Voortgangsrapportage 2015 / Q1-Q2

Transcriptie

1 Voortgangsrapportage 2015 / Q1-Q2

2 Opgesteld door Revisiedatum en - nr Goedgekeurd Kurt Vanhemel 30 okt R00 Frank Machiels, Operations Manager 2 P agina

3 Inhoud INLEIDING _EMISSIE-INVENTARIS... 5 VOORTGANG: 2015 Q1-Q Emissie-inventaris 2014 Q1-Q2 Scope I en II... 6 Emissie-inventaris 2015 Q1-Q2 Scope I en II... 7 Scope III Overige CO 2 -uitstoot _4A1 KETENANALYSE 1: WOON-WERKVERKEER Q1+Q Reductie CO 2 -uitstoot _4A1 KETENANALYSE 3 ZONNEPANELEN SCHUILHUISJES DE LIJN _4B1 REDUCTIEDOELSTELLINGEN Scope I en II MAATREGEL 1 - invoeren energieadvies MAATREGEL 2 - bewustwording elektriciteitsverbruik MAATREGEL 4 beperking zakelijke vliegreizen Scope III MAATREGEL 5 - bewustwording type auto MAATREGEL 7 inventariseren fiets- en carpoolbeleid CONCLUSIE SCOPE I- EN II EMISSIES SCOPE III: KETENANALYSE 1: WOON-WERKVERKEER UITSTOOT VAN PROJECTEN BEHAALD MET GUNNINGVOORDEEL BIJLAGEN P agina

4 Voortgangsrapportage 2015 Q1-Q2 Inleiding In dit dossier zijn de voortgangsrapportages met betrekking tot de emissie-inventaris en de 2 ketenanalyses van EPSiLON opgenomen. In het originele portfolio is 2010 vastgelegd als basisjaar. EPSiLON heeft eind 2011 haar niveau 4-certificering behaald, in maart 2013 mochten we het certificaat voor niveau 5 ontvangen. We vallen binnen de categorie klein bedrijf. Graag willen we benadrukken dat EPSiLON als bedrijf, zelfs voordat we kennis maakten met de CO 2 - prestatieladder, zowel bewust als onbewust veel aandacht had voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en dit waar mogelijk ook aan haar klanten trachtte over te brengen. De voortgangsrapportage is opgebouwd conform de volgorde van de hoofdstukken in het portfolio: 4A1 Emissie-inventaris; 4A1 Ketenanalyse 1: woon-werkverkeer, 4B1 Reductiedoelstellingen. Daarnaast werden volgende hoofdstukken verder geactualiseerd: Energiemanagement programma & kwaliteitsmanagementplan inventarisatie (13 juli 2015) Deelname initiatief (12 oktober 2015) Budget (08 juli 2015) Tenzij anders beschreven, zijn de andere hoofdstukken uit ons portfolio nog steeds van kracht. Voor de voortgangsrapportage is gebruik gemaakt van het Handboek CO 2 -prestatieladder versie 3.0. d.d. 10 juni P agina

5 1_Emissie-inventaris Voortgang: 2015 Q1-Q2 De emissie inventaris is vanaf 2015 gebaseerd op de CO2 emissiefactoren zoals aangegeven op de site Hierdoor zijn de resultaten van 2014 (en voorgaande jaren) niet 1 op 1 te vergelijken met de resultaten van De mix van de oorsprong van de groene stroom is gebaseerd op het stroometiket van Scholt 2014 (zie tabel beneden), stroometiket 2015 nog niet beschikbaar. Tabel: stroometiket scholt (VREG= Vlaanderen) 5 P agina

6 Emissie-inventaris 2014 Q1-Q2 Scope I en II 2014 Q1+Q2 Verhouding totale pand CO 2 -emissie Verbruik Scope I - Directe CO 2 -emissies Eenheid Hoeveelheid Conversiefactor Eenheid Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting m³ g CO 2/ltr Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco kg g CO 2/ltr Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling liter g CO2/ltr rekenen overhead liter g CO2/ltr rekenen aan projecten liter g CO2/ltr Scope II - Indirecte CO 2 -emissies Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs kwh g CO2/kWh water kwh g CO 2/kWh wind kwh g CO 2/kWh biomassa kwh g CO 2/kWh Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen kwh g CO2/kWh Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km km g CO 2/ltr km km g CO 2/ltr > km km g CO 2/ltr 2014 Q1+Q2 KANTOOR PRODUCTIE Verhouding totale pand 10% 90% CO 2 -emissie TOTAAL Verbruik kg CO2 kg CO2 kg CO2 Percentage Scope I - Directe CO 2 -emissies % Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting % Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco 0 nvt 0 0% Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling nvt % rekenen overhead nvt % rekenen aan projecten nvt % Scope II - Indirecte CO 2 -emissies % Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs nvt nvt 0 0% water % wind % biomassa % Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen % Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 0 nvt 0 0% km 891 nvt 891 1% > km 0 nvt 0 0% 6 P agina

