijver. Locatie Forelsloot: Forelsloot CA Zoetermeer. Telefoon: Fax:

Transcriptie

1 Schoolgids CBS De Hofvijver Christelijke basisschool De Hofvijver Locatie Forelsloot: Forelsloot CA Zoetermeer. Telefoon: Fax: Locatie Velddreef: Velddreef CV Zoetermeer Telefoon: Fax: info@dehofvijver.nl Website: /2010

2 Inhoud Voorwoord 2 Hoofdstuk 1 De Una scholengroep 3 Hoofdstuk 2 Een beschrijving van de school 4 Hoofdstuk 3 Waar staan we voor als school 5 Hoofdstuk 4 De organisatie van het onderwijs 7 Hoofdstuk 5 Onderwijsactiviteiten 12 Hoofdstuk 6 De zorg voor leerlingen 17 Hoofdstuk 7 De leerkrachten 23 Hoofdstuk 8 De ouders/verzorgers 25 Hoofdstuk 9 De school en de omgeving 32 Hoofdstuk 10 Buitenschoolse opvang 36 Hoofdstuk 11 Regeling school- en vakantietijden 38 Hoofdstuk 12 Praktische zaken 41 Hoofdstuk 13 Resultaten van het onderwijs 46 1

3 Voorwoord Geachte ouders/verzorgers, Hierbij bieden wij u onze schoolgids aan. Zoals u aan de voorzijde kunt zien, is deze schoolgids een bijzondere schoolgids; een schoolgids van een school met twee locaties, te weten die aan de Forelsloot (wijk 24) en die aan de Velddreef (wijk 27). In deze schoolgids hebben wij de belangrijkste wetenswaardigheden van beide locaties bij elkaar gebracht. Deze schoolgids maakt u duidelijk wat de school te bieden heeft en welke resultaten zij boekt. Bovendien geeft de gids u praktische informatie over het reilen en zeilen in en om de school. Wanneer u op zoek bent naar een goede school voor uw kind(eren), is deze gids een bruikbaar hulpmiddel om een juiste keuze te kunnen maken. Nieuwe ouders/verzorgers nodigen wij, na lezing van deze schoolgids, hartelijk uit een afspraak met ondergetekende te maken. Tijdens een bezoekje aan de school zal deze u nadere informatie over de school verschaffen en kunt u een kijkje in de school nemen. Mocht u nog informatie missen, dan kunt u vanzelfsprekend even contact met ons opnemen. Met vriendelijke groet, namens het team, Hans van Elburg. (directeur) 2

4 1. De Una scholengroep Schoolgids CBS De Hofvijver Unicoz onderwijsgroep Chr. Basisschool De Hofvijver is onderdeel van de Unicoz onderwijsgroep te Zoetermeer. De Unicoz onderwijsgroep staat voor uniek Christelijk en Katholiek onderwijs van hoge kwaliteit in alle wijken van Zoetermeer. Onze onderwijsgroep bestaat uit 22 basisscholen, één school voor speciaal basisonderwijs en een brede scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, het Oranje Nassau College. Bij ons is ieder kind uniek. Daarom hebben wij op al onze scholen aandacht voor de bijzondere talenten van de leerlingen. Iedere school heeft zijn eigen identiteit, sfeer en kernkwaliteiten. De scholen vormen een veilige en uitdagende omgeving waar uw kind zich optimaal en veelzijdig kan ontwikkelen. De 23 scholen voor Primair Onderwijs van de Unicoz zijn verdeeld in twee clusters. De Hofvijver maakt deel uit van cluster A. Algemeen directeur PO voor dit cluster is de heer P. van Delft. Het adres van de algemene directie is: Bredewater 4, 2715 CA Zoetermeer, telefoon: Meer informatie over de Unicoz onderwijsgroep en de betrokken scholen is te vinden op Het bestuursbureau wordt ondersteund door: OSG Leiden Postbus DB Leiden 3

5 2. Een beschrijving van de school 2.1. De naam van de school 2.2. De omgeving van het gebouw Een aantal scholen binnen de Unicoz scholengroep draagt een naam die verbonden is met het Koninklijk Huis. Dit geldt ook voor onze school. De naam De Hofvijver is afgeleid van de vijver die zich bevindt in de tuin van Huis ten Bosch. Huis ten Bosch. De Hofvijver heeft twee locaties die beide in de wijk Seghwaert staan: één locatie bevindt zich aan de Forelsloot (wijk 24), de andere locatie staat aan de Velddreef (wijk 27). De wijken rondom de school zijn ruim opgezet. Dit geldt ook voor beide locaties: we beschikken op beide locaties over ruime lokalen, een aula, een speellokaal en ruime, veilige pleinen Voorzieningen in de schoolgebouwen: - aantal lokalen: 17-2 speellokalen (voor elke locatie één) - de groepen 3 tot en met 8 (en eventueel groep 1 en 2) maken gebruik van een door de gemeente beschikbaar gestelde sportaccommodatie. - voor activiteiten waarbij één of meer groepen zijn betrokken, beschikt elke locatie over een aula - beide locaties beschikken over een documentatie centrum voor de midden- en bovenbouwgroepen. Hier is informatie te vinden die de leerlingen gebruiken om onderwerpen uit te werken en spreekbeurten voor te bereiden. - beide locaties hebben een orthotheek. Deze bevat lesmaterialen voor leerkrachten die leerlingen met leeren gedragsproblemen begeleiden. Er is ook materiaal voor hoog- en meerbegaafde leerlingen. - op beide locaties is een schoolbibliotheek waaruit kinderen een leesboek kunnen halen. Deze boeken worden alleen op school gebruikt. - in alle groepen van de school wordt gebruik gemaakt van één of meer computers; in beide locaties is een volledig computernetwerk, met internetaansluiting, beschikbaar. - beide locaties beschikken over een grote hoeveelheid materialen die tijdens het zelfstandig werken gebruikt kunnen worden. 4

