Baanonzekerheid en sympathie voor extreemrechtse partijen *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Baanonzekerheid en sympathie voor extreemrechtse partijen *"

Transcriptie

1 ARTIKEL Baanonzekerheid en sympathie voor extreemrechtse partijen * Dave Stynen & Hans De Witte ** Weinig aandacht gaat uit naar de maatschappelijke consequenties van baanonzekerheid zoals rechts-extremisme. Het schaarse empirisch onderzoek toont aan dat de effecten indirect zijn, bijvoorbeeld lopen via een toename van gepercipieerde statusangst, anomie, relatieve deprivatie of alledaags racisme. Meer algemeen, zouden gevoelens van economische bedreiging door migranten hierin een belangrijke intermediaire rol spelen, maar een theoretische gefundeerde verklaring ontbreekt grotendeels. In dit onderzoek wordt gepoogd om vanuit het latente deprivatie model van Jahoda (1982) en de sociale identiteitsbenadering van Tajfel en Turner (1979) een verklaringsmodel op te bouwen. Bovendien controleren we in het onderzoek voor andere (ruimere) aspecten van gepercipieerde bedreiging door migranten, namelijk gepercipieerde overlast en onveiligheidsgevoelens. Hypothesen worden getoetst aan de hand van lineaire hiërarchische regressieanalyse op vragenlijstgegevens van 602 werkende Vlamingen. De resultaten geven aan dat baanonzekerheid indirect gerelateerd is met sympathie voor extreemrechtse partijen. Het gaat gepaard met meer statusangst, wat op zijn beurt alledaags racisme en politiek wantrouwen versterkt. En deze twee variabelen hangen sterk samen met sympathie voor extreemrechtse partijen. De resultaten suggereren dat baanonzekerheid geen directe maar een indirecte voorspeller is van rechts-extremisme, zelfs na controle voor andere vormen van bedreiging door migranten. Inleiding Baanonzekerheid staat bekend als een belangrijke stressor in de werkcontext (Sverke, Hellgren & Näswall, 2006). Onderzoek is voornamelijk gericht geweest op het bestuderen van de gevolgen van baanonzekerheid voor individuen en organisaties. Minder aandacht ging naar ruimere, maatschappelijke consequenties. Baanonzekerheid wordt wel in verband gebracht met extreemrechts stemgedrag (bv. De Witte & Meuleman, 2007). Voorgaand empirisch onderzoek omtrent de * Deze bijdrage werd mede mogelijk gemaakt door de financiering van het Vlaams Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (Onderzoeksproject G ). ** Dave Stynen is werkzaam bij de K.U.Leuven, Onderzoekscentrum Personeel & Organisatie, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, correspondentie: dave.stynen@econ.kuleuven.be Hans De Witte is werkzaam bij de K.U.Leuven, Onderzoeksgroep voor Arbeids-, Organisatie en Personeelspsychologie, Faculteit Psychologische en Pedagogische Wetenschappen. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1 97

2 Dave Stynen & Hans De Witte relatie tussen baanonzekerheid en rechts-extremisme wijst op het bestaan van een indirecte relatie: het verband loopt via een aantal tussenliggende variabelen zoals een verhoging van gevoelens van statusangst, anomie, relatieve deprivatie en alledaags racisme (bv. De Witte & Meuleman, 2007). Algemeen wordt aangenomen dat gevoelens van economische bedreiging door migranten een belangrijke intermediaire rol spelen in de relatie tussen baanonzekerheid en extreemrechts stemgedrag (Lipset, 1960). Er bestaat echter weinig consensus over de concrete invulling van gevoelens van bedreiging. In deze bijdrage bouwen we voort op twee psychologische theorieën die inzicht in het proces van gepercipieerde bedreiging kunnen verdiepen: het latente deprivatie model van Jahoda (1982) en de sociale identiteitsbenadering van Tajfel en Turner (1979). De specifieke mediatoren tussen baanonzekerheid en rechts-extremisme die we naar voor schuiven zijn statusangst, alledaags racisme en politiek wantrouwen. Daarnaast controleren we in deze analyse voor twee andere vormen van bedreiging die vaak met migranten worden geassocieerd: onveiligheidsgevoelens en gepercipieerde overlast in de woonbuurt. In hun onderzoek naar de relatie tussen baanonzekerheid en rechts-extremisme suggereren Billiet en De Witte (2001) om percepties van economische dreiging uit te breiden naar ruimere gevoelens van bedreiging die geassocieerd worden met migranten (bv. criminaliteit). Ook vanuit de criminologische en sociologische literatuur is er empirische evidentie dat overlast en onveiligheidsgevoelens gerelateerd zijn aan extreemrechts stemgedrag (Decorte, De Ruyver, Ponsaers, Lacroix, Lauwers & Tutteleers, 2004; Elchardus & Smits, 2002). We onderzoeken of baanonzekerheid nog een onafhankelijke bijdrage levert in de voorspelling van sympathie voor extreemrechtse partijen wanneer voor andere belangrijke aspecten van bedreiging door migranten wordt gecontroleerd. Eerst lichten we het concept baanonzekerheid toe en wordt ingegaan op de relatie met rechts-extremisme. Vervolgens werken we op basis van het latente deprivatie model van Jahoda (1982) en de sociale identiteitsbenadering (Tajfel & Turner, 1979) een verklaringsmechanisme uit dat de relatie tussen baanonzekerheid en sympathie voor extreemrechtse partijen kan beschrijven. Aansluitend belichten we de gehanteerde methode en geven we de resultaten weer. We ronden af met een discussie van de belangrijkste bevindingen. Baanonzekerheid en rechts-extremisme Baanonzekerheid wordt gedefinieerd als de globale bezorgdheid van een individu over het voortbestaan van zijn of haar arbeidsplaats: het is onduidelijk of men in de toekomst ontslagen zal worden of niet (Van Vuuren, 1990). Deze benadering heeft betrekking op het al dan niet verliezen van de baan op zich. Onderzoek suggereert dat objectieve condities (bv. werkloosheidsgraad) de hoofdcontouren van deze perceptie vastleggen terwijl subjectieve kenmerken zoals persoonlijkheidstrekken (bv. negatieve affectiviteit) verantwoordelijk zijn voor inter-individuele verschillen (Sverke et al., 2006). In een aantal studies wordt baanonzekerheid gerelateerd aan extreemrechts stemgedrag. 98 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1