7 Emissie-inventaris 2015 Q1-Q2 Scope I en II 2015 (Q1-Q2) Verhouding totale pand CO 2 -emissie Verbruik Scope I - Directe CO 2 -emissies Eenheid Hoeveelheid Conversiefactor Eenheid Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting m³ ,884 kg CO 2/m³ Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco kg 0, kg CO 2/kg Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling liter ,725 kg CO 2/ltr rekenen overhead liter 638,24 3,200 kg CO 2/ltr rekenen aan projecten liter ,200 kg CO 2/ltr Scope II - Indirecte CO 2 -emissies Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs kwh 0 0,526 kg CO 2/kWh water kwh 0 0,004 kg CO 2/kWh wind kwh ,012 kg CO 2/kWh biomassa kwh ,189 kg CO 2/kWh Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen kwh ,070 kg CO 2/kWh Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km km 632 0,297 kg CO 2/km km km ,200 kg CO 2/km > km km 0 0,147 kg CO 2/km 2015 (Q1-Q2) KANTOOR PRODUCTIE Verhouding totale pand 10% 90% CO 2 -emissie TOTAAL Verbruik kg CO 2 kg CO 2 kg CO 2 Percentage Scope I - Directe CO 2 -emissies , , ,1 94% Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting 14704, , ,2 56% Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco 0,0 nvt 0,0 0% Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling nvt 7.741, ,8 3% rekenen overhead 2042,4 nvt 2.042,4 1% rekenen aan projecten 89896,7 nvt ,7 34% Scope II - Indirecte CO 2 -emissies 4.773, , ,8 6% Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs nvt nvt 0,0 0% water 0,00 0,00 0,00 0% wind 166, , ,63 1% biomassa 167, , ,48 1% Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen 829, , ,59 3% Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 187,7 nvt 187,7 0% km 3422,4 nvt 3422,4 1% > km 0,0 nvt 0,0 0% 7 P agina

8 Vergelijking met voorgaande jaren De totale uitstoot van scope I en scope II is in 2015/ Q1-Q2 significant toegenomen t.o.v. 2014/ Q1- Q2. Als we de cijfers analyseren kunnen we stellen dat de toename vooral toe te schrijven is aan de stijging van het aardgasverbruik. Het is nl zo dat door de implementatie van de lakkerij er 2 aardgas gestookte ovens (droogoven & moffeloven) geplaatst zijn die dagelijks in werking zijn. De onderlinge verhoudingen tussen scope I (directe emissies) en scope II (indirecte emissies) zijn gewijzigd: 2014: scope 1= 84 %, scope 2= 16 %, 2015: scope 1= 94 %, scope 2= 6 %. Dit is ook voornamelijk te verklaren door de grote toename van het gasverbruik (implementatie van de lakkerij) CO 2 -uitstoot EPSiLON 2014 Q1+Q2 16% 84% Scope I - Directe CO2- emissies Scope II - Indirecte CO2- emissies Figuur 1: Verdeling scope I en scope II emissies 2014 / Q1-Q2 CO 2 -uitstoot 2015 Q1-Q2 6% 94% Scope I directe emissies Scope II indirecte emissies Scope I Figuur 2: Verdeling scope I en scope II emissies 2015 / Q1-Q2 Aardgasverbruik Zoals boven reeds aangehaald is het aardgasverbruik significant gestegen (ongeveer verviervoudigd) door het implementeren van de poederlakinstallatie. Dit heeft uiteraard een impact op de totale CO2 uitstoot. De voorbije jaren stelden we vast dat ons aardgasverbruik voornamelijk afhankelijk was van het weer, vermits de 2 grootverbruikers nl; branders moffel & droogoven nu onafhankelijk van de weersomstandigheden dagelijks in werking zijn is procentueel bekeken de impact van het weer uiteraard afgenomen. 8 P agina