6 3. Waar staan we voor als school 3.1. Christelijk onderwijs. De scholen van de Unicoz scholengroep zijn protestants-christelijke of rooms-katholieke scholen, die midden in de samenleving staan. Daarbij gaan ze uit van de Bijbel, die leidraad voor ons denken en handelen is. In de dagelijkse praktijk van de school ziet u dat op verschillende manieren terug. Heel expliciet: er wordt voorgelezen/verteld uit de Bijbel, er wordt gebeden, er worden liederen gezongen en de christelijke feestdagen worden gevierd. Maar ook op impliciete manier wil de school haar identiteit uitdragen: door bezig te zijn met waarden en normen, door respect hoog in het vaandel te hebben en houden; door na te denken over de wijze waarop we met de aarde, zoals die aan ons gegeven is, omgaan. In de door het bestuur in samenwerking met de bovenschoolse directie en directeuren van de basisscholen opgestelde notitie over identiteit staat: elke levensbeschouwing bepaalt de kijk van de mens op zijn/haar medemens en op de wereld. In het christendom menen wij dat in de relatie tot God, tot de ander, tot zichzelf en tot de omgeving, de mens kan worden zoals hij/zij bedoeld is. Ook leerlingen met een andere levensbeschouwelijke overtuiging zijn welkom. Wel dienen alle leerlingen en ouders/verzorgers met de uitgangspunten, regels en afspraken van de school in te stemmen en deze te respecteren Dit is onze school: een school waar kinderen met veel plezier naar toe gaan. een school waar je veel ervaringen opdoet. een school waar je met plezier leert. een school met fijne vrienden en vriendinnen. een school waar waarden en normen inhoud hebben. een school met een huiselijke sfeer. een school waar ouders/verzorgers van harte welkom zijn. een school waar je altijd nog eens terug kunt komen. een school met een identiteit. een school die borg staat voor een goede en fijne schooltijd. een school die leerlingen goed voorbereidt op de maatschappij en op het voortgezet onderwijs. een school waar ieder kind centraal staat. een school waar kwalitatief goed onderwijs wordt gegeven. een school die leerlingen sociale vaardigheden en respect voor elkaar bijbrengt. een school met een open en heldere communicatie met de ouders/verzorgers een school die zorg voor leerlingen hoog in het vaandel heeft. een school waar de leerlingen kennis verwerven, maar ook creatief gevormd worden. een school waar men streeft naar succeservaringen voor de leerlingen; zo krijgen ze zelfvertrouwen. een school waar men kinderen een positief kritische houding leert. een school die werkt aan een sfeer van veiligheid, vertrouwen en bescherming. een school waar we kinderen stimuleren samen te werken. 5

7 een school waar kinderen leren hun mening te geven en te luisteren naar de mening van anderen. een school waar we iedereen met respect behandelen en waar we proberen die houding over te brengen op de kinderen. een school waar we proberen kinderen zo veel mogelijk zelfstandig, weerbaar en zelfredzaam te maken. een school met veel buitenschoolse activiteiten, zoals een boekenmarkt, een fietspuzzeltocht e.d De hoofddoelstelling van de school Ons doel is het kind de mogelijkheid te bieden voldoende sociale vaardigheden en basisvaardigheden op cognitief én creatief terrein te verwerven, zodat het in staat is als een evenwichtig persoon in goede relatie met zichzelf, de ander en God te functioneren. Voorwaarden hiervoor zijn: 1. veiligheid in en om de school 2. geborgenheid 3. zelfstandigheid 4. identiteit 5. organisatie en structuur 6. respect voor elkaar 7. een doorgaande ontwikkelingslijn 8. vertrouwen in de capaciteiten van elkaar Ons hoofddoel willen we bereiken door: aan te sluiten bij de individuele ontwikkelingsbehoefte van het kind aandacht te schenken aan cognitieve, creatieve en sociaalemotionele vaardigheden de kinderen een duidelijke structuur te bieden, waarin de leerkracht zowel leider als begeleider is een sociaal klimaat te creëren waarbij je zo veel mogelijk jezelf kunt zijn en waarin waarderen en respecteren als vanzelfsprekend worden ervaren de zelfredzaamheid te bevorderen, door de leerlingen te leren omgaan met conflicten, door hen te leren omgaan met het plannen van tijd en werk en door hen te leren samen te werken door het aanleren van normen en waarden die mede voort komen uit onze identiteit er naar te streven dat alle leerlingen aan het eind van hun (basis)schoolloopbaan de eindtermen (= kerndoelen) bereiken Adaptief onderwijs De leerkrachten van onze school hebben tijdens een tweetal studiedagen uitgesproken dat zij in toenemende mate meer adaptief met de leerlingen willen werken. Hiertoe heeft het team meerdere cursussen gevolgd; tijdens deze cursussen stonden de volgende zaken o.a. centraal: zelfstandig werken, gedifferentieerde instructie en Coöperatief leren. Beide zaken vormen een belangrijk onderdeel van een onderwijsconcept waarbinnen adaptief onderwijs mogelijk is. 6

8 4. De organisatie van het onderwijs 4.1.De organisatie van de school Schoolorganisatie en groepering De school is, in algemene zin, toegankelijk voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar. Dit betekent dat alle leerlingen in principe worden toegelaten, mits zij bereid zijn de lessen godsdienstige vorming te volgen en mits zij over lichamelijke en geestelijke vermogens beschikken die het volgen van onderwijs aan onze basisschool mogelijk maken. Het team zet zich volledig in om kinderen kwalitatief goed onderwijs te geven. Toch zijn er leerlingen die wij mogelijk niet als leerling van onze school inschrijven. Hiervoor verwijzen wij naar hoofdstuk 6.5. In acht jaren is een leerling in het algemeen in staat de basisschool te doorlopen. Die acht jaren zijn ingedeeld in het leerstof-jaargroepensysteem. Alles wat de kinderen wordt aangeleerd (en hoe zij in hun ontwikkeling worden begeleid), staat in het schoolplan. Daar is ook in te vinden hoe een en ander over de 8 leerjaren is verdeeld, zodat er onderling een goede aansluiting is en er één ononderbroken lijn gevolgd wordt. Het cursusjaar begint in augustus of september en eindigt in juni of juli. Er wordt gezien de leeftijd en de ontwikkelingsfase van de kinderen een tweedeling in de acht jaren schoolbezoek aangebracht. leeftijd van 4 tot en met 5 jaar: de leerling doorloopt de kleutergroepen/de onderbouw (groep 1 en 2) leeftijd 6 tot en met 12 jaar: de leerling doorloopt de midden- en bovenbouw (groep 3 tot en met 8) Het leerstof-jaargroepensysteem moet beschouwd worden als de ruggengraat van de school. Vanuit deze basis kunnen aan de hand van het ontwikkelings- of leerstofniveau kleinere groepen worden geformeerd. Deze kleinere groepen kennen per vak- of ontwikkelingsgebied een wisselende samenstelling Combinatiegroepen Het kan voorkomen dat de school één of meer combinatiegroepen moet maken. Deze noodzaak doet zich voor als het aantal leerlingen niet groot genoeg is om aparte groepen te kunnen formeren of wanneer er teveel leerlingen in één en dezelfde jaargroep terecht zouden komen. De totale leerkrachtenformatie is afhankelijk van het leerlingaantal van de school. Elk cursusjaar, op 1 oktober, worden de leerlingen volgens overheidsregels geteld: het totale leerlingaantal dat dan wordt vastgesteld is bepalend voor het aantal leerkrachten. Combinatiegroepen kunnen gevormd worden voor een gedeelte van de week of voor de hele week. 7