3 Baanonzekerheid en sympathie voor extreemrechtse partijen Figuur 1. Overzicht van hypothesen Alledaags racisme Baanonzekerheid Statusangst Sympathie voor extreemrechtse partijen Politiek wantrouwen Een vaststelling in al deze studies is dat het verband met rechts-extremisme indirect loopt, via een aantal tussenliggende psychologische variabelen. Als verklaring wordt gesteld dat individuen zich door anderen (migranten) bedreigd kunnen voelen in hun economische belangen, zoals het behoud van hun baan (Lipset, 1960). Bij de autochtone bevolking kan het gevoel ontstaan dat migranten hiervoor verantwoordelijk zijn. Vervolgens stemmen ze op een partij die expliciet pretendeert hun belangen te zullen behartigen (Van Holsteyn, 1990). Empirisch is al gepoogd om gevoelens van bedreiging te operationaliseren. Ondermeer een negatieve houding ten aanzien van migranten (of alledaags racisme), toekomstperspectief, statusangst, politiek wantrouwen, relatieve deprivatie, anomie en utilitair individualisme zijn onderzocht. Zo vonden De Witte, Hooge, Vandoorne en Glorieux (2001) dat baanonzekerheid samengaat met een negatief toekomstperspectief. Dit laatste hangt samen met een negatieve houding ten aanzien van migranten en met het nastreven van eigenbelang (of utilitair individualisme). Beide aspecten blijken op hun beurt voorspellers van het uitbrengen van een stem op een extreemrechtse partij. De Witte en Haesen (1998) stelden vast dat statusangst, gedefinieerd als gevoelens van onzekerheid over de ruimere economische positie of sociale status een belangrijke intermediaire rol speelt. In de studie van De Witte en Meuleman (2007) bleek niet enkel de rol van statusangst van belang. Ook gevoelens van relatieve deprivatie en anomie (of sociale vervreemding) waren belangrijk. Kortom, een aantal studies wijzen op het belang van mediatoren in de relatie tussen baanonzekerheid en rechts-extremisme. De wijze waarop gevoelens van bedreiging worden geoperationaliseerd is echter niet eenduidig omdat een theoretische gefundeerde invulling van gepercipieerde bedreiging als verklaringsmechanisme nog onvoldoende is uitgewerkt. In wat volgt werken we daarom een verklaringsmodel uit. Een verklaringsmodel Een belangrijk kader ter verklaring van de relatie tussen baanonzekerheid en rechts-extremisme is het latente deprivatie model van Jahoda (1982). Hoewel Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1 99

4 Dave Stynen & Hans De Witte Jahoda s model zich toespitst op het verklaren van de gevolgen van werkloosheid, kan het volgens andere auteurs ook toegepast worden op baanonzekerheid (bv. De Witte, 1999). Volgens Jahoda vervult arbeid een aantal essentiële functies in het leven van individuen. Naast haar manifeste functie, zoals zorgen voor financiële zekerheid, vervult arbeid ook een aantal latente functies waaronder het scheppen van ontwikkelings- en sociale contactmogelijkheden en de structurering van de tijd. Bovendien vormt arbeid een bron van status en identiteit. Arbeid is in die zin aldus een belangrijke sleutel tot maatschappelijke participatie (Elchardus & Glorieux, 1995). Daarom is de anticipatie van werkloosheid een potentiële frustratiebron van de manifeste en latente noden die door arbeid worden gelenigd. Naast financiële zekerheid, dreigen tevens de ontwikkelings- en sociale contactmogelijkheden en de structurering van de tijd op de helling te komen staan. Ook status en identiteit kunnen worden bedreigd. Het vooruitzicht op werkloosheid zou aldus gepaard kunnen gaan met de vrees dat men het in de toekomst met minder moet doen. Een concept dat dit onaantrekkelijk toekomstperspectief invulling kan geven, is statusangst. Het betreft gevoelens van onzekerheid over de ruimere economische positie of sociale status (Felling, Peters & Scheepers, 1986). Ook empirisch werd aangetoond dat baanonzekerheid samengaat met statusangst (bv. De Witte & Haesen, 1998). Hypothese 1: Baanonzekerheid gaat gepaard met meer statusangst. Het mechanisme waardoor statusangst in sympathie voor extreemrechtse partijen resulteert, kan worden afgeleid uit de sociale identiteitsbenadering (Tajfel & Turner, 1979). Deze benadering gaat ervan uit dat individuen de complexiteit van de tussenmenselijke interacties zoveel mogelijk vereenvoudigen door zichzelf en anderen in te delen in van elkaar onderscheiden groepen. De interacties kunnen zich dan voltrekken op basis van voorspelbare sociale scripts. Daarom maken individuen groepsstereotypes over de eigen groep en andere groepen. Deze stereotypes zijn echter asymmetrisch: ze vallen voor de eigen groep vaak veel positiever uit in vergelijking met de stereotypes over andere groepen. Tajfel en Turner (1979) stellen dat asymmetrische stereotypering te maken heeft met het streven naar het opbouwen en/of behouden van een positief zelfbeeld. In uitbreiding op de sociale-identiteitstheorie werd de sociale (contra)-identificatietheorie door Eisinga en Scheepers (1989) geformuleerd. Deze theorie stelt dat mensen die geen identiteit uit hun directe sociale omgeving (de groepen waartoe ze behoren) kunnen putten niet zozeer geneigd zullen zijn om de eigen groep positief te stereotyperen, maar wel via een proces van contra-identificatie met de out-groep (bv. vreemdelingen) pogen een positieve identiteit op te bouwen. Aan de out-groep wordt dan op een selectieve manier negatief geëvalueerde kenmerken toegeschreven, zodat de leden van de out-groep als inferieur worden bestempeld in vergelijking met de leden van de in-groep. Zo ontstaat een negatieve houding ten aanzien van andere groepen. In de context van deze bijdrage refereren we daarbij naar alledaags racisme: een negatieve houding ten aanzien van migranten, omdat ze cultureel of economisch als bedreigend worden ervaren. We veronderstellen dat de ervaring van statusangst de behoefte aan een positieve sociale identiteit ver- 100 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1

5 Baanonzekerheid en sympathie voor extreemrechtse partijen sterkt, en bijgevolg de drang om de eigen in-groep af te zetten tegen out-groepen (Billiet, Carton & Huys, 1990). Dit leidt tot een versterking van het alledaags racisme. Empirisch werd deze relatie bevestigd in onderzoek van De Witte en Meuleman (2007). Hypothese 2a: Statusangst gaat gepaard met meer alledaags racisme. Daarnaast veronderstellen we dat statusangst ook samenhangt met politiek wantrouwen. Algemene gevoelens van onzekerheid over de toekomst ontwikkelen zich niet alleen tot een contra-identificatie ten aanzien van migranten, maar wellicht ook tot een vorm van distantie ten aanzien van het politieke bestel. Men geeft daarmee uitdrukking aan de overtuiging dat overheden onvoldoende kunnen/willen werk maken van belangrijke maatschappelijke thema s. Ook hiervoor is er empirische evidentie (De Witte & Haesen, 1998). Hypothese 2b: Statusangst gaat gepaard met meer politiek wantrouwen. Een extreemrechtse stem is een uitdrukking van instemming met de standpunten (bv. anti-migranten) van een extreemrechtse partij, zoals het Vlaams Belang. Wanneer individuen zich bedreigd voelen door anderen in hun economische belangen (Scheepers, Billiet & De Witte, 1995) dan worden politieke partijen die alledaags racisme uitdragen aantrekkelijk omwille van de inhoudelijke overeenstemming tussen de persoonlijke bekommernissen en de programmapunten van een extreemrechtse partij. Empirisch werd deze relatie al bevestigd (van der Brug, Fennema, & Tillie, 2010). Hypothese 3a: Alledaags racisme gaat gepaard met meer sympathie voor extreemrechtse partijen. Een alternatieve hypothese is dat sympathie voor een extreemrechtse partij niet zozeer is ingegeven door overeenstemming met de inhoudelijke aspecten van het partijprogramma, maar dat een stem voor extreemrechts een uiting is van apolitiek protest (Scheepers et al, 1995). Bij het kiespubliek kan de perceptie leven dat de overige (traditionele) partijen onvoldoende inspelen op hun belangen. Aangezien extreemrechtse partijen vaak ook anti-systeem attitudes uitdragen, zoals het in vraag stellen van de parlementaire democratie of van het principe van egalitarisme, worden ze daarom aantrekkelijker. Men kiest dus niet voor een extreemrechtse partij, maar wel tegen alle andere partijen vanuit een afkeer voor het politieke bestel (Billiet & De Witte, 2001). Hypothese 3b: Politiek wantrouwen gaat gepaard met meer sympathie voor extreemrechtse partijen. Het model, weergegeven in figuur 1, suggereert bovendien mediatie. We gaan na of de relaties van baanonzekerheid met politiek wantrouwen en alledaags racisme worden gemedieerd door statusangst en of de samenhang van statusangst met sympathie voor extreemrechtse partijen wordt gemedieerd door alledaags racisme Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1 101