9 Periode Verbruik (m³) 2014 Q1-Q Q1-Q Verbruik propaan heftrucks + lasafdeling Het verbruik in 2015 / Q1-Q2 is gestegen t.o.v / Q1-Q2, zoals reeds aangegeven in de vorige voortgangsrapportage is dit vooral te verklaren door de implementatie van onze poederlakkerij waardoor er intern meer heftruckverkeer is (van de productiehal naar de hal van de lakkerij, dus langere afstanden dan voorheen). Ook is er voor het Haaglanden project waar er op een relatief korte termijn een groot aantal abri s geplaatst dienden te worden tijdelijk een extra gasheftruck voorzien. Ook zijn er veel staanders en dakspanten, hekwerkpaaltjes, gelast waardoor het gasverbruik uiteraard ook hier gestegen is. We gaan ervan uit dat door het in gebruik nemen van de lakkerij het verbruik van onze eigen vrachtwagen gaat verminderen (hier hebben we momenteel nog geen exact zicht op maar dit blijven we opvolgen) Verbruik diesel zakelijk verkeer - projecten De overhead (woon-werkverkeer) van het dieselverbruik is niet gewijzigd t.o.v. de voorgaande jaren; de 3 personen met bedrijfswagen wonen immers nog altijd op hetzelfde adres. Het verbruik m.b.t. projecten is toegenomen: van liter of kg CO 2 in 2014 / Q1-Q2 naar liter of kg CO 2 in 2015 / Q1-Q Dieselverbruik zakelijke projecten -liters liter Q1-Q Q1-Q2 Figuur 2: CO 2-uitstoot dieselverbruik t.b.v. zakelijke projecten (2014 /Q1-Q2 t.o.v / Q1-Q2) Deze toename is vooral te wijten aan het project in Den Haag. Voor de verplaatsingen naar Den Haag is er regelmatig gebruikt gemaakt van 2 extra huurwagens. Deze personen bleven dan wel overnachten in Den Haag om nodeloos heen en weer rijden te voorkomen. 9 P agina

10 Scope II De scope II emissies in 2015 / Q1-Q2 zijn met ca 33 % gedaald t.o.v. dezelfde periode vorig jaar Een kort overzicht van de verschillende categorieën: Het elektriciteitsverbruik is toegenomen ook weer door de implementatie van de lakkerij (bvb het op temperatuur houden van het voorbehandelings-bad 7 dagen op 7 d.m.v. elektrische verwarmingselementen). De bijbehorende CO 2 -uitstoot is in 2015 / Q1-Q2 echter gedaald in vergelijking met 2014 / Q1-Q2. Dit is als volgt te verklaren: o Zoals aangegeven zijn vanaf januari 2015 de emissiefactoren via gebruikt in onze berekeningen waardoor de cijfers niet 1 op 1 te vergelijken zijn. o Als we de mix van de oorsprong van groene energie bekijken bij Scholt dan stellen we vast dat er maar een beperkt percentage (6 %) van de energie uit biomassa gewonnen wordt de andere energiebron is wind (94%) wat een positief effect heeft op de CO2 emissie. Periode Uitstoot (kg CO 2 ) 2014 / Q1-Q / Q1-Q Elektriciteitsverbruik (uitstoot Kg CO2) 2015 / Q1-Q2 vs.2014 / Q1-Q2 De opbrengst en als gevolg daarvan het verbruik van de zonnepanelen is gestegen met 30%. Dit is ook logisch: bij meer opbrengst van de zonnepanelen wordt ook eerst deze opbrengst gebruikt vooraleer er groene stroom wordt ingekocht. De zonnepanelen hebben meer opgebracht omdat er meer zonuren zijn geweest in 2015 / Q1-Q2 t.o.v / Q1-Q2. Het aantal zakelijke vluchten is gestegen. We proberen zoveel mogelijk gebruikt te maken van de trein maar de zakelijke verplaatsingen (vluchten) zijn echter ook sterk afhankelijk van de lopende projecten of commerciële opportuniteiten op dat moment. Afgelegde afstanden per vliegtuig werden berekend via de Great Circle Mapper ( gebaseerd op de IATA-codes van de vliegvelden. Totale uitstoot scope I en scope II van 2015 / Q1-Q2 vs / Q1-Q2 Zoals boven reeds aangegeven is de totale uitstoot van scope I en scope II significant toegenomen. Als we 2015 / Q1-Q2 vergelijken met 2014 / Q1-Q2 dan zien we een stijging van 85 % Dit is bijna volledig te wijten aan de implementatie van onze poederlakkerij. Wat het meest in het oog springt is het aardgasverbruik (verviervoudigd). We kunnen dan ook stellen dat we op het gebied van CO2 emissies kunnen spreken van EPSiLON voor het installeren van de poederlakkerij en EPSiLON na het installeren van de lakkerij. Vandaar dat er ook besloten is om een nieuw nulpunt (referentiejaar) te maken nadat er zicht is op de complete impact van de lakkerij. 10 P agina