9 De groepsgrootte Normaal gesproken zal de onderlinge groepsgrootte niet heel erg veel verschillen te zien geven. Het kan echter gebeuren dat het aantal leerlingen binnen een bepaalde leeftijdsgroep veel groter of juist veel kleiner is dan voorzien. In dat geval zal de school hier met de juiste maatregelen op inspelen: er kan dan bijvoorbeeld een combinatiegroep ontstaan om een grote jaargroep te verkleinen. Soms heeft de school de mogelijkheid om één heel grote jaargroep te splitsen in twee kleinere (parallel)groepen Onze werkwijze De kleutergroepen In de kleutergroepen wordt thematisch gewerkt, dat wil zeggen dat een bepaald thema gedurende een aantal weken centraal staat. Wanneer we kijken naar de invulling van een dag in een kleutergroep, wordt er begonnen in de kring. Eerst kunnen de kinderen (tijdens een kringgesprek) iets vertellen over een gebeurtenis of zaak die zij belangrijk vinden. Hierna wordt aandacht besteed aan het vak/vormingsgebied Godsdienstige vorming. Er wordt met elkaar gebeden, gezongen en er wordt uit de Bijbel verteld. Hierna gaan de leerlingen aan het werk in hoeken en groepen, met materialen naar keuze of zij werken aan een door de leerkracht gegeven opdracht. De inhoud van de les wordt bepaald door het thema dat centraal staat en door de leerlijnen die door de leerkrachten zijn vastgesteld. Ook kunnen er gezamenlijke activiteiten plaatsvinden, bijvoorbeeld sociaal-emotionele vorming, taalontwikkeling, muzikale ontwikkeling, bewegen in de klas, voorbereidend schrijven en voorbereidend rekenen. Gedurende de dag wordt er ook buiten of in het speellokaal gespeeld. De leerlingen krijgen tenslotte tenminste tweemaal per week (bewegings)onderwijs in het speellokaal. Zoals hiervoor gesteld, bestaat de onderbouw van de school uit de groepen 1 en 2. Leerlingen die na 1 oktober jarig zijn, worden in één van de groepen 1 / 2 geplaatst, maar maken dan deel uit van de zgn. aanvangsgroep. Deze leerlingen zullen mogelijk langer dan 2 jaar in de onderbouw van de school zitten. Vanzelfsprekend wordt deze gang van zaken uitgebreid met de ouders/verzorgers van de betreffende leerling besproken Overgang van groep 2 naar groep 3 De leerlingen van De Hofvijver zitten gemiddeld 2 jaar in groep 1 / 2. Tijdens die periode wordt hun ontwikkeling nauwkeurig gevolgd met behulp van diverse observaties en toetsen. De gegevens die zo verkregen worden (en die worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem) bepalen of een leerling rijp is om (na de zomervakantie) naar groep 3 te gaan. Een kind is rijp om naar groep 3 over te gaan, wanneer het over voldoende vaardigheden beschikt én er emotioneel aan toe is om het lesprogramma van groep 3 te kunnen volgen. 8

10 De beslissing of een kind van groep 2 naar groep 3 kan overgaan wordt door de leerkracht, genomen, e.e.a. in samenspraak met de Intern Begeleider (IB-er). De leerkracht legt zijn/haar oordeel ruim voor de zomervakantie (maar in ieder geval uiterlijk begin april) voor aan de ouders/verzorgers. De ouders/verzorgers en de leerkracht (en eventueel de IB-er) bekijken vervolgens wat het beste voor het kind is: overgang naar groep 3 of verlenging van de kleuterperiode. Uitgangspunt hierbij is dat het oordeel van de leerkracht(en) bij het nemen van de beslissing doorslaggevend is. Het bovenstaande betekent dat niet alle leerlingen even lang in groep 1 / 2 zitten. Sommige leerlingen zullen langer dan 2 jaar in de kleutergroepen zitten, andere leerlingen zullen na een periode die korter is dan 2 jaar al in staat zijn naar groep 3 over te gaan Ontluikende geletterdheid en gecijferdheid Wanneer kleuters er blijk van geven toe te zijn aan lezen, schrijven en rekenen, zal deze ontwikkeling in de kleutergroepen gestimuleerd worden. Vanzelfsprekend wordt bij alle kleuters het voorbereidend lezen, schrijven en rekenen gestimuleerd Groep 3 tot en met 8 In groep 3 tot en met 8 wordt gewerkt met lesmethoden en met allerlei aanvullende materialen. Voor alle methoden geldt dat de leerstof in blokken is verdeeld. Wanneer er door de leerlingen aan een nieuw blok wordt begonnen, zijn er één of meer instructiemomenten. Instructie kan klassikaal, in groepjes of individueel worden gegeven. Na een instructiemoment gaan de leerlingen de leerstof oefenen en zelfstandig verwerken; hierbij wordt gedifferentieerd in hoeveelheid en moeilijkheid (zie hoofdstuk 4.3). Na het oefenen vindt er een toets plaats. Het resultaat van de toets bepaalt wat de leerlingen (en leerkracht) na de toets gaan doen: leerlingen die voldoende scoren krijgen extra of andere leerstof; leerlingen die onvoldoende scoren krijgen herhalingsstof en/of extra instructie. Leerlingen voor wie de leerstof te moeilijk of te makkelijk is (de zgn. zorgleerlingen) krijgen voor één of meerdere vak- of vormingsgebieden een op hun individuele mogelijkheden afgestemd programma. Dit besluit wordt altijd in overleg met de ouders/verzorgers genomen. De speciale school voor basisonderwijs, de Onderwijs Adviesdienst (OA) of andere externe deskundigen kunnen de IB-er en leerkracht indien nodig helpen bij het opstellen van een dergelijk programma (zie hoofdstuk 6) Zelfstandig werken en gedifferentieerde instructie De leerkrachten van onze school willen de zelfstandigheid van de leerlingen zoveel mogelijk bevorderen. Hiermee wordt gestart in groep 1. 9