6 Dave Stynen & Hans De Witte en politiek wantrouwen. Daarvoor dienen drie bijkomende hypothesen te worden getoetst. Hypothese 4a: De relatie tussen baanonzekerheid en alledaags racisme worden gemedieerd door statusangst. Hypothese 4b: De relatie tussen baanonzekerheid en politiek wantrouwen worden gemedieerd door statusangst. Hypothese 4c: De relatie tussen statusangst en sympathie voor extreemrechtse partijen wordt gemedieerd door alledaags racisme en politiek wantrouwen. Methode Dataverzameling en steekproef In 2006 werd via een schriftelijke vragenlijst gepeild naar de houding ten aanzien van werk en samenleving bij 1056 werkende Vlamingen, inclusief zelfstandigen. De steekproef kwam tot stand via convenience sampling: een selectiemethode waarin de selectie van respondenten niet willekeurig gebeurt maar op basis van hun grotere bereik- of beschikbaarheid. Het responspercentage bedraagt 57% (n=602). De meerderheid van de respondenten zijn vrouwen (53%), in tegenstelling tot de verhouding in de populatie. De gemiddelde leeftijd van de respondenten bedraagt ongeveer 38,6 jaar, maar in deze steekproef zijn in vergelijking met de populatie vooral jongeren en ouderen oververtegenwoordigd ten koste van de middengroep. Naar opleidingsniveau is er een oververtegenwoordiging van hogeropgeleiden: nagenoeg 70% heeft een hogeschool- of universitair diploma, terwijl dit voor de totale populatie ongeveer 30% bedraagt. Deze tendens zet zich door in de verhouding inzake beroepsgroep. We stellen vast dat de meerderheid van de respondenten een middenkaderfunctie heeft (43%) of werkt als administratief bediende (40%). Slechts 5% van de respondenten werkt als arbeider. Bijna tweederde van de respondenten werkt in de private sector, ongeveer 30% werkt voor de overheid en 5% is zelfstandig. Ongeveer 90% van alle respondenten heeft een contract van onbepaalde duur. De steekproef verschilt dus op een aantal achtergrondkenmerken (significant) van de populatie. Op dit punt komen we terug in de discussie. Meetinstrumenten Baanonzekerheid wordt gemeten aan de hand van vijf items, te beoordelen op een vijf-puntenschaal van helemaal oneens tot helemaal eens. Deze items werden in vroeger onderzoek getest (De Witte, 2000). Een voorbeeld is: Er bestaat een kans dat ik binnenkort mijn werk zal verliezen. De betrouwbaarheid van deze schaal is goed: Cronbach s Alfa is,86. De afhankelijke variabele, sympathie voor een extreemrechtse partij wordt geoperationaliseerd door respondenten te laten beoordelen hoe sympathiek ze het Vlaams Belang en de andere (belangrijkste) politieke partijen in Vlaanderen vinden. Respondenten gaven elk van de vermelde partijen (CD&V, Groen!, N-VA, 102 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1

7 Baanonzekerheid en sympathie voor extreemrechtse partijen sp.a-spirit, Vlaams Belang en VLD) een score van 0 (zeer onsympathiek) tot 10 (zeer sympathiek). De mediatoren zijn statusangst, alledaags racisme en politiek wantrouwen. Het concept statusangst wordt geoperationaliseerd aan de hand van zes items (Eisinga & Scheepers, 1989). Alle items drukken een bezorgdheid over de toekomst uit: vier items zijn toegespitst op de financiële status (bv. Denkt u dat u de komende jaren zult moeten bezuinigen op het huishouden? ) en twee items op de status van de buurt waar men woont (bv. Maakt u zich er wel eens zorgen over dat uw buurt in aanzien achteruit zal gaan? ). De respondenten dienden op een vijf-puntenschaal aan te geven in welke mate ze deze bezorgdheid delen van zelden of nooit over af en toe, regelmatig, heel vaak tot altijd. De Cronbach s Alfa van de schaal is aanvaardbaar (,77). Alledaags racisme wordt gemeten aan de hand van negen items. Deze schaal werd eerder gebruikt door Billiet en De Witte (2001). Vier items drukken uit dat men zich door migranten bedreigd voelt op het gebied van cultuur en gewoonten, telkens twee items doelen op bedreiging op het domein van de sociale zekerheid en tewerkstelling. Eén item betreft het beperken van het aantal migranten die zich in België komen vestigen. Respondenten werden gevraagd om de uitspraken te beoordelen op een vijf-puntenschaal van helemaal oneens tot helemaal eens. Een voorbeelditem is: De migranten pakken het werk af van de Vlamingen. De betrouwbaarheid is goed: een Cronbach s Alfa van,91. Politiek wantrouwen wordt geoperationaliseerd aan de hand van acht items gelijkaardig aan hoe Van Aelst, Walgraeve en Decoster (1999) dit concept operationaliseren. Aan respondenten werd gevraagd om acht uitspraken met betrekking tot (de werking) van het politiek bestel te beoordelen op een vijf-puntenschaal van helemaal oneens tot helemaal eens. Een voorbeelditem is: Er zijn geen eerlijke politici meer. De betrouwbaarheid is goed: een Cronbach s Alfa van,92. Naast controle voor zes achtergrondkenmerken: leeftijd, geslacht, organisatieanciënniteit, contracttype, beroepsstatuut en type woonbuurt, controleren we ook voor twee niet-werkgerelateerde antecedenten van sympathie voor extreemrechtse partijen. Zowel buurtoverlast (Decorte et al. 2004) als onveiligheidsgevoelens (Elchardus & Smits, 2002) worden beschouwd als antecedenten van extreemrechts stemgedrag. Beide aspecten worden tevens geassocieerd met gevoelens van bedreiging die van vreemdelingen zou uitgaan (Billiet & De Witte, 2001). Het concept onveiligheidsgevoelens bestaat uit een affectieve (de angst of het gevoel van bedreiging, kwetsbaarheid en hulpeloosheid), een cognitieve (de risicoperceptie of de geschatte kans op slachtofferschap) en een gedragsmatige component (de preventieve acties die worden ondernomen om slachtofferschap te vermijden) (Ferraro & Lagrange, 1987). Eerder empirisch onderzoek vond evidentie voor het bestaan van slechts twee dimensies: enerzijds de cognitieve en anderzijds de emotionele component, die tevens (preventief) gedrag insluit (Kury, Obergfell-Fuchs & Ferdinand, 2001). Onveiligheidsgevoelens wordt in deze studie gemeten aan de hand van acht items. Deze schaal werd gebruikt voor de verschillende edities tussen 1998 en Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1 103