11 Scope III Overige CO 2 -uitstoot Zakelijk treinverkeer Als we het zakelijk treinverkeer 2015 / Q1-Q2 vergelijken met dezelfde periode in 2014 dan kunnen we stellen dat er maar een beperkt aantal verplaatsingen zijn geweest met de trein wat zich ook vertaald heeft in de CO2 emissie. We zien ook dat het zakelijk treinverkeer maar een beperkt aandeel heeft in de totale CO2 emissie van het bedrijf. TREIN 2014 Q1+Q2 Datum Bestemming aantal medewerkers km enkele reis km totaal conversiefactor kg CO 2 14/05/2014 Bxl Zuid-Parijs , /05/2014 Parijs-Bxl Zuid , TOTAAL Zakelijk treinverkeer: 2014 / Q1-Q2 TREIN 2015 Q1+Q2 Datum Bestemming aantal medewerkers km enkele reis km totaal conversiefactor kg CO 2 22/01/2015 Weert-Den Haag ,031 4,15 22/01/2015 Den Haag - Weert ,031 4,15 3/04/2015 BXL Zuid - Paris Nord ,026 7,80 3/04/2015 Paris Nord - BXL Zuid ,026 7,80 TOTAAL ,91 Zakelijk treinverkeer: 2015 / Q1-Q2 Woon-werkverkeer Het woon-werkverkeer is gedetailleerd bekeken in de ketenanalyse. De voortgang van deze ketenanalyse is opgenomen in hoofdstuk 2 van deze voortgangsrapportage. Afval Het scheiden van afval is ook nu weer op dezelfde manier behandeld als in de voorgaande jaren. Hier valt verder dan ook niets nieuws over te vertellen. 11 P agina

12 2_4A1 Ketenanalyse 1: woon-werkverkeer 2015 Q1+Q2 In 2015 / Q1+Q2 waren er bij EPSiLON 50 mensen werkzaam, directie inbegrepen. Het aantal personen dat de afgelegde kilometers woon-werkverkeer vertegenwoordigd, bestaat uit 46 personen: directie (2 personen) + 1 commerciële medewerker beschikken over een bedrijfswagen, de uitstoot hiervan is opgenomen in scope I van de emissie-inventaris voor deze periode; 1 werknemer carpoolt. Dit leidt tot afgelegde kilometers woon-werkverkeer, goed voor een totale CO 2 -uitstoot van kg. In vergelijking met dezelfde periode in 2014 is er met 1 persoon minder dus 7% minder CO 2 uitstoot veroorzaakt. Het aantal afgelegde kilometers is ook ca. gelijkmatig gedaald. Dus kunnen we stellen dat per afgelegde km de uitstoot ongeveer gelijk gebleven is. Er zijn nog steeds 8 werknemers die regelmatig met de fiets naar het werk komen. Deze 8 werknemers zijn samen goed voor volgende vermeden kilometers en CO2 uitstoot: Woon-werkverkeer Afstand CO 2 -uitstoot Vermeden km kg Mochten zij deze kilometers met de auto hebben afgelegd dan zou onze uitstootwaarde ca. 7 % hoger liggen. Reductie CO 2 -uitstoot Zoals aangegeven in de voorgaande voortgangsrapportage hebben we de beoogde doelstelling voor 2014 behaald. We moeten eerlijkheidshalve echter benadrukken dat EPSiLON slechts een informerende en motiverende rol heeft in de keten van het woon-werkverkeer. Definitieve besluiten en daardoor ook indirect de gevolgen m.b.t. de uitstoot, zijn uiteindelijk afhankelijk van de werknemers en kunnen daardoor stijgen of dalen (bvb wijzigen woonplaats, aankoop nieuwe wagen). De doelstelling is uiteraard blijven trachten om hier toch een rol in te spelen, we kunnen echter geen directe invloed uitoefenen op het eindresultaat. Vandaar dat het ook zeer moeilijk is om een meetbare doelstelling vast te leggen. Initiatieven Zoals hierboven aangegeven heeft de communicatie omtrent het fietsen naar het werk zijn vruchten afgeworpen, er zijn nog steeds 8 werknemers die op regelmatige basis hun auto laten staan om weer en wind te trotseren en met de fiets naar het werk komen. Voor het Haaglanden project (loopt tot +/- eind 2015) is besloten om te carpoolen naar Den Haag en om het totaal aantal afgelegde kilometers heen en weer te beperken blijven de plaatsers overnachten ter plaatse. 12 P agina