11 Een (werk)les zal er in principe vaak als volgt uitzien: De les wordt gestart met het bespreken van de opdrachten. Leerlingen kunnen dan zelf vaststellen of zij wel of niet instructie nodig hebben. Vanzelfsprekend wordt door de leerkracht getoetst of een leerling een verstandig besluit neemt. Leerlingen die geen instructie nodig hebben, gaan vervolgens aan het werk. Het betreft hier het zgn. moet-af-werk (dit is werk dat af moet zijn aan het eind van de dag; ook is dit de leerstof die leerlingen moeten doorlopen om aan het eind van de basisschoolperiode aan de zgn. kerndoelen te voldoen). De leerlingen die wel instructie nodig hebben, krijgen vervolgens deze instructie. In principe wordt deze instructie aan de hele groep gegeven. Zo nodig krijgen leerlingen uitleg in een kleine groep of individueel. De instructie aan een kleine groep of aan een individuele leerling vindt (vanaf groep 3) plaats aan de instructietafel. Na de instructie zijn alle leerlingen bezig met het moet-af-werk. Vanzelfsprekend wordt de hoeveelheid werk aangepast aan de mogelijkheden van de leerlingen en de hoeveelheid beschikbare tijd. Wanneer alle leerlingen aan het werk zijn, wordt het zelfstandig-werkenstoplicht door de leerkracht op rood gedraaid. Wanneer dit stoplicht rood is, is de leerkracht niet beschikbaar voor vragen van de leerlingen. Leerlingen kunnen dan (binnen de afspraken die daarvoor gelden) wel hulp aan klasgenoten vragen. Overigens kunnen ook de leerlingen (vanaf groep 4) met een rood/wit blokje aangegeven of zij bereid zijn hulp te bieden. Wanneer het stoplicht van de leerkracht op rood staat, heeft de leerkracht de handen vrij om met één of een aantal leerlingen apart aan het werk te gaan. Het betreft hier dan vaak leerlingen die extra zorg nodig hebben. Deze extra hulp wordt gegeven aan de instructietafel die in de klas aanwezig is. De periode van zelfstandig werken duurt in groep 1 / 2 ca. 10 á 15 minuten; in groep 8 kan deze periode wel een uur duren. Overigens wordt deze periode één of meer keren onderbroken. De leerkracht draait het stoplicht gedurende een aantal minuten op wit, maakt een rondje langs alle leerlingen en is dan weer beschikbaar voor alle leerlingen. Leerlingen die klaar zijn met hun moet-af-werk, kijken dit werk voor een deel zelf na. Dit binnen de afspraken die hiervoor gelden. Vanzelfsprekend kijkt de leerkracht het werk van de kinderen ook nog na. Wanneer een leerling klaar is met het moet-af-werk, kan deze met het mag-af-werk aan de slag: dit werk (dat leuk, uitdagend en anders is) wordt vaak zelf nagekeken. Na het mag-af-werk is er nog er-na-werk. U moet hier denken aan zaken als een werkstuk maken, een boekbespreking of spreekbeurt voorbereiden of werken met ander uitdagend materiaal De overgang naar het voortgezet onderwijs In januari van het jaar waarin uw kind leerling van groep 8 is, ontvangt u van de leerkracht een advies m.b.t. de vorm van Voortgezet Onderwijs die voor uw kind geschikt is. Bij dit advies baseert de leerkracht zich op de prestaties van uw kind. Het advies wordt met u besproken tijdens de schoolkeuzegesprekken. Tijdens dit gesprek bespreekt de leerkracht ook het Onderwijskundig Rapport dat u aan de school voor Voortgezet Onderwijs dient te overhandigen, wanneer u uw kind daar aanmeldt. Voorafgaand aan deze activiteiten wordt in groep 7 de SchoolVragenLijst afgenomen en in groep 8 (in november) een intelligentieonderzoek. 10

12 Tijdens een informatieavond aan het begin van groep 8 zal u meer over dit onderwerp verteld worden Huiswerk De leerlingen van onze school krijgen huiswerk vanaf groep 6. In deze groep wordt ook geleerd met de agenda om te gaan. In principe krijgen de leerlingen van groep 6 enkele keren per week leer- of maakwerk mee naar huis. In periode tussen het opgeven van het huiswerk en het inleveren ervan, c.q. het overhoren ervan, is relatief kort. In groep 7 en 8 wordt de hoeveelheid huiswerk groter en wordt ook de periode tussen opgeven en overhoren/inleveren langer. De leerlingen leren dan hoe zij met op het oog op het Voortgezet Onderwijs hun huiswerk moeten plannen Stagiaires Van diverse opleidingen komen regelmatig stagiair(e)s binnen de school om praktijkervaring op te doen. Studenten van de PABO zijn in overleg inzetbaar in alle groepen van de school. Zij voeren daar hun praktijkopdrachten uit onder leiding van hun mentor. Stagiair(e)s kunnen zelfstandig met individuele leerlingen of met een groep leerlingen werken. De stagiair(e)s krijgen geregeld bezoek van hun studiebegeleiders. Naast kortdurende stages van studenten zijn er ook langdurige stages. Te denken valt hierbij aan de zgn. LIO-stagiair(e)s. Deze Leerkracht In Opleiding neemt enkele maanden gedurende een deel van de week een groep over. Ook hier houdt de desbetreffende leerkracht de eindverantwoordelijkheid, maar de LIO dient deze periode geheel zelfstandig de groep te leiden. Naast bovengenoemde stagevormen zijn er in de school ook stagiair(e)s aanwezig die een opleiding volgen als onderwijs- of klassenassistent. 11

13 5. Onderwijsactiviteiten Schoolgids CBS De Hofvijver Algemene doelen voor het basisonderwijs Het onderwijs in De Hofvijver is zo ingericht dat de leerlingen aan het eind van de basisschool: - kennis en vaardigheden hebben verworven die de basis leggen voor hun persoonlijke ontwikkeling en het nu en later kunnen functioneren als burger in de maatschappij - voorbereid zijn op het vervolgonderwijs in de basisvorming - plezier kunnen beleven aan het volgen van onderwijs - een geïnteresseerde, leergierige en onderzoekende houding hebben ontwikkeld - inzicht hebben gekregen in hun eigen leerproces - op sociale wijze kunnen deelnemen aan groepsprocessen in en rond de school De kerndoelen De overheid heeft voor alle vak- en vormingsgebieden kerndoelen geformuleerd. Dit zijn criteria waaraan de leerlingen bij het verlaten van de basisschool moeten voldoen. Vanzelfsprekend houden wij bij het plannen van ons onderwijs rekening met deze kerndoelen en trachten wij alle leerlingen de kerndoelen te laten bereiken Het schoolplan Het schoolplan kunt u het beste vergelijken met een draaiboek voor de basisschool. De gezamenlijk uitgestippelde doorgaande lijn, voor alle facetten binnen het onderwijs, staat in het draaiboek. Het huidige schoolplan geldt voor de periode Wanneer u dit wilt, kunt u dit inkijken. Hiervoor kunt u contact met de directeur opnemen. 5.4 Godsdienst Godsdienstonderwijs Naast de door de overheid voorgeschreven vakken, geven we op onze school godsdienstonderwijs. Dit staat (bijna) dagelijks op het rooster. De meest gebruikte werkvorm is vertellen (door de leerkracht) en terugvertellen (door de leerlingen). Dagelijks is er plaats voor gebed en zang. Vanaf groep 6 wordt er uit de Bijbel gelezen. Naast de Bijbelverhalen worden ook de andere religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen nader toegelicht Vieringen Er zijn per jaar twee vieringen. In december vindt de kerstviering plaats; dit gebeurt in de school en op een avond. Wij verwachten dat alle leerlingen bij deze viering aanwezig zijn. Soms worden ook ouders/verzorgers uitgenodigd (gedeeltelijk) bij deze viering aanwezig te zijn. 12