8 Dave Stynen & Hans De Witte 2008 van het Belgisch Survey Administratie Planning en Statistiek (APS). Alle items drukken verschillende soorten bedreigingen en kwetsbaarheid uit, te beoordelen op een vijf-puntenschaal van helemaal oneens tot helemaal eens. Zowel cognitieve (bv. De politie is niet meer in staat om ons nog te beschermen tegen criminelen ) als affectieve aspecten die gedrag insluiten, worden bevraagd (bv. Uit angst dat ik word overvallen sluit ik altijd onmiddellijk mijn wagen als ik instap ). De betrouwbaarheid is goed: Cronbach s Alfa is,84. Een concept dat vaak samen met onveiligheidsgevoelens wordt genoemd is buurtoverlast. Vanuit een gedragswetenschappelijke invalshoek wordt een onderscheid gemaakt tussen fysieke en sociale overlast. Het verschil tussen beide overlastvormen zit in het aanwijzen van de oorzaak daarvan (Groenen & Goethals, 2005): ergernis ten gevolge van een materieel gedrag (fysieke overlast zoals vandalisme) of interacties tussen personen (sociale overlast zoals burenconflicten). De ervaring van overlast is subjectief: wat voor de ene overlast is, is voor de ander niet meer dan een bijkomstigheid van het menselijk samenleven. Om de percepties inzake overlast te kunnen meten, werd een schaal geconstrueerd op basis van de bevindingen van Groenen en Goethals (2005). Deze auteurs onderscheiden 34 vormen van overlast. Een selectie van veertien overlastvormen (bv. Vechtpartijen door feestgangers, Vandalisme aan woning of tuin door buren ) die de hoogste ernstscores behaalden in het onderzoek van Groenen en Goethals werd opgenomen. Respondenten beoordelen of deze overlastvormen voorkwamen in hun woonbuurt en hoe storend ze ervaren werden. De beoordelingsschaal loopt van 1 (Nee), over 2 (Ja, en dit is helemaal niet storend), 3 (Ja, en dit is matig storend), 4 (Ja, en dit is nogal storend) tot 5 (Ja, en dit is heel storend). De Cronbach s Alfa,93. Naast een overzicht van de betrouwbaarheden geeft tabel 1 de verdeling (gemiddelde en standaarddeviatie) van de centrale variabelen weer. Tabel 2 geeft de correlaties tussen de centrale schalen weer. Tabel 1 Schaalinformatie van de centrale variabelen Schaalpunten Gemiddelde Standaarddeviatie Baanonzekerheid 1-5 2,12,74.86 Overlast in de woonbuurt 1-5 1,90 1,00.93 Onveiligheidsgevoelens 1-5 3,12,70.84 Statusangst 1-5 1,60,49.77 Politiek wantrouwen 1-5 3,16,76.92 Alledaags racisme 1-5 2,60,70.91 Sympathie voor extreemrechtse partijen ,51 2,73 Cronbach s Alfa De zes achtgrondkenmerken werden als dummyvariabelen in de regressie-analyses opgenomen. Geslacht is gecodeerd als dummy vrouw. Beroepsstatuut werd omgezet naar twee dummies: dummy bediende/middenkader en dummy zelf- 104 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1

9 Baanonzekerheid en sympathie voor extreemrechtse partijen Tabel 2 Correlaties tussen de centrale variabelen a Overlast in de woonbuurt Baanonzekerheid Onveiligheidsgevoelens Baanonzekerheid,08,07,14** Statusangst,33**,22**,23** Politiek wantrouwen Alledaags racisme Sympathie voor extreemrechtse partijen,05,16**,43**,24**,02,10*,54**,17**,50** Overlast in de woonbuurt Onveiligheidsgevoelens Statusangst Politiek wantrouwen Alledaags racisme,02,11**,36**,14**,40**,60** a * p <,05; ** p <,01 n = minimaal 579 en maximaal 600. Sympathie voor extreemrechtse partijen standig/directie met de categorie arbeiders als referentiecategorie. Contracttype werd gecodeerd tot dummy tijdelijk en woonbuurt werd omgezet naar dummy landelijk met als referentiecategorie stad. Leeftijd en anciënniteit zijn continue variabelen. Resultaten De verschillende hypothesen worden getoetst via lineaire hiërarchische regressieanalyse. De resultaten zijn weergegeven in tabel 3. Hypothese 1 die voorspelt dat baanonzekerheid gepaard gaat met statusangst, wordt bevestigd. Uit de eerste kolom van tabel 3 kan worden afgeleid dat na controle voor achtergrondkenmerken en uitzuivering van de bijdrage van overlast en onveiligheidsgevoelens, baanonzekerheid positief gerelateerd is met statusangst (β =,30). Ook overlast (β =,14) en onveiligheidsgevoelens zijn positief gerelateerd met statusangst (β =,23). Statusangstige individuen zijn, conform hypothese 2a, geneigd om een negatieve houding ten aanzien van migranten aan te nemen. Uit de tweede kolom van tabel 3 kan worden afgeleid dat statusangst een bijdrage levert in de verklaring van alledaags racisme (β =,09). Statusangst gaat, conform hypothese 2b, ook gepaard met politiek wantrouwen. Op basis van de resultaten uit de derde kolom van tabel 3 kan worden geconcludeerd dat statusangst positief samenhangt met politiek wantrouwen (β =,11). Deze twee verbanden doen zich voor na controle Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1 105

10 Dave Stynen & Hans De Witte voor overlast en onveiligheidsgevoelens. Van de niet-werk gerelateerde antecedenten zijn enkel onveiligheidsgevoelens significant positief gerelateerd met alledaags racisme (β =,48) en politiek wantrouwen (β =,41). Tabel 3 Regressieanalyses met statusangst, alledaags racisme, politiek wantrouwen en sympathie voor extreemrechtse partijen als afhankelijke variabelen a b Statusangst Alledaags racisme Baanonzekerheid,30 *** Mediatoren Statusangst,09 *,11 ** Sympathie voor extreemrechtse partijen Politiek wantrouwen,18 *** Alledaags racisme,51 *** Leeftijd,05,08,01,10 * Man vs vrouw (0-1),07,06,00,05 Anciënniteit,03,16 **,08,02 Vast vs tijdelijk contract (0-1) Arbeider vs bediende/ middenkader (0-1) Arbeider vs zelfstandig/ directie (0-1) Stedelijke vs landelijke buurt (0-1) Politiek wantrouwen Achtergrondkenmerken Niet-werkgerelateerde antecedenten Overlast in de woonbuurt,05,01,06,00,03,21 **,18 **,01,09,20 **,22 **,06,10 *,07,01,10 **,14 **,01,05,06 Onveiligheidsgevoelens,23 ***,48 ***,41 ***,02 n R²,20,33,27,40 R² b,08 ***,01 *,01 **,25 *** a Gestandaardiseerde regressiecoëfficiënten; * p <,05; ** p <,01; *** p <,001 b R² berekend tussen een model met alleen de controlevariabelen (achtergrondkenmerken en niet-werkgerelateerde antecedenten) en een model dat daarbovenop één of meerdere van de mediatoren uit het model opneemt. Ook hypothese 3a en 3b worden bevestigd na regressieanalyse. Uit de vierde kolom van tabel 3 kan worden afgeleid dat zowel alledaags racisme (β =,51), als politiek 106 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1