13 3_4A1 Ketenanalyse 3 Zonnepanelen schuilhuisjes De Lijn Zoals aangegeven in de vorige voorgangsrapportage is de ketenanalyse 3: zonnepanelen schuilhuisjes De Lijn afgerond. Deze ketenanalyse wordt dan ook niet meer verder behandeld in deze voortgangsrapportage. Als we de eis in het handboek 3.0 goed interpreteren dan stellen we vast dat er voor een klein bedrijf binnen de CO2 prestatieladder enkel 1 ketenanalyse moet uitgevoerd worden en is het bijgevolg geen eis om buiten de lopende ketenanalyse woon werkverkeer een extra ketenanalyse op te starten ter vervanging van de afgesloten ketenanalyse? 4_4B1 Reductiedoelstellingen In wat volgt overlopen we de voortgang m.b.t. de reductiedoelstellingen zoals vastgelegd in (reductiedoelstellingen , R-01) We benadrukken ook nu weer dat de scope III maatregelen vooral aandachtspunten voor bewustwording zijn, waar we weinig tot geen rechtstreekse invloed op kunnen uitoefenen. Scope I en II MAATREGEL 1 - invoeren energieadvies WeThink heeft op diverse tijdstippen en dagen in week metingen gedaan om het huidige energieverbruik van EPSiLON te analyseren. Het rapport van deze analyse was bijgevoegd in bijlage 4 van de voortgangsrapportage over 2012 Q1+Q2. De actiepunten die zijn voorgesteld in dit analyserapport vereisen verder onderzoek zodat we duidelijk kunnen aangeven met welke actiepunten we wel of niet verder willen gaan. Vermits er wat tijd nodig zal zijn om eventuele aanpassingen te implementeren en vervolgens zichtbare resultaten hieruit af te kunnen leiden, willen we hier voldoende tijd voor nemen. verantwoordelijke: Frank Machiels; deadline: Te bepalen na nieuw referentiepunt (referentiepunt nadat de lakkerij min 1 jaar operationeel is) doelstelling CO 2 -reductie: Te bepalen na nieuw referentiepunt (referentiepunt nadat de lakkerij min 1 jaar operationeel is) Update 2015 / Q1-Q2 Aangezien de poederlakkerij geplaatst is, zal ons elektriciteitsverbruik sowieso stijgen. Alhoewel we hier nog geen exact zicht op hebben (nog maar beperkte periode operationeel) kunnen we wel reeds vaststellen dat het elektriciteitsverbruik toegenomen is met 45 % t.o.v. dezelfde periode vorig jaar Het heeft dan ook geen zin om nu verdere actie te ondernemen in de reeds bestaande faciliteiten zolang de lakkerij niet volledig up and running is. Deze maatregel wordt voorlopig uitgesteld, als de lakkerij volledig naar behoren functioneert is het logischer om de reductiemogelijkheden nogmaals in zijn geheel voor alle faciliteiten te bekijken. 13 P agina