14 In de stille week (de week voor het paasweekend) vindt in de klassen de paasviering plaats. Ook is er tweemaal per jaar een kerk/schooldienst, waaraan onze school en onze leerlingen meewerken. Ouders/verzorgers en leerlingen worden uitgenodigd bij deze diensten aanwezig te zijn Activiteiten in groep 1 en 2 De activiteiten in groep 1 en 2 kenmerken zich door spelenderwijs leren. Daarbij doen de kleuters ervaringen en kennis op die de basis vormen voor hun verdere loopbaan en ontwikkeling in de basisschool. De gebieden waarin de kinderen begeleid worden en ervaringen opdoen zijn: sociale vaardigheden expressievakken (tekenen, handvaardigheid en drama en muziek) motorische ontwikkeling (voorbereidend schrijven en bewegen in de klas en gymnastiek) lees- en rekenvoorwaarden ontwikkeling van de woordenschat Het beleid van de school is, dat er niet structureel leerstof uit groep 3 in de kleutergroepen wordt aangeboden; slechts wanneer leerlingen uit de kleutergroepen veelvuldig aangeven toe te zijn aan leerstof van groep 3 (leerlingen laten bijvoorbeeld duidelijk merken te willen leren lezen) wordt deze leerstof spelenderwijs aangeboden Activiteiten in groep 3 en 4 In groep 3 maakt het spelenderwijs leren plaats voor planmatig leren: een overgang die de leerlingen soms best zwaar valt. Daarom wordt er in groep 3 door de leerlingen nog regelmatig in hoeken gespeeld/gewerkt. De belangrijkste activiteiten in groep 3 en 4 zijn: taal en spelling In deze groepen wordt voortgebouwd op de ontwikkeling van de jonge kinderen in groep 1 en 2. De leerlingen van groep 3 houden zich intensief bezig met het leren lezen en schrijven; deze onderdelen zijn in groep 3 nauw met elkaar verweven. In groep 4 worden taal, lezen en schrijven meer van elkaar gescheiden, hoewel de inhoudelijke koppeling vanzelfsprekend blijft bestaan. rekenen en wiskunde Er wordt een begin gemaakt met het vak rekenen en wiskunde. In genoemde groepen wordt nog (heel) veel gewerkt met concreet materiaal: blokjes, de getallenlijn, het rekenrek. Daarop voortbouwend wordt veel aandacht besteed aan het inzicht in de getallen en getallenrij. 13

15 Naast de hiervoor genoemde hoofdvakken komen in groep 3 en 4 aan de orde: * de wereldoriënterende activiteiten: - hierbij komen aspecten van voorbereidende aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs en verkeersonderwijs aan de orde; ook wordt aandacht besteed aan de bevordering van gezond gedrag en sociale redzaamheid * expressievakken : - tekenen - handvaardigheid - drama - muziek * bewegingsonderwijs - gymnastiek - sport en spel - zwemmen (alleen in groep 4) 5.7. Activiteiten in groep 5, 6, 7 en 8 De activiteiten die plaatsvinden in de groep 3 en 4, worden voortgezet in de groepen 5 tot en met 8. Uiteraard worden de basisactiviteiten (lezen, taal/spelling, schrijven en rekenen) verdiept. De eisen worden zwaarder en er wordt steeds meer een beroep gedaan op inzicht en zelfstandigheid.(zie hiervoor hoofdstuk 4.3.1). In bovengenoemde groepen houden de leerlingen ook spreekbeurten en boekbesprekingen en worden krantenartikelen besproken. Ook leren de leerlingen hoe ze werkstukken moeten maken. In groep 7 wordt bij de leerlingen het verkeersexamen afgenomen; dit examen bestaat uit een theoretisch deel (dit wordt afgenomen op school) en een praktisch deel (de leerlingen leggen per fiets een parcours af). Wanneer de leerlingen bij het examen een voldoende scoren, ontvangen zij een verkeersdiploma. In groep 7 en 8 wordt ook Engels gegeven. In groep 8 krijgen de leerlingen jeugd-ehbo. Deze lessencyclus wordt afgesloten met een EHBO-examen. Wanneer de leerlingen dit examen met goed gevolg afleggen, ontvangen zij een jeugd-ehbodiploma Gebruikte methoden In hoofdstuk 5.2. wordt iets verteld over de kerndoelen. De in onze school gebruikte methoden voldoen alle aan die kerndoelen. In de gebruikte methoden staat een heleboel leerstof. Een (groot) deel van die leerstof is in principe verplichte leerstof (het moet-af-werk) voor elke leerling. De leerkracht deelt het schooljaar in en zorgt er voor dat alle leerstof behandeld wordt. Aldus wordt er naar gestreefd dat alle leerlingen aan het eind van de basisschool de verplichte leerstof hebben gehad: de leerlingen hebben dan de kerndoelen bereikt. Een deel van de leerlingen zal voor één of meerdere vakken niet alle verplichte leerstof kunnen doorlopen. Deze leerlingen (de zorgleerlingen) bereiken dus niet (alle) kerndoelen. Meer hierover kunt u lezen in hoofdstuk 6. 14

16 De gebruikte methoden zijn: Godsdienst Nederlandse taal/spelling Rekenen en wiskunde Aardrijkskunde Geschiedenis Verkeer Expressievakken Natuuronderwijs Begrijpend lezen Engels Sociaal Emotionele Vorming Techniek Kind op Maandag Taalactief 3 Alles telt Wijzer door de wereld/ Hier en daar Wijzer door de tijd Klaarover Moet je doen Natuur buitengewoon/ Leefwereld Goed gelezen Real English Kinderen en hun sociale talenten Diverse materialen 5.9. Natuurkennislessen In samenwerking met de afdeling natuureducatie van de gemeente wordt er aan verschillende lessen deelgenomen. Deze lessen vinden vaak plaats op de kinderboerderij. Op beide locaties gaan de leerlingen in groep 7 of 8 op werkweek, Tijdens deze werkweek krijgen de leerlingen een aantal lessen van medewerkers van De Stichting Veldwerk Nederland Techniek Met ingang van de cursus 2009/2010 wordt in alle groepen van de school het vak/vormingsgebied techniek onderwezen. Hiertoe heeft de school een groot aantal materialen aangeschaft die de leerlingen in contact brengen met allerlei facetten van het vak/vormingsgebied techniek. Hierbij moet u denken aan zaken als magnetisme, elektriciteit, water en lucht, overbrengingen en katrollen e.d. De leerlingen worden tijdens lessen in circuitvorm in kleine groepjes aan het werk gezet met de materialen en hebben aan het eind van de basisschool kennisgemaakt met alle facetten van dit vak/vormingsgebeid (Voortgezet) Technisch lezen Op beide locaties van de school wordt vanaf groep 4 m.b.v. een circuitmodel leesonderwijs gegeven. Hierbij komen de leerlingen elke dag in contact met een groot aantal leesvormen. U kunt daarbij denken aan zaken als stripboekenlezen, duolezen, voordrachtslezen e.d Inzet van onderwijsuren Elke leerling moet aan het eind van de basisschool tenminste 7520 lesuren hebben gehad. Daartoe dient er in de groepen 1 tot en 4 tenminste 880 uur les per leerjaar gegeven te worden. In groep 5 tot en met 8 moet tenminste 1000 uur lesuren worden gegeven. Bij het plannen van de vakanties en studiedagen wordt rekening gehouden met bovenstaande normen. 15