11 Baanonzekerheid en sympathie voor extreemrechtse partijen wantrouwen (β =,18) samenhangen met sympathie voor een extreemrechtse partij. Noch overlast, noch onveiligheidsgevoelens staan in relatie met de afhankelijke variabele. Het model veronderstelt tevens dat er zich mediatie voordoet (zie figuur 1). We verwachten dat de samenhang van baanonzekerheid met alledaags racisme (r =,02) en met politiek wantrouwen (r =,05) loopt via statusangst (hypothese 4a en 4b) en de samenhang van statusangst met sympathie voor een extreemrechtse partij (r =,14) loopt via alledaags racisme en politiek wantrouwen (hypothese 4c). Om tot mediatie te kunnen besluiten dient aan twee noodzakelijke voorwaarden of stappen te worden voldaan: (1) de mediatoren moeten voorspeld worden uit de onafhankelijke variabelen en (2) de mediatoren leveren een autonome bijdrage in de verklaring van de afhankelijke variabelen (Kenny, Kashy & Bolger, 1998). Zoals blijkt uit de resultaten hierboven, is voor elke mediatie-hypothese aan deze voorwaarden voldaan. Hypothese 4a en 4b worden beide bevestigd aangezien statusangst wordt voorspeld door baanonzekerheid en tevens een predictor is van alledaags racisme en politiek wantrouwen. Ook hypothese 4c kan worden bevestigd want alledaags racisme en politiek wantrouwen worden voorspeld door statusangst en zijn tevens predictoren van sympathie voor een extreemrechtse partij. Voldoen aan hoger vermelde voorwaarden is een indicatie voor mediatie, echter zonder uitsluitsel omtrent de statistische significantie van het mediatieverband. Daarom testen we de verbanden additioneel met de Sobel-test. Deze test gaat per mediatieverband na of het effect van de onafhankelijke op de afhankelijke variabele, op significante wijze, loopt via de mediator. Zowel voor hypothese 4a (z = 3,78, p <,001), 4b (z = 4,89, p <,001) en 4c (z = 5,23, p <,001) wijzen de Sobel-tests op een sigificant mediatieverband. Zoals verwacht gaat baanonzekerheid gepaard met statusangst en is statusangst op zijn beurt geassocieerd met alledaags racisme en politiek wantrouwen. Beide aspecten hangen samen met een sterkere sympathie voor een extreemrechtse partij. Bovendien bestaat er ook evidentie voor de veronderstelde mediatieverbanden. Statusangst fungeert als mediator in de relatie tussen baanonzekerheid enerzijds en alledaags racisme en politiek wantrouwen anderzijds. En tot slot fungeren zowel alledaags racisme als politiek wantrouwen als mediator van de relatie tussen statusangst en sympathie voor een extreemrechtse partij. Discussie In dit onderzoek werd ingegaan op de politieke gevolgen van baanonzekerheid. Baanonzekerheid wordt in verband gebracht met de sympathie voor een extreemrechtse partij. Onderzoek op dit domein is echter schaars en wijst op het bestaan van een indirecte relatie. Dit zet aan om te zoeken naar een verklaring waarom baanonzekerheid fungeert als voedingsbodem voor de aantrekkelijkheid van extreemrechtse partijen. Een centraal aspect in de redenering tot nu toe is dat baanonzekerheid gepaard gaat met gevoelens van bedreiging door migranten. In dit onderzoek hebben we gepoogd om het proces van gepercipieerde bedreiging te operationaliseren aan de hand van twee theoretische raamwerken: het latente deprivatie model en de sociale identiteitsbenadering. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1 107

12 Dave Stynen & Hans De Witte Statusangst is het angstgevoel om er in de toekomst op achteruit te gaan. Status houdt verband met identiteit en wanneer individuen het gevoel hebben dat ze daarin worden bedreigd, zullen ze geneigd zijn om via een proces van contraidentificatie (Eisinga & Scheepers, 1989) negatief geëvalueerde kenmerken aan andere groepen toe te schrijven. In dit onderzoek vinden we inderdaad evidentie dat baanonzekerheid samengaat met angst over het al dan niet kunnen handhaven van status. Statusangstige individuen zijn geneigd zijn om vreemdelingen te wantrouwen. Wantrouwen kan tevens gericht zijn tegen het politieke bestel. Statusangstige individuen distantiëren zich niet alleen van de out-group maar tevens van de politieke leiders van de in-groep. In dit onderzoek vinden we empirische evidentie voor deze relaties. Een opmerkelijke vaststelling is dat er sprake is van volledige mediatie. Er is geen directe relatie tussen baanonzekerheid en sympathie voor een extreemrechtse partij (r =,02). Het bestaan van een direct verband is niet essentieel, aangezien een algemeen verband impliciet volgt uit de significante relaties van baanonzekerheid met de mediatoren en de significante relaties tussen de mediatoren en sympathie voor een extreemrechtse partij. De resultaten suggereren dus dat baanonzekerheid zich slechts doorzet in zoverre baanonzekerheid tevens een negatief toekomstperspectief saillant maakt. Ook statusangst hangt slechts indirect samen met de ontwikkeling van de sympathie voor een extreemrechtse partij: deze relatie loopt via alledaags racisme en politiek wantrouwen. Kortom, angst én distantie blijken essentiële aspecten in het verklaren van de relatie tussen baanonzekerheid en rechts-extremisme. Dit patroon suggereert tevens dat niet iedereen die onzeker is over zijn of haar baan gevoelig wordt voor het discours van extreemrechtse partijen. Of gevoelens van angst en distantie zich zullen ontwikkelen zal vermoedelijk afhangen van hoe individuen omgaan met een stressor als baanonzekerheid. Sommigen zullen pogen het probleem op te lossen (bv. ander werk zoeken, extra training volgen) anderen zullen eerder op een emotionele manier (bv. woede, distantie, zondebok zoeken) op baanonzekerheid reageren. Vooral deze laatste groep loopt meer kans om extreemrechtse sympathieën te ontwikkelen. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de afwezigheid van een directe relatie tussen baanonzekerheid en sympathie voor een extreemrechtse partij. Het in deze bijdrage uitgewerkte perspectief toont zich vruchtbaar. Ruim 40% van de variantie in sympathie voor een extreemrechtse partij wordt verklaard door de variabelen uit het model. Bovendien geniet dit verklaringsmodel een goede theoretische verankering. Een tweede belangrijke vaststelling is dat baanonzekerheid, onafhankelijk fungeert van andere vormen van bedreigingen die met migranten worden geassocieerd. Criminologen en sociologen bestuderen rechts-extremisme vanuit het perspectief van onveiligheidsgevoelens en overlast. De resultaten van deze studie suggereren dat deze aspecten eerder onafhankelijk van elkaar werkzaam zijn. De onderlinge correlaties tussen baanonzekerheid, overlast en onveiligheidsgevoelens zijn ook laag (zie tabel 2). Deze aspecten worden geassocieerd met gevoelens van bedreiging door migranten (Billiet & De Witte, 2001). Toch lijken ze niet onmiddellijk te refereren naar concretiseringen van een gevoel van algemeen 108 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1