14 MAATREGEL 2 - bewustwording elektriciteitsverbruik In de parochieraad wordt op regelmatige basis aangegeven om de werknemers zoveel mogelijk te informeren wat betreft energieverbruik. Dit betreft kleine dingen zoals geen lichten of machines onnodig laten branden, deuren sluiten zodat er geen kou naar binnen en warmte naar buiten kan, etc. Door middel van de wissellijstjes in de hal wordt hier ook op gewezen. verantwoordelijke: Frank Machiels, Kirsten Veltmeijer en Kurt Vanhemel deadline: geen deadline, blijft constant aandachtspunt; doelstelling CO 2 -reductie: niet vast te stellen, gaat om bewustwording. Update 2015 / Q1-Q2 Net zoals in eerdere rapportages aangegeven is het onmogelijk om meetbare resultaten aan deze doelstelling te verbinden. Bewustwording blijft hier het allerbelangrijkste punt. We kunnen wel stellen dat deze bewustwording er toe bijgedragen heeft om het totale elektriciteitsverbruik te doen dalen. Om deze bewustwording te duiden worden de CO2 emissie inventaris tools gecommuniceerd via de teamborden in de productiehal. De volgende inventaris tools zijn ter beschikking gesteld: o 2014 / volledig o 2015 / Q1-Q2 o Overzicht CO2 uitstoot / mio. omzet (t.o.v. ref jaar 2010) MAATREGEL 4 beperking zakelijke vliegreizen De zakelijke vliegreizen worden waar mogelijk vervangen door een verplaatsing per trein of een combinatie van vliegtuig en trein. Ook wordt er gekeken naar de keuze van het vliegveld om het aantal kilometers voorafgaan aan de reis, beperkt te houden. Dit alles rekening houdende met beschikbare reistijden en ticketprijzen. Daarnaast zal er zeer kritisch gekeken worden hoeveel personen er effectief mee op verplaatsing moeten en eveneens of de verplaatsing waar nodig kan worden vervangen door een conference call. verantwoordelijke: Frank Machiels en Kirsten Veltmeijer; deadline: doorlopend; doelstelling CO 2 -reductie: We streven de komende 3 jaar naar een daling van 2% Update 2015 / Q1-Q2 Als we 2015 / Q1-Q2 vergelijken met 2014 Q1-Q2 dan kunnen we stellen dat er een toename is van het aantal zakelijke vliegreizen. Er wordt steeds overwogen of de reizen noodzakelijk zijn en of er alternatieven beschikbaar zijn maar de eerlijkheid gebied ons om te stellen dat dit veel afhangt van de economische realiteit (bvb potentiële nieuwe klanten in het buitenland, ) 14 P agina

15 Scope III Voor scope III heeft Epsilon besloten om te kiezen voor een realistische doelstelling. De CO2 reductiedoelstelling voor scope III emissies is daarmee bepaald op 2% besparing ten opzicht van 2012, te realiseren tegen eind verantwoordelijke: Frank Machiels,Kirsten Veltmeijer & Kurt Vanhemel deadline: eind 2016 doelstelling CO 2 -reductie: We streven naar een daling van 2% t.o.v MAATREGEL 5 - bewustwording type auto Meer informatie m.b.t. deze maatregel is terug te vinden in hoofdstuk 2 (Ketenanalyse woonwerkverkeer). MAATREGEL 7 inventariseren fiets- en carpoolbeleid Meer informatie m.b.t. deze maatregel is terug te vinden in hoofdstuk 2 (Ketenanalyse woonwerkverkeer) vanaf pagina 12 van deze voortgangsrapportage. 15 P agina