17 De leerlingen van De Hofvijver gaan daarom in de groepen 1 tot en met 4 tenminste 3520 uur naar school; in groepen 5 tot en met 8 krijgen de leerlingen in het totaal tenminste 4000 uur les. In de groepen 1 en 2 wordt ca 50 % van de beschikbare tijd besteed aan de taalontwikkeling, terwijl de overige tijd vooral ten goede komt aan de ontwikkeling van de motoriek en de sociaal-emotionele vorming. In de groepen 3 tot en met 8 wordt ca. 60 % van de beschikbare tijd besteed aan de vakgebieden Nederlandse taal/spelling en Rekenen en wiskunde. Van de resterende tijd wordt ca. 20 % besteed aan wereldoriëntatie (geschiedenis, aardrijkskunde, natuur en verkeer en 20 % aan de expressievakken (tekenen, handvaardigheid, muziek en dramatische expressie) 16

18 6. De zorg voor leerlingen 6.1. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Vanaf het begin van de schoolloopbaan van uw kind(eren) houden wij een leerlingvolgsysteem bij. Hierin staan gegevens over het gezin, gesprekken met ouders/verzorgers, sociale en/of pedagogisch-didactische onderzoeken, toets- en rapportgegevens van de verschillende schooljaren en andere belangrijke zaken. De genoemde gegevens worden bewaard in een afsluitbare kast en worden vanzelfsprekend vertrouwelijk behandeld Huisbezoeken Ouders/verzorgers van leerlingen worden thuis bezocht wanneer de leerkracht daar de noodzaak van inziet en nader, meer uitgebreid overleg, noodzakelijk is of wanneer ouders/verzorgers de leerkracht verzoeken op bezoek te komen Rapportage Binnen beide locaties van de school is de wijze waarop met rapportage wordt omgegaan gelijk. Tijdens dit schooljaar hanteren we de volgende rapportagevormen: Groep 1 en 2: mocht de leerkracht het nodig vinden, dan worden de vorderingen van het kind tijdens een ouderbezoek besproken mondeling tijdens 10-minutengesprekken de leerlingen ontvangen drie keer per jaar een ontwikkelingsverslag. Groep 3 tot en met 8: mondeling tijdens de 10-minutengesprekken de leerlingen van groep 3 tot en met 8 ontvangen drie keer per jaar een ontwikkelingsverslag. De eerste twee ontwikkelingsverslagen worden mondeling besproken tijdens de 10- minutengesprekken. U ontvangt hiervoor een uitnodiging, waarop u aangeeft of u van de geboden mogelijkheid gebruik wilt maken. In bijzondere gevallen worden de ouders/verzorgers ruim voor het meegeven van het derde ontwikkelingsverslag door de leerkracht van uw kind uitgenodigd voor een gesprek. In dat geval vindt hij/zij het noodzakelijk om met u te spreken. Vanzelfsprekend kunt u voor dringende zaken altijd een afspraak maken Speciale zorg voor leerlingen Als de ontwikkeling van uw kind(eren) anders verloopt dan verwacht, omdat zij onder of boven de norm presteren, wordt daar extra naar gekeken. De groepsleraar zal samen met de Intern Begeleider (IB-er) een aantal toetsen afnemen of de leerling observeren. 17

19 Samen met de resultaten van de overige toetsen die jaarlijks bij alle leerlingen worden afgenomen, wordt door de leerkracht en IB-er vastgesteld of extra hulp en aandacht noodzakelijk is. Dit besluit wordt genomen op basis van afspraken die hiervoor binnen de school zijn gemaakt. De extra hulp en aandacht kan plaatsvinden in de klas of, indien er sprake is van een complex probleem, bij de remedial teacher. Ook roepen wij soms de hulp in van externe hulpverleners (de zgn. preventieve ambulante begeleiders: PAB-ers) van scholen voor speciaal onderwijs. Uitgangspunt voor het onderwijs op onze school is dat wij ons onderwijs in toenemende mate willen laten aansluiten bij de ontwikkelingsbehoeften en -mogelijkheden van de leerlingen. Dit uitgangspunt in combinatie met de soms vastgestelde behoefte aan extra zorg en hulp, maakt duidelijk dat het leerstofprogramma van leerlingen zo nodig wordt aangepast. Dit aanpassen geldt zowel voor leerlingen die extra zorg behoeven, als voor leerlingen waarvan de resultaten erg goed zijn. Het aangepaste programma wordt vastgelegd in een handelingsplan. Dit handelingsplan wordt met de ouders/verzorgers besproken en regelmatig bijgesteld. Dit betekent dat niet alle leerlingen op dezelfde wijze dezelfde leerstof krijgen aangeboden. Als een leerling een eigen programma heeft doorlopen, zal het advies voor het Voortgezet Onderwijs daarop worden aangepast. Met leerlingen die ondanks alle extra hulp en aandacht onvoldoende vorderingen maken, kan het volgende gebeuren: - in overleg met de ouders/verzorgers wordt besloten de leerling te laten doubleren. Dit gebeurt alleen wanneer de leerkracht en IB-er het idee hebben dat het opnieuw volgen van de leerstof van een groep zinvol is. - na toestemming van de ouders/verzorgers wordt de Onderwijs Advies dienst (OA) gevraagd een onderzoek af te nemen. De uitslag van dit onderzoek wordt besproken met de ouders/verzorgers en kan duidelijk maken dat voor het kind een andere school voor (speciaal) basisonderwijs moet worden gezocht. Plaatsing op een andere school voor (speciaal) basisonderwijs geschiedt alleen, wanneer duidelijk is dat onze school niet de specifieke hulp kan bieden die noodzakelijk is. De aanmelding gebeurt door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) in te schakelen. De IB-er zal in zo n geval de procedure met u bespreken. Kinderen met een handelingsplan en kinderen die extra hulp en aandacht behoeven worden regelmatig besproken. Dit gebeurt tijdens de zgn. leerlingbesprekingen en tijdens de besprekingen van de Interne Zorg Commissie+ (IZC+). Bij de IZC-vergaderingen zijn de IB-ers, de directeur, een medewerker van de OA, de SchoolMaatschappelijk Werkster en de Ambulant begeleider van de Speciale school voor Basisonderwijs (SBO) aanwezig. 18