13 Baanonzekerheid en sympathie voor extreemrechtse partijen onbehagen, zoals soms wordt gesuggereerd (Christofferson, 2003). De resultaten van dit onderzoek wijzen eerder in de richting van een sterke domeinspecificiteit. Dit onderzoek kent een aantal beperkingen. Ten eerste is de steekproef niet representatief voor de Vlaamse werknemer: ze tendeert naar de aanwezigheid van hoger opgeleide individuen in beter betaalde beroepsposities. De verwachting is dat individuen uit dergelijke subgroepen een minder sterke sympathie of voorkeur hebben voor extreemrechtse partijen, althans volgens het perspectief van de bedreigde economische belangen. Op zich is de niet-representativiteit van deze steekproef niet noodzakelijk een probleem. Het valt te beargumenteren dat we in een dergelijke respondentengroep eerder een onder- dan een overschatting van de sterkte van de veronderstelde verbanden zullen vinden. Ten tweede werd enkel gekeken naar de mate waarin het Vlaams Belang als sympathiek wordt beoordeeld. Het werkelijke stemgedrag werd niet bestudeerd. Men kan argumenteren dat sympathie gerelateerd is aan de stemintentie en dat de belangrijkste predictor van gedrag intenties zijn. Toch verdient het aanbeveling om in de toekomst tevens te peilen naar het werkelijke stemgedrag. Een derde beperking van dit onderzoek is het cross-sectioneel opzet. Om uitspraken over causaliteit te kunnen doen, zijn metingen nodig van dezelfde variabelen op verschillende momenten in de tijd. Bijkomend zijn alle maatstaven subjectief, gemeten aan de hand van een vragenlijst. Een principale componentenanalyse op de items van alle schalen die in dit onderzoek werden gebruikt (cf. Harman s one-factor test) geeft een oplossing met 9 factoren (eigenwaarde groter dan 1). De verschillende maatstaven kunnen dus empirisch van elkaar worden onderscheiden. Daarom is het weinig waarschijnlijk dat de relaties uit deze studie kunnen worden toegeschreven aan één gemeenschappelijke, onderliggende factor die het resultaat zou zijn van common method bias (Podsakoff, MacKenzie, Lee & Podsakoff, 2003). Tot slot, en ondanks de beschreven beperkingen, kunnen op basis van de resultaten van dit onderzoek voorzichtig een aantal beleidsconclusies worden gesuggereerd. Baanonzekerheid maakt mensen angstig over de toekomst. Dit werkt niet enkel negatief in op het welzijn en de organisatie, maar werkt tevens alledaags racisme, politiek wantrouwen en sympathie voor een extreemrechtse partij in de hand. In de eerste plaats kan worden gepoogd om gevoelens van baanonzekerheid te reduceren, bijvoorbeeld door het verschaffen van duidelijke informatie en communicatie tijdens herstructuringen zoals fusies, overnames of downsizing (Vander Elst, Baillien, De Cuyper & De Witte, 2010). Minimaal kan worden gewerkt met het verschaffen van procedurele zekerheid: in welke fase van het veranderingsproces zitten we en welke zijn de mogelijke volgende stappen? Ten tweede blijkt uit dit onderzoek hoe belangrijk alledaags racisme is in de verklaring van rechts-extremisme. Het proces van contra-identificatie ligt daaraan ten grondslag. Organisaties kunnen een belangrijke rol spelen in het tegengaan van alledaags racisme. Janssens en Zanoni (2007) pleiten ervoor dat organisaties een inclusief diversiteitsbeleid voeren, dit is een beleid dat tegenstellingen tussen zij en wij poogt te overstijgen. In de eerste plaats dient daarvoor een overkoepelende identiteit te worden gecreëerd, bijvoorbeeld door het accentueren van Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1 109

14 Dave Stynen & Hans De Witte gemeenschappelijke doelen of waarden. Daarnaast dient er voldoende ruimte te blijven voor subgroepidentificatie, zo niet worden defensiemechanismen geactiveerd en kunnen conflicten ontstaan tussen subgroep en de overkoepelende identiteit. Literatuur Billiet, J., Carton, A. & Huys, R. (1990). Onbekend of onbemind? Een sociologisch onderzoek naar de houding van de Belgen tegenover immigranten. Leuven: K.U.Leuven, Departement Sociologie / Sociologisch Onderzoeksinstituut. Billiet, J. & De Witte, H. (2001). Wie stemde in juni 1999 voor het Vlaams Blok en waarom? Tijdschrift voor Sociologie, 22, Brug, W. van der, Fennema, M. & Tillie, J. (2000). Anti-immigrant parties in Europe: Ideological or protest vote? European Journal of Political Research, 37, Christofferson, T. (2003). The French elections of 2002: The issue of insecurity and the Le Pen effect. Acta Politica, 38, Decorte, T., De Ruyver, B., Ponsaers, P., Lacroix, A.C., Lauwers, S. & Tutteleers, P. (2004). Drugs en overlast. Gent: Academia Press. De Witte, H. (1999). Job insecurity and psychological well-being: Review of the literature and exploration of some unresolved issues. European Journal of Work and Organizational Psychology, 8, De Witte, H. (2000). Arbeidsethos en jobonzekerheid: meting en gevolgen voor welzijn, tevredenheid en inzet op het werk. In R. Bouwen, K. De Witte, H. De Witte & T. Taillieu (red.), Van groep tot gemeenschap. Liber Amicorum Prof. dr. L. Lagrou (pp ). Leuven: Garant. De Witte, H. & Haesen, A. (1998). Over de band tussen jobonzekerheid, etnocentrisme en de voorkeur voor een extreem-rechtse partij. Paper gepresenteerd op het NVPP-Najaarsbijeenkomst, Utrecht, 11 December De Witte, H., Hooge, J., Vandoorne, J. & Glorieux, I. (2001), Prettig werken in een gezonde samenleving. Omvang, verschillen en gevolgen van arbeidstevredenheid in Vlaanderen. In: Administratie Planning en Statistiek (Red.), Vlaanderen gepeild! De Vlaamse overheid en burgeronderzoek Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, p De Witte, H. & Meuleman, B. (2007). Job Insecurity and voting for an extreme right-wing party. In G. Loosveldt, M. Swyngedouw & B. Cambré (red.), Measuring Meaningful Data in Social Research (pp ). Leuven/Voorburg: Acco. Eisinga, R. & Scheepers, P. (1989). Etnocentrisme in Nederland: theoretische en empirische modellen. Nijmegen: Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen. Elchardus, M. & Glorieux, I. (1995). Niet aan de arbeid voorbij. De werkloosheidservaring als reflectie over arbeid, solidariteit en sociale cohesie. Brussel: Koning Boudewijnstichting/ VUBPress. Elchardus, M. & Smits, M. (2002). Anatomie en oorzaken van het wantrouwen. Brussel: VUB- Press. Felling, A., J. Peters & P. Scheepers (1986). Theoretische modellen ter verklaring van ethnocentrisme. Nijmegen: ITS. Ferraro, K.F. & Lagrange, R. (1987). The measurement of fear of crime. Sociological Inquiry, 57, Groenen, A. & Goethals, J. (2005). Over overlast gesproken. Van spraakverwarring naar een integrale aanpak. Politiejournaal & Politieofficier, 3, Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1