16 Conclusie Scope I- en II emissies Als we 2015 / Q1-Q2 vergelijken met 2014 / Q1-Q2 dan zien we dat de totale CO2 emissie significant toegenomen is. We zien dat het gasverbruik en elektriciteitsverbruik toegenomen zijn, in die mate zelfs dat we m.b.t. CO2 emissie kunnen spreken van Epsilon voor de installatie van de poederlakkerij en Epsilon na de installatie van de lakkerij. Er is dan ook besloten om een nieuw nulpunt (referentiejaar) te gaan vastleggen van zodra we zicht hebben op de effectieve impact van deze poederlakkerij (min 1 jaar operationeel zijn). Gebaseerd op het energieverbruik & CO2-emissie in dit nieuwe referentiejaar zullen dan ook nieuwe doelstellingen en maatregelen vastgelegd worden. Ondertussen is er niet stilgestaan en zijn er wel al initiatieven genomen om het energieverbruik en daarmee samenhangend de CO2 emissie te reduceren, bvb installatie van een afzuiging met warmterecuperatie in de lakkerij (droog & moffeloven). Scope III: ketenanalyse 1: woon-werkverkeer In de onderstaande tabel zien we de evolutie van de CO 2 -uitstoot m.b.t. de ketenanalyse van het woon-werkverkeer. De jaarwaarden voor 2010 en 2011 zijn gedeeld door 2 om een juiste analyse te kunnen maken ten opzichte van Q1+Q2 van de volgende jaren. Vanaf 2012 zijn de resultaten gebaseerd op de meetresultaten uit vorige voortgangsrapportages. CO 2 -uitstoot woonwerkverkeer (kg) 2010 (ref) / / Q1+Q Q1 + Q Q1 + Q Q1 + Q Tabel 6: emissies m.b.t. scope III ketenanalyse woon-werkverkeer In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar is er met 1 persoon minder dus 7% minder CO 2 uitstoot veroorzaakt. Het aantal afgelegde kilometers is ook ca. gelijkmatig gedaald. Dus kunnen we stellen dat per afgelegde kilometer de uitstoot ongeveer gelijk gebleven is. Het is niet echt mogelijk om uitspraken te doen over hoe de uitstoot in deze keten in de toekomst verder zal verlopen, daar we geen zicht hebben op eventuele wijzigingen in het personeelbestand. We benadrukken hierbij nogmaals dat we in deze keten weinig meer dan een informerende rol zullen kunnen spelen. 16 P agina

17 Uitstoot van projecten behaald met gunningvoordeel Het ProRail project Productie en levering van stations-meubilair van ProRail, tranche I een project dat we met gunningvoordeel wisten te behalen is afgerond. Het nieuwe project Productie en levering van stations-meubilair van ProRail, tranche II eveneens behaald met gunningsvoordeel is ondertussen van start gegaan begin Dit nieuwe ProRail-project vertegenwoordigde een omzet van EUR gedurende 2015 / Q1- Q2. Dit is goed voor 0.85 % van de totale omzet gedurende diezelfde periode. Vertaald naar de emissie-inventaris krijgen we volgende resultaten voor ProRail: 2015 / Q1-Q2 TOTAAL EPSiLON Aandeel ProRail Verhouding totale pand CO 2 -emissie Verbruik kg CO 2 Percentage Scope I - Directe CO 2 -emissies % Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting % Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco 0 0% 0 Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling % 66 rekenen overhead % 17 rekenen aan projecten % 765 Scope II - Indirecte CO 2 -emissies % 130 Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs 0 0% 0 water 0 0% 0 wind % 14 biomassa % 14 Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen % 71 Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 188 0% km % 29 > km 0 0% 0 Tabel 7: Aandeel CO 2 -emissies projecten behaald met gunningvoordeel 17 P agina

18 CO 2 emissie (%ProRail) 2015 Q1+Q2 1% CO2 emissie (overige) 2015 Q1-Q2 CO2 emissie (ProRail) 2014 Q1-Q2 99% Grafiek: CO2 emissie % ProRail 2015 / Q1-Q2 We dienen hierbij op te merken dat dieselverbruik t.b.v. overhead en zakelijke vliegreizen niet van toepassing zijn op het ProRail project. Naast ProRail hebben we een project binnen gehaald voor het plaatsen van haltevoorzieningen in de regio Haaglanden. In de uitsluitingsgronden- en geschiktheidseisen van dit dossier werd o.a. gevraagd naar bepaalde omzeteisen, referenties, etc. maar ook naar het hebben van een milieuzorgsysteem: ofwel ISO14001, ofwel EMAS, ofwel het CO 2 -prestatieladder certificaat van ten minste niveau 4. Er kon helaas geen gunningvoordeel mee behaald worden maar het hebben van het CO2- prestatieladder -management systeem (certificaat) was dus o.a. van cruciaal belang bij het binnenhalen van dit project. Bijlagen Toegevoegd als afzonderlijke bijlagen bij deze voortgangsrapportage: 3D2 Budget ( ) 3B2 & 4A2 Energiemgt. Prog & Kwaliteitsmgt. plan inventaris ( ) 3D1 Deelname initiatief ( ) Verslag parochieraad ( ) CO2-prestatieladder zelfevaluatie ( ) Verslag Interne audit ( ) Verslag Management-review ( ) 18 P agina