20 6.5. Weer Samen Naar School Schoolgids CBS De Hofvijver Van de overheid ontvangt de basisschool een aantal regels om te voorkomen dat leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen te makkelijk worden verwezen naar een speciale school voor basisonderwijs. Daarom zijn er afspraken gemaakt over de wijze waarop het basisonderwijs wordt toegerust om meer leerlingen met problemen op te kunnen vangen. Dit akkoord wordt Weer Samen Naar School genoemd (WSNS). Een nauwe samenwerking tussen de speciale school voor basisonderwijs en het reguliere basisonderwijs is noodzakelijk om WSNS te realiseren. In onze regio is een samenwerkingsverband ontstaan met Speciale school voor basisonderwijs (SBO) De Prinsenhof Toelatingsbeleid De begeleiding van leerlingen die bijna 4 jaar zijn Het allereerste contact tussen ouders/verzorgers van een nog niet schoolgaand kind en de school, vindt plaats tijdens een intake-gesprek. Tijdens dit gesprek vertelt een lid van het Management Team (MT) iets over de school. Ook komt de ontwikkeling van het kind en zijn/haar fysieke en verstandelijke gesteldheid aan de orde. Hierna besluiten de ouders/verzorgers of zij het inschrijfformulier invullen. Wanneer ouders/verzorgers hun kind(eren) bij de school hebben aangemeld, wordt het kind enkele weken voor de vierde verjaardag uitgenodigd een aantal schooltijden te komen wennen. De toekomstige leerkracht neemt hiertoe het initiatief en bespreekt met de ouders/verzorgers de wenmomenten. Wanneer het kind vier jaar is, wordt het officieel leerling van de school. De leerling wordt begeleid door de leerkracht; de leerkracht onderhoudt het contact met de ouders/verzorgers De begeleiding van leerlingen van groep 1 tot en met 7 die afkomstig zijn van een andere school Wanneer ouders/verzorgers hun kind(eren) die reeds op een andere basisschool onderwijs genoten, bij de school aanmelden, vindt er allereerst een gesprek plaats met een lid van het Management Team. Deze vertelt het een en ander over de school. Na dit gesprek neemt het MT-lid contact op met de directie van de school waar het kind (nu nog) ingeschreven is; doel van dit gesprek is dat wordt gemeld, dat ouders/verzorgers er over denken van school te veranderen. Na dit gesprek neemt de IB-er of directeur contact op met de IB-er van de vorige school; tijdens dit gesprek wordt geïnformeerd naar de vorderingen en prestaties en naar het gedrag van het kind. Hierna besluiten het MT-lid, de IB-er en de leerkracht binnen één week of het kind toegelaten wordt. 19

21 De leerling wordt na plaatsing begeleid door de leerkracht van de groep waarin het kind is toegelaten; deze leerkracht onderhoudt het contact met de ouders/verzorgers van het kind De begeleiding van leerlingen van groep 8 die afkomstig zijn van een andere school Allereerst vindt er een gesprek plaats tussen de ouders/verzorgers van de leerling en een MT-lid. Het MT-lid meldt dit gesprek bij de schoolleiding van de school waar het kind staat ingeschreven. Vervolgens heeft de IB-er of directeur contact met de IB-er van de vorige school. Wanneer er sprake is van leer- of gedragsproblemen wordt de leerling niet toegelaten. Wanneer er geen leer- of gedragsproblemen zijn, besluit het MT-lid, samen met de IB-er en de leerkracht van groep 8 binnen één week of de leerling toegelaten wordt. Wanneer besloten wordt het kind toe te laten, wordt het kind begeleid door de leerkracht van groep 8; deze leerkracht onderhoudt het contact met de ouders/verzorgers. Na 1 maart worden nieuwe leerlingen voor groep 8 in principe niet meer toegelaten De begeleiding van leerlingen met handicaps Met ingang van het cursusjaar 2003/2004 hebben kinderen met een geïndiceerde handicap op grond van het landelijk integratiebeleid toegang tot de reguliere basisschool. Ouders/verzorgers van gehandicapte kinderen hebben dus keuzevrijheid van onderwijs: - de speciale school of - met de rugzak naar een basisschool naar keuze. In een rugzak zitten middelen om een gehandicapt kind extra ondersteuning bij het leerproces te geven. Om voor zo n rugzak in aanmerking te komen moet het kind aangemeld worden bij een commissie voor indicatiestelling (CVI). Op grond van landelijk vastgestelde normen bepalen zij of het kind in aanmerking komt voor indicering. Daarbij zijn de ouders/verzorgers formeel verantwoordelijk voor het aanleveren van de gegevens die nodig zijn voor indicatie. Ook wanneer het kind al onze school bezoekt, kan het, als het voldoet aan de criteria, van deze regeling gebruik maken. Als de CVI een positief besluit heeft genomen, kan het kind bij onze school aangemeld worden. Wij zullen aansluitend met de ouders/verzorgers in gesprek gaan over de mogelijkheden van onze school voor het aangemelde kind. Daarbij verkennen we met elkaar de hulpvraag van het kind, de verwachtingen van de ouders/verzorgers en de mogelijkheden van onze school. Als blijkt dat wij het kind de hulp kunnen bieden die het bij het onderwijs nodig heeft, wordt er samen met u een handelingsplan gemaakt met ondersteuning van het speciaal onderwijs. Blijkt dat het voor de school niet mogelijk is om het kind verantwoord op te vangen, dan moeten we u, ook in het belang van het kind, teleurstellen. Het recht op keuzevrijheid betekent namelijk geen toelatingsrecht in het reguliere onderwijs. 20