15 Baanonzekerheid en sympathie voor extreemrechtse partijen Holsteyn, J. van (1990). En wij dan? De kiezers van Centrumdemocraten. Socialisme en democratie, 6, Jahoda, M. (1982). Employment and unemployment: A social-psychological analysis. Cambridge: Cambridge University Press. Janssens M. & Zanoni P. (2007). What makes an organization inclusive? Work contexts and diversity management practices favoring ethnic minorities inclusion, Paper presented at the Annual Meeting of the Academy of Management, Philadelphia, August Kenny, D.A., Kashy, D.A. & Bolger, N. (1998). Data analysis in social psychology. In D. Gilbert, S. Fiske & G. Lindzey (red.), The handbook of social psychology (pp ). Boston: McGraw-Hill. Kury, H., Obergfell-Fuchs, J. & Ferdinand, T. (2001). Aging and the fear of crime: Recent results from East and West Germany. International Review of Victimology 8, 1, Lipset, S.M. (1960). Political Man. New Jersey: Doubleday and Co. Podsakoff, P.M., MacKenzie, S.B., Lee, J. & Podsakoff, N.P. (2003). Common method biases in behavioral research: A critical review of the literature and recommended remedies. Journal of Applied Psychology, 88, Scheepers, P., Billiet, J. & De Witte, H. (1995). Het electoraat van het Vlaams Blok, De kiezers en hun opvatting. Sociologische Gids, 3, Sverke, M., Hellgren, J. & Näswall, K. (2006). Job insecurity: A literature review. Afgehaald van Sverke.pdf Tajfel, H., & Turner, J.C. (1979). An integrative theory of intergroup conflict. In W.G. Austin & S. Worchel (red.), The social psychology of intergroup relations (pp ). Monterey: CA Brooks/Cole. Van Aelst, P., Walgraeve S. & Decoster, K. (1999). Politiek wantrouwen en protest. Tijdschrift voor Sociologie, 20, Vander Elst, T., Baillien, E., De Cuyper, N. & De Witte, H. (2010). The role of organizational communication and participation in reducing job insecurity and its negative association with job related well being. Economic and Industrial Democracy, 31, Vuuren, T. van (1990). Met ontslag bedreigd. Werknemers in onzekerheid over hun arbeidsplaats bij veranderingen in de organisatie. Amsterdam: VU Uitgeverij. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2011 (27) 1 111

Onzekerheid over werk stimuleert wantrouwen

Onzekerheid over werk stimuleert wantrouwen Onzekerheid over werk stimuleert wantrouwen Baanonzekerheid maakt mensen onverdraagzaam en wantrouwend. Dat laat Belgisch onderzoek zien. Een smarkt gedomineerd door een verkeerde flexibiliteit en inkomensonzekerheid

Nadere informatie

Onzeker over de toekomst van je baan

Onzeker over de toekomst van je baan Onzeker over de toekomst van je baan Peilen naar oorzaken, gevolgen en oplossingen Prof. dr. Hans De Witte Departement Psychologie, K.U.Leuven Lessen voor de 21e Eeuw, 6 maart 2006 0. Inhoud 1. Waarover

Nadere informatie

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Komt tevredenheid met de jaren?

Komt tevredenheid met de jaren? Komt tevredenheid met de jaren? Arbeidstevredenheid in Vlaanderen: een vergelijking van jongeren (SONAR) met de populatie (APS) 1 Een doelgroepenbeleid staat weer volop in de belangstelling. Het Generatiepact

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Generation What? 1 : Etnisch vooroordeel

Generation What? 1 : Etnisch vooroordeel Generation What? 1 : Etnisch vooroordeel Onze samenleving wordt steeds diverser. De studiedienst van de Vlaamse Regering berekende dat begin 2013 ca. 18% van de inwoners van het Vlaamse Gewest van vreemde

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen

Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen Verenigingen en vrijwilligerswerk: hardnekkige fenomenen Luk Bral en Guy Pauwels Studiedag 20 jaar peilen in Vlaanderen Leuven, 31 januari 2017 Inhoud Context Opzet Evolutie informele contacten, lidmaatschap

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 5: werk

Nationaal geluksonderzoek. Deel 5: werk Nationaal geluksonderzoek. Deel 5: werk TECHNISCH RAPPORT 3 december 2018 Universiteit Gent Leerstoel NN Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen werk en de algemene

Nadere informatie

73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat

Nadere informatie

Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig?

Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig? Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig? Resultaten van 10 jaar onderzoek naar de beleving en beoordeling van arbeid Prof. Dr. Hans De Witte Gewoon Hoogleraar Arbeidspsychologie, WOPP-KU Leuven Seminarie

Nadere informatie

Generation What? 1 : Jongeren over Politiek

Generation What? 1 : Jongeren over Politiek Generation What? 1 : Jongeren over Politiek De Generation What enquête peilde niet alleen naar de zogenaamd politieke opvattingen van jongeren, maar ook naar hun meer fundamentele houding tegenover het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20890 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Koelewijn, Hennie Title: Quality of work and well-being of health care employees

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE USE WITH (SELF- REPORTED) PROFICIENCY LEVEL OF COMPETENCES: DIFFERENT CONCEPTS, DIFFERENT PREDICTORS?

COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE USE WITH (SELF- REPORTED) PROFICIENCY LEVEL OF COMPETENCES: DIFFERENT CONCEPTS, DIFFERENT PREDICTORS? COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE USE WITH (SELF- REPORTED) PROFICIENCY LEVEL OF COMPETENCES: DIFFERENT CONCEPTS, DIFFERENT PREDICTORS? Heidi Knipprath & Katleen De Rick COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE

Nadere informatie

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Ferry Koster, Daan Bloem en Petra van de Goorbergh ICOON#11 November 2017 Het

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Het onderzoeksproject Innovatief Personeelsbeleid richt zich op de vraag hoe

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens Inleiding Uit onderzoek blijkt dat vooral jongeren hun weg vinden naar de bibliotheek. 65% van alle jongeren onder de 18 jaar bezochten in hun vrijetijd de bibliotheek en ze waren zo goed als allemaal

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

HETEROGAMIE IN OPLEIDINGSNIVEAU:

HETEROGAMIE IN OPLEIDINGSNIVEAU: HETEROGAMIE IN OPLEIDINGSNIVEAU: BETEKENT DIT OOK EEN VERSCHIL IN WAARDEN EN OPVOEDEN? Mieke Eeckhaut 1, Bart Van de Putte 1, Jan Gerris 2 & Ad Vermulst 2 Dag van de Sociologie, 11 juni 2009, Amsterdam

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

De medewerker tijdens krimp en verandering Tinka van Vuuren. Seminar HRM tijdens krimp en verandering 12 oktober 2011 Nijmegen

De medewerker tijdens krimp en verandering Tinka van Vuuren. Seminar HRM tijdens krimp en verandering 12 oktober 2011 Nijmegen De medewerker tijdens krimp en verandering Tinka van Vuuren Seminar HRM tijdens krimp en verandering 12 oktober 2011 Nijmegen Achtergrond onzekerheid over de arbeidsplaats Bezuinigingen, reorganisaties,

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/90117

Nadere informatie

Images of Older Workers. Content, Causes, and Consequences. A.C. Kroon

Images of Older Workers. Content, Causes, and Consequences. A.C. Kroon Images of Older Workers. Content, Causes, and Consequences. A.C. Kroon IMAGES OF OLDER WORKERS: CONTENT, CAUSES, AND CONSEQUENCES. Anne C. Kroon SAMENVATTING Oudere werknemers worden regelmatig geconfronteerd

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling?