22 Ouders/verzorgers kunnen hiertegen bezwaar maken bij de adviescommissie voor toelating en begeleiding; telefoon: Op school kunnen ouders/verzorgers informatie opvragen over de rugzakregeling in het algemeen, het adres van de betreffende CVI, het traject voor indicatiestelling, de geldende criteria voor indicering, de checklist met betrekking tot de toelating van een gehandicapt kind op onze school en de mogelijkheden tot aantekenen van bezwaar. Mocht u overwegen uw kind met een rugzak te plaatsen op onze school, dan is het verstandig al in een vroeg stadium contact op te nemen met de directie en/of de Intern Begeleider, omdat het regelen van een verantwoorde opvang de nodige tijd kost Kind centraal Op onze school nemen we kinderen serieus. Er wordt veel met hen gepraat. Soms mogen ze ook meebeslissen. We nemen ook de tijd om met een kind apart te praten als er iets is. We willen dat kinderen zich thuis voelen Het inschrijven van leerlingen Wanneer ouders/verzorgers hun kind(eren) aanmelden als leerling(en) van De Hofvijver is er, zoals elders vermeld in deze schoolgids, eerst een gesprek met één van de leden van het Management Team; veelal zal dit de directeur zijn. Tijdens dit gesprek zullen er een heleboel zaken betreffende De Hofvijver aan de ouders/verzorgers verteld worden. Ook hebben de ouders/verzorgers de gelegenheid tot het stellen van vragen. Na het gesprek worden de ouders/verzorgers rondgeleid door de school; zij kunnen dan een indruk krijgen van het schoolgebouw en de inrichting van het gebouw. Aan het eind van het kennismakingsbezoek krijgen de ouders/verzorgers een aanmeldingsformulier. Wanneer ouders/verzorgers besluiten dat hun kind(eren) leerling(en) van De Hofvijver wordt/worden, vullen zij dit formulier in en ondertekenen dit. Met hun handtekening geven de ouders/verzorgers aan dat zij instemmen met de uitgangspunten, regels en afspraken zoals deze gelden in de school en zijn vermeld in deze schoolgids. Na invulling en ondertekening van het aanmeldingsformulier, leveren de ouders/verzorgers dit in op school. Het formulier wordt vervolgens opgeslagen in het leerlingdossier Het uitschrijven van leerlingen Het uitschrijven van leerlingen vindt schriftelijk en in overleg met de directie plaats. Wij verzoeken u derhalve tijdig contact op te nemen. Als een leerling van onze school verhuist naar een andere school of naar een ander type onderwijs gaat, krijgt de (nieuwe) school van ons een onderwijskundig rapport. Hierin staan o.a. bijzonderheden over de leerling vermeld op didactisch en sociaal emotioneel terrein. 21

23 6.10. Verwijdering van leerlingen Schoolgids CBS De Hofvijver Indien uw kind zich op school ernstig misdraagt, kan uw kind van school worden gestuurd. Het kind kan voor enkele dagen worden geschorst of voorgoed van school verwijderd worden. Wanneer er sprake is van schorsing of verwijdering treden wij altijd in contact met de ouders/verzorgers. U begrijpt dat een schorsing of verwijdering ook voor ons een nare maatregel is. Ons bestuur heeft de plicht om bij verwijdering voor uw kind een andere school te vinden. Indien dit niet binnen acht weken lukt, is er op onze school geen plaats meer voor uw kind. Tegen dit besluit kunt u bezwaar maken; u dient dit binnen vier weken te doen bij de onderwijsinspectie Kleuterverlenging en zittenblijven. Hoewel beide bovengenoemde zaken niet heel vaak voorkomen binnen De Hofvijver, komt het een aantal keren per school jaar voor dat leerlingen langer in de kleutergroep blijven of niet over kunnen gaan naar een volgende groep. Voor de cijfers hierover verwijzen wij naar hoofdsttuk 13. Beide bovengenoemde zaken worden uiterlijk begin april met de ouders/verzorgers besproken. Leerlingen uit de kleutergroepen die er cognitief of sociaal-emotioneel nog niet aan toe zijn om naar groep 3 te gaan, zullen niet naar die groep over kunnen gaan en blijven een jaar langer in de kleutergroep. Zij zijn dan zorgleerling ; dit houdt in dat er voor hen een handelingsplan opgesteld wordt, waarin duidelijk wordt hoe deze leerlingen tijdens dat leerjaar begeleid worden. Zittenblijven komt binnen De Hofvijver relatief weinig voor. Wanneer leerlingen over de hele linie onvoldoende scoren op de methode-onafhankelijke toetsen (de Cito-toetsen) én wanneer de leerkrachten inschatten dat het goed zou zijn als een leerling de leerstof van een leerjaar nog eens opnieuw doorloopt, wordt besloten een leerling niet door te laten gaan naar een volgend leerjaar. In principe probeert het team zittenblijven zo weinig mogelijk te laten gebeuren. Wanneer het enigszins mogelijk is, gaan leerlingen die moeite hebben de overstap naar een volgende groep te maken, tóch naar een volgende groep. Deze leerlingen krijgen dan extra hulp en zonodig wordt het leerstofprogramma (gedeeltelijk) aangepast. Deze leerlingen werken met een handelingsplan, waarin beschreven wordt welke hulp gegeven wordt. Ook wordt een uitspraak gedaan over het eindniveau dat de betrokken leerling kan halen. Zonodig kan externe hulp worden ingeroepen van de Preventief Ambulant Begeleider van de SBO-school. Bovenstaande zaken worden vanzelfsprekend uitgebreid met de ouders/verzorgers besproken. 22

24 7. De leerkrachten 7.1. De benoeming van leraren Schoolgids CBS De Hofvijver Het benoemen van nieuwe leraren is de verantwoordelijkheid van het bestuur van de Unicoz scholengroep. Vanzelfsprekend zijn de medezeggenschapsraad (MR) en het Management Team hier nauw bij betrokken. Het spreekt voor zich dat we ten aanzien van werving en selectie van nieuwe leraren zorgvuldig te werk gaan. Belangrijk hierbij is natuurlijk de vraag of iemand een positief christelijke levenshouding heeft. Ook de vakbekwaamheid van mensen speelt een doorslaggevende rol. Nieuwe leerkrachten komen in dienst van de Unicoz scholengroep; ze zijn in principe inzetbaar op alle scholen van onze stichting. Als door terugloop van het leerlingaantal leraren op een school weg moeten, kunnen zij op andere scholen (waar wel plaats is) herplaatst worden. We zijn ons ervan bewust dat we daarom leerkrachten moeten aanstellen die flexibel zijn. Ook ten aanzien van collega s die invalleerkracht bij de Unicoz scholengroep willen worden, geldt een zorgvuldige procedure. 7.2 Fulltime / parttime Er komen steeds meer parttime leerkrachten. Hierdoor hebben steeds meer groepen meer dan één leerkracht. Het beleid van de school is er op gericht dat uw kind niet met meer dan twee groepsleerkrachten per week te maken krijgt. Leerkrachten die samen de zorg voor een groep hebben, houden elkaar goed op de hoogte van wat er in de klas gebeurt Vervanging van afwezige leerkrachten Het is steeds moeilijker vervangers te vinden voor zieke leerkrachten. Gelukkig zijn binnen onze school parttime werkende leerkrachten bereid wat meer te werken wanneer dat noodzakelijk is. Leerkrachten met bijzondere taken (de IB-er, de RT-er en de leden van het Management Team) worden zo weinig mogelijk ingezet om zieke leerkrachten te vervangen. Het kan in het uiterste geval voor komen, dat er geen vervanging is voor een zieke leerkracht. In dat geval wordt de groep over de andere groepen verdeeld of naar huis gestuurd. Een groep naar huis sturen gebeurt nooit op de eerste ziektedag van de leerkracht en daarna pas nadat de ouders/verzorgers hiervan schriftelijk (of telefonisch) op de hoogte zijn gebracht Scholing van leerkrachten Ieder jaar wordt een scholingsplan opgesteld waarin staat op welke gebieden wij ons als team verder willen bekwamen. 23