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Naline Geurtzen PhD-student Radboud Universiteit Behavioural Science Institute Nijmegen

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

BURNOUT ASSESSMENT TOOL

BURNOUT ASSESSMENT TOOL BURNOUT ASSESSMENT TOOL Wat is de BAT? De eigenschappen en sterktes van de nieuwe meting Woensdag 20 maart 2019 Inhoud 1- Hoe betrouwbaar & valide is de BAT? 2- Hoe gebruik je de BAT? 3- Hoeveel werkenden

Nadere informatie

Sociale kenmerken van de buurt staan in verband met de fysieke en mentale gezondheid van haar inwoners:

Sociale kenmerken van de buurt staan in verband met de fysieke en mentale gezondheid van haar inwoners: Sociale kenmerken van de buurt staan in verband met de fysieke en mentale gezondheid van haar inwoners: Een onderzoek met gegevens van de leefbaarheidsmonitor Delfien Van Dyck 31 mei 2016 Definitie gezondheid

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Een beeld vanuit de EAK Tijdens het tweede kwartaal van 2007 werd in de Enquête naar de Arbeidskrachten gevraagd of de respondenten in hun dagelijkse

Nadere informatie

Passioneel aan het werk

Passioneel aan het werk Passioneel aan het werk Een websurvey naar oorzaken en gevolgen van werkpassie in België De Witte, H. (Red.) (2004). Resultaten van de enquête werkbetrokkenheid. Hoe zit het met uw werkpassie? Brussel,

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Bijna 7 Belgische werknemers op 10 hebben een goed evenwicht tussen werk en privéleven

Bijna 7 Belgische werknemers op 10 hebben een goed evenwicht tussen werk en privéleven Bijna 7 Belgische werknemers op 10 hebben een goed evenwicht tussen werk en privéleven Een goed evenwicht tussen werk en privéleven bij werknemers heeft een positieve invloed op de resultaten van het bedrijf.

Nadere informatie

Samenvatting derde rapport

Samenvatting derde rapport Samenvatting derde rapport Gronings Perspectief onderzoekt gezondheid, ervaren veiligheid en toekomstperspectief van bewoners in alle 23 Groningse gemeenten. Het onderzoek is een samenwerking tussen onderzoekers

Nadere informatie

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Nederlandse samenvatting Informele tolken worden dagelijks ingezet in de medische praktijk wanneer arts en patiënt niet dezelfde taal spreken.

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Relatiemarketing is gericht op het ontwikkelen van winstgevende, lange termijn relaties met klanten in plaats van het realiseren van korte termijn transacties.

Nadere informatie

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel

Nadere informatie

Politiek wantrouwen en de verkiezingen van 7 juni 2009. Een vergelijking tussen het Waals Gewest en het Vlaams Gewest.

Politiek wantrouwen en de verkiezingen van 7 juni 2009. Een vergelijking tussen het Waals Gewest en het Vlaams Gewest. Inter Universitaire Attractiepool Participation & Representation (PartiRep) Brussel/Bruxelles, Leuven, Antwerpen, Leiden Politiek wantrouwen en de verkiezingen van 7 juni 2009. Een vergelijking tussen

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

ANTECEDENTEN EN GEVOLGEN VAN BAANONZEKER- HEID IN VLAANDEREN TUSSEN 1996 EN 2007 ANALYSE VAN RISICOGROEPEN IN FUNCTIE VAN DE ECONOMISCHE CONJUNCTUUR

ANTECEDENTEN EN GEVOLGEN VAN BAANONZEKER- HEID IN VLAANDEREN TUSSEN 1996 EN 2007 ANALYSE VAN RISICOGROEPEN IN FUNCTIE VAN DE ECONOMISCHE CONJUNCTUUR ANTECEDENTEN EN GEVOLGEN VAN BAANONZEKER- HEID IN VLAANDEREN TUSSEN 1996 EN 2007 ANALYSE VAN RISICOGROEPEN IN FUNCTIE VAN DE ECONOMISCHE CONJUNCTUUR Hans De Witte Carissa Vets Onderzoeksgroep Arbeids-,

Nadere informatie

Tijdelijk maar tevreden

Tijdelijk maar tevreden Tijdelijk maar tevreden De gevolgen van tijdelijk werk voor het welzijn van De Cuyper, N. & De Witte, H. (forthcoming). Temporary employment: psychologically precarious? In N. De Cuyper, K. Isaksson &

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5; TC/98/84 ADVIES Nr. 98/07 VAN 7 JULI 1998 BETREFFENDE EEN AANVRAAG VAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN (DEPARTEMENT SOCIOLOGIE) TOT HET BEKOMEN VAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID EN DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

De sociale identiteit van werklozen: gevolgen voor het welzijn

De sociale identiteit van werklozen: gevolgen voor het welzijn De sociale identiteit van werklozen: gevolgen voor het welzijn Els Vanbelle, Emma Boonen & Hans De Witte * Op basis van de sociale identiteitstheorie (Tajfel & Turner, 1979) worden twee aspecten van de

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Mark Elchardus, Lilith Roggemans en Jessy Siongers

Mark Elchardus, Lilith Roggemans en Jessy Siongers Inhoud Lijst van tabellen en figuren 13 Lijst van gebruikte afkortingen 29 Inleiding 31 1. De Brusselse jeugd onderzocht 35 Mark Elchardus, Lilith Roggemans en Jessy Siongers 1. Inleiding 35 2. Brussel

Nadere informatie

Motieven voor tijdelijk werk en

Motieven voor tijdelijk werk en Motieven voor tijdelijk werk en uitzendarbeid Waarom accepteren tijdelijke werknemers en uitzendkrachten een flexibel contract? Omwille van de toegenomen nood aan flexibilisering zijn tijdelijk werk en

Nadere informatie

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Jobonzekerheid en innovatief werkgedrag: twee fenomenen in een veranderende arbeidsmarkt. Wendy Niesen, Hans De Witte & Tinne Vander Elst

Jobonzekerheid en innovatief werkgedrag: twee fenomenen in een veranderende arbeidsmarkt. Wendy Niesen, Hans De Witte & Tinne Vander Elst Jbnzekerheid en innvatief werkgedrag: twee fenmenen in een veranderende arbeidsmarkt Wendy Niesen, Hans De Witte & Tinne Vander Elst Inhud Veranderende arbeidsmarkt Jbnzekerheid Innvatie Vier resulterende

Nadere informatie

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Hoger onderwijs als investering, consumptie of aanpassing aan sociale normen: gevolgen voor onderwijsmismatch bij hoger opgeleiden

Hoger onderwijs als investering, consumptie of aanpassing aan sociale normen: gevolgen voor onderwijsmismatch bij hoger opgeleiden Hoger onderwijs als investering, of aanpassing aan sociale normen: gevolgen voor onderwijsmismatch bij hoger opgeleiden Sana Sellami (KU Leuven Campus Brussel / Dept Alg. Ec., UA) Dieter Verhaest (KU Leuven

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/41478 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hei, Miranda de Title: Collaborative learning in higher education : design, implementation

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Vertrouwen winnen of gezag afdwingen?

Vertrouwen winnen of gezag afdwingen? Vertrouwen winnen of gezag afdwingen? Dra. Anjuli Van Damme Promotor Prof. dr. Lieven Pauwels Inhoud 1. Is het gezag van politie tanende? 2. Het belang van het vertrouwen 3. Waaruit vloeit het vertrouwen

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen Richtlijnen voor auteurs - De hoofdindeling ligt vast en bestaat uit volgende rubrieken:

Nadere informatie

1. INLEIDING. 2.1 GLOBAAL: EUROPESE WAARDEN STUDIE 2009 Gemiddeld 7,73/10

1. INLEIDING. 2.1 GLOBAAL: EUROPESE WAARDEN STUDIE 2009 Gemiddeld 7,73/10 9. ARBEIDSTEVREDENHEID OF ARBEIDSSATISFACTIE 1. INLEIDING 1.1 SITUERING EN DEFINITIE Welzijn op het werk psychologie Kwaliteit van de arbeid sociologie AT: relatief stabiele affectieve evaluatie van het

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 4: FYSIEKE EN SOCIALE OMGEVING Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen TITEL: FLEXIBLE JOB SEARCH BEHAVIOR AMONG UNEMPLOYED JOBSEEKERS: ANTECEDENTS AND OUTCOMES

